Verslag 15e bijeenkomst Vissennetwerk, 4 oktober 2007 te Breda
Snoekbaars en ecologisch herstel Deze bijeenkomst van het Vissennetwerk, dit maal gezamenlijk met de bijeenkomst van het Platform Ecologisch Herstel Meren en Plassen, stond geheel in het teken van de snoekbaars. De snoekbaars is door Sportvisserij Nederland verkozen tot vis van het jaar 2007. De snoekbaars is een geliefde vis in zowel de beroeps- als de sportvisserij. De snoekbaars wordt beschouwd als een vis van troebel water. Doelstelling van de Kaderrichtlijn Water is om de komende jaren de kwaliteit van de watersystemen in ons land te verbeteren. Dit betekent ondermeer helderder water. In deze bijeenkomst werd stil gestaan bij de mogelijke gevolgen van het ecologisch herstel van watersystemen voor de snoekbaars. De bijeenkomst vond plaats in het Bouvigne Paradijs te Breda gelegen nabij de vistrap naast de Biebergstuw in de Bovenmark. De bijeenkomst is met 96 aanmeldingen goed bezocht! In dit verslag zijn alleen de plenaire presentaties en de presentaties in de Vissennetwerksessies opgenomen.
Historie van de snoekbaars en ecologisch herstel Door dagvoorzitter Bert Zoetemeyer (Sportvisserij Nederland) Bert ging in zijn presentatie in op de historie van de snoekbaars in Nederland. De snoekbaars is van oorsprong geen Nederlandse vis. Tot eind 19e eeuw zijn er geen vermeldingen van de snoekbaars in de Nederlandse literatuur; pas in 1911 duikt de snoekbaars voor het eerst op in de Nederlandse literatuur. De snoekbaars werd in 1885 geïntroduceerd in Duitsland, om het verlies aan zalm (door afname van de waterkwaliteit) te compenseren. De snoekbaars sloeg goed aan in de rivieren. In 1888 werd in Nederland het eerste exemplaar bij Nijmegen gevangen.
Ecologisch profiel van de snoekbaars / migratieonderzoek snoekbaars Benedenrivierengebied Door Toine Arts (Sportvisserij Nederland) Binnenkort is kennisdocument over de snoekbaars, geschreven door Toine, te downloaden van de websites van het Vissennetwerk en Sportvisserij Nederland. Ecologisch profiel van de snoekbaars De snoekbaars is door Sportvisserij Nederland uitgeroepen tot vis van het jaar 2007. Toine lichtte in zijn presentatie belangrijkste zaken uit het kennisdocument toe. Achtereenvolgens ging hij in de wettelijke status, taxonomie, uiterlijk en herkenning, verspreiding en ecologie van de snoekbaars. Hieronder enkele feiten, zonder volledig te willen zijn. De snoekbaars is in de Visserijwet opgenomen als ingeburgerde vissoort (ingeburgerd, d.w.z. vormt meer dan 100 jaar een zichzelf instandhoudende populatie). Er gelden beperkingen voor de vangst: minimummaat (42 cm) en “gesloten tijd” van 1 april t/m 31 mei (voor sportvisserij soms 50 cm en meeneemlimiet (2 tot 5 stuks)). De soort is niet beschermd op basis van de Flora- en faunawet of de Habitatrichtlijn. Het verspreidingsgebied van de snoekbaars strekt zich uit van vrijwel geheel Europa tot in Azië. De snoekbaars komt in heel Nederland voor. De snoekbaars stelt relatief weinig eisen aan zijn habitat. De soort komt bij voorkeur voor in zoet stilstaand (tot langzaam stromend) water met een diepte van 1 tot meer dan 25 m, een hard bodemsubstraat en voldoende beschutting. Verder stelt de snoekbaars relatief hoge eisen aan het
1
