Water
Krant
hjGrontmij
Projecten en plannen met water in woord en beeld
Doorschakelen naar totaaloplossingen
Strijdplan tegen wateroverlast
Samen met onze opdrachtgevers – overheid, industrie en bedrijfsleven – werkt advies- en ingenieursbureau Grontmij aan de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving. Zowel in Nederland als daarbuiten zijn wij inzetbaar in de totale waardeketen van bodem, water en ruimte. Voor advisering en engineering. Voor projectmanagement en turnkey-realisatie. Maar ook voor exploitatie, beheer en onderhoud. Wij noemen dit ‘doorschakelen’: onze meerwaarde aan een project toevoegen door onze dienstverlening ook in een volgende fase aan te bieden. Doorschakelen naar totaaloplossingen speelt in op clustering van activiteiten, de nieuwste ontwikkeling in de markt. Wanneer mínder partijen activiteiten op elkaar hoeven af te stemmen, komen vaak betere én goedkopere oplossingen tot stand. Onze dienstverlening strekt zich uit van ontwerp tot en met beheer. Onze kracht ligt in het sámen met onze opdrachtgevers bedenken van integrale en duurzame oplossingen. Techniek en technologie plaatsen wij in het perspectief van de maatschappelijke, juridische, bestuurlijke, financieel-economische en organisatorische haalbaarheid. Als bureau streven we ernaar om op toonaangevende wijze betrokken te zijn en te blijven bij het duurzaam inrichten en beheren van de waterhuishouding van Nederland. Hiermee sluiten wij tevens aan bij de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Deze ‘waterkrant’ informeert u over een aantal aansprekende projecten, dat wij voor onze klanten mochten begeleiden en/of uitvoeren. De projecten geven een beeld van onze organisatie als adviseur, realisator, beleidsontwikkelaar, partner en initiator. Wij hebben de projecten gekoppeld aan drie thema’s: Ruimte voor Water, Stedelijk Water en Natuur en Water.
In dit nummer Ruimte voor Water Meer aandacht voor water als sturend element in de ruimtelijke ordening. Stedelijk Water Water in de bebouwde omgeving krijgt een hogere positie op de (politieke) agenda. Natuur en Water Water als drager voor natte natuur. Waterberging kan goed samengaan met natuurontwikkeling.
Commissie Waterbeheer 21e eeuw pleit voor veerkrachtstrategie
Samenwerken aan water. Mooi werk.
Het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) van augustus 2000 over de wenselijke waterhuishoudkundige inrichting van Nederland is voor een belangrijk deel een ‘strijdplan tegen wateroverlast’. De verwachte bodemdaling en klimaatveranderingen – waaronder stijging van de zeespiegel met misschien wel een meter, meer regen en toename ir. Enrico Moens Landelijk accountmanager Water
van het aantal stortbuien – vormen een reële bedreiging. In opdracht van de Commissie WB21 onderzocht Grontmij in het studiegebied Noord-Nederland de mogelijke oplossingsrichtingen voor de toekomstige afwateringsproblematiek. Niet alleen vanuit de technische aspecten van het waterbeheer, maar evenzeer rekening houdend met de sociale, economische, bestuurlijke, beleidsmatige en juridische kanten ervan. Op verzoek van de commissie zijn de resultaten uit het studiegebied vervolgens uitgewerkt naar nationale schaal.
T (030) 634 47 00 E
[email protected]
Korte-termijn-oplossingen
Middellange-termijn-oplossingen
Het onderzoek toont aan, dat op de korte termijn nog veel winst te behalen is met het verbeteren van het dagelijks beheer van ons watersysteem. Kansen liggen er met name bij het accepteren van meer variabele oppervlaktewaterpeilen in combinatie met actief bergingsbeheer.
Op de middellange termijn, zo luidt de conclusie van het onderzoek, moeten we de oplossingen vooral zoeken in maatregelen die de veerkracht van het watersysteem versterken. Deze ‘veerkracht-strategie’ maakte al in 1998 in voorzichtige bewoordingen deel uit van de hoofddoelstelling van nw4, de
Vierde Nota Waterhuishouding van het Rijk: “Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd.” In de afgelopen vijfentwintig jaar stond de technologische aanpak van het waterbeheer centraal, waarbij we in Nederland een snelle afvoer van het water en hoge dijken als dé oplossingen zagen voor alle problemen. Maar in de jaren negentig bleek het water weer eens een niet te onderschatten kracht, die nooit absoluut te beheersen zal zijn. In de 21e eeuw staan veel meer de veerkracht van watersystemen en de aanpassing van het gebruik ervan aan de dynamiek van het water centraal. Lees verder op pagina 2
hjGrontmij Waterkrant
1
Vervolg van pagina 1
De positieve metafoor ‘veerkracht’ – in de betekenis van herstellingsvermogen, elasticiteit, energie en soepelheid – is een goed hulpmiddel bij het denken over strategieën in het waterbeheer. Van beheersen naar beheren, van weerstand naar veerkracht. Met name ook van belang voor het versterken van de verschillende andere functies, zoals natuur, landbouw en recreatie.
heid. Voor de waterschapswereld is veiligheid van have en goed de absolute prioriteit, maar de wijze waarop we die basisveiligheid gaan realiseren, verandert in de komende jaren heel sterk. Van technische en technologische oplossingen stappen we meer en meer over op oplossingen die pleiten voor een natuurlijkere omgang met water in de ruimtelijke ordening. Dat is het resultaat van een nieuwe, écht geïntegreerde manier van denken. Dergelijke duurzame oplossingen komen alleen tot stand door intensieve samenwerking.
Versterking van de veerkracht heeft gevolgen voor beheerders, gebruikers en omwonenden. Vraagt op een aantal punten verandering in hun denken en rekening houden met de natuurlijke dynamiek van het watersysteem. Betekent accepteren, dat niet alles altijd en overal mogelijk is en leren omgaan met onzekerheid en onvoorspelbaarheid. Veerkracht van het watersysteem en aanpassingsbereidheid van de mensen die met het systeem te maken hebben, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De veerkracht van watersystemen heeft alles te maken met natuurlijke dynamiek, ruimte, netwerken, differentiatie en gradiënten. De aanpassingsbereidheid van mensen richt zich op waterbewustzijn; geen afwenteling van problemen; prioriteiten in de functietoekenning; ruimte in functie-eisen; draagkracht als norm en inrichting naar natuurlijke karakteristieken. Rijkswaterstaat noemt in de brochure ‘Werken met water, veerkracht als strategie’ al deze aandachtspunten ‘gidsprincipes’ voor de versterking van de veerkracht van watersystemen.
FOTO: ROLF TER VEER FOTOGRAFIE, BREDA
Aanpassingsbereidheid
ir. Jan Boeve, voorzitter van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, pleit voor een meer natuurlijke omgang met water in de ruimtelijke ordening.
Rol waterbeheerders De Waterschappen zijn zich terdege bewust van hun nieuwe rol. De voorzitter van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, ir. Jan Boeve, formuleert het als volgt: “Als we nw4 beschouwen als een opmaat naar de 21e eeuw, dan moeten we concluderen, dat de technologische aanpak van de waterbeheersing tegen zijn grenzen is opgelopen. Nu weten we, dat we alternatieve oplossingen moeten vinden voor basisvoorwaarden als veiligheid, leefbaarheid, bewoonbaarheid en duurzaam-
Duurzaam betekent in dit verband ook, dat je de positieve elementen van het water in de directe omgeving zo goed mogelijk benut. Bouwen aan het water is daar een goed voorbeeld van. Water – en dan vooral de belevingswaarde van water – moet een prominentere plaats krijgen in het ‘stedelijk landschap’, waarbij de mogelijkheden voor natuurontwikkeling – zowel droge als natte natuur – geïntegreerd worden in de plannen.”
Het eindrapport van de Commissie
(bron: Water in Beweging, nr. 2, september 2000)
Naast de case-studie voor Noord-Nederland heeft Grontmij in samenwerking met Alterra de karakteristieke respons onderzocht van een aantal regionale watersystemen in Nederland. Hiertoe zijn vijf modelgebieden geselecteerd. Drie van deze gebieden liggen in LaagNederland, namelijk Goeree (kleigebied), de Tieler- en Culemborgerwaard (rivierengebied) en Bergambacht (laagveengebied). De andere twee modelgebieden liggen in Hoog-Nederland. Dit zijn de Baakse Beek (zandgebied) en de Drentse Aa (keileemgebied). Met de vraagstelling en het onderzoeksplan van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw in gedachten, hebben we een groot aantal scenario’s geformuleerd. Daarbij is enerzijds ingespeeld op te verwachten ontwikkelingen als klimaatverandering en wijziging in grondgebruik, anderzijds op oplossingsstrategieën die door de commissie zijn onderscheiden. Voorbeelden hiervan zijn wijziging van peilbeheer, waterretentie en ruimte voor water. Met een hydrologisch model zijn de scenario’s voor de modelgebieden doorgerekend. Op deze wijze krijgen we inzicht in de werking van de verschillende regionale watersystemen. Het klimaatscenario ‘warmer en natter’ leidt bijvoorbeeld tot een toename van hoge afvoeren met circa 5% per graad stijging van de gemiddelde temperatuur.
Regionale samenwerking
WaterKANsen Het projectbureau Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN) coördineert het project WaterKANsen, waarin partijen op regionaal niveau samenwerken aan de realisering van integraal waterbeheer in het KAN-gebied. Het gaat om gemeenten, waterschappen, waterbedrijven en Rijkswaterstaat. Grontmij levert inhoudelijke en procesmatige ondersteuning.
