Plan voor Samenwerking in de keten Schulddienstverlening Boxtel
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
1
1. Inleiding Elke gemeente heeft burgers met problematische schulden en zal dus goede schulddienstverlening moeten bieden. De gemeente heeft op grond van de Gemeentewet een zorgplicht voor haar burgers. Bovendien is er een wet in voorbereiding waarbij de taak schulddienstverlening expliciet wordt opgedragen aan de gemeente. Naast een maatschappelijke, sociale en straks ook wettelijke verantwoordelijkheid heeft een gemeente ook belang bij goede schulddienstverlening. Goede schulddienstverlening levert in de toekomst namelijk ook besparingen op in bijvoorbeeld (bijzondere) bijstand, gezondheidszorg en uithuiszettingen. Gemeenten voeren de regie over schulddienstverlening. Zij dragen dus een grote verantwoordelijkheid. Gelukkig staat de gemeente er niet alleen voor. Woonstichting Sint Joseph (en via St. Joseph ook Goed Wonen Liempde) dragen bij aan vroegtijdige signalering van problematische financiële situaties en voeren een invorderingsbeleid dat het schulddienstverleningsproces vergemakkelijkt. De gemeente werkt op het gebied van schulddienstverlening samen met Delta de Twern en koopt producten in bij het Inkomensondersteuningsloket in Eindhoven. Schulddienstverlening in Boxtel kent een integrale aanpak: door samenwerking komen schuldhulpinstanties tot eenduidige doelstellingen, een eenduidige methodiek en een samenhangend schuldhulpaanbod waarbij de verschillende schuldhulpactiviteiten van betrokken partijen op elkaar zijn afgestemd. Er wordt tegelijkertijd gewerkt aan financieel-technische en psychosociale oplossingen. Het is immers niet alleen van belang om de schulden beheersbaar te maken en op termijn op te lossen, maar het is van even groot belang om de oorzaak van de financiële problemen op te lossen. Alleen door de oorzaken weg te nemen, kan voorkomen worden dat de klant later weer in dezelfde problemen verzeild raakt. De samenwerkingsovereenkomst tussen bureau Schulddienstverlening Boxtel, Delta de Twern en het IO-loket Eindhoven dateert van 13 januari 2005. Inmiddels zijn de gemaakte afspraken niet meer in overeenstemming met de werkwijze die bij schulddienstverlening wordt gebruikt. Het is tijd om nieuwe afspraken te maken en deze vast te leggen. In dit plan voor samenwerking in de keten schulddienstverlening beschrijven de partners in de keten de visie op schulddienstverlening en de doelstellingen (hoofdstuk 2) en afspraken voor de periode 2012 tot en met 2016 (hoofdstuk 3 en 4). Omdat er bij het Inkomensondersteuningsloket sprake is van een inkooprelatie en geen partnerschap wordt het IO-loket niet in deze samenwerkingsovereenkomst betrokken. Met hen heeft de gemeente een overeenkomst op basis waarvan producten per klant worden ingekocht. De beschrijving van de dienstverlening door het IO-loket is wel in dit plan opgenomen, zodat een volledig beeld beschreven is van schulddienstverlening. De rol van Woonstichting Sint Joseph en van Goed Wonen Liempde worden in dit plan betrokken.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
2
2
Visie op schulddienstverlening
Met een actief, preventief en integraal schulddienstverleningsbeleid levert de gemeente Boxtel een bijdrage aan de maatschappelijke participatie van inwoners die anders zouden worden uitgesloten. Het draagt bij aan een volwaardig bestaan. Schulddienstverlening gebeurt vanuit de visie dat iedereen zoveel mogelijk moet kunnen participeren in de samenleving en is daarmee onderdeel van het sociaal beleid. Hierbij dient de eigen verantwoordelijkheid van de burger niet uit het oog te worden verloren. Doel van schulddienstverlening is: (problematische) schuldsituaties helpen oplossen en voorkomen dat nieuwe schuldsituaties ontstaan. Gemeente Boxtel, Woonstichting Sint Joseph en Delta de Twern onderschrijven deze visie op schulddienstverlening en zetten -ieder op hun terrein en in samenhang met elkaar- deskundigheid in om het doel van schulddienstverlening te bereiken. Zij zijn zich hierbij bewust van het feit dat elke activiteit een onmisbare schakel is in het gehele schulddienstverleningsproces. Iedere schakel op zich is even belangrijk en noodzakelijk om het uiteindelijke doel te bereiken. Vaak is er sprake van een ingewikkelde situatie rondom schulden waarbij ook andere hulpverlenende instanties zoals zorgorganisaties betrokken zijn. Schulddienstverlening is niet de aangewezen instantie om regie te voeren op hulpverlening van andere organisaties. Dat blijft de verantwoordelijkheid van elke organisatie zelf. Er zijn heldere grenzen nodig voor de mogelijkheden van de schulddienstverlening en waar andere hulpverlenende instanties aan zet zijn. In hoofdstuk 3 worden de preventieve activiteiten van schulddienstverlening beschreven. In hoofdstuk 4 worden de curatieve activiteiten beschreven met daarbij de inhoud van de taken, onder wiens verantwoordelijkheid dit wordt uitgevoerd en de manier waarop de samenhang wordt gewaarborgd.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
3
3
Preventie schulden
Voorkomen is beter dan genezen. Voor de burger is het beter dat hij zonder financiële problemen door het leven kan gaan. Voor leveranciers is het beter dat zij niet te maken krijgen met wanbetalers. En voor de gemeente en haar partners in schulddienstverlening is het goedkoper als geen dure trajecten schulddienstverlening hoeven te worden uitgevoerd. Om die reden heeft de gemeente ook het initiatief genomen voor activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van schulden. Dit betreft de volgende activiteiten: • Cursus Geldzaken in de praktijk. Deze cursus wordt een of twee keer per jaar gegeven en is toegankelijk voor alle burgers in Boxtel. Er wordt geworven bij de schulddienstverleners, maar ook bij Stichting Delta de Twern, bij buurthuizen e.d. In de cursus leert men hoe een maanden jaarbegroting kan worden opgezet, hoe men overzicht kan houden op diverse uitgavenposten, op welke posten men dus te veel uitgeeft en waar men op moet bezuinigen. • Lespakket gericht op leerlingen uit het voortgezet onderwijs. De gemeente heeft bijgedragen aan de aanschaf van een dergelijk lespakket voor de VMBO-school in Boxtel. Leerlingen uit de tweede of derde klas krijgen lessen met behulp van dit pakket. Het pakket leert jongeren bewuster met geld om te gaan en maakt duidelijk waar de valkuilen zitten waardoor financiële problemen gaan ontstaan. • Lespakket De