Abeelweg
Inhoudsopgave
Planregels
3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
5
Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
5 8
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
9
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
3 4 5 6 7
Groen Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Water Wonen
9 10 11 12 13
Hoofdstuk 3 Algemene regels
15
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
15 16 17 18 19 20
8 Anti-dubbeltelregel 9 Algemene bouwregels 10 Algemene gebruiksregels 11 Algemene afwijkingsregels 12 Algemene wijzigingsregels 13 Overige regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
21
Artikel 14 Overgangsrecht Artikel 15 Slotregel
21 22
9V3071D0 -2-
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Planregels
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 -3-
9V3071D0 -4-
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het bestemmingsplan Abeelweg van de gemeente Rotterdam; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0599.BP2003Abeelweg-oh01 met de bijbehorende regels; 1.3 aanbouw / uitbouw: een uitbreiding van het hoofdgebouw gebouw in één bouwlaag; 1.4 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.7 bebouwingspercentage: een percentage dat aangeeft hoeveel van het oppervlak van een bestemmingsvlak of ander vlak door gebouwen mag worden ingenomen; 1.8 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.9 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.10 bijgebouw: al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een hoofdgebouw gelegen op hetzelfde perceel; 1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.12 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.13 bouwlaag: Het tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en plat dak) gelegen, voor verblijf geschikt deel van een gebouw. Een kap, vliering, zolder, souterrain, alsmede een dakopbouw binnen het theoretisch profiel van een kap, worden niet als een afzonderlijke bouwlaag beschouwd. Alleen ingeval een dakopbouw breder is dan tweederde van de pandbreedte, wordt dit als een aparte bouwlaag geteld. NB: onder het "theoretisch profiel van een kap" wordt verstaan de ruimte binnen een kap met schuine Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 -5-
zijden waarvan de hellingshoek ten minste 20 en maximaal 60 graden bedraagt. 1.14 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.15 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; 1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.17 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.18 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.19 erf: terrein ten behoeve van de ontsluiting van de aanliggende bebouwing, voor parkeren, groenvoorzieningen, waterlopen en bouwwerken van lichte constructie (carports, slagbomen, fietsenstallingen e.d.); 1.20 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.21 hoofdgebouw: gebouw dat door zijn constructie en/of afmeting als dominant is aan te merken ten opzichte van de bijbehorende bijgebouwen gelegen op hetzelfde perceel; 1.22 openbaar nutsvoorziening: Op het openbaar leidingen net aangesloten voorzieningen op het vlak van gas-, water-, elektriciteitsdistributie, blokverwarming, (riool)gemalen (een gasdrukregelstation wordt niet hieronder begrepen). 1.23 straatpeil: a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de kruin van de weg; b. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang, na voltooiing van de aanleg van dat terrein; c. indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend; 1.24 souterrain: Een gebruiksruimte in een gebouw dat zich gedeeltelijk ondergronds bevindt; 1.25 tuin: terrein ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, met de daarbij behorende verharding (paden, terrassen) en vijvers en dat in overwegende mate niet voor bebouwing in aanmerking komt.
