Ecologisch verven en printen
Scriptie Suzanne Gazendam AMFI Fashion and Design 2008-2012 Scriptiebegeleidster: Karla Olgers
Inhoudsopgave
Inleiding……………………………………………………………………………………………………….………………….....6 1. Wat is kleur en wat heeft het voor een effect op de mens?......................................8 2. Wat is de geschiedenis/ontwikkeling van (groen) verven?......................................10 3. Wat is natuurlijk en wat is chemisch?......................................................................12 Verf proces…………………………………………………………………………………………………......………….12 Drukken………………………………………………………………………………………………….….………..……..13 4. Welke affiniteit hebben we met bepaalde kleuren? ……………………….…….…………..…14 5. Welke ontwerpers werken met groen textiel?........................................................16 Willa Stoutenbeek……………………………………………………………………………….………….………....16 OAT Shoes…………………………………………………………………………………………………….…………...17 Suzanne Lee………………………………………………………………………………………….…….……..........18 Lenneke Langenhuijsen………………………………………………………………………….………………..…20 Claudy Jongstra…………………………………………………………………………………………..........….....20 Stella McCartney……………………………………………………………………………….….……………........21 Conclusie……………………………………………………………………………………………………….……………..….22 6. De ecotrend is nog niet erg aangeslagen vanwege het beperkte kleurgebruik......22 Notenlijst………………………………………………………………………………………………………….……….......24 Literatuurlijst………………………………………………………………………………………………..…….........…..25 Boeken……………………………………………………………………………………………………..…..…….…...25 Websites…………………………………………………………………………………………………..…..….…......25 Artikelen …………………………………..………………………………………………………………….….……....26 Afbeeldingen……………………………………………………………………………………………………………...26 Bijlage Afstudeer project, Dries van Noten………………………………………………………………….……..….28
Ecologisch verven en printen. Slaat de eco trend niet aan vanwege het beperkte kleurgebruik?
Inleiding Sinds een aantal jaren is duurzaamheid een belangrijk begrip in de mode. Zelfs zo erg dat men op ieder vlak in de mode industrie zichzelf zo groen mogelijk op de kaart wil zetten. Maar is dit wel mogelijk? Ik denk dat het haast een utopische gedachte is om alles ecologisch te produceren en wat wil de consument? Steeds meer mensen willen een steentje bijdragen aan de natuur en gaan er op letten of iets wel ecologisch verantwoord is. Maar we zijn makkelijk. Zodra er een keurmerk aanhangt waarop staat dat het op wat voor een manier dan ook bijdraagt aan de natuur is het goed. Maar is dit wel zo? We verdiepen ons nauwelijks in dit soort keurmerken en nemen iets al snel aan als waarheid. Daarnaast hangt het ook nog af van de smaak van de consument. Groen produceren is duur en niet voor iedereen betaalbaar. Ook is het onmogelijk om alles wat je nodig hebt om kleding te produceren om te zetten naar verantwoorde machines en hulpmiddelen. Als uitgangspunt wil ik kleur nemen. We kennen eindeloos veel kleuren sinds we de synthetische kleurstoffen hebben uitgevonden. Alle kleuren die een ontwerper wil gebruiken kunnen gerealiseerd worden. Maar dit is niet ecologisch verantwoord. De kleurstoffen zijn schadelijk voor de natuur en bij iedere wasbeurt komt er weer een kleine hoeveelheid in het water terecht. Om dit probleem op te lossen kunnen we de vroegere technieken weer gaan toepassen door kleurstoffen uit de natuur te gebruiken. Maar deze hebben niet dezelfde eigenschappen als de synthetische varianten. Ze hechten minder goed aan de stof, er is een veel minder groot scala aan kleuren en de kleuren zijn veel minder intens. En dit is misschien ook wel de reden waarom de eco trend niet erg aanslaat. De consument is gewend geraakt aan de grote hoeveelheid kleuren waaruit ze kunnen kiezen. En daarnaast wordt ook door een groot deel van de mensen zwart gedragen, een kleur die niet ecologisch verkregen kan worden. In deze scriptie wil ik gaan kijken naar de geschiedenis van het verven, onderzoeken wat kleur voor een effect heeft op de mens en of de eco trend niet aanslaat vanwege het beperkte aantal kleuren.
6
7
1. Wat is kleur en wat heeft het voor een effect op de mens? Kleur is fundamenteel voor de manier waarop we de wereld ervaren. Het staat centraal in onze visuele en emotionele omgeving. Kleur is het eerste wat we opmerken en het kan sterke associaties en reacties veroorzaken. Het is een effectief instrument dat ons kan beschermen tegen gevaar en ons kan leiden naar veiligheid, al is het onbewust. De oude Griekse filosoof Empodocles (492-431 BC) was de eerste persoon die een kleur theorie formuleerde. Het was zijn hypothese dat kleur niet het eigendom is van het object, maar dat het ontstaat door het oog van de waarnemer. Om kleur te kunnen waarnemen heb je licht nodig. Licht is samengesteld uit alle kleuren. licht dat op dingen neervalt wordt deels geabsorbeerd en deels gereflecteerd. De kleur die we waarnemen is de kleur van het gereflecteerde licht. Wordt er geen licht terug gekaatst, dan zien we zwart. Natuurkundige en wiskundige Isaac Newton (1642-1727) formuleerde een logisch kader voor het begrijpen van kleuren. Newton toonde aan dat wit licht is samengesteld uit alle kleuren van de regenboog met zijn prisma-experiment. Het verder ontleden van die kleuren bleek niet mogelijk. Samengevoegd leveren deze elementaire kleuren weer wit licht op. De hersenen ontvangen de kleur via licht door de lens van het oog. de hersenen verwerken de kleur en dit is dus ook een mentaal, psychologisch en een fysiek verschijnsel. Onze perceptie van kleur wordt beïnvloed door de context waarin het zich bevindt: wat er omheen ligt, welke andere kleuren ernaast liggen en de verlichting waarin de kleur wordt waargenomen. Het is het menselijk oog in combinatie met het vermogen van de hersenen wat de aard van de kleur onderscheidt. Ons vermogen om textuur, afstand en drie dimensionaliteit waar te nemen wordt beïnvloed door kleur. Over het algemeen lijken donkere kleuren dingen kleiner te maken terwijl lichte kleuren het tegenovergestelde effect hebben. De betekenis en de emotionele impact van een kleur varieert in de verschillende culturen. Mode oefent ook een belangrijke invloed uit op de associaties die we maken met verschillende kleuren. Bij de ontwikkeling van modeproducten moeten de ‘codes’ bekend zijn die gebruikt worden om met de verschillende kleuren te communiceren. Symbolische kleur associaties beroepen op een publiek dat dezelfde culturele ervaringen deelt. Het idee dat blauw, groen en violet koel zijn, en rood, oranje en geel warme kleuren zijn wordt gedeeld door vele culturen over de hele wereld. Dit verband zit in onze fysieke ervaring met water, schaduw en ijzige klimaten, of brand, zon en de woestijn. De betekenis van kleur lijkt te ontstaan uit een psychologische reactie op een lichamelijke ervaring. Mensen gingen kleuren gebruiken om zich te onderscheiden van de rest of om te laten zien dat ze bij een bepaalde groep hoorden. Ze deden dit door middel van tatoeages, het verven van haar of het beschilderen van het lichaam en gezicht. Ook het textiel werd geverfd om te laten zien waar ze bij wilden horen.
