6500 voor Chr.
RAAP-NOTITIE 4148 3750 voor Chr.. 37
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo Gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) 2200 voor Chr.
700 voor Chr.
150 na Chr.
320 na Chr.
Archeologisch
Adviesbureau 250 na Chr.
1650 na Chr.
Colofon Opdrachtgever: gemeente Aalten Titel: Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) Status: eindversie Datum: 5 april 2012 Auteurs: drs. R. den Boer, H. Ringenier & S. van der Veen MA Projectcode: AAWD Bestandsnaam: NO4148_AAWD Projectleider: J. Vosselman MA Projectmedewerker: N. Warmerdam ARCHIS-vondstmeldingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 50570 Bewaarplaats documentatie: RAAP Oost-Nederland Autorisatie: ir. E.H. Boshoven Bevoegd gezag: gemeente Aalten
ISSN: 0925-6369
RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b
telefoon: 0294-491 500
1382 LV W eesp
telefax: 0294-491 519
Postbus 5069
E-mail:
[email protected]
1380 GB W eesp
© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Samenvatting In opdracht van de gemeente Aalten heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in februari 2012 een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in verband met een bestemmingsplanwijziging voor het plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, in de gemeente Aalten. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgonderzoek. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek is geldt voor het plangebied een lage archeologische verwachting voor de periode tot de Late Middeleeuwen. Vanaf de Late Middeleeuwen geldt een hoge archeologische verwachting in verband met de ligging in de historische kern van Aalten. Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat de bodemopbouw in het plangebied volledig is verstoord. Het verstoorde bodemprofiel kenmerkt zich door een pakket heterogeen zand dat direct op het onderliggende dekzand rust. Gezien de resultaten van het veldonderzoek en de voorgenomen ingrepen is geconcludeerd dat bij de uitvoering van de plannen het plangebied waarschijnlijk geen archeologische resten zullen worden verstoord. Op basis hiervan wordt aanbevolen om in het plangebied geen aanvullend archeologisch vooronderzoek te laten verrichten en het plangebied vrij te geven. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Let wel: bovenstaande vormt een advies. Het is aan de bevoegde overheid (gemeente Aalten) om op grond van de bevindingen van dit onderzoek een (selectie)besluit te nemen.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[3 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
1 Inleiding 1.1 Kader In opdracht van de gemeente Aalten heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in februari 2012 een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in verband met een bestemmingsplanwijziging voor het plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, in de gemeente Aalten. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeologisch vervolgonderzoek.
1.2 Administratieve gegevens Het plangebied met een oppervlakte van circa 0,4 ha, ligt in de bebouwde kom van Dinxperlo, gemeente Aalten (figuur 1). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 41D van de topografische kaart van Nederland (schaal 1:25.000). Ten tijde van het onderzoek is het plangebied in gebruik als basisschool. Het is deels bebouwd en deels voorzien van oppervlakteverharding en groenstroken. Gemeente: Aalten Plaats: Dinxperlo Plangebied: De Wegwijzer Centrumcoördinaten: 230.683/430.821 ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 50570
1.3 Huidige en toekomstige situatie In het plangebied is nieuwbouw gepland. Waar precies wordt gebouwd en in welke mate en omvang bodemverstoringen plaatsvinden is nog niet bekend. Aangenomen wordt dat hiermee schade wordt toegebracht aan eventueel aanwezige archeologische resten. Deze kunnen vlak onder het maaiveld worden verwacht, vanaf een diepte van 30-40 cm.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[4 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een verkennend veldonderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als richtsnoer. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voor de dateringen van de in dit rapport genoemde archeologische perioden wordt verwezen naar tabel 1. De volgende vragen hebben richting gegeven aan het bureauonderzoek: - Welke gegevens met betrekking tot geologische/bodemkundige opbouw zijn reeds over het plangebied bekend? - Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden zijn reeds over het plangebied bekend? - Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting en welke onderzoeksmethoden kunnen worden ingezet om deze te verifiëren? Het veldonderzoek diende de volgende vragen te beantwoorden: - Hoe ziet de geologische/bodemkundige opbouw van het plangebied eruit? - Dient de gespecificeerde archeologische verwachting te worden aangepast? - Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? - Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet? In het geval van het aantreffen van vindplaatsen, waren de volgende vragen eveneens van toepassing: - Wat is de diepteligging, dikte en stratigrafische positie van de archeologische laag waarin de archeologische indicatoren zijn aangetroffen? - Is de bodemopbouw in het plangebied zodanig intact dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is? - Op welke manier dient bij eventuele graafwerkzaamheden met archeologische waarden te worden omgegaan? - Is in het plangebied vervolgonderzoek noodzakelijk en welke methoden zouden hierbij kunnen worden ingezet?