Water stuurt RO Waterschappen en collega-overheden denken nog niet zo lang in termen van kansen voor en potenties van water in de ruimtelijke ordening. Ten behoeve van de kwaliteit van de leefomgeving is intensieve samenwerking niet alleen gewenst, maar dringend noodzakelijk. Water is nu eenmaal een belangrijk onderdeel van die leefomgeving, waarin mensen werken, wonen en recreëren. Bij planologische ontwikkelingen speelt het totale watersysteem een steeds belangrijkere rol. Soms volgend, vaak sturend, waarbij wel steeds bedacht moet worden dat, als water een sturend element is in de ruimtelijke ordening, dan niet automatisch ook de waterschappen sturend zijn…
Voor nadere informatie: ir. Jan van Acker / ing. Bjartur Swart T (030) 634 48 50 / (0512) 51 22 46 E
[email protected] /
[email protected]
Waterkoepel en waterplatforms voor afstemming over integraal waterbeheer in de verschillende watersystemen van het KAN-gebied.
Centraal in het project staat het tot stand brengen van extra bestuurlijke en ambtelijke impulsen tot coördinatie en samenwerking. Als eindproduct streeft het KAN naar een gezamenlijke ‘Charter WaterKANsen’. Een intentieverklaring waarin de missie, gezamenlijke doelen over integraal waterbeheer in het KAN-gebied en de route hiernaartoe zijn beschreven en geaccordeerd. Belangrijke thema’s zijn: • benadering van proces en inhoud vanuit de verschillende watersystemen in het gebied via een waterkoepel en waterplatforms • afstemming van waterbeheer en ruimtelijke ordening: ruimte voor water in het structuurplan KAN • doorbreken van grenzen – zoals cultuur-, taal-, waterschaps- en gemeentegrenzen – tussen verschillende waterpartijen.
Voor nadere informatie: drs. Carel Nobbe T (026) 355 88 88 E
[email protected]
COLOFON Uitgave Grontmij, De Holle Bilt 22, Postbus 203, 3730 AE De Bilt Telefoon (030) 220 79 11 Telefax (030) 220 02 94 E-mail
[email protected] Internet www.grontmij.nl Eindredactie Hendrickx ©ommunicatie (Breda) Vormgeving Studio Grontmij Groep Oplage 3.000 exemplaren © januari 2001
2
hjGrontmij Waterkrant
Ruimte voor water
Eén van de pijlers van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw is ruimte voor water, dat tweeledig is op te vatten. In figuurlijke betekenis: meer aandacht voor water als sturend element in de ruimtelijke ordening. In letterlijke zin: meer plek, (bergings)gebied en bewegingsvrijheid voor het water in rivieren, beken en sloten. Retentie en inundatie geven het water meer ruimte, wat absoluut noodzakelijk is. Vroeger nam het water in ons land geheel vrij de ruimte die het nodig had. Mensen moesten zich daar noodgedwongen naar gedragen. Dat principe hebben we lang uit het oog verloren. Maar in 1993, 1995 en 1998 zijn we weer hard met onze neus op de feiten gedrukt: water vráágt – en neemt – de ruimte om te kunnen stromen, overstromen en voorraden te vormen waar nodig…
Dijkverbetering Achter Ramspol
Een dijk van een landschap
Dijkring: een aaneengesloten ring van primaire waterkeringen die bescherming biedt tegen overstroming van buitenwater in de zin van de Wet op de Waterkering.
FOTO: GRONTMIJ GELDERLAND
Behoud van bomen
Water biedt continu nieuwe uitdagingen, wat ook vandaag de dag nog vaak tot wateroverlast leidt. Daarnaast levert de ontwikkeling van kennis en ervaring steeds weer nieuwe problemen op. Daarom moeten de Nederlandse waterbouwkundig ingenieurs – die tot de wereldtop behoren – voortdurend hun vaardigheden verder ontwikkelen en innovatieve oplossingen blijven genereren. Grontmij doet dit bijvoorbeeld bij de Dijkverbetering Achter Ramspol. Een baanbrekend project, optimaal ingepast in de maatschappelijke en landschappelijke context door toepassing van het open planproces, de methode van Actuele Sterkte en een alternatieve filosofie voor beheer en onderhoud. Tussen Zwartsluis en Wijhe in West-Overijssel ligt een kwetsbaar natuurgebied met een rijke flora en fauna en belangrijke cultuurhistorische waarden, het zogeheten gebied Achter Ramspol. Maar liefst 120 kilometers dijk – onderverdeeld in zes deelgebieden – beschermen het waardevolle gebied tegen hoog water. Volgens het Deltaplan Grote Rivieren moet deze waterkering worden aangepast aan de moderne veiligheidsnormen. Samen met de verantwoordelijke waterbeheerders – Waterschap Reest en Wieden en Waterschap Groot Salland – zijn maatschappelijk aanvaardbare oplossingen gevonden.
Open planproces Het realiseren van dergelijke oplossingen stelt hoge eisen in technische, creatieve, communicatieve en procesmatige zin. In het plan van aanpak voor Dijkverbetering Achter Ramspol van 1997 is daarom voor de zes dijkverbeteringsplannen een open planproces geadviseerd. Dit betekent zoveel mogelijk openheid bij de
voorbereiding met betrokkenheid van bewoners, belangenorganisaties en overheden in alle fasen van het voorbereidings- en besluitvormingsproces. Dus inclusief Milieu-EffectRapportage (mer), vergunningverleningsprocedures en grondverwerving. Het open planproces is gerealiseerd door alle beslismomenten in het werkproces duidelijk kenbaar te maken. Zo zijn de belangrijkste keuzen en afwegingen bespreekbaar gemaakt en hebben speciaal geformeerde adviesgroepen hun visie meegedeeld aan de waterschapsbesturen. Bovendien is op directe wijze gebiedsinformatie verkregen en inzicht ontstaan in de wensen en problemen van de betrokkenen.
Actuele Sterkte Naast de gerichtheid op procesbeheersing hebben we op meerdere fronten creativiteit ingebracht. Voor het eerst gebruik makend van de methode van Actuele Sterkte. Een betrouwbaar en vooral praktisch instrument dat – in gevallen waar een standaard aanpak onvol-
doende of onacceptabel is – ondersteuning biedt bij een aanvaardbare oplossing voor alle betrokken partijen. Met deze methodiek hebben we aangetoond, dat de verbeteringswerken bij Ramspol minder groot hoefden te zijn dan voorheen gebruikelijk was. Bijkomend voordeel waren lagere projectkosten voor onderzoek en realisatie. Een geslaagd voorbeeld is het voorstel van onze ecologen om – omwille van erosiebestendigheid – een alternatief toe te passen voor het vervangen van de kleilaag op het buitentalud. Zij bewezen dat het mogelijk is om door adequaat beheer een veilige, erosiebestendige vegetatie te ontwikkelen en te handhaven op een zeer zandige dijk. Behaalde winst: geen aantasting van natuur en landschap over ruim 40 km.
Dijkverkorting Bij de planvoorbereiding voor de waterkering in het deelgebied Zwolle / Sallandse Weteringen is specifieke waterhuishoudkundige expertise ingezet. Onder meer is de haalbaarheid onderzocht van het alternatief ‘Verkorting van de dijkring met tijdelijke berging van de afvoer uit Salland’. Hierbij voorkomt verkorting van de dijkring verbeteringswerken aan 40 km waterkering. Een oplossing van zeker 30 miljoen gulden waarover betrokkenen via de adviesgroepen en voorlichtingsavonden aanvankelijk veel twijfels uitten.
Beheer en onderhoud vormen ook een heikel punt. Bewoners en belangenorganisaties beschouwen bijvoorbeeld bomen op het buitentalud niet als gevaar voor de veiligheid. De Keur daarentegen prefereert doorgaans een strak adequaat te beheren dijkprofiel. Om te komen tot een beheers- en onderhoudsvriendelijk dijkprofiel vindt veel overleg plaats met onder meer onderzoeksinstituten en de Technische Adviescommissie voor
‘
Tijdens de voorbereiding van het project is de landelijke discussie over Actuele Sterkte en beheersalternatieven gestart. Als een van de eersten hebben we deze methodieken verder uitgewerkt en toegepast, wat niet mogelijk was geweest zonder de aanleg van de balgstuw. In dat geval hadden de ingrepen in de dijktrajecten veel rigoureuzer moeten zijn, met verstrekkende consequenties voor landschap, natuur en cultuur in het gebied.
’
Ing. Bertus Vos (links op de foto) is hoofd dijkversterking en dijkbeheer bij Waterschap Groot Salland.
de Waterkeringen. De ontwikkeling van nieuwe inzichten heeft er toe geleid dat binnen bepaalde randvoorwaarden een groot deel van de bomen te handhaven is.
Baanbrekend Het project Dijkverbetering Achter Ramspol is een toonbeeld van een innovatief en creatief proces, dat nauw inhaakt op de maatschappelijke context. Met nieuwe vaardigheden en baanbrekende oplossingen is voortdurend op het projectverloop ingespeeld; oplossingen waaraan onze opdrachtgevers soms moesten wennen. Inmiddels zijn de bestekken op maat in voorbereiding en is in drie deelgebieden met de uitvoering gestart. Vrijwel zeker kunnen we ook daar gezamenlijk komen tot breed gedragen en gewaardeerde oplossingen!
Voor nadere informatie: ir. Bert Pijpers T (038) 422 75 55 E
[email protected]
Ing. Gerard Verstoep (r), hoofd afdeling Projecten bij Waterschap Reest en Wieden, typeert de Dijkverbetering Achter Ramspol als een pittig project:
‘
Het streven naar optimale veiligheid met voldoende oog en waardering voor andere belangen is geen gemakkelijke taak. Agrariërs, natuurbeschermers, gemeenten en particulieren stellen ieder immers hun eigen – soms tegenstrijdige – eisen aan inrichting en beheer van dijken. Gezamenlijk zijn we gekomen tot een aanvaardbare oplossing voor dijkverbetering binnen ons beheersgebied, die we momenteel aan het uitvoeren zijn.
