Sova training
Zwemles Schoolreisje
Computer
Plan van aanpak
Peuterspeelzaal
Schoenen
Warme kleren
Bed
Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
Muziekles
Sport
Maart 2009 Projectgroep Armoede en Gezondheid van kinderen Marianne van den Bosch - JGZ 0-4 - Icare Meike Gerlach - JGZ 4-19 - GGD IJsselland Leo Schoorlemmer - SoZa - Gemeente Zwolle Karla Kuiperij - Onderzoek & Ontwikkeling - GGD IJsselland
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3
Inleiding ..................................................................................................................................... 2 Aanleiding................................................................................................................................... 2 Proces tot nu toe ........................................................................................................................ 2 Projectstructuur programma en project ...................................................................................... 2
2.1 2.2
Armoede en Gezondheid van kinderen.................................................................................. 3 Feiten en cijfers .......................................................................................................................... 3 Effect interventie......................................................................................................................... 4
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De interventie ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’ in Zwolle ...................................... 5 Procedure in grote lijnen............................................................................................................. 5 Criteria in grote lijnen.................................................................................................................. 7 Registratie in grote lijnen ............................................................................................................ 7 Doelen ........................................................................................................................................ 8 Doelgroep ................................................................................................................................... 9
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Implementatie & Communicatie............................................................................................ 10 Sociale kaart............................................................................................................................. 10 Convenant ................................................................................................................................ 10 Scholing .................................................................................................................................... 11 Tijdschema ............................................................................................................................... 11 Communicatie........................................................................................................................... 11
2.
3.
4.
5.
Evaluatie .................................................................................................................................. 13
6.
Formatie & Budget ................................................................................................................. 14
7.
Bronvermelding ...................................................................................................................... 15
Bijlage: Invulling begrippen ............................................................................................................... 16
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
Als het om gezondheid gaat zijn mensen die in armoede leven kwetsbaar en leven mensen met een kwetsbare gezondheid vaker in armoede. Het is tijd om de vicieuze cirkel te doorbreken en de kansen op gezondheid van deze groep mensen en kinderen te vergroten. Daarom hebben GGD IJsselland en de eenheid Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Gemeente Zwolle (SoZa) de samenwerking gezocht. Juist voor kinderen is armoede ongunstig voor de gezondheid. Dit omdat zij nog in ontwikkeling zijn. Eén van de interventies die GGD en SoZa inzetten richt zich daarom op kinderen; ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’ (A&Gk). Dit plan van aanpak omschrijft de implementatie van de interventie voor Zwolle.
1.2
Proces tot nu toe
Zoals de aanleiding omschrijft hebben in 2007 GGD en SoZa de samenwerking gezocht om de kansen op gezondheid van mensen en kinderen met een inkomen tot 115% van het minimum te vergroten. De GGD heeft hiervoor een plan met drie interventies geschreven (Langewen, 2008) en SoZa heeft de interventies uit dit plan overgenomen in haar armoedenota 2008-2011. Eén van de interventies die GGD en SoZa inzetten is het project ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’. Dit project is ontwikkeld door GGD West Brabant. Voor de implementatie van dit project is een projectgroep samengesteld met mensen uit alle betrokken organisaties (zie 1.3). In Zwolle is er voor gekozen het project in te zetten in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0-19 jaar. Zodoende is naast SoZa en JGZ 4-19 jaar (GGD) ook JGZ 0-4 jaar (Icare) betrokken. De projectgroep heeft gemeend middels dit plan van aanpak het project te omschrijven. Het project bestaat namelijk uit een viertal vaste onderdelen, maar biedt veel mogelijkheden om het lokaal aan te passen om het optimaal in te kunnen zetten in Zwolle. Dit plan van aanpak beschrijft het Zwolse project Armoede en gezondheid van kinderen. De volgende stap is het uitvoeren van dit plan van aanpak.
1.3
Projectstructuur programma en project
Het programma Armoede en Gezondheid, bestaat uit drie projecten en heeft een projectgroep bestaande uit de projectcoördinatoren van de drie verschillende projecten, een adviseur van SoZa en een senior beleidsmedewerker van de GGD (Projectplan programma Armoede en Gezondheid. Langewen, 2008). De verschillende projecten hebben ook allemaal weer een projectgroep. De projectgroep Armoede en Gezondheid van kinderen bestaat uit de volgende projectgroepleden: • Marianne van den Bosch, Icare, Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar Verpleegkundig specialist (tevens trajectbegeleider bij GGD / Team VIA) • Meike Gerlach, GGD IJsselland, Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar Verpleegkundige team Zwolle • Leo Schoorlemmer, Gemeente Zwolle, eenheid Sociale Zaken en Werkgelegenheid Beleidsadviseur (vanaf juli 2008, daarvoor senior consulent) • Projectcoördinator: Karla Kuiperij, GGD IJsselland, team Onderzoek & Ontwikkeling Beleidsmedewerker Gezondheidsbevordering De projectcoördinator coördineert het implementatieproces. Ze zorgt voor draagvlak, verbindt de verschillende organisaties, organiseert en schrijft. De projectgroepleden bieden de andere projectgroepleden inzicht in hun werkzaamheden, ze zorgen voor draagvlak binnen hun eigen team en geven aan hoe de interventie het beste aansluit bij hun organisatie.