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[5 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden Het bureauonderzoek is uitgevoerd om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Daartoe zijn reeds bekende archeologische en aardkundige gegevens verzameld en is het grondgebruik in het plangebied in het heden en verleden geïnventariseerd. Geraadpleegd zijn de volgende bronnen: - de database ARCHIS voor de AMK-terreinen en de ARCHIS-waarnemingen, -vondstmeldingen en -onderzoeksmeldingen (www.archis.nl); - de recente topografische kaart 1:25.000 (Dam & Koote, 2004); - historisch-topografische kaarten (o.a. via www.watwaswaar.nl; zie ook literatuurlijst); - bodemkundig en geomorfologisch kaartmateriaal (zie literatuurlijst); - recente luchtfoto's uit Google Earth (www.earth.google.com); - het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; www.ahn.nl); - de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (Brugman e.a., 2009).
2.2 Resultaten Huidige situatie Op de recente topografische kaart 1:25.000 is het plangebied afgebeeld als bebouwd c.q. verhard (figuur 2). Actuele luchtfoto’s uit Google Earth bevestigen dit grondgebruik. Volgens het AHN varieert de maaiveldhoogte in het plangebied van circa 17,7 tot circa 18,1 m +NAP. Aardkundige situatie Geomorfologie De geomorfologische aspecten van het plangebied zijn niet in kaart gebracht vanwege de ligging van het plangebied binnen de bebouwde kom van Dinxperlo (figuur 2). Op grond van de aangrenzende geomorfologische eenheid kan gesteld worden dat het plangebied in een zone met dekzandruggen en -laagten ligt. Bodem Vanwege de ligging binnen de bebouwde kom is de bodem in het plangebied eveneens niet gekarteerd (figuur 2). Op grond van aangrenzende bodemeenheden is het aannemelijk dat de bodem in het plangebied een hoge zwarte enkeerdgrond en (in het geval van een dekzandrug met cultuurdek) of een beekeerdgrond dan wel een gooreerdgrond betreft (in het geval van een dekzandlaagte). Hoge enkeerdgronden kenmerken zich door een humeus cultuurdek met een minimale dikte van 0,5 m, doorgaans ook wel plaggendek genoemd. Deze bevinden zich meestal op de hogere de-
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[6 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
len van het landschap. Het plaggendek is van antropogene oorsprong en ontstaan door het langdurig bemesten met plaggen en/of potstalmest. Plaggendekken in Oost-Nederland dateren veelal uit de Nieuwe tijd (Spek, 2004). Beekeerd- en gooreerdgronden zijn bodems met een 0,1-0,3 m dikke, donker gekleurde, humeuze en vaak kleiige of sterk lemige bovengrond of bouwvoor die in de regel rechtstreeks op het moedermateriaal rust. Dergelijke bodems zijn onder natte tot zeer natte omstandigheden gevormd. Bekende archeologische en historische waarden ARCHIS In ARCHIS staan geen archeologische vindplaatsen geregistreerd uit het plangebied (figuur 2). In de directe omgeving van het plangebied (binnen een straal van 500 m) is wel een aantal scherven uit de Late Middeleeuwen aangetroffen (ARCHIS-waarnemingsnummer 7361). Historisch-topografische kaarten De vroegste kaart die een betrouwbaar en exact beeld geeft van de situatie binnen het plangebied vóór de 20e eeuw, is het kadastraal minuut Dinxperlo, sectie A, blad 2 uit omstreek 1832 (figuur 3). Hierop is te zien dat binnen het plangebied een woonhuis van gemiddelde omvang stond met een vierkante plattegrond. Dit huis was in bezit van de koopman Mozes Isräel Fuldaüer. De overige percelen waren in gebruik als tuin. Op het Bonneblad 538 Dinxperlo uit 1918 (watwaswaar.nl) is te zien dat het huis aan de