Geldkoffer. De gemeente heeft geïnteresseerde basisscholen in Boxtel een lespakket van het Nibud ter beschikking gesteld. Leerlingen in groep 7 of 8 krijgen lessen met behulp van dit pakket om financiële problemen te voorkomen. • Grip op de knip. In 2010 is een laagdrempelige beurs georganiseerd door Delta de Twern met subsidie vanuit de gemeente. Op de beurs kon men informatie krijgen over allerlei regelingen voor inkomensondersteuning, tips voor besparing, handvatten voor het rondkomen met een beperkt budget. De beurs richtte zich niet alleen op mensen met een laag inkomen maar ook op mensen wiens beurs een stukje kleiner was geworden en het daardoor wat zuiniger aan moesten doen. • Afspraken over het signaleren van schuldenproblematiek door woonstichting Sint Joseph. Huurders die een huurachterstand hebben worden in een persoonlijk gesprek op kantoor of via de telefoon geattendeerd op schulddienstverlening en/of Algemeen Maatschappelijk Werk. Op de achterzijde van de herinnering/aanmaning staat ook een verwijzing naar Loket Wegwijs. • Afspraken met intermediairs, zoals Stichting Leergeld, Vincentius en Voedselbank. Deze instellingen zijn goed op de hoogte van de mogelijkheden van schulddienstverlening. Met hen zijn afspraken gemaakt over doorverwijzing. • Afspraken met het administratiekantoor gemeente Boxtel. Zij voeren de inning uit van gemeentelijke heffingen. Bij uitblijven van betaling wijzen zij de mensen zowel schriftelijk als mondeling op Bureau schulddienstverlening. • Voorlichting aan armoedenetwerk. In dit netwerk zijn diverse Boxtelse instellingen vertegenwoordigd, die contacten hebben met burgers die o.a. financiële problemen kunnen hebben. Ook zij zijn goed op de hoogte gebracht van de mogelijkheden van schulddienstverlening. Zij kunnen indien nodig ook hun contacten wijzen op Bureau Schulddienstverlening. • WSD-pilot. Boxtelse werknemers van de WSD, bij wie loonbeslag is gelegd, worden voor een adviesgesprek doorgeleid naar Bureau Schulddienstverlening. Indien nodig worden zij in traject genomen.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
4
4
Dienstverlening bij schulddienstverlening
4 Algemeen De burger en de maatschappij heeft er alle belang bij, dat voorkomen wordt dat mensen in ernstige financiële problemen komen. Hoe vroeger men ondersteuning kan bieden bij de problemen hoe gemakkelijker deze nog op te lossen zijn. Dat is zowel voor de schuldenaar als voor de schuldeisers wenselijk. Vroegtijdige signalering van financiële problemen is daarom essentieel. Woonstichtingen vervullen hierin een rol. Woonstichtingen hebben tot taak om huisvesting te verzorgen voor mensen die vaak een laag inkomen hebben en dus een risicogroep vormen voor financiële zorgen. Zij signaleren dikwijls in een vroeg stadium dat mensen financiële problemen hebben doordat de huur niet tijdig wordt betaald. Woonstichting Sint Joseph en Goed Wonen Liempde onderkennen dit en zijn bereid om een rol bij vroegtijdige signalering te vervullen. Ook voeren zij een terughoudend beleid bij de incasso wanneer de klant gebruik maakt van schulddienstverlening. In 4.14 wordt de rol van Woonstichting Sint Joseph en Goed Wonen Liempde beschreven. Om de klant zo goed mogelijk te helpen bij het oplossen van de schulden is het niet alleen van belang dat de schulden op orde komen, maar ook dat de onderliggende problemen zo goed mogelijk worden opgelost. Alleen dan immers is de kans op terugval in dezelfde problemen zo klein mogelijk. Binnen het schulddienstverleningsproces kunnen de volgende activiteiten worden onderscheiden: Fase 1: 1. melding voor schulddienstverlening en op orde brengen van inkomen en inkomensvoorzieningen 2. intake en diagnose 3. op orde brengen van administratie 4. juridische ondersteuning bij schulden 5. adviesgesprek 6. opstellen plan van aanpak 7. budgetbegeleiding 8. cursus Geldzaken in de praktijk 9. begeleiding bij psychosociale problematiek Fase 2: 10. budgetbeheer 11. minnelijk traject 12. wettelijke schuldsanering 13. coaching van de klant tijdens schulddienstverleningsproces
In dit hoofdstuk lichten wij toe wat onder elke activiteit wordt verstaan en onder wiens verantwoordelijkheid het wordt uitgevoerd. De woonstichting voert zelf geen activiteiten uit bij de uitvoering van de schulddienstverlening zelf. Maar zij zijn hier wel nauw bij betrokken. Onder 4.14 is de rol van de woonstichting nader belicht. De genoemde activiteiten zullen niet bij elke klant ingezet hoeven te worden. Ook schulddienstverlening is maatwerk. In het plan van aanpak wordt vastgelegd met de klant welke instrumenten aanvullend worden ingezet. De gemeente voert de regie over deze activiteiten en coördineert deze. Op die manier ontstaat een integrale aanpak voor schulddienstverlening. Alle schakels in het proces zijn op zichzelf even belangrijk: als één schakel niet meedraait in het geheel, heeft dit tot gevolg dat andere schakels ook niet goed gaan draaien. Het proces van schulddienstverlening dreigt dan vertraagd te worden of zelfs mis te lopen. Een goede afstemming van alle activiteiten, een goede samenwerking en een goede voortgangsrapportage zijn noodzakelijk om het proces vloeiend te laten verlopen. Voortdurend dienen alle partijen op de hoogte te zijn van hetgeen bij de verschillende schakels gebeurt. Alleen op die manier kan het proces van schuldhulp worden bewaakt en bijgestuurd indien dit voor de klant nodig is. Uiteraard heeft de cliënt ook zelf een verantwoordelijkheid om zijn schuldensituatie op te lossen.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
5
4.1 Melding voor schulddienstverlening en op orde brengen van inkomen(svoorzieningen) Aanvragen voor schulddienstverlening worden ingediend bij Loket WegWijs. Dit kan door spontane melding van de klant zelf of op verwijzing door derden, bijvoorbeeld de woonstichting of Delta de Twern. De volgende taken worden door de medewerker van WegWijs uitgevoerd: • nagaan of het inkomen op orde is en doorverwijzen naar een organisatie die dit probleem kan helpen oplossen (UWV Werkbedrijf, werkgever, vakbond, Bureau Sociaal Raadslieden e.d); • nagaan of de klant gebruik maakt van alle inkomensondersteuning, waar hij aanspraak op kan maken; • aanvragen voor gemeentelijke regelingen innemen; • verwijzen naar de adressen waar de klant een aanvraag kan indienen voor overige regelingen, bijvoorbeeld Belastingdienst; • kort verslag sturen over de cliëntsituatie ten behoeve van Bureau schulddienstverlening.
