R12
RAAP-NOTITIE 3965
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem Gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Colofon Opdrachtgever: J.W. van den Brink Titel: Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase Status: eindversie Datum: oktober 2011 Auteurs: E. Goossens MA & M.B.M. Friesen Projectcode: ARRS Bestandsnaam: NO3965_ARRS Projectleider: E. Goossens MA Projectmedewerker: M.B.M. Friesen ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 47419 Bewaarplaats documentatie: RAAP Oost-Nederland Autorisatie: drs. S.W. Jager Bevoegd gezag: gemeente Arnhem
ISSN: 0925-6369
RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b
telefoon: 0294-491 500
1382 LV W eesp
telefax: 0294-491 519
Postbus 5069
E-mail:
[email protected]
1380 GB W eesp
© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2011 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Samenvatting In opdracht van J.W. van den Brink heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juli 2011 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in verband met de uitbreiding van een showroom aan de Rosendaalsestraat in Arnhem (gemeente Arnhem). Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachtingen en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van het bureauonderzoek is aan het plangebied een hoge verwachting toegekend voor het aantreffen van resten uit alle archeologische tijdvakken met uitzondering van de Nieuwe tijd (Laat Paleolithicum t/m Late Middeleeuwen). Tijdens het veldonderzoek zijn vijf boringen geplaatst. In het gehele plangebied bleek de bodem verstoord tot in de C-horizont. De verstoorde laag bestaat uit grof zand met grind en veel puinfragmenten zoals glas en baksteen. De C-horizont bevindt zich op circa 70 cm -Mv en bestaat uit matig grof zand met grind. In één boring zijn enkele archeologische indicatoren aangetroffen. Het gaat om twee kleine fragmenten grijsbakkend aardewerk. De aardewerkfragmenten zijn afkomstig uit de geroerde bovenlaag (35-45 cm -Mv). Het is daarom niet zeker of aan deze scherven archeologisch belang mag worden toegekend. Aangezien de bodem ter plaatse tot ten minste 50 cm onder het oude maaiveld is verstoord, zullen alleen de diepere archeologische resten nog intact aanwezig zijn. Omdat niet met zekerheid uitgesloten kan worden dat er archeologische resten in het plangebied aanwezig zijn, is in overleg met de gemeente Arnhem (dhr. Van den Berghe, 28-09-2011), besloten dat de bodemontgraving begeleid dient te worden door de afdeling archeologie van de gemeente Arnhem. Hiervoor kan contact opgenomen worden met de heer Van den Berghe (026377 1534).
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[3 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
1 Inleiding 1.1 Kader In opdracht van J.W. van den Brink heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juli 2011 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in verband met de uitbreiding van een showroom aan de Rosendaalsestraat in Arnhem (gemeente Arnhem). Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachtingen en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgonderzoek.
1.2 Administratieve gegevens Het plangebied meet circa 350 m² (figuur 1). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 40B van de topografische kaart van Nederland (schaal 1:25.000). Gemeente: Arnhem Plaats: Arnhem Plangebied: Rosendaalsestraat 437-441 Centrumcoördinaten: 192.239/444.883 ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 47419
1.3 Huidige en toekomstige situatie De opdrachtgever heeft het voornemen zijn showroom uit te breiden op het naastgelegen braakliggende terrein. De wijze van fundering van de nieuwbouw is nog niet bekend. Er wordt echter vanuit gegaan dat ter hoogte van de geplande bebouwing de bodemverstoringen dieper reiken dan het archeologisch relevante niveau (i.c. vanaf 30 cm -Mv).
1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een karterend veldonderzoek. De volgende vragen hebben richting gegeven aan het onderzoek: - Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend?
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[4 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
- Zijn in het plangebied archeologische waarden aanwezig die (mogelijk) bedreigd worden door de geplande inrichting? - Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting en welke onderzoeksmethoden kunnen hiervoor ingezet worden? - Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingsterreinen? - Indien vindplaatsen worden aangetroffen: wat is de diepteligging, dikte en stratigrafische positie van de archeologische laag waarin de archeologische indicatoren zijn aangetroffen? - Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? - Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? - Op welke manier dient bij eventuele graafwerkzaamheden met archeologische waarden te worden omgegaan? - Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet? Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtsnoer. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zie tabel 1 voor de dateringen van de in dit rapport genoemde geologische en archeologische perioden. Achterin dit rapport is tevens een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen en worden enkele vaktermen beschreven (zie verklarende woordenlijst).