’
FOTO: ROB HUIBERTS
Omdat modelonderzoek aantoont dat retentie niet haalbaar is – onder extreme omstandigheden komt een gebied onder water te staan gelijk aan dat bij vrije instroming – is dit aspect achterwege gelaten. Wel is inmiddels gekozen voor verkorting van de dijkring met behulp van een hypermoderne balgstuw. Deze unieke stormvloedkering gaat alleen dicht in noodsituaties en maakt talloze verbeteringen elders in de dijken overbodig.
hjGrontmij Waterkrant
3
Blauwdruk Oost-Nederland
Polder De Woudmeer en Speketerspolder
Waterbouwstenen voor ruimtelijke inrichting
Waterbergingsplan biedt duurzame oplossing
In opdracht van vijf waterschappen in het oosten van het land ontwikkelt Grontmij in samenwerking met Alterra zogeheten ‘waterkansenkaarten’. Vanuit het aspect water benoemen deze kansrijke en minder kansrijke gebieden voor functies als woningbouw, landbouw, natte natuur en waterberging / waterconservering.
Voor nadere informatie: drs. Carel Nobbe T (026) 355 88 88 E
[email protected]
FOTO: GRONTMIJ NOORD-HOLLAND
De waterbeheerders willen met de waterkansenkaarten inzicht geven in de mogelijkheden en beperkingen van de watersystemen in OostNederland. Bruikbare en praktische bouwstenen voor verbetering van de waterhuishouding, de ecologische en de ruimtelijke structuur in Oost-Nederland zijn de concrete resultaten. Met name voor de reconstructieplannen in het oostelijk zandgebied in het kader van de reconstructiewet. Deze plannen pakken in onderlinge samenhang verschillende problemen aan op het gebied van veterinaire kwetsbaarheid, natuur, landschap, milieu en ruimtelijke kwaliteit in het landelijk
gebied. In het komende decennium betekent dat: ingrijpende gevolgen voor de inrichting van het landelijk gebied. De waterbeheerders willen meebepalen hoe de verdeling van ruimte eruit komt te zien. De huidige, kunstmatige omgang met water leidt namelijk tot ongewenste effecten. Op de ene plek treedt wateroverlast op, terwijl in veel natuurgebieden juist een tekort aan (schoon) water is. Een meer natuurlijke omgang met water houdt in, dat water meer ruimte nodig heeft. Dit vraagt om herbezinning op de huidige schikking van functies. Tegelijkertijd biedt dit kansen voor combinaties van functies zoals waterberging, natuur, landbouw en waterwinning. Hiermee krijgt in Oost-Nederland de juiste functie de juiste plaats in het watersysteem, terwijl het gebied ook nog eens mooier wordt...
In september 1994 valt in het noordelijk deel van Noord-Holland een grote hoeveelheid neerslag. In veel poldergebieden leidt dit tot wateroverlast, soms ontstaan zelfs kritieke situaties. In het werkgebied van Waterschap Groot-Geestmerambacht doen zich problemen voor in de Polder De Woudmeer en de Speketerspolder. Beide polders blijken een tekort te hebben aan waterbergingsmogelijkheden. Om deze
problematiek op adequate wijze op te lossen, laat het verantwoordelijke waterschap een ‘waterbergingsplan’ opstellen. Grontmij adviseert een duurzame oplossing door de wateroverlast bij de bron aan te pakken. Dus géén vergroting van de maalcapaciteit van gemalen, maar berging van water in het eigen gebied. Om de waterbergingscapaciteit te vergroten, is een omvangrijke hoeveelheid ‘dure’
landbouwgrond – maar liefst 13 ha – afgegraven. Bij de planvorming is uitgegaan van een integrale benadering en is dus specifiek rekening gehouden met natuurontwikkeling en recreatie. Voor nadere informatie: ing. Frank Brandsen T (072) 547 57 57 E
[email protected]
Hydrologisch model levert gewenst inzicht
Water RIJKUtrecht Verstedelijking, natuurontwikkeling, verdroging, bodemdaling, klimaatveranderingen... Tal van processen vragen om een duidelijke visie op de ruimtelijke inrichting. Bij al deze onderwerpen speelt waterbeheer een belangrijke rol.
rijke rol in het project. Het project WaterrijkUtrecht is een uitstekend voorbeeld van een studie die op een regionale schaal inzicht verschaft in het hydrologisch functioneren van een gebied.
Lokaal maatwerk Om de relatie te onderzoeken tussen ruimtelijke inrichtingen en waterbeheer in de provincie Utrecht is het project WaterrijkUtrecht uitgevoerd. Geïnitieerd door het Utrechts Netwerk voor Innovatie en Economie (unie) en in samenwerking met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft Grontmij een hydrologisch model opgesteld voor de gehele provincie Utrecht. Van een aantal toekomstscenario’s op het gebied van natuur, landbouw, economie en klimaatverandering zijn de effecten op de waterhuishouding bepaald met dit hydrologische model. Met name de kwantificering van deze gevolgen speelt een belang-
Bij de concretisering van inrichtingsplannen gaat het om een gedetailleerde beschouwing van een gebied. Een voorbeeld hiervan is het project Verdrogingsbestrijding Groenraven-Oost. In het kader van het herinrichtingsplan voor dit gebied is onderzoek uitgevoerd om na te gaan hoe de verdroging in het gebied met lokale middelen te bestrijden is. Naast kwantitatieve aspecten zijn ook de bodem- en waterkwaliteit en de vertaling naar ecologische effecten van belang. Door middel van veldbezoeken, hydrologische en ecologische inventarisaties, GIS-bewerkingen en een hydrologische modellering is een inrichtingspakket samengesteld waarmee de verdroging effectief is aan te pakken.
SIMGRO Bij projecten als WaterrijkUtrecht en Groenraven-Oost is een gedetailleerde modellering van het hydrologische systeem vereist. Het programma simgro maakt het mogelijk geïntegreerde grond- en oppervlaktewatermodellen op te stellen. Met deze modellen beschikt Grontmij – in combinatie met GIS-applicaties – over een doeltreffend instrumentarium voor waterbeheerstudies.
Voor nadere informatie: drs. Peter Schipper / dr. Maaike de Graaf T (030) 634 48 50 / (030) 634 48 50 E
[email protected] /
[email protected] Kwel-/wegzijgingskaart van het studiegebied WaterRijkUtrecht.
4
hjGrontmij Waterkrant
Meest geschikt voor duurzaam bouwen
Minst geschikt voor duurzaam bouwen Huidige bebouwing KWETSBARE FUNCTIES Uitsluiten obv kwetsbare natuur / drinkwaterwinning Beïnvloeding kwetsbare natuur / drinkwaterwinning
Kansrijkdom voor bebouwing (bron: Waterkansenkaart [Water en de locatiekeuze voor wonen en werken toegepast op de Zuidelijke Oude IJsselstreek]; Waterschap Rijn en IJssel, provincie Gelderland, Grontmij Groep; Doetinchem, 1998).
Zichtbaar maken van calamiteiten
Inundatiescenario’s op CD-ROM Eind 1993 en begin 1995 hebben de grote rivieren in Nederland te kampen met hoge waterstanden. Naar aanleiding hiervan heeft het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden onderzoek verricht naar de gevolgen van mogelijke dijkdoorbraken. Grontmij heeft voor dit doel een CD-ROM ontwikkeld, die voor het complete beheersgebied van het hoogheemraadschap inzicht geeft in deze problematiek. In totaal zijn 55 doorbraaklocaties beoordeeld in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Twintig hiervan betreffen de hoofdwaterkering, terwijl er 35 in de binnenwaterkeringen en boezemkades liggen. Om het geheel in kaart te brengen, is het stelsel van boezemwateren, compartimenten, inliggende hoofdwatergangen en barrières geschematiseerd en gemodelleerd in het dynamische stromingsmodel duflow. De resultaten van de simulaties van het inundatieproces zijn gevisualiseerd in een Geografisch Informatie Systeem (gis).
Mogelijkheden De onderzoeksresultaten tonen aan hoe en wanneer het water zich vanuit een bepaalde doorbraaklocatie binnen het plangebied
verspreidt en welke waterdiepte wordt bereikt. Ook laten ze zien welke stroomsnelheden kunnen optreden ter plaatse van wegen, wat van groot belang is voor evacuatieroutes. Deze resultaten staan uitgebreid op de cd-rom in de vorm van grafieken, diapresentaties en Arc-View hoogte- en waterdieptekaarten. De cd-rom is in brede kring verspreid. Onder meer alle inliggende gemeenten ontvingen de cd-rom.
Voor nadere informatie: ing. Louis Broersma / ing. André de Wit T (030) 634 48 50 / (0182) 62 55 00 E
[email protected] /
[email protected]
Stedelijk water
Water in de bebouwde omgeving – stedelijk water genoemd of water in de stad – krijgt een hogere positie op de (politieke) agenda. Niet alleen bij gemeenten en waterschappen, maar ook bij stedenbouwkundigen, ruimtelijke ordenaars en bewoners. Naast de gebruikswaarde van water komen ook de belevingswaarde en de toekomstwaarde van watersystemen in stedelijk gebied in de belangstelling. Duurzaam stedelijk waterbeheer beoogt de grond-, oppervlakte-, neerslag- en afvalwaterstromen te benaderen als één systeem. In samenwerking met waterschappen en andere belanghebbenden gaan steeds meer gemeenten over tot het opstellen van stedelijke waterplannen. Proces- en projectmanagement spelen hierbij een belangrijke rol...