4.2 Intake en diagnose De medewerker van Bureau schulddienstverlening roept de cliënt op binnen vier weken na melding. Dat is de maximale termijn die in de wet wordt genoemd. Het streven is echter om de klant binnen vier werkdagen op te roepen. Wanneer er sprake is van een urgente situatie roept hij de klant binnen maximaal drie werkdagen op voor het eerste gesprek. Ook deze termijn wordt in de wet genoemd. Het streven is om dit eerste gesprek sneller te laten plaatsvinden, n.l. binnen twee werkdagen. Van een urgente situatie is sprake wanneer gedreigd wordt dat de klant uit huis wordt gezet of wanneer de klant dreigt afgesloten te worden van energievoorzieningen of water of bij opzegging of ontbinding van de zorgverzekering. Bij de intake wordt de klant er met nadruk op gewezen dat hij vaste lasten in elk geval moet doorbetalen, zodat de schulden niet verder oplopen. Onder vaste lasten verstaan wij: hypotheek, huur, gas, water en licht, basisziektekostenverzekering, opstal-, inboedel- en WAverzekering. De schulddienstverlener van Bureau Schulddienstverlening heeft de volgende taken: • nagaan wat de persoonlijke situatie is van de klant; • nagaan of de klant zijn administratie op orde heeft, zo niet, dan verwijst hij door naar Schrijven en blijven; zo nodig wordt door Schrijven en Blijven doorverwezen voor ondersteuning op psychosociaal vlak door het Algemeen Maatschappelijk Werk; • nagaan of de klant de inkomensvoorzieningen heeft aangevraagd waar hij recht op heeft en of hij zijn inkomen op orde heeft gebracht conform advies van Loket WegWijs; • globale inschatting van de hoogte van de schulden en de aard van de schulden; • inschatting van de aard van de problematiek die de schuldensituatie (mede) veroorzaakt heeft en zo nodig doorverwijzen naar het Algemeen Maatschappelijk Werk.
4.3 Op orde brengen van administratie Onder Delta de Twern opereert Schrijven en Blijven. Deze vrijwilligersorganisatie helpt mensen met het op orde brengen en houden van hun administratie. Dit product wordt door de schulddienstverlener ingezet als het mensen in een schuldsituatie niet zelf lukt. Het komt vaak voor dat zij hun papieren niet op orde hebben wanneer zij een beroep doen op schulddienstverlening. Schrijven en Blijven zet zich dan in om de administratie te ordenen zodat t.b.v. schulddienstverlening een goed overzicht ontstaat over inkomsten, uitgaven, het gebruik van inkomensondersteuning en schulden. De klant wordt door de schulddienstverlener doorverwezen naar Schrijven en blijven. De taak van de vrijwilliger van Schrijven en blijven is: • ondersteunen van de klant bij het ordenen van zijn administratie; hierbij wordt gebruik gemaakt van de map; • Wanneer de administratie op orde is gemaakt, wordt dit direct gemeld bij de schulddienstverlener; zodat deze verder kan gaan met het in beeld brengen van de schuldenproblematiek; • inschatten of de klant vervolgens in staat is om zijn administratie zelf op orde te houden. Is dit niet het geval, dan begeleidt Schrijven en blijven deze cliënt langer. De frequentie en duur van de benodigde ondersteuning wordt door de vrijwilliger van Schrijven en blijven zelf in geschat; • direct melden wanneer cliënt weigert mee te werken aan schrijven en blijven;
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
6
overleg met schulddienstverlener wanneer cliënt onvoldoende meewerkt aan de ondersteuning vanuit Schrijven blijven. Wanneer Schrijven en Blijven andere problematiek tegenkomt bij de cliënt die relevant is voor het schulddienstverleningsproces, adviseert hij de cliënt om de problematiek te melden bij Schulddienstverlening of andere professionele organisaties; • Schrijven en Blijven streeft ernaar om binnen 10 werkdagen de administratie samen met de klant op orde te hebben gebracht. De schulddienstverlener pakt de klant direct daarna weer op. Indien de periode waarbinnen de administratie op orde wordt gebracht langer duurt dan 10 werkdagen, schort de schulddienstverlener het traject op. De klant komt dan op de wachtlijst na melding door Schrijven en Blijven. Wanneer het op orde brengen van de administratie langere tijd in beslag zal nemen, meldt men dit bij de schulddienstverlener. • Schrijven en Blijven zal zo nodig de cliënt coachen tijdens het traject bij Bureau Schulddienstverlening Goede communicatie en samenwerking tussen de schulddienstverlener, cliënt en de medewerker van Schrijven en blijven is essentieel voor de goede voortgang van het proces. Schrijven en blijven pakt de klant binnen 10 werkdagen na doorverwijzing door de schulddienstverlener op. Bij onverhoopte overschrijding van deze termijn meldt men dit bij Bureau Schulddienstverlening. •
