Plan van aanpak buurtpreventie
Zevenbergen, maart 2013 Afdeling RMO i.s.m. afdeling Concern Staf (integrale veiligheid) (R. Nuijten, MSc)
Aanleiding en doelstelling In het integraal risico- en veiligheidsbeleid wordt bij actiepunt 1; Bestrijding overlast en verloedering in buurten, buurtpreventie als belangrijke methode genoemd om uitvoering te geven aan dit actiepunt. Actiepunt Aanpak
Activiteit
1.
Bestrijding overlast en verloedering in buurten
Intensiever betrekken veiligheidspartners bij de bestrijding van overlast, verloedering in buurten (dorpen), door: 1. Gebiedsgericht te werken. 2. Het bevorderen van burgerparticipatie en sociale cohesie. 3. Het faciliteren van buurtpreventie. Opzetten plan van aanpak buurtbeheer/preventie en hieraan uitvoering geven.
De gemeente Moerdijk ziet bewoners als een belangrijke partners in de aanpak van overlast in de buurt. Bewoners kunnen verantwoordelijkheid nemen voor de veiligheid en leefbaarheid in hun eigen woon- en leefomgeving. Het zelfoplossend vermogen lijkt in sommige wijken echter beperkt te zijn. Ditzelfde geldt voor de sociale cohesie in de probleemgebieden. Om beiden te versterken en tot een breed gedragen aanpak te komen, wil de gemeente burgerparticipatie stimuleren en faciliteren. Doelstelling Het doel van buurtpreventie is het creëren en in stand houden van een veilige en leefbare buurt en met name een verhoging van de sociale veiligheid. De bewoners, politie en gemeente zorgen er samen voor dat bepaalde vormen van lichte criminaliteit, zoals vandalisme en verstoringen van de openbare orde, worden bestreden. Dit kan door extra op te letten en meer betrokken te zijn bij de straat, buurt of flat waar men woont. Deze controle moet leiden tot een verhoging van het veiligheidsgevoel bij de inwoners van de wijken en buurten. Buurtpreventieteams worden opgezet vanuit het eigen initiatief van de buurtbewoners. De gemeente heeft ten aanzien van de buurtpreventies een faciliterende rol. (bron: Buurtpreventie Bergen op Zoom) Twee teams In Zevenbergen Oud-Oost en de Sportwijk in Fijnaart zijn al een aantal jaar buurtpreventieteams actief. In Zevenbergen Oud-Oost heeft een aantal bewoners het initiatief genomen om in teamverband een oogje in het zeil te houden, na een golf van inbraken in de wijk. Dit initiatief van ‘extra ogen’ heeft geleid tot een afname van woninginbraken. De sociale cohesie is deze wijk is groot. Het preventieteam Oud-Oost is erg actief en heeft een eigen coördinator die de spil is tussen de bewoners en de politie en gemeente. Het buurtpreventieteam Oud-Oost bestaat uit 65 vrijwilligers. In de Sportwijk is tijdens de bouw van de wijk eigenlijk al een vorm van buurtpreventie opgestart door de toekomstige bewoners. Na een reeks van diefstallen van bouwmaterialen is namens de kopersvereniging het initiatief genomen om zelf iets aan preventie in de in aanbouw zijnde wijk te gaan doen. Zowel gemeente als politieteam ‘Mark en Dintel’ ondersteunen beide initiatieven. Voor de gemeente is deze ondersteuning beperkt gebleven in de vorm van het beschikbaar stellen van een ruimte voor vergaderingen, het ondersteunen in repro-werkzaamheden en het ophangen van bordjes “ Attentie Buurtpreventie”. Een structureel aanspreekpunt ontbreekt.
