Plannen, projecten en de middenschaal
2
Colofon Tekst Directie en medewerkers
Rijnboutt Magazine
3
Redactioneel
Rijnboutt Magazine
Redactioneel
Eindredactie Willem Hermans Fotografie Kees Hummel, Rijnboutt Visualisaties ZesxZes, A2Studio Vormgeving Thonik Oplage 1500 exemplaren Copyright Rijnboutt, november 2009
Op de middenschaal komen veel ontwerpniveaus bij elkaar. Op verschillende niveaus en vanuit verschillende invalshoeken worden onderwerpen aangeraakt die te maken hebben met de landschappelijke opgave, de stedenbouwkundige context en het bouwen en verbouwen van gebouwen. Vaak om tot realisatie van deze opgaven te komen, maar ook om ruimtelijke mogelijkheden of het strategisch belang van deze opgaven nader te verkennen. Wij, als ontwerpers vanuit verschillende disciplines, onderzoeken en ontwerpen deze complexe opgaven op de middenschaal. In dat werkproces werken we samen met opdrachtgevers en met gebruikers. We komen veel mensen tegen. De belangen van die mensen verschillen vanwege hun persoonlijke overtuiging, of door de organisatie die ze vertegenwoordigen. Vaak liggen de doelen dichter bij elkaar of zijn de ambities van de betrokkenen meer gelijk dan zij zelf beseffen. Door goed te luisteren, te communiceren en het ontwerpen als middel daarbij te gebruiken nemen wij een centrale positie in bij de totstandkoming van projecten op de middenschaal. In de combinatie van ontwerpkracht en het vermogen om partijen inzicht te geven in elkaars belangen ligt onze ambitie besloten. We zijn gedreven in ons vak én staan midden in de maatschappij. Veel van onze projecten, hoe verschillend soms van karakter, kenmerken zich door deze combinatie. Het is de richting waarin we ons verder willen ontwikkelen, op weg naar een mooier Nederland.
4
Inhoud
Rijnboutt Magazine
5
P.15 Aalmarkt Leiden De toekomst van het winkelen in een historische binnenstad
P.23 Santrijn Oosterhout En nieuwe entree, een stadspark en ruimte voor cultuur
P.16 ’s-Gravendreef Den Haag Stedelijke complexiteit met oog voor de details
P.24 A2 Maastricht Fragmenten en passtukken verbinden de stadsdelen
Rijnboutt Magazine
Inhoud
Inhoud P.06 De Middenschaal Planning en projecten
P.08 Wildemanbuurt Amsterdam Osdorp Maximale betrokkenheid leidt tot groot draagvlak voor vernieuwing P.09 Vaneker Enschede Zoeken naar samenhang P.10 De Citadel Centrum voor Nijmegen Noord
P.12 Stadhouder en Minx Apeldoorn Een nieuwe stadspoort
P.18 Belcanto, Schalkwijk Haarlem Van mono- naar multifunctioneel P.19 VOC Cour Amsterdam High Density P.20 WoZoCo Enkhuizen Grote synergie en zorgvuldige inpassing
P.26 GZG Terrein ’s-Hertogenbosch De historie als uitgangspunt voor intensivering
P.28 Slachthuisterrein Haarlem Opnieuw een belangrijke plek in de buurt
P.29 Laan van NOI Den Haag De allure teruggebracht P.30 The Bank Amsterdam Nieuw leven voor een monument
P.33 Olympisch Kwartier Zuid Sport als aanjager van een gebiedsontwikkeling P.34 Paviljoen Amstelveen Does size matter? P.35 Lieren Dorpsvernieuwing: ontwikkeling en ontwerp op eigen maat
P.36 Molenvliet Woerden Nieuw leven voor de wijk
P.38 Langerhuize Amstelveen De ontmoeting P.39 Kruidenbuurt Eindhoven Genius loci en nieuwe identiteit
6
De middenschaal – Planning en projecten
Rijnboutt Magazine
7
Rijnboutt Magazine
De middenschaal – Planning en projecten
De middenschaal Planning en projecten Maatschappelijke ontwikkelingen vragen om het continu scherp houden van benaderingswijzen en vakgereedschappen. In het proces van voortschrijdende verstedelijking moet ruimte opnieuw worden georganiseerd, voor sociale veranderingen, maar ook voor het fysiek vernieuwen van gebouw, buurt en stad. Samenwerken van ontwerpende disciplines is nodig, brengt ontwerp, onderzoek en strategie bij elkaar en opent mogelijkheden voor toekomstige opgaven.
“Projecten op de middenschaal zijn altijd verbonden aan andere plekken en schaalniveaus.”
De verbouw van stad en land is in Nederland aan de orde van de dag. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen leiden voortdurend tot verstedelijking en stedelijke vernieuwing. Onderdelen van stad en landschap zijn versleten. Er zijn voortdurend functionele en ruimtelijke veranderingen; programma komt, groeit, verdwijnt of verhuist naar elders. Ook gebouwen, terreinen en infrastructuren raken letterlijk ‘op’ en kunnen niet langer voldoen aan hedendaagse en toekomstige eisen. Er moet aan onderdelen van de stad worden gesleuteld. Lang is hiervoor in de stedenbouw het begrip ‘plan’ gehanteerd. Wat men van plan is, wordt ook zo uitgevoerd. Plannen geven een handelingsperspectief aan; er is een doel, een duidelijk begin, de overheid die als initiatiefnemer optreedt en het vervolg mondt uit in een lineair georganiseerd werkproces, waarbij halverwege het proces het publieke stokje wordt overgenomen door private partijen. Procedures verlopen nu anders; de overzichtelijke volgorde van het klassieke planningsmodel is door elkaar geschud.
“De overzichtelijke volgorde van het klassieke planningsmodel is door elkaar geschud.”
Stedenbouwkundige planvorming vindt gelijktijdig plaats met de ontwikkeling van bouwplannen. Private partijen hebben bij stedelijke transformatieopgaven al posities verworven, zijn vroeg bij de planvorming betrokken of nemen het initiatief. Inzicht in de ruimtelijke mogelijkheden, in samenhang van programma, ruimte en geld, wordt door ontwerpverkenningen inzichtelijk gemaakt. Stedenbouw en architectuur hebben elkaar meer dan ooit nodig. Inzicht op alle schaalniveaus is bij het onderhandelen en bij het vinden van publiek en politiek draagvlak immers onmisbaar. In vervolgfasen resulteren verkenningen en studies over een project in bouwplannen, in plannen voor de openbare ruimte en in een bestemmingsplan.
Het proces van bouwen aan de stad heet nu integrale gebiedsontwikkeling of ontwikkelingsstedenbouw. Projecten die meer gericht zijn op de betekenis die een dergelijk project voor de stad kan hebben, worden stedelijke projecten genoemd. Deze projecten richten zich op een fragment van de stad, zijn complex van aard en kennen een versnipperd opdrachtgeverschap. De reikwijdte en het belang van het project zijn groter dan de omvang van het feitelijke projectgebied. Kenmerkend voor dit type project is dat het stedenbouwkundig ontwerp gekoppeld is aan de middenschaal. Deze blijkt uiterst werkbaar voor het uitdenken van voorstellen voor de middellange termijn en voor te ontwerpen complexe stedelijke ensembles met een architectonische expressie, waarin openbare ruimte en bebouwing opnieuw samengaan. Op de middenschaal moet de stedenbouw zich bedienen van fysiek ruimtelijk repertoire, van landschapsarchitectonische en architectonische middelen en dient de architectuur haar relatie met de context in massa en ruimte te uiten. Op de middenschaal wordt het spel gespeeld, van integratie van infrastructuur en de stad, tussen openbare, collectieve en private ruimten, tussen architectuur, landschap en stedenbouw, tussen ontwerp, programma en financiële aspecten. Projecten op de middenschaal zijn altijd verbonden aan andere plekken en schaalniveaus. Ze maken deel uit van ruimtelijke en niet-ruimtelijke netwerken en vragen om betrokkenheid vanuit verschillende partijen en disciplines om tot op uitvoering gericht maatwerk te kunnen leiden.