9V3071D0 -6-
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
1.26 uitstekende delen aan gebouwen: Erkers, luifels, balkons, galerijen e.d.;
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 -7-
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.4 horizontale diepte van een gebouw: de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
9V3071D0 -8-
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen, met bijbehorende voet- en fietspaden en watergangen; b. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming; c. kleinschalige voorzieningen voor openbaar nut en verkeer en vervoer; d. bermen, taluds, oevers en kaden. 3.2 Bouwregels Op de voor 'Groen' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in de bestemming passen, zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers, niet groter dan 10 m³ (al dan niet ondergronds), bovenleidingsmasten c.q. -portalen ten behoeve van trambanen, bruggen, duikers; b. uitstekende delen aan gebouwen, niet dieper dan 2 meter uit de gevel en ten minste 2,2 meter boven maaiveld; c. kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, zoals gemaalgebouwtjes, telefooncellen, gasdrukregel- en meetstations, wachthuisjes e.d., niet groter dan 80 m³.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 -9-
Artikel 4 Verkeer 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, trambanen, fietspaden, parkeerplaatsen, met de daarbij behorende kunstwerken zoals viaducten, bruggen, duikers; b. voorzieningen ten behoeve van wandelen en verblijven, zoals trottoirs, paden en trappen; c. groenvoorzieningen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen; d. bouwwerken ten behoeve van kleinschalige openbaar nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen; e. geluidwerende voorzieningen; f. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming. 4.2 Bouwregels Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens: a. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m³, abri's, bovenleidingmasten c.q. portalen ten behoeve van trambanen, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m³; b. uitstekende delen aan gebouwen, niet dieper dan 2 meter uit de gevel en tenminste 2,2 meter boven maaiveld.
9V3071D0 - 10 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van wandelen, verblijven en spelen, zoals trottoirs, voetpaden en trappen; b. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, trambanen, fietspaden, parkeerplaatsen; c. een brug voor gemotoriseerd verkeer ter plaatse van de aanduiding 'brug'; d. groenvoorzieningen, waterpartijen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen; e. bouwwerken ten behoeve van kleinschalige openbaar nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen; f. geluidwerende voorzieningen; g. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming. 5.2 Bouwregels Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens: h. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m³, abri's, bovenleidingmasten c.q. portalen ten behoeve van trambanen, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m³; i. uitstekende delen aan gebouwen, niet dieper dan 2 meter uit de gevel en tenminste 2,2 meter boven maaiveld.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 11 -
Artikel 6 Water 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterlopen en waterberging, de aan- en afvoer van oppervlaktewater, met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, waaronder begrepen eilanden. 6.2 Bouwregels Op de voor 'Water' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterbouwkundige aard, zoals, keerwanden, beschoeiingen, duikers, gemalen e.d. 6.3 Specifieke gebruiksregels Het is niet toegestaan om de gronden als bedoeld in lid 6.1 te gebruiken als ligplaats voor (woon)schepen.
9V3071D0 - 12 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Artikel 7 Wonen 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, in de vorm van vrijstaande- en twee-onder-een-kap woningen, met de daarbij behorende voorzieningen zoals (inpandige) bergingen en garageboxen, aanbouwen, bijgebouwen, alsmede tuinen, groen, water, parkeervoorzieningen en paden. 7.2 Bouwregels Op de voor 'Wonen' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels: 7.2.1 Algemeen a. Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 40 %; b. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' mogen geen gebouwen worden gebouwd. 7.2.2 Hoofdgebouwen Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. de voorgevel van het hoofdgebouw dient gebouwd te worden in of achter de aanduiding 'gevellijn', met dien verstande dat een gevellijn mag worden overschreden ten behoeve van een erker als bedoeld in 7.2.3, alsmede door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals dakoverstekken, tot maximaal 1 m; b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangeduid, behoudens: 1. bebouwingsaccenten met een oppervlakte van maximaal 7,5 m², waarvan de goothoogte maximaal 7,5 m mag bedragen; 2. dakkapellen; c. de diepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 15 m bedragen. 7.2.3 Erker In afwijking van het bepaalde in lid 7.2.2 onder a en lid 7.2.4 is het tevens toegestaan een erker aan de voorgevel te bouwen met inachtneming van de volgende regels: a. de bouwhoogte van de erker mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag bedragen vermeerderd met 0,3 m; b. de diepte van de erker mag maximaal 1 m bedragen; c. de breedte van de erker mag maximaal 60 % van de breedte van de voorgevel bedragen. 7.2.4 Bijgebouwenregeling Ten aanzien van bijgebouwen gelden de volgende regels: a. bij ieder hoofdgebouw zijn aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan; b. een bijgebouw moet worden gebouwd op een afstand van minimaal 2,5 m achter (het denkbeeldig verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw; c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw mag maximaal 75 m² bedragen, mits niet meer dan 40 % van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw wordt bebouwd; d. de horizontale diepte van aan- en uitbouwen aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag niet meer dan 4 m bedragen; e. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 2,8 m respectievelijk 3,5 m bedragen; f. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen; g. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,25 m; h. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen mag
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 13 -
maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedragen, maar nooit meer dan 6,5 m. 7.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van: 1. maximaal 7 m voor palen en masten; 2. maximaal 1 m voor erf- en terreinafscheiding voor (het denkbeeldig verlengde van) de voorgevel; 3. maximaal 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen; 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7.3 Specifieke gebruiksregels Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep/bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30 % wordt gebruikt voor werkactiviteiten; b. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen; c. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen; d. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van de werkactiviteiten.
