Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Colofon
Titel
Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Projectnummer
12407
Opdrachtgever
Vivare Projecten BV Postbus 5265 6802 EG ARNHEM
Datum
5 april 2013
Status rapport
definitief
Bestand
12407 eindrap.wpd
Opdrachtnemer
De Groene Ruimte BV Postbus 400 6700 AK Wageningen tel. 0317-423969 fax 0317-418758
[email protected] www.dgr.nl
Handtekening voor akkoord directie
Naam : ir. P.A.F.M. Reijbroek Handtekening:
Auteursrecht
De auteursrechten van dit rapport rusten bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, tenzij schriftelijk anders is/wordt overeengekomen. Alleen degenen bij wie het auteursrecht rust zijn gerechtigd het rapport voor eigen gebruik te vermenigvuldigen, te verspreiden of toe te passen, alsook om het ter informatie aan derden openbaar te maken tegen onderling (= zij bij wie het auteursrecht rust) overeengekomen voorwaarden (kosten, citeren, gebruiken, wijzigen etc).
Aansprakelijkheid
Raadpleging van en eventuele verdere handelingen met/op basis van het door De Groene Ruimte BV geleverde product vallen buiten elke verantwoordelijkheid van opdrachtgever en/of De Groene Ruimte BV.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM Inhoud Aanleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Werkwijze en afbakening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Aanwezige beschermde soorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Effecten werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Ecologisch werkprotocol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Gewone dwergvleermuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Ruige dwergvleermuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Huismus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Gierzwaluw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Overige soorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Samenvatting maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 BIJLAGEN Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4.
Planning werkzaamheden en maatregelen Visualisatie koloniekast vleermuizen Permanente voorziening vleermuizen in huizenblokken Permanente voorziening Gierzwaluw in huizenblokken
KAARTEN Kaart 1. Kaart 2. Kaart 3.
Toponiemen Locaties tijdelijke voorzieningen Locaties permanente voorzieningen
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
1
Aanleiding Voor het plangebied Roompotstraat en omgeving te Arnhem zijn onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan de woningen gepland. Het betreft groot onderhoud aan de huizenblokken, grootschalige renovatie van vier appartementencomplexen en de sloop van vijf appartementencomplexen, gevolgd door nieuwbouw van laagbouwwoningen. De start van de werkzaamheden is gepland begin 2014. De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. Het plangebied ligt tussen in de hoek Driepoortenweg - Volkerakstraat en de spoorlijn naar Arnhem-Emmerich. Het betreft een gebied met huizenblokken en appartementencomplexen (vier woonlagen) met tuinen. Luchtfoto’s en kaarten met een aanduiding van de ligging van het plangebied en foto’s van het plangebied zijn achterin deze notitie opgenomen. In 2012 is een quickscan en nader onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet (FF-wet) uitgevoerd (De Groene Ruimte, 2012). Daarbij is vastgesteld dat in het plangebied vaste verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis en vermoedelijk Ruige dwergvleermuis aanwezig zijn. Ook zijn jaarrond beschermde nesten van Huismus en Gierzwaluw vastgesteld.
Werkwijze en afbakening Tijdens een overleg op 22 januari 2013 is door de opdrachtgever een zo concreet mogelijke planning van de ingreep (werkzaamheden en periode) aangeleverd en zijn mogelijke ecologische maatregelen en voorzieningen besproken ten behoeve van de beschermde soorten (ongeschikt maken vaste verblijfplaatsen, ophangen vervangende voorzieningen en voorzieningen in de nieuwbouw). Alvorens een definitieve versie van het ecologisch werkprotocol op te stellen, is een concept ter beoordeling aan de opdrachtgever toegezonden. Aan de hand van de reactie van de opdrachtgever is het definitieve protocol opgesteld. In dit werkprotocol zijn maatregelen beschreven om negatieve effecten te beperken en/of te voorkómen (mitigerende maatregelen) en de functionaliteit ook op termijn te waarborgen. De maatregelen zijn toegesneden op de lokale situatie, de voorgenomen ingreep en de vastgestelde vaste verblijfplaatsen van beschermde soorten. Voor het opstellen van de maatregelen zijn de soortenstandaarden van Dienst Regelingen (Ministerie van EL&I) geraadpleegd (Dienst Regelingen, 2011a t/m d). De initiatiefnemer is er te allen tijde verantwoordelijk voor, dat de ingreep plaatsvindt op een zodanige wijze dat de FF-wet niet wordt overtreden, tenzij voor de overtreding een ontheffing is verkregen. Hij is er ook verantwoordelijk voor dat de functionaliteit van het plangebied voor de aanwezige soorten duurzaam wordt gegarandeerd (op individueel niveau). Het is van groot belang om de naleving van het ecologisch werkprotocol goed te documenteren, zodat aangetoond kan worden dat volgens het werkprotocol is gehandeld en er geen conflict is met de FF-wet. Verder dient het uitvoerend personeel (toezichthouders, uitvoerende aannemer en eventuele directie UAV) op de hoogte te zijn van het ecologisch werkprotocol en
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
2
voldoende geïnstrueerd te zijn over naleving van het protocol en het gebruik van het terrein door de beschermde soorten.
