Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Colofon Titel
:
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Projectnummer :
12349
Opdrachtgever :
Vivare Projecten BV Postbus 5265 6802 EG ARNHEM
Datum
31 oktober 2012
:
Status rapport :
eindrapport / definitief
Bestand
12349 - eindrap1.wpd
:
Opdrachtnemer:
De Groene Ruimte BV Postbus 400 6700 AK Wageningen tel. 0317-423969 fax 0317-418758
[email protected] www.dgr.nl
Handtekening : voor akkoord directie
Naam : ir. P.A.F.M. Reijbroek Handtekening:
Auteursrecht
De auteursrechten van dit rapport rusten bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, tenzij schriftelijk anders is/wordt overeengekomen. Alleen degenen bij wie het auteursrecht rust zijn gerechtigd het rapport voor eigen gebruik te vermenigvuldigen, te verspreiden of toe te passen, alsook om het ter informatie aan derden openbaar te maken tegen onderling (= zij bij wie het auteursrecht rust) overeengekomen voorwaarden (kosten, citeren, gebruiken, wijzigen etc).
:
Aansprakelijk- : heid
Raadpleging van en eventuele verdere handelingen met/op basis van het door De Groene Ruimte BV geleverde product vallen buiten elke verantwoordelijkheid van opdrachtgever en/of De Groene Ruimte BV.
Inhoud 1. Inleiding
............................................................. 3
2. Werkwijze en uitvoering
......................................... 5
3. Beschrijving plangebied en ingreep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
4. Resultaten 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
.......................................................... 9 Flora . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Zoogdieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Amfibieën, reptielen en vissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Vogels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Insecten en andere ongewervelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
5. Conclusies en adviezen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 5.1 Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 5.2 Adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bronnen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Bijlagen Bijlage 1. Samenvatting verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet (FF-wet) Kaarten Kaart 1. Kaart 2. Kaart 3. Kaart 4.
Plangebied Vleermuizen Nestplaatsen Huismus Nestplaatsen Gierzwaluw
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
1
2
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
1.
Inleiding In opdracht van Vivare Projecten BV te Arnhem heeft De Groene Ruimte BV in 2012 een ecologische quickscan ingevolge de Flora- en faunawet (FF-wet) uitgevoerd voor het plangebied Roompotstraat en omgeving te Arnhem. Omdat op voorhand bekend was, dat met een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nader onderzoek naar vleermuizen, Huismus en Gierzwaluw nodig zou zijn, is de quickscan gecombineerd met een gericht nader onderzoek naar genoemde soorten(groepen). Het plangebied betreft een deel van de wijk Presikhaaf te Arnhem. Het plangebied ligt in de hoek Driepoortenweg - Volkerakstraat en het spoor naar Westervoort. Het onderzoeksgebied (= plangebied) is naar schatting circa 5,6 ha groot. In het plangebied zijn huizenblokken en laagbouwflats (vier lagen) aanwezig. De ingreep betreft onderhoud en renovatie: dakpannen vervangen, dakisolatie aanbrengen, goten en hemelwaterafvoer vervangen, kozijnen vervangen, (deels) spouwmuurisolatie aanbrengen, voegwerk vervangen en binnenwerk (waaronder sanitair vervangen). Mogelijk worden de laagbouwflats gesloopt. De ingreep is in het kader van de FF-wet aan te duiden als een ‘ruimtelijke inrichting of ontwikkeling’. In deze rapportage zijn de resultaten verwoord van de ecologische quickscan en het nader onderzoek van het plangebied. In het kader van het onderzoek is een beknopt bronnenonderzoek uitgevoerd en is een aantal veldbezoeken gebracht. Van het plangebied is een situatiebeschrijving opgenomen. Daarnaast zijn -per soortengroep- de aangetroffen en de zeer waarschijnlijk aanwezige, beschermde soorten aangegeven. Van niet genoemde streng beschermde soorten kan de aanwezigheid worden uitgesloten. Er heeft geen andere toetsing plaatsgevonden dan aan de vereisten vanuit de FF-wet. Consequenties aanwezigheid beschermde soorten (FF-wet) bij ruimtelijke ingrepen en ontwikkelingen algemeen tabel 1 tabel 2
tabel 3
vogels
Voor het verstoren van alle soorten geldt de algemene zorgplicht. De soorten van tabel 1 betreft algemeen vrijgestelde soorten. Voor het verstoren van soorten van tabel 2 is een ontheffing inzake de FF-wet vereist, tenzij aantoonbaar wordt gewerkt volgens een door het Ministerie van EL&I goedgekeurde en voor de situatie passende gedragscode, of de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen wordt gewaarborgd. Voor het verstoren van soorten van tabel 3 is een ontheffing inzake de FF-wet vereist, tenzij de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats wordt gewaarborgd. Voor Habitatrichtlijnsoorten geldt dat de ontheffing moet worden aange-vraagd op grond van een wettelijk belang uit de Habitatrichtlijn. Voor het verstoren van vogels is een ontheffing inzake de FF-wet vereist, tenzij de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats wordt gewaarborgd. Voor vogels geldt dat de ontheffing moet worden aangevraagd op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn.