8
Kleurentheorie
Kleuren veroorzaken associaties
Mensen gebruiken kleur om zich te onderscheiden van de rest.
9
2. Wat is de geschiedenis/ontwikkeling van (groen) verven? Om er achter te komen op welke manier de mens hun textiel verfden moeten we kijken naar archeologische vondsten. Men kon namelijk eerder verven dan men het schrift kende. Het oudste verfrecept is 2600 jaar oud. Mensen hebben al vroeg geëxperimenteerd met kleurstoffen. Dit waren vermalen mineralen die ze gebruikten om rotswanden mee te beschilderen. De oudste grotschilderingen komen uit de midden steentijd en zijn zo’n 25.000 jaar oud. Om textiel te verven werden kruiden en planten gebruikt. De gebruikte textiel soorten waren wol, zijde of linnen. Deze verfden ze met bijvoorbeeld de Wede, dit is een plant waar de kleurstof indigo uitgewonnen kan worden en dus een blauwe kleur geeft, of de Meekrap voor de kleur rood. De plant Wou uit europa geeft een gele kleurstof af. De meeste kruiden en planten geven een gele of geel groenachtige kleur. Echter zijn niet alle kleuren kleurvast en vervagen na verloop van tijd. Ook kon er geverfd worden met purper, paars, die gewonnen werd uit purperslak. Deze werd gebruikt in de Griekse oudheid door de Romeinen en de Grieken. Uit deze slakken wonnen ze de verfstof Tyrisch purper. Een verwijzing naar de stad Tyrus. Deze purperrode verfstof was het teken van rijkdom, smaak en aanzien en het werd de traditionele koningskleur. Het was daarbij ook een zeer kostbare kleurstof. Je had 8000 slakken nodig om één gram kleurstof te krijgen. Daarnaast is het ook niet ecologisch verantwoord vanwege het gebruik van dieren. in hoeverre men verfde en of dat voor de hele bevolking gold of alleen voor de hoog geplaatsten is afhankelijk van de tijd en de cultuur en ook van welke kleurstof. Het oudste bewijs is een wollen draadje dat om een botje was gewonden en dat rood was gekleurd. Dit is in Turkije gevonden en is 12,000 jaar oud. De eerste materialen die geverfd werden zijn linnen, katoen, wol en zijde. In 1170 werd in Londen de eerste ververs gilde opgericht dat werd gevolgd door andere landen. In de middeleeuwen was het verven van wol en linnen een beroep dat hoog in aanzien stond. Ook was het erg geheimzinnig. Vooral de kleuren rood en blauw die erg moeilijk te verkrijgen waren. Dit recept bleef binnen de gilde. In de 17e eeuw maakten we kennis met de bedrukte stoffen die uit India werden aangevoerd door de Oost-Indische Compagnie. Het bedrukken van textiel was al langer bekend in Europa maar de ingevoerde stoffen hadden een veel hogere kwaliteit. Deze stoffen werden onder andere gebruikt voor klederdrachten en dagelijkse kleding. In Engeland, Frankrijk, Duitsland, en Spanje kwam er een invoer verbod om hun eigen textiel industrie te beschermen, wat als gevolg had dat er flink werd gesmokkeld. In 1679 kwam in Amsterdam de eerste textiel drukkerij en meer steden volgden. Deze bedrijven waren nauw verbonden met de andere takken van de textiel industrie, zoals weverijen en spinnerijen. In 1869 werd de Alizarine, de rode kleurstof uit meekrap, vervangen door een synthetische kleurstof waardoor vele meekrap kwekers werkeloos werden. In 1890 werd er een synthetische variant van blauw gevonden en waren de wede en de indigo overbodig. 10
Het verven van textiel is allang geen ambacht meer, maar een productie proces in moderne fabrieken. We hebben veel meer kleuren tot onze beschikking dan vroeger en de geheimzinnigheid en de kunst van het maken van kleurstoffen zijn zo goed als verdwenen. Door de grote hoeveelheid textiel die geverfd moet worden is het gebruik van synthetische verstoffen enorm toegenomen. Maar daarnaast is het verlangen naar ecologisch verven ook gegroeid. We willen weer terug naar de basis, maar is dit wel mogelijk nu we de toegang hebben tot al die verschillende kleuren. Dit is namelijk onmogelijk te bereiken met de middelen die we hebben uit de natuur. Dus misschien ligt de verklaring van het feit dat ecologische kleiding niet erg aanslaat wel bij keuzebeperking in kleur.