2
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
2.
Armoede en Gezondheid van kinderen
2.1
Feiten en cijfers
Van de kinderen in Nederland (0-15 jarigen) leeft 12,5% in een huishouden met een laag inkomen. Van alle Nederlanders samen leeft 8,4% in een huishouden met een laag inkomen. Verhoudingsgewijs vormen kinderen dus een leeftijdsgroep waar armoede veel voorkomt (NJI, 2008). Het effect van armoede op de gezonde ontwikkeling van kinderen is in verschillende onderzoeken aangetoond. Kinderen uit arme gezinnen ontwikkelen vaker (met name internaliserend) probleemgedrag dan niet-arme kinderen en de psychosociale ontwikkeling en ervaren gezondheid van kinderen is minder. De dreiging die armoede vormt voor de gezonde ontwikkeling van kinderen is als volgt (deels) te verklaren; Het blijkt dat kinderen die opgroeien in gezinnen met een laag inkomen minder deelnemen aan culturele activiteiten en minder gebruikmaken van recreatieve voorzieningen. Ook de deelname aan sportactiviteiten, zwemles en sociale activiteiten blijkt samen te hangen met de hoogte van het ouderlijke inkomen (NJI, 2008). Er zijn dus verschillen in (determinanten van) gezondheid tussen kinderen die opgroeien in arme gezinnen en kinderen uit meer bevoorrechte gezinnen: kinderen die opgroeien in arme gezinnen hebben meer gezondheidsproblemen (Rots-de Vries, Kroesbergen & Van der Smissen, 2005). In 2005 leefde in Zwolle 12% van de kinderen (0-12 jaar) in een gezin met een inkomen tot en met €1.150,- per maand (Baltissen, et al., 2006). Een ander onderzoek geeft inzicht in het percentage kinderen in armoede1. In 2006 was dat 6 tot 8% van de kinderen in Zwolle (zie figuur 1). Dit terwijl armoede ongunstig is voor de gezondheid, juist voor kinderen omdat zij nog in ontwikkeling zijn. Uit onderzoek in het kader van Armoede en Gezondheid van kinderen blijkt dat bij 6 tot 19% van de basisschoolkinderen sprake is van een risicovolle situatie voor de gezondheid ten gevolge van de financiële situatie in het gezin (Rots-de Vries, Kroesbergen & Van de Goor, 2008). Het gaat in de hoofdzaak om onvoldoende beweging en een gebrek aan sociale participatie. De JGZ is expert op het gebied van de gezondheid van kinderen, SoZa op het gebied van armoede en financiële voorzieningen. Door samen te werken kan de negatieve invloed van armoede op de gezondheid van kinderen beter worden bestreden. Het project Armoede en Gezondheid van kinderen is hiervoor een beproefde manier. Zie hiervoor paragraaf 2.2.
Figuur 1: Kinderen in armoede¹, 2006 (Kinderen in Tel, 2008)
Het project Armoede en Gezondheid van kinderen zet in op kinderen die onder de grens van 115% van het minimum leven en die een gezondheidsprobleem of gezondheidsrisico hebben. Op deze manier probeert Zwolle kinderen gelijke kansen op gezondheid te bieden.
1
Met kinderen in armoede wordt hier bedoeld: Het percentage 0- t/m 17-jarigen dat in een uitkeringsgezin leeft.
3
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
2.2
Effect interventie
De interventie ‘Armoede en gezondheid van kinderen’ is tot stand gekomen in een leerproces van ca. 10 jaar (Rots-de Vries, Kroesbergen & Van de Goor, 2008). De interventie is vanaf 1998 tot nu (door)ontwikkeld door de GGD West Brabant. Momenteel legt GGD West Brabant de laatste hand aan een handleiding voor implementatie van de interventie. De interventie is opgenomen in de landelijke Databank Effectieve Jeugdinterventies. Het project is beoordeeld als ‘in theorie effectief’ (NJI, 2008). Toekomstig onderzoek moet meer inzicht geven in de toegevoegde waarde van de interventie in vergelijking met andere interventies en de effecten op lange termijn (Rots-de Vries, Kroesbergen & Van de Goor, 2008).