8
Wildemanbuurt Amsterdam Osdorp – Maximale betrokkenheid leidt tot groot draagvlak voor vernieuwing
Rijnboutt Magazine
9
Rijnboutt Magazine
Vaneker – Zoeken naar samenhang
Vaneker Enschede Zoeken naar samenhang “De grote opgave voor de Nederlandse architectuur in de komende jaren zal worden om de werkelijk nieuwe soorten van collectiviteit vorm te geven en het Heidi-huisje met de Van Berkel-villa te verzoenen.” Citaat van Bart Lootsma in SuperDutch, pagina 260 (SUN, Nijmegen 2000)
Wildemanbuurt Amsterdam Osdorp Maximale betrokkenheid leidt tot groot draagvlak voor vernieuwing Stedelijke vernieuwing kent vele aspecten. Direct zichtbaar zijn de werkzaamheden aan de woningen en aan de openbare ruimte. Huizen worden opgeknapt, de straten en het groen opnieuw ingericht. Maar er gebeurt meer. De vernieuwing in de Wildemanen Blomwijckerbuurt wordt integraal aangepakt. Daarbij staan bewoners en ondernemers centraal. Het is de bedoeling dat zij door de vernieuwing vooruitkomen. De stad en de corporaties hebben afspraken gemaakt over de integrale aanpak van de vernieuwing in het ontwikkelingsplan Herziening Richting Parkstad 2015 en een Raamovereenkomst. Daarbij zijn de huidige bewoners en ondernemers de belangrijkste doelgroep en de dragers van het proces. De vernieuwing biedt kansen voor het creëren van een buurt met een bredere bevolkingsopbouw. Goede samenhang tussen sociaal-economische en fysieke vernieuwing is daarvoor noodzakelijk.
Via enquêtes en in bijeenkomsten is gevraagd wat bewoners het belangrijkste vinden. Ook veldwerkers (mensen van organisaties die actief zijn in de buurt) hebben meegedacht. Gedurende een reeks participatiebijeenkomsten is samen met deze betrokkenen aan het plan gewerkt. De resultaten uit deze bijeenkomsten vormen, naast de geformuleerde ambities en beleid rondom de stedelijke vernieuwing, de bouwstenen voor het vernieuwingsplan. Parallel aan het participatietraject werken de betrokken woningcorporaties Stadgenoot, Far West, Ymere en Eigen Haard samen met stadsdeel Osdorp en Rijnboutt aan het ruimtelijke kader van het vernieuwingsplan. Tijdens tweewekelijkse werksessies is aan de hand van stedenbouwkundige modellen onderzoek gedaan. In het onderzoek spelen de volgende aspecten een hoofdrol: - streven naar een zo groen mogelijke buurt, - de bestaande verkeersstructuur blijft behouden en wordt verhelderd,
- straten worden opnieuw ingericht, - oevers worden hoogwaardige openbare verblijfsgebieden, - er komt een buurtplein en een cluster voor wijkvoorzieningen, - bestaande hoven blijven behouden, - er komen gebouwde parkeervoorzie ningen voor de nieuwbouw, - aansluitingen en verbindingen naar de omgeving krijgen bijzondere aandacht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een door betrokken partijen gedragen gebiedsgerichte randvoorwaardenkaart, en zijn onderbouwd met verkavelingmodellen. Na vaststelling van het vernieuwingsplan starten de corporaties met de verdere uitwerking van de plannen.
Wildemanbuurt Amsterdam Opdracht: stadsdeel Osdorp, Stadgenoot, Far West, Ymere en Eigen Haard (Projectbureau Vernieuwing Osdorp) Samenwerking met Luiting & Mol communicatie, De Beuk en BVR
Het citaat van Bart Lootsma in de afsluitende alinea van zijn boek SuperDutch is goed toepasbaar op de prijsvraag “Bouw natuurlijk je eigen vrijheid” voor het gebied ’t Vaneker, uitgeschreven door de Gemeente Enschede en de Rabobank EnschedeHaaksbergen. De eigenlijke opgave van deze prijsvraag was niet zozeer het ontwerpen van een mooie villa, maar wel het bedenken van een proces waarbij collectiviteit wordt vormgegeven vanuit particulier opdrachtgeverschap. Met www.datingvaneker.nl ontwikkelde Rijnboutt een tool die een antwoord geeft op deze vraag. De website brengt geïnteresseerde kavelkopers samen op basis van gemeenschappelijke kenmerken en bouwt eerst aan een virtuele collectiviteit alvorens deze in de reële wereld te verwezenlijken. Het uiteindelijke doel is om een hoogwaardige en coherente woonomgeving te creëren waarbij het initiatief ligt bij particuliere opdrachtgevers, die op een ongedwongen manier bewust gemaakt worden van de bredere maatschappelijke, ruimtelijke en culturele opgave bij het bouwen van een eigen huis. www.dating-vaneker. nl wil een duidelijk alternatief zijn voor de huidige praktijk en de omvangrijke regelgeving of het directieve beeldkwaliteitsplan waarmee de particulier nu vaak geconfronteerd wordt, overbodig maken.
In totaal zijn 166 prijsvraaginzendingen uit binnenen buitenland ingezonden. www.dating-vaneker.nl is unaniem door de jury als winnaar gekozen. Een fragment uit het juryrapport: “Op een originele en doordachte manier verplaatst de ontwerper zich in toekomstige kavelkopers. Dat blijkt om te beginnen uit de intelligent opgezette website waarmee gelijkgestemden elkaar vinden om samen een hoeve te vormen. Zij kunnen op hun gemak thuis keuzen maken waarmee latere misverstanden tussen kavelkopers worden voorkomen. De ontwerper schetst de gevolgen van individuele wensen en laat uiteindelijk in het voorlopig ontwerp zien dat verdere uitwerking met de opdrachtgevers in de vervolgfase kan leiden tot een origineel en een bij de opdrachtgever passend huis. Een huis dat rekening houdt met de karakteristiek van de Twentse hoeve, maar wel een beeld oplevert van eigenheid en persoonlijkheid. De spelregel, dat bewoners per hoeve met een gezamenlijke landschapsarchitect werken, is eveneens een goed en bruikbaar idee. De wijze van aanpak en het uiteindelijke resultaat getuigen van een originele en vakmatige houding die doorslaggevend is voor de jury.” Uit: “Thuiskomen in Twents Landschap”, juryrapport ’t Vaneker.
Vaneker Prijsvraag uitgeschreven door de gemeente Enschede en de Rabobank Enschede-Haaksbergen
10
Rijnboutt Magazine
De Citadel – Centrum voor Nijmegen Noord
11
De Citadel – Centrum voor Nijmegen Noord
De Citadel Centrum voor Nijmegen Noord
“De rivier heeft hier door de eeuwen heen een bijzonder landschap gemaakt.”
Nijmegen zet een stap van historische betekenis: de stad breidt zich uit aan de noordzijde van de rivier. Tussen de dorpen Oosterhout, Ressen en Lent wordt sinds 1998 gebouwd aan een nieuw stadsdeel, Nijmegen-Noord. Dit is in ruimtelijke zin de tegenhanger van de bestaande stad aan de overzijde van de rivier. Het wordt een compleet stadsdeel met een volwaardig niveau aan commerciële- en maatschappelijke voorzieningen. Het noordelijke en het zuidelijke stadsdeel van Nijmegen omarmen in de toekomst de tussenliggende rivier de Waal en de uiterwaarden. Nijmegen-Noord moet met de bouw van circa 12.000 woningen voor een belangrijk deel voorzien in de woningbehoefte in de regio Nijmegen. In dit nieuwe stadsdeel komen meer dan 30.000 mensen te wonen. De stedelijke voorzieningen zoals winkels, kantoren en horeca voor de inwoners van Nijmegen-Noord worden samengebracht in De Citadel, het centrumgebied van de Waalsprong.
+10.2 m NAP
+10.2 m NAP +10.2 m NAP
+19.5 m NAP
+12.6 m NAP
Om tot een Masterplan te komen voor het centrumgebied van de Waalsprong met voldoende draagvlak en concreetheid voor vervolgstappen is Rijnboutt begin 2008 benaderd om de rol van ontwerper en regisseur te vervullen in het proces. In een reeks workshops in Lent is, met alle betrokken partijen en ontwerpers, aan deze transformatie gewerkt. Via gezamenlijk ontwerpend onderzoek is er door alle betrokkenen een belangrijke bijdrage geleverd aan het Masterplan.
