Ecologisch werkprotocol Lommerrijk 23 Lelystad Locatie en werkzaamheden Lommerrijk 23 ligt aan de noordwestzijde van Lelystad, in de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. Het plangebied is aangegeven op afbeelding 1.
Afbeelding 1. De directe omgeving van het plangebied. Het plangebied is aangegeven met een wit kader.
Op de locatie wordt een buitenplaats aangelegd. Aan de zuid- en westkant wordt in het komende jaar een deel van de bodem ontgrond voor de aanleg van waterpartijen. Ook op andere delen van het terrein zullen grondwerkzaamheden plaatsvinden. Op afbeelding 2 is de toekomstige situatie aangegeven.
Afbeelding 2. Toekomstige situatie Lommerrijk 23. Afbeelding afkomstig van De Eeckenborg.
Aanwezige beschermde natuurwaarden Op de locatie is in 2015 een Quickscan flora en fauna uitgevoerd en is aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde planten uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de planlocatie voor enkele onder de Flora- en faunawet zwaarder beschermde soorten (mogelijk) leefgebied vormt:
In het plangebied is geschikt broedbiotoop aanwezig voor vogels die broeden in rietoevers en struweel. Vogels met nesten die jaarrond zijn beschermd zijn niet aanwezig. Het open water vormt mogelijk leefgebied van de beschermde vissoorten bittervoorn (Ff-wet tabel 3) en kleine modderkruiper (Ff-wet tabel 2). Op de planlocatie werd tijdens de Quickscan flora en fauna op 17 juni 2015 een rietorchis (Ff-wet, tabel2) gevonden, aan de voet van een aarden wal bij een struweel. Bij het aanvullend onderzoek op 4 september 2015 stelden wij echter vast dat de plant is verwijderd/uitgestoken. Het is niet geheel uit te sluiten dat in de rietkragen of een smalle zone daarlangs een enkele rietorchis aanwezig is. In het overige terrein worden beschermde planten niet verwacht.
Mitigerende maatregelen Vogels Om verstoring van broedende vogels te voorkomen wordt buiten het broedseizoen van vogels gewerkt. Globaal wordt als broedperiode half maart tot half juli aangehouden, maar ook broedende vogels buiten deze periode zijn beschermd. Met name rietvogels kunnen ook later broeden ! Indien binnen het broedseizoen van vogels werkzaamheden worden uitgevoerd dient voorafgaand aan de werkzaamheden gecontroleerd te worden of er geen broedende vogels aanwezig zijn die door de werkzaamheden kunnen worden verstoord. Eventuele broedlocaties worden gemarkeerd en ontzien door nabij de broedlocatie geen werkzaamheden uit te voeren gedurende de broedtijd van de vogel. De afstand tot de nestlocatie die hierbij aangehouden dient te worden is afhankelijk van de soort werkzaamheden en de vogelsoort en is daardoor niet op voorhand aan te geven. Raadpleeg hiervoor een deskundige op het gebied van vogels. Vissen In de al bestaande watergang aan de noord en oostzijde van het plangebied zijn mogelijk de beschermde soorten kleine modderkruiper en bittervoorn aanwezig. Om verstoring van deze soorten te voorkomen dient de te graven watergang op de volgende wijze op de reeds bestaande watergang te worden aangetakt: De nieuw te graven watergang wordt eerst in het geheel gegraven, op de twee zijden na, waar de aantakking met de bestaande watergang plaatsvindt. Deze twee zijden worden als laatste doorgegraven, op het moment dat de nieuwe watergang verder reeds gereed is. Het doorgraven van de oever van de bestaande watergang, om de twee aantakkingen te realiseren, gebeurt in de herfst of winter. Er wordt gewerkt buiten de voortplantingsperiode van beide soorten en buiten de zomerperiode, wanneer in ondiep water de kleine modderkruiper kwetsbaar is. De aantakking vindt plaats in de periode september tot maart, wanneer beide soorten in dieper water aanwezig zijn en de kans klein is dat ze in de oeverzone voorkomen. Het doorgraven van de oever vindt verder alleen plaats wanneer er geen ijs op de watergang aanwezig is en wanneer de luchttemperatuur boven de nul graden Celsius is (zie ook bijlage 1). Indien tijdens het doorgraven van de oever zoetwatermosselen op de kant komen te liggen worden deze teruggeplaatst in de watergang. Planten Mogelijk komen in de oeverzone rietorchissen voor. In deze zone (afbeelding 3) dient zodanig gewerkt te worden dat planten, ook die alleen in de bodem aanwezig zijn, niet kunnen worden beschadigd, tenzij uit een inventarisatie door een deskundige blijkt dat rietorchis ter plekke niet voorkomt. Een goede periode voor de inventarisatie van deze soort is de periode mei-juli.
Afbeelding 3. Oeverzone waar planten niet mogen worden beschadigd.
Communicatie De uitvoerder wordt duidelijk op de hoogte gesteld van en geïnstrueerd op het werken volgens het ecologisch werkprotocol. Een kopie van het flora- en faunaonderzoek en het werkprotocol zijn altijd op de werkplek aanwezig.
Contact Dit werkprotocol is in september 2015 opgesteld door Buiting Advies, in opdracht van de Eeckenborgh. Buiting Advies Bezoekadres: Wilhelminaweg 64 – 6950 AB Dieren Postadres: postbus 98 – 6950 AB Dieren Telefoon: 0313 - 619042 www.buitingadvies.nl
Bijlage 1 Kwetsbare periode vissen Kwetsbare perioden Bittervoorn. Figuur afkomstig uit de Soortenstandaard Bittervoorn
Periode waarin activiteiten uitgevoerd kunnen worden mbt Bittervoorn. Figuur afkomstig uit de Soortenstandaard Bittervoorn
Kwetsbare perioden Kleine modderkruiper. Figuren afkomstig uit de Soortenstandaard Kleine modderkruiper Kwetsbare perioden Kleine Modderkruiper. Figuur afkomstig uit de Soortenstandaard Kleine Modderkruiper
Periode waarin activiteiten uitgevoerd kunnen worden mbt Kleine Modderkruiper. Figuur afkomstig uit de Soortenstandaard Kleine Modderkruiper.