Aanwezige beschermde soorten Gewone dwergvleermuis Er is vastgesteld dat er vaste verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis aanwezig zijn in het plangebied. Het gaat om 27 territoria van mannelijke dieren en een kolonieplaats van 10-15 dieren. De vaste verblijfplaatsen van mannelijke dieren zijn zomerverblijf-/paarplaatsen die ook in de winter in gebruik zijn. De verblijfplaatsen zijn aanwezig in de spouwruimtes en onder het dak (toegankelijk via de dakranden) van de appartementencomplexen (10 stuks) en in de spouwruimtes aan de kopse kanten van de huizenblokken (17 stuks). De kolonieverblijfplaats bestaat uit een netwerk van drie locaties, namelijk één locatie nabij de regenpijp bij complex E, een locatie aan de kopse kant van huizenblok 6b en een locatie aan de kopse kant huizenblok 14. De kolonieverblijfplaats is op alle locaties aanwezig in de spouwruimtes, maar geen van de locaties wordt, gezien de aard van de soort, waarschijnlijk gebruikt als winter(kolonie)verblijfplaats. Ruige dwergvleermuis Er zijn drie waarschijnlijke verblijfplaatsen van Ruige dwergvleermuizen aanwezig in het plangebied. Het gaat om zomerverblijf-/paarplaatsen van mannelijke dieren. Deze bevinden zich in de spouwruimtes van de appartementencomplexen D, E en I. Huismus Er zijn in de huizenblokken 40-50 paartjes Huismussen met nesten aanwezig. De nesten bevinden zich onder de dakpannen. Gierzwaluw Er zijn onder de dakranden van zowel de appartementencomplexen als de huizenblokken nestplaatsen van Gierzwaluw vastgesteld. In de huizenblokken zijn onder de dakrand 15 nesten en in de appartementencomplexen 15 nesten van Gierzwaluw aanwezig. In de huizenblokken broeden de dieren aan de hoekpunten onder de dakrand en in het midden van de huizenblokken onder het dak. Bij de appartementencomplexen zijn de nestplaatsen onder de dakluifel aanwezig. Overige beschermde soorten In het plangebied zijn mogelijkheden voor vogels om te broeden. Er zijn tijdens het onderzoek in de schoorstenen van de huizenblokken en appartementencomplexen nesten aangetroffen van
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
3
Kauw. Ook zijn er nesten van Spreeuw aan de appartementencomplexen aangetroffen. Er zijn mogelijk exemplaren van Brede wespenorchis en Gewone vogelmelk aanwezig in de tuinen. In het plangebied zijn (sporen van) Vos, Huisspitsmuis, Mol en Gewone pad vastgesteld en ook Bosmuis, Egel en Bruine kikker worden verwacht. In de watergang worden Woelrat, Bastaardkikker en Kleine watersalamander verwacht. De werkzaamheden hebben geen invloed op de aanwezige watergang.
Effecten werkzaamheden De werkzaamheden hebben de volgende effecten. • Dakpakket vervangen. Alle dakpannen worden vervangen. Het vervangen van de dakpannen heeft mogelijk effect op de nestplaatsen van Huismus en Gierzwaluw en vaste verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis. • Dakisolatie aanbrengen. Het dak wordt vanaf de buitenzijde geïsoleerd. In combinatie met het vervangen van de dakpannen heeft dit effect op de nestplaatsen van Huismus en mogelijk Gierzwaluw. Ook kan het effect hebben op de verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis. • Goten en hemelwaterafvoer vervangen. De dakgoten en de hemelwaterafvoer, inclusief omtimmering, worden vervangen. De werkzaamheden hebben geen effect op de verblijfplaatsen van Huismus of andere dieren. • Kozijnen vervangen. Het vervangen van de kozijnen heeft naar verwachting geen effect op de verblijfplaatsen van beschermde soorten. • Spouwmuurisolatie aanbrengen. Ten behoeve van de isolatie worden over de gehele gevel op regelmatige afstanden gaten met een diameter van twee cm geboord, waarna de spouw wordt gevuld met steenwolvlokken of een mengsel van isolatiekorrels en lijm. De gaten worden na afronding van de werkzaamheden weer dicht gemaakt. Aanwezige verblijfplaatsen van vleermuizen in de spouw zullen hierdoor verdwijnen. • Voegwerk vervangen. Het voegwerk van de gevels van de huizenblokken wordt vervangen. De open stootvoegen worden gevuld, waardoor de mogelijkheden voor verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis verdwijnen. • Werkzaamheden aan binnenzijde woningen. Er bevinden zich geen verblijfplaatsen van beschermde soorten aan de binnenzijde van de huizenblokken. De werkzaamheden hebben geen effect op de verblijfplaatsen van vleermuizen of andere dieren. • Grootschalige renovatie vier appartementencomplexen (complex F t/m I) en sloop vijf appartementencomplexen (complex A t/m E). N Door de grootschalige renovatie en sloop van de appartementencomplexen verdwijnen vaste verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis. Het gaat om 10 territoria van mannelijke dieren en één locatie uit het netwerk van de kolonieverblijfplaats van 10-15 dieren. N Door de grootschalige renovatie en sloop van de appartementencomplexen verdwijnen drie zomerverblijf- en paarplaatsen van Ruige dwergvleermuis.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
4
N
•
In de appartementencomplexen zijn onder de dakrand circa 15 nesten van Gierzwaluw aanwezig. Deze zullen verdwijnen door de grootschalige renovatie en sloop van de complexen. N In de schoorstenen van de appartementencomplexen zijn broedgevallen van Kauw vastgesteld. Ook zijn broedgevallen van Spreeuw aanwezig aan de complexen. Door de grootschalige renovatie en sloop van de appartementencomplexen zullen, indien geen voorzorgsmaatregelen worden genomen, mogelijk broedgevallen worden verstoord. Plaatsen van steigers en uitvoeren werkzaamheden. In het groen rond de te renoveren huizenblokken en appartementencomplexen en de te slopen appartementencomplexen kunnen nesten van vogels (bijvoorbeeld Merel) en Egel aanwezig zijn. In het plangebied is mogelijk Brede wespenorchis en Gewone vogelmelk aanwezig. N Door het plaatsen van de steigers en het uitvoeren van de werkzaamheden kunnen eventueel aanwezige broedgevallen worden verstoord. N Ook kunnen individuen van aanwezige fauna, zoals Egels, Huisspitsmuizen en Gewone pad, worden verjaagd door het plaatsen van de steigers en het uitvoeren van de werkzaamheden. Tijdens de werkzaamheden zijn de soorten actief en kunnen uit eigen beweging een veilig heenkomen zoeken. De werkzaamheden hebben geen effect op de soorten in de periode dat ze inactief zijn. De soorten worden niet negatief beïnvloed door de werkzaamheden. N Hoewel er een kans bestaat dat de werkzaamheden worden uitgevoerd op een groeiplaats van Brede wespenorchis en/of Gewone vogelmelk, worden de soorten door de werkzaamheden niet negatief beïnvloed. Er worden geen groenvoorzieningen verwijderd en daarom is er geen invloed op de groeiplaats van Brede wespenorchis en Gewone vogelmelk.