+10m NAP
+20m NAP +12.6 m NAP
+10.2m NAP
+21.6 m NAP
+21.1 m NAP
+10m NAP
Rijnboutt Magazine
+9.6 m NAP
+7.6 NAP
+16 m NAP
+10 m NAP
+22.4 m NAP
Het toekomstige centrumgebied voor de gehele Waalsprong, de Citadel, is gesitueerd rond het historische Fort Beneden Lent. Het gebied ligt direct aan de Oosterhoutse dijk en de Lentse Uiterwaarden, ingeklemd tussen de nieuwe stadsbrug en de bestaande spoorbrug en snelbinder (snelle fietsverbinding via de spoorbrug). De rivier heeft hier door de eeuwen heen een bijzonder landschap gemaakt. De weidsheid van dit land-
schap staat in groot contrast met de stedelijke kant van de Waal: de binnenstad van Nijmegen. Voor een belangrijk deel vormen de elementen - schatten - uit het bestaande natuuren cultuurlandschap de inspiratie voor de planvorming. Daarvoor zijn alle cultuurhistorische elementen door de Gemeente Nijmegen in beeld gebracht en is tijdens de planfase onderzocht hoe deze in de toekomst herkenbaar kunnen blijven. De uitgangspunten voor de totstandkoming van de Citadel zijn inspirerend, helder en werkbaar. De rationele lijnen van een stedelijk grid bieden structuur en overzicht. De superpositie van het grid met de ondergrond en de cultuurhistorische elementen verrijken en verlevendigen de stad. De lijnen van het grid vervormen, draaien en verschuiven door deze optelling op subtiele wijze. Verbindingen naar omliggende gebieden hebben een vergelijkbaar effect. De, deels op de historische situatie gebaseerde aansluitingen naar buiten, zijn van groot belang voor het in stand houden van bestaande routes en een vanzelfsprekende bereikbaarheid. De transformaties maken op deze manier de stad voor iedereen ‘leesbaar’. Het grid heeft als stedenbouwkundige structuur in de historie bewezen zeer flexibel te zijn in de tijd. Opnieuw blijkt dat naast grote samenhang en eenheid op een groter schaalniveau, variatie en rijkdom ontstaat op het niveau van de onderscheiden bouwvelden en bouwblokken. Daar waar de rationele structuur in aanraking komt met rafelranden, bijzondere bebouwing, pleinen of oude lijnen in het landschap, ontstaan bijzondere plekken die extra betekenis toevoegen en tot een ‘afleesbare’ historische referentie leiden. De Citadel Nijmegen Opdracht: Grondexploitatiemaatschappij Waalsprong CV Ontwerpend onderzoek samen met AM Concepts, Buro Lubbers, H+N+S Landschapsarchitecten, M3H architecten, Onix Architecten, Rudy Uytenhaak architectenbureau bv, T&T Design bv, UrbanXchange en de gemeente Nijmegen
12
Stadhouder en Minx Apeldoorn – Een nieuwe stadspoort
Rijnboutt Magazine
Stadhouder en Minx Apeldoorn Een nieuwe stadspoort De Zuidwestpoort van Apeldoorn, met als centrale as de Europaweg, is één van de belangrijke entrees van Apeldoorn. Bij en langs deze stadsentree wil de stad haar kenmerkende groene karakter zichtbaar maken en zich presenteren als dynamische werkstad. Voor de Europaweg is een Masterplan opgesteld. Uitgangspunt voor dit Masterplan is dat met behoud en versterking van de waardevolle landschappelijke context de Europaweg getransformeerd wordt tot een nieuwe laan als stadsentree. De weg krijgt een nieuw profiel, wordt als laan beschouwd en verdeeld in drie zones: bos, park en kop. Het plandeel ‘kop’ vormt van buitenaf het einde van de laan en is de plek voor een nieuwe stadspoort tot het centrum van Apeldoorn. De nieuwe stadspoort wordt gevormd door nieuwe bebouwing aan weerszijden van de Europaweg. Beide locaties zijn ontworpen met eenzelfde principe: vier volumes die gesitueerd zijn rond een hoger gelegen plein.
De volumes variëren in hoogte, waarbij de diagonaal tegenover elkaar liggende hoekgebouwen aan weerszijden van de weg het hoogteaccent van de stadspoort vormen. De nieuwe poort van Apeldoorn geeft haar identiteit niet in één keer prijs: door de lichte kromming in de laan schuiven de torens achter en voor elkaar langs, en zo ontstaat een dynamisch en steeds wisselend perspectief. Op de noordelijke locatie is een ontwerp gemaakt voor vier kantoorgebouwen rond een verhoogd plein, die samen het Minx-kantorencentrum vormen. Op de zuidelijke locatie, die de afronding vormt van de achtergelegen woonwijk, liggen de drie woongebouwen die samen De Stadhouder vormen. Uitgangspunt voor het ontwerp van de gebouwen is het realiseren van een goed verzorgde woon- en werkomgeving met mooi verouderende materialen. De kwaliteit van de (semi) openbare ruimten rond de gebouwen
13
Stadhouder en Minx Apeldoorn – Een nieuwe stadspoort
Rijnboutt Magazine
“Bij en langs deze stadsentree wil de stad haar kenmerkende groene karakter zichtbaar maken en zich presenteren als dynamische werkstad.” is hoog. De woongebouwen hebben een stadsbalkon en twee tuinen, die door de bewoners gemeenschappelijk gebruikt kunnen worden. Het stadsbalkon functioneert als een plek voor ontmoeting, gemeenschappelijke activiteiten of als verlengstuk van de buitenruimte van de woning. De gevels zijn gemetseld in een licht glanzende, paarsblauwe baksteen die de gebouwen een robuuste en chique uitstraling geven. De glanzende toplaag van de metselsteen reageert sterk op veranderende lichtomstandigheden. De gebouwen krijgen hierdoor op verschillende momenten een wisselende uitstraling: bij direct zonlicht hebben de gevels een sprankelende paarse kleur en bij een bewolkte lucht verandert deze naar diep blauw.
Stadhouder en Minx Apeldoorn Opdracht: Bemog Projektontwikkeling (Stadhouder) Bemog Projektontwikkeling en Nikkels Projectontwikkeling (Minx)
Links Stadhouder, rechts Minx kantorencentrum, in het midden de Europaweg.
14
Stadhouder en Minx Apeldoorn – Een nieuwe stadspoort
Rijnboutt Magazine
15
Rijnboutt Magazine
Aalmarkt Leiden – De toekomst van het winkelen in een historische binnenstad
Aalmarkt Leiden De toekomst van het winkelen in een historische binnenstad
“De Aalmarkt is historisch gezien een belangrijke plek in de stad geweest.”
Impressie van het waterplein
De Aalmarkt is altijd een belangrijke plek in de stad geweest. De gemeente Leiden heeft een aantal ontwikkelaars gevraagd naar hun visie op de ontwikkeling van het Aalmarkt gebied. Rijnboutt ontwikkelde samen met ASR Vastgoed Ontwikkeling de winnende visie omdat het plan het beste voldoet aan de gegeven uitgangspunten en zorgt voor de gewenste kwaliteitsimpuls voor het Aalmarktgebied. Kern van de visie is een nieuwe routing voor het winkelgebied rond de Aalmarkt. Hiervoor wordt een compleet nieuwe straat ontworpen: de Nieuwe Mandenmakersstraat. Daarnaast wordt de Waaghoofdbrug verlegd naar deze nieuwe winkelstraat. Zo wordt de publieke ruimte aan de Rijn vergroot en ontstaat een waterplein. Op het Waaghoofd ontstaat
ruimte voor terrassen aan het water in combinatie met een grand café in de Waag. De Aalmarkt is altijd een belangrijke plek in de stad geweest waar dagelijks veel handel plaatsvond. Deze historische plek, het waterplein, vormt de verbindende schakel tussen het noordelijk en zuidelijk van de Rijn gelegen winkelgebied. Op deze manier wordt het waterplein dé centrale plek in Leiden en krijgt een hernieuwde betekenis in de stad. Naast het behoud van de historische kwaliteit van de Aalmarkt wordt circa 8000 m2 nieuw winkeloppervlak toegevoegd met daarbij de mogelijkheid ook een aantal grotere winkelunits te kunnen realiseren, wat elders in Leiden, net als ook in veel andere historische binnensteden, door de fijnmazige structuur niet mogelijk is. Op deze
manier wordt het kernwinkelgebied versterkt. Ook de woonfunctie wordt versterkt met circa 30 appartementen, gelegen boven de winkels. De bestaande Mandenmakerssteeg, die begint bij het Waaghoofd, krijgt een glazen overkapping, waardoor het een prettige en lichte verblijfsruimte wordt. De entrees van de appartementen worden hier gesitueerd. Zo wordt naast behoud van de monumentale bebouwing door ontwikkeling van nieuwe open(bare) ruimte en gemengd programma bijgedragen aan het versterken van de bestaande stad.
Aalmarkt Leiden Opdracht: ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V.
16
’s-Gravendreef Den Haag – Stedelijke complexiteit met oog voor de details
Rijnboutt Magazine
’s-Gravendreef Den Haag Stedelijke complexiteit met oog voor de details
17
’s-Gravendreef Den Haag – Stedelijke complexiteit met oog voor de details
Rijnboutt Magazine
“Het gebied is de verbinding tussen de halte van Randstadrail en andere delen van de wijk.”