Waterplan Helmond ambitieuze totaalvisie
Waterbeheerders vinden elkaar Steden als Tilburg, Rotterdam, Den Haag, Alkmaar, Hilversum, Leeuwarden, Den Bosch en Helmond hebben inmiddels een waterplan. Voor andere gemeenten zijn dergelijke plannen in ontwikkeling. Een waterplan besteedt aandacht aan de ontwikkelingen en eventuele problemen op het gebied van oppervlaktewater, grondwater en afvalwater als een samenhangend watersysteem. Een waterplan inventariseert, analyseert en evalueert de huidige situatie en knelpunten en beschrijft de gewenste situatie, alsook de meest gerichte weg daar naar toe. Het plan geeft duidelijkheid over wie-waar-waarom-welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Daarnaast geeft het een doorkijk naar toekomstige uitbreidingslocaties en brengt daarbij in een ‘waterkansenkaart’ de kansen en uitdagingen, beperkingen en bedreigingen voor het stedelijk water in beeld.
Brede kijk In 1998 besluit de gemeente Helmond om bij het evalueren en actualiseren van het rioleringsbeleid verder te kijken dan alleen het afvalwater. In een waterplan wil de gemeente haar samenhangende visie verwoorden op het omgaan met al het water in de stad. De vorm van het waterplan en met name de inbreng van waterschap, provincie en andere partijen staan vooraf niet vast. De ambitie van de gemeente en de inzet van derden bepalen de uiteindelijke vorm. In het realisatieproces ligt sterk de nadruk op een goede overlegstructuur, ruimte voor nieuwe ideeën – onder meer via workshops – en een adequate onderlinge communicatie. Grontmij begeleidt het waterplan inhoudelijk en procesmatig. Ad Uijtdewilligen, senior medewerker waterbeheer van de gemeente Helmond, kijkt met een goed gevoel terug op het samenwerkingsproject. “Vooral het proces van de samenwerking met veel partijen die allemaal vanuit hun
eigen belangen en prioriteiten praten, heeft boeiende elementen in zich. En als het eindresultaat dan geen compromis is in de negatieve betekenis, maar een consensus in positieve zin, dan stemt dat tot tevredenheid! Grontmij heeft het proces op een even deskundige als prettige wijze inhoud en vorm gegeven.”
Voor nadere informatie: dr. Aad Oomens / ir. Rob van Veen T (030) 634 48 50 / (040) 265 12 11 E
[email protected] /
[email protected]
Het proces start met een inventarisatie van alle projecten in Helmond die een relatie hebben met het omgaan met water. Een goed beeld van de huidige inspanningen en initiatieven levert samen met een inventarisatie van de (ruimtelijke) ontwikkelingen waardevolle informatie op voor het uitwerken van een visie. In de eerste fase zijn aan de hand van vier thema’s de eerste ideeën voor de Helmondse situatie besproken en nieuwe ontwikkelingen geschetst. De thema’s zijn deels afgeleid uit waternota’s van rijk, provincie en waterschap en deels ingegeven door concrete projecten in andere gemeenten. In de eerste workshop zijn aan de hand van de genoemde thema’s mogelijkheden verkend en ambities geformuleerd. Roel Bruggink (l), Aad Oomens en Ad Uijtdewilligen (r) aan de Zuid-Willemsvaart in de gemeente Helmond
De tweede fase is een verdere uitwerking van de eerste ideeën en schetsen. Het geheel is geordend door naast een aantal algemene principes ook de hoofdlijnen voor het omgaan met water in Helmond te onderscheiden. Deze hoofdlijnen leggen de belangrijkste aandachtspunten vast voor de situatie in Helmond. Voor de hoofdlijnen zijn ter afsluiting van de tweede fase
Waterbeheersplan de Aa
Provinciaal waterhuishoudingsplan 2
Waterplan Helmond
Landschapsbeleidsplan
Noord-Brabant en Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant. In het convenant staat, dat een gezamenlijk op te richten uitvoeringsorgaan invulling gaat geven aan de concrete projecten uit het waterplan.
Planproces
Vierde Nota waterhuishouding
Structuurvisie
gemeenten, bewonersgroepen en het milieucommunicatieplatform. De verdere uitwerking van de hoofdlijnen en ambities tot een visie vindt plaats in fase drie, waarin het waterplan daadwerkelijk is geschreven en gepresenteerd aan een zo breed mogelijke groep van betrokkenen: vertegenwoordigers van belangengroepen, ambtenaren en bestuurders. Na de presentatieronde volgt de definitieve versie van het waterplan, de basis voor een convenant tussen de gemeente Helmond, Waterschap De Aa, de provincie
FOTO: PETER PAUL KLAPWIJK
Afhankelijk van de omvang en de aard van de problematiek zullen andere partijen participeren in het interactieve beleidsproces en samenwerkingsproject. Sámen met belanghebbenden als provincie, woningbouwcorporaties, waterkwaliteitsen waterkwantiteitsbeheerders, waterleidingmaatschappij(en), natuur- en milieu-organisaties, vertegenwoordigers van bedrijfsleven en industrie, bewonersorganisaties en ondernemersverenigingen werkt de gemeente aan een gezamenlijke visie op en wederzijdse afspraken voor een duurzaam stedelijk watersysteem.
streefbeelden bepaald – waar willen we naar toe met het water? – en ambitieniveaus geformuleerd – hoever kunnen en willen we nu al gaan? Om keuzes en prioriteiten mogelijk te maken, zijn vervolgens van verschillende ambitieniveaus de consequenties bepaald. Een tweede workshop resulteert in een voorstel voor streefbeelden en ambitieniveaus. In de workshops en presentaties participeren ook vertegenwoordigers van provincie, waterleidingbedrijf en belangengroepen, zoals Rijkswaterstaat, collega-
Waterleidingmaatschappij
Gemeentelijk milieubeleidsplan
Gemeentelijk rioleringsplan 2000-2004 Het waterplan benadert het element water vanuit de verschillende plannen en beleidsterreinen.
Ad Uijtdewilligen van de gemeente Helmond (rechts op de foto naast Aad Oomens, projectleider Grontmij):
‘
De ambities uit het waterplan liegen er niet om – de consequenties trouwens ook niet! • De waterafvoer uit het stedelijk gebied zal zoveel mogelijk vertraagd worden volgens het principe: doen wat je nu al kúnt doen. • Het masterplan Goorloopzone formuleert vanuit ecologisch, ruimtelijk en functioneel oogpunt inrichtingseisen voor het deel van de beek de Goorloop, dat binnen het stedelijk gebied van Helmond valt. ‘Blauwe aders in een groen raamwerk’, met onder meer de Goorloop als ecologische verbinding is de samenvatting van de bijbehorende ambitie. • Om anders om te kunnen gaan met regenwater, ambieert Helmond het afkoppelen van verhard oppervlak van de gemengde riolering, uiteraard voor
zover technisch haalbaar. • Teneinde de beken te kunnen opwaarderen, starten enkele ‘waterpartners’ onderzoek naar onder meer de Astense Aa, de Bakelse Aa en de Meanderende Aa. Centraal staan de verbetering van de waterkwaliteit, het afvlakken van piekafvoeren en in relatie hiermee het zoeken naar inundatiegebieden. • Helmond heeft een uitdrukkelijke wens: het water weer zichtbaar maken in de stad. Een koppeling van de beken de Nieuwe Aa en de Gulden Aa brengt deze wens in vervulling en biedt tevens de mogelijkheid tot opwaardering van beide beken. • De relatie tussen de stedelijke ontwikkeling en de beleving van water moet aansluiten bij het denken in termen van een duurzaam watersysteem. Water wordt steeds nadrukkelijker sturend element in de ruimtelijke ordening. De woonvormen zullen zich daarom aan moeten passen aan het natte karakter van het gebied.
Sámen met de partners van het waterplan neemt de gemeente Helmond in de komende tien jaren voortvarend allerlei watergerelateerde projecten ter hand!
’
Ing. Roel Bruggink (links op de foto), als districtshoofd werkzaam bij Waterschap De Aa, is vooral aangenaam verrast door de luisterbereidheid en luistervaardigheid van het advies- en ingenieursbureau:
‘
Ondanks de zeer korte doorlooptijd van het waterplan – nog geen half jaar – is het proces steeds in goede banen geleid. Zowel op ambtelijk en bestuurlijk niveau als in de workshops met werkelijk tientallen mensen met kennis van zaken vanuit hun eigen discipline. Het uiteindelijke resultaat is dankzij goed luisteren en interpreteren niet een waterplanvan-de-Grontmij geworden, maar een waterplan-van-de-partners!
’
hjGrontmij Waterkrant
5
WATER IS DE ESSENTIE. SPAARZAAMHEID EN ZORGVULDIGHEID DE KERNWOORDEN. AFVALWATER WORDT PROCESWATER, WORDT DRINKWATER. WATER ACHTER DE DIJKEN, WATER DE VRIJE LOOP. BEHEREN EN BEHEERSEN LUIDT DE OPDRACHT. TECHNIEK, TECHNOLOGIE EN MANAGEMENT GEBUNDELD.
Streven naar duurzame watersystemen
Automatisering drukrioleringssysteem met DANCE
Water ordent VINEX-locaties
Beheren op afstand in gemeente Brummen
FOTO: GERT LEMMEN, GRONTMIJ ADVIES & TECHNIEK
Sinds de oplevering van het tot nu toe grootste project waarbij het DANCE-systeem is toegepast, is het mogelijk het drukrioleringssysteem volledig te automatiseren. In totaal zijn in de gemeente Brummen maar liefst 516 pompputten in 27 netwerken aangesloten op de hoofdpost. Voortaan is sprake van bediening en signalering op afstand!