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
3
Ligging plangebied in z’n omgeving (bron: Google Earth)
Plangebied (bron: Google Earth)
4
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
2.
Werkwijze en uitvoering Ter voorbereiding op het veldbezoek is voor het plangebied een aantal bronnen (internetsites, verspreidingsatlassen en andere relevante bronnen) geraadpleegd, om een indruk te krijgen van de mogelijke natuurwaarden van (de omgeving van) het plangebied. Voorafgaand aan de veldinventarisatie is ook kennis genomen van de soortenstandaarden (Dienst Regelingen, 2011a, 2011b, 2011c, 2011d en 2011e) en het protocol voor vleermuisonderzoek van het Netwerk Groene Bureaus (Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, 2012). Verspreid over de periode juni - september zijn zes veldbezoeken gebracht, gericht op genoemde (doel)soorten. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door twee ervaren ecologen-/vleermuisdeskundigen1). Vleermuizen zijn met behulp van een batdetector (Petterson D240x) en op zicht geïnventariseerd. Er was apparatuur (Roland Edirol R- 09HR) beschikbaar waarmee geluidsopnamen van de batdetector konden worden gemaakt en daarna worden geanalyseerd met het programma Batsound. Tijdens de in- en uitvliegtijden is gelet op zwermende en in- of uitvliegende vleermuizen bij de gebouwen en bomen in het plangebied. Ook zijn foeragerende of passerende vleermuizen geïnventariseerd. De functie van de bebouwing en de groenelementen is genoteerd. De Huismus en Gierzwaluw zijn op zicht en geluid geïnventariseerd, waarbij ook is gelet op sporen van gebruik en aanwezigheid. Tijdens alle bezoeken is tevens gezocht naar sporen van aanwezigheid van andere (streng) beschermde of anderszins bijzondere soorten. De dagen, tijdstippen en andere zaken aangaande de veldboeken zijn opgenomen in de onderstaande tabel. In de rapportage zijn ter illustratie en toelichting enkele foto’s2) opgenomen, opdat een zo compleet mogelijk (ecologisch) beeld wordt verkregen van het plangebied. Uiteraard zijn de aangetroffen wettelijk beschermde soorten apart vermeld en is aangegeven welke consequenties dit heeft voor de verdere procedure inzake de FF-wet.
1)
ir. R. Noordhuis en ir. P.A.F.M. Reijbroek
2)
Alle in deze rapportage opgenomen foto’s zijn gemaakt tijdens het veldbezoek, tenzij anders is aangegeven.
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
5
Overzicht veldbezoeken Datum
Omstandigheden / toelichting
18 juni 2012
Het avondbezoek met twee personen, gericht op vleermuizen, Gierzwaluwen en Huismussen, vond plaats tussen 20.55u en 23.15u. Het was vrijwel onbewolkt, de windkracht was 2 en de temperatuur was ca. 18°C, afnemend tot ca. 15°C.
21 juni 2012
Het ochtendbezoek met twee personen, gericht op vleermuizen, Gierzwaluwen en Huismussen, vond plaats tussen 3.35u en 6.30u. Het was deels bewolkt, er was weinig wind en de temperatuur was ca. 16°C.
9 juli 2012
Het avondbezoek met een persoon, gericht vleermuizen en Gierzwaluwen, vond plaats tussen 21.10u en 23.45u. Het was deels bewolkt, er was weinig wind en de temperatuur was ca. 16°C.
15 augustus 2012
Het avondbezoek met twee personen, gericht op vleermuizen, vond plaats tussen 20.30u en 22.00u. Na enkele buien was het bewolkt maar droog, het was windstil en de temperatuur was ca. 25°C.
17 september 2012
Het avondbezoek met twee personen, gericht op vleermuizen, vond plaats tussen 19.30u en 21.15u. Het was half bewolkt, er was weinig wind en de temperatuur was ca. 17°C.
20 september 2012
Een extra ochtendbezoek, gericht op Huismussen, vond plaats tussen 8.10u en 10.10u. Het was deels bewolkt, er was weinig wind en de temperatuur was circa 16°C.
6
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
3.