2
Achtergrond / Methode Buurtpreventieprojecten richten zich op de bewoners (potentiële slachtoffers) van een woonblok of van een buurt. Bewoners zetten zich op vrijwillige basis actief in voor het eigen woongebied. Een buurtpreventieteam is een groep vrijwilligers die zich wijdt aan het voorkomen van criminaliteit, vandalisme en overlast binnen een bepaalde buurt. Leden van een preventieteam zijn alert op ongewone activiteiten en geven dit door aan bevoegde instanties, eventueel aangevuld met het uitvoeren van kleine opruim- en schoonmaakklusjes. De bewoners hebben tevens een actieve rol in het beheer van de buurt en maken daarover afspraken. Veel bewonersgroepen in deze projecten hebben een verenigingsvorm aangenomen met een bestuur en buurtcoördinatoren. Regelmatig overleggen zij met elkaar (bewoners onderling) en met de gemeente en de politie. In overleg wordt afgesproken waar de bewoners aandacht aan willen besteden, zoals: kapotte verlichting, losliggende stoeptegels, gevaarlijke begroeiing, langdurig gesloten gordijnen, kinderen die te laat op straat zijn, verdachte auto’s, enz. De afspraken moeten gerelateerd zijn aan de sociale veiligheid en een preventief karakter hebben. Het buurtpreventieteam kan deze afspraken schriftelijk vast leggen in een draaiboek. De gebieden zijn herkenbaar door de borden ‘Attentie Buurtpreventie’. Buurtpreventieprojecten zijn vroege voorlopers van projecten die zijn gericht op het vergroten van zelfredzaamheid (empowerment) van bewoners. Buurtpreventieprojecten zijn in sommige steden de voorbode geweest voor sociale vernieuwing en buurtbeheer. Projecten buurtpreventie zijn relatief makkelijk toepasbaar. De grote schaal waarop deze projecten een aantal jaar geleden voorkwamen, laat dat wel zien. De ervaring leert dat projecten makkelijker op te zetten zijn in buurten waar mensen zich redelijk betrokken en verantwoordelijk voelen. Daarnaast gaat het in de praktijk vaak om gebieden met een redelijk homogene bevolkingssamenstelling of gebieden waar een bewonerskern aanwezig is die dezelfde gedrevenheid heeft. (bron: CCV) NB: Buurtpreventie heeft alles te maken met het open houden van ogen en oren in het belang van de bewoner zelf en de directe omgeving. Het is echter absoluut niet de bedoeling om "controle" uit te oefenen of inbreuk te maken op het privé-leven van anderen. En natuurlijk heeft het ’voor eigen rechter spelen’ niets met buurtpreventie te maken.
Huidige problematiek Gebiedsscan Moerdijk Het integraal risico- en veiligheidsbeleid 2010-2014 zet ‘het creëren van een veilige woon- en leefomgeving’ centraal. Overlast is in meerdere dorpskernen de belangrijkste oorzaak van onveiligheid en onveiligheidsgevoelens. Overlast van jongeren is de meest in het oog springende problematiek. Uit registratiecijfers van het politiedistrict Bergen op Zoom blijkt dat zich in de periode januari tot en met september 2010, 94 incidenten met overlastgevende jongeren in de gemeente hebben voorgedaan. In de Gebiedsscan Criminaliteit en Overlast 2009-2010 (GCO) zijn deze cijfers aangevuld met de kennis en ervaring van onder andere wijkagenten. Uitkomsten hiervan laten zien dat incidenten veelal plaatsvinden in de kernen Fijnaart, Klundert en Zevenbergen. In Fijnaart en Klundert concentreren deze zich ‘rond een aantal straten waar vooral jongeren en ouderen botsen’ (gebiedsscan Criminaliteit en Overlast 2009-2010). De overlast in Zevenbergen speelt zich voornamelijk in ZevenbergenCentrum en Krooswijk af. In het centrum gaat het om horeca gerelateerde overlast, zoals drugsoverlast en geweld op straat. Het Krooswijkse probleem kenmerkt zich door
3