Stedelijk waterbeheer wint terrein. Gaat het in bestaande gebieden vooral om het aanpassen van reeds aanwezige watersystemen – gepaard met onderzoek naar de waterkwaliteit en -kwantiteit – op VINEX-locaties is de speelruimte veel groter. In deze nieuw aangewezen woongebieden is water een ordenend principe en staat het watersysteem in zijn totale samenhang centraal. Dus ook in relatie tot de waterketen en de ruimtelijke ordening. De totstandkoming van het watersysteem en de waterketen binnen een vinex-locatie vormt een integraal onderdeel van het totale ontwerpproces. Volgens de nieuwste inzichten komen duurzame watersystemen tot stand. Allereerst ontwikkelen de betrokken partijen een visie voor het watersysteem en beïnvloedende c.q. daarmee samenhangende aspecten. Hierbij is vooral de communicatie met alle actoren van groot belang. Vervolgens werken zij binnen een vastgesteld kader van grof naar fijn. Dit voortdurend in afstemming en interactie met andere deelaspecten van een nieuw stedelijk gebied.
Gehele planproces Grontmij ondersteunt partijen die verantwoordelijk zijn voor stedelijk waterbeheer. Van visie tot bestek, van advies tot concreet ontwerp. We leveren onder meer modeltoepassingen voor de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Deze modellen verschaffen inzicht in de verwachte kwaliteit en de wijze waarop het watersysteem zal functioneren. Bovendien ontwerpen we alle relevante onderdelen voor de uiteindelijke detaillering, zoals riolering, afkoppelingsmethoden, infiltratietechnieken, helofytenfilters, natuurvriendelijke oevers en watercirculatiesystemen. Momenteel zijn we actief op zo’n twintig vinex-locaties. Voorbeelden hiervan zijn Leidschenveen, Ypenburg, Wateringse Veld, Midden-IJsselmonde, Leidsche Rijn, Waalsprong, Nieuwland Amersfoort, Houten-Zuid, Hempens-Teerns, Vleuterweide en Brandevoort.
Voor nadere informatie: ing. Louis Broersma / ir. Sandra Schunselaar T (030) 634 48 50 / (030) 634 48 50 E
[email protected] /
[email protected]
Gefaseerde aanpak De realisatie van het dance-systeem – vernieuwing van bestaande pompputten en aanleg van geheel nieuwe pompputten – is in Brummen in vijf fasen uitgevoerd. Om bij bestaande pompputten de onderlinge communicatie in een netwerk mogelijk te maken, is gebruik gemaakt van de voedingskabel van de pompen. Bij de nieuw aangelegde pompputten is hiervoor – tegelijk met
de persleiding – een speciale signaalkabel aangelegd. In Nijkerk/Hoevelaken is momenteel een systeem van vergelijkbare grootte ‘in constructie’.
Voor nadere informatie: ir. Jan Dop T (030) 694 32 10 E
[email protected]
Met dance is in één oogopslag te zien welke pompen in een netwerk normaal functioneren en welke een storing tonen. Het systeem – ontworpen door Grontmij – vermeldt de aard van de gebreken tot in detail. De melding van storingen aan een pompput loopt rechtstreeks vanuit het netwerk naar een infoscript, dus zonder tussenkomst van de hoofdpost. Ook houdt het systeem allerlei rapportagegegevens bij, die de gemeente in iedere gewenste vorm kan uitprinten.
REALTIME
control geeft de doorslag
Effectieve aanpak overstortproblematiek Riooloverstorten beïnvloeden de oppervlaktewaterkwaliteit negatief. Het huidige beleid van waterschappen en gemeenten is er op gericht de frequentie en duur van zulke overstortingen tot een minimum te beperken. Dit kan met REALTIME CONTROL (RTC). Vrij vertaald komt dit neer op centrale verzameling van alle gegevens in een beheersgebied die een indicatie geven voor een mogelijke overstorting. Uit deze gegevens moet een preventieve maatregel voortkomen die het systeem vervolgens direct uitvoert.
Dit systeem maakt het mogelijk om: • rioolgemalen afhankelijk van elkaars functioneren te beheren • de inzet van rioolgemalen prioriteit te geven, in relatie tot de lokale meteorologische omstandigheden • buffercapaciteiten van rioleringsstelsels in geval van calamiteiten optimaal te benutten • hydraulische belasting van zuiveringsinstallaties af te vlakken • regulier en preventief onderhoud te plegen aan rioolgemalen op basis van bijbehorende centrale prestatieregistraties • overige rapportagegegevens centraal te verzamelen en te verwerken.
Toepassing van realtime control kan net de doorslag geven om – in het kader van de overstortproblematiek – de bestaande rioleringsinfrastructuur wel of niet aan te passen. Zo is het mogelijk om een effectieve bijdrage te leveren aan de gewenste vermindering van overstortingen, zowel in frequentie als qua duur.
Voor nadere informatie: ing. Andries Bleijerveld T (030) 694 32 10 E
[email protected]
Eco-scans stedelijk water
Waterkwaliteitsbeheer vergt meer dan basisinspanning
John Jacobs, medewerker riolering en waterkwaliteitsspoor bij Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, is als projectleider erg enthousiast over de mogelijkheden van Eco-scans
‘
Door uitvoering van de STIWAS-maatregelen pakken we de negatieve effecten van overstorten aan. Zo kunnen ze geen belemmeringen meer vormen voor het behalen van de diverse streefbeelden voor watergangen in het stedelijk gebied. Mede door de ervaring die Grontmij met STIWAS-projecten heeft, verloopt de samenwerking tussen alle betrokken partners succesvol!
8
hjGrontmij Waterkrant
’
Met de zogeheten Eco-scans zijn al achttien gemeenten vlakdekkend geïnventariseerd in de beheersgebieden van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden en Zuiveringsschap Rivierenland. Door deze gegevens te combineren met omgevingsfactoren zijn verbanden aangetoond tussen de waterkwaliteit en lokale omgevingsfactoren. Zo blijken dikke sliblagen in het water en het bladafval van bomen op de oever een negatieve invloed te hebben op de waterkwaliteit. Ook is aangetoond dat watergangen waar veel eenden worden gevoerd, altijd een slechtere waterkwaliteit bezitten dan andere watergangen. Positieve factoren voor de waterkwaliteit zijn een grotere waterdiepte en waterbreedte.
met behulp van een subsidie om maatregelen uit te voeren die verder gaan dan de basisinspanning. Dit minimum is immers niet altijd voldoende om in het oppervlaktewater aan de gewenste kwaliteitsdoelstelling te voldoen. De subsidie geldt zowel voor de voorbereidingsals uitvoeringskosten van de maatregelen. In het kader van de stimuleringsregeling is voor diverse gemeenten invulling gegeven aan
het waterkwaliteitsspoor, waaronder Gorinchem, Spijkenisse, Dordrecht, HardinxveldGiessendam, Leerdam, Strijen en Goedereede. Voor nadere informatie: drs. Karin Cruijs / drs. Mario Maessen T (030) 634 48 50 / (030) 634 48 50 E
[email protected] /
[email protected]
STIWAS In het beheersgebied van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden vormen de biologische inventarisaties een voorbereiding op de zogenaamde stiwas-projecten. Deze STImuleringsregeling WAterkwaliteitsSpoor prikkelt gemeenten
FOTO: GRONTMIJ ADVIES & TECHNIEK
In opdracht van en samen met Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden is een methodiek ontwikkeld, die snel en vlakdekkend een goede indruk levert van de waterkwaliteit voor een compleet oppervlaktewatersysteem. Deze methodiek is gebaseerd op direct zichtbare kenmerken van wateren, zoals de aanwezigheid van bepaalde soorten waterplanten of algen, vitaliteit en waterkleur.
Nieuwe afvalwatersystemen in Haagse regio
Private financiering voor publieke zaak Het Hoogheemraadschap van Delfland pakt het transport- en zuiveringssysteem van afvalwater in de regio Den Haag grondig aan. Dit gaat in samenwerking met twee projectgebonden adviesbureaus, te weten de SEGMEER V.O.F. – waar Grontmij deel van uitmaakt – en de Adviescombinatie Zuivering Haagse Regio. Doel van deze grootschalige operatie: verdubbeling van de zuiveringscapaciteit en een forse uitbreiding van het transportstelsel volgens het idee van ‘Design & Construct’.
Nieuwbouw Aangezien het terrein van de bestaande awzi Houtrust onvoldoende ruimte biedt voor de gewenste uitbreiding, is gekozen voor een alternatief plan, het project Afvalwaterzuivering Haagse Regio (ahr). Dit project omvat vier onderdelen: de bouw van een nieuwe awzi in de Harnaschpolder, renovatie van de bestaande awzi Houtrust, renovatie c.q. nieuwbouw van gemalen, aanpassing van het
bestaande leidingenstelsel en de aanleg van vele kilometers nieuwe influent- en effluentleidingen. In totaal zal het project ahr een periode van zo’n negen jaar beslaan, vanaf de voorbereiding in 1997 tot en met de ingebruikname in 2006. Met de werkzaamheden is een projectbudget gemoeid van 1,4 miljard gulden. Na afronding zal de zuiveringscapaciteit de gewenste 1,75 miljoen v.e. bedragen bij een afvoerdebiet van 45.700 m3/h. Volgens prognose voldoende om de behoefte van 2025 te dekken.
