12
BIJBELLES | 14 - 20 DECEMBER 2014
LEZEN: Jakobus 5:13-20; 1 Johannes 5:14; 1 Korintiërs 15:54; Hebreeën 12:12-13; Johannes 8:43-45; Spreuken 10:12. KERNTEKST: ‘‘Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.’ (Jakobus 5:16)
GEBED, GENEZING EN HERSTEL Velen zijn geboeid door wat wonderbaarlijk en magisch is. Zij worden vaak aangetrokken tot dergelijke zaken omdat het spectaculaire en merkwaardige dingen zijn. Herodes vroeg Jezus om een wonder te verrichten, alleen omdat hij iets leuks wilde zien (Lucas 23:8-9); enkele schriftgeleerden en Farizeeën vroegen Jezus om een teken, opdat hij hiermee zou laten zien dat hij de Messias was (Matteüs 12:38-41); de duivel ging zelfs zo ver, dat hij hem om een wonder vroeg, opdat Jezus een terechte behoefte van zichzelf zou bevredigen (Matteüs 4:2-4). In alle drie gevallen weigerde Jezus dat. De Geest door wie Jezus met gezag onderwees en wonderbaarlijke genezingen verrichtte, is niet zomaar een kracht die je kunt gebruiken; wij dienen instrumenten in zijn handen te zijn. God zou graag iedereen genezen die ziek is. Maar eigenlijk is hij uit op een genezing van meer grondige en duurzame aard. We zullen dan ook in dit licht een aantal zeer belangrijke vragen behandelen: 1. Wat wil Jakobus volgens ons zeggen over de genezing van zieken? 2. Bestaat er een verband tussen genezing en vergeving in antwoord op gebed? 3. Wat kunnen wij leren van het gebedsleven van Elia, en van de manier waarop hij Israël terugriep tot God en tot echte MAAK DEZE LES VOOR SABBAT aanbidding? 20 DECEMBER
DIALOOG / 4E KWARTAAL 2014
12
263
ZONDAG 14 DECEMBER | BIJBELLES
WAT EEN CHRISTEN NODIG HEEFT Lees Jakobus 5:13. Welke tegenstelling brengt Jakobus hier naar voren? Hoe gebruiken we deze aansporingen voor ons eigen leven met God?
Jakobus begint zijn brief, door zijn lezers het volgende op het hart te drukken: ‘ Het moet u tot grote blijdschap stemmen, … als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid.’ (Jakobus 1:2-3) De tijd voor gebed en de tijd om God te loven zijn misschien wel meer met elkaar verbonden dan wij over het algemeen denken. Het woord voor ‘ het moeilijk hebben’ in Jakobus 5:13 is van dezelfde woordstam als de term die Jakobus eerder gebruikt als aanduiding van het lijden van de profeten (Jakobus 5:10). Het is een verwijzing naar zowel lichamelijk als geestelijk lijden – ‘in de eerste plaats en bovenal vanwege oorlogsgevaar en oorlogsinspanningen’. Als christenen richten wij ons instinctief tot God wanneer er moeilijkheden komen. Vooral gebed is belangrijk wanneer je met moeilijkheden te maken hebt. Maar ook
zingen en het spelen van religieuze muziek (het in Jakobus 5:13 gebruikte woord psalleto kan beide betekenissen hebben) kan helpen. Hoeveel van ons zijn terneergeslagen geweest, of hebben zich eenzaam gevoelden hebben toen slechts aan de woorden van een lied gedacht, waardoor ze gesterkt werden? Velen onder ons hebben het moeilijk of hebben bemoediging nodig. Diegenen om wie het gaat, zouden opvrolijken, als bij een bezoekje aan hen uit de Bijbel gelezen en gebeden zou worden. ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’ (Romeinen 12:15) Vooral het boek Psalmen is een schatkamer van gebeden en liederen die op bepaalde momenten voor inspiratie en bemoediging kunnen zorgen. Lees er eens in.