Meekrap
Wol geverfd met de wortel van Meekrap
Fabrieksmatig verven en printen van textiel
11
3. Wat is natuurlijk en wat is chemisch? Textiel, vroeger alleen van plantaardige (katoen, linnen) of dierlijke (wol, zijde) herkomst, werd met kleurstoffen uit de natuur aangekleurd. Hiervoor werden zowel anorganische verbindingen (roet, ijzeroxide) als kleurstoffen van plantaardige of dierlijke herkomst gebruikt. Ook nu nog is er een aantal natuurlijke kleurstoffen die gebruikt worden bij het aanverven van textiel, maar meestal wordt er gebruik gemaakt van synthetische kleurstoffen. Deze zijn soms wel praktisch identiek met kleurstoffen die ook in de natuur kunnen worden aangetroffen. Maar veel synthetische kleurstoffen zijn ontwikkeld om betere eigenschappen te hebben dan kleurstoffen die in de natuur voorkomen: betere lichteenheid, betere wasechtheid, kleuren die in de natuur niet of nauwelijks voorkomen en kleurstoffen die speciaal zijn ontwikkeld voor het aanverven van synthetische vezels. De synthese van kleurstoffen, het namaken van kleurstoffen uit de natuur, is in de periode 1850-1860 voor het eerst uitgevoerd. De kennis van de kleurstofchemie was toentertijd beperkt, maar door het samenvoegen van een aantal ingrediënten en deze op de juiste manier te behandelen werden kleurstoffen gemaakt die leken op kleuren uit de natuur. Deze kleurstoffen hadden betere eigenschappen dan veel van de kleurstoffen uit de natuur. Daarna zijn er voor het aanverven van het textiel vele andere kleurstoffen ontwikkeld, die uiteindelijk de natuurlijke kleurstoffen helemaal op de achtergrond hebben gezet. Voor het aanverven van textiel is het noodzakelijk dat de goede combinatie van kleurstoffen en textiele vezels wordt gebruikt. Alleen dan krijg je een kleur die niet alleen mooi is maar ook mooi blijft. Voor verschillende soorten textiel moet ook met verschillende soorten verfstoffen worden geverfd. Om een mooi resultaat te krijgen moet ook volgens een vaste procedure worden geverfd. In de loop van de tijd zijn er veel verf- en drukmethoden ontwikkeld waarbij steeds weer op een reproduceerbare wijze hetzelfde resultaat kan worden verkregen. Momenteel vinden veel ontwikkelingen plaats om juist bij het verven en het drukken de milieubelasting zoveel mogelijk te beperken. Verfproces In de textielindustrie wordt onderscheid gemaakt tussen continue verfprocessen en discontinue verfprocessen. Discontinue verfprocessen worden vaak toegepast bij garens of kleine hoeveelheden doek. In een verfmachine wordt het doek eerst gereinigd en zo nodig gebleekt. Het reinigen is nodig om het textiel overal even toegankelijk te maken voor de kleurstof. Vervolgens worden de kleurstof en alle hulpmiddelen aan het doek toegevoegd. Door de kleurstofoplossing door het textiel te pompen en door temperatuurverhoging en eventuele toevoeging van extra chemicaliën wordt de kleurstof zo egaal mogelijk verdeeld. Als de kleurstof in de textiel vezels is gedrongen en is gefixeerd, wordt het verfbad vervangen door een spoelbad. Kleurstof die niet goed is gefixeerd wordt weg gewassen. Zou dit niet gebeuren dan zal het textiel bij gebruik en in de was veel kleurstof afgeven. Voor elk type kleurstof en voor elk type textiel vezel is een uitgekiende procedure ontwikkeld om een zo goed mogelijk verfresultaat te verkrijgen. Bij het continu verven wordt het doek eerst in een apart proces gereinigd en gebleekt. Dit doek wordt vervolgens door een verfbad gehaald, waar een gecontroleerde hoeveelheid 12
kleurstof op het doek wordt gebracht. Vervolgens wordt de kleurstof gefixeerd door middel van hete lucht of stoom. Na de fixatie vindt weer een wasproces plaats om de niet gebonden kleurstof weg te spoelen. Continu verfprocessen worden toegepast bij grote hoeveelheden doek voor bijvoorbeeld werkkleding of tentdoek. Drukken Drukken is in feite niets anders dan het plaatselijk verven van textiel. Verschillende kleurstoffen worden door middel van sjablonen op het doek gebracht. Daarna volgt weer een fixatie op dezelfde wijze als bij continu verven en een na wassing om niet gebonden kleurstof en de hulstoffen (onder andere verdikkingsmiddelen om het uitlopen van kleurstof te voorkomen), die bij het drukken worden gebruikt, uit te spoelen. Bij het drukken wordt meestal rotatiezeefdruk (ronde sjablonen) of vlakzeefdruk toegepast. Veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van ink-jet drukmachines voor textiel. Hiermee kan met veel minder kleurstof en met veel minder afval worden gedrukt. Een nadeel van de ink-jet drukmachines is momenteel nog de geringe productiesnelheid, waardoor deze techniek alleen maar geschikt is voor het bedrukken van kleine hoeveelheden textiel (bijvoorbeeld voor stropdassen of sjaals met een exclusief dessin, haute couture voor modeshows of zeer grote dessins waarbij bijna geen sjablonen worden gemaakt). De verwachting is dat de inkjet technologie de komende jaren veel meer zal worden toegepast als de productiecapaciteit groter wordt. Bij het verven van textiel komt niet alle kleurstof op het textiel terecht. Gemiddeld komt 1520% van alle kleurstoffen die bij de productie van textiel worden gebruikt in het afvalwater terecht. De meeste kleurstoffen zijn in het afvalwater weinig schadelijk, met uitzondering van kleurstoffen die voor het verven van acryl worden toegepast. Aan de andere kant is het wel zo dat kleurstoffen vaak moeilijk afgebroken worden. Een deel van de kleurstoffen, zoals pigmenten en kruipkleurstoffen is niet in water oplosbaar en zal in het slib van waterzuiveringsinstallaties neerslaan. Andere kleurstoffen zoals reactieve kleurstoffen en directe kleurstoffen zijn goed in water oplosbaar. Met name reactieve kleurstoffen zijn moeilijk afbreekbaar in biologische zuiveringsystemen. In veel westerse landen worden textiel bedrijven door middel van wetgeving verplicht om het afvalwater te ontdoen van kleurstoffen. Veel aandacht wordt besteed aan het verbeteren van het fixatierendement van kleurstoffen bij het verven van textiel. Zowel kleurstofproducten als de bouwers van verfmachines proberen door aanpassingen het verlies van kleurstoffen zoveel mogelijk te beperken. Ook worden nieuwe processen bedacht waarbij bijna alle kleurstoffen in de textielvezel gefixeerd worden en er nog maar heel weinig kleurstof in het afval water terecht komt. het duurt echter lang voordat zulke processen zijn ontwikkeld en in de praktijk toegepast worden. Het is ons gemakkelijk gemaakt om te verven met chemische middelen en om alle kleuren te gebruiken die we maar willen, maar dit is niet goed voor het milieu. We willen ervoor zorgen dat het milieu intact blijft en proberen met alle mogelijke middelen dit chemische proces natuurvriendelijker te maken of zelfs helemaal te vervangen door gebruik te maken van 100% natuurlijke verfstoffen. Maar is dit wel wat we willen? Want de kleuren die je krijgt van natuurlijk verven zijn over het algemeen zachte kleuren zoals beige, licht groen en licht roze. We zullen dus moeten kiezen uit twee behoeftes: ecologisch of alle kleuren van de regenboog. 13