Ecologisch werkprotocol Om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen, worden maatregelen uitgevoerd. Deze maatregelen staan hieronder per soort(groep) beschreven. Het uitvoeringsmoment van de afzonderlijke maatregelen hangt nauw samen met alle andere maatregelen. Verschuiven in de tijd van één maatregel betekent dat voor alle andere maatregelen de consequenties daarvan moeten worden nagegaan. De planning en uitvoering van de werkzaamheden zullen worden begeleid door een deskundig ecoloog. Deze ecoloog zal tijdens de uitvoering van de werkzaamheden (sloop en nieuwbouw) beschikbaar zijn voor vragen. De uitvoering van de maatregelen wordt geregistreerd en gerapporteerd (door de ecoloog) ten behoeve van de verantwoording (ook achteraf). De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. In onderstaande tabel is een globale indicatie gegeven van de planning. De planning van de werkzaamheden en bijbehorende maatregelen is samengevat in bijlage 1.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
5
Werkzaamheden Renovatie huizenblokken
2014
2015
2016
2017
2018
uitloop
Groot onderhoud vier appartementencomplexen Sloop vijf appartementencomplexen Nieuwbouw laagbouwwoningen
Gewone dwergvleermuis Maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden De werkzaamheden worden in de maanden september en oktober of half maart tot en met eind april uitgevoerd, omdat vleermuizen dan het meest mobiel en het minst kwetsbaar zijn. Indien de werkzaamheden in een andere periode worden uitgevoerd, is het belangrijk om te voorkómen dat vleermuizen de bebouwing gebruiken als verblijfplaats ten tijde van de werkzaamheden. Het ongeschikt maken van de aanwezige verblijfplaatsen kan plaatsvinden nadat tijdig vervangende (tijdelijke) voorzieningen zijn aangebracht (zie paragraaf ‘tijdelijke voorzieningen’). De aanwezige verblijfplaatsen worden tenminste vijf dagen voorafgaand aan de werkzaamheden ongeschikt gemaakt. De werkwijze voor het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen verschilt per werkzaamheid. • De verblijfplaatsen in de huizenblokken worden ongeschikt gemaakt door tocht te laten ontstaan. Dit wordt gedaan door de buitenste rij pannen aan de kopse kanten op te tillen door middel van wigjes (bijvoorbeeld van hout) en het daklood rond de schoorstenen omhoog te buigen. Deze maatregelen worden in september en oktober 2013 en/of half maart tot en met eind april 2014 uitgevoerd. • De verblijfplaatsen in de te renoveren appartementencomplexen worden ongeschikt gemaakt. De volledige dakrand wordt op zodanige wijze met doek afgeschermd, dat vleermuizen er wel uit kunnen, maar geen mogelijkheid meer hebben om er weer achter te kruipen. Deze maatregelen worden in de periode september en oktober 2015, maart tot en met eind april 2016 of september en oktober 2016 uitgevoerd, voorafgaande aan de start van de renovatie. • De verblijfplaatsen in de te slopen appartementencomplexen worden ongeschikt gemaakt door tocht te laten ontstaan. Dit wordt gedaan door de regenpijpen te verwijderen en gaten te maken in het dak (elke 2-3 meter een gat van 30x30 cm). Deze maatregelen worden in de periode september en oktober 2015, maart tot en met eind april 2016 of september en oktober 2016 uitgevoerd, voorafgaande aan de start van de sloop. Minimaal vijf dagen na het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen (waarbij de avondtemperatuur van minimaal drie dagen 10 EC of meer is geweest) kan worden gestart met de werkzaamheden (renovatie of sloop).
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
6
Tijdelijke voorzieningen In de bebouwing zijn één kolonieverblijfplaats (één netwerk van zomerverblijfplaatsen verdeeld over appartementencomplex E en huizenblok 6b en 14) en 27 paarverblijfplaatsen (zomerverblijf- en paarplaatsen die ook in de winter in gebruik kunnen zijn) van Gewone dwergvleermuis aanwezig. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten tijdens de werkzaamheden minimaal vier vervangende verblijfplaatsen aanwezig zijn (Dienst Regelingen, 2011a). Om het aantal mogelijkheden voor Gewone dwergvleermuis tijdens de werkzaamheden op peil te houden, worden geschikte vleermuisvoorzieningen gerealiseerd (zie tabel ‘specificatie tijdelijke voorzieningen’). Het aantal tijdelijke voorzieningen voor paarverblijfplaatsen is afgestemd op het aantal huizenblokken dat maximaal tegelijk wordt gerenoveerd. Verder worden de paarverblijfplaatsen in de appartementencomplexen meteen vervangen door permanente voorzieningen in de huizenblokken (zie § permanente voorzieningen). Specificatie tijdelijke voorzieningen Gewone dwergvleermuis Voorzieningen
Aantal
Oorspronkelijke locatie
Koloniekasten (80x70cm, 3 of 4 lagen; zie bijlage 2)
4
Eén kolonieverblijfplaats, verdeeld over de appartementencomplexen E en huizenblokken 6b en 14.
Vleermuizenkraamkast (Vivara, 51x78x16,5 cm)
40
Tien zomerverblijf- en paarplaatsen in de huizenblokken (er worden maximaal tien huizenblokken tegelijk gerenoveerd).