noordoostzijde is uitgebreid. Het plangebied ligt op circa 100 m van de Dorpskerk op de Markt. De vroegste vermelding van deze kerk dateert uit 1281, toen de parochie werd afgesplitst van Bocholt (Duitsland).De kerk was tot 1600 gewijd aan de Heilige Liborius (Stenvert, 2000). De plaats waar het woonhuis heeft gestaan is momenteel bestraat en in gebruik als schoolplein. Mogelijk bevinden zich in de ondergrond nog funderingsresten van het huis dat hier in de 19e eeuw heeft gestaan. Gezien de ligging nabij het dorpscentrum met de 13e-eeuwse kerk is het niet ondenkbaar dat op deze plek zich resten bevinden van voorgangers van het 19e-eeuwse huis. Wanneer bij de sloop van het huis de funderingen zijn weggebroken heeft dit waarschijnlijk geleid tot verstoring van de ondergrond. AHN en luchtfoto's Het raadplegen van het AHN en actuele luchtfoto's uit Google Earth heeft geen concrete aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Gemeentelijke archeologische verwachtingskaart Op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart van Aalten valt het plangebied binnen een zone waaraan op grond van de landschappelijke situatie een lage archeologische verwachting is toegekend. Wel geldt een hoge archeologische verwachting voor resten uit de periode Late Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd gezien de ligging van het plangebied binnen de historische dorpskern.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[7 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Gespecificeerde archeologische verwachting en onderzoeksmethode Volgens de archeologische verwachtingskaart van de gemeente is op grond van landschappelijke criteria aan het plangebied een lage archeologische verwachting toegekend. Gezien de ligging van het plangebied binnen de historische dorpskern is geldt wel hoge archeologische verwachting voor resten uit de periode Late Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd. Meer specifiek geldt de lage verwachting voor vuursteenstrooiingen uit de periode Laat Paleolithicum t/m Neolithicum en/of grote (vondstrijke) nederzettingen uit de periode Bronstijd tot Late Middeleeuwen. Voor de periode Late Middeleeuwen t/m Nieuwe tijd geldt de hoge verwachting voor uit baksteen vervaardigde gebouwen. Om bovenstaande gespecificeerde verwachting te controleren en de gaafheid van de bodem in kaart te brengen werd de volgende onderzoeksmethode opgesteld (Tol e.a., 2004): - een booronderzoek bestaande uit circa zes boringen in een driehoeksgrid; - boor: Edelmanboor met een diameter van 15 cm; - waarnemingsmethode: controle opgeboord materiaal ter plaatse in het veld (opgeboord materiaal indien mogelijk zeven met een zeef met een maaswijdte van 4 mm); - boordiepte tot minimaal 25 cm in de onverstoorde pleistocene C-horizont. Ondanks dat het opsporen van archeologische resten niet het primaire doel is bij een verkennend booronderzoek, is het toch mogelijk dat deze worden aangetroffen. Daarom worden hier als prospectiekenmerken van eventueel aanwezige archeologische resten genoemd: - een aaneengesloten archeologische laag, gekenmerkt door een afwijkende kleur ten opzichte van de eronder en erboven liggende laag; - de aanwezigheid van mogelijk antropogene objecten als houtskool, bot, steen en artefacten (voornamelijk aardewerk en vuursteen) in een matig tot hoge dichtheid (> 40 vondsten groter dan 4 mm per m²); - de veronderstelde afmetingen van de vuursteen sites zijn klein (< 400 m²); de veronderstelde afmetingen van de overige sites zijn groot (> 2.000 m²); de resten bevinden zich naar verwachting in de top van de dekzandafzettingen (B- & C-horizont).