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[5 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden Het bureauonderzoek is uitgevoerd om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Daartoe zijn reeds bekende archeologische en aardkundige gegevens verzameld en is het grondgebruik in het plangebied in het heden en verleden geïnventariseerd. Geraadpleegd zijn de volgende bronnen: - de database ARCHIS voor de AMK-terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen (www.archis.nl); - het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; www.ahn.nl); - het informatiesysteem Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO) van TNONITG (www.dinoloket.nl); - de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (Boshoven, 2009); - overige literatuur (zie literatuurlijst) en historisch en aardkundig kaartmateriaal (www.watwaswaar.nl).
2.2 Resultaten Aardkundige situatie Geo(morfo)logie en bodem Op de geomorfologische kaart (schaal 1:50.000) is het plangebied niet gekarteerd (www.archis.nl). Op de gemeentelijke archeologische waardenkaart met landschappelijke eenheden maakt het plangebied deel uit van een zogeheten hellingafzettingswaaier (figuur 2). Het AHN-beeld bevestigd dit beeld (www.ahn.nl). De hellingafzettingswaaier bevindt zich aan de voet van de Arnhemse stuwwal en bestaat bodemkundig gezien uit loo- of holtpodzolgronden (met of zonder afdekkend cultuurdek; www.archis.nl, code (c)gY30: grof zand met grind, en met grondwatertrap VII). De gegevens uit de boringen van het DINOLoket sluiten hierop aan. Archeologische vindplaatsen en historische informatie ARCHIS en AMK In ARCHIS enkele staan archeologische vindplaatsen geregistreerd uit de nabije omgeving van het plangebied (straal van 500 m; figuur 3). De belangrijkste heeft betrekking op het klooster Monnikhuizen dat ten noordwesten van het plangebied heeft gestaan (ARCHIS-waarnemingen 18730 en 7013). Op grond hiervan is aan dit terrein de status van ‘terrein van archeologische betekenis’ gegeven (AMK-nummer 3852). De stichtingsakte van het klooster dateert uit 1342. Aan het einde van de 16e eeuw is het klooster verwoest. Ter hoogte van het plangebied worden overigens geen resten van activiteiten die samenhangen met het klooster verwacht. Twee andere vindplaatsen zijn ten oosten van het plangebied weergegeven. De eerste (ARCHISwaarneming 15426) betreft de vondst van een munt (losse vondst) uit de Romeinse tijd (Severus
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[6 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Alexander). De andere vindplaats (ARCHIS-waarneming 41284) heeft betrekking op een urn met crematieresten. Verdere gegevens omtrent deze vondst ontbreken. Eerder uitgevoerd onderzoek In 1998 is op circa 200 m ten westen van het plangebied een booronderzoek uitgevoerd (Haarhuis, 1998; onderzoeksmelding 2845). Hieruit is naar voren gekomen dat de bodem ter plaatse tot circa 1 m -Mv is verstoord. Een andere archeologische instelling heeft in 2010 direct ten westen van het terrein een veldonderzoek uitgevoerd (Broeke, 2010). Hierbij zijn evenmin archeologische vondsten. Derhalve is ook voor dit gebied geen vervolgonderzoek bepleit. Historische kaarten De geraadpleegde historische kaarten, de kaart van Van Deventer uit circa 1570, de kadastrale minuut 1832 en de TMK van omstreeks 1850, laten ter hoogte van het plangebied geen bebouwing zien (www.watwaswaar.nl). Het plangebied ligt in het buitengebied tussen de verschillende historische kernen. Er wordt wel landbouwgrond aangegeven, maar er is waarschijnlijk geen sprake geweest van een dik plaggendek. Pas in het midden van de 19e eeuw worden in de nabije omgeving behuizingen weergegeven. Archeologische verwachting Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Arnhem is aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend, (Boshoven, 2009).
