Inleiding In de bijbel wordt dit woord vaak gebruikt. In deze liturgie volgen we de aanwijzingen die ons gegeven worden met het woordje “Ziet” om uiteindelijk uit te zien naar het eeuwig leven bij Christus. Welkom en gebed
2009
Zingen: psalm 14: 2 en 3 De grote God, die ’t recht verdedigt, sloeg van ’s hemels troon zijn ogen naar beneden op Adams kroost, doorzocht hun hart en zeden: Hij zag, of zich geen mens verstandig droeg en naar Hem vroeg. Hij zocht alom, maar ach, Hij vond er geen, Want alle vlees is trouw’loos afgeweken. Het land is vol van stinkende gebreken: Geen sterveling wil ’t pad der deugd betreên, Ja, zelfs niet één. Lezen: vraag en antwoord 7 HC Vanwaar komt dan zulke verdorven aard des mensen? Uit de val en de ongehoorzaamheid van onzer eerste voorouderen, Adam en Eva, in het paradijs, waar onze natuur alzo is verdorven geworden, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden. Lezen: Genesis 4: 22-24 Toen zeide de Heere God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. Zo verzond hem de Heere God uit de hof van Eden, om de aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was. En Hij dreef de mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmers eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens.
Thema: ‘Ziet….’
1
2
Stem: Vreselijk toch! Voor eeuwig weggestuurd uit het Paradijs, weggestuurd bij de Heere God vandaan. Hoe moet het nu verder met de mens?
1. Er is een Verlosser, Jezus, Zoon van God. Kostbaar Lam van God, Messias, heilig God is Hij.
Zingen: psalm 77: 6 Zou God zijn genâ vergeten? Nooit meer van ontferming weten, Heeft Hij zijn barmhartigheên Door zijn gramschap afgesneên? ‘k Zei daarna: “Dit krenkt mij ’t leven, Maar God zal verand’ring geven, D’Allerhoogste maakt het goed: Na het zure geeft Hij ’t zoet”.
2. Jezus, mijn Verlosser, niemand is aan U gelijk Kostbaar Lam van God, Messias, maakt van zonden vrij.
Lezen: vraag en antwoord 11 HC Is dan God ook niet barmhartig? God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig; daarom zo eist zijn gerechtigheid, dat de zonde, welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is, met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde.
3. Ja, de dag zal komen, dat ik Jezus zie. Dan zal ik mijn Koning dienen voor eeuwig en eeuwig.
Refrein: Dank U, o mijn Vader. U gaf Uw eigen Zoon, Uw Geest als hulp voor ons totdat het werk op aarde is gedaan.
Stem: In de bijbel lezen we van ontelbaar veel offers die aan de Heere toegewijd zijn. Maar al die offers samen zijn niet voldoende om de straf van God te betalen. Ook Abraham wist daarvan: Lezen: Genesis 22: 6-8 En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen. Toen sprak Izak tot Abraham, zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik mijn zoon! En hij zeide: Zie het vuur en het hout; maar waar is het lam tot het brandoffer? En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brand-offer voorzien, mijn zoon! Zo gingen zij beiden samen. Zingen: Er is een Verlosser (Op Toonhoogte nr. 145) 3
Lezen: Jesaja 53: 5-7 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als scha-pen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de Heere heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. Lezen: Belijdenis des geloofs, art 21 a Wij geloven, dat Jezus Christus een eeuwige Hoge-priester is, met ede, naar de ordening van Melchizédek, en zichzelf in onze naam voor zijn Vader gesteld heeft, om zijn toorn te stillen met volle genoegdoening, zichzelf opofferende aan het 4
hout des kruises, en vergietende zijn dierbaar bloed tot reiniging onzer zonden, gelijk de profeten hadden voorzegd.
Hij heeft en zal ons geven, alles, - het eeuwig leven.
Zingen: Eén naam is onze hope (Op Toonhoogte nr. 294) Eén naam is onze hope, één grond heeft Christus’ kerk, Zij rust in éne dope en is zijn scheppingswerk. Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. Hij was’t die door zijn sterven aan haar het leven gaf.
Gedicht: Hij was een lam Ze greep Zijn voeten met een teer gebaar terwijl ze bukte om voor Hem te knielen, en wiste met haar lange zachte haar de tranen weg die op Zijn voeten vielen.