Publiek Private Samenwerking De realisatie van zo’n grootschalig project vereist naast de genoemde middelen ook de nodige kennis en expertise. Een optimale bundeling van deze know-how zoekt Hoogheemraadschap van Delfland – als eerste in de watersector – door het project onder te brengen in een Publiek Private Samenwerking (pps). De bedoeling van deze pps is dat een privaat consortium in samenwerking met Delfland komt tot een ‘Design, Build, Finance and Operate’ (dbfo)-contract. Hierin zijn opgenomen de bouw van awzi Harnaschpolder en de renovatie van awzi Houtrust, inclusief beheer en onder-
FOTO: AEROVIEUW BV, ROTTERDAM
Tot op heden gaat het afvalwater in de Haagse Regio via een stelsel van gemalen en persleidingen naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Houtrust. Een awzi met een capaciteit van 1,4 miljoen vervuilingseenheden (v.e.) en een hydraulische capaciteit van 39.600 m3/h. Na zuivering – gemiddeld ruim 300.000 m3 afvalwater per dag – loost de Houtrust het effluent op de Noordzee. Door forse toename van het aantal woningen komt de capaciteit van de awzi in het geding. Bovendien zijn de lozingseisen voor effluentwater de laatste jaren verscherpt. Aanleiding voor het Hoogheemraadschap van Delfland om de zuiveringscapaciteit in de regio drastisch uit te breiden.
houd van deze installaties voor een periode van 30 jaar. Hetzelfde geldt voor de gemalen en leidingen in het Delfland gebied. Voorwaarde is dat de verantwoordelijkheid voor de publiekrechterlijke zuiveringstaak in handen van Delfland blijft.
Projectteam Om het project ahr te realiseren, heeft het Hoogheemraadschap van Delfland een eigen projectorganisatie opgericht: het projectteam ahr. Dit projectmanagementteam van medewerkers van Delfland houdt zich uitsluitend bezig met het project, waarbij het kan putten uit de kennis en ervaring van de
hele Delfland organisatie. Als adviseurs van het projectteam ahr zijn twee projectgebonden adviesbureaus gecontracteerd. Voor de voorbereiding van de bouw c.q. verbouw van beide zuiveringen is dit de Adviescombinatie Zuivering Haagse Regio. De segmeer v.o.f. – een combinatie van de bureaus Haskoning, Tauw, Ingenieursbureau Rotterdam en Grontmij – is verantwoordelijk voor de gemalen en leidingen in de betreffende regio.
Uitdagende omstandigheden Binnen segmeer verzorgt Grontmij de voorbereiding en uitvoeringsbegeleiding van de zuidelijk gelegen influentleidingen. Dit betreft vooral de aanpassingen aan de leiding bij Nootdorp en de aanleg van een nieuwe koppelleiding tussen de Zoetermeerleiding en de awzi Harnaschpolder. Vooral de koppelleiding – een leiding van 10 km lengte en 1600 mm doorsnede – levert een aantal uitdagende knelpunten op. Het tracé is namelijk geprojecteerd dwars door de vinexlocaties Leidschenveen en Buitenplaats Ypenburg. Bovendien kruist het een aantal belangrijke spoorwegen – de stadslijn Zoetermeer en de trajecten Den Haag-Rotterdam en Den Haag-Gouda – en de rijkswegen A12 en A13. Verder levert de aansluiting van de koppelleiding op de Zoetermeerleiding – de hoofdeffluentleiding van Zoetermeer naar
de Houtrust – tal van bestuurlijke en technische vraagstukken op. Ook de unieke samenwerking met de gemeente Rijswijk geeft nieuwe dimensies aan het voorbereiden van dit transportleidingproject. In samenspraak moet het tracé van de leiding met de nieuw aan te leggen Zuidelijke Randweg gestalte krijgen. Tot slot biedt de voorbereiding van de rioolgemalen in Leidschenveen en Ypenburg – architectonisch passend binnen de bouwkundige vinexconcepten – nieuwe inzichten in de bouw van dergelijke gemalen.
Design & Construct Grontmij bereidt de projecten voor tot en met het voorontwerp. Daarna komen het definitieve ontwerp en de uitvoering vast te liggen in een zogeheten ‘Design & Constructcontract’ met de aannemer. Dit ‘D&C’- principe betreft het integraal aanbesteden van ontwerp tot en met realisatie. Het hoogheemraadschap stelt hierbij de prestatie-eisen en laat de technische en organisatorische invulling over aan marktpartijen. Een vorm van ‘innovatief aanbesteden’ die zijn opmars kent in de overheidswereld en ruimte biedt voor marktwerking. Voor nadere informatie: Dick de Bijl T (030) 634 48 50 E
[email protected]
legenda awzi awzi Hamaschpolder awzi overleg leidingen nieuw aan te leggen afvoerleiding awzi Hamaschpolder nieuw aan te leggen aanvoerleiding awzi Hamaschpolder bestaande Zoetermeerleiding
FOTO: ROB HUIBERTS
vinexlocatie stedelijk gebied
Ir. Jaap Geluk (rechts op de foto naast Dick de Bijl) is projectmanager AHR bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Hij ziet veel voordelen in een Publiek Private Samenwerking:
‘
Naast het hoofddoel van kostenverdeling spelen ook kwaliteit, efficiency, risicoverdeling en snelheid een rol. We hebben goede hoop dat we meer dan vijf procent kostenbesparing realiseren. De twee adviescombinaties die we hebben ingezet, zijn momenteel druk bezig met voorbereiding én uitvoering van de verschillende projectonderdelen.
Gebiedskaart Hoogheemraadschap van Delftland
Onze keuze is op deze combinaties gevallen omdat ze beter scoorden op factoren als kwaliteit en prijs. SEGMEER heeft bovendien een sterke visie en opperde interessante ideeën. Hoewel de deelnemende bureaus ieder hun eigen taakgebied hebben, treden ze naar buiten als één organisatie. En zo hoort het ook!
’
hjGrontmij Waterkrant
9
Natuur en water
Met de slogan ‘Nature source of water’ introduceert het Wereld Natuur Fonds tijdens het World Water Forum op treffende wijze water als de drager van natte natuur. Sterker nog: water voorziet in de eerste levensbehoefte van álle natuur! Natte natuur heeft ruimte nodig. Het reserveren van (landbouw)grond voor de tijdelijke opslag van water vergroot het waterbergend vermogen van een gebied en biedt tevens volop mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik – gelijktijdig of afwisselend. Waterberging kan goed samengaan met de ontwikkeling van natte natuur. Extensief beheer van grasland laat zich goed combineren met recreatief medegebruik, agrarisch natuur- en landschapsbeheer, waterberging en drinkwaterproductie. Verdrogingsbestrijding, beekherstelprojecten, dynamisch peilbeheer en natuurvriendelijke oevers kunnen uitstekend de aanleiding zijn voor nieuwe natuurontwikkeling.
Win-win situaties in het Hunzedal
Natuurontwikkeling en waterwinning hand in hand! De laaglandbeek de Hunze stroomt ten oosten van de Hondsrug in Drenthe, op de grens met de DrentsGroningse veenkoloniën. Sinds 1995 werken Stichting Het Drentse Landschap, Stichting Het Groninger Landschap en Wereldnatuurfonds Nederland hier samen aan het beekherstel, daarbij ondersteund door diverse belanghebbende partijen. Gezamenlijk stellen zij visies op en onderzoeken zij de mogelijkheden voor natuurontwikkeling, waar mogelijk gecombineerd met waterwinning. Volgende stap is de concretisering van deze win-win situaties met creatieve oplossingen. Ook Grontmij is – vrijwel in alle planstadia – betrokken bij vier van deze natuurontwikkelingsprojecten in het Hunzedal. Bij drie projecten speelt waterwinning een rol. De kansen voor natuurontwikkeling in het Hunzedal zijn enorm. Het gebied kent een grootschalige openheid en herbergt in het beekdal zowel lokale als regionale kwel. Alle projecten zijn dan ook kansrijk, of het accent nu ligt op natuurontwikkeling of op waterwinning. De plannen van de samenwerkende partners omvatten een reeks maatregelen om het gebied in ere te herstellen. Zo pleiten zij ervoor de kaden zover mogelijk van de hoofdloop te leggen, waardoor ruimte ontstaat voor vrije hermeandering en inundatie. Deze overloop kan bij overmatige neerslag tevens dienen als extra waterberging. Daarnaast streven ze naar herstel van de morfologische kenmerken van lengteen dwarsprofielen van de hoofdloop, zodat de stroming in de beek een natuurlijk karakter krijgt. Dit vereist dat de hermeandering in een zo authentiek mogelijk profiel plaatsvindt. Ook verbetering van de stoffenhuishouding – denk aan nutriënten en microverontreinigingen –
Naar integraal waterbeheer…
‘
Uit de totaalvisie voor het Hunzedal – opgesteld door Stichting Het Drentse Landschap, Stichting Het Groninger Landschap en Wereldnatuurfonds Nederland – zijn diverse projecten afgeleid. Voor de uitwerking van vier projecten heeft eerstgenoemde stichting de expertise van Grontmij ingeschakeld voor het hele planproces, van visievorming tot en met realisatie, inclusief
en versterking van kwel naar het maaiveld zijn kansrijke opties voor herstel.
Nevenfuncties Maar er staat meer op het programma. Om de effecten van waterwinning in het maaiveld te
10
hjGrontmij Waterkrant
bodem- en archeologisch onderzoek. Waterschap Hunze en Aa’s heeft een kwantitatieve en kwalitatieve waterbeheerstaak in het gebied. Wij hebben onder meer als doel om – mede op basis van de verschillende studies – een overall visie op te stellen voor integraal waterbeheer in het stroomgebied van de Hunze. Samen bekijken we de mogelijkheden om natuurontwikkeling en waterwinning te combineren!