burenruzies en geluids- en parkeeroverlast. Gevolg hiervan is dat de wijk er in de gemeente negatief uitspringt. Als we kijken naar het aantal woninginbraken laten recente politiecijfers zien dat twee wijken in Zevenbergen (Torenveld en Krooswijk) en de kern Fijnaart het meest getroffen worden. Casus Krooswijk (Zevenbergen-West) Met behulp van empirisch onderzoek is inzicht verkregen in het huidige overlastprobleem in Krooswijk, de rol van betrokken partijen bij de uitvoering ervan en het draagvlak onder wijkbewoners voor het opzetten van burgerparticipatie. De belangrijkste resultaten worden hier kort uiteengezet. 1. Woonconsulent Woningcorporatie Brabantse Waard signaleert overlast door ‘zelf fysiek in de wijk aanwezig te zijn’ en krijgt hiernaast ‘klachten van bewoners over andere bewoners of een situatie’. In 2011 heeft de woningcorporatie in Krooswijk geluidsoverlast, achterstallig onderhoud van tuinen, het dumpen van (grof)vuil, graffiti en vandalisme geconstateerd. Op ‘een paar ernstige overlastzaken’ na zouden er in Krooswijk ‘meestal toch meer kleine dingen spelen’. De kern van het overlastprobleem in de wijk ligt volgens de woonconsulent in het gebrek aan sociale cohesie. Vooral in het oude Zoetendaal zou hiervan sprake zijn. 2. Wijkagent Het politieteam Mark en Dintel krijgt via het algemene politienummer meldingen over overlast. De betrokken wijkagent neemt deze vervolgens verder in behandeling. In 2011 heeft de wijkagent in Krooswijk vooral burenoverlast geconstateerd. Deze vorm van overlast ‘komt een à twee keer in de maand voor’ en vindt ‘meestal ’s avonds en in het weekend’ plaats. ‘Dan zijn de mensen thuis en spelen dat soort problemen.’ Op dit moment zijn de bewoners van Krooswijk volgens de wijkagent ‘niet zo betrokken’ bij de aanpak van overlast in de wijk. ‘Veel bewoners zijn er over het algemeen niet zo mee bezig wat er allemaal in de omgeving speelt. Ze zijn alleen betrokken op het moment dat het henzelf aangaat.’ 3. Bewoners Ook de bewoners van Krooswijk (vanaf 15 jaar) zijn gevraagd naar hun ervaringen met overlast in 2011. Het gaat om 750 willekeurig geselecteerde inwoners. Ruim vier op de tien (41%) respondenten heeft parkeeroverlast ervaren, waarvan de helft (20%) dagelijks. Bijna een kwart (24%) van de respondenten heeft op straat geluidsoverlast ervaren. De 15-24 jarigen en 25-34 jarigen geven het meest aan deze overlast te hebben ervaren, de > 65 jarigen het minst (10%). Figuur 1
Overlast op straat
4
De ondervonden overlast heeft voor de respondenten verschillende (negatieve) gevolgen gehad. Een verstoring van het woongenot wordt het meest ervaren. Andere negatieve gevolgen van overlast zijn achtereenvolgens het meest ervaren door de 55-64 jarigen, 45-54 jarigen, 35-44 jarigen en 25-34 jarigen (23, 21, 19 en 16%); de 15-24 jarigen en > 65 jarigen hebben dit het minst ervaren (beiden 5%). (zie figuur 2). Figuur 2
Negatieve gevolgen van overlast
De bewoners van Krooswijk zijn gevraagd of, en op welke manier zij betrokken willen worden bij de aanpak van overlast in Krooswijk (zie figuur 3). De volgende manieren van participatie zijn aan de bewoners voorgelegd: 1: Actief geïnformeerd worden 2: Invloed uitoefenen op beleid tegen overlast 3: Toezicht houden en informatie over overlast actief melden 4: Toezicht houden en mensen aanspreken op ongewenst gedrag 5: Met behulp van buurtbemiddeling conflicten proberen op te lossen 6: Op een andere manier betrokken worden/zijn Figuur 3
Betrokkenheid bij aanpak overlast
Met uitzondering van de mogelijkheid om actief geïnformeerd te worden over de aanpak van overlast geeft het merendeel van de respondenten aan niet betrokken te willen worden / zijn. 18 tot 30% zegt misschien te willen participeren of dit niet te weten.