4
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
3.
De interventie ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’ in Zwolle
De vier hoofdstappen van de interventie Armoede en Gezondheid van kinderen zijn: 1. Signaleren De Jeugdgezondheidszorg signaleert gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s en gaat na of deze samenhangen met geldgebrek in het gezin. 2. Adviseren Na aanvullend onderzoek, adviseert de Jeugdgezondheidszorg de ouders over een aan te schaffen product of uit te voeren activiteit. Dit advies wordt vastgelegd in een interventiebrief. 3. Verstrekken De sociale dienst neemt het advies in behandeling2 en stelt financiële middelen beschikbaar voor het beoogde doel ten bate van de gezondheid van het kind. 4. Nazorg De Jeugdgezondheidszorg neemt ter evaluatie en eventueel ter ondersteuning nog eens contact op met het gezin. Naast bovenstaande vier hoofdstappen van de interventie zijn er binnen de hoofdstappen flexibele elementen, welke lokaal ingevuld kunnen worden. Dit heeft te maken met onder andere het uitbreiden van de doelgroep, de wijze van signaleren en de mogelijkheid interventiespecialisten in te zetten. Voor Zwolle heeft de projectgroep Armoede en Gezondheid van kinderen voor alle flexibele elementen een keuze gemaakt. In de volgende paragrafen wordt een overzicht gegeven van de werkwijze Armoede en Gezondheid van kinderen in Zwolle, uitgesplitst in procedure (3.1), criteria (3.2) en registratie (3.3).
3.1
Procedure in grote lijnen
Het project Armoede en Gezondheid van kinderen wordt in Zwolle niet alleen door SoZa en JGZ GGD uitgevoerd, maar ook door JGZ Icare (JGZ 0-4). Het project wordt ook niet alleen in bepaalde wijken uitgevoerd, maar in heel Zwolle. Armoede is weliswaar voor een gedeelte wijkgebonden (zie figuur 2), maar om toch de hele doelgroep mee te nemen in het project is gekozen voor heel Zwolle. Het project wordt in Zwolle uitgevoerd door medewerkers van SoZa, Jeugdgezondheidszorg Icare en Jeugdgezondheidszorg GGD. Er is gekozen voor een taakverdeling die aansluit bij de expertise en faciliteiten van JGZ en SoZa. JGZ onderzoekt de gezondheidssituatie van het kind en adviseert de ouders. SoZa neemt de aanvraag in behandeling en zorgt voor de financieeladministratieve afhandeling. Hieronder volgt per stap een beschrijving.
Figuur 2: SES Zwolle 2006 (RIVM, 2009)
2
Bij de ‘moeder-interventie’ van Breda wordt gebruik gemaakt van een adviesbrief van de JGZ waarmee de ouders, voor de verstrekking, zelf naar SoZa moeten. In Zwolle wordt er voor gekozen om, n.a.v. de interventiebrief van de JGZ, SoZa contact te laten opnemen met de ouders, voor verdere afwikkeling van de verstrekking. Dit past beter in de werkwijze van SoZa, en de verwachting is dat hiermee meer kinderen bereikt worden.