4.4 Sociaal Juridische en praktische ondersteuning bij schulden Bureau Sociaal Raadslieden biedt ondersteuning bij vragen op sociaal juridisch terrein waaronder ook vragen betrekkinghebbende op inkomen en schulden. Het raadsliedenwerk geeft juridische informatie en advies over inkomenskwesties bij bijvoorbeeld, sociale zekerheid (uitkeringen) en helpt de cliënt door bijvoorbeeld bemiddeling of door het voeren van bezwaar- en beroepsprocedures om voor de cliënt zijn recht te behalen. In het geval dat de klant zich eerst meldt bij Bureau Sociaal Raadslieden in verband met financiële problemen –nog voordat Bureau schuldhulpverlening is bezocht- voert het Raadsliedenwerk een inkomens- en voorzieningencheck uit, waarmee wordt bekeken van welke inkomstenbronnen en voorzieningen geen gebruik wordt gemaakt, waarna de cliënt wordt geadviseerd over deze aanvragen en geïnformeerd hoe hij/zij dit dient te doen. Indien de cliënt ondersteuning hierbij nodig heeft zal Bureau Sociaal Raadslieden helpen met het invullen van formulieren en het schrijven van brieven. Op het gebied van Schulden geeft het Raadsliedenwerk informatie en advies over afbetalingsregelingen, incassokosten, beslaglegging op inkomsten, het traject schuldhulpverlening en de Wet Schuldsanering Natuurlijke personen. Tevens biedt het Raadsliedenwerk ondersteuning door bemiddeling, verwijzing, en het voeren van procedures op al deze gebieden. 4.5 Adviesgesprek Nadat de persoonlijke situatie voldoende in beeld is gebracht, kan de schulddienstverlener inschatten of de klant met een advies voldoende geholpen is. De klant is dan voldoende zelfredzaam om met het advies zelf verder te kunnen. • De schulddienstverlener geeft advies over de oplossing van het financiële probleem, waarmee de klant zelf zijn probleem kan hanteren. Na het adviesgesprek eindigt het schulddienstverleningsproces. 4.6 Opstellen Plan van aanpak De schulddienstverlener is verantwoordelijk voor het opstellen van het Plan van aanpak. Door de intake en diagnose (zie 4.2) en na eventuele inzet van schrijven en blijven (zie 4.3) kan hij een inschatting maken van de aard van de schuldenproblematiek en de onderliggende oorzaken van deze problematiek. De schulddienstverlener beoordeelt welke activiteiten ingezet moeten worden om de schulden op te lossen en om te zorgen dat de klant voortaan uit de schulden blijft. Zo nodig stimuleert hij de klant en diens eventuele partner om meer inkomen te verwerven; hierbij kan hij ondersteuning vragen vanuit het cluster Werk en inkomen, indien de klant behoort tot de gemeentelijke doelgroep voor re-integratie. Soms is het nodig om eerst te zorgen voor rust: de schulddienstverlener zorgt dan voor stabilisatie van de inkomsten en uitgaven en voor maximale aflossing van de schulden. Pas daarna kan gewerkt worden aan de oorzaak van de schuldenproblematiek en volgt doorverwijzing naar activiteiten. De schulddienstverlener bepaalt daarom de tijdsvolgorde waarin de activiteiten worden ingezet. Uiteraard
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
7
heeft de cliënt ook zelf een verantwoordelijkheid om zijn schuldensituatie op te lossen. In het plan wordt daarom opgenomen welke acties hij zelf moet ondernemen die leiden tot het oplossen van zijn schulden. Wij verwachten van hem dat hij meewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak en dat hij zelf de in dat plan aan hem toebedeelde taken uitvoert. In het Plan van aanpak worden de volgende zaken opgenomen: • een overzicht van alle schulden; • de stappen die gezet worden om de schulden op te lossen; • de activiteiten die ingezet worden om de klant te helpen bij het oplossen van de schulden en bij het oplossen van de onderliggende problematiek; • de ondersteuning die de klant krijgt om zijn schuldenproblematiek op te lossen en om hem te helpen bij het oplossen van de onderliggende problematiek; • de verwachte doorlooptijd van het proces schulddienstverlening. Indien aanvullende activiteiten worden ingezet laat de schulddienstverlener een verklaring ondertekenen door de klant dat uitwisseling van gegevens mogen plaatsvinden tussen de ingezette activiteiten en de schulddienstverlener. De uitwisseling van gegevens heeft alleen betrekking op zaken die te maken hebben met het schulddienstverleningsproces en die voor de andere partijen relevant kunnen zijn. Dit betreft de voortgang, de medewerking van de klant en eventuele bijzonderheden omtrent gedrag en aanpak. Te denken valt hierbij o.a. aan agressie of psychische situatie van de klant. Het Plan van aanpak wordt ter beschikking gesteld aan de klant en aan de instanties, die door middel van het plan worden betrokken bij de integrale aanpak. De schulddienstverlener heeft een coachende rol bij het uitvoeren van het Plan van aanpak (zie 4.13) De schulddienstverlener heeft een coördinerende rol bij de uitvoering van het Plan van aanpak. Dat wil zeggen dat hij verantwoordelijk is voor de tijdige aanmelding voor de activiteiten en regie houdt op het proces. 