Wij weten allemaal hoe moeilijkheden ons dichter naar de Heer toe kunnen trekken, en hoe het ons tot gebed kan aanzetten. Hoe kunnen juist de Psalmen ons helpen in die momenten?
12
264
4E KWARTAAL 2014 / DIALOOG
BIJBELLES | MAANDAG 15 DECEMBER
GEBED VOOR ZIEKEN Lees Jakobus 5:14-15. Wat dient volgens Jakobus deel uit te maken van ziekenzalving?
Het feit dat een zieke de oudsten van de gemeente bij zich roept, om hem of haar ‘met olie [te] zalven in de naam van de Heer’ en te bidden, drukt twee dingen uit. Het geestelijke verlangen van de persoon en de overtuiging, dat genezing kan plaatsvinden wanneer God ingrijpt (Marcus 6:13). De verwijzing naar de vergeving van zonden laat zien, dat God iemand niet lichamelijk door middel van een bepaald ritueel herstel zal geven, wanneer hij of zij niet ook geestelijke genezing verlangt. Het verzoek om goddelijk ingrijpen en het erbij roepen van de oudsten van de gemeente geeft aan, dat het een levensbedreigende ziekte is. Verder blijkt daaruit, dat deze kwaal zich mogelijk te zeer manifesteert om in een wekelijkse samenkomst van de gemeente aan te pakken.
In Jakobus 5:14-15 gebruikt de schrijver twee verschillende Griekse woorden ter aanduiding van bepaalde zieken. Het eerste woord (astheneo in vers 14) wordt ook door Lucas gebruikt ter aanduiding van Dorkas. Zij ‘werd … ziek en stierf.’ (Handelingen 9:37). De tweede term (kamno in vers 15) verwijst over het algemeen naar geduldige personen. Maar dit woord heeft ook betrekking op stervende mensen. In de context van Jakobus 5:15 lijkt het te slaan op iemand die lichamelijk helemaal op is of wegkwijnt. Wonderbaarlijke genezing kan plaatsvinden in antwoord op ‘het gelovige gebed’. Hiermee duidt Jakobus op onderworpenheid aan de wil van God, hoe deze wil ook moge zijn (1 Johannes 5:14), of God nu wel of niet voor genezing zorgt.
Er zijn genezingsdiensten, waarin de aanwezige zieken niet genezen. Maar dat ze komen te sterven. Velen van ons hebben gehoord van dergelijke diensten, of hebben eraan deelgenomen. Waarom is de opstandingverwachting, die in de eerder genoemde teksten besloten ligt, dan ook onze enige zekerheid?
12
DIALOOG / 4E KWARTAAL 2014
265
DINSDAG 16 DECEMBER | BIJBELLES
INNERLIJKE GENEZING Innerlijke genezing is belangrijker dan lichamelijk herstel. Bij Jezus is eeuwig leven te vinden. Misschien is het wel daarom, dat de enige duidelijke verwijzing naar genezing in het tekstgedeelte voor deze week onze kerntekst in vers 16 is. Dit vers gaat niet meer over de mogelijke situaties die Jakobus in de verzen 13-15 behandelt. Het woord voor genezing in vers 16 (iaomai) kan verwijzen naar een vorm van genezing die verdergaat dan
het herstel van een lichamelijke ziekte (zie bijvoorbeeld Matteüs 13:15). Jakobus zinspeelt al in vers 15 op een uitgebreidere opvatting van genezing, wanneer hij het over de opstanding heeft. Maar nu legt hij een verband tussen ziekte en zonde. Zonde ligt ten grondslag aan al onze problemen. Niet dat we iedere ziekte kunnen terugvoeren op een aanwijsbare zonde. Maar ziekte en dood zijn de gevolgen van het feit, dat we allemaal zondaars zijn.