2.3 Gespecificeerde archeologische verwachting Alle beschikbare informatie in ogenschouw genomen, kan aan het plangebied een hoge archeologische verwachting worden toegekend voor het aantreffen van archeologische resten uit de periode Laat Paleolithicum t/m Late Middeleeuwen. Op grond van het bestuderen van subrecent kaartmateriaal worden ter plekke geen overblijfselen uit de Nieuwe tijd verwacht. Voor de oudere Steentijd bestaat de kans op het voorkomen op zogeheten extractiekampen. Dit zijn plekken waar jager-verzamelaars slechts gedurende korte tijd verbleven. Hiervan rest tegenwoordig doorgaans niet veel meer dan een strooiing van vuursteen en (eventuele) haardkuilen. Voor de latere Prehistorie en daarna (ruwweg vanaf de Midden Bronstijd) bestaat er de kans op het aantreffen van omvangrijke(re) nederzettingarealen, met woonstalhuizen, bijgebouwen en andere hiermee samenhangende voorzieningen Als prospectiekenmerken van de eventueel aanwezige archeologische resten kunnen worden benoemd: - een aaneengesloten archeologische laag, gekenmerkt door een afwijkende kleur ten opzichte van de eronder en erboven liggende laag; - de aanwezigheid van mogelijk antropogene objecten als houtskool, bot, steen en artefacten (voornamelijk aardewerk en vuursteen) in een matig tot hoge dichtheid (> 40 vondsten groter dan 4 mm per m²);
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[7 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
- de afmetingen van een eventueel jachtkamp zijn klein (< 400 m²); de veronderstelde afmetingen van een langdurig bewoond nederzettingsareaal zijn aanzienlijk groter (> 2.000 m²); eventuele resten bevinden zich naar verwachting direct onder de verstoorde bovenlaag, in de top van de minerale ondergrond. Op grond van de gespecificeerde verwachting werd de volgende onderzoeksmethode opgesteld (SIKB, 2007; Tol e.a., 2004): - een booronderzoek bestaande uit vijf boringen, geplaatst in een driehoeksgrid; - boorkeuze: Edelmanboor met een diameter van 15 cm; - waarnemingsmethode: controle van het opgeboord materiaal ter plekke (opgeboord materiaal indien mogelijk zeven met een zeef met een maaswijdte van 4 mm; - boordiepte tot minimaal 25 cm in de C-horizont van de pleistocene ondergrond.
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[8 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
3 Veldonderzoek 3.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een karterend booronderzoek. De onderzoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek (gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit de KNA versie 3.2 Tijdens het veldonderzoek zijn vijf boringen verricht in een driehoeksgrid (figuur 4). Er is geboord tot maximaal 1,2 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met een meetlint ingemeten. Het opgeboorde materiaal is gezeefd met een zeef met een maaswijdte van 0,4 cm: het zeefresidu is met het blote oog geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). Er zijn geen monsters genomen. De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het opsporen van de meeste in dit gebied te verwachten nederzettingsterreinen uit de perioden Laat Paleolithicum t/m Late Middeleeuwen. Deze methode is niet geschikt om verkavelingpatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen.
3.2 Resultaten Geologie en bodem In het gehele plangebied bleek de bodem verstoord tot in de C-horizont. Of de verstoorde bovenlaag een (voormalig) plaggendek betreft of anderszins is opgebracht, is niet te bepalen. De verstoorde laag bestaat uit grof zand met grind en veel recente puinfragmenten zoals glas en baksteen. Hieronder bevindt zich op een diepte van circa 70 cm de C-horizont. Deze bestaat eveneens uit matig grof zand met grind. Gelet op de samenstelling kan deze laag geclassificeerd worden als smeltwaterafzettingen, hetgeen overeenkomt met de gegevens van het bureauonderzoek. Archeologie In één van de vijf boringen zijn tijdens het veldonderzoek enkele archeologische indicatoren aangetroffen (boring 2). Het gaat om twee kleine fragmenten grijsbakkend aardewerk. De aardewerkfragmenten zijn afkomstig uit de geroerde/opgebrachte bovenlaag (35-45 cm -Mv). Het is daarom niet zeker of aan deze scherven archeologisch belang mag worden toegekend. Voorts is vastgesteld dat ter plekke de bodem is verstoord tot in de C-horizont. Hieruit kan worden afgeleid dat de bodem ter plaatse tot ten minste 50 cm onder het oude maaiveld is verstoord. Hierdoor zullen alleen de diepere archeologische resten nog intact aanwezig zijn.
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[9 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen het onzeker is dat er geen archeologische waarden zullen worden verstoord. De vondst van enkele scherven grijsbakkend aardewerk kan duiden op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Late Middeleeuwen. Ze zijn echter aangetroffen in de verstoorde/opgebrachte bovengrond; ze kunnen dus ook van elders afkomstig zijn.
4.2 Aanbevelingen Omdat niet met zekerheid uitgesloten kan worden of er archeologische resten in het plangebied aanwezig zijn, is in overleg met de gemeente Arnhem (dhr. Van den Berghe, 28-09-2011), besloten dat de bodemontgraving begeleid dient te worden door de afdeling archeologie van de gemeente Arnhem. Hiervoor kan contact opgenomen worden met de heer Van den Berghe via 0263771534.