Stem: In het Oude Testament is vaak naar de komst van de Messias verwezen. En in het Nieuwe Testament wordt er niet alleen vérwezen naar de Heere Jezus, Hij wordt ook áángewezen als degene op Wie wij onze hoop moeten stellen: Lezen: Johannes 1: 29 Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide: Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! Zingen: Jezus die langs het water liep (Op Toonhoogte nr. 174) Jezus die langs het water liep en Simon en Andreas riep, om zomaar, zonder praten hun netten te verlaten, Hij komt misschien vandaag voorbij en roept ook ons, roept jou en mij, om alles op te geven en trouw hem na te leven.
Haar liefde vond geen woorden en geen stem, maar ’t kostbaarst’ wat ze had wou ze Hem geven. Niets was te goed, niets was teveel voor Hem die haar terugbracht op de weg ten leven. Er gaat een dof gemompel door de zaal Als zij de nardus op Zijn hoofd doet stromen. Wat een verspilling! Had dit allemaal De armen niet ten goede moeten komen? Hij droop van mirre, en Hij dronk de wijn, En at de spijs die Simons knechten brachten. Hij scheen een vorst, zojuist gezalfd, te zijn, Maar was een lam, dat zich zou laten slachten. E.IJskes –Kooger Stem: De mensen veroordelen deze liefdesdienst van Maria, maar de Heere Jezus weet het op juiste waarde te schatten. Hij ziet dit als de zalving ter voorbereiding op zijn dood. Hij weet immers dat straks gaat gebeuren wat Hij al eerder voorzegd had: Lezen: Mattheus 20: 18-19 Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal de overpriesters en schriftgeleerden overgeleverd worden en zij zullen Hem ter dood veroordelen; en zij zullen Hem de heidenen overleveren om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; en ten derde dage zal Hij weder opstaan.
Christus die door de wereld gaat, verheft zijn stem niet op de straat. Hij spreekt ons hart aan, heden, en wenkt ons met zich mede. En lokt ook nog zoveel ons aan, tot wie zouden wij anders gaan?
Lezen: Lukas 23: 33-35a 5
6
En toen zij kwamen op de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, de een ter rechter- en de ander ter linkerzijde. En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En verdelende Zijn klederen, wierpen zij het lot. En het volk stond en zag het aan.
Zijn ogen duistrend naar de dood, Handen en voeten smart-gekromd., De mond in droge dorst verstomd.
Zingen: Leer mij o Heer (liedboek v.d. kerken nr. 177) Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten In deze zee verzinken mijn gedachten: O liefde die, om zondaars te bevrijden, Zo zwaar moest lijden
Toen zag ik, dwaze zwakkeling De Heer, Die voor de hemel hing, Die al mijn zonden en mijn smart leed aan zijn doodbekropen hart.
Is dit een Heiland naar mijn wens, Een veeg en afgefolterd mens? En kan dit zwartgeronnen bloed Een balsem zijn voor mijn gemoed?
Gij wilt U geven en Gij sterft Voor mij, die dikwijls van U zwerft. Maar in mijn weergekeerd gemoed Leeft Gij, en Gij leeft mij voorgoed.
‘k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen, tot in de dood als mens gehoorzaam wezen, in onze plaats gemarteld en geslagen, de zonde dragen.
Wat wordt Uw bitterheid mij zoet. O Heer, er is een honingvloed voor mij, die overal U zocht en aan het kruis U vinden mocht.
God is rechtvaardig, ja, een God der wrake; en Hij is liefde, Hij wil zalig maken. Zie hier de schalen die ten volle wegen én vloek én zegen.
Willem de Mérode Zingen: Mijn verlosser hangt aan ’t kruis (lb vd k 189) Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis Hangt ten spot van snode smaders, Zoon des Vaders, Waar is toch uw almacht thans, Waar uw goddelijke glans?
Dit breekt mijn trots. Waar zou ik nog op bogen? Ik lig in ’t stof, maar God komt mij verhogen, nu ik van vijands Gods en tegenstander, in vriend verander. Gedicht: Bij het kruis Ik heb op Golgotha gestaan En zag ’t gelaat van Jezus aan, Die men als een ellendeling Aan ’t kruishout hing.
Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis, En Hij hangt er mijnentwegen, Mij ten zegen, Van de vloek maakt Hij mij vrij, En zijn sterven zaligt mij. Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis!