4. Welke affiniteit hebben we met bepaalde kleuren? Tegenwoordig wordt er veel gekeken naar welke kleuren bij een bepaald persoon passen. Er zijn bedrijven die zich specialiseren in kleur. Hier kun je je laten adviseren over welke kleur bij je past. Dit kun je dan toepassen in je kleding, accessoires en make-up. Daarnaast wordt er natuurlijk elk seizoen bepaald wat er ‘in’ is in de mode en kleur speelt hierin een belangrijke rol. Vaak loopt dit uiteen van drukke prints tot sobere donkere kleuren. Bij ieder seizoen is vaak een groot scala aan kleuren toegepast maar hierbij wordt eigenlijk helemaal niet gekeken naar duurzaamheid. Het is een apart hoofdstuk in de mode. We willen zoveel mogelijk ecologisch produceren maar als het gaat om het bepalen van de trends, en voornamelijk bij kleur, wordt duurzaamheid volledig achterwege gelaten. Er wordt puur gekeken naar wat de consument wil. Als voorbeeld wil ik graag het merk Stone Island nemen. Dit is een mannen merk dat erg in trek is bij de jeugd. Stone Island heeft onlangs een jassen collectie gemaakt; shadow project genaamd. Hierbij speelt kleur een belangrijke rol. In hun collectie zie je een combinatie van harde kleuren tegenover zachte natuurtinten als beige en groen, maar wat hun shadow project zo bijzonder maakt is dat de kleuren veranderen door de speling van de natuur. Door bijvoorbeeld zonlicht krijgt het kledingstuk een andere teint. Dit is een hele interessante ontwikkeling op het gebied van kleur maar niet op het gebied van duurzaamheid. Het is namelijk een chemisch proces en helemaal niet ecologisch verantwoord. Maar dit is wel wat de consument wil, bijzondere kleding, maar de ecologische kant wordt dan volledig achterwege gelaten. Ook Lacoste heeft een zwembroeken lijn ontwikkeld met prints die verdwijnen als je in het water gaat. Eenmaal opgedroogd komt de print weer tevoorschijn. Ook dit is natuurlijk een belangrijke ontwikkeling op het gebied van kleur maar ook dit is totaal niet duurzaam. Daarnaast word je ook onbewust beoordeeld op de kleuren die je draagt. Als iemand veel kleur draagt word je snel beschouwd als een vrolijk persoon terwijl als je veel zwart draagt behoor je tot de meer sobere persoonlijkheden. Een goed voorbeeld hiervan is de nieuwe Esprit reclame met Gisele Bundchen. Zij zegt in de reclame:”Wat voel je als je iemand op straat ziet die een heldere kleur draagt? Voor mij betekent dit gelijk dat dit een vrolijk persoon is. Als je in de zomer over straat loopt en je ziet allemaal heldere kleuren als oranje en rood en geel en groen, het is als zonneschijn. Kleur is leuk.. het is leuk..’i Ook hier wordt de link gelegd dat kleur je persoonlijkheid bepaald en dat je je in de zomer vrolijk voelt dus heldere kleuren moet dragen. De consument wordt hierdoor beïnvloed en laat wederom het duurzaamheids aspect achterwege. Er blijft op deze manier maar een kleine groep mensen over die zich wel volledig inzet voor de natuur en zich dus niet laat afleiden door de vele reclames van mode merken om te kopen wat zij ontwikkelen. Of het nu wel of niet duurzaam is. Deze kleine groep mensen maakt het minder uit hoe ze voor de dag komen, als het maar ecologisch verantwoord is. En vaak zie je ook dat deze groep het juist prettig vindt dat de ecologische kleuren juist niet zo uitgesproken zijn. Ze leven hun leven en willen niet perse opvallen. Ik vraag me af hoe het zit met ontwerpers die dit juist willen combineren. Die uitgesproken kleding maken willen maken voor het grote publiek, maar waarbij ze duurzaamheid een net zo grote rol laten spelen. 14
Stone Island collectie; Shadow Project
Esprit reclame met Gisele Bundchen
15
5. Welke ontwerpers werken met groen textiel? Er zijn verschillende ontwerpers die op een vernieuwende manier groen textiel op de markt willen brengen maar wordt daarbij ook gelet op kleur en is dit wel ecologisch verantwoord? Of beperken ze zich tot het materiaal en is de kleur de volgende stap? Willa Stoutenbeek vertegenwoordigt merken als Daryl van Wouw en Blue Blood bij Spice PR. Ze heeft het helemaal gehad met de vluchtigheid van mode. ‘ik vind dat er ook een hele onaardige kant aan het modevak zit. Er heerst een enorme arrogantie en met name aan de productie kant worden veel mensen misbruikt.’ii Sinds een jaar runt ze de duurzame kant van Spice PR. Daarnaast wil ze met haar bedrijf Wgreen een online plek creëren voor mensen die best duurzamer willen leven, maar geen zin en tijd hebben om zelf uit te zoeken welke merken ze dan moeten kopen. Volgens haar is er een grote zwevende groep die het belang van duurzaamheid inziet maar er niet te veel moeite voor wil doen. ‘Ik wil mensen zo veel mogelijk laten zien dat er heel veel leuke alternatieven zijn, want op het moment dat je het gevoel hebt dat je gewoon hetzelfde leven kunt blijven leiden en geen concessies hoeft te doen in luxe, niet alleen maar gierst hoeft te eten of enkel gebreide vesten uit Mongolië hoeft te dragen, wordt het een stuk aantrekkelijker.’iii Willa denkt dat het muntje is gevallen. Veel mensen denken volgens haar nog steeds dat duurzaamheid een tijdelijke trend is maar er komen veel meer multinationals als AH, BMW en Unilever die vertellen over de grote rol die duurzaamheid in de toekomst in hun bedrijf gaat spelen. ‘ze kunnen eenvoudigweg niet achter blijven. Anders slaan ze straks, als de grote vraag van de consument daar is, de plank mis.’iv Volgens haar worden de mensen dus steeds bewuster van het feit dat het bijna onmogelijk is om niet duurzaam te leven. Ik vraag me af of de consument er al wel klaar voor is. Mensen willen best concessies doen maar nog niet zo erg wat kleding betreft. Het wordt ons te makkelijk gemaakt en zeker op het gebied van kleur. We hebben ontzettend veel keus en we staan vaak niet eens stil bij het feit dat verven en printen zo slecht is voor het milieu. Daarnaast is het zo, dat als we voor ecologische kleding kiezen met het feit dat het een duurzaam materiaal is als hennep of ecologisch katoen, dat we dan denken ons doel om duurzaam bezig te zijn al behaald te hebben. Maar aan de kleur of print die erop zit wordt helemaal geen aandacht besteed.