zuurstofgehalte van het water. Over de mate van doorzicht is de literatuur niet eenduidig. De snoekbaars wordt over het algemeen beschouwd als een vis van troebel water. Als juveniel voedt de snoekbaars zich met dierlijk plankton. Bij een lengte van ca. 10 cm schakelen ze over op een menu van vis. Als bedreigingen voor de snoekbaars noemde Toine: - Voedselarmer en helder water, KRW - Overbevissing door beroeps- en sportvisserij (zoals in het IJsselmeer) - Stroperij - Herstel estuaria (met name een probleem voor de paai; bijvoorbeeld het Haringvliet) - Doorspoeling zout water. Migratieonderzoek snoekbaars Over migratiebewegingen van de snoekbaars is nog relatief weinig bekend. Vandaar dat Sportvisserij Nederland in samenwerking met Rijkswaterstaat, De Waterdienst (RIZA) en de Hengelsportfederatie Zuidwest Nederland hiernaar een onderzoek is gestart. Vragen bij dit onderzoek waren: 1). Over welke afstanden migreren snoekbaarzen in het Benedenrivierengebied? 2). Heeft deze migratie een seizoenaal patroon? 3). Wat is de home range van de populatie en is sprake van gescheiden populaties in het Benedenrivierengebied? 4). Welke aantallen snoekbaarzen worden teruggevangen door beroeps- en sportvisserij? 5). Wat is de omvang van de uitspoeling van snoekbaars onder het normale regime van bediening van de Haringvlietsluizen? 6). Vermindert de uitspoeling van snoekbaars (en dus ook andere vis) door het toepassen van de het Kier regime? 7). Is snoekbaars (en dus ook ander vis), na uitspoeling, in staat terug te keren naar het Haringvliet? Er zijn in totaal 150 vissen gemerkt met een transponder en 20 zijn uitwendig gemerkt met floy-tags. De vissen zijn gevangen en weer uitgezet in twee gebieden: het Haringvliet en de Oude Maas. Snoekbaarzen blijken behoorlijk mobiel te zijn. Zo werd één exemplaar dat was losgelaten in de Oude Maas gesignaleerd bij de Stuw van Hagestein. Vissen losgelaten in het Haringvliet worden regelmatig gesignaleerd in de spuikokers van de Haringvlietdam. In totaal zijn tot nu toe 2172 signalen ontvangen. Er zijn 13 terugmeldingen (waarvan 10 transpondervissen). Het project loopt nog tot augustus 2008.
Ecologisch herstel van meren en plassen en de gevolgen voor de snoekbaars(visserij) Door Eddy Lammens (Rijkswaterstaat, Waterdienst) Rond 1700 waren onze watersystemen min of meer natuurlijk met helder en vegetatierijk water (snoekwater). Sindsdien zijn de wateren sterk veranderd als gevolg van menselijke druk (o.a. dijken, dammen, constant waterpeil). Als gevolg van deze menselijke druk zien we o.a. watervegetatie verdwijnen en onevenwichtige vispopulaties met dominantie van snoekbaars en brasem. Doelstelling van de Kaderrichtlijn Water is om de kwaliteit van onze watersystemen te verbeteren. Wateren met een goede ecologische toestand worden o.a. gekenmerkt door helder water (90 cm), waterplanten tot 2m diep, stabiele vispopulaties en vrije migratie van vissen.
2
Bij ecologisch herstel van onze watersystemen is de verwachting is dat op dieptes van minder dan 1m alle snoekbaars verdwijnt. Op dieptes van meer dan 2 m zal snoekbaars zich beperkt kunnen handhaven. Helder, maar diep water is op zich geschikt voor snoekbaars. Snoek zal sterk toenemen, mits voldoende paaigebieden (vloedvlaktes) aanwezig zijn (anders is het uitzetten van jonge snoek vereist, bijv. in het Veluwemeer). Snoek en snoekbaars kunnen in principe prima naast elkaar voorkomen. Voorwaarde is dat de wateren voldoende diep zijn (voor snoekbaars) en een fluctuerend peil hebben (voor paai van snoek; inundatiegebieden). Een voorbeeld van een meer waar beide voorkomen (referentie) is het Peipsimeer.