Lees Marcus 2:1-12 (vergelijk Hebreeën 12:12-13 en 1 Petrus 2:24-25). Over welke vorm van genezing gaat het in deze tekstgedeelten? En wat ligt aan deze genezing ten grondslag?
Geloof in Jezus brengt genezing van geestelijke zwakte en van zonde met zich mee. In zekere zin was iedere door Jezus verrichte genezing een soort gelijkenis. Hiermee wilde hij mensen erop wijzen, dat ze een vorm van redding nodig hadden, die verder ging dan lichamelijk herstel. In het geval van de verlamde man in Marcus 2 gold, dat hij eigenlijk het liefst in geestelijk opzicht wilde genezen. Daarom gaf
Jezus hem onmiddellijk de verzekering, dat zijn zonden vergeven waren. Vandaag de dag zouden zij die zich in Gods dienst voor genezing inzetten, gebruik moeten maken van alle beschikbare medische middelen om ziekte weg te nemen. Tegelijkertijd zou men ook moeten proberen de gehele persoon te genezen. En dat niet alleen voor het leven hier en nu, maar ook met het oog op de eeuwigheid.
Genezing omvat ook het herstel van relaties. Daarom moedigt Jakobus ons aan met de woorden: ‘Beken elkaar uw zonden.’ (Jakobus 5:16). Heeft u dat wel eens gedaan? Vindt u dat moeilijk? Hoe zouden we voldoende veiligheid kunnen creëren om dit mogelijk te maken?
12
266
4E KWARTAAL 2014 / DIALOOG
BIJBELLES | WOENSDAG 17 DECEMBER
VOORBEELDEN VAN GEBED Lees Jakobus 5:17-18. Wat leren we over gebed van het voorbeeld dat Elia daarvan gaf? Hoe staat gebed in verband met genezing, vergeving en herstel?
Deze verzen zijn een illustratie van de verzekering aan het eind van Jakobus 5:16. Die luidt: ‘Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.’ Elia was een ‘ rechtvaardige’ persoon en werd zelfs ten hemel opgenomen. Maar het was geen bovenmenselijk iemand. Hij had dezelfde hartstochten en gevoelens als wij. God hoorde zijn gebed. Dit feit zou voor ons een bemoediging moeten zijn, dat God ook onze gebeden opvangt. Jakobus schrijft, dat Elia ‘vurig had gebeden dat het niet zou regenen.’ Het Oude Testament vermeldt dit detail niet. Elia verzocht daarmee kennelijk om de vervulling van Deuteronomium 11:1317. Hierop zinspeelt Jakobus 5:18. Israël vereerde Baäl, de god van storm en bliksem. Dit kon op grond van deze profetie in Deuteronomium niet ongehinderd doorgaan. De drie en een half jaar durende
periode waarin er geen regen viel, wordt ook in Lucas 4:25 genoemd. In de Bijbel komt die periode voor als een belangrijke tijd van beproeving. Toen zette God Elia in om een begin te maken met herstel en hervorming. De bedoeling hiervan was, dat hij Israël wakker zou schudden, zodat de leden van het volk zouden inzien hoe diep ze gezonken waren, door hun geloof op te geven. Het was een bezigheid, die een voorafbeelding was van wat Johannes de Doper voor het volk Israël van de eerste eeuw deed; hij wilde er hiermee voor zorgen, dat men klaar zou zijn voor de eerste komst van Christus. Daarnaast was wat Elia deed een voorafbeelding van de taak, die God aan het huidige overblijfsel van zijn kerk heeft toevertrouwd. Hierbij gaat het om de voorbereiding van mensen op de tweede komst van Christus (zie Maleachi 3:23-24 en Matteüs 11:13-14).
Als kerk streven we naar opwekking en hervorming. Maar het begin hiervan dient in ons eigen leven plaats te vinden, in ons eigen innerlijk. Individueel en dagelijks. Welke dingen zou u in uw leven moeten veranderen om u voor te bereiden op de komst van de Heer?