’s-Gravendreef als centrumgebied is bedacht en ontworpen vanuit de ligging aan spoor- en weginfrastructuur, in combinatie met de betekenis van het gebied als schakel tussen andere delen van de wijk. Door het ontwerp van ’s-Gravendreef heeft Leidschenveen een functioneel en ruimtelijk aantrekkelijk hart gekregen en tegelijk worden verbindingen gelegd met de aangrenzende woon-, werk- en recreatiegebieden. Het gebied is de verbinding tussen de halte van Randstadrail en andere delen van de wijk, en is daardoor een hoogwaardig multifunctioneel vestigingsgebied. Het gebied is complementair aan de bestaande stad Den Haag: een bijpassende schaal van programma’s en gebouwen, continuïteit van de openbare ruimte met veel aandacht voor water en groen. Het plan is opgebouwd als een centrummilieu met grote stoere blokken en een even stoere openbare ruimte. Het winkelcentrum Het Hoge Veen is de centrale plek waar omheen zorg, onderwijs, sport, kantoren en veel wonen gesitueerd is. Deze verschillende programma’s hebben in ’s-Gravendreef hun eigen dynamiek en ontwikkelingstijd. De eenheid van openbare ruimte is van groot belang, ondanks de langjarige en gefaseerde aanlegtijd. De intensiteit van gebruik is groot. Duurzame keuzes voor bebouwing en openbare ruimte zijn aan
de orde. De essentiële kwaliteiten van de bebouwing (uitnodigend, eigentijds, maat en schaal, eenheid en ensemble) zijn van groot belang om het gebied te kunnen typeren. In ’s-Gravendreef zijn veel verschillende partijen betrokken. Naast een keur aan opdrachtgevers (met het Ontwikkelingsbedrijf als centrale spil) en architecten heeft de gemeente Den Haag een bijzondere rol. Het Ontwikkelingsbedrijf neemt de taken van de gemeente op zich, waardoor de gemeente zelf vooral een toetsende rol heeft. Toetsend op elk niveau: van het masterplan, de definitieve stedenbouwkundige plannen, de inrichtingsplannen en de beheerplannen. Rijnboutt heeft bij uitstek een integrerende taak gekregen: naar de stedenbouwkundige dienst, de verkeersdienst, de welstandcommissie en de adviescommissie openbare ruimte en naar de stadsbeheerders. Bij die taak wordt het ontwerpen centraal gesteld.
’s-Gravendreef Den Haag Leidschenveen Opdracht: Ontwikkelingsbedrijf Leidscheveen Samenwerking met IBDH, Oranjeadvies
18
Belcanto, Schalkwijk Haarlem – Van mono- naar multifunctioneel
Rijnboutt Magazine
Belcanto, Schalkwijk Haarlem Van mono- naar multifunctioneel
19
VOC Cour Amsterdam – High Density
Rijnboutt Magazine
VOC Cour Amsterdam High Density Het stedelijk bouwblok VOC-cour meet circa 100x100 meter en is het middelste uit een reeks van drie nieuwe bouwblokken gelegen tussen het Westerdok en het IJ. Alle bouwblokken zijn zo opgezet dat de meeste woningen een relatie hebben met het water van het IJ en met het Westerdok. Om de gewenste hoge dichtheid te kunnen bereiken, bestaat elk bouwblok uit een aantal torens tot maximaal 10 bouwlagen met daartussen een basement van bebouwing in drie en zeven bouwlagen. Op de daken bevinden zich grote terrassen en daktuinen. Aan deze stedelijk bouwblokken hebben verschillende architecten bijgedragen, waarbij per complex een coördinerend ontwerper is benoemd. Voor de VOC Cour Amsterdam heeft Rijnboutt de coördinatie uitgevoerd. Rond een binnenplein, cour genoemd, zijn 380 woningen, een sportschool, een buurtsupermarkt en een kinderdagverblijf gerealiseerd. De woningen worden ontsloten via de cour, die daarmee als voorplein dient; de overige programma’s in de plint worden vanuit de openbare ruimte ontsloten. De cour is de belangrijkste collectieve ruimte voor de bijna 1000 bewoners en gebruikers. Ze wordt ontsloten door vijf poorten, en is onderkelderd met een grote parkeergarage. De cour heeft een pleinachtige sfeer met een pergola, een groene speelplek en drie grote bomen. Voor de avond en nacht is een specifiek verlichtingsplan ontworpen. VOC Cour Amsterdam Opdracht: Ontwikkelingscombinatie Westerdok (OMA Amsterdam, de Alliantie, Kondor Wessels, Nijhuis) Architecten: MVRDV, JSA, Art Zaaijer en John Bosch
Belcanto is de naam voor het project dat ontwikkeld wordt op de plek van het voormalige belastingkantoor en de Renault garage in Schalkwijk. Het gaat om de transformatie van een bedrijvengebied naar een levendige, stedelijke woonbuurt. Het project is onderdeel van het herstructureringsprogramma Schalkwijk 2000+. De gemeente Haarlem werkt in Schalkwijk aan een grootschalige vernieuwing. De renovatie, sloop en nieuwbouw in de Europawijk is onderdeel van dit uitvoeringsprogramma. De plannen voor Belcanto maken deel uit van de gebiedsvisie voor Schalkwijk-Midden. Deze visie biedt de mogelijkheid om op deze locatie woningen te bouwen. In de uitwerking voor Belcanto is gekozen voor
een bijzondere typologie van bebouwing en open(bare) ruimte. Gestapelde woningbouw met grote balkons, passend bij de stedelijke omgeving, met veel verrassende groene elementen: binnenhoven en een openbaar park, het Belcantopark. Op de begane grond van de woonblokken is ruimte voor ondernemers en dat draagt bij aan een levendige en gevarieerde stedelijke sfeer. Belcanto moet een buurt worden waar mensen elkaar ontmoeten en kinderen kunnen spelen. Het nieuwe Belcantopark strekt zich uit tot op het terrein van het Kennemer Gasthuis. Dit betekent dat de Kennedylaan (die Belcanto en het Kennemer Gasthuis scheidt), ook drastisch verandert: de weg wordt smaller en gaat deel uitmaken
van de nieuwe woonbuurt. Er komt een fietsroute door het park en zo ontstaat een langzaam verkeersroute tussen het winkelcentrum van Schalkwijk en de Haarlemse binnenstad.
De woningen worden ontsloten via de cour, die daarmee als voorplein dient
Belcanto Opdracht: Elan Wonen, Pre Wonen, Ymere Samenwerking met: Res & Smit
20
WoZoCo Enkhuizen – Grote synergie en zorgvuldige inpassing
Rijnboutt Magazine
WoZoCo Enkhuizen Grote synergie en zorgvuldige inpassing Aan het ontwerp van het woonzorgcomplex (WoZoCo) hebben twee aspecten richting gegeven. Naast het kritisch beschouwen van de locatie en het gemeentelijk plan is veel aandacht besteed aan het sociale aspect van zowel het programma als aan de wijze waarop het ontwerp tot stand is gekomen. De locatie, een uitbreidingswijk uit de jaren ’70, heeft een opvallend groen, ontspannen en ruim karakter. Het naastgelegen woningbouwproject uit diezelfde tijd is prachtig van opbouw en schaal en een waardevolle uitzondering op de gangbare ‘brodenplannen’ uit die tijd. Dit was voor Rijnboutt de aanleiding om de omvang van de door de gemeente al vastgestelde stedenbouwkundige enveloppe ter discussie te stellen en te pleiten voor een genuanceerde stedenbouwkundige opbouw die beter aansluit bij de maat en schaal van de omgeving.
Het ontwerp van het nieuwe ensemble behelst daarom drie zelfstandige gebouwen die elk uit twee herkenbare volumes bestaan. Hiermee wordt aansluiting gezocht bij de schaal van de omgeving. Het onder de grond brengen van een deel van de auto’s maakt het mogelijk meer openbaar gebied met een verblijfskwaliteit te creëren. De inrichting op maaiveld van het noordelijk deel van de locatie sluit aan bij het huidige plein en de entree van het bestaande winkelcentrum aan het Koperwiekplein. De route naar het centrale atrium van het wijkcentrum de Bonte Veer is stedelijk. De inrichting van het zuidelijk deel van de locatie maakt de overgang naar het groene karakter rond de Noordersloot. Hier bevindt zich een bescheiden parkeervoorziening voor bezoekers; het karakter van de openbare ruimte is hier landschappelijk.
Het wijkcentrum biedt ruimte aan diverse sociaal culturele activiteiten van de stichting Welzijnswerk Enkhuizen. Het wijkcentrum met onder andere een sociaal eetcafé is nu een jaar in gebruik en blijkt werkelijk in maatschappelijke behoeften te voorzien. De belangrijkste doelstelling achter deze voorziening is het (helpen) verminderen van toenemende vereenzaming onder ouderen. Bewoners met een verstandelijke handicap verzorgen de bediening in het eetcafé. WoZoCo Enkhuizen Opdracht: Scholtens Projecten B.V. en Stichting Woondiensten Enkhuizen Ontwerp in samenwerking met Daniëlle Huls
21
WoZoCo Enkhuizen – Grote synergie en zorgvuldige inpassing
Rijnboutt Magazine
“Het naastgelegen woningbouwproject uit die tijd is prachtig van opbouw en schaal en vormt een mooi contrast met de gangbare ‘brodenplannen’ uit die tijd.”