Beschrijving plangebied en ingreep Ligging en omgeving Het plangebied ligt in de Arnhemse wijk Presikhaaf. Het plangebied wordt begrensd door de Driepoortenweg/Volkerakstraat, Laan van Presikhaaf en de Slaakweg. Aan de noordoost- en noordwestzijde van het plangebied is bebouwing aanwezig. Ten zuidwesten van het plangebied ligt de spoorlijn Arnhem-Emmerich. Langs zuidoostzijde en zuidwestzijde van het plangebied is een groenblauwe zone aanwezig met een brede watergang en veel bomen. Ten zuiden van de watergang is een park met hoge bomen aanwezig. Het plangebied Het plangebied bestaat uit een deel van een woonwijk. Er zijn eengezinswoningen en laagbouwflats aanwezig. De eengezinswoningen zijn verdeeld over 17 woonblokken met een variabele lengte en schuine pannendaken. Er zijn smalle open stootvoegen op de voorgevels en aan de kopse kanten aanwezig. De flats hebben vier woonlagen en twee galerijen. De daken van de flatgebouwen zijn hellend maar hebben geen pannen als dakbedekking. Er zin in de flats, behalve in het dak, ook kleine spleetvormige ruimtes op de galerijen.
Kruising Roompotstraat-Spuistraat
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
7
Het plangebied is relatief groen door een grote oppervlakte aan gazons (deels met speeltoestellen) en veel verspreid staande bomen. De ingreep De ingreep betreft onderhoud en renovatie: dakpannen vervangen, dakisolatie aanbrengen, goten en hemelwaterafvoer vervangen, kozijnen vervangen, (deels) spouwmuurisolatie aanbrengen, voegwerk vervangen en binnenwerk (waaronder sanitair vervangen). Mogelijk worden de flats gesloopt. Naar verwachting wordt ook het groen in de tuinen (tijdelijk) verstoord. De ingreep is in het kader van de FF-wet aan te duiden als een ‘ruimtelijke inrichting of ontwikkeling’. Een van de flatgebouwen in de wijk
8
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
4.
Resultaten
4.1
Flora Aandachtspunten flora Plantensoort
tabel 2
tabel 3 HR bijl IV
Opmerkingen
Bijl 1
< geen >
Uit het bronnenonderzoek zijn de volgende soorten naar voren gekomen, die mogelijk in (de omgeving van) het plangebied voorkomen: Brede wespenorchis, Tongvaren, Steenbreekvaren en Gewone vogelmelk. De streng beschermde varens Tongvaren en Steenbreekvaren zijn niet aangetroffen in het plangebied. Mogelijk komen ze wel buiten het plangebied voor (in of nabij de tunnels, het gemaal of de brug over de Driepoortenweg). Brede wespenorchis is niet waargenomen, maar zou eventueel kunnen voorkomen in de tuinen. Voor het waarnemen van Gewone vogelmelk was het te laat in het seizoen. Beide soorten kunnen wel in het plangebied voorkomen. Tijdens het veldbezoek zijn (buiten de tuinen) geen andere (streng) beschermde plantensoorten of Rode-Lijstsoorten aangetroffen; gezien de huidige inrichting en het recente gebruik van het terrein worden deze ook niet verwacht. Conclusie flora Door de ingreep worden geen streng beschermde plantensoorten verstoord. Brede wespenorchis en Gewone vogelmelk worden mogelijk wel verstoord. Het betreft soorten van tabel 1 van de AMvB art. 75 FF-wet; voor deze soorten geldt een algemene vrijstelling bij ruimte ontwikkelingen.
4.2
Zoogdieren Aandachtspunten zoogdieren Soort of soortengroep
tabel 2
tabel 3 HR bijl IV
Gewone dwergvleermuis
x
Ruige dwergvleermuis
x
Opmerkingen
Bijl 1 Diverse soorten verblijfplaatsen
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
9
Vleermuizen Bronnen Uit het bronnenonderzoek is naar voren gekomen, dat in de omgeving van het plangebied zeven vleermuissoorten voorkomen: Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Laatvlieger, Gewone grootoorvleermuis en Franjestaart. Voor de blauwgroene zone ten zuiden van het plangebied zijn gemeld: Ruige dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis en Watervleermuis (Eelerwoude, 2005). Gewone dwergvleermuis Op basis van de tijdens de veldbezoeken verzamelde gegevens wordt uitgegaan van 27 territoria van mannelijke dieren. Daarnaast is een kolonieplaats gevonden met tien tot vijftien dieren. Het aantal vleermuizen in de wijk wordt geschat op 40 tot 50 dieren (zie kaart 2). De dieren bevinden zich even vaak in de hoogbouw als in de laagbouw. Bij de woonblokken kiezen ze vooral de kopse kanten van de gebouwen, waar ze bij de dakrand via kleine gaatjes naar binnen vliegen. Bij de flatgebouwen huizen ze waarschijnlijk in de dakrand. De kolonieplaats is vastgesteld aan het oostelijk eind van de Roompotstraat. Hier verdelen de dieren zich over drie verblijfplaatsen: één bij de regenpijp van flatgebouw E en twee aan de kopse kanten van woonblokken 6b en 14. Er is geen vliegroute of essentieel foerageergebied van Gewone dwergvleermuizen aangetroffen in het plangebied. Tijdens alle veldbezoeken zijn boven de watergang buiten het plangebied meerdere Gewone dwergvleermuizen jagend aangetroffen. Het betreft een voor de omgeving belangrijk jachtgebied. Ook in de omringende wijken komt de Gewone dwergvleermuis veelvuldig voor. Dit is bekend uit eerdere onderzoeken van De Groene Ruimte (Krammerstraat, Arentheemcollege) en uit bronnenonderzoek (Eelerwoude, 2005). De dieren in het plangebied hebben waarschijnlijk veel uitwisseling met dieren van omringende wijken. Ruige dwergvleermuis De Ruige dwergvleermuis is op 15 augustus en op 17 september waargenomen. Het betreft drie locaties in het oosten van het plangebied. Waarschijnlijk zijn er drie verblijfplaatsen in de flatgebouwen D, E en I. Rosse vleermuis Bij de meeste bezoeken zijn Rosse vleermuizen waargenomen. Het betrof zowel passerende als jagende dieren. Alle dieren bevonden zich op grote hoogte. Gezien de grote hoogte wordt niet verwacht dat de dieren verstoord worden door de ingreep.