12
DIALOOG / 4E KWARTAAL 2014
267
DONDERDAG 18 DECEMBER | BIJBELLES
HERSTEL EN VERGEVING De Geest van God werkte via Elia, om ervoor te zorgen, dat de relatie tussen Israël en hemzelf zou herstellen. Maar de meeste werkzaamheden van Elia vonden niet op de berg Karmel plaats. Dat was het begin! Hij ging door met zijn werk in klei-
ne dorpjes en bij mensen thuis. Daarnaast gaf hij toekomstige geestelijk leiders een opleiding in de profetenscholen. Dat deed hij allemaal, opdat zijn opwekkings- en hervormingswerk zich uit zou breiden.
Lees Jakobus 5:19-20. Op welke manier is de hier beschreven bezigheid vergelijkbaar met het werk dat Elia, Johannes de Doper en anderen gedaan hebben? Zie Lucas 1:16-17 en Handelingen 3:19.
In Jakobus 5:19-20 is sprake van een situatie die zich voor kan doen. In vers 19 staat in het Grieks een voorwaardelijke constructie. Hiermee maakt Jakobus duidelijk, dat hij er niet volledig van overtuigd is, dat geloofsafval bestaat. Wel geeft hij daarmee aan, dat dit waarschijnlijk het geval is. Het afdwalen van de waarheid verwijst naar afvalligheid qua leer én levenswijze. Als iemand ‘een zondaar van het dwaalspoor terugbrengt, redt [hij] hem van de dood.’ (Jakobus 5:20). Al het voorgaande kunnen we als volgt samenvatten: Jakobus roept ons ertoe op, op soortgelijke wijze als Elia te werk te gaan,
voor zover het erom gaat mensen bij God terug te brengen. Voor dit werk is veel geduld nodig, maar ook een grote mate van genegenheid, fijngevoeligheid en bescheidenheid.Werken in de geest van Elia houdt in, dat we mensenharten naar God en zijn volk toe keren, niet daarvan af. Vaak is de betrokken persoon zich goed bewust van zijn of haar zonde. We hoeven een dergelijk iemand hier niet op te wijzen. Meer noodzakelijk is het aanreiken van vergeving op de manier van Jezus, een vergeving waar hij met zijn dood in voorzien heeft.
Wanneer moeten we fouten met de mantel der liefde bedekken en wanneer niet? Denk aan iemand, die echt iets verkeerds gedaan heeft, en dat ook weet. Anderen kunnen deze persoon helpen bij de Heer terug te komen. Wat kan uw bijdrage hieraan zijn, met daden of woorden?
12
268
4E KWARTAAL 2014 / DIALOOG
| VRIJDAG | VRIJDAG BIJBELLES BIJBELLES 19 DECEMBER DATUM
VERDERE STUDIE Lees: Ellen G. White, ‘Gebed voor de zieken,’ blz. 187-196, uit De weg tot gezondheid; ‘Satans valstrikken,’ blz. 477-481, uit De Grote Strijd. ‘Christus… vraagt ons met hem één te worden in het redden van de mensheid. ‘Om niet hebt gij het ontvangen,’ zegt hij, ‘geeft het om niet.’ … Spreek woorden van geloof en bemoediging die als een genezende balsem zullen zijn voor mensen die gekwetst en gewond zijn.’ - E.G. White, Jezus, de Wens der Eeuwen, blz. 417-418.
GESPREKSVRAGEN Denk aan een periode, waarin u er echt een potje van gemaakt hebt. Waren er mensen die u steunden in deze tijd? Zo ja, hoeveel betekende dat dan voor u? Wat is u het meest bijgebleven? En hoe kunnen die herinneringen eraan bijdragen, dat u hetzelfde voor iemand anders doet, die ook fouten maakt? Wat hebt u ervaren over de kracht van gebed? Kunt u voorbeelden geven uit uw persoonlijk leven?