Ecologisch herstel van meren en plassen en de gevolgen voor de beroepsvisserij op snoekbaars Deel 1 door Jappie van den Bergs (Wetterskip Fryslân) Jappie ging in zijn presentatie in op de volgende vragen: 1. Wat is de huidige toestand van de Friese boezemmeren voor vis? 2. Hoe verandert de visstand gelet op de voorgenomen KRW-maatregelen? De huidige toestand van de Friese boezemmeren laat te wensen over; in termen van KRW-doelstellingen is de huidige toestand slecht te noemen. Er is een groot gat tussen de gemeten toestand en de gewenste toestand. Bijvoorbeeld voor wat betreft het aandeel brasem (80% gemeten versus 8 % in de ideale situatie). Er is daarom een KRW-maatregelenpakket opgesteld voor de Friese boezemmeren; maatregelen betreffen o.a.: • verminderen fosfaat en stikstof belasting; • uitbreiding oevervegetatie; • uitbreiding areaal boezemlanden; • aanleg vispassages; • visstandbeheer. In Friesland het herstel van de boezemmeren een punt van discussie. Niet iedereen is overtuigd van het nut en de noodzaak, waaronder de visserij en de recreatievaart. De vraag is of de KRW-doelstellingen wel realistisch (bijvoorbeeld voor water betreft het aandeel brasem) en wenselijk zijn (gezien de afname van snoekbaars en brasem)? Deel 2 door Atze Bajema (Voorzitter Friese Bond van Binnenvissers) Atze stond in zijn presentatie stil bij de volgende vragen: - Wat vinden beroep en sport van een sterk gewijzigde snoekbaars- en brasemstand? - Hoe is visstandbeheer ingevuld als KRW-maatregel? Door de Visstandbeheercommissie (VBC) waarin sportvissers, beroepsvissers, Wetterskip Fryslân, Staatsbosbeheer en It Fryske Gea vertegenwoordigd zijn, is gediscussieerd over de doelstellingen voor vis en de invulling van het visstandbeheer onder de KRW. Zowel bij de beroepsvissers als de sportvissers is geen draagvlak voor een drastische wijziging van de visstand in de Friese boezem. De sportvisserij hecht aan een goede brasem- en snoekbaarsstand. De beroepsvisserij vreest dat paling en snoekbaars drastisch zullen afnemen. Gestreefd moet worden naar een visstand waar iedereen wat aan heeft. Er zijn drie scenario’s besproken, te weten: - Scenario 1: Continueren huidige situatie - Scenario 2: Deel brasem wegvangen dat commercieel kan worden benut - Scenario 3: Massaal wegvangen brasem gedurende 5 jaar
3
In de VBC is geen enkel draagvlak voor scenario 3. Voor scenario 2 is een redelijk draagvlak. Besloten is om tot 2015 een pilot uit te voeren waarbij beroepsvissers worden ingeschakeld Naar aanleiding van de presentatie van Atze rees de vraag of het visplan niet te veel geënt is op de belangen van de beroeps- en sportvisserij. Is het visplan daarmee wel ‘KRW-proof’? Er moet ook rekening gehouden worden met bijvoorbeeld de zwemwaterkwaliteit voor recreanten en natuurbeheer.