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[8 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
3 Veldonderzoek 3.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek (IVO) had het karakter van een verkennend booronderzoek. De onderzoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek (gespecificeerde archeologische verwachting). Tijdens het veldonderzoek zijn vijf boringen verricht (figuur 4). Vanwege de terreinverharding bleek boren in een driehoeksgrid niet aan de orde en dus zijn de boringen zo goed mogelijk verspreid over het plangebied. Er is geboord tot maximaal 2,2 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. De boringen zijn lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989) beschreven en met GPS ingemeten (x-, y-waarden). Het opgeboorde materiaal is in het veld gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, metaal, bot, verbrande leem en fosfaatvlekken). Er zijn geen monsters genomen.
3.2 Resultaten Geologie en bodem De geologische aspecten van het plangebied wijken niet af van de verwachting op grond van het bureauonderzoek. De ondiepe geologische ondergrond wordt gevormd door dekzand (Chorizont). Deze afzetting bestaat uit licht siltig, matig fijn tot matig grof zand. Het ongestoorde dekzand is aangetroffen dieptes variërend van 0,8 tot 2 m -Mv. Het verschil in diepte is het gevolg van bodemverstoringen. De bodemopbouw in het plangebied is volledig verstoord tot een maximale diepte van 1,6 m -Mv. Het verstoorde bodemprofiel kenmerkt zich door een pakket heterogeen zand met recent puin en kachelgrit. De op grond van het bureauonderzoek verwachte podzolbodem en de antropogene eerdlaag zijn dan ook niet aangetroffen. Archeologie In geen van de boringen zijn relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Weliswaar werden in drie van de vijf boringen brokjes puin aangetroffen, maar deze zijn afkomstig uit de verstoorde laag en hoeven niet noodzakelijkerwijs te wijzen op de aanwezigheid van archeologische waarden in de ondergrond. Aanwijzingen in die richting werden ook niet vastgesteld; geen van de boringen leverde archeologisch vondstmateriaal op.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[9 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Het woonhuis van de koopman Mozes Isräel Fuldaüer ligt in een zone waar de bodemopbouw tot ten minste 1,2 m -Mv verstoord is. Van het huis zal waarschijnlijk weinig meer resteren. De verwachting is dat er ter plaatse geen waardevolle archeologische resten meer aanwezig zijn. Op grond van de bevindingen van het veldonderzoek kan worden gesteld dat de hoge archeologische verwachting voor het plangebied niet kan worden gehandhaafd omdat het plangebied dusdanig is verstoord dat de kans op de aanwezigheid van (nog intacte) archeologische resten klein wordt geacht.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[1 0 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen bodemingrepen kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen waarschijnlijk geen archeologische waarden zullen worden verstoord. De ondiepe geologische ondergrond in het plangebied bestaat uit dekzand. Het ongestoorde dekzand is aangetroffen op dieptes variërend van 0,8 tot 2 m -Mv. Het verschil in diepte is het gevolg van bodemverstoringen. De bodemopbouw is compleet verstoord. De verwachte podzolbodem en de antropogene eerdlaag zijn dan ook niet waargenomen. Eenduidige archeologische indicatoren zijn tijdens het veldonderzoek niet aangetroffen.