12
DIALOOG / 4E KWARTAAL 2014
269
SABBAT 20 DECEMBER | VERDIEPING
Gebed, herstel, genezing Jakobus 5:12-20 IJSBREKERSVRAAG
Heb je al eens een ‘genezingsmeeting’ bijgewoond of een ‘zalving van een zwaar zieke’? Hoe heb je dat ervaren?
IK VERKEN
Het eerste hoofdstuk van de brief maakte ons al duidelijk dat Jakobus schrijft aan mensen die het hoofd moeten bieden aan allerlei moeilijkheden en beproevingen. En dat, zo stelde Jakobus, komt niet van God (Jakobus 1:13). In Jakobus 5:7-11 komt hij hierop terug en roept zijn medebroeders en –zusters op tot geduld en volharding. In het laatste deel van zijn brief spoort hij hen aan om positief te blijven en blijk te geven van empathie en sympathie (‘wat je voelt voor en met anderen’) wanneer iemand te lijden heeft.
IK BESTUDEER
Wanneer je de brief oppervlakkig leest, kun je tot conclusies komen die niet realistisch zijn. Helaas volstaat bidden niet altijd om te genezen. In dit tekstgedeelte is wat uitleg bij de woordenschat zeker nuttig. ‘het moeilijk hebben’ betekent letterlijk ‘slechte dingen ondergaan’ ‘vrolijk zijn’ betekent ook ‘moed houden’ ‘ziek’ betekent ook ‘zwak zijn, krachteloos’ ‘redden’ betekent ook ‘genezen’ ‘opstaan’ betekent ook ‘opgericht worden, wakker worden’ ‘Zondigen’ betekent ook ‘het doel missen, zich van weg vergissen’ ‘Vergeven’ betekent ook ‘wegzenden, loslaten’ ‘Genezen’ betekent ook ‘héél worden, genezen’ ‘bid voor elkaar’ betekent ook ‘wens elkaar het goede toe’
12
1. Met Jakobus’ vocabulaire in het achterhoofd: heeft hij het over wonderbaarlijke genezingen indien er voldoende geloof is? Welke andere mogelijkheden zie je in de tekst? 2. Jakobus lijkt ziekte te koppelen aan zonde (zie vers15,16). In die tijd geloofde men dat tegenslagen en ziekte rechtstreekse gevolgen waren van zonde en schuld. Gaat Jakobus in dezelfde richting? Of wil hij juist mensen die lijden bevrijden van dat idee? 3. Wat is het verschil tussen ‘bidden voor iemand’ en ‘bidden over iemand’? Denk aan de context van toen, waar zieken werden gemeden en niet aangeraakt! 4. Wat is het verschil tussen deze twee vertalingen die vanuit het Grieks mogelijk zijn: ‘het gebed van de rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet’ en ‘het gebed van de rechtvaardige, in werking gesteld (‘werkend, werkzaam’), is krachtig’? Merk op dat de rechtvaardige in het Hebreeuwse gedachtegoed in de eerste plaats iemand is die rechtvaardig en goed handelt.
270
4E KWARTAAL 2014 / DIALOOG
VERDIEPING | SABBAT 20 DECEMBER Om zijn betoog kracht bij te zetten, haalt Jakobus het voorbeeld aan van Elia. Hij past Elia’ s verhaal wel aan de noden van zijn uiteenzetting aan. In 1 Koningen 17:1 en 18:1 is er geenszins sprake van gebed. Elia geeft gewoon het woord van God door.