Daar rees zijn lichaam angstig bloot 7
8
Ik Heb mij, Heer, voor dood en leven U gegeven. Laat mij dan in vreugd en pijn Met U in gemeenschap zijn.
Het heilige der heiligen was afgesloten: Verboden toegang naar de troon van God. De priester had het bloed van ’t lam reeds uitgegoten toen hij ’t geluid vernam als van een krakend schot:
Lezen: Vraag en antwoord 37 HC Vraag: Wat verstaat gij door het woord: geleden? Antwoord: Dat Hij aan lichaam en ziel, de ganse tijd van zijn leven op de aarde, maar inzonderheid aan het einde van zijn leven, de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen heeft, opdat Hij met zijn lijden, als met het enige zoenofffer, ons lichaam en onze ziel van de eeuwige verdoemenis verloste en ons Gods genade, gerechtigheid en eeuwige leven verwierf.
De voorhang was gescheurd van boven naar beneden: De weg naar God was vrij, men kon naar binnen gaan, want op dit uur was Jezus’ leed geleden, Gods Paaslam was geslacht, God nam Zijn volk weer aan. Vrijmoedig mogen wij tot God de Vader komen, de zee van Gods verbolgenheid ligt vlak en stil. Het offer van Zijn Zoon werd door Hem aangenomen, God reikt ons weer de hand - om Jezus Christus’ wil. E.IJskes-Kooger
Lezen: Mattheus 27: 50-54 En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf den geest. En ziet, het voorhangsel des tempels scheur-de in tweeën, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden; En de graven werden geopend en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon.
Zingen: Heer wij komen voor Uw troon (JdH, nr 253) Heer wij komen voor Uw troon, Danken U voor Uwen Zoon. Voor Zijn dood aan ’t harde kruis, Brengt ons Heer, in ’t Vaderhuis. Heer wij knielen voor U neer Danken U als onze Heer. Voor Uw schepping, voor Uw kracht, Geef dat liefde wordt betracht. Heer wij buigen voor Uw troon, Ondanks spot en ondanks hoon Komen wij tot U, o Heer, Geef Gij ons het leven weer.
Gedicht: Het Paaslam Het paaslam was geslacht, het altaarvuur ontstoken, de menigte stond wachtend op het tempelplein. De priester stond gereed het offer te doen roken want wierook moest het beeld van de gebeden zijn.
Vader, Zoon en Heil’ge Geest, U bent altijd hier geweest. Geef ons redding, geef ons kracht, Zoals U het kruis volbracht.
9
10
Lezen: Lukas 24: 1-8 En op de eersten dag der week, zeer vroeg in de morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen, die zij bereid hadden, en sommigen met haar. En zij vonden de steen afgewenteld van het graf. En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar: Wat zoekt gij den Levenden bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was, zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dagen wederopstaan. En zij werden indachtig Zijner woorden.
Overwinnaar, Overwinnaar, Hij is verrezen, Hij is verrezen. Overwinnaar, Overwinnaar, Hij regeert in eeuwigheid.
Gedicht: Pasen Hij is het Leven en de Toekomst, de Kracht, de Wijsheid en het Licht. Hij breekt mijn ongeloof in stukken en in het vroege morgenlicht,
Naar de hemel opgevaren, draagt Hij nu Zijn kroon. Laat het door de wereld klinken: Glorie voor Gods Zoon!
is Hij verrezen uit de doden. Hij schenkt de zijnen, vrij en fier, geen vage, ongewisse toekomst, maar sterke blijdschap, nu en hier.
Lezen: Markus 16: 9-13 En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had. Deze, heengaande, boodschapte het dengenen, die met Hem geweest waren, welke treurden en weenden. En als deze hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet. En na deze is Hij geopen-baard in een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden, en in het veld gingen. Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet.
Overweldigd door het duister leek Hij neergeveld. Door Zijn bloed brak Hij de macht van zonde, dood en hel. Refrein. Niemand hoeft de dood te vrezen, liefde keert het tij. Wie gevangen zit in ’t duister Christus maakt u vrij! Refrein.
Refrein.
Hij is hun leven en hun Toekomst. Zijn graf is leeg. Zijn dood vergaan. Juicht, heel de wereld moet het horen: De Heer is waarlijk opgestaan. Co ’t Hart Zingen: In een donker graf gevangen (JdH lied 91) In een donker graf gevangen greep de dood Hem aan. Jezus brak de sterkste banden. Hij is opgestaan!