10
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Conclusie Tijdens het nader onderzoek in 2012 zijn drie soorten vleermuizen in het plangebied aangetroffen. De Gewone dwergvleermuis is het talrijkst aanwezig: er zijn ca. 30 vaste verblijfplaatsen met in totaal ca. 30-50 dieren, waaronder een kraamkolonie met ca. 10-15 dieren aangetroffen. Daarnaast zijn drie vaste verblijfplaatsen van Ruige dwergvleermuizen aanwezig. De hoog boven het plangebied waargenomen Rosse vleermuizen worden naar verwachting niet verstoord door de ingreep. De Watervleermuis en Gewone grootoorvleermuis zijn niet waargenomen. Het wateroppervlak van de watergang naast het plangebied had mogelijk te veel drijvend materiaal om geschikt te zijn als jachtgebied voor Watervleermuizen. Overige streng beschermde zoogdiersoorten Uit bronnenonderzoek is gebleken dat Steenmarter voorkomt in (de omgeving van) het plangebied. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat in het plangebied Steenmarters vaste verblijfplaatsen hebben. Wel kunnen de dieren in de wijk jagen. Gezien de aard van het plangebied, betreft het waarschijnlijk geen essentieel foerageergebied. Licht beschermde zoogdiersoorten Er zijn (sporen van) licht beschermde Vos, Huisspitsmuis en Mol aangetroffen. Daarnaast worden Bosmuis, Egel en Woelrat (watergang) verwacht. Conclusie zoogdieren Door de ingreep worden vaste verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis en Ruige dwergvleermuis verstoord. Omdat deze soorten staan vermeld op tabel 3 van de AMvB art. 75 FFwet en bijlage IV van de Habitatrichtlijn, dient een ontheffing ingevolge de FF-wet te worden aangevraagd; pas na verkrijging van de ontheffing of zogenaamde ‘positieve afwijzing’ en na het nemen van voldoende mitigerende maatregelen kan met de ingreep worden gestart. De genoemde licht beschermde soorten worden mogelijk verstoord door de ingreep. Deze soorten staan vermeld op tabel 1 van de AMvB art. 75 FF-wet; dit betreft algemeen vrijgestelde soorten bij onder andere ‘ruimtelijke inrichtingen en ontwikkelingen’. Voor deze soorten is geen ontheffing noodzakelijk.
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
11
4.3
Amfibieën, reptielen en vissen Aandachtspunten amfibieën, reptielen en vissen Soort of soortengroep
tabel 2
tabel 3 HR bijl IV
Opmerkingen
Bijl 1
< geen >
Amfibieën Tijdens het veldwerk is een Gewone pad waargenomen. Verder worden Bastaardkikker (watergangen), Bruine kikker en Kleine watersalamander verwacht. Reptielen Het plangebied is ongeschikt voor reptielen. Vissen Door het ontbreken van open water in het plangebied komen geen vissen voor. Conclusie amfibieën, reptielen en vissen Door de ingreep worden geen streng beschermde amfibieën, reptielen of vissen verstoord. De (mogelijk) aanwezige amfibiesoorten staan vermeld op tabel 1 van de AMvB art. 75 FF-wet; dit betreft algemeen vrijgestelde soorten bij onder andere ‘ruimtelijke inrichtingen en ontwikkelingen’.