22
WoZoCo Enkhuizen – Grote synergie en zorgvuldige inpassing
Rijnboutt Magazine
23
Santrijn Oosterhout – Een nieuwe entree, een stadspark en ruimte voor cultuur
Rijnboutt Magazine
Santrijn Oosterhout Een nieuwe entree, een stadspark en ruimte voor cultuur Het Santrijngebied krijgt de komende jaren een heel ander aanzicht.
zoekloc
atie
Het Santrijngebied krijgt de komende jaren een heel ander aanzicht. Het gebied ondergaat een transformatie en wordt een levendig onderdeel van het hart van de stad Oosterhout. Het nieuwe Huis voor Cultuur gaat het bestaande theater, bibliotheek en ruimten voor culturele activiteiten vervangen. Onder het Huis voor Cultuur komt een openbare parkeergarage. Vanaf begin 2008 is door Rijnboutt gewerkt aan het Masterplan Santrijngebied. Gedurende dat proces heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met het Santrijnpanel (klankbordgroep) en is de gemeenteraad geïnformeerd door een ‘Kijkje in de Keuken’. Met een groot aantal betrokkenen zijn gesprekken gevoerd over het Santrijngebied als geheel en het Huis voor Cultuur in het bijzonder. In oktober 2008 is het
concept Masterplan vrijgegeven voor participatie. Eind 2008 is het Masterplan vastgesteld. Het Huis voor Cultuur wordt gerealiseerd op de locatie van de reeds gesloopte Santrijnschool. Deze locatie staat toe dat er een efficiënt en economisch cultuurgebouw kan worden gemaakt, dat goed aansluit bij de wensen van de gebruikers en bezoekers. Het Huis voor Cultuur krijgt zijn hoofdentree aan het autovrije Torenplein gelegen aan de historische toegangsweg naar de markt van Oosterhout. Een tweede entree is aan de zijde van het park gelegen. Het gebouw is zo georganiseerd dat op vanzelfsprekende wijze zowel het Torenplein als het park gebruikt kunnen worden voor culturele activiteiten.
Onder het Huis voor Cultuur wordt een openbare parkeergarage gerealiseerd in twee lagen. Deze garage maakt het centrum van Oosterhout aantrekkelijker voor bezoekers en het aantal parkeerplaatsen op straat wordt sterk teruggebracht. De garage is een belangrijk bronpunt voor het centrum en versterkt de aanloopfunctie in het gebied. Op de locatie van het bestaande theater en de bibliotheek komen stadswoningen, appartementen en een aantal winkels of horecagelegenheden.
Santrijn Oosterhout Opdracht: gemeente Oosterhout Samenwerking met Smitshoek Melles & Partners
24
A2 Maastricht – Fragmenten en passtukken verbinden de stadsdelen
Rijnboutt Magazine
A2 Maastricht Fragmenten en passtukken verbinden de stadsdelen Het A2-project biedt de unieke mogelijkheid om tegelijk met het oplossen van geluid, stank en verkeershinder de ruimtelijke kwaliteiten van Maastricht en omgeving te versterken. Het ontwerp organiseert het contrast tussen de stad Maastricht en het omringende landschap: een duidelijk herkenbare stadsrand met een helder onderscheid tussen stad en snelweg bij knooppunt Geusselt en Europaplein. Maastricht toont zich als een compacte stad te midden van een rijk, verscheiden landschap. De continuïteit van stelsels, systemen en verbanden is van belang; het verbinden van nu gescheiden stadsdelen, de ontsnippering van het landschap en het aan elkaar knopen van te veel losse eindjes. Met het credo ‘Verrassende verbindingen’ wordt gedoeld op
de overtuiging dat een ontwerp niet alleen dient in te zetten op verbindingen in ruimtelijke zin, maar ook op maatschappelijke en cultuurhistorische verbindingen. Bovendien heeft het bouwproces van een groot civiel kunstwerk zoveel invloed op de stedenbouwkundige omgeving dat ook tijdelijke verbindingen onlosmakelijk verbonden zijn met het stedenbouwkundig ontwerp. Het A2-project biedt de mogelijkheid de openbare ruimte boven de tunnel in één klap op de kaart te zetten: een nieuwe levensader voor MaastrichtOost met verschillende ensembles van bebouwing langs een lange, groene, parkachtige strook: de Singel. Een aaneenschakeling van bestaande en nieuwe parken, pleinen en plekken.
25
A2 Maastricht – Fragmenten en passtukken verbinden de stadsdelen
“Het ontwerp organiseert het contrast tussen de stad Maastricht en het omringende landschap.” Drie rijen Platanen in een brede middenberm en water in allerlei verschijningsvormen. Een groene, aantrekkelijke Singel, die het autoverkeer niet verbant naar achterliggende wijken maar goed inpast. Geen stedenbouwkundig experiment, maar een bewezen oplossing: hiermee maak je een nieuw stuk stad. Het contrast tussen stad en landschap wordt opgevoerd door herstel van het landschap, verbetering van de waterkwaliteit en van de beleving van cultuurhistorie. In de Landgoederenzone worden oude lanen en beken hersteld en gekoppeld aan nieuwe fiets- en wandelroutes. Het ‘infralandschap’ is zorgvuldig, herkenbaar en ingetogen vormgegeven. Een weg die zich niet nadrukkelijk opdringt aan de weggebruiker
en daarmee de beleving van het omringende landschap versterkt. Alle viaducten vormen een architectonische familie en het wegmeubilair is zorgvuldig ingepast. De A2-tunnel, de basis van het project, is geen nauwe koker, maar een drie stroken breed verkeerstapijt. Op de wanden ziet de weggebruiker zijn reis naar het zuiden begeleid door een vlucht trekvogels. Eenmaal uit de tunnel toont de achteruitkijkspiegel een skyline met als ondertitel ‘Maastricht’. Impressie openbare ruimte A2 Opdracht: De Unie van Maastricht; Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. en Heijmans N.V. Samenwerking in ID Maastricht bv; KCAP Architects & Planners, Zwarts & Jansma architecten, Lodewijk Baljon landschapsarchitecten en Rijnboutt
Rijnboutt Magazine
26
GZG Terrein ’s-Hertogenbosch – De historie als uitgangspunt voor intensivering
Rijnboutt Magazine
GZG Terrein ’s-Hertogenbosch De historie als uitgangspunt voor intensivering Van oudsher was het gebied van het Groot Ziekengasthuis (GZG) binnen de ommuring van ’s-Hertogenbosch een laaggelegen en drassig terrein met veel groen in de vorm van stadstuinen ten behoeve van de voedselvoorziening. Vanaf de dertiende eeuw tot heden heeft het gebied plaats geboden aan ziekenzorg in de vorm van barakken, paviljoens, ziekenhuizen, en kloosters voor hen die de zorg voor de zieken op zich namen. Aan deze langdurige periode van ziekenzorg in het gebied zal in 2011 definitief een einde komen als het Jeroen Boschziekenhuis naar een meer perifere locatie in de stad zal verhuizen. Door de sloop van de grootschalige ziekenhuisgebouwen die in de jaren zestig van de vorige eeuw werden toegevoegd, komt een gebied vrij van ongeveer vijf hectare in het hart van ’s-Hertogenbosch, ingeklemd tussen Zuid-Willemsvaart en Markt. Een ensemble van zes rijksmonumenten uit verschillende ontwikkelingsstadia van de ziekenzorg resteert. De ambitie van het plan voor het Groot Ziekengasthuis terrein is hoog. De geschiedenis en karakteristiek van het gebied, en in ruimere zin die van de gehele Bossche binnenstad, is als uitgangspunt genomen en samen met het nieuwe programma tot een hecht plan gesmeed. De stedenbouwkundige enscenering (de vorm en dimensies van gebouwen en pleinen, de maat en beloop van straten en stegen) is met zorg gekozen en ontworpen. Het ontwerp van de openbare ruimte is geïnspireerd op de groene ‘oerkwaliteit’ van het gebied. De programmering houdt gelijke tred met deze aanpak. Op cultureel vlak zal in het hart van het gebied de nieuwe openbare bibliotheek van ’s-Hertogenbosch samen met het stadsarchief een plek krijgen. De openbare bibliotheek vormt in onze hedendaagse samenleving de culturele ontmoetingsplek bij uitstek, waar op alle niveaus via alle
denkbare informatiedragers kennis kan worden vergaard. De bibliotheek is gelegen aan een nieuw centraal plein, dat begrensd wordt door één van de interessantste monumenten in het gebied, het Stergebouw. Deze twee gebouwen spelen samen een hoofdrol in het plan als het gaat om de culturele identiteit van het plan. Het plein kan plaats bieden aan allerlei culturele buitenmanifestaties en zo het cultuurplein bij uitstek van ’s-Hertogenbosch worden. Aan dit plein en in de naaste omgeving ervan zijn winkels gesitueerd. Het gaat daarbij vooral om een aantal grotere winkelformules. Kenmerkend voor veel historische binnensteden is dat de aard en schaal van de historische gebouwen niet geschikt is voor de huisvesting van grotere winkels. In het GZG terrein ontstaat een unieke mogelijkheid dit type winkels aan het winkelarsenaal van de stad toe te voegen. Ook is in het ontwerp de mogelijkheid opgenomen een groot warenhuis te vestigen. In het gehele gebied is ruimte voor wonen en die potentie moet maximaal worden benut. Concentraties van wonen zijn te vinden langs de Zuid-Willemsvaart, en in de omgeving van het voormalige klooster, het Zusterhuis. Parkeren voor de woningen en alle andere functies vindt plaats in garages onder de grond en maar beperkt op maaiveld. Een beeldbepalend element in de Bossche binnenstad is het waterstelsel de Binnendieze. Ooit lag binnen het GZG terrein een zijtak van deze waterloop. Het stedenbouwkundig ontwerp maakt het mogelijk deze ‘Groote Stroom’ te reconstrueren. Een lang gekoesterde wens van vele Bosschenaren om een ‘rondje Binnendieze’ te varen kan in vervulling gaan. Pleinen en groene enclaves, lanen en stegen, smalle bochtige straten, water
en steen maken samen met kloeke en fragiele gebouwen ’s-Hertogenbosch tot een karakteristieke stad. De stedelijke kwaliteiten van de stad vormen de inspiratie voor het ontwerp van het stedenbouwkundig plan en van de openbare ruimte. Het plan ambieert naadloos op de binnenstad aan te sluiten en er deel van uit te maken, maar wil ook een eigen karaktervolle plek zijn, de groene binnenstad.