Toegankelijke spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) middels cluster van zes opengeboorde stootvoegen
5
Vijf paarverblijfplaatsen die in de winter in gebruik kunnen zijn in de huizenblokken.
De voorzieningen dienen tijdig aanwezig te zijn om de dieren te laten wennen aan deze voorzieningen. Voor tijdelijke vervanging van een kolonieverblijfplaats geldt een gewenningsperiode van één kraamseizoen (mei tot en met eind juli). De voorzieningen worden daarom voor mei 2013 gerealiseerd. Voor tijdelijke vervanging van een paarverblijfplaats geldt een gewenningsperiode van minimaal zes maanden voorafgaand aan het paarseizoen (het paarseizoen begint half augustus). De voorzieningen worden daarom in maart of april 2013 opgehangen.
Vleermuiskraamkast (Vivara)
De voorzieningen worden bij voorkeur op minimaal 3 meter hoogte gerealiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met de reeds ingenomen territoria van mannetjes, aanvliegroute, vrije vliegruimte, hoeveelheid verlichting en verstoring door predatoren. Aangezien de werkzaamheden aan de bebouwing in het plangebied in fases wordt uitgevoerd, worden de voorzieningen alle binnen het plangebied gerealiseerd (zie tabel ‘locatie tijdelijke voorzieningen’). Nadat de permanente voorzieningen in de gerenoveerde huizenblokken gerealiseerd en functioneel zijn, kunnen de vleermuiskraamkasten worden verwijderd. Nadat de permanente voorzie-
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
7
ningen in de nieuwbouw gerealiseerd en functioneel zijn, kunnen de tijdelijke koloniekasten worden verwijderd. Locatie tijdelijke voorzieningen Gewone dwergvleermuis Voorzieningen
Locatie
Koloniekasten (80x70cm, 3 of 4 lagen)
Op de derde bouwlaag aan de zuidwestelijke en zuidoostelijke gevels van de trappenhuizen van de appartementencomplexen D en E. In voorjaar 2015 verhangen naar de zuidelijke, oostelijke en westelijke gevels van huizenblokken 3, 6b en 14.
Vleermuizenkraamkast (Vivara, 51x78x16,5 cm)
In clusters van 4 aan de appartementencomplexen A t/m I.
Toegankelijke spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) middels cluster van zes opengeboorde stootvoegen (15 mm breed)
In noordelijke gevels van appartementencomplexen A t/m E.
Permanente voorzieningen Om de mogelijkheden voor Gewone dwergvleermuis na de werkzaamheden op tenminste hetzelfde niveau terug te brengen, worden in de gevels van de nieuwbouw voorzieningen voor Gewone dwergvleermuis aangebracht. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten minimaal vier nieuwe verblijfplaatsen worden gerealiseerd (Dienst Regelingen, 2011a). De vier verblijfplaatsen worden aangebracht op locaties die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke locaties.
Zes opengeboorde stootvoegen
Er worden mogelijkheden geschapen voor de kolonieverblijfplaats van Gewone dwergvleermuis in de nieuwbouw op de locatie van de te slopen appartementencomplexen. De spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) worden toegankelijk middels open stootvoegen (15 mm breed). De voorzieningen worden in de westelijke, zuidelijk of oostelijke gevels aangebracht. Er vindt in een vroeg stadium overleg plaats tussen de architect/aannemer en een vleermuisdeskundige om te kijken naar de mogelijkheden voor verblijfplaatsen in de nieuwe situatie. Tijdens een eerste verkennend overleg worden de (on)mogelijkheden en randvoorwaarden besproken en wordt duidelijk welke locaties geschikt zijn en hoe de voorzieningen vorm krijgen. De voorzieningen worden verwerkt op een (schets)tekening en deze wordt ter beoordeling aan de deskundige voorgelegd. Er worden in de te renoveren huizenblokken mogelijkheden geschapen voor zomerverblijf- en paarplaatsen die ook in de winter in gebruik kunnen zijn. De ruimte achter de dakgoten van de huizenblokken wordt toegankelijk gemaakt via openingen van 15x100 mm, waarbij de ruimte naar de spouw toegankelijk is (via openingen van minimaal 15x50 mm; zie bijlage 3).
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
8
Specificatie permanente voorzieningen Gewone dwergvleermuis Voorzieningen
Aantal
Oorspronkelijke locatie
Toegankelijke spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) middels open stootvoegen (15 mm breed)
(minimaal) 4
Eén kolonieverblijfplaats, verdeeld over de appartementencomplexen E en huizenblokken 6b en 14.
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten (via openingen van 15x100 mm), waarbij ook de ruimte naar de spouw toegankelijk is (minimaal 15x50 mm)
(minimaal) 108
27 zomer- en paarverblijfplaatsen in de huizenblokken, die ook in de winter in gebruik kunnen zijn in de huizenblokken.
De voorzieningen worden bij voorkeur op minimaal 3 meter hoogte gerealiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met de reeds ingenomen territoria van mannetjes, aanvliegroute, vrije vliegruimte, hoeveelheid verlichting en risico op verstoring door predatoren (zie tabel ‘locatie permanente voorzieningen’). Locatie permanente voorzieningen Gewone dwergvleermuis Voorzieningen
Locatie
Toegankelijke spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) middels open stootvoegen (15 mm breed)
In de zuidelijke, westelijke en oostelijke gevels van de nieuwbouw op de locatie van de te slopen appartementencomplexen.
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten (via openingen van 15x100 mm), waarbij ook de ruimte naar de spouw toegankelijk is (minimaal 15x50 mm)
In de zuidelijke, westelijke en oostelijke gevels van de huizenblokken. Openingen aanbrengen met een tussenruimte van circa 5 meter (zodanig dat de openingen aanwezig zijn aan de zijde van de kopse kanten en bij de tussenmuren).