4.4
Vogels Aandachtspunten vogels Soort
Opmerkingen
Huismus Gierzwaluw De ingreep is alleen toegestaan: • indien zich geen broedgevallen voordoen (kort vóór de ingreep controle hierop uit (laten) voeren); • indien geen jaarrond beschermde verblijfplaatsen worden verstoord. Zo mogelijk vindt de ingreep plaats buiten het broedseizoen (globale indicatie broedperiode: februari - augustus)
Jaarrond beschermde verblijfplaatsen van vogels kunnen zich zowel in bebouwing (bijvoorbeeld onder pannen of achter gevelbetimmering) als in bomen (nesten of holtes) bevinden. De bebou-
12
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
wing en de aanwezige groenvoorzieningen in het plangebied zijn onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen. Het veldbezoek was met name gericht op mogelijke nestplaatsen van Huismussen (kaart 3) en Gierzwaluwen (kaart 4). Huismus De nesten van Huismussen zijn alleen aangetroffen in de laagbouw, niet in de flatgebouwen. In 12 van de 17 woonblokken zijn nesten van Huismus aangetroffen. Bij de overige vijf woonblokken is geen nestelactiviteit van Huismussen vastgesteld. Een paar van deze vijf woonblokken is mogelijk wel geschikt voor nesten van Huismus. De Huismussen broeden onder de dakpannen. Er zijn naar schatting 40 tot 50 paartjes met nesten. Opvallend is het relatief grote aantal nesten in het huizenblok tussen de Spuistraat en de Laan van Presikhaaf (nummer 9). Ook in naburige wijken, waaronder de Krammerstraat, zijn Huismussen talrijk. Gierzwaluw Gierzwaluw broedt zowel in de laagbouw als in de hoogbouw. Ongeveer tweederde van de nesten bevindt zich in de galerijflats. De paartjes broeden onder de dakrand. In de laagbouw broeden de dieren aan de hoekpunten van de woonblokken onder de dakrand, ergens in het midden van het woonblok onder het dak. Op basis van het aantal waargenomen laagvliegende dieren, wordt het aantal paartjes geschat op 20 tot 30. Tijdens het veldwerk werd vastgesteld, dat in de flat aan de Driepoortenweg, direct ten westen van het huidige plangebied, tenminste vier paar Gierzwaluwen nestelen. In de wijk ten westen van het plangebied nestelen Gierzwaluwen talrijk. De verwachting is, dat ook andere wijkdelen nestplaatsen van Gierzwaluwen herbergen. Andere vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten Ten noorden van de wijk is een valk gezien, waarschijnlijk een Boomvalk. Het plangebied is niet geschikt voor nesten van valk, maar er is nestindicerend gedrag gemeld nabij de Westervoortsedijk (Waarneming.nl). Nabij de Doeffstraat, ten zuiden van het plangebied, zijn Roeken waargenomen. Wellicht is hier in de buurt een Roekenkolonie aanwezig. De mogelijke kolonieplaats is echter te ver van het plangebied om enig effect te ondervinden van de ingreep. Overige vogelsoorten Opvallend in de wijk is het groot aantal Kauwtjes: 40 tot 60 paren. De dieren broeden zowel in schoorstenen van de eengezinswoningen als van de flats. Aan de flatgebouwen is een grote groep Spreeuwen aangetroffen. Het betreft met name de flatgebouwen in het noorden van het plangebied. Hier waren tenminste 10 nesten aanwezig op korte afstand van elkaar. Verder zijn algemene stadsvogels als Merel, Turkse tortel, Ekster, Zwartkop, Heggenmus, Tjiftjaf en Vink waargenomen.
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
13
Nabij het plangebied zijn Grote bonte specht, Waterhoen en Wilde eend actief.
Dakrand van een flatgebouw met nestplaats Spreeuw
Conclusie vogels Door de ingreep vindt verstoring plaats van nesten van Huismus en Gierzwaluw. Deze nesten zijn jaarrond (streng) beschermd. Voor het verstoren van deze nesten dient een ontheffing ingevolge de FF-wet te worden aangevraagd; pas na verkrijging van de ontheffing of zogenaamde ‘positieve afwijzing’ en na het nemen van voldoende mitigerende maatregelen kan met de ingreep worden gestart. Door de ingreep worden mogelijk broedgevallen van onder andere Spreeuw en Kauw verstoord, afhankelijk van de periode van de ingreep. Broedgevallen mogen niet worden verstoord (FF-wet).
4.5
Insecten en andere ongewervelden Aandachtspunten insecten en andere ongewervelden Soort of soortengroep
tabel 2
tabel 3 HR bijl IV
Opmerkingen
Bijl 1
< geen >
Gezien de inrichting van het terrein kan een aantal algemene dagvlinders worden verwacht. Er is geen geschikt biotoop aanwezig voor streng beschermde soorten. Conclusie insecten en andere ongewervelden Uit deze soortengroepen worden geen beschermde soorten verstoord door de geplande ingreep.
14
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
5.