’
compenseren, willen de betrokken partners de betreffende gebieden vernatten. Hierbij willen ze zoveel mogelijk gebruik maken van de oorspronkelijke watertypen. Daarnaast bestaat het streven om – op lange termijn – de hydrologische en ecologische kwaliteit van het Zuidlaardermeer te verbeteren door realisatie van overstromingsvlakten. Concrete maatregelen zijn hier het invangen van slib en nutriënten en de ontwikkeling van moerashabitats. Tot slot speelt herstel van landschapspatronen en -structuren een rol. Waar mogelijk en verenigbaar met de doelstelling, komt ruimte voor recreatief medegebruik en woningbouw langs de rand van het gebied.
Garanties De realisatie van de geschetste maatregelen moet tactvol en met beleid plaatsvinden. Want er spelen belangrijke – met het water samenhangende – aandachtspunten. Deze
Ing. Emiel Galetzka (links op de foto) is beleidsmedewerker planvorming bij Waterschap Hunze en Aa’s en heeft zitting in de werkgroep die het uitvoeringstraject begeleidt.
FOTO: ROB HUIBERTS
Kansrijk gebied
ILLUSTRATIE: FRANS VERDONSCHOT, WATERSCHAP PEEL EN MAASVALLEI
In 1995 nemen Stichting Het Drentse Landschap, Stichting Het Groninger Landschap en Wereldnatuurfonds Nederland het initiatief tot herstel van het beeksysteem van de Hunze. Al snel voegen de provincie Drenthe, Waterschap Hunze en Aa’s, de Landinrichtingsdienst, Waterleiding Maatschappij Drenthe, Waterbedrijf Groningen, de nlto en gemeenten zich bij de ontwikkeling en uitvoering van de verschillende natuurontwikkelingsprojecten. Gezamenlijk zetten ze zich in voor de reconstructie van een samenhangend laaglandbeeksysteem. Met als streefbeeld voor het grootste deel van de benedenloop het scheppen van voorwaarden voor de ontwikkeling van ‘begeleid natuurlijke natuur’. Dat wil zeggen: het ontwikkelen of herstellen van grootschalige processen, zoals de waterhuishouding, waarbij het beheer zich beperkt tot het meest essentiële. Voorbeelden zijn de seizoensgebonden beïnvloeding van waterpeilen en het regelen van de begrazingsdruk.
Ru Bijlsma (rechts) is bioloog bij Grontmij.
liggen onder meer in de sfeer van veiligheid, bijvoorbeeld voor de nieuwe kaden, van garanties – voor een goede waterhuishouding en de waterkwaliteit – en van de benutting van ecologisch interessante watertypen zoals basenrijke kwel. Alleen onder deze voorwaarden leiden de gezamenlijke inspanningen tot een verantwoord beekherstel in het Hunzedal!
Voor nadere informatie: ing. Ru Bijlsma / ing. Yska de Leeuw T (0512) 51 22 46 / (0512) 51 22 46 E
[email protected] /
[email protected]
Optimalisatie waterbeheer rond Mariapeel
Verdroging vormt een van de ernstigste problemen binnen het waterbeheer. Ook het natuurgebied de Mariapeel verliest zijn waardevolle karakter als maatregelen achterwege blijven. Daarom zijn diverse partijen actief om de restanten van de vroegere veengebieden in ere te herstellen. De eerste stappen voor waterconservering binnen het gebied blijken effectief. Om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van aanvullende maatregelen buiten het natuurgebied is vervolgens een modelstudie opgezet. Met verrassende uitkomsten! Het natuurgebied de Mariapeel – een terrein van zo’n 1000 ha – ligt in het zuidoosten van Nederland. Het is een van de laatste veenrestanten in ons land en bovendien een van de zuidelijkst gelegen veengebieden van Europa. De laatste eeuw is het van oorsprong zeer natte terrein sterk verdroogd door veenwinning en landbouwkundige inrichting van de omgeving. Sinds enkele jaren zetten diverse betrokken partijen zich in voor het tot stand brengen van optimale ontwikkelingscondities voor oude veengebieden in de Mariapeel.
Waterconservering Voor de regeneratie van het natuurgebied is een tweetal ingrepen aangedragen. Allereerst is binnen de begrenzing van het natuurgebied
Weerstand De waterconserveringsmaatregelen binnen het natuurgebied blijken zeer effectief. Er zijn verhogingen van de waterstand mogelijk tot circa 1 meter. Ook de ingrepen buiten het natuurgebied dragen bij aan de verhoging van de waterstand. Het dwingend opleggen van deze voorschriften via de natuurbeschermingswet kan echter resulteren in weerstand van de agrariërs. Temeer daar tot voor kort geen duidelijk hydrologisch inzicht bestond in het type maatregel en de effecten ervan. Wellicht kunnen er win-win situaties ontstaan voor natuur én landbouw! Als de grondwaterstanden in het landbouwgebied tijdens de zomer hoog zijn, houden ze die in het natuurgebied namelijk ook op peil.
FOTO’S: HANS JASPERS, GRONTMIJ ADVIES & TECHNIEK
Natuur terug in de Peel
Bouw conserveringsstuw in landbouwgebied.
Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de provincie Limburg en de werkgroep Behoud de Peel. Bij het modelonderzoek is gebruik gemaakt van het computerprogramma simgro. Dit programma – ontwikkeld door Alterra in Wageningen en Grontmij – is zeer geschikt om vragen door te rekenen over gekoppeld verzadigd en onverzadigd grondwater en over oppervlaktewater. Ingrepen als gebiedseigen waterconservering, vermindering van beregening uit grondwater en zorg voor externe wateraanvoer in de zomer van buiten het gebied blijken reële mogelijkheden te zijn om de grondwaterstanden in de omgeving van de Mariapeel te verhogen. Omdat de landbouwkundige schade niet mag toenemen, zijn alle doorgerekende maatregelen volgens de zogeheten helpmethodiek gecontroleerd op veranderingen van landbouwkundige depressies. Uit een groot aantal doorgerekende scenario’s is vervolgens een viertal geoptimaliseerde eindscenario’s samengesteld: 1 grondwaterstandafhankelijk
‘
Op verzoek van de Agrarische Belangengroep Mariapeel draagt Waterschap Peel en Maasvallei de technische verantwoordelijkheid voor het project. Als procesbegeleider willen we in een constructieve sfeer komen tot een brede consensus. Dit is een enorme uitdaging,
Dam oostkant Horsterdriehoek als scheiding landbouw/natuur.
peilbeheer met aanvullende drainage en een beperkte externe wateraanvoer 2 traditioneel peilbeheer, eveneens met aanvullende drainage en een beperkte externe wateraanvoer (scenario e2, zie berekeningsresultaten) 3 optimaal waterbeheer met aanvullende drainage en voldoende externe wateraanvoer 4 zeer natuurvriendelijk waterbeheer zonder aanvullende drainage, met onbeperkte externe wateraanvoer en grondgebruik geschikt voor akkerbouw. Het modelonderzoek leidt tot een aantal interessante conclusies: • actief waterbeheer rondom het natuurgebied levert meer effect op dan restrictief beleid door verbodsbepalingen voor drainage en beregening uit grondwater in een bufferzone • grondwaterstandgericht peilbeheer brengt slechts een beperkt voordeel met zich mee ten opzichte van traditioneel peilbeheer • de effecten van de maatregelen
want alle betrokkenen hebben hun eigen belangen en prioriteiten, die soms onverenigbaar lijken. Mede op basis van het modelonderzoek stellen we een gebiedsakkoord op, dat voor iedereen acceptabel is. Hierin kiezen we voor waterconservering als goed – zelfs béter
zijn in de zomer het grootst: juist dan mogen de grondwaterstanden in het natuurgebied niet te diep zakken • het meest natuurvriendelijke scenario richt de meeste landbouwkundige schade aan • aanvullende drainage in combinatie met extra wateraanvoer en verhoogde streefpeilen in de omringende landbouw heeft juist een positieve invloed op de mate van vernatting in het natuurgebied. De slotconclusie van het modelonderzoek luidt dan ook: waterconservering in het voorjaar – door middel van kleine stuwen en een beperkte extra wateraanvoer – biedt goede mogelijkheden om de gewenste condities zowel in het natuur- als in het landbouwgebied te verbeteren! Voor nadere informatie: ir. Albert Poelman / ir. Rob van Veen T (030) 634 48 50 / (040) 265 12 11 E
[email protected] /
[email protected]
werkzaam – alternatief voor het bufferzonebeleid. Zo willen we gezamenlijk komen tot herstel van het vitale hoogveengebied!
’
Ir. Jacques Peerboom is senior hydroloog bij Waterschap Peel en Maasvallei.
Scenario E2: berekend hydrologisch effect (verandering van de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) in meters
Stappenplan hydrologie Om meer inzicht te krijgen in effecten van mogelijke maatregelen in het landbouwgebied, is in opdracht van de Agrarische Belangengroep Mariapeel (abm) het modelonderzoek ‘Stappenplan Hydrologie Mariapeel’ opgezet. Belangrijke partners in het project zijn Waterschap Peel en Maasvallei, de
FOTO: ROB HUIBERTS
een grote mate van compartimentering aangebracht om de afvoer van overtollige neerslag vast te houden. Staatsbosbeheer en Waterschap Peel en Maasvallei zijn hiermee al ver gevorderd. Daarnaast bestaat de wens om – door verbodsmaatregelen – in een zone buiten het natuurgebied de diepe ontwatering en grondwateronttrekking voor beregening tegen te gaan.