Ruige dwergvleermuis Maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden De werkzaamheden worden in de maanden september en oktober of half maart tot en met eind april uitgevoerd, omdat vleermuizen dan het meest mobiel en het minst kwetsbaar zijn. Indien de werkzaamheden in een andere periode worden uitgevoerd, is het belangrijk om te voorkómen dat vleermuizen de bebouwing gebruiken als verblijfplaats ten tijde van de werkzaamheden. Het ongeschikt maken van de aanwezige verblijfplaatsen kan plaatsvinden nadat tijdig vervangende voorzieningen zijn aangebracht (zie paragraaf ‘permanente voorzieningen’). De aanwezige verblijfplaatsen wordt tenminste drie dagen voorafgaand aan de renovatie- of sloopwerkzaamheden ongeschikt gemaakt. De werkwijze voor het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen verschilt per werkzaamheid. • De verblijfplaatsen in het te renoveren appartementencomplex (complex I) wordt ongeschikt gemaakt door het aanbrengen van zogenaamd steigerdoek. De volledige dakrand
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
9
•
wordt op zodanige wijze met doek afgeschermd, dat vleermuizen er wel uit kunnen, maar geen mogelijkheid meer hebben om er weer achter te kruipen. Deze maatregelen worden in de periode september en oktober 2015, maart tot en met eind april 2016 of september en oktober 2016 uitgevoerd, voorafgaande aan de start van de renovatie. De verblijfplaatsen in de te slopen appartementencomplexen (complex D en E) worden ongeschikt gemaakt door tocht te laten ontstaan. Dit wordt gedaan door de regenpijpen te verwijderen en gaten te maken in het dak (elke 2-3 meter een gat van 30x30 cm). Deze maatregelen worden in de periode september en oktober 2015, maart tot en met eind april 2016 of september en oktober 2016 uitgevoerd, voorafgaande aan de start van de sloop.
Minimaal vijf dagen na het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen (waarbij de avondtemperaturen van minimaal 3 dagen 10 EC of meer is geweest) kan worden gestart met de werkzaamheden (renovatie of sloop). Permanente voorzieningen De drie zomerverblijf- en paarplaatsen van Ruige dwergvleermuis zijn aanwezig in de te renoveren en te slopen appartementencomplexen. Om de mogelijkheden voor Ruige dwergvleermuis op tenminste hetzelfde niveau te houden, worden in de te renoveren huizenblokken voorzieningen voor Ruige dwergvleermuis aangebracht. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten minimaal vier nieuwe verblijfplaatsen worden gerealiseerd (Dienst Regelingen, 2011d). De twaalf verblijfplaatsen worden aangebracht op locaties die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke locaties. Er worden in de te renoveren huizenblokken mogelijkheden geschapen voor zomerverblijf- en paarplaatsen. De ruimte achter de dakgoten van de huizenblokken wordt toegankelijk gemaakt via openingen van 15x100 mm. Specificatie permanente voorzieningen Ruige dwergvleermuis Voorzieningen
Aantal
Oorspronkelijke locatie
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten (via openingen van 15x100 mm)
(minimaal)12
Drie zomer- en paarverblijfplaatsen in appartementencomplexen D, E en I.
De voorzieningen worden bij voorkeur op minimaal 3 meter hoogte gerealiseerd, waarbij rekening wordt gehouden met de reeds ingenomen territoria van mannetjes, aanvliegroute, vrije vliegruimte, hoeveelheid verlichting en risico op verstoring door predatoren (zie tabel ‘locatie permanente voorzieningen’). Locatie permanente voorzieningen Ruige dwergvleermuis Voorzieningen
Locatie
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten (via openingen van 15x100 mm)
In de zuidelijke, westelijke en oostelijke gevels van de huizenblokken. Openingen aanbrengen met een tussenruimte van circa 5 meter (zodanig dat de openingen aanwezig zijn aan de zijde van de kopse kanten en bij de tussenmuren).
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
10
Huismus Maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden Om te voorkomen dat Huismussen gaan broeden onder de dakpannen van de huizenblokken, worden de dakranden en kopse kanten van de tot en met september 2014 te renoveren huizenblokken in januari 2014 afgeschermd door middel van netten. Tijdelijke voorzieningen In de huizenblokken zijn onder de dakpannen 40-50 nesten aanwezig van Huismus. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten tijdens de werkzaamheden minimaal twee vervangende verblijfplaatsen aanwezig zijn (Dienst Regelingen, 2011c). Om het aantal mogelijkheden voor Huismus tijdens de werkzaamheden op peil te houden, worden 33 kasten met drie invliegopeningen opgehangen aan de gevels van de appartementencomplexen A t/m I en Roompotstraat 1.
Huismuskast met drie invliegopeningen (Vivara)
De voorzieningen dienen tijdig aanwezig te zijn om de dieren te laten wennen aan deze voorzieningen. Voor tijdelijke vervanging van nestplaatsen van Huismus geldt een gewenningsperiode van drie maanden. De voorzieningen worden daarom voor oktober 2013 gerealiseerd. Nadat de permanente voorzieningen in de huizenblokken gerealiseerd en functioneel zijn, kunnen de tijdelijke kasten worden verwijderd. Specificatie en locatie tijdelijke voorzieningen Huismus Voorzieningen
Aantal
Locatie
Huismuskasten met drie invliegopeningen (Vivara)
33
Aan appartementencomplexen A t/m I en Roompotstraat 1.