5
Conclusie Op dit moment zijn de bewoners van Krooswijk niet of nauwelijks betrokken bij de aanpak van overlast in de wijk. Aanbevolen wordt om eerst een netwerk te ontwikkelen van partijen die betrokken zijn bij het opzetten van burgerparticipatie en/of de aanpak van overlast in Krooswijk en taken en verantwoordelijkheden goed op elkaar af te stemmen. Een volgende stap is bewoners duidelijkheid te geven over hun rol en verantwoordelijkheid bij de aanpak van overlast in hun wijk, alsmede die van politie en gemeente. Tenslotte is het doel om, conform het actiepunt in het Integraal Risico- en Veiligheidsbeleid 2010-2013, de sociale cohesie in Krooswijk te vergroten zodat buurtpreventie een succesvolle methode kan worden. Bron: ‘Samen (voor)uit, samen thuis?’ Mogelijkheden van burgerparticipatie voor effectieve overlastvermindering in Krooswijk (Noor Lankhuijzen).
Aanpak buurtpreventie Moerdijk Uitgangspunt voor de methode van buurtpreventie blijft dat het oprichten van buurtpreventieteams op basis van vrijwilligheid en initiatief van bewoners moet plaatsvinden. De volgende stappen worden gezet om buurtpreventie in Moerdijk een extra impuls te geven en het aantal actieve buurtpreventieteams uit te breiden; 1. Buurtpreventieteams worden structureel en optimaal ondersteund door gemeente en politie. Ieder team heeft een eigen buurtpreventiecoördinator als aanspreekpunt. 2. Voor ieder buurtpreventieteam wordt, naar behoefte, jaarlijks de agenda bepaald en afspraken vastgelegd in een draaiboek; 3. Benodigde materialen zoals borden ‘attentie buurtpreventie’, hesjes en notitieblokjes worden structureel door de gemeente verstrekt; 4. In de wijken Krooswijk, Torenveld en de kern Fijnaart wordt een informatieavond georganiseerd over sociale veiligheid, gekoppeld aan een oproep voor buurtpreventie (de keuze voor deze gebieden is gebaseerd op het hoge aantal woninginbraken); 5. De gemeente organiseert een algemene voorlichtingsbijeenkomst over buurtpreventie voor partners, bestaande teams en andere geïnteresseerden; 6. Het uitbreiden van buurtpreventieteams wordt gestimuleerd door middel van actieve promotie op de website en in de pers; 7. Om het project te laten slagen wordt gezorgd voor optimale samenwerking met betrokken partners en bestaande initiatieven (o.a. buurtbemiddeling). Bovenstaande stappen worden hier nader toegelicht. 1. Structurele ondersteuning / taakverdeling De taak van het buurtpreventieteam is om de ogen en oren te zijn van de wijk waarin ze rondes lopen. De leden hebben zuiver een signaalfunctie. Hetgeen wat ze signaleren kunnen ze bij de coördinator buurtpreventie melden. Deze geeft de meldingen door aan de ambtenaar buurtpreventie en bij de politie zodat actie ondernomen kan worden. Voorbeelden zijn; in gesprek gaan met (hang)jeugd, signaleren van drugsoverlast, onveilige verkeerssituaties, langdurige afwezigheid van mensen in huizen, langdurig (fout) geparkeerde auto’s. (Bron: Buurtpreventie Woensdrecht) Als de gemeente buurtpreventieteams actief wil ondersteunen, is het noodzakelijk dat er een ambtenaar buurtpreventie wordt aangesteld. Het is niet de bedoeling dat deze 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar is. De buurtpreventiecoördinator blijft het eerste aanspreekpunt voor het team. Wel kunnen de coördinatoren buurtpreventie altijd meldingen doen via een speciaal e-mailadres. De gemeente heeft verder een regisserende en faciliterende rol.