4.7 Budgetbegeleiding Soms heeft de klant hulp nodig om zijn uitgaven en inkomsten in de pas te houden. Het inkomen zou in principe toereikend moeten zijn om rond te kunnen komen, maar het lukt de klant niet om uit te komen met zijn geld. In dat geval is budgetbegeleiding nodig. Het Algemeen maatschappelijk werk biedt budgetbegeleiding aan. Budgetbegeleiding omvat maximaal 10 gesprekken. De maatschappelijk werker • stelt een plan op over de verdeling van de inkomsten over de verschillende uitgavenposten; • kijkt met regelmaat met de klant naar zijn uitgaven; • geeft advies aan de klant over de besteding van inkomsten en adviseert over mogelijke besparingen op uitgaven; • spreekt de klant aan op verkeerde beslissingen. Hij stemt de frequentie van de gesprekken af op de behoefte van de klant. Het plan en de voortgang van de begeleiding koppelt hij na ieder gesprek terug aan de schulddienstverlener. In elk geval vindt terugkoppeling plaats na het opstellen van het plan en aan het einde van de budgetbegeleiding. Indien nodig vindt tussentijds overleg plaats tussen de maatschappelijk werker en de schulddienstverlener. Dit is in elk geval aan de orde wanneer er informatie beschikbaar is, die van invloed kan zijn op het schulddienstverleningsproces en op de wijze van benaderen van de klant. Het Algemeen Maatschappelijk Werk start de activiteit binnen 10 werkdagen na de aanmelding door de schulddienstverlener. Indien dit niet mogelijk blijkt, meldt men dit bij de schulddienstverlener. 4.8 Cursus Geldzaken in de praktijk De gemeente kan een cursus aanbieden om cliënten te leren beter om te gaan met hun geld. De cursus wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door het Koning Willem 1 College of bij de WSD. De cursus vindt een of twee maal per jaar plaats, afhankelijk van de behoefte. De schulddienstverlener kan dit instrument inzetten wanneer hij van mening is dat de cliënt daardoor zijn geldzaken beter kan beheren. De cursus is een activiteit die kan worden ingezet als budgetbegeleiding te zwaar zou zijn, maar enige ondersteuning in het beheren van geld wel gewenst is.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
8
De cursusuitvoerder houdt een wachtlijst bij van de aanmeldingen voor deze cursus. Zodra zich voldoende deelnemers hebben gemeld voor een cursus treedt de cursusuitvoerder in overleg met de gemeente over de datum waarop de cursus kan worden gestart. 4.9 Begeleiding bij psychosociale problematiek Dikwijls is er sprake van een onderliggende problematiek van psychosociale aard. Het heeft maar beperkt nut om schulddienstverlening in te zetten wanneer niet ook gewerkt wordt aan het oplossen van deze problematiek. De kans op terugval na de schuldoplossing is immers erg groot. Om terugval te voorkomen dient ook aan deze problemen gewerkt te worden. De schulddienstverlener verwijst daarom door naar het Algemeen Maatschappelijk Werk in Boxtel. Het AMW wordt uitgevoerd door Delta de Twern Boxtel. De gemeente heeft met hen een subsidierelatie. Binnen deze subsidieovereenkomst worden met Delta de Twern afspraken gemaakt over o.a. inzet van maatschappelijk werk voor schulddienstverlening. Het AMW begeleidt de klant bij zijn problematiek. De schulddienstverlener verwijst de klant naar het AMW op het moment dat de inzet van deze activiteit past binnen het proces van schulddienstverlening, dus op het moment dat de klant er aan toe is. De maatschappelijk werker: • begeleidt de klant bij zijn psychosociale problemen; • verwijst zo nodig door naar andere hulpverleners, zoals GGZ, verslavingszorg o.d.; • brengt de schulddienstverlener direct op de hoogte indien doorverwijzing plaatsvindt naar een andere hulpverlenende instantie; • overlegt met de schulddienstverlener indien zich bijzondere omstandigheden voordoen, zoals agressie, of psychische toestand, die van invloed kunnen zijn op de wijze van benadering van de klant; • overlegt met de schulddienstverlener indien hij van mening is dat aanvullend activiteiten moeten worden ingezet om de klant te helpen bij zijn schulddienstverleningsproces. In het register voor Bescherming persoonsgegevens heeft de gemeente vastgelegd dat zij gegevens met het AMW mogen uitwisselen. Het Algemeen Maatschappelijk Werk start de activiteit binnen 10 werkdagen na doorverwijzing door de schulddienstverlener. Indien dit niet mogelijk is, geeft de maatschappelijk werker dit direct door aan de schulddienstverlener. 4.10 Budgetbeheer Zodra de schulddienstverlener goed zicht heeft verkregen op de mate van zelfstandigheid van de klant, kan hij tevens beoordelen of inzet van budgetbeheer nodig is. Budgetbeheer kan van toepassing zijn als de klant niet in staat is om zelfstandig zijn geld te beheren. Het wordt ingezet om te voorkomen dat schulden ontstaan of dat schulden verder oplopen. In die gevallen zal de schulddienstverlener de klant doorverwijzen naar het Inkomensondersteuningsloket Eindhoven. Het inkomen komt binnen bij het IO-loket. Het IO-loket: • Voert het door de schulddienstverlener opgestelde budgetplan uit. In dit plan staat welke vaste lasten en eventueel rekeningen door het IO-loket worden doorbetaald; • stelt het budgetplan ter beschikking aan de klant; • zorgt voor de betaling van vaste lasten en, afhankelijk van de zwaarte van het budgetbeheer, binnenkomende rekeningen; • zorgt ervoor dat de cliënt een afgesproken bedrag per week of per maand krijgt als leefgeld; • zorgt voor reservering van geld voor betalingen die niet iedere maand plaatsvinden; • zorgt eventueel voor reservering van een bedrag voor onvoorziene uitgaven, duurzame gebruiksgoederen of reservering voor aflossingscapaciteit; • zorgt voor aflossing van schulden, voor zover mogelijk binnen het inkomen; • informeert de schulddienstverlener over het verloop van het budgetbeheer. Het Inkomensondersteuningsloket start de activiteit binnen 4 weken na doorverwijzing door de schulddienstverlener.