Permanente voorzieningen Om de mogelijkheden voor Huismus na de werkzaamheden op tenminste hetzelfde niveau terug te brengen, worden bij de dakgoten van de te renoveren huizenblokken geschikte voorzieningen aangebracht. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten minimaal twee nieuwe verblijfplaatsen worden gerealiseerd (Dienst Regelingen, 2011c). De circa 100 verblijfplaatsen worden aangebracht op locaties die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke locaties.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
11
Bij de dakgoten van de te renoveren huizenblokken wordt in totaal 33 strekkende meter vogelvide aangebracht. Deze worden aangebracht op locaties bij groenvoorzieningen. Specificatie en locatie permanente voorzieningen Huismus Voorzieningen
Aantal
Locatie
33 strekkende meter vogelvide
3 3 meter
Onder de dakgoten aan de te renoveren huizenblokken, bij groenvoorzieningen.
Gierzwaluw Maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden Om te voorkomen dat Gierzwaluw gaat broeden in de bebouwing worden de geschikte nestplaatsen afgeschermd door middel van steigerdoek. De werkwijze voor het ongeschikt maken van de verblijfplaatsen verschilt per werkzaamheid. • De nestplaatsen van Gierzwaluw bij de tot en met september 2014 te renoveren huizenblokken worden ontoegankelijk gemaakt door de dakranden en kopse kanten af te schermen met steigerdoek. Deze maatregelen wordt in januari 2014 uitgevoerd. • De nestplaatsen van Gierzwaluw in de te renoveren appartementencomplexen worden ontoegankelijk gemaakt door de dakranden af te schermen met steigerdoek. Deze maatregel wordt in september 2015 uitgevoerd. • Gierzwaluw maakt geen gebruik van de nestplaatsen in de te slopen appartementencomplexen ten tijde van de sloop. Er zijn daarom geen specifieke maatregelen noodzakelijk. Tijdelijke voorzieningen In de huizenblokken zijn onder de dakrand Gierzwaluwkast 3 openingen (Waveka) 15 nesten aanwezig van Gierzwaluw en in de appartementencomplexen zijn eveneens 15 nesten aanwezig. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten tijdens de werkzaamheden minimaal vijf vervangende verblijfplaatsen aanwezig zijn (Dienst Regelingen, 2011b). De nestplaatsen in de appartementencomplexen worden direct vervangen door permanente voorzieningen. De nestplaatsen in de te renoveren huizenblokken worden vervangen door tijdelijke voorzieningen. De tijdelijke voorzieningen worden aangebracht op locaties die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke locaties. Om het aantal mogelijkheden voor Gierzwaluw tijdens de werkzaamheden op peil te houden, worden 25 kasten met drie invliegopeningen opgehangen onder de luifels van appartementencomplexen A t/m I. De invliegopeningen zijn op (veel meer dan) 3 meter hoogte gerealiseerd, zodat een vrije uitvliegruimte aanwezig is van tenminste 3 meter hoog en 1 meter breed. Gierzwaluwen gebruiken hun nestplaatsen in de periode eind april tot en met half augustus. De vervangende nestplaatsen van Gierzwaluw moeten dus aanwezig zijn voor half april 2014.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
12
Nadat de permanente voorzieningen in de huizenblokken gerealiseerd en functioneel zijn, kunnen de tijdelijke kasten worden verwijderd. Specificatie en locatie tijdelijke voorzieningen Gierzwaluw Voorzieningen
Aantal
Locatie
Gierzwaluwkasten met drie invliegopeningen (Waveka)
25
Onder de luifels van de appartementencomplexen A t/m I.
Permanente voorzieningen Om de mogelijkheden voor Gierzwaluw na de werkzaamheden op hetzelfde niveau terug te brengen, wordt de ruimte achter de dakgoten van de te renoveren huizenblokken toegankelijk gemaakt voor Gierzwaluw. Voor elke aan te tasten verblijfplaats moeten minimaal vijf nieuwe verblijfplaatsen worden gerealiseerd (Dienst Regelingen, 2011b). De 150 verblijfplaatsen worden aangebracht op locaties die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke locaties. De voorzieningen worden achter de dakgoten gerealiseerd (zie bijlage 4), zodanig dat de invliegopeningen op minimaal 3 meter hoogte aanwezig zijn en een vrije uitvliegruimte aanwezig is van tenminste 3 meter hoog en 1 meter breed. Specificatie permanente voorzieningen Gierzwaluw Voorzieningen
Aantal
Locatie
Toegankelijke ruimte achter dakgoten, middels openingen (30x60 mm); zie bijlage 4.
150
Verspreid over de huizenblokken (circa iedere 5 meter een opening)
Overige soorten Er zijn mogelijkheden voor broedgevallen van vogels in de bebouwing en het groen. Broedgevallen mogen niet worden verstoord. Om te voorkomen dat vogels gaan broeden in (de schoorstenen van) de huizenblokken en de appartementencomplexen wordt steigerdoek gespannen of worden roosters geplaatst. De werkwijze voor het ongeschikt maken van de nestplaatsen verschilt per werkzaamheid. • De nestplaatsen bij de huizenblokken worden ongeschikt gemaakt door de schoorstenen ontoegankelijk te maken (middels steigerdoek of roosters). Deze maatregel wordt in januari 2014 uitgevoerd. • De nestplaatsen in de te renoveren appartementencomplexen worden ongeschikt gemaakt door de schoorstenen ontoegankelijk te maken (middels steigerdoek of roosters). Deze maatregel wordt in september, oktober 2015 uitgevoerd. • Wanneer er sloop van appartementencomplexen plaatsvindt in de periode maart tot en met september dienen de aanwezige nestplaatsen ongeschikt gemaakt te worden door de schoorstenen ontoegankelijk te maken (middels steigerdoek of roosters). Deze maatregel wordt in september, oktober 2015 uitgevoerd. Er zijn geen specifieke maatregelen noodzakelijk wanneer er appartementencomplexen in de periode oktober tot en met maart worden gesloopt omdat dan de nestplaatsen niet in gebruik zijn.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
13
Er wordt geadviseerd om de werkzaamheden en de materialenopslag te beperken tot het (netto) plangebied en de bestaande, te handhaven elementen (zoals de watergang) niet aan te tasten. Dit betekent dat er onder andere zorgvuldig wordt gekeken waar de steigers worden geplaatst. Om te voorkomen dat nesten van bijvoorbeeld vogels of Egel worden beschadigd, wordt geadviseerd om kort voor het plaatsen van de steigers een veldcheck uit te (laten) voeren. Eventueel aanwezige nesten kunnen met rood-wit lint worden gemarkeerd, zodat duidelijk is waar de steigers (voorlopig) niet kunnen worden geplaatst. Als er tijdens de werkzaamheden onverwacht andere streng beschermde soorten worden aangetroffen, dan wordt de bij het project betroken deskundig ecoloog direct geïnformeerd; in overleg wordt gekeken hoe overtreding van de FF-wet kan worden voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door het verplaatsen van dieren. Bij vaststelling van soorten van tabel 3 van de FF-wet die niet eerder zijn aangetroffen, wordt contact opgenomen met Dienst Regelingen (Ministerie van EZ).