www.w.green.org is de site van Willa Stoutenbeek 16
OAT Shoes is een klein beginnend bedrijf dat biologisch afbreekbare schoenen ontwikkelt. Zelfs als je de schoen in de aarde zou begraven zou hij weer volledig opgenomen worden door de natuur, ook zullen er weer bloemen uitgroeien omdat er zaden in de schoen verstopt zijn. Op deze manier geeft de schoen ook wat terug aan de natuur. “The future of fashion lies in a reconciliation between nature and industry. OAT Shoes strives to lead the way to that future.” v
Wat OAT Shoes wil bereiken is het sluiten van de cirkel. We zijn ontstaan uit de natuur en alles wat we gebruiken moet ook weer door de natuur kunnen worden opgenomen. Daarnaast willen ze ook dat de industrie en de natuur samen komen. Dit is lastig want je moet concessies doen tussen uiterlijk, functionaliteit, prijs en comfort. Kies je voor een schoen met stijl of voor duurzaamheid. OAT Shoes wil beide. een mooie schoen die ook duurzaam is. De materialen zijn stuk voor stuk duurzaam. De schoenen zijn volledig gestikt in plaats van gelijmd. Er is gebruik gemaakt van hennep en biologisch katoen en de zolen zijn van rubber. Rubber is een natuur product en dit kan dus ook weer moeiteloos door de natuur worden opgenomen. Dit is ook tevens het enige deel van de schoen dat kleur bevat. Het hennep en het katoen zijn ongekleurd. Hun tweede lijn schoenen laat wel kleur zien. Deze sneaker is gemaakt van biologisch afbreekbaar leer in samenwerking met Koninklijke Hulshof Tanneries in Nederland. De missie van Hulshof is om als eerste gecertificeerde, biologisch afbreekbaar leer in de wereld te ontwikkelen. Dit doen zij door het vervangen van niet duurzame chemicaliën door duurzame producten. Het leder kan zo worden opgenomen door de natuur en gebruikt worden als mest. Maar is de kleur die in de zolen en het leer wel ecologisch verantwoord en kan het geen kwaad als dit opgenomen wordt door de natuur? De zolen van de schoenen worden gemaakt van bioplastic en vervaardigd door middel van spuitgieten, de kleur zit dus eigenlijk al in het plastic zelf. Het gekleurde leer is getest op toxiciteit en afbreekbaarheid en ook dit kan volledig opgenomen worden door de natuur.
Eerste en tweede collectie van OAT Shoes
17
Suzanne Lee is een Britse mode ontwerpster die met een revolutionaire manier van ontwerpen komt: kleding kweken. Dit doet zij met een paar liter suikerwater, groene thee en wat gluconacetobacterxylinus, een micro-organisme dat veel cellulose maakt. Dit gaat samen in een badkuip en in een paar dagen ontstaat er een laag op het water. Dit haalt ze uit de kuip en nog nat modelleert ze dit op een mannequin. Er komt geen handwerk aan te pas, er hoeft niet te worden genaaid. Daar waar de uiteinden elkaar overlappen hecht de huid zich aaneen tijdens het drogingproces. ‘erg experimenteel nog, de jurk is niet draagbaar maar ik heb wel bewezen dat de theorie klopt: je kunt kleding maken van microbacteriën. En je hoeft niet eens te naaien.’vi Het is dan ook absoluut geen kunst object. Ze is er van overtuigd dat deze techniek realiseerbaar is voor een grote productie en zou een goede vervanging kunnen zijn voor leer omdat het hetzelfde aanvoelt. Onderzoek naar nieuwe materialen is leuk zolang we niet vergeten waarom we kleding dragen. ‘Ook over vijftig jaar willen we er cool, sexy en trendy uitzien. We gaan echt niet rondlopen met elektronische toestanden en zware batterijen op zak,’vii is Lee’s overtuiging. De Biocouture moet er hip uit zien. Ze maakt dan ook prints op het plantaardige leer. Dit doet ze door middel van een plank met een van spijkers geslagen patroon erin. Hier gooit ze het natte materiaal overheen. Doordat er een soort zuur in zit gaat het oxideren in contact met de metalen spijkers. Wat er door ontstaat is een zwarte print. Puur biologisch, zonder het met verf te behandelen. Lee’s manier van kleding produceren biedt nog een voordeel: het is zelfhelend. Een scheur in je jurk is makkelijk op te lossen door het thuis in een bak met suikerwater en groene thee te leggen en het heelt zichzelf. Het is nog wel te vroeg voor een collectie, er moet nog veel gebeuren voordat het draagbaar is. ‘Ik heb het natuurlijk zo waterdicht wanneer ik er met chemicaliën over heen ga, maar dat wil ik niet.’ viii Het is een lang ontwikkelingsproces waar veel verschillende beroepstakken bij komen kijken. en in de mode wordt dit niet altijd gewaardeerd. ‘Wat ik doe wordt door veel van mijn collega’s niet gezien als design. Wat ik doe is niet wat je gewend bent van een conventionele modestudio. Mode is voor de meeste comfort, sexappeal en stijl. Collecties gaan steeds sneller, er is geen tijd voor research.’ix Lee wil met haar project het leven beteren. ‘Ik had genoeg van de conventionele mode industrie, daarom ben ik eruit gestapt en dit pad op gegaan. De eindeloze cirkel van meer collecties en meer kleren, zonder je af te vragen hoe dingen worden gemaakt en of er een oplossing is voor het dumpen van gif in sloten tijdens het productieproces. De industrie is in de laatste tien jaar alleen maar in negatieve zin veranderd. Tien jaar geleden ging het nog om ideeën en concepten, nu komt iedere celebrity met een eigen t-shirt collectie, zonder ook maar enige kwalificaties en inzicht in het ontwerp. Er is ook geen historische context; alle kwaliteit en kennis wordt uit het raam gegooid, het gaat alleen nog maar om cheap shit fast fashion. Ik wil er niks meer mee te maken hebben, ik haat het.’ x Ze hoopt dat de oppervlakkige modecultuur in de westerse wereld snel implodeert. Lee heeft haar hoop gevestigd op de nieuwe generatie. Ze beseffen namelijk allemaal dat je je voor smart design tot de natuur moet wenden. Ze denkt niet dat dit een trend is, dit is waar de 21e eeuw over gaat. Biotechniek is de toekomst. ‘Jonge mensen hebben genoeg van de massaproductie en zoeken naar producten die een verhaal vertellen en iets uitademen van de menselijke hand.’xi
18
Suzanne Lee laat duidelijk zien dat ze voor een duurzamer bestaan is en dat we terug moeten naar de basis, de natuur. Door het ontwikkelen van een natuurlijk materiaal dat veel voordelen heeft zet ze een nieuwe stap in de mode en probeert ze zich los te rukken van de massa productie, ondanks dat alles nog in de kinderschoenen staat en er nog veel ontwikkelingen doorgemaakt moeten worden. Qua print techniek zoekt ze ook al naar interessante alternatieven om dit ook duurzaam te doen. Ze gaat all the way en dit is een goede start. Al ogen de kleuren nog wel wat neutraal, als ze dit project kan doorzetten kan ze zichzelf misschien ook op dit vlak nog verbeteren.
19
Lenneke langenhuijsen is afgelopen jaar afgestudeerd aan de Eindhoven Design Academie met haar Wooden Textiles collectie. Zij wilde hout zo door ontwikkelen dat het een flexibel materiaal werd en ook gebruikt kan worden voor kleding. Ze is vertrokken naar Tonga, waar de lokale bevolking de bast van de moerbeiboom wint om kleding van te maken. Ze slaan eindeloos op de bast waardoor het een vaste maar flexibele structuur krijgt. Ze is samen met de lokale bevolking dit door gaan ontwikkelen en heeft ook geëxperimenteerd met het verven en het toepassen van borduurwerk in het houten textiel. Ze heeft dit samen gebracht in een boek om de potentie te laten zien van Wooden Textiles als een basis voor textiel. Ze heeft daarnaast van het textiel een meubel collectie ontwikkeld. Dit is een interessante ontwikkeling op textiel gebied en tevens heeft zij de toevoeging van ecologisch verven toegepast om het hout andere kleuren te geven. Wel zijn ook deze kleuren niet erg sprekend. Het houdt dezelfde neutrale tinten. Dit kan heel mooi zijn omdat het gecombineerd wordt met de structuren van hout, maar dit is nog niet aantrekkelijk voor het grote publiek.
Wooden textiles van Lenneke Langenhuijsen
Claudy Jongstra is een kunstenares die unieke vilten stoffen maakt, haar kunstwerken en installaties hangen in grote musea en sieren openbare gebouwen over de hele wereld. Terwijl haar focus juist op een productieproces ligt dat zo dicht mogelijk bij huis is. Claudy Jongstra heeft het hele productieproces al vanaf het begin van de oprichting van haar bedrijf (in de jaren 90) in eigen hand en zo dicht mogelijk aan huis willen houden. Het begint met haar eigen kudde Drentse Heideschapen, die in Nederlandse natuurgebieden graast en bijdraagt aan het landschapsbeheer. De wol van deze schapen vormt het basismateriaal voor Claudy's werk. De duurzame werkwijze gaat verder met het verven van de wol in grote ketels op eigen erf, met verf die het team van Studio Claudy Jongstra zelf bereidt uit planten. Geen synthetische kleuren dus, maar unieke natuur kleuren van wouw, meekrap en andere inheemse planten. En natuurlijk vindt het ontwerpen en vilten zelf in de studio op het Friese platteland plaats. Dit jaar gaat Jongstra een stap verder in haar bijzondere manier van werken. Zij wil haar eigen verfplanten telen - in het Waddengebied. In samenwerking met twee boeren uit de gemeente Het Bildt en onder begeleiding van wetenschappers van de 20
universiteit van Wageningen zal dit najaar de eerste oogst Sint Janskruid, Rode Klaver en Ridderspoor worden binnengehaald. De teelt kan met het keurmerk 'Waddengoud' worden gecertificeerd, als duurzaam product uit het Waddengebied. De kring van een geheel zelfvoorzienend productieproces is dan gesloten. Voor Claudy Jongstra is deze locale manier van werken, met respect voor de natuur, vanzelfsprekend: "We hoeven de producten niet ver van huis te zoeken - het heeft vele voordelen als we met de natuur om ons heen samen werken." Zo kan de teelt van inheemse verfplanten de biodiversiteit in het Waddengebied verhogen, en ook de boeren die land beschikbaar stellen, zijn blij met de verbreding van hun teeltplan. Niet vergeten het eindproduct zelf. Claudy: ‘Deze unieke kleuren krijg je nooit met synthetische kleurstoffen. Ik ben blij om binnenkort met planten te kunnen verven die zo dicht bij huis zijn gegroeid!’.xii Claudy Jongstra heeft een manier gevonden waarop ze de kleuren krijgt die ze wil voor haar wol. Dit zijn ook inderdaad kleuren die spreken en die een stuk feller zijn dan de ecologische kleuren die we al kennen. Het voordeel is dat de pigmenten van planten goed hechten op wol en daarnaast hoeven haar kunstwerken niet gewassen te worden en zal de intensiteit van de kleur behouden blijven. Bij kleding is dit een ander verhaal maar het zou wel een startpunt kunnen zijn om dit ook in de kleding industrie te gaan door ontwikkelen om uiteindelijk ook dezelfde kracht van de kleur in textiel te krijgen en deze ook te behouden.
Vilten kunstwerken van Claudy Jongstra
Stella McCartney staat bekent om haar ecologische en diervriendelijke collecties. Ze wil kleding ontwerpen die lang blijft bestaan, waar je voor moet zorgen. Ze gelooft in recyclen en probeert met zoveel mogelijk materialen te werken die ook gerecycled kunnen worden. Ook van bont maakt zij absoluut geen gebruik en de kleuren die in haar kleding zitten verft ze met low-impact verf. Dit geeft van alle verfstoffen de minst schadelijke stoffen af. Het is positief dat zij met een hoogstaand merk laat zien dat het niet onmogelijk is om ecologisch te produceren en dat zij stap voor stap haar bedrijf steeds duurzamer maakt. Er zijn genoeg ontwerpers die het initiatief nemen om de eerste stappen naar een duurzamer bestaan in de mode te zetten. En op materiaal gebied zien er al interessante ontwikkelingen maar nog steeds wordt het grote publiek niet bereikt.
21
Conclusie 6. De ecotrend is nog niet erg aangeslagen vanwege het beperkte kleur gebruik. Dat duurzaamheid in de mode een grote rol speelt is duidelijk. Er wordt op alle mogelijke manieren geprobeerd om het productie proces zo ecologisch mogelijk te laten verlopen en door middel van reclame het ook aan de consumenten te laten zien. Maar toch bereikt het niet het grote publiek. Tijdens mijn onderzoek ben ik ingegaan op het onderwerp kleur binnen duurzame mode en ben tot de conclusie gekomen dat dat een van de redenen is dat de eco trend niet aanslaat. De kleuren die tot nu toe bereikt worden door ecologisch te verven en printen zijn te oppervlakkig. Het blijft hangen bij beige, licht groen en roze, pastel tinten. Deze kleuren leggen ook een link naar de natuur maar de consument wil meer. Het grote publiek draagt veel zwart met daarnaast felle kleuren als rood en turkoois. Dit zijn uitgerekend de kleuren die heel lastig duurzaam te verkrijgen zijn. Op het gebied van textiel zijn we al veel verder gevorderd en daar komen hele interessante dingen uit. Zoals de Wooden textiles van Lenneke Langenhuijsen en de BioCouture van Suzanne Lee. Ook hier wordt al geëxperimenteerd met kleur maar ook dit blijft nog hangen bij pastel tinten. Claudy Jongstra is al een stap verder. Zij heeft het voor elkaar gekregen om met natuurlijke verstoffen van eigen grond felle en harde kleuren te verkrijgen. Dit is alleen nog niet toepasbaar in kleding. Het is niet kleur bestendig tijdens meerdere wasbeurten. Dan ligt er nog een probleem bij de grote productie bedrijven. Met de snelheid waarmee nu geproduceerd wordt is het onmogelijk om volledig sustainable te verven. Daarnaast laat Stella McCartney wel zien dat het stap voor stap mogelijk is. Zij verft niet 100% ecologisch maar ze probeert wel zo veel mogelijk aan de natuur te denken. Dit zouden de grote industrieën ook moeten doen. Uiteindelijk ligt de keuze bij de consument. Zolang er interessante dingen als kleur veranderende stoffen zoals bij Stone Island en Lacoste op de markt komen is de keuze snel gemaakt. We willen er stijlvol en hip uitzien en dat verkiezen we boven duurzaamheid. We zijn te makkelijk en we laten ons beïnvloeden door de grote merken die zeggen wat we moeten dragen en dit is in de meeste gevallen niet ecologisch verantwoord. De groep mensen die nu kiest voor duurzaamheid is nog te klein en dit is ook de groep die zich niet laat beïnvloeden. De grote merken moeten zich laten horen. Als zij duurzaam worden en de nadruk gaan leggen op de daardoor veranderende keuzen in kleuren en dit uitdragen, gaat het grote publiek mee. Maar helaas leven we in een wereld waar alles draait om geld en een ecologisch verantwoord bedrijf is duur en levert niet genoeg winst op. We leven in een maatschappij die van kleur houdt, we worden er vrolijk van en het doet ons denken aan de zomer en de prachtige kleuren in de natuur. Maar sta wel stil bij het feit dat het die zelfde natuur ook kapot maakt. We moeten keuzes maken en minder egoïstisch zijn. De natuur geeft ons alles wat we nodig hebben en we zullen deze moeten blijven koesteren.
‘Go, take your lesson, from nature, That’s where our future lies.’ -Leonardo da Vinci22
xiii
23
Notenlijst i
Esprit, 2012. Gisele Bundchen. Available at: http://www.youtube.com/watch?v=e4Hkk6mdYQ ii
Hering, F. 2011. ‘groen is de mode’, glamour. No. December 2011 blz 116-119
iii
Hering, F. 2011. ‘groen is de mode’, glamour. No. December 2011 blz 116-119
iv
Hering, F. 2011. ‘groen is de mode’, glamour. No. December 2011 blz 116-119
v
Maats, C. 2010. Oat Shoes. Available at: http://www.oatshoes.com/about/
vi
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
vii
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
viii
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
ix
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
x
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
xi
Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
xii
Interwad, 2010. Duurzame bedrijven in het waddengebied; Claudy Jongstra. Available at: http://www.waddenzee.nl/studioclaudyjongstra.2512.0.html xiii
Pygott, C. Ternaux, E. Ternaux, J-P. Ternaux, M. 2012. Industry of nature : another approach to ecology. Amsterdam, Frame.
24
Literatuurlijst Boeken Flint, I. 2008. Eco colour; botanical dyes for beautiful textiles. Australia: Murdoch Books Gwilt, A. & Rissanen, T. 2011. Shaping sustainable fashion; changing the way we make and use clothes. Londen: Earthscan. Hallet, C. & Johnston, A. 2010. Fabric for fashion; a comprehensive guide to natural fibre. Londen: Laurence King. Lee, S. 2005. Fashioning the future; tomorrow’s wardrobe. London, Thames & Hudson. Pygott, C. Ternaux, E. Ternaux, J-P. Ternaux, M. 2012. Industry of nature : another approach to ecology. Amsterdam, Frame.
Waart, S. 2011. Textielwarenkast; grondstoffen voor textiel, gisteren, vandaag en morgen. Tilburg: Audax Textielmuseum.
Websites Den Blauwen Swaen. Wol verven. Available at: http://www.denblauwenswaen.nl/public/sites/dutch/technieken/wol_verven.htm De Kat, vermolen. Sinds 1782. Verfstoffen. Available at: http://www.verfmolendekat.com/nl/verfstoffen.html Esprit, 2012. Gisele Bundchen. Available at: http://www.youtube.com/watch?v=e4Hkk6mdYQ Hulsof, 2011. Biologisch afbreekbaar leder, Puro. Available at: http://www.hulshof.com/nl/hulshof_en_het_milieu/puro_leder.asp Interwad, 2010. Duurzame bedrijven in het waddengebied; Claudy Jongstra. Available at: http://www.waddenzee.nl/studioclaudyjongstra.2512.0.html Jongstra, C. 2011. Claudy Jongstra. Available at: http://www.claudyjongstra.com/ Langenhuijsen, L. 2011. Wooden textiles. Available at: http://www.lennekelangenhuijsen.com/menu.html 25
Lee, S. 2011. Bio Couture. Available at: http://www.biocouture.co.uk/ Maats, C. 2010. Oat Shoes. Available at: http://www.oatshoes.com/about/ McCartney, S. 2011. Green Me. Available at: http://www.stellamccartney.eu/en/stellasworld/green-me Roberta, 2010. Bio kleding, wat is groen en eerlijke kleding? Available at: http://mens-engezondheid.infonu.nl/mode/62082-biokleding-wat-is-groene-en-eerlijke-kleding.html Rubia, 2011. 100% natural colours. Available at: http://www.rubiapn.nl/ Screenhouse, 2011. Environmental statement. Available at: http://www.screenhaus.com.au/environmental_statement.html Stone Island, 2011. Shadow project. Available at: http://www.stoneislandcorporate.com/en/5619-stone-island-shadow-project-ss012-lookbook/ The earth pigments company. 2006-2011. Color Your World Naturally With Non-toxic Pigments. Available at: http://www.earthpigments.com/index.cfm Vrije Universiteit Amsterdam. 2007. Van koninklijk purper tot haarverf. Available at: http://www.kennislink.nl/publicaties/van-koninklijk-purper-tot-haarverf
Artikelen: Hering, F. 2011. ‘groen is de mode’, glamour. No. December 2011 blz 116-119 Maas, J. 2011. ‘bioCouture: een beetje god spelen’ Suzanne Lee. VPRO gids, blz 10-14
Afbeeldingen: cover: paint with nature in mind. Available at: http://www.zigersnead.com/current/blog/post/greenwashing-thoughts-and-how-it-ischanging-the-industry/06-30-2008/1270/ blz 7: Cut Leaf Illustrations for ‘Plant for the Planet’. Delaney, L. available at: http://www.thisiscolossal.com/2012/01/cut-leaf-illustrations-for-plant-for-the-planet/ blz 9: kleurentheorie. Available at: http://www.edumedia-sciences.com/nl/n73-zien-enkleuren 26
blz 9: punk hair. Available at: http://www.cripdes.org/844-short-punk-and-afrohairstyles.html blz 9: color tattoo art. available at: http://www.jasonstephan.com/2011/06/21/color-tattooart/ blz 11: Meekrap. Available at: http://www.dutchbiorefinerycluster.nl/ blz 11: wol geverfd met Meekrap. Available at: http://www.dutchbiorefinerycluster.nl/ blz 11: textiel industrie, verf machine. Available at: http://www.sciencephoto.com/media/360896/enlarge blz 11: zeefdrukken. Available at: http://www.screenhaus.com.au/ blz 15: Stone Island, Shadow Project. Available at: http://www.stoneisland.co.uk/features/r+d-video-stone-island_ice-jacket/page/ice011vid/ blz 15: Gisele Bundchen. Esprit. Available at: http://www.youtube.com/watch?v=e4Hkk6mdYQ blz16: Stoutenbeek, W. available at: http://www.wgreen.org/ blz 17: OAT Shoes. Available at: http://www.oatshoes.com/ blz 19: Lee, S. BioCouture. Available at: http://www.biocouture.co.uk/ blz 20: Langenhuijsen, L. Wooden Textiles. Available at: http://www.lennekelangenhuijsen.com/ blz21: Jongstra, C. viltwerken. Available at: http://www.claudyjongstra.com/ blz 23: McCartney, S. Green Me. Available at: http://www.stellamccartney.com/default/stellas-world/green-me
27
Afstudeerproject; Dries van Noten (work in progress) Voor mijn afstudeerproject wil ik de informatie die ik heb gevonden over sustainable printen en verven zelf verwerken in een collectie voor Dries van Noten. Al 25 jaar lang staat hij bekend om zijn dessins en ieder seizoen opnieuw weet hij hier weer vernieuwend in te zijn. Maar het printen op zich gebeurt niet ecologisch verantwoord. Ik wil een nieuwe collectie voor zijn merk gaan ontwikkelen voor winter 2013-2014 waar alleen gebruik wordt gemaakt van natuurlijke materialen en waar ook alleen maar gewerkt wordt met duurzaam verven en printen. Daarnaast ga ik proberen dit tot een zo hoog mogelijk niveau te tillen zodat het ontwerp van de kleding niet onder gaat doen aan de techniek van sustainable verven en printen. Collectie Dries van Noten winter 2012-2013
Bij deze collectie heeft hij inspiratie gehaald uit antieke Chinese, Japanse en Koreaanse kimono’s en jassen. Hij liet de kleding plat op de grond fotograferen en maakte daar weer prints van. Gedeeltes van de gefotografeerde kledingstukken doken scheef en op onverwachte plaatsen op. Een prachtige collectie waar ook veel harde kleuren in voorkomen. Mijn collectie ontstaat helemaal ecologisch en de natuur moet dan ook in de prints naar voren komen. Natuur tinten nemen de overhand, maar ik wil ook felle kleuren proberen te verkrijgen op een duurzame wijze. 28
Concept beelden
De vele structuren geven inspiratie voor materiaal en prints. Er ontstaat een rauwe natuur wereld die zo dichtbij komt dat het beangstigend wordt. De kleuren bestaan uit natuurlijke tinten maar de harde rood en het felle groen fungeren als accent kleuren waardoor het een fris en eigentijds gevoel krijgt.
Details van cellen uit het menselijk lichaam, deze dienen voor print inspiratie. Ik wil een techniek vinden met verfstoffen van verfmolen ‘de Kat’ om een zelfde soort structuur te krijgen. 29
Prints die ik heb ontwikkeld door echte bloemen op stof te persen met de hittepers. Er ontstaan een soort van surrealistische kleine schilderijtjes en dit is ook een startpunt voor mijn prints.
Dit is het begin van mijn collectie voor Dries van Noten. Ik wil een zo sprekend en eigentijdse collectie neerzetten zoals hij dat ook doet, maar dan ontstaan vanuit vernieuwde print technieken die ecologisch verantwoord zijn. Dit alles om te laten zien dat het niet onmogelijk is om bij een high fashion label zoveel mogelijk duurzaam te produceren.
30
Suzanne Gazendam
31