Conclusies en adviezen
5.1
Conclusies •
•
•
• •
5.2
In bijna alle gebouwen zijn verblijfplaatsen van Gewone dwergvleermuis aanwezig; zowel zomer-, paar- als kraamverblijfplaatsen zijn aangetroffen. In drie gebouwen zijn vermoedelijk verblijfplaatsen van Ruige dwergvleermuis aanwezig. Door de ingreep worden deze verblijfplaatsen verstoord. Deze verblijfplaatsen zijn middels de FF-wet streng beschermd. Voor het verstoren van deze verblijfplaatsen is een ontheffing of een zogenaamde ‘positieve afwijzing’ van de Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I nodig. Door de ingreep worden nestplaatsen van Huismus en Gierzwaluw verstoord. Deze verblijfplaatsen zijn middels de FF-wet streng beschermd. Voor het verstoren van deze nestplaatsen is een ontheffing of een zogenaamde ‘positieve afwijzing’ van de Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I nodig. In het algemeen geldt dat de werkzaamheden ruim buiten het broedseizoen uitgevoerd dienen te worden; indien werkzaamheden binnen of rond het broedseizoen worden uitgevoerd, dient te worden vastgesteld dat er geen enkel broedgeval kan worden verstoord. Mogelijk komen nesten voor van onder andere Spreeuw en Kauw. Verstorende activiteiten mogen pas plaatsvinden nadat broedgevallen op natuurlijke wijze zijn geëindigd (en de jonge vogels definitief zijn uitgevlogen) en voordat zich nieuwe broedgevallen voordoen. Met uitzondering van de hiervoor genoemde soorten worden naar verwachting geen streng beschermde soorten verstoord door de ingreep. Door de ingreep worden (mogelijk) enkele licht beschermde flora-, zoogdier- en amfibiesoorten verstoord, zoals Brede wespenorchis, Egel, Huisspitsmuis, Bosmuis, Gewone pad, Kleine watersalamander. Voor de licht beschermde soorten van tabel 1 van de AMvB art. 75 FF-wet geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ingrepen en ontwikkelingen en zijn dus geen mitigerende maatregelen verplicht.
Adviezen •
• • •
•
Geadviseerd wordt, om een ontheffing aan te vragen bij de Dienst Regelingen voor het verstoren van Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, nesten van Huismussen en nesten van Gierzwaluwen. Er wordt geadviseerd om een ontheffing aan te vragen ‘met het oog op een positieve afwijzing’. De ontheffing dient vergezeld te gaan van een daarop gericht activiteitenplan. Geadviseerd wordt om de werkzaamheden uit te voeren in een periode waarin geen broedgevallen aanwezig kunnen zijn. Bij de werkzaamheden is het van belang de bestaande, te handhaven landschapselementen als grasland, houtopstanden en struwelen niet aan te tasten. Geadviseerd wordt om een ecologisch werkprotocol op te laten stellen, waarin is aangegeven en uitgewerkt op welke wijze met de aanwezige (streng beschermde en algemene) planten- en diersoorten wordt omgegaan, welke voorzorgsmaatregelen worden getroffen en welke mitigatie wordt gepleegd, opdat wordt voldaan aan de FF-wet incl. wettelijke zorgplicht. Uiteraard dient aantoonbaar volgens het werkprotocol te worden gewerkt. Voor alle soorten (beschermd en niet beschermd) geldt de algemene zorgplicht. Deze houdt in dat de werkzaamheden op een zodanige wijze worden uitgevoerd dat planten en
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
15
•
•
•
16
dieren zo min mogelijk worden verstoord. In dichte aanplant kunnen zich Egelnesten bevinden, daarom voor verwijderen eerst voorzichtig checken. In z’n algemeenheid dienen de verstorende werkzaamheden zo beperkt mogelijk te zijn (algemene zorgplicht). In elk geval dient de verstoring beperkt te blijven tot het (netto) plangebied. Ook materialenopslag, bouwketen etc. dienen zo mogelijk binnen de begrenzing van het plangebied een plaats te krijgen en mogen in elk geval geen verstorend effect hebben buiten het plangebied. Ook dient, vanuit de zorgplicht, de periode van uitvoering zo gekozen te worden, dat dieren zo min mogelijk worden verstoord. Aanwezige dieren (algemene soorten en soorten zonder bijzondere beschermingsstatus) worden weggevangen of op een onschadelijke wijze verdreven naar een geschikt biotoop. Egelnesten dienen te worden opgespoord en verplaatst naar een terrein waar het rustig is, bijvoorbeeld het park nabij het spoor. Opdat de maatregelen volgens de wet- en regelgeving verlopen en de mitigerende maatregelen tot het beoogde resultaat leiden, worden alle werkzaamheden begeleid door een ter zake kundig ecoloog. Van de begeleiding wordt steeds verslag gedaan, zodat aantoonbaar conform de afspraken wordt gewerkt.