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[1 0 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Literatuur Boshoven, E.H., 2009. Archeologische verwachtingskaart Arnhem-Noord. BAAC-rapport 05.357. BAAC bv, Deventer. Broeke, Ten, E.M., 2010. Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Klarendalseweg 193-194 te Arnhem in de gemeente Arnhem. Econsultancy Archeologisch Rapport 10085899. Econsultancy bv, Doetinchem. Haarhuis, H.F.A., 1998. Terrein voormalige Menno van Coehoornkazerne: gemeente Arnhem: verslag archeologisch proefonderzoek. RAAP briefverslag 66.011. RAAP Archeologisch Adviesbureau Amsterdam. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen, 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP-rapport 1000. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam.
Gebruikte afkortingen AHN
Actueel Hoogtebestand Nederland
AMK
Archeologische MonumentenKaart
ARCHIS
ARCHeologisch Informatie Systeem
DINO
Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond
KNA
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
-Mv
beneden maaiveld
NITG
Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen
SIKB
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
TMK
Topografische Militaire Kaart
TNO
Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
Verklarende woordenlijst afzetting Neerslag of bezinking van materiaal. antropogeen Ten gevolge van menselijk handelen (door mensen gemaakt/veroorzaakt).
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[1 1 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
artefact Alle door de mens gemaakte of gebruikte voorwerpen. C-horizont Horizont die niet (of weinig) is veranderd door bodemvorming; het oorspronkelijke moedermateriaal. cultuurdek 30 tot 50 cm dikke cultuurlaag, soms opgebracht (vergelijkbaar met een es, maar minder dik), soms ontstaan door diepploegen. cultuurlaag Bodemhorizont met sporen van menselijke activiteiten (schopsteken, artefacten), echter zonder duidelijke bewoningssporen. grondwatertrap Traject tussen de gemiddeld hoogste en de gemiddeld laagste grondwaterstand. horizont Een bodemlaag waarin zich bepaalde bodemkundige processen afspelen. lithologisch Het sedimentaire gesteente (ook klei, zand, e.d.) betreffend (bijv. korrelgrootte). nederzetting(sterrein) Woonplaats; de aard en samenstelling van het in het veld aangetroffen sporen en materiaal wordt geïnterpreteerd als resten van bewoning in het verleden. podzol Bodem met een uitspoelingslaag (E-horizont) en een inspoelingslaag (B-horizont). Het proces van het uitlogen van de E-horizont en de vorming van een B-horizont door inspoeling van amorfe humus en ijzer wordt podzolering genoemd. Prehistorie Dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven.
Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1.
Ligging van het plangebied (rood omlijnd); inzet: detail en ligging in Nederland (ster).
Figuur 2.
Projectie van het plangebied op de archeologische waardenkaart met landschappelijke eenheden van de gemeente Arnhem (Boshoven, 2009).
Figuur 3.
Ligging van het plangebied met de archeologische data uit ARCHIS (vindplaatsen, onderzoeken en AMK-monumenten).
Figuur 4.
Boorpuntenkaart.
Tabel 1.
Geologische en archeologische tijdschaal.
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen.
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[1 2 ]
e
193
Al le
192
194
Ar nh
em
se
191
Moscowa
Alteveer
Woonwijk in aanleg
446
446
Geitenkamp
Ro se nd aa
lse we g
Klarenbeek
Bronbeek
Klarendal
w eg
Velperweg
So ns be ek
444 Kaartgegevens: © OpenStreetMap.org onder CC-BY-SA 2.0 licentie, 2011
445
weg Raapopse
445
N784 Sonsbeek
ARNHEM ARNHEM
Jansbuitensing el
444
IJssellaan
Musis Sacrum n laa us eti Vo Johan
Mandelabrug
Presikhaaf
laan de Witt
Ou de
an Tr s
't Broek Veiling
191
192
Ze ve na ar s
ew eg
193
194
8 8
Velperweg
Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood omlijnd); onder: detail en ligging in Nederland (ster).
192500
444500
444500
445000
445000
445500
445500
192000
0
100
300 m
2011 TE1/arrs_figs_te1
200
192000
400
500 1:10.000 192500
Figuur 2. Projectie van het plangebied op de archeologische waardenkaart met landschappelijke eenheden van de gemeente Arnhem (Boshoven, 2009).