4.2 Aanbevelingen Op grond van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Let wel: bovenstaande vormt een advies. Het is aan de bevoegde overheid (gemeente Aalten) om op grond van de bevindingen van dit onderzoek een (selectie)besluit te nemen.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[1 1 ]
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Literatuur Brugman, B.A. e.a., 2009. Cultuurhistorische inventarisatie, waarden-, verwachtingen- en maatregelenkaart ter onderbouwing van het archeologiebeleid van de gemeente Aalten. Vestigia, Amersfoort. Dam, P. & S. Koote, 2004. ANWB topografische atlas: Gelderland 1:25.000. Amsterdam. Harbers, P. & H. Rosing, 1983. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000: toelichting bij de kaartbladen 41 West Aalten en 41 Oost Aalten. Stiboka, Wageningen. Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104: classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Pater, B.C. de e.a., 2006. Grote Atlas van Nederland 1930-1950. Zierikzee/Utrecht/Den Haag. Robas Producties, 1989. Historische Atlas Gelderland: chromotopografische Kaart des Rijks 1:25.000. Robas Producties, Den Ilp. Spek, Th., 2004. Het Drentse esdorpenlandschap: een historisch-geografische studie. Dissertatie. Matrijs/Sichting het Drentse landschap, Utrecht/Assen. Stenvert, R. e.a., 2000. Monumenten in Nederland: Gelderland. Monumenten in Nederland 5. Zeist/Zwolle. Tol, A., e.a., 2004. Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie. RAAP-rapport 1000. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam.
Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1.
De ligging van het plangebied (gearceerd); inzet: ligging in Nederland (ster).
Figuur 2.
Het plangebied geprojecteerd op divers kaartmateriaal (schaal 1:50.000).
Figuur 3.
Het plangebied geprojecteerd op de kadastrale minuut van 1830 (www.watwaswaar.nl).
Figuur 4.
Boorpuntenkaart.
Tabel 1.
Geologische en archeologische tijdschaal.
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen.
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
[1 2 ]
230
232
432
432
231
N819 N317 Veerbeek
Dinxperlo Dinxperlo
431
431
Aa Strangrondweg
Het Beggelder Suderwick
eg ew lts ho n A
430
© OpenStreetMap.org onder CC-BY-SA 2.0 licentie
430
Eurobrug
Rothe Spiker
Tenbensel
8 8
Hahnerfeld Dreibömer
230
231
Figuur 1. De ligging van het plangebied (gearceerd); inzet: ligging in Nederland (ster).
232
De Buitink
ARCHIS/AMK
Anholtsche Broek
Luchtfoto
17,725 17,725 17,725 17,725 17,725
Breedenbroek
Klompenfabr. Hagtweg
5,316 5,316 5,316 5,316 5,316 5,316
N819 45,863 45,863 45,863 45,863 45,863
N317
Veerbeek
5,323 5,323 5,323 5,323 5,323 5,323 32,480 32,480 32,480 32,480 32,480 32,480 11,515 11,515 11,515 13,596 13,596 11,515 11,515 11,515 13,596 13,596 13,596
Snijders Veerbeek
Dinxperlo Dinxperlo
29,079 29,079 29,079 29,079 29,079 29,079 20,484 20,484 20,484 20,484 20,484 29,083 29,083 29,083 29,083 29,083
22,873 22,873 22,873 26,121 26,121 26,121 22,873 22,873 22,873 26,121 26,121 26,121 5,318 5,318 5,318 5,318 5,318 5,318 5,321 5,321 5,321 5,321 5,321 5,321 19,591 19,591 5,320 19,591 19,591 19,591 5,320 5,320 5,320 5,320Suderwick
Het Beggelder
Wielbach
46,111 46,111 46,111 46,111 46,111 Eurobrug
Rothe Spiker
Tenbensel
Hahnerfeld
Bocholter Aa
Dreibömer Aaweiden Bollwerk
Kl Demming