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
Bronnen Bos, F., D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, De Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse fauna 7. - Leiden. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland. Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M Thissen (red), 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. - Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Utrecht. Dienst Regelingen, 2011a. Soortenstandaard Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011b. Soortenstandaard Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011c. Soortenstandaard Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011d. Soortenstandaard Gierzwaluw Apus apus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dienst Regelingen, 2011e. Soortenstandaard Huismus Passer domesticus. Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag. Dijkstra, K.-D. B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar en M.J.T. van der Weide, 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse fauna 4. - Leiden. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey - Nederland. Eelerwoude, 2005. Inventarisatie flora en fauna, Locatie Presikhaaf Gemeente Arnhem. Project nr. 1546 Limpens, H., K. Mostert en W. Bongers 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen Onderzoek naar verspreiding en ecologie. - KNNV-Uitgeverij, Utrecht. Meijden, R. van der, B. Odé, C.L.G. Groen, J.-P.M. Witte en D. Bal, 2000. Bedreigde en kwetsbare vaatplanten in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. - Nationaal Herbarium, Leiden en Stichting FLORON, Leiden. Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensautoriteit Natuur, 2012. Vleermuisprotocol 2012. 24 februari 2012. Netwerk Groene Bureaus, Odijk. • • •
Stichting Ravon (www.ravon.nl) Waarneming.nl (www.waarneming.nl) Zoogdieratlas (www.zoogdieratlas.nl)
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
17
Bijlagen
Bijlage 1. Samenvatting verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet (FF-wet) Onderstaande tekst bevat de voor het onderhavige project belangrijkste aspecten van de Flora- en faunawet. Uiteraard is alleen de wettekst bepalend; aan onderstaande tekst kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Middels de Flora- en Faunawet (FF-wet) zijn in beginsel alle inheemse planten- en diersoorten beschermd en voor alle soorten geldt de wettelijke zorgplicht. Een aantal planten- en diersoorten heeft een bijzondere beschermingstatus (‘beschermde soorten’). Een ingreep kan een effect hebben op dergelijke eventueel aanwezige, beschermde planten- en diersoorten. Een initiatiefnemer heeft de wettelijke plicht om na te gaan of door de ingreep beschermde soorten worden verstoord; de bewijslast ligt bij de initiatiefnemer, die moet aantonen dat geen soorten worden verstoord (waardoor één of meer van de artikelen 8 t/m 12 van de FF-wet worden overtreden) of hij moet een ontheffing voor deze verstoring aanvragen bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Artikelen 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet Art. 8
Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Art. 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Art. 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Art. 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Art. 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
De eerste stap van zo’n procedure is een quickscan. In een quickscan wordt getracht zo veel mogelijk uitsluitsel te krijgen over de aanwezigheid of afwezigheid van beschermde soorten en, bij aanwezigheid, over de vraag of verstoring aan de orde is. Waar mogelijk wordt gekeken hoe eventuele verstoring kan worden voorkómen of worden verminderd. Indien verstoring niet kan worden voorkomen, dient een ontheffing te worden aangevraagd. Deze dient, vergezeld van een activiteitenplan ingediend te worden bij de Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I. In het activiteitenplan wordt onder andere uitgebreid ingegaan op het doel van de aanvraag, wordt een onderbouwing gegeven en wordt ingegaan op de wijze waarop met (streng) beschermde soorten wordt omgegaan. De verwerking van de aanvraag door de Dienst Regelingen kan geruime tijd in beslag nemen (in het algemeen minstens 2 maanden maar ook 6 maanden is niet uitzonderlijk). Middels een Algemene Maatregel van Bestuur in 2005 is de toepasbaarheid van de FF-wet verder vorm gegeven. In deze AMvB is een onderscheid gemaakt in drie bijzondere beschermingsregimes; de beschermde soorten zijn onderverdeeld in drie groepen en elk van deze soortengroepen is vermeld op drie tabellen (zie tekstkader volgende pagina). De soorten van tabel 3 hebben de hoogste beschermingsstatus. Vogels kennen een apart beschermingsregime, los van de tabellen-indeling. Sinds 26 augustus 2009 zijn de nesten van een aantal vogelsoorten jaarrond beschermd. Ook kan voor een aantal soorten van tabel 3 geen ontheffing meer worden verkregen (tenzij een wettelijk belang uit de Habitatrichtlijn van toepassing is); indien vaste verblijfplaatsen van deze soorten aanwezigheid zijn, dient de ingreep plaats te vinden op een zodanige wijze dat -althans ingevolge de FF-wet- geen sprake is van verstoring, omdat de functionaliteit van de verblijfplaatsen wordt gewaarborgd.
Toelichting tabellen soorten Flora- en faunawet In onderstaande tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (FF-wet). De tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75). Vogelsoorten zijn in de oorspronkelijke tabellen van het ministerie van LNV niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). Toelichting tabel 1 • Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de FF-wet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden. • Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’ (zgn. lichte toets). Toelichting tabel 2 • Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de FF-wet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van EL&I goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. • Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3). Toelichting tabel 3 • Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m 12 van de FF-wet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van EL&I goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen vrijstelling voor artikel 10 van de FF-wet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. • Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig. • Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een ontheffing te krijgen. • Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig. • Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang3); 2) er is geen alternatief; 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zgn. uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten.
3)
• onderzoek en onderwijs • repopulatie en herintroductie • bescherming van flora en fauna • veiligheid van het luchtverkeer • volksgezondheid of openbare veiligheid • dwingende redenen van openbaar belang • het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom • belangrijke overlast veroorzaakt door dieren • uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw • bestendig gebruik • uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling
Stroomdiagram Flora- en faunawet
(Zie ook het stroomdiagram op de volgende pagina).