6
De wijkagent heeft tevens nauw contact met de coördinator van het buurtpreventieteam. Meldingen van de coördinator worden vastgelegd in het registratiesysteem van de politie. Ook speelt de wijkagent een belangrijke rol bij het bepalen van de jaarlijkse agenda. Zowel de ambtenaar buurtpreventie als de wijkagent dienen steeds een terugkoppeling te geven aan de coördinator over de afhandeling van de melding (voor zover dit geen probleem op levert met de Wet Politie Gegevens). Achtereenvolgend worden de taken beschreven van de buurtpreventiecoördinator, de wijkagent en de gemeente (ambtenaar buurtpreventie). Taken buurtpreventiecoördinator: - De buurtpreventiecoördinator is het eerste aanspreekpunt en altijd een wijkbewoner. Vaak is deze persoon de initiatiefnemer. - De coördinator is de schakel tussen het buurtpreventieteam en de politie/gemeente. - De coördinator zorgt voor structurele terugkoppeling van meldingen van de politie of gemeente aan het team en andersom. - De coördinator zorgt ervoor dat de buurtpreventisten weten wat er van hen verwacht wordt en wanneer (roosters maken). Hoe vaak er gelopen wordt, wordt bepaald door de coördinator en de leden van het team. - De coördinator maakt een maandplanning van de tijden waarop zij op straat zijn, zodat de wijkagent weet wanneer de preventieteams actief zijn. - Optimale bereikbaarheid en aanspreekbaarheid; buurtpreventisten kunnen te allen tijde meldingen doen bij de coördinator en waar nodig direct bij de politie of gemeente. Vaak worden buiten de reguliere rondes ook belangrijke zaken opgemerkt. - Bijwonen van jaarlijkse overlegmomenten voor het mede bepalen van de agenda en het opstellen van een draaiboek. Taken politie/wijkagent: - De wijkagent is het aanspreekpunt voor de lokale meldingen over politiegerelateerde zaken die gesignaleerd worden door het buurtpreventieteam. Dit gebeurt via het emailadres van het politieteam. De meldingen van de buurtpreventieteams worden vastgelegd in het registratiesysteem van de politie. De buurtpreventieteams worden door de wijkagent op de hoogte gehouden over de afhandeling. - De wijkagent onderhoudt goed contact met de coördinator van het buurtpreventieteam, door adequate en structurele terugkoppeling van meldingen. - Het buurtpreventieteam kan (versneld) een beroep doen op de politie, ook als de wijkagent geen dienst heeft. Mochten er ongeregeldheden zijn die directe afwikkeling vereisen, dan kunnen buurtpreventisten bellen. Bij spoedzaken natuurlijk 112. - Andersom zorgt de wijkagent voor geregelde briefing (bij voorkeur per maand) aan de coördinator van meldingen of signalen over de wijk. Deze briefing aan de coördinator / buurtpreventieteam zorgt ervoor dat de leden op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen en bijzonderheden in de kern. - De wijkagent is aanwezig bij de jaarlijkse overlegmomenten en bepaalt mede de agenda van het buurtpreventieteam. Signalen over de wijk worden doorgegeven aan de teams om gerichte inzet van werkzaamheden te bepalen. - Op initiatief van de wijkagent kan het buurtpreventieteam ook deelnemen aan lopende politieprojecten of speciale acties. Taken gemeente/ambtenaar buurtpreventie: - De ambtenaar buurtpreventie is het aanspreekpunt binnen de gemeente voor de buurtpreventieteams en de coördinator. - De ambtenaar buurtpreventie onderhoudt structureel contact met de buurtpreventiecoördinator en verleent waar nodig ondersteuning in werkzaamheden (BOA, afdeling Handhaving).