5
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
1. Signaleren De Jeugdgezondheidszorg signaleert gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s en gaat na of deze samenhangen met geldgebrek in het gezin. Dit gebeurt sowieso tijdens reguliere gezondheidsonderzoeken dat elk kind krijgt op bepaalde leeftijden. Voor JGZ Icare is dit tijdens contactmomenten (minimaal 15) gedurende de eerste vier jaar van het kind; tijdens bezoeken aan het zuigelingenbureau en bezoeken aan het peuterbureau. Voor JGZ GGD is dit tijdens het periodiek gezondheidsonderzoek (PGO) in groep 2 en in groep 7 van het basisonderwijs. Het signaleren van gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s gebeurt tijdens deze reguliere gezondheidsonderzoeken middels twee signaleringsvragen, welke worden opgenomen in de standaard vragenlijsten. JGZ GGD heeft één van de vragen al opgenomen sinds schooljaar 2008-2009; “In deze vragenlijst zijn vragen gesteld over dingen die belangrijk zijn voor de gezondheid van uw kind. Komt het wel eens voor dat u door geldgebrek moet bezuinigen op gezonde voeding, zwemles, sport, schoeisel/kleding en medische zorg?”, met de antwoordcategorieën ‘vaak’, ‘soms’ en ‘nooit’. De volgende vraag wordt nog toegevoegd: “Moet uw gezin rondkomen van een uitkering?”, met de antwoordcategorieën ‘nee’, ‘ja, sinds korter dan drie jaar’, ‘ja, sinds langer dan drie jaar’. De signaleringsvragen voor JGZ GGD zijn dan hetzelfde als in de concepthandleiding van GGD West Brabant (Rots-de Vries, Kroesbergen & Van de Goor, 2008). JGZ Icare kiest voor een iets anders geformuleerde vraag: "In deze vragenlijst zijn allerlei onderwerpen aan de orde geweest die belangrijk zijn voor de gezondheid en opvoeding van uw kind. Moet U ten gevolge van geldgebrek bezuinigen op uitgaven die voor de gezondheid van Uw kind van belang zijn?", met als antwoordcategorieën ‘vaak’, ‘soms’ en ‘nooit’. De vraag wijkt af omdat dezelfde vraag in alle vragenlijsten (dus voor ouders van kinderen van 0-4 jaar) ingevoegd moet worden. Het is dan lastig om voorbeelden te noemen. De tweede signaleringsvraag is hetzelfde als bij JGZ GGD. Signaleren gebeurt natuurlijk niet alleen tijdens reguliere gezondheidsonderzoeken, maar (zonder de signaleringsvragen) ook bijvoorbeeld op de volgende manier: • • • • •
Signalering door JGZ tijdens andere consulten (o.a. huisbezoeken, inloopspreekuren, telefonisch spreekuur) Signalering door JGZ GGD PGO3 Signalering door JGZ van gezondheidsprobleem/gezondheidsrisico broertje/zusje Signalering door JGZ van gezondheidsprobleem/gezondheidsrisico ouder/verzorger (als dit van invloed is op de gezondheid van het kind) Signalering door derden (bijv. kraamzorg, leerkracht, IB’er, buurtnetwerk of huisarts)
Ook als op bovenstaande manieren een gezondheidsprobleem of gezondheidsrisico bij een kind wordt geconstateerd, welke samenhangt met geldgebrek in het gezin, kan het project worden ingezet. 2. Adviseren In een vervolggesprek (of indien daar voldoende tijd voor is, tijdens het reguliere gesprek) wordt het gezondheidsprobleem of gezondheidsrisico en de behoefte verder onderzocht. Dit gebeurt aan de hand van een vervolgvragenlijst. De Jeugdgezondheidszorg adviseert vervolgens de ouders over een aan te schaffen product of uit te voeren activiteit. Dit advies leggen de JGZ-medewerker en de ouder samen vast in een interventiebrief. De JGZ-medewerker vraagt hierna toestemming aan de ouder dat een medewerker van het team inkomensondersteuning van SoZa contact met ze opneemt voor de verstrekking van het advies in de interventiebrief. Omdat de signalering door alle JGZ-medewerkers gedaan wordt, is het wenselijk ook de advisering door alle JGZ-medewerkers te laten doen, in plaats van bijvoorbeeld door interventiespecialisten. Dit omdat de betreffende JGZ-medewerker het kind en het gezin al kent en zodoende sneller tot een advies kan komen. Ook is het laagdrempeliger, want de ouder hoeft het verhaal niet aan verschillende JGZ-medewerkers te vertellen. 6
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
Voor de JGZ-medewerkers komt er een training, protocol en interventiebrief-format, waardoor alle JGZ-medewerkers in staat zijn te adviseren. De JGZ-medewerkers welke betrokken zijn bij de opzet van het project, blijven wel vraagbaak voor andere JGZ-medewerkers. 3. Verstrekken JGZ geeft het advies en de gegevens van het gezin door aan SoZa (Dit kan bijvoorbeeld telefonisch en al tijdens het vervolgconsult dat de JGZ’er met de ouders heeft). SoZa neemt vervolgens contact op met de ouder(s) voor de verdere afwikkeling van de verstrekking van financiële middelen voor het beoogde doel ten bate van de gezondheid van het kind. SoZa kan de ouders voor verstrekking uitnodigen bij hen zelf, of een afspraak bij de ouders thuis maken. SoZa kan een budgetadviesgesprek koppelen aan deze afspraak, maar alleen als de ouders daar behoefte aan hebben. Het advies in de interventiebrief van JGZ staat voorop en wordt sowieso verstrekt. SoZa draagt er zorg voor dat de financiële middelen ook daadwerkelijk voor het beoogde doel besteed worden. Dit net zoals ze nu ook al doen bij aanvragen voor Bijzondere Bijstand. Voor JGZ-interventiebrieven met bedragen hoger dan €150,- geldt de reguliere procedure voor Bijzondere Bijstand. Een bedrag tot en met