Stroomdiagram voor Ruimtelijke ontwikkelingen per 26 augustus 2009
Kaarten
am Kr
Legenda
me
F
r rst a at
lin t
n Laa
r aa
G
v an si k h a af
aat
at
ots tr
stra
mp
i Spu
Roo
Pre
7
H
9
8
11
10
enw eg
5a
Ro om
5b
oo rt
1
B
Sla a
po t st
r aa
t
13
12
4b
C
14
6a
2
eff
Roompotstraat 3-37
5
Roompotstraat 204-218
6
Roompotstraat 260-274
1
Slaakweg 215-231
2
Slaakweg 273-289
3
Slaakweg 331-337
8
Spuistraat 4 - 12
10
Spuistraat 14 - 20
12
Spuistraat 22 - 28
7
Spuistraat 51 - 59
9
Spuistraat 61 - 71
11
Spuistraat 73 - 83
13
Spuistraat 85 - 95
Laagbouwflat
6b
kw eg
Do
I
4
G
Laan van Presikhaaf 194-232
H
Laan van Presikhaaf 234-272
I
Laan van Presikhaaf 274-312
A
Roompotstraat 164-202
C
Roompotstraat 220-258
E
Roompotstraat 276-314
B
Slaakweg 233-271
D
Slaakweg 291-329
F
Spuistraat 1-47 Overige bebouwing
a af
ie p Dr
4a
Laan van Presikhaaf 314-328
D
kh
A
E
st r a at
3
Pr e si
n st
at tra
v an
ge
ks
14
Kaart 1. Plangebied
La an
eve Gr
ra lke o V
Huizenblok
22 okt. 2012 12349
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Definitief
75
m
100
am Kr me
F
r rst a at
Vleermuizen
lin t
Pre
R♂
9
8
11
4a Ro om
5b
R♂
B
r aa
t
Do
R♂
4b 6a
2
D
st r a at
Overige bebouwing
Rd j
E
Rd j eff
Laagbouwflat
14
6b
kw eg
A-I
Rd j
R♂
C
Huizenblok
I
13
12
1 - 14
a af
Sla a
po t st
Vliegrichting uitvliegende Gewone dwergvleermuis
kh
enw eg oo rt ie p Dr
1
R♂
5a
H
Bebouwing
10 A
Vaste verblijfplaats Gewone dwergvleermuis
a af
at
aat
Ruige dwergvleermuis - jagend
Rd j
si k h
stra
ots tr
i Spu
mp
Kraamverblijf Gewone dwergvleermuis met 3 subverblijven
v an
7 Roo
Territorium Gewone dwergvleermuis met roepend mannetje
R♂
n Laa
r aa
G
R♂
R♂
3
Pr e si
n st
Territorium Gewone dwergvleermuis
v an
ge
aat
Kaart 2. Vleermuizen
La an
eve Gr
ra lke o V
r k st
Legenda
22 okt. 2012 12349
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Definitief
75
m
100
am Kr me r rst a at
lin
Nestplaatsen Huismus
t
si k h
enw eg
5b
oo rt
B
Sla a
r aa
t
12
4b
C
14
6a 6b
kw eg
Do
13
2
eff
a af
1
po t st
I
D
kh
ie p Dr
4a Ro om
Laagbouwflat
11
10
5a
Huizenblok
Overige bebouwing
H
9
8
A
A-I
a af
at
aat
1 - 14
Pre
stra
ots tr
i Spu
mp
Bebouwing
v an
7 Roo
Mogelijke nestplaats
n Laa
r aa
G
E
st r a at
3
Pr e si
n st
Nestplaats
v an
ge
aat
Kaart 3. Nestplaatsen Huismus
La an
eve Gr
ra lke o V
r k st
Legenda
F
22 okt. 2012 12349
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Definitief
75
m
100
am Kr me
F
r rst a at
Nestlocaties Gierzwaluw
lin t
si k h
enw eg
5b
oo rt
B
Sla a
r aa
t
12
4b
C
14
6a 6b
kw eg
Do
13
2
eff
a af
1
po t st
I
D
kh
ie p Dr
4a Ro om
Laagbouwflat
11
10
5a
Huizenblok
Overige bebouwing
H
9
8
A
A-I
a af
at
aat
1 - 14
Pre
stra
ots tr
i Spu
mp
Bebouwing
v an
7 Roo
Nestindicatie
n Laa
r aa
G
E
st r a at
3
Pr e si
n st
Vastgestelde nestplaats
v an
ge
aat
Kaart 4. Nestplaatsen Gierzwaluw
La an
eve Gr
ra lke o V
r k st
Legenda
22 okt. 2012 12349
Quickscan en nader onderzoek plangebied Roompotstraat en omgeving, Arnhem
M.J. Baartmans
Vivare Projecten, Arnhem
0
25
50
Definitief
75
m
100