27
GZG Terrein ’s-Hertogenbosch – De historie als uitgangspunt voor intensivering
Rijnboutt Magazine
“Het ontwerp van de openbare ruimte is geïnspireerd op de groene ‘oerkwaliteit’ van het gebied.”
Schets sterplein
GZG Terrein ’s-Hertogenbosch Opdracht: vvof GZG (een samenwerkings verband tussen BAM vastgoed en Heijmans Vastgoed). Samenwerking met Buro Lubbers
28
Slachthuisterrein – Opnieuw een belangrijke plek in de buurt
Rijnboutt Magazine
29
Laan van NOI Den Haag – De allure teruggebracht
Laan van NOI Den Haag De allure teruggebracht Nadat in de jaren ’60 de laanbomen zijn gekapt is de Laan van NOI over een lengte van ruim 2 kilometer veranderd in een kaal, hard en ongenaakbaar verkeersgebied. De verblijfskwaliteit was gering, de oversteekbaarheid een probleem en het imago slecht. De route voert door het Bezuidenhout en door het Haagse Bos; in beide situaties is de verkeersfunctie zwaar en deze leidt tot een scheiding tussen de twee verschillende zijden van de weg. Ontevredenheid is gecombineerd met de gewenste vernieuwing van de ondergrondse infrastructuur en met de maatschappelijke wens om hier weer kwaliteit aan de stad toe te voegen en heeft geleid tot een ontwerp voor de herinrichting van de Laan van NOI. In het Haagse Bos is het profiel van de bestaande 23 meter brede weg gewijzigd in twee gescheiden rijbanen met een ruim 5 meter brede middenberm. De middenberm is met bomen beplant om de continuïteit van het bos te bevorderen. Op termijn groeien de kruinen ineen waardoor de laan
Slachthuisterrein Haarlem Opnieuw een belangrijke plek in de buurt De Slachthuisbuurt in Haarlem kwam tot ontwikkeling in de eerste helft van de twintigste eeuw. Stadsbouwmeester Dumont had in zijn ontwerp voor deze oostelijke uitbreiding van Haarlem een cordon sanitaire opgenomen, een groene onbebouwde bufferzone tussen de nieuwe buurt en het nieuwe slachthuis dat als eerste werd gebouwd. Naar mate de buurt zich ontwikkelde werd deze bufferzone ingericht als park rondom het slachthuis. De zuidelijke zone van het cordon sanitaire werd echter nooit ingericht en bleef een braakliggend gebied waar in de loop der tijd allerlei objecten landen waarvoor in de rest van Haarlem geen plek was. Een transformatorhuis van Nuon, een woonwagenpark en een distributie- en kantorencomplex werden in het open veld geplaatst. Toen het slachthuis in het begin van de jaren ’90 de deuren sloot bleef het gebied doods en verrommeld achter: een barrière tussen de Slachthuisbuurt, de Componistenbuurt en de nieuwe ontwikkelingen aan de Schipholweg.
Een eerste stap om tot een plan van aanpak te komen voor het slachthuisterrein en omgeving was de gebiedsvisie van de gemeente Haarlem. De visie erkende het slachthuis als een bijzonder historisch complex en voegde wonen aan het programma van het Slachthuisterrein toe. Rijnboutt kreeg de opdracht om de visie te vertalen in een concreet plan. In werkateliers met de gemeente Haarlem en de in de Slachthuisbuurt betrokken corporaties is een ontwikkelingsscenario uitgewerkt. Het plan zoekt aansluiting bij de ruimtelijke principes van stadsbouwmeester Dumont uit 1905. Het cordon sanitaire wordt in ere hersteld en ook de zuidelijke flank wordt ingericht. Te midden van het ontstane park zal het slachthuiscomplex zich als een helder geheel manifesteren. Het complex wordt daartoe uitgebreid met woonbebouwing die de incidenten zoals het woonwagenpark en het transformatorhuis van Nuon inpakken. In het slachthuiscomplex ontstaan verschillende
plekken die elk hun eigen identiteit en graad van openbaarheid krijgen. Het meest publieke deel wordt het centrale plein met het historische hoofdgebouw. Dit gebouw wordt een broedplaats, een bedrijfsverzamelgebouw met kantoren en ateliers voor de creatieve sector. Rond het plein, in het oude kantoor van het slachthuis, is plaats voor een brasserie en buurtvoorzieningen en aan de andere zijde blijft het bestaande kantoorgebouw ICT-Haarlem. Door het Slachthuisterrein te voorzien van een gemengd programma wordt de plek die ooit de slachthuisbuurt reden van bestaan gaf, weer levendig. De vernieuwde ruimtelijke structuur en de voorgestelde beeldkwaliteit geven de plek een duidelijk herkenbare identiteit. Slachthuisterrein Opdracht: Elan Wonen, Pre Wonen, Ymere Samenwerking met: Visade
er uit zal zien als twee tunnels in de boommassa’s. Twee nieuwe bruggen en een eco-tunnel completeren de ecologische verbinding. In het Bezuidenhout is de laan hersteld. Over een decennium zullen de 120 nieuw geplante bomen het beeld van de laan weer bepalen. Gemakkelijk was dat niet; niet alle parkeerplaatsen kwamen terug en volgens de regels van de verkeerstechniek is de verkeersruimte circa 3.5 meter te smal. Door slim om te gaan met de beschikbare ruimte zijn uiteindelijk toch de bomen, de parkeerplaatsen, de vrijliggende fietspaden, een vrije bustrambaan en rijbanen gebundeld in een nieuw profiel. Over grote lengte is nu een aangename stadsroute gerealiseerd. Alleen de stationsomgeving bij de NS-halte Laan van NOI mist nog de benodigde kwaliteit om de totale route van Vliet naar de kust tot een Haagse laan te bestempelen.
Laan van NOI Opdracht: gemeente Den Haag
Rijnboutt Magazine
30
The Bank Amsterdam – Nieuw leven voor een monument
“Dit is een prachtgebouw omdat het echt een klassieke, archetypische bank is.”
Rijnboutt Magazine
31
Rijnboutt Magazine
The Bank Amsterdam – Nieuw leven voor een monument
The Bank Amsterdam Nieuw leven voor een monument
“Dit is een prachtgebouw omdat het echt een klassieke, archetypische bank is. Statig, sterk en solide. Als burger bracht je daar met vertrouwen je spaargeld. De bank werd in 1926 gebouwd door de architecten Ouendag, met medewerking van Berlage. Het pand is rijkelijk gedecoreerd met beeldschone granieten beeldhouwwerken van Lambertus Zijl, maar ook met allerlei koperen en bronzen ornamentiek zoals lampen en brievenbussen. Daar is nog redelijk wat van bewaard gebleven ondanks het feit dat het pand in de jaren zeventig door de architecten Zwiers en Fontein ingrijpend is verbouwd en uitgebreid. Toen is ook het glazen dak en de lichthof dichtgemaakt. Dat licht brengen wij terug. Nieuw is dat we het vestigen van winkels mogelijk maken in de arcade aan de Utrechtsestraat en aan de ‘plint’ van de Amstelstraat. Hierdoor zal het gebouw veel opener tonen. Wij zijn verheugd dat dit markante gebouw deze nieuwe functie krijgt, want het maakt onmiskenbaar onderdeel uit van het geheugen van de stad.”