Samenvatting maatregelen In onderstaande tabel zijn de maatregelen en werkzaamheden per periode samengevat. Periode
Betreft
Inhoud maatregel - opmerking
Gehele periode
Begeleiding
Alle werkzaamheden worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundig ecoloog. Maatregelen registreren en rapporteren (door ecoloog) ten behoeve van verantwoording (ook achteraf).
Gehele uitvoeringsperiode
Voorkomen verstoring nesten vogels en Egels
Een week voor aanvang van de werkzaamheden een veldcheck (laten) uitvoeren op aanwezigheid van nesten van vogels en Egels.
Per direct
Voorzorgsmaatregelen verblijfplaatsen vleermuizen
• • •
Per direct
Voorzorgsmaatregelen nestplaatsen vogels
• •
40 vleermuiskraamkasten (Vivara) ophangen in clusters van 4 aan de zuidelijke, oostelijke en westelijke gevels van appartementencomplexen A t/m I. 4 vleermuiskoloniekasten ophangen aan de zuidwestelijke en zuidoostelijke gevel van het trappenhuis van appartementencomplex D en E. Toegankelijk maken spouwruimtes (20 mm diep) via opengeboorde stootvoegen (15 mm breed) op vijf locaties aan noordelijke gevels appartementencomplexen A t/m E. 33 Huismusnestkasten met drie invliegopeningen (Vivara) ophangen aan appartementencomplexen A t/m I en Roompotstraat 1; 25 Gierzwaluwkasten met drie invliegopeningen (Waveka) ophangen onder de luifels van appartementencomplexen A t/m I.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
14
Sept - okt of half maart - eind april (willekeurig jaar)
Vleermuisonaantrekkelijk maken bebouwing
De bebouwing ongeschikt maken voor verblijfplaatsen van vleermuizen: • huizenblokken: buitenste rij dakpannen aan kopse kanten optillen middels wigjes en daklood bij schoorstenen ombuigen; • te renoveren appartementencomplexen: dakrand ontoegankelijk maken door middel van afschermen met steigerdoek; • te slopen appartementencomplexen: gaten hakken in dak (iedere 2-3 meter een gat van 30x30 cm) en regenpijpen verwijderen.
Januari 2014
Onaantrekkelijk maken van huizenblokken voor vogels
De huizenblokken ongeschikt maken voor broedgevallen van vogels door het spannen van steigerdoek over de dakranden, de kopse kanten en de schoorstenen.
Tijdens de renovatiewerkzaamheden aan de huizenblokken
Nieuwe voorzieningen in te renoveren huizenblokken
•
• •
Ruimte achter dakgoten toegankelijk maken voor vleermuizen (opening 15x100 mm), waarbij ook de ruimte naar de spouw toegankelijk is (minimaal 15x50 mm). Realiseren bij de kopse kanten en tussenmuren (minimaal 108 locaties); Ruimte achter dakgoten toegankelijk maken voor Gierzwaluw (opening 30x60 mm), circa iedere 5 meter (minimaal 150 locaties); Aanbrengen vogelvides (minimaal 33 strekkende meter) bij groenvoorzieningen.
Voorjaar 2015
Verhangen voorzieningen vleermuizen
4 vleermuiskoloniekasten verhangen van het trappenhuis van appartementencomplex D en E naar de zuidelijke, oostelijke en westelijke gevels van huizenblokken 3, 6b en 14.
Sept - okt 2015
Vogelonaantrekkelijk maken te renoveren appartementencomplexen
Schoorstenen te renoveren en eventueel te slopen appartementencomplexen ongeschikt maken voor broedgevallen van vogels door aanbrengen van steigerdoek of roosters. Aangebracht steigerdoek voor vleermuizen maken broedgevallen langs dakranden onmogelijk.
Nieuwbouwontwerp
Voorzieningen in nieuwbouw locatie te slopen appartementencomplexen
• •
Op minimaal vier locaties toegankelijke spouwruimtes (minimaal 20 mm diep) via open stootvoegen (15 mm breed). Uitwerken door architect in samenwerking met ecoloog.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
15
Bronnen De Groene Ruimte, 2012. Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem. De Groene Ruimte, Wageningen (projectnr. 12349). Dienst Regelingen, 2011a. Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011b. Soortenstandaard Gierzwaluw Apus apus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011c. Soortenstandaard Huismus Passer domesticus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011d. Soortenstandaard Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag.