7
-
-
-
-
-
-
Meldingen die betrekking hebben op gemeentelijke voorzieningen kunnen (alleen) aan de ambtenaar buurtpreventie worden doorgegeven. De ambtenaar buurtpreventie geeft altijd terugkoppeling op meldingen die via een speciaal emailadres bij de gemeente binnenkomen. Structurele ondersteuning van buurtpreventieteams door tips te geven over de wijze van uitvoering van buurtpreventie en als vraagbaak te fungeren. Het verstrekken van benodigde materialen en ruimtes. Het verstrekken van een jaarlijks bedrag per buurtpreventieteam, zodat de kosten die nodig zijn om het buurtpreventieteam te kunnen laten functioneren, kunnen worden betaald. Het bewaken van de voortgang van het project en het organiseren van het jaarlijkse overleg per team. Mede opsteller van het draaiboek in samenwerking met de coördinator en de wijkagent. Het organiseren van periodieke bijeenkomsten samen met de coördinatoren buurtpreventie, waar ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Promotie en communicatie voor het project; het schrijven van artikelen in de Moerdijkse Bode met tips over buurtpreventie en inbraakpreventie. In samenwerking met de coördinator periodiek een flyer verspreiden over de bevindingen van het buurtpreventieteam. Daarin worden ook tips vermeld voor de verbetering van de veiligheid in de buurt. Het coördineren van speciale acties in samenwerking met politie, gericht op inbraakpreventie. Het onder de aandacht brengen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen. Ondersteuning van de buurtpreventisten met een individuele vrijwilligersverzekering.
2. Agenda en draaiboek bestaande teams Uitgangspunt is om de leden van het team niet vaker dan één keer in de week een ronde door de betreffende buurt te laten lopen. De ronde moet altijd door tenminste twee personen per keer worden gedaan. De meldingen geven de leden door aan de coördinator. Hoe vaak er gelopen wordt, wordt bepaald door de coördinator en de leden van het team. De coördinator verzorgt tevens de communicatie richting de gemeente en/of de politie. Laatstgenoemden zorgen voor een terugkoppeling van de afhandeling van de meldingen aan de coördinator. (Bron: Buurtpreventie Woensdrecht) Één keer per jaar wordt voor ieder buurtpreventieteam een overleg gepland waarin de agenda wordt bepaald en bestaande afspraken worden bijgesteld. Dit overleg vindt naar eigen behoefte van de coördinator plaats en kan ook het karakter hebben van een voortgangsgesprek. De afspraken voor het komende jaar kunnen in een draaiboek worden opgenomen. Het buurtpreventieteam houdt haar bevindingen bij in het draaiboek. Op initiatief van de coördinator worden de buurtpreventisten gericht aangestuurd op aandachtspunten in de wijk. Voorbeelden daarvan zijn - parkeeroverlast bij scholen; - toezicht bij evenementen; - hotspots van auto-inbraken; - overlast van hangjongeren; - incidenteel: zoektocht naar een vermist kind. Naast het tussentijds contact met de wijkagent en de ambtenaar buurtpreventie, vormen deze overleggen de basis van de inzet van het buurtpreventieteam en de voortgang ervan. De gemeente is initiatiefnemer van deze overleggen en bewaakt de planning en het draaiboek. Dit alles gebeurt wel in afstemming en naar eigen behoefte van het team.