Frans Verdonschot (l), Albert Poelman en Jacques Peerboom (r) met op de achtergrond het resultaat van een verhoogde grondwaterstand.
hjGrontmij Waterkrant
11
Inrichtings- en bedrijfsplannen voor stroomgebied Tungelroysebeek
Naar optimaal waterbeheer tussen Dal & Donk
In 1993 stelt Grontmij voor het gehele stroomgebied van de Tungelroysebeek – gelegen in de Kempen – een visie op voor optimaal waterbeheer binnen dit gebied. Uit deze visie komt naar voren dat er grote knelpunten zijn in het bestaande watersysteem. Allereerst is de afwatering van de Tungelroysebeek en haar zijbeken voornamelijk afgestemd op oude landbouwkundig georiënteerde normen. De natuurwaarden die in het gebied aanwezig zijn – zoals de peelrestanten en het Leudal – hebben hier onder te lijden. Daarnaast voldoen de Tungelroysebeek en haar zijbeken niet aan de gestelde ecologische streefbeelden. Dit is met name te wijten aan hoge concentraties van de diffuse stoffen cadmium en zink, wat overigens geldt voor de Kempen in het algemeen.
Afstemming Door de provincie Limburg, Waterschap Peel en Maasvallei, Zuiveringschap Limburg en het Ministerie van
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu is een eerste aanzet gegeven voor het herstel van een aantal trajecten van de Tungelroysebeek. Dit tegelijk met sanering van de waterbodem en oevergronden. Samen met Adviesburo cso zijn voor circa 10 km beek inrichtingsplannen opgesteld met een daarop afgestemd saneringsplan. Doelstelling van de inrichtingsplannen is om natuurontwikkeling, waterconservering en waterretentie in te passen in de aangrenzende functies van landbouw en natuur. De plannen zijn vervolgens verwerkt tot concrete ontwerpen; een aantal trajecten is momenteel in uitvoering.
Waterbeheer op bedrijfsniveau Onlangs zijn de provincie Limburg, Waterschap Peel en Maasvallei, Waterschap Roer en Overmaas en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond een gezamenlijke inspanningsverplichting rond waterbeheer aangegaan. Daaruit voortvloeiend stelt Grontmij momenteel voor 25 bedrijven binnen het stroom-
gebied van de Tungelroysebeek zogeheten bedrijfswaterplannen op. Doel is het zoeken naar, beschrijven van en realiseren van een optimaal waterbeheer op bedrijfsniveau. Dit in overeenstemming met de functies van het gebied, de omliggende bedrijven en het verantwoordelijke waterschap. De inhoud betreft een analyse van het kwantitatieve watersysteem in en rond het bedrijf, samengesteld aan de hand van een enquête en gesprekken met betrokken agrariërs. De analyseresultaten moeten leiden tot praktijkgerichte aanbevelingen, zoals plaatsen van stuwen, dempen van sloten en beregening op maat. Het idee bestaat om op termijn de vergunningverkrijging voor beregening uit grondwater te koppelen aan de bedrijfswaterplannen.
Voor nadere informatie: ir. Rob van Veen T (040) 265 12 11 E
[email protected]
hjGrontmij Grontmij Groningen Nieuwe Stationsweg 4 Postbus 125 9750 AC Haren T (050) 533 44 55 F (050) 534 96 11
Grontmij Zuid-Holland Coenecoop 55 Postbus 190 2740 AD Waddinxveen T (0182) 62 55 00 F (0182) 62 55 10
Grontmij Friesland Zonnedauw 2 Postbus 91 9200 AB Drachten T (0512) 51 22 46 F (0512) 51 02 00
Grontmij Utrecht De Molen 48 Postbus 119 3990 DC Houten T (030) 634 47 00 F (030) 637 94 15
Grontmij Drenthe Stationsplein 12 Postbus 29 9400 AA Assen T (0592) 338 899 F (0592) 330 667
Grontmij Zeeland Buitenruststraat 10-12 Postbus 7112 4330 GC Middelburg T (0118) 65 25 70 F (0118) 65 25 75
Grontmij Overijssel Burg. Roelenweg 38-40 Postbus 1364 8001 BJ Zwolle T (038) 422 75 55 F (038) 422 76 97
Grontmij Noord-Brabant Zernikestraat 17 Postbus 1265 5602 BG Eindhoven T (040) 265 12 11 F (040) 244 37 97
Grontmij Gelderland Velperweg 26 Postbus 485 6800 AL Arnhem T (026) 355 88 88 F (026) 445 92 81
Grontmij Limburg Slachthuisstraat 31 Postbus 410 6040 AK Roermond T (0475) 33 07 41 F (0475) 31 96 95
Grontmij Flevoland Gondel 36-15 Postbus 45 8200 AA Lelystad T (0320) 28 91 92 F (0320) 23 17 22
AquaSense Kruislaan 411a Postbus 95125 1090 HC Amsterdam T (020) 592 22 44 F (020) 592 22 49
Grontmij Noord-Holland Robijnstraat 11 Postbus 214 1800 AE Alkmaar T (072) 547 57 57 F (072) 547 57 50
Grontmij nv (hoofdkantoor) De Holle Bilt 22 Postbus 203 3730 AE De Bilt
T (030) 220 79 11 F (030) 220 01 74
www.grontmij.com
Watersystemen inzichtelijk tot in detail
Water als bron van leven
AquaSense en Grontmij bundelen expertise Nog net voor de millenniumwisseling is AquaSense toegetreden tot Grontmij. AquaSense ziet water als de bron van alle leven. De belangrijkste grondstof op aarde vraagt al onze inzet voor werkelijke duurzaamheid, in samenhang met alle andere aspecten van ons milieu. Dit kan alleen met inzicht in processen en de manier waarop ze op elkaar inhaken. Om de beste strategieën en de meest werkbare scenario’s te kunnen kiezen. Vanuit dit standpunt ontwikkelen en implementeren we systemen voor compleet watermanagement om de waterkwaliteit te garanderen en te verbeteren. Een complex proces dat wij ondersteunen door adviseren, meten, onderzoeken en technieken ontwikkelen. Hiertoe biedt AquaSense aanvullende expertise in de sectoren: Zoetwater Management, Zee en Kust Management, Bodem en Bodemwater Management, Industrie en Stoffen. Voor een breed scala aan opdrachtgevers. Een belangrijke pijler van het werk is het creëren van adequate, met metingen geijkte modellen. Deze beschrijvingen van alle relevante factoren en hun onderlinge invloed maken het mogelijk meerdere scenario’s goed ten opzichte van elkaar te beoordelen.
12
hjGrontmij Waterkrant
Deskundigen met teamspirit Professionals weten wat het betekent om in teamverband ondersteuning te leveren bij besluitvorming en planning rond wateren milieuvraagstukken. Het productenen dienstenpakket richt zich op ecologie, waterbeheer, ecologische risicobeoordeling, operationaliseren van monitoring en modellen, registratie en notificatie, ict en Internet. AquaSense Laboratorium voert op hoog niveau biologisch, ecologisch en ecotoxicologisch onderzoek uit.
Passend antwoord Gestart in 1986 als universitaire spin-off, is AquaSense gestaag gegroeid in de vruchtbare wisselwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven. De hoofdvestiging van AquaSense vindt u daarom nog steeds in het Science Park in Amsterdam. Een inspirerende omgeving om – samen met de opdrachtgever – te werken aan wetenschappelijk verantwoorde, innovatieve en effectieve oplossingen. Voor nadere informatie: dr. John Meulemans / dr. Erik ten Winkel T (020) 592 22 44 / (020) 592 22 44 E
[email protected] /
[email protected]
Compleet arsenaal aan software voor waterbeheer In de advisering en dienstverlening in het waterbeheer maken wij gebruik van diverse computerprogramma’s. Een belangrijk onderdeel vormen de grond- en oppervlaktewatermodellen, geschikt om simulaties uit te voeren en het inzicht in de werking van het watersysteem te vergroten.
ken, zodat snel een model te creëren is. Ook biedt het de mogelijkheid om – bijvoorbeeld door het vervaardigen van droogleggingskaarten – ruimtelijk inzichtelijk te maken welke gevolgen bepaalde ingrepen hebben voor waterhuishouding, landbouwopbrengst en natuurwaarden.
Om voor het oppervlaktewater simulaties uit te voeren, passen wij met name de modellen sobek, isis en duflow toe. Met deze hulpmiddelen kunnen we onderzoek doen in zowel stedelijk als landelijk waterbeheer. Simulatieonderzoek waarbij een teveel of een tekort aan water centraal staat (waterkwantiteit) en simulatie-onderzoek waarbij de waterkwaliteit centraal staat. Voor de meer aan grondwater gerelateerde studies zijn programma’s voorhanden als microfem, modflow en simgro. Met simgro kunnen we onder meer simulaties van grond- en oppervlaktewater uitvoeren voor verdrogingsstudies of onderzoek waarbij herstel of ontwikkeling van natuurwaarden centraal staat. De koppeling tussen grond- en oppervlaktewater enerzijds en een goede simulatie van de onverzadigde zone anderzijds, maken simgro tot een bruikbaar integraal modelinstrumentarium dat inzetbaar is conform de ‘Waternood’-systematiek.
Praktijk
Ruimtelijk inzicht Voor zowel de voor- en nabewerking van data als de presentatie van modelresultaten is het Geografisch InformatieSysteem Arc-Info / ArcView de uitkomst. Dit systeem kan via de diverse ontwikkelde macro’s data voorbewer-
Grontmij heeft alles in huis voor modelsimulaties. Door vertegenwoordiging in diverse gebruikersgroepen zijn wij nauw betrokken bij de ontwikkeling van genoemde programmatuur. Bovendien leveren onze adviseurs een bijdrage aan cursussen op hun vakgebied, waarbij het gebruik van de diverse hulpmiddelen een cruciale plaats inneemt.
Trewor eindscore 1985/01/23 00:00:00 10.10 7.58 5.05 2.53 0.00
Voor nadere informatie: ing. Louis Broersma / drs. Mario Hartog T (030) 6344 850 / (030) 634 48 50 E
[email protected] /
[email protected]