Het behoud van het oude monumentale bankgebouw is van grote betekenis. Het omvangrijke gebouwencomplex krijgt na 85 jaar een andere functie in de stad. Van een gesloten bolwerk transformeert het naar een open, meer publiek gebouw. Samen met de herinrichting van het Rembrandtplein heeft deze transformatie een grote impact op de sfeer en de beleving van stedelijkheid op straat. De verbinding tussen de Munt, het Muziektheater, de Hermitage en de Utrechtsestraat wordt sterker en krijgt een impuls, omdat deze ondersteund wordt met nieuwe stedelijke programma’s en het publieke interieur van het voormalige bankgebouw.
The Bank Opdracht: Kroonenberg Groep
32
The Bank Amsterdam – Nieuw leven voor een monument
Rijnboutt Magazine
33
Olympisch Kwartier Amsterdam Zuid – Sport als aanjager van een gebiedsontwikkeling
Rijnboutt Magazine
Olympisch Kwartier Amsterdam Zuid Sport als aanjager van een gebiedsontwikkeling Het gebied rond het Amsterdamse Olympisch Stadion is volop in ontwikkeling. Ten noorden van het Olympisch Stadion is het Olympisch Kwartier Noord verrezen. Ten westen is het park Schinkeleilanden met sportfuncties en veel publiek groen opgeleverd. Ten oosten ligt het Stadionplein waarvoor een stedenbouwkundig plan gemaakt is met een verblijfsplein, commerciële ruimte, een stedelijke cultuurfunctie, woningen, een hotel en een grote parkeergarage. De omgeving van het IJsbaanpad ten zuiden van het Olympisch Stadion is in de ontwikkeling achtergebleven. Gelegen tussen de A10, de Amstelveenseweg en de Schinkelscheg heeft het gebied het karakter van een rommelige stadsrand. Gebouwen staan zonder samenhang verspreid en ogenschijnlijk willekeurig in het gebied. De Sporthallen Zuid, de Tripolis kantoorgebouwen en het Bugerweeshuis zijn de meest karakteristieke gebouwen en programmaonderdelen van het gebied. Uit de verkenning naar de kansen om een Olympische Sportas te verwezenlijken tussen het Wagenerstadion in Amstelveen, het Amsterdamse Bos en
het Olympisch Stadion, bleek al snel dat dit stadsrandgebied, van nu af aan Olympisch Kwartier Zuid geheten, een belangrijke rol zou kunnen spelen. Rijnboutt werkte samen met DRO Amsterdam aan een ontwikkelingsvisie voor het Olympisch Kwartier Zuid. In de visie wordt het Olympisch Kwartier Zuid zowel ruimtelijk als programmatisch onderdeel van het Olympisch gebied en is een belangrijke ontwikkellocatie voor de Sportboulevard. Ruimtelijk betekent het dat de bebouwing wordt verdicht en tegelijkertijd de kwaliteit van de openbare ruimte en de gebouwen naar een hoger niveau wordt gebracht. Het IJsbaanpad krijgt een groenstedelijk karakter zodat het ook qua uitstraling onderdeel wordt van de Zuidelijke Wandelweg. De positie van Tripolis en het Burgerweeshuis als prominente gebouwen in een losse setting wordt versterkt. De campus wordt ruimtelijk ervaarbaar door het groen rond de gebouwen ‘op te ruimen’, overtollige bebouwing te verwijderen en de campus een duidelijk adres te geven aan de Amstelveenseweg. De sporthallen worden verplaatst en uitgebreid, waardoor aan de A10 een ontwikkelen zichtlocatie ontstaat. De strook ten
noorden van het IJsbaanpad wordt fors verdicht, met een hoogteaccent aan de rand van de Schinkeleilanden. De openbare ruimte rond de sporthallen wordt ingericht als een stenen verblijfsplein. Het is de bedoeling dat dit plein direct verbonden is met het metrostation en zo een belangrijke plek wordt op de Sportboulevard die het Amsterdamse Bos met het Olympisch Stadion verbindt. Programmatisch betekent de Sportboulevard-ambitie een hoger kwaliteitsniveau van de sportvoorzieningen en een uitbreiding ervan. De vestiging van het Centrum voor Topsport en Opleiding in het gebied is eveneens denkbaar. Door ook woon- en verblijfsfuncties aan het programma toe te voegen krijgt het gebied een meer gemengd stedelijk karakter. De visie Olympisch Kwartier Zuid is in 2009 vastgesteld door de stadsdeelraad van het Stadsdeel Oud-Zuid en het eerste bestemmingsplan op basis van de visie is in voorbereiding.
Olympisch Kwartier Zuid Opdracht: Stadsdeel Oud Zuid, Vondel Vastgoed bv, Woonzorg Nederland. Samenwerking met DRO Amsterdam
34
Rijnboutt Magazine
Paviljoen Amstelveen – Does size matter?
35
Lieren – Dorpsvernieuwing: ontwikkeling en ontwerp op eigen maat
Rijnboutt Magazine
Lieren Dorpsvernieuwing: ontwikkeling en ontwerp op eigen maat Lieren is een gemoedelijk dorp op steenworp afstand gelegen van Apeldoorn en omringd door glooiende enken en lager gelegen grasland in de richting van het beekdal. Voor Lieren is de komende decennia een groei met 200 woningen te verwachten. Het stedenbouwkundig plan moet de ruimte bieden zijn toekomstige bewoners te kunnen huisvesten en daarnaast de dorps- en landschapskarakteristieken te behouden en te versterken.
Paviljoen Amstelveen Does size matter? Het winkelcentrum van Amstelveen is in de afgelopen jaren getransformeerd tot een stadshart. Het stadshart bestaat uit een concentratie van winkels, stedelijke culturele voorzieningen, kantoren, een groot aantal woningen, ondergrondse parkeervoorzieningen, daktuinen en een park. Na meer dan een decennium de rol van conditionerend architect en supervisor te hebben vervuld, ontwierp Rijnboutt als laatste gebouw van het stadshart een in omvang bescheiden paviljoen. Dit gebouw vormt in het nieuwe stadshart de schakel tussen het drukke winkelgebied en het ingetogen stadspark. Het park is een verdiept gelegen ruimte met duidelijke door gebouwen bepaalde randen en herkenbare toegangen. Het vormt een oase van rust in het drukke stadshart van Amstelveen. Een rechthoekige vijver is de schakel tussen het stenen voorplein en het park. Een luie trap vormt de hoofdentree van het park en geeft toegang tot het zomerterras van het ontworpen horecapaviljoen.
Het paviljoen is door de markante hoofdvorm (ellips) vanuit elke plek in de omgeving duidelijk herkenbaar. In het hart van het paviljoen bevindt zich een vide die de begane grond, de verdieping en het dak ruimtelijk met elkaar verbindt. De architectonische uitwerking (koperen dak, slanke stalen kolommen, hout en glas) ondersteunt op consequente wijze de hoofdvorm. Het gebouw benadrukt de overgang tussen de verschillende niveaus van het voorplein en de vijver in het park, zowel ruimtelijk als in de gebruikte materialen. Het gebouw is aan de noordzijde ‘afgesneden’ door het ‘Prunuslaantje’. Dit is een hoofdroute in het park, waar de mensen onder een overstek van het paviljoen door lopen en op een vanzelfsprekende wijze verleid worden het restaurant binnen te gaan.