Refrein: 11
12
Gedicht: Pasen Hoe kunt ge nog treuren, hoe kunt ge nog klagen, Hoe kunt ge nog twijflen, hoe kunt ge nog vragen, Wat zucht g’ om uw zonden, wat roept g’ om genade, Wat zoekt ge naar hulp in uw strijd tegen ’t kwade Wat vraagt ge naar woorden om Christus te danken, Waarom heeft uw loflied onzuivere klanken? Ga nu eens door ’t leven met stralende ogen: Want Christus, Die Zich aan het kruis liet verhogen Ontving voor Zijn lijden uw vrijspraak, uw leven; Uw zonde, uw verraad zijn vergeten, vergeven! De Heer is verrezen! De Heer is verrezen! Behoeft ge nog méér om gelukkig te wezen? De dood is nu dóód – overwonnen is ’t lijden, En Pasen betekent een eeuwig verblijden!. Nel Benschop
Maar, dat w’U blijde tegen gaan En juichen: Jezus heeft voldaan. Wij zijn verlost door Zijn genâ, Hallelujah, Hallelujah!. Lezen: Markus 16: 14-16a Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun ongelovigheid en hardig-heid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was. En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het evangelie aan alle creaturen. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; Gedicht: Vertrouwelijke omgang Dat God ons zó nabij wil zijn: Zijn oor geneigd naar onze woorden; Met milde handen – de doorboordeVertroostend stillend onze pijn.
Zingen: Geloofd zij ‘s Vaders een’ge Zoon Melodie: Daar juicht een toon.. (JdH nr 27) Dat Hij ons zóveel geven wil, Wanneer wij dankbaar voor Hem knielen. Zijn vrede daalt in onze zielen En maakt ons van verwachting stil.
Geloofd zij ’s Vaders een’ge Zoon Verhoogd tot ’s Hemels hoogste troon. Hij leeft, Die stierf op Golgotha Hallelujah, Hallelujah!
De kamervloer wordt tempelplein, En onze stilgevouwen handen raken beschroomd de hemelwanden. Dat God ons zó nabij kan zijn…… Dien de Haan
O, welk een schone morgenstond, Die opgaat over ’t wereldrond! Gelijk de wachters in hun nood Zo vluchten nu ook hel en dood.
Zingen: psalm 84: 6 Want God, de HEER, zo goed, zo mild Is ’t allen tijd een zon en schild. Hij zal genaad’ en ere geven. Hij zal hun ’t goede niet in nood Onthouden, zelfs niet in de dood,
Geef, Heiland, als Gij wederkomt, En aller bozen mond verstomt, Dat wij niet vluchten voor Uw licht, Niet beven voor Uw aangezicht.
13
14
Die open poort laat d’ingang vrij, Aan wie komt binnen vlieden Aan rijk en arm, aan u en mij, Komt Jezus vrede bieden.
Die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig HEER, die op U bouwt En zich geheel aan U vertrouwt! Gedicht: Pasen Hij heeft de wet vervuld. Hij heeft verzoend de schuld. Hij bracht ons nader tot Een Heilig Eeuwig God
Refrein. De open poort leidt tot Gods troon: Gaat door, laat niets u hind’ren; Neemt op uw kruis, aanvaardt de kroon Die God biedt aan Zijn kind’ren
Hij is met schuld belaan De weg naar ’t kruis gegaan En daar op Golgotha Bracht Hij voor ons gena’.
Refrein In ’t hemelrijk, voor Jezus’troon Daar leidt het kruis tot zegen: Daar dragen wij voor kruis een kroon Door Jezus bloed verkregen.
Zijn Vader nam het aan En Hij is opgestaan Zijn leven was een kruis Zo brengt Hij ons naar huis.
Dankgebed
Mies Vreugdenhil Lezen: vraag en antwoord 59 HC Vraag: Maar wat baat het u nu, dat gij dit alles gelooft? Antwoord: Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben, en een erfgenaam des eeuwigen levens. Zingen: Ik zie een poort wijd open staan (JdH nr.140) Ik zie een poort wijd open staan, Waardoor het licht komt stromen, Van ’t kruis, waar ‘k vrijelijk heen mag gaan, Om vrede te bekomen. Refrein: Genade Gods, zo rijk en vrij! Die poort staat open ook voor mij! Voor mij! Voor mij! Staat open ook voor mij. 15
16