IK PAS TOE:
1. Hoe zie jij de rol van gebed bij zwakte of ziekte? Is gebed nuttig? Zo ja, in welke zin? 2. Hoe moeten we reageren als we bidden en er geen genezing volgt? Denk hierbij aan de nuances die werden aangegeven bij de woordenschat (genezen / redden; genezen / rechtop blijven). 3. In sommige christelijke gemeenten wordt heel veel gesproken over ‘voorbede’ (bidden voor iemand). Hoe reageert u op de nuance die Jakobus aanbrengt (ga naar de ander toe en bid over en dus met hem)? Wat is het makkelijkst? En het meest efficiënt? Zijn er mensen in je omgeving naar wie je zou kunnen toegaan? 4. Denk na over de uitdrukking ‘gebed dat werkt (in werking wordt gesteld, werkzaam of actief is)’. Hoe begrijp jij dat? Wissel met elkaar van gedachten over hoe gebed ‘werkzaam’ kan zijn. 5. In welke mate kan de zekerheid van de vergiffenis, het ‘loslaten’ van schuld (echte en onechte!) genezend werken en helpen om weer héél te worden?
IK BID:
(Denk hierover na) ‘Bid altijd alsof actie niets uithaalt, en handel alsof gebed onvoldoende is’ (Thérèse van Lisieux). ‘Misschien verandert gebed ons lot niet, het verandert wel onze gevoelens, en dat is minstens even nuttig’ (Joseph Joubert). Heer, help mij te volharden in mijn geloof, wat er ook gebeurt in mijn leven. Heer, wees met de mensen die zorgen hebben geuit in onze groep vandaag (noem de zorgen bij name). Heer, ik bid voor die ene speciale persoon (noem de naam) waarvan ik graag wil dat deze God ontmoet. Heel gezegende kerstdagen gewenst. Laat uw licht stralen in deze wereld.
DIALOOG / 4E KWARTAAL 2014
12
271
SABBAT 20 DECEMBER | JONGERENLES
Jakobus 5:12-20 OPENINGSVRAAG
(ga de kring rond en laat iedereen antwoorden) Is het gelukt afgelopen week extra geduldig te zijn met anderen? Waarom wel en waarom niet? Wat heeft deze verandering je opgeleverd en wat heeft het je gekost?
IJSBREKERVRAAG
Stel de ijsbrekervraag uit de ‘verdieping’.
BEHANDEL DE TEKST
Kies 1 optie uit (‘suggesties bij de verdieping’, pp. 5-6). Kies een aantal vragen uit het onderdeel ‘ik bestudeer’ van de verdieping. Het laatste gedeelte van Jakobus ( 5:7-20) gaat over het dagelijks leven. Een van de dingen die mensen niet zouden moeten doen, is een eed zweren (vers 12). Wat betekent dit precies? Hoe zit het met een eed zweren in de rechtszaal? Mag dat ook niet? Of ligt dat anders. Verklaar waarom? Het zalven van zieken gebeurt ook in onze kerk alleen als iemand heel erg ziek is of een onoplosbaar probleem heeft. Is dat wat Jakobus ook bedoelt? Beschrijf in welke situaties je mensen kunt zalven. Bespreek met elkaar of we dat als kerk ook zo zouden moeten doen. ‘Het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet’. Welke persoon haalt Jakobus aan om deze uitspraak te ondersteunen. Lees het verhaal in 1 Koningen 17-18. Welke bijzondere dingen deed Elia? Maak een lijst en bespreek het met elkaar.
TOEPASSING Zweer jij wel eens? Is een vloek ook een soort zweren? Bespreek met elkaar. Er staat niet in Jakobus dat je alleen moet zalven als mensen heel erg ziek zijn. Zou jij je überhaupt willen laten zalven? Zou jij je ook vaker willen laten zalven? Waarom wel/niet? Voorafgaand aan het gebed van de rechtvaardige in vers 16 staat dat de mensen elkaar hun zonden moeten belijden. Heb jij dat wel eens gedaan. Wat zou het effect ervan zijn als je het probeerde.
OPDRACHT
Stel deze week aan een ziek persoon voor zich te laten zalven. Als de persoon het wil, vertel het aan je predikant.
12
272
4E KWARTAAL 2014 / DIALOOG