Paviljoen Amstelveen Opdracht: Stadshart Amstelveen Ontwikkelingsmaatschappi (een samenwerkingsverband tussen de gemeente Amstelveen en Bouwfonds MAB)
Van het dorp en het omliggende landschap zijn ruimtelijke analyses gemaakt en is de ontstaansgeschiedenis in beeld gebracht. Het gehele gebied bestond vroeger uit kleine concentraties boerderijen, gelegen op de overgang van het lager gelegen beekdal met graslanden naar de hoger gelegen enken met voornamelijk akkerbouw. Van deze kleine eenheden is een aantal uitgegroeid tot grotere concentraties. De aanleg van de spoorlijn met het station Beekbergen VSM (Veluwse Spoorweg Maatschappij), de realisatie van een graansilo en een aantal kleinschalige uitbreidingen hebben Lieren gemaakt tot wat het nu is: een onvoltooid samengesteld geheel van bebouwing en open ruimten. Het stedenbouwkundig plan bevat vier uitbreidingslocaties waarbij verschillende strategieën zijn toegepast: verdichten, afhechten/afranden en doorverkavelen. Voor elke locatie heeft de oorspronkelijke dorp- en landschapstructuur als basis gediend voor ontwikkeling met behoud en versterking van de eigen identiteit. Het oude Coöperatiegebouw is het dorpsicoon van Lieren. Uitgangspunt is dit gebouw te behouden en ruimte te geven aan nieuw programma en met aanvullende nieuwbouw. Het gebied achter het Coöperatiegebouw kent een rommelige opzet, ontstaan door diverse onsamenhangende ontwikkelingen in de loop der tijd. Om meer structuur te krijgen en om het gebied onderdeel te laten uitmaken
van een meer gewenste ‘dorpsstructuur’ is als strategie voorgesteld het gebied op te schonen en te verdichten rondom een karakteristieke open ruimte (een speelveld). De locatie Lierdererf, een nog open plek in het dorp, speelt een belangrijke rol in het tot stand te brengen van de verbinding met het beekdallandschap. Hier wordt langs een verbindingsas verdicht met nieuwe ‘boerderijkavels’. De landschappelijke drager van de locatie Nieuwe Voorweg bestaat uit haaks op de beek lopende houtwallen. Deze fungeren als erfafscheidingen. Door voort te borduren op het bestaande dorpsweefsel wordt een bestaand schoolplein onderdeel van het dorpse netwerk van open ruimten. Hierdoor wordt de locatie letterlijk afgerond en krijgt Lieren een nieuw
ontworpen dorpsrand. Bij de locatie Molenakker wordt verder verkaveld op het patroon van de bestaande drie- en viersprongen. De gebruikte bouwstenen bestaan uit nieuwe wooneenheden met collectieve woongemeenschappen, die refereren aan de typische Lierense boerderijen. Al deze voorstellen leiden tot grote veranderingen, maar ook tot een hernieuwde relatie van het dorp met het landschap. De beleving van de plek tussen beek en enk wordt benadrukt. Het maken van een ‘ommetje’ via het Stedenbouwkundig nieuwe dorpse netwerk verhoogt de plan voor Lieren (be)leefbaarheid van het vernieuwde Lieren. Legenda
Landschap:
Infra:
- grasland
- spoor
- akkerbouw - beek
- doorg. asfalt wegen - woonstraten klinkers - paden
Beplanting: - bestaande bomen
Collectieve ruimte openbaar
- nieuwe bomen
Collectieve ruimte prive
- fruit bomen nieuw Grens deelgebieden
Lieren
Bebouwing:
Randvoorwaarden
- boerderij-bestaand September 2009 - burgerwoning-bestaand
Opdracht: Gemeente Apeldoorn
schaal 1:1000 - nieuwbouw
36
Molenvliet Woerden – Nieuw leven voor de wijk
Rijnboutt Magazine
37
Molenvliet Woerden – Nieuw leven voor de wijk
Rijnboutt Magazine
Molenvliet Woerden Nieuw leven voor de wijk In mei 2009 zijn het nieuwe Molenvlietplein en het vernieuwde winkelcentrum Molenvliet in Woerden heropend. Tijdens die festiviteit is ook het vernieuwde Orakel onthuld, een kunstwerk gemaakt door kunstenaar Han Goan Lim. Het eind jaren zeventig aangelegde plein was opgeknipt door verschillende hoogtes, plantenbakken, hagen, heesters en een rijbaan. De gracht die over het plein liep en de naastgelegen route naar het nabijgelegen wijkpark waren moeilijk zichtbaar. Het plein was compleet versleten. Nu zijn alle hoogteverschillen op het plein verdwenen. Een vloer op één hoogte verbindt alle pleinwanden en winkelentrees met elkaar. Door middel van een asymmetrische opzet van
het plein sluit het aan op de originele stedenbouwkundige opzet. Het plein is opgespannen tussen de gracht aan de westzijde en een hoog bouwblok aan de oostzijde. Hiermee wordt de relatie tussen het plein en de gracht, en daarmee de route naar het park versterkt. Het plein krijgt door willekeurig geplaatste bomen en door het toepassen van geel schelpenasfalt een informele sfeer. Er is gekozen voor een karakteristieke boom met een spectaculaire gele herfstkleur. Het meubilair en de laad- en losstroken voor de winkels worden gemarkeerd door zwarte lijnen in de bestrating. Het bestaande kunstwerk is van een zilverkleurige coating voorzien en blijft daarmee het spectaculair beeldmerk van het plein. Waar het ten zuiden van het
plein gelegen wijkpark zich richt op gebruik door jongeren, richt het Molenvlietplein zich op verschillende gebruiksfuncties voor kinderen en volwassenen. Het plein is flexibel in gebruik, het biedt alle ruimte voor een terras, jeu de boules, buurtfeesten en spel voor kinderen. Molenvliet heeft weer een levendig plein als hart van de wijk.
Molenvliet Woerden Opdracht: Kikx Development
38
Langerhuize Amstelveen – De Ontmoeting
Rijnboutt Magazine
39
Kruidenbuurt Eindhoven – Genius loci en nieuwe identiteit
Rijnboutt Magazine
Kruidenbuurt Eindhoven Genius loci en nieuwe identiteit De Kruidenbuurt ondergaat tussen 2004 en 2011 een grootscheepse vernieuwing. Een groot deel van de bestaande bebouwing in het noordelijk deel van de buurt wordt vervangen door nieuwe tuinstedelijke woningbouw. 650 nieuwe woningen en ruim 400 bestaande woningen gaan samen de nieuwe buurt vormen. Het plan bestaat uit bouwblokken die herkenbare stedelijke ruimten vormen. Een centrale rondlopende bomenlaan ontsluit alle blokken, maar omkadert ook een autovrij binnengebied waar verschillende pleintjes liggen. Deze laan wordt getypeerd door een asymmetrisch profiel met een brede bomenberm met blauwe onderbeplanting en tuinen en patio’s achter lage en hoge tuinmuren. Sterke baksteenarchitectuur, een duidelijke scheiding tussen openbare en private plekken, en tijdloos materiaalgebruik moeten het tuindorpkarakter terugbrengen.
Langerhuize Amstelveen De Ontmoeting In Langerhuize bevindt zich een aantal medische instellingen. Om deze medische instellingen geschikt te houden voor de toekomst moet veel gebeuren: slopen, verbouwen en nieuw bouwen. Het verpleeghuis Zonnehuis wordt gefaseerd gesloopt en herbouwd waarbij het multifunctioneel zorgcentrum voor joodse ouderen Beth Shalom een plaats op het terrein van het Zonnehuis krijgt. Aan het bouwprogramma van het Zonnehuis worden (zorggerelateerde) zelfstandige appartementen toegevoegd. De nieuwbouw van verpleeghuis Zonnehuis bestaat uit ruim 200 zelfstandige appartementen en een omvangrijk multifunctioneel programma in de onmiddellijke nabijheid van het verpleeghuis. Het is de ambitie om een woonomgeving voor ouderen te maken van topkwaliteit. In comfortabele appartementen kan men zo lang
mogelijk zelfstandig blijven wonen. De nabijheid van het Zonnehuis biedt de mogelijkheid eenvoudig van zorgdiensten gebruik te maken. De Ontmoeting is een complex dat bestaat uit vier woongebouwen op een multifunctionele plint. Een patiotuin is het hart van dit complex. De woonblokken van het complex bevatten zowel goedkope als dure woningen en zijn ruimtelijk compact en alzijdig ontworpen. Doordat de trappen en liften zich in het hart van de gebouwen bevinden, kunnen alle gevels gebruikt worden voor wonen. Alle woningen zijn voorzien van een balkon dat vanuit elke kamer aan de gevel kan worden betreden. Door het laten verspringen van de balkons en de gevelopeningen ten opzichte van elkaar, ontstaat, binnen een eenduidig kader, dynamiek en variatie op een kleiner
schaalniveau. Om de vier woonblokken te verweven met de plint, worden de eerste twee lagen uitgevoerd in metselwerk dat bestaat uit warme bronskleurige en gemêleerde handvorm bakstenen. De gevels van de verdiepingen daarboven bestaan uit houten, lichtgrijs gebeitste, gevelbekleding met daarin opgenomen houten kozijnen.
Langerhuize Amstelveen Opdracht: De Nijs Projectontwikkeling
De vernieuwing van de Kruidenbuurt is ontstaan omdat de woningen onvoldoende kwaliteit bezaten, de bouwkundige kwaliteit sterk te wensen overliet en de openbare ruimte compleet versleten was. Alleen in de verte herinnerde de wijk nog aan de tuinwijk van weleer. De buurtgebondenheid was niet verdwenen. De bevolking is zeer aan de sociale samenhang gehecht. In de planvorming is hier dan ook veel aandacht aan besteed. Van de opzet van de buurt (weer groen van karakter, met veel speelgelegenheid en ontmoetingsplekken) tot aan de principes van de woningplattegronden en de architectuur. Maar ook het tot stand brengen van een hechte eenheid van de te handhaven zuidzijde van de wijk met de te vervangen noordzijde. De planvorming geschiedt, ook gedurende de fasegewijze uitvoering, in nauw overleg met de buurtbewoners. Het hoogtepunt hiervan is de ontwikkeling van een wijkrestaurant met sociale doelstelling, dat sinds de opening in 2008 met de keuken, kookcursussen en bijeenkomsten de aandacht op de wijk vestigt.
Kruidenbuurt Eindhoven Opdracht: Trudo Samenwerking met AWG Architecten
Rijnboutt bv Barentszplein 7 1013 NJ, Amsterdam Postbus 59316 1040 KH Amsterdam T +31 (0)20 530 48 10 F +31 (0)20 530 48 20
[email protected] www.rijnboutt.nl