9V3071D0 - 14 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 8.1 Basisregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 15 -
Artikel 9 Algemene bouwregels 9.1 Aangrenzende terreinen Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voorzover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot. 9.2 Souterrain Een souterrain mag niet hoger reiken dan 2 meter boven peil. 9.3 Dakkapellen Dakkapellen op schuine dakvlakken zijn toegestaan, onder de volgende voorwaarden: a. ingeval zij geplaatst worden op het voordakvlak of een naar de weg of het openbaar groen gekeerd dakvlak, mogen zij niet breder zijn dan 2/3 deel van bedoeld dakvlak, waarbij tenminste 0,5 meter afstand tot de zijkant van het dakvlak aangehouden dient te worden. Niet meer dan één dakkapel mag in het voordakvlak worden gerealiseerd; b. ingeval zij geplaatst worden op een ander dakvlak dan de genoemde, geldt dat zij tenminste 0,5 meter afstand tot de zijkant van het dakvlak dienen aan te houden; c. op een aanbouw aan een niet-gestapelde woning is een dakkapel alleen toegestaan op het achterdakvlak; d. in alle gevallen geldt dat de bovenzijde tenminste 0,5 meter onder de nok van het pand dient te blijven en de voorzijde tenminste 1 meter dient terug te liggen ten opzichte van de gevel.
9V3071D0 - 16 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Artikel 10 Algemene gebruiksregels 10.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd) Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water: a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voorzover het betreft parkeren en overigens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, of ten behoeve van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden; d. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie. 10.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen) Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd het gebruik: a. van gebouwen voor het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen als detailhandel, met uitzondering van het verkopen of ten verkoop aanbieden van: b. goederen, waarvan de verkoop deel uitmaakt van de normale dienstverlening behorende bij het op hetzelfde perceel uitgeoefende bedrijf; c. agrarische producten afkomstig van en geteeld op het ter plaatse aanwezige agrarisch bedrijf; d. van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen, voor permanente bewoning; e. van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 17 -
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 11.1 Bevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels van het plan, voor: a. het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 3,5 m; b. het overschrijden van in deze regels genoemde maten en percentages, zoals goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen en bebouwingspercentages, met niet meer dan 10%; c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%; d. beneden peil gelegen kelders alsmede erkers, balkons, galerijen, luifels, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, waarbij de grenzen van het bouwperceel met niet meer dan 2 m mogen worden overschreden; e. geluidwerende voorzieningen. 11.2 Voorwaarden Afwijking als bedoeld in lid 1 is niet toegestaan indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt.
9V3071D0 - 18 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Artikel 12 Algemene wijzigingsregels 12.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien het betreft het in geringe mate, doch met niet meer dan 10 m, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 19 -
Artikel 13 Overige regels 13.1 Verwijzing naar andere regelgeving Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
9V3071D0 - 20 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht 14.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 14.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Lid 14.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 14.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 14.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 14.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Lid 14.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan
9V3071D0 - 21 -
Artikel 15 Slotregel 15.1 Citeertitel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Abeelweg.
9V3071D0 - 22 -
Abeelweg onherroepelijkbestemmingsplan