Hist. krt. 1850
Hoogte (AHN)
Bodemkaart Hn23 Hn23 Hn23 Hn23 Hn23 Hn23
Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23
cHn21 cHn21 cHn21 cHn21 cHn21 cHn21
cHn23 cHn23 cHn23 cHn23 cHn23 cHn23
Geomorfologie
zEZ21 zEZ21 zEZ21 zEZ21 zEZ21 Hn21 Hn21 Hn21 Hn21 Hn21 Hn21
Hn21 Hn21 Hn21 Hn21 Hn21 Hn21
Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 bEZ23 bEZ23 Zn23 Zn23 Zn23 bEZ23 bEZ23 bEZ23 bEZ23
cHn23 cHn23 cHn23 cHn23 cHn23
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 2R2 2R2 2R2 2R2 2R2 3K18 3K18 3K18
2M18a 2M18a 2M18a 2M18a 2M18a
Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
1M18a 1M18a 1M18a 1M18a 1M18a 1M18a Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23
Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23 Zn23
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
pZn23 pZn23 pZn23 pZn23 pZn23 pZn23
3K14 3K14 3K14 3K14 3K14
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 2R2 2R2 2R2 2R2 2R2 2R2
KRn1 KRn1 KRn1 KRn1 KRn1
pZg23 pZg23 pZg23 pZg23 pZg23 pZg23
3K18 3K18 3K18 3K14 3K18 3K18 3K18 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 3K14 4K14 4K14 4K14 4K14 4K14
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
pZn23 pZn23 pZn23 pZn23 pZn23 pZn23
Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21 Zn21
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18
3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 3K18 B BBB B
B BBB B
2M18a 2M18a 2M18a 2M18a 2M18a 2M18a 3N8 3N8 3N8 3N8 3N8 3N8 4F12 4F12 4F12 4F12 4F12 4F12
Figuur 2. Het plangebied geprojecteerd op divers kaartmateriaal (schaal 1:50.000).
2M9 2M9 2M9 2M9 2M9 2M9
230700
230750
0
10
20
30 m
LBS1/aawd_figs
230650
40
430750
430750
430800
430800
430850
430850
230650
50 1:1000
230700
Figuur 3. Het plangebied geprojecteerd op de kadastrale minuut van 1830 ( www.watwaswaar.nl).
2012 230750
430900
230700
230750
430850
430850
230650
430900
230600
11111 55555
430800
430800
22222
33333
44444
boringen boring
33 overig 0 2012 LBS1/aawd_figs 230600
Figuur 4. Boorpuntenkaart.
230650
25
50
m
1:1250 230700
boornummer
grens plangebied 230750
430750
430750
legenda
Geologische perioden Tijdvak
Chronozone
Archeologische perioden Datering
Datering
Tijdperk
Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Laat Subatlanticum
Nieuwe tijd
Vol Ottoons Vroeg
Middeleeuwen
Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg
Vroeg Subatlanticum
Laat
Romeinse tijd
Midden Vroeg
-0
Laat
IJzertijd
- 450 voor Chr.
Midden Vroeg Laat
Bronstijd
Subboreaal
Midden Vroeg
Neolithicum
- 3700
(Nieuwe Steentijd)
Atlanticum
- 7300
Laat
Late Dryas Allerød Vroege Dryas Bølling Vroegste Dryas
Vroeg
Midden
Denekamp
Vroeg Glaciaal
Pleistoceen
Weichselien Pleniglaciaal
Laat Glaciaal
Preboreaal
(Midden Steentijd)
- 9700
Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg
- 1500 - 1250 - 1050 - 900 - 725 - 525 - 450 - 270 - 70 na Chr. - 15 voor Chr. - 250 - 500 - 800 - 1100 - 1800 - 2000 - 2850 - 4200 - 4900/5300 - 6450 - 8640 - 9700
- 11.050 - 11.500
Laat
- 12.000
Jong B
- 12.500 - 13.500 - 30.500
- 12.500 - 16.000
Jong A
- 35.000
Hengelo
- 60.000 Moershoofd Odderade
Paleolithicum
- 71.000
(Oude Steentijd)
Midden Brørup
Eemien Saalien II Oostermeer Saalien I Belvedère/Holsteinien Glaciaal x Holsteinien Elsterien
- 8700
Prehistorie
Boreaal
Mesolithicum
- 1795 - 1650
A Laat
- 1150 na Chr.