8
3. Materialen en middelen De benodigde materialen voor de buurtpreventieteams worden door de gemeente verstrekt. De benodigde materialen zijn: - Borden ‘Attentie buurtpreventie’ verspreiden over de wijk (de borden op alle invalswegen van de betreffende wijken en buurten bevestigen); - Zaklantaarns; - Wanneer gewenst: veiligheidshesjes met herkenbaar logo; - Voor iedere buurtpreventist een notitieblok met daarop de volgende richtingsvragen: - Wie: - Waarmee: - Wat: - Waarom: - Waar: - Welke wijze: - Wanneer: - Draaiboek (digitaal) - Flyers en foldermateriaal. Ieder lid krijgt naar eigen wens een hesje, lantaarn en notitieblok, de kosten per lid bedragen ongeveer € 35,-. Het notitieblok helpt richting te geven aan de observaties, maar het is geen verplichting dit in te vullen. Daarnaast krijgt ieder team een maximale bijdrage van € 250,- per jaar om hieruit alle kosten te vergoeden die nodig zijn om als team volwaardig te kunnen functioneren. Dit bedrag is voor administratieve kosten (printen, bijeenkomsten en telefoonkosten, zaal huren, enz.) De gemeente zorgt voor vervanging van de materialen bij eventuele schade en structurele aanvulling. Ieder lid van een buurtpreventieteam is tijdens zijn/haar werkzaamheden gratis verzekerd volgens de voorwaarden van de gemeentelijke vrijwilligerspolis. 4. Krooswijk, Torenveld en Fijnaart Zoals eerder toegelicht bij de huidige problematiek is de wijk Krooswijk gebaat bij een vorm van eigen toezicht in de wijk. Het onderzoek laat zien dat de bereidwilligheid om deel te nemen aan een dergelijk project bij de bewoners minimaal is. Naar aanleiding van het onderzoek in 2011, neemt de gemeente het initiatief tot gezamenlijk overleg met alle partners die actief zijn in Krooswijk. In afstemming met deze partners wordt draagvlak gevraagd voor een poging buurpreventie in Krooswijk op te (laten) zetten. Als vervolg op het eerdere onderzoek (vragenlijst) zal een belangstellingsbrief of uitnodiging uitgaan naar alle buurtbewoners voor informatie over de veiligheid in de wijk. Indien er genoeg animo is zal er door de gemeente in samenwerking met de politie (en de overige partners in de wijk) een informatieavond georganiseerd worden. De avond is vrijblijvend en informatief. Een buurtpreventieteam voor Krooswijk moet uit eigen beweging gevormd worden. In navolging van de hier beschreven stappen in Krooswijk, wordt ook in de wijk Torenveld en de kern Fijnaart een informatieavond georganiseerd. De nadruk zal liggen op het voorkomen van woninginbraken, gekoppeld aan een oproep tot buurtpreventie. 5. Voorlichtingsbijeenkomst Buurtpreventie Als aftrap van een nieuwe projectperiode organiseert de gemeente een algemene voorlichtingsbijeenkomst over buurtpreventie. Het doel is bekendheid te geven aan het project en animo voor deelname te vergroten; zowel bij professionals als bij buurtbewoners. Gevraagd wordt of de bestaande teams (coördinatoren) een toelichting willen geven. Ook de inhuur van een ervaringsdeskundige is wenselijk.
9
Er wordt breed uitgenodigd: relevante partners (Woningcorporatie, Surplus Welzijn, coördinator Buurtbemiddeling) bestaande teams, politiek en andere geïnteresseerden, waaronder mogelijk toekomstige vrijwilligers. 6. Communicatie / promotie Het is wenselijk om de actieve buurtpreventieteams in de wijken uit te breiden. Promotie kan een belangrijk middel zijn om de motivatie van bewoners/vrijwilligers te verhogen. Ook de werving van nieuwe vrijwilligers kan via meerdere communicatie-kanalen plaatsvinden. Te denken valt aan de volgende activiteiten: - Foldermateriaal ontwikkelen - Werving vrijwilligers / bewoners via meerdere kanalen (pers, woningcorporaties, vrijwilligerscentrale, enz.) - Het schrijven van artikelen in de wijkkranten met tips over buurtpreventie en inbraakpreventie. - Het periodiek (maandelijks of tweemaandelijks) rondsturen van een flyer over buurtpreventie in de wijken waar buurtpreventieteams actief zijn. (terugkoppelen van resultaten). - Het organiseren van een algemene voorlichtingsbijeenkomst zoals omschreven bij punt 5. De gemeente (ambtenaar buurtpreventie) is verantwoordelijk voor de promotie en communicatie omtrent het project. 7. Samenwerking Buurtpreventie is gericht op de wijk. Op wijkniveau zijn diverse partners actief en wellicht ook meerdere projecten. Het is de bedoeling elkaar te versterken en niet in de weg te zitten. Bij de opzet en uitvoering van een buurtpreventieproject in de wijk moet intensief de samenwerking gezocht worden met tenminste de volgende partners: - De wijkagent - De woonconsulent in de wijk en bijbehorende woningcorporatie - De opbouwwerker (Surplus Welzijn) - Jongerenwerkers (Surplus Welzijn) - Dorps- of stadsraad - Politieteam - Coördinator Buurtbemiddeling. De gemeente legt als initiator van het project deze contacten en onderhoudt ze. De buurtpreventiecoördinator stemt waar nodig dagelijks met ze af.