4.11
Minnelijk traject
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
9
Schuldbemiddeling betreft het minnelijk traject om te komen tot een oplossing van de schulden. Het is verplicht om een dergelijk traject te doorlopen alvorens er een beroep op de WSNP gedaan kan worden. Ook kan dit traject worden toegepast indien het inkomen niet toereikend is om in drie jaar tijd de schulden volledig af te lossen. De schulddienstverlener zal in die gevallen het IO-loket inschakelen om schuldbemiddeling in te zetten. De schulddienstverlener levert hiervoor een volledig opgebouwd dossier aan bij het IO-loket, waarin gegevens over inkomen, vaste lasten en schulden zijn opgenomen. Het IO-loket: • berekent het beschikbare bedrag per maand dat kan worden aangewend voor de aflossing van de schulden; • formuleert voorstellen aan de schuldeisers voor de aflossing van de schulden, houdt hierbij rekening met preferente en concurrente schulden; • informeert de schulddienstverlener over het al dan niet akkoord zijn van de schuldbemiddeling; • stelt indien nodig een saneringskrediet beschikbaar aan de klant ten behoeve van het aflossen van de schulden; • draagt zorg voor de inning van de afbetaling van het saneringskrediet; • draagt zorg voor de uitvoering van de door de gemeente geregelde afbetalingsregeling (indien budgetbeheer wordt ingezet) middels de budgetbeheerrekening of ziet toe op de afbetalingsregeling (indien de klant zelf zijn geld beheert); • houdt regelmatig contact met schuldeisers; • in het geval geen overeenstemming kan worden bereikt met de schuldeisers over een minnelijk traject zorgt hij voor de WSNP-verklaring (zie 4.12) Het IO-loket start binnen 4 weken na doorverwijzing door de schulddienstverlener met deze activiteit.
4.12 Wettelijke schuldsanering Indien het minnelijk traject niet tot de mogelijkheden blijkt te behoren, blijft alleen de mogelijkheid van wettelijke schuldsanering (WSNP) nog over. Het IO-loket kan dat beoordelen aan de hand van de uitkomst van de schuldbemiddeling. Het IO-loket: • adviseert samen met de schulddienstverlener de klant over de vraag of de klant kans maakt op wettelijke schuldsanering; • stelt het dossier samen en stelt de WSNP-verklaring op; • verzendt deze naar de rechtbank; • informeert de schulddienstverlener over de aanvraag en de uitkomst van de aanvraag voor wettelijke schuldsanering. De klant heeft altijd het recht om een verzoek voor de WSNP in te dienen. Het IO-loket start binnen 4 weken na doorverwijzing door de schulddienstverlener met deze activiteit.
4.13 Coaching tijdens schulddienstverleningsproces De schulddienstverlener ondersteunt de klant tijdens het hele schulddienstverleningsproces. De schulddienstverlener: • volgt het schulddienstverleningsproces van de klant; • coördineert en volgt de activiteiten die zijn ingezet; • heeft hierover regelmatig contact met de klant; • stuurt bij indien nodig; • wijst de klant op aanvullende inkomensondersteuning tijdens het schulddienstverleningsproces; • stimuleert de klant om zijn schulddienstverleningsproces vol te houden en af te maken. 4.14 Werkwijze van woonstichtingen bij huurachterstanden e Stap 1: Wanneer de huur niet voor de 10 van de maand binnen is, ontvangt de huurder na ongeveer een week een herinneringsbrief.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
10
Stap 2: Wordt er niet gereageerd op de herinneringsbrief dan stuurt Woonstichting Sint Joseph na zo’n vijftien dagen een aanmaning met daarop 3% administratiekosten. Stap 3: Vindt er binnen tien dagen geen betaling of reactie plaats op deze aanmaning volgt nog een belronde en/of huurder krijgt een rode kaart waarin een allerlaatste kans wordt geboden om te reageren. Inmiddels is er een achterstand van twee maanden. De woonstichting verwijst de klant met nadruk door naar Loket WegWijs voor schulddienstverlening, als blijkt dat de klant niet in staat is zijn financiële problemen op te lossen. Eventueel kan daarnaast ook direct worden doorverwezen naar Delta de Twern. Wanneer de klant hardnekkig in gebreke blijft om de huur te betalen en geen beroep doet op schulddienstverlening geeft de woonstichting de vordering in handen van de deurwaarder. Wanneer de klant zich meldt voor schulddienstverlening en huurt van Sint Joseph geeft Bureau Schulddienstverlening dit binnen twee werkdagen door aan de woonstichting. De datum van intake wordt daarbij vermeld. Tijdens de intake wordt duidelijk of er mogelijkheden zijn. Zijn die er niet, dan wordt het traject niet ingezet. Vanaf de melding bij Bureau schulddienstverlening schort de woonstichting de incasso van de huurachterstand op. Als de vordering al is overgedragen aan de deurwaarder, wordt de procedure doorgezet totdat er door de rechtbank vonnis is gewezen. De klant dient wel zorg te dragen voor tijdige betaling van de maandelijkse huurtermijnen. Als er aantoonbare redenen zijn waarom de klant tijdelijk niet de huurtermijn kan voldoen maar binnen afzienbare tijd wel aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, zal het huurbedrag in het schuldenoverzicht door Bureau schulddienstverlening worden opgenomen. In het geval dat de klant onvoldoende ruimte heeft in het inkomen om de schulden allemaal geheel te kunnen betalen in een periode van 36 maanden, zal Woonstichting Sint Joseph en Goed Wonen Liempde het afkoopvoorstel (dat gebaseerd is op de NVVK-code) accepteren, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is in elk geval sprake indien het gaat om een herhaalde schuldregeling, nadat een eerste regeling door toedoen van de klant geen doorgang heeft gevonden. De woonstichtingen