Holoceen
B
- 114.000 - 126.000 - 236.000 - 241.000
- 250.000
- 322.000 - 336.000
Oud
- 384.000 - 416.000 463.000
Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.
tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2010
Plangebied De Wegwijzer te Dinxperlo, gemeente Aalten Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Bijlage 1: Boorbeschrijvingen
RAAP-notitie 4148 / eindversie, 5 april 2012
AAWD_boorbeschrijvingen
boring: AAWD-1 beschrijver: JV, NW, datum: 14-2-2012, X: 230.683,00, Y: 430.839,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 41D, hoogte: 23,65, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, provincie: Gelderland, gemeente: Aalten, plaatsnaam: Dinxperlo, opdrachtgever: Gemeente Aalten, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 23,65 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
45 cm -Mv / 23,20 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingeel, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
60 cm -Mv / 23,05 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord
100 cm -Mv / 22,65 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, donkerbruingeel, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
145 cm -Mv / 22,20 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken
Einde boring op 170 cm -Mv / 21,95 m +NAP
boring: AAWD-2 beschrijver: JV,NW, datum: 14-2-2012, X: 230.644,00, Y: 430.830,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 41D, hoogte: 18,02, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, provincie: Gelderland, gemeente: Aalten, plaatsnaam: Dinxperlo, opdrachtgever: Gemeente Aalten, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 18,02 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
30 cm -Mv / 17,72 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, interpretatie: esdek
100 cm -Mv / 17,02 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn, weinig wortelresten Bodemkundig: A-horizont bestaand uit opgebracht pakket, enkele Fe-vlekken, interpretatie: esdek Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
120 cm -Mv / 16,82 m +NAP Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, grijs, matig fijn
130 cm -Mv / 16,72 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, sterk humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, veel plantenresten
170 cm -Mv / 16,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, groengrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 200 cm -Mv / 16,02 m +NAP
1
AAWD_boorbeschrijvingen
boring: AAWD-3 beschrijver: JV,NW, datum: 14-2-2012, X: 230.667,00, Y: 430.800,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 41D, hoogte: 17,78, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, provincie: Gelderland, gemeente: Aalten, plaatsnaam: Dinxperlo, opdrachtgever: Gemeente Aalten, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 17,78 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor Archeologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
30 cm -Mv / 17,48 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn, weinig plantenresten Bodemkundig: interpretatie: verstoord Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
100 cm -Mv / 16,78 m +NAP Lithologie: zand, matig siltig, bruingrijs, humusvlekken, matig grof Archeologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)
110 cm -Mv / 16,68 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verploegd
120 cm -Mv / 16,58 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont
Einde boring op 150 cm -Mv / 16,28 m +NAP
boring: AAWD-4 beschrijver: JV,NW, datum: 14-2-2012, X: 230.697,00, Y: 430.782,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 41D, hoogte: 19,42, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, provincie: Gelderland, gemeente: Aalten, plaatsnaam: Dinxperlo, opdrachtgever: Gemeente Aalten, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 19,42 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, matig fijn, schelpengruis Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
40 cm -Mv / 19,02 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
75 cm -Mv / 18,67 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond
80 cm -Mv / 18,62 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig grof Bodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekken
Einde boring op 100 cm -Mv / 18,42 m +NAP
2
AAWD_boorbeschrijvingen
boring: AAWD-5 beschrijver: JV,NW, datum: 14-2-2012, X: 230.712,00, Y: 430.835,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 41D, hoogte: 19,14, precisie hoogte: 1 cm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, provincie: Gelderland, gemeente: Aalten, plaatsnaam: Dinxperlo, opdrachtgever: Gemeente Aalten, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 19,14 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
30 cm -Mv / 18,84 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, lichtbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verploegd
100 cm -Mv / 18,14 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord
160 cm -Mv / 17,54 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, donkerbruingeel, matig fijn Bodemkundig: verploegd tot in C-horizont, enkele Fe-vlekken
200 cm -Mv / 17,14 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn Bodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekken
Einde boring op 220 cm -Mv / 16,94 m +NAP
3