192500 445500
445500
192000
2.917 2.917 2.917 2.917 2.917 2011
34.826 34.826 34.826 34.826 34.826
3.852 3.852 3.852 3.852 3.852 3.852
17.144 17.144 17.144 17.144 17.144 7.013 7.013 7.013 7.013 7.013
445000
445000
18.730 18.730 18.730 18.730 18.730 18.730
2.845 2.845 2.845 2.845 2.845 43.059 43.059 43.059 43.059 43.059
13.124 13.124 13.124 13.124 13.124
Klarendal
12.917 12.917 12.917 12.917 12.917 Velperweg
15.426 15.426 15.426 15.426 15.426
41.284 41.284 41.284 41.284 41.284
444500
444500
23.140 23.140 23.140 23.140 23.140
24.123 24.123 24.123 24.123 24.123
3.692 3.692 3.692 3.692 3.692
14.036 14.036 14.036 14.036 14.036 14.036
192000
TE1/arrs_figs_te1
192500
legenda ARCHIS
AMK-terreinen vindplaats
41685 41685 41685 41685 41685
waarnemingsnummer onderzoeksmeldingen
24036 24036 24036 24036 24036
meldingsnummer
AMK-monument 141 141 141 141 141
monumentnummer
overig grens plangebied
0
100
200
300 m
400
500 1:10.000
Figuur 3. Ligging van het plangebied met de archeologische data uit Archis (vindplaatsen, onderzoeken en AMK-monumenten).
192220
192240
192260
192280
444900
444900
444920
444920
192200
44444
22222
55555
444880
444880
333333
444840
444840
444860
444860
11111
legenda boring 3 0
10
30
m
2011 TE1/arrs_figs
20
192200
Figuur 4. Boorpuntenkaart.
192220
40
boorpuntnummer grens plangebied
1:750 192240
192260
192280
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Geologische perioden Tijdvak
Chronozone
Archeologische perioden Datering
Datering
Tijdperk
Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Laat Subatlanticum
Nieuwe tijd
B
- 1650
A
- 1500
Laat - 1150 na Chr.
Vol
Merovingisch laat
Laat
Romeinse tijd
Holoceen
Karolingisch Merovingisch vroeg
Vroeg Subatlanticum
Midden Vroeg
-0
Laat
IJzertijd
- 450 voor Chr.
Midden Vroeg Laat
Bronstijd
Subboreaal
Midden Vroeg Laat
Neolithicum
- 3700
(N ieuwe Steentijd)
Laat Glaciaal
Preboreaal Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling
Laat Midden
Denekamp
Mesolithicum
- 8700
(M idden Steentijd)
Midden Vroeg
- 9700
- 900 - 725 - 525 - 450 - 270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700
- 11.050 - 11.500
Laat
- 12.000
- 12.500
Jong B
- 12.500 - 13.500 - 30.500
- 16.000
Jong A - 35.000
Hengelo - 60.000
Vroeg
Weichselien Pleniglaciaal
Vroegste Dryas
Laat
- 7300
Prehistorie
Boreaal
Moershoofd
Paleolithicum - 71.000
Vroeg Glaciaal
Pleistoceen
Midden Vroeg
Atlanticum
- 1250 - 1050
Ottoons
Vroeg
Middeleeuwen
- 1795
(O ude Steentijd)
Odderade Midden Brørup - 114.000
Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien
- 126.000 - 236.000 - 241.000
- 250.000
- 322.000 - 336.000
Oud
- 384.000 - 416.000
Elsterien 463.000
tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010
Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[1 7 ]
Plangebied Rosendaalsestraat 437-441 te Arnhem, gemeente Arnhem Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, karterende fase
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen
RAAP-notitie 3965 / eindversie 06-10-2011
[1 8 ]
boring: ARRS-1 datum: 8-7-2011, provincie: Gelderland, gemeente: Arnhem, opdrachtgever: j.w. van den brink, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, donkerbruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
75 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, lichtgeelgrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
Einde boring op 100 cm -Mv
boring: ARRS-2 datum: 8-7-2011, provincie: Gelderland, gemeente: Arnhem, opdrachtgever: j.w. van den brink, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, donkerbruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: enkel fragment aardewerk, veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
70 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk grindig, lichtgeelgrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
Einde boring op 100 cm -Mv
boring: ARRS-3 datum: 8-7-2011, provincie: Gelderland, gemeente: Arnhem, opdrachtgever: j.w. van den brink, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, donkerbruingrijs, matig grof Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
60 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, bruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
70 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, lichtgeelgrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
Einde boring op 90 cm -Mv
boring: ARRS-4 datum: 8-7-2011, provincie: Gelderland, gemeente: Arnhem, opdrachtgever: j.w. van den brink, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, donkerbruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
Einde boring op 120 cm -Mv
1
boring: ARRS-5 datum: 8-7-2011, provincie: Gelderland, gemeente: Arnhem, opdrachtgever: j.w. van den brink, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, donkerbruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord
60 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, bruingrijs, matig grof Bodemkundig: interpretatie: verstoord
70 cm -Mv Lithologie: zand, zwak siltig, matig grindig, lichtgeelgrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
Einde boring op 100 cm -Mv
2