vervolgen het incassotraject indien blijkt dat: a. Bureau schulddienstverlening niet binnen 120 dagen tot een betalingsregeling is gekomen, tenzij blijkt dat de overschrijding van deze termijn in het betreffende geval aanvaardbaar is naar het oordeel van de woonstichting; b. de schulddienstverleningsaanvraag van de cliënt wordt afgewezen; c. de cliënt zich verwijtbaar niet aan de afspraken houdt die met Bureau Schulddienstverlening zijn gemaakt. Dit ter beoordeling van Bureau Schulddienstverlening en Woonstichting Sint Joseph. Indien blijkt dat over een voorliggende periode nog aanspraken bestaan op huurtoeslag dan wordt de cliënt hierop gewezen door Loket WegWijs of de schulddienstverlener. Bureau Schulddienstverlening zal de cliënt een machtiging laten tekenen waarin hij aangeeft afstand te doen van de inkomsten die hij hieruit verkrijgt ten gunste van het verminderen van de vordering van de woonstichting. Bureau schulddienstverlening en de woonstichtingen zullen informatie met elkaar uitwisselen omtrent het betalingsgedrag van de klant en andere relevante zaken die betrekking hebben op de schulddienstverlening en de huurachterstand. De woonstichting zorgt voor tijdig doorgeven van informatie omtrent wijzigingen in het huurbedrag aan de schulddienstverlener. Daarnaast geven zij door welke ontruimingen er gepland zijn. Schulddienstverlening benaderen de gezinnen waarbij kinderen wonen met een aanbod van schulddienstverlening. Deze werkwijze geldt zowel voor woonstichting Sint Joseph als voor Goed Wonen Liempde.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
11
5 Verantwoordelijkheden van partijen 5.1 Verantwoordelijkheden Elke organisatie is zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem uitgevoerde activiteit en de methode van werken en is aan zijn eigen leidinggevende verantwoording verschuldigd. In onderstaande tabel is overzichtelijk gemaakt welke partij voor welk onderdeel van het schulddienstverleningstraject verantwoordelijk is. Verantwoordelijk uitvoerder Woonstichting Sint Joseph of Goed Wonen Liempde
Activiteiten 4.14 huurachterstand signaleren en in overleg met de schulddienstverlener meewerken aan betalingsregeling in het kader van schulddienstverlening
Gemeente Boxtel i.c. Loket WegWijs
4.1 melding voor schulddienstverlening en op orde brengen van inkomen-(svoorzieningen), doorverwijzen voor aanvragen inkomen(svoorzieningen)
Gemeente Boxtel, i.c. Bureau Schulddienstverlening
4.2 4.5 4.6 4.13 4.3
Delta de Twern, i.c. Schrijven en blijven Delta de Twern, i.c. Algemeen Maatschappelijk Werk Delta de Twern, i.c. Bureau Sociaal Raadslieden Koning Willem 1 College/WSD Dienst Werk, Zorg en Inkomen , i.c. Inkomensondersteuningsloket Eindhoven
4.4
Intake en diagnose Adviesgesprek Opstellen plan van aanpak Coaching tijdens schulddienstverleningsproces Op orde brengen van administratie en coachen van de klant Budgetbegeleiding Begeleiding bij psychosociale problematiek Sociaal-juridische ondersteuning bij schulden
4.8 4.10 4.11 4.12
Cursus Geldzaken in de praktijk Budgetbeheer Minnelijk traject Wettelijke schuldsanering
4.7
Vanuit de gedachte, dat elke schakel in het proces van belang is en dat het voor het schulddienstverleningsproces noodzakelijk is dat elke schakel tijdig en correct wordt uitgevoerd in samenhang met elkaar, zijn echter enkele afspraken nodig. De samenwerkende partners houden zich aan de volgende afspraken: 1. Alle samenwerkingspartners zorgen ervoor dat het schulddienstverleningsproces geen vertraging oploopt. Daarom zullen zij hun activiteiten binnen de bij de activiteit beschreven termijn na aanmelding van de klant oppakken en volgens planning laten verlopen. Elke organisatie streeft er naar dat bij ziekte of vakantieperioden vervanging aanwezig is, zodat de activiteiten zo goed mogelijk doorgang kunnen vinden. Mochten de termijnen worden overschreden, dan wordt dit zo snel mogelijk gecommuniceerd met Bureau Schulddienstverlening. 2. Alle samenwerkingspartners communiceren naar de schulddienstverlener hun bevindingen tijdens hun activiteit, zoals omschreven in dit hoofdstuk. Zij dragen zorg voor heldere voortgangsrapportages. Dit kan zowel schriftelijk als telefonisch of per mail gebeuren. Indien tijdens hun contact met de klant blijkt dat er speciale omstandigheden zijn waardoor de benadering van de klant extra aandacht behoeft, delen zij dit mede aan de schulddienstverlener. In het bijzonder geldt dit voor agressie en bijzondere psychische gesteldheid van de klant. 3. De schulddienstverlener communiceert bijzonderheden zoals onder 2 genoemd naar de samenwerkingspartners die eveneens bij het schulddienstverleningsproces zijn betrokken. 5.2 Overlegorganen De samenwerkingspartners hebben op twee niveaus overleg met elkaar: 1. ad hoc: dit is een overleg tussen klantbegeleiders van de verschillende samenwerkingspartners, waarbij over een casus overleg met elkaar wordt gevoerd. Dit
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
12
overleg wordt gepland indien de situatie van de cliënt daartoe aanleiding geeft. Het overleg kan telefonisch of persoonlijk plaatsvinden. 2. periodiek beleidsoverleg: dit overleg vindt minimaal twee keer per jaar plaats met beleidsmakers en leidinggevenden. Onderwerpen zijn de ontwikkelingen rondom schulddienstverlening, de managementgegevens, het monitoren van de samenwerking en het bijsturen ervan, afstemming van beleidskwesties die betrekking hebben op meer dan één organisatie. Indien uit de managementcijfers blijkt dat het nodig is om eerder bij elkaar te komen, dan wordt er een overleg ingepland. Eventueel enkel met de partij waar knelpunten zich voordoen. 5.3 Managementinformatie Zoals al eerder werd vermeld, is elke schakel in het schulddienstverleningsproces belangrijk. Om te weten of de inzet van de activiteiten bijdragen aan het uiteindelijke succes van het schulddienstverleningsproces en of elke activiteit op zich succesvol is, is managementinformatie nodig. De gemeente vraagt daarom per kwartaal informatie op bij de samenwerkingspartners. Deze informatie is bedoeld om knelpunten in de keten bij de schulddienstverlening te kunnen signaleren en oplossen en om de samenwerkingsafspraken te kunnen bewaken. Daarnaast verzorgen alle partijen een jaarverslag. Deze informatie is bedoeld om verantwoording af te kunnen leggen aan de gemeenteraad over de resultaten van schulddienstverlening en van de besteding van de gemeentelijke middelen. Delta de Twern levert binnen vier weken na afloop van het kwartaal aan Bureau Schulddienstverlening ten behoeve van het beleidsoverleg de volgende managementinformatie aan: • Aantal cliënten per activiteit; • Wachttijden voor opstart van de activiteit; • Gemiddeld aantal gesprekken per cliënt per activiteit; • Aantal succesvolle afrondingen per activiteit; een activiteit is succesvol indien de cliënt de gehele activiteit heeft gevolgd en indien de doelstelling van de activiteit is behaald; • Aantal voortijdige beëindigingen per activiteit uitgesplitst naar reden van beëindiging; • Doorlooptijd per activiteit. In afwijking hiervan is afgesproken dat in 2012 de rapportages halfjaarlijks mogen worden aangeleverd. Bureau Schulddienstverlening levert binnen vier weken na afloop van het kwartaal ten behoeve van het beleidsoverleg de volgende managementinformatie aan: • Aantal aanmeldingen voor schulddienstverlening; • Aantal cliënten dat binnen vier/drie dagen een inventarisatiegesprek heeft / Wachttijden (nietcrisissituaties) na aanmelding voor schulddienstverlening; • Aantal afgeronde schulddienstverleningstrajecten met behaald resultaat; • Gemiddelde doorlooptijd van fase 1 in het traject schulddienstverlening • Aantal beëindigingen, gespecificeerd naar reden van beëindiging; • Aantal adviesgesprekken; • Aantal stabilisatietrajecten; • Doorlooptijd voor schulddienstverleningsproces • Aantal gestarte deelnemers aan de cursus Geldzaken in de praktijk; • Aantal deelnemers dat de cursus succesvol heeft afgerond. Er is sprake van een succesvolle afronding indien minimaal 80 % van de lessen is gevolgd; • Aantal voortijdige beëindigingen van de cursus gespecificeerd naar reden van voortijdige beëindiging. • Woonstichting Sint Joseph ontvangt maandelijks de in- en uitstroom van cliënten, die een woning huren van de woonstichting. Zowel bij de eerste melding voor schulddienstverlening als bij beëindiging van het traject geeft Bureau Schulddienstverlening een signaal af aan de woonstichting.
Woonstichting Sint Joseph en Goed Wonen Liempde levert binnen vier weken na afloop van het kwartaal ten behoeve van beleidsoverleg de volgende managementinformatie aan:
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
13
•
•
Aantal aangezegde uithuiszettingen; Het is goed gebruik dat de woonstichting deze informatie maandelijks doorgeeft. Dit is een belangrijk signaal voor problematische schulden waarop Bureau Schulddienstverlening actie kan ondernemen. Aantal uitgevoerde uithuiszettingen.
Het jaarverslag is een verslag over alle genoemde onderwerpen over het gehele kalenderjaar.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
14
6
Bekostiging
De gemeente stelt middelen ter beschikking voor de uitvoering van de activiteiten. De gemeente streeft ernaar om voldoende middelen beschikbaar te kunnen stellen om in de behoefte aan activiteiten te kunnen voldoen.
De gemeente stelt een subsidie beschikbaar aan Delta de Twern. Bij deze beschikking zijn afspraken gemaakt over de taken die Delta de Twern zal uitvoeren en voor hoeveel personen, o.a. ten behoeve van schulddienstverlening. Wanneer het aantal aangemelde personen voor een activiteit in enig jaar hoger is, dan is afgesproken, zal Delta de Twern met de gemeente overleggen over een oplossing.
Met het Inkomensondersteuningsloket zijn afspraken gemaakt over de prijs per activiteit. De gemeente verstrekt per aangemelde cliënt een opdracht aan het Inkomensondersteuningsloket. Facturering vindt plaats conform de gemaakte afspraken. De gemeente stelt jaarlijks voor de bekostiging van minimaal één cursus Geldzaken in de praktijk een budget beschikbaar. Indien zich zoveel mensen aanmelden dat een extra groep gevormd kan worden, treedt de cursusuitvoerder in overleg met de gemeente om te zoeken naar een oplossing. De woonstichting Sint Joseph en Goed Wonen Liempde bekostigen de acties ten behoeve van schulddienstverlening uit eigen middelen.
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
15
7
Samenwerkingsovereenkomst
Bureau Schulddienstverlening Boxtel, Woonstichting Sint Joseph, Goed Wonen Liempde, Delta de Twern en het Inkomensondersteuningsloket Eindhoven onderschrijven de hierboven geformuleerde visie op schulddienstverlening. Zij stemmen in met de in hoofdstuk 4 beschreven dienstverlening en met de gemaakte afspraken. Zij spreken de intentie uit om in de periode van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2016 volgens de hier beschreven activiteiten uit te voeren.
Namens gemeente Boxtel De heer A.van Aert Wethouder Maatschappelijke Ontwikkeling
Namens Delta de Twern De heer G.H.E. Mevis Directeur Delta de Twern
Namens Woonstichting Sint Joseph De heer R. Dekker Directeur/bestuurder
Samenwerking in de keten schulddienstverlening
16