10
Interne borging / organisatie Rol:
Organisatie:
Buurtpreventiecoördinator
Wijkbewoner / initiatiefnemer
Ambtenaar buurtpreventie
Gemeente (AOV-er)
Inschatting aantal uren: 70 uur per team 60 uur
Wijkagent
Politieteam Mark en Dintel
50 uur
BOA
Gemeente Afdeling Handhaving
40 uur
Communicatie-adviseur
Gemeente Afdeling Communicatie
25 uur
Toelichting: Betreft enkel vrijwilligerswerk Binnen reguliere uren Binnen reguliere werkzaamheden Binnen reguliere uren Promotie en communicatie voor het project
De inschatting van het aantal uren is ingezet op jaarbasis.
Financiële consequenties
Jaarlijkse bijeenkomsten / voorlichtingsbijeenkomst
± 100 uur binnen reguliere uren (zie boven) 2013: € 2.500,2014: € 1.500,2015: € 1.500,- etc. € 1.000,-
Jaarlijkse bijdrage per team op basis van declaratie
Maximaal € 250,- per team
Gemeentelijke capaciteit (inzet coördinator gemeente / aanspreekpunt vanuit handhaving / communicatie) Middelen voor faciliteiten en materialen (inclusief communicatie)
Bovenstaande bedragen worden gedekt uit de middelen van het Integraal Risico- en Veiligheidsbeleid.
Tijdspad Actie:
Wanneer:
Door wie:
1. Borgen inzet wijkagenten 2. Consultatie plan van aanpak buurtpreventie (betrokken partners) 3. Besluitvorming college (borgen inzet gemeente) 4. Bestellen en verstrekken benodigde materialen. 5. Uitnodigen bestaande buurtpreventieteams / maken draaiboek tijdens overleg. 6. Structurele uitvoering bestaande buurtpreventieprojecten (2)
Februari 2013 Februari 2013
Gemeente (AOV-er) Gemeente (RMO Advies)
Mei 2013
Gemeente (RMO Advies)
7. Inzet promotiemateriaal / actieve communicatie (herhalend)
Mei 2013
Gemeente (ambtenaar buurtpreventie) Juni 2013 Gemeente / desbetreffende wijkagenten / buurtpreventiecoördinator Juni 2013 Buurtpreventiecoördinator in samenwerking met gemeente en wijkagent September 2013 Gemeente (afdeling communicatie)
11
8. Organiseren algemene voorlichtingsbijeenkomst (officiële aftrap) 9. Overleg lokale partners Krooswijk / Torenveld / Fijnaart 10. Versturen belangstellingsbrief en algemene uitnodiging drie informatieavonden naar bewoners 11. Organiseren informatieavond in Krooswijk, Torenveld en Fijnaart 12. Bij genoeg animo; mogelijke uitrol buurtpreventie in Krooswijk, Torenveld en Fijnaart. 13. Bewaken voortgang buurtpreventieprojecten (ieder jaar agenda bepalen)
September 2013 Ambtenaar buurtpreventie in samenwerking met communicatie Oktober/Novem- Gemeente (ambtenaar ber 2013 buurtpreventie) Oktober/Novem- Gemeente (ambtenaar ber 2013 buurtpreventie) Oktober/Novem ber 2013 December 2013
Structureel
Ambtenaar buurtpreventie in samenwerking met communicatie Gemeente in samenwerking met desbetreffende wijkagent en lokale partners. Gemeente in samenwerking met de buurtpreventiecoördinator
NB: los van bovenstaande planning wordt direct ingegaan op individuele verzoeken voor het opzetten van buurtpreventie in een wijk. Ook tijdens de kerncontactavonden wordt buurtpreventie als methode structureel aangekaart. Het doel is voor de donkere dagen in 2013 operationeel te zijn.
12