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
16
Ligging plangebied in z’n omgeving (bron ondergrond: Google Earth)
Plangebied (bron ondergrond: Google Earth)
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
17
Eén van de appartementencomplexen
Huizenblokken bij kruising Roompotstraat - Spuistraat
ECOLOGISCH WERKPROTOCOL PLANGEBIED ROOMPOTSTRAAT EN OMGEVING, ARNHEM
18
Bijlage 1. Planning werkzaamheden en maatregelen Werkzaamheden
2013 m r t
a p r
2014 m e i
j u n
j u l
a u g
s e p
o k t
n o v
d e c
j a n
f e b
2015 m r t
a p r
..
a p r
Vleermuiskraamkasten ophangen Koloniekasten vleermuizen ophangen Spouwruimtes toegankelijk maken via openboren stootvoegen Huismuskasten ophangen Ongeschikt maken verblijfplaatsen vleermuizen huizenblokken (deel 1) Netten spannen over huizenblokken ter voorkoming van broedgevallen Check nesten vogels en Egel Uitvoering werkzaamheden huizenblokken Ruimte achter dakgoten huizenblokken toegankelijk maken vleermuizen en Gierzwaluw Vogelvides aanbrengen Gierzwaluwkasten ophangen Ongeschikt maken verblijfplaatsen vleermuizen huizenblokken (deel 2) Verhangen koloniekasten vleermuizen
uitloop
..
2016 s e p
o k t
..
j a n
f e b
2017/ 2018 m r t
a p r
.. .
s e p
o k t
...
Werkzaamheden
2013 m r t
a p r
Ongeschikt maken verblijfplaatsen vleermuizen renoveren appartementencomplexen Ongeschikt maken nestplaatsen vogels te renoveren appartementencomplexen Afronding werkzaamheden huizenblokken Werkzaamheden grootschalige renovatie appartementencomplexen Overleg architect/aannemer voorzieningen nieuwbouw locatie gesloopte appartementencomplexen Ongeschikt maken verblijfplaatsen vleermuizen te slopen appartementencomplexen Indien aan de orde, ongeschikt maken verblijfplaatsen vogels te slopen appartementencomplexen Sloop appartementencomplexen Afronding werkzaamheden grootschalige renovatie appartementencomplexen Werkzaamheden en oplevering nieuwbouw locatie gesloopte appartementencomplexen Planning (geschikte periode voor uitvoering)
2014 m e i
j u n
j u l
a u g
s e p
o k t
n o v
d e c
j a n
f e b
2015 m r t
a p r
..
a p r
..
2016 s e p
o k t
..
j a n
f e b
2017/ 2018 m r t
a p r
.. .
s e p
o k t
...
Bijlage 2. Visualisatie koloniekast vleermuizen
Bijlage 3. Permanente voorziening vleermuizen in huizenblokken
Bijlage 4. Permanente voorzieningen Gierzwaluw in huizenblokken
am Kr
Legenda
me
F
r st t raa
l eve Gr in g en str
k
14
aat st r
aat
G
n Laa
ra lke o V
Huizenblok
va n sikh
t
aaf
traa
aat
ots
is t r
mp
Spu
Ro o
Pre
7
H
9
8
11
10 A nw eg
5a
4a Ro
om
t st
raa t
13
12
B
C
6a 6b
eff
Roompotstraat 204-218
6
Roompotstraat 260-274
1
Slaakweg 215-231
2
Slaakweg 273-289
3
Slaakweg 331-337
8
Spuistraat 4 - 12
10
Spuistraat 14 - 20
12
Spuistraat 22 - 28
7
Spuistraat 51 - 59
9
Spuistraat 61 - 71
11
Spuistraat 73 - 83
13
Spuistraat 85 - 95
G
Laan van Presikhaaf 194-232
H
Laan van Presikhaaf 234-272
I
Laan van Presikhaaf 274-312
A
Roompotstraat 164-202
C
Roompotstraat 220-258
E
Roompotstraat 276-314
B
Slaakweg 233-271
D
Slaakweg 291-329
F
Spuistraat 1-47
af kh a
2
5
Overige bebouwing
D
E
st r aat
3
Pr e si
akw eg
Do
14
va n
S la
4b
Roompotstraat 3-37
Kaart 1. Toponiemen
La an
Dr ie p
1
4
Laagbouwflat
oo
r te
5b
po
I
Laan van Presikhaaf 314-328
6 maart 2013 12407
Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Concept
75
m
100
am Kr me
F
r st t raa
l eve Gr in g en str
k
Vleermuizen Koloniekasten vleermuizen
aat st r
Vleermuiskraamkasten
aat
G
sikh aaf
t
aat
traa
is t r
ots
11
nw eg
4a Ro
om
t st
raa t
I
13
12
B
C
6a
eff
kh a
2
af
6b
akw eg
Do
14
D
E
st r aat
3
Pr e si
S la
4b
va n
1
Kaart 2. Locaties tijdelijke voorzieningen
La an
Dr ie p
oo
r te
5b
po
Gierzwaluwkasten met 3 invliegopeningen onder luifel
Overige bebouwing
10
5a
Gierzwaluw
H
9
8
A
Huismuskasten met 3 invliegopeningen aan gevels
Pre
Spu
mp
Huismus
va n
7 Ro o
Toegankelijke spouwruimtes
n Laa
ra lke o V
Legenda
6 maart 2013 12407
Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Concept
75
m
100
am Kr me
F
r st t raa
l eve Gr in g en str
Vleermuizen Permanente voorzieningen in nieuwbouw
t raa t s k
aat
G
aaf
nw eg
4a Ro
om
t st
raa t
I
13
12
B
C
6a
eff
kh a
2
af
6b
akw eg
Do
14
D
E
st r aat
3
Pr e si
S la
4b
va n
1
Kaart 3. Ligging permanente voorzieningen
La an
Dr ie p
oo
r te
5b
po
Overige bebouwing
11
10
5a
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten
H
9
8
A
Gierzwaluw
sikh
t
aat
traa
is t r
ots
Vogelvide bij groenvoorzieningen
Pre
Spu
mp
Huismus
va n
7 Ro o
Toegankelijke ruimtes achter dakgoten, met toegang naar spouw
n Laa
ra lke o V
Legenda
6 maart 2013 12407
Ecologisch werkprotocol plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Concept
75
m
100