Vissen in troebel water. En wat als het helder(der) wordt? Door Marco Kraal (Sportvisserij Nederland) In zijn presentatie, rijkelijk geïllustreerd met mooie plaatsjes, ging Marco nader in op het belang van de snoekbaarsvisserij. Daarnaast stond ook hij stil bij de gevolgen van ecologisch herstel voor de snoekbaars(visserij). Rond 1930 werd de eerste snoekbaars in Nederland gevangen. Omstreeks 1930 was er sprake van commerciële visserij op snoekbaars. Na de Tweede Wereldoorlog ging ook de sportvisserij zich meer richten op snoekbaars. In de jaren tachtig werd het kunstaas uitgevonden, wat zorgde voor een extra hausse in de snoekbaarsvisserij. Vanaf toen werd ook het vissen vanuit de boot populairder. Momenteel is de snoekbaars één van de vier belangrijkste sportvissen. Als bedreigingen voor de snoekbaars noemde Marco: stroperij, sportvisserij en beroepsvisserij. Stroperij en visserij leiden niet tot een afname van het aantal snoekbaarzen, maar wel tot andere (kleinere) afmetingen van snoekbaarzen. Vervolgens ging Marco in op ecologisch herstel van wateren als mogelijke bedreiging voor de snoekbaars. Is dit wel een bedreiging of valt het allemaal wel mee? Marco gaf enkele voorbeelden van heldere wateren waar snoekbaars naast snoek voorkomt. De snoekbaars is niet zo zeer een vis van troebel water als wel van donker water (met name jonge vis). Voor het ideale snoekbaarswater gelden de volgende criteria: - veel diepteverschillen (met diepe (donkere) stukken) - in verbinding met andere wateren - stromend water - zoutinvloeden (veel variatie in voedsel) - veel scheepvaart (troebeler) Ecologisch herstel van dergelijke wateren hoeft geen bedreiging te zijn voor de snoekbaars. Tot slot, wat zijn nu volgens Marco de beste plekken om op snoekbaars te vissen? Dit zijn, zonder twijfel de Spiegelplas, Vinkeveen en het IJsselmeer.
Workshop: Ecologisch herstel van meren en plassen: snoek of snoekbaars Er is gediscussieerd over de volgende stellingen: 1. Het is onvermijdelijk dat snoekbaars sterk zal afnemen door het Europees waterbeleid. Allen: oneens. Snoekbaars zal afnemen maar niet sterk afnemen. Er is voldoende alternatief water voorhanden (diep en helder). Volgens sommigen is de snoekbaars al aan het afnemen. 2. De beroepsvisserij zal moeten inleveren. (in passieve zin) Eens: 8 Visproductie neemt af.
4
3.
4.
5.
Oneens: 10 Voldoende alternatieven (zeelt, snoek); paling blijft hoofdvangst. Prijs van snoekbaars zal tevens stijgen. Sportvisserij krijgt meer mogelijkheden. Eens: 11 Andere mogelijkheden, door meer gevarieerde visstand. Meer specialisatie. Grotere vissen. Oneens: 6 Visproductie neemt af. Beperking toegankelijkheid wateren (oevervegetatie). De KRW-doelstelling voor vis moet bepaald worden door een VBC. (Ecologen luisteren te weinig naar gebruikers). Eens: 7 Oneens: 11 VBC kan advies geven, maar moet het niet bepalen. Het moet KRWproof zijn. Ecologisch gezond water hoeft niet helder te zijn. Eens: 22 / Oneens: 2. Ook als gesteld wordt ‘ecologisch goed’ water (i.p.v. ‘ecologisch gezond’ water).
Slotconclusie: We hebben wel een mening, maar er is minder stellingname dan 10/15 jaar geleden. We zijn meer bereid naar elkaar te luisteren en samen te werken.
Afsluiting De dag werd afgesloten met de ‘snoekbaars culinair’. Deelnemers kregen een demonstratie snoekbaars fileren waarbij de anatomie van de vis werd belicht en de filets werden op drie verschillende manieren bereid op een grilplaat. De drie recepten met snoekbaars zullen binnenkort te downloaden zijn op de website van het Vissennetwerk. De volgende bijeenkomst van het Vissennetwerk vindt plaats op 22 november in Lelystad met als thema: Monitoring visstanden en de inzet van vrijwilligers. Verslag: Fleur van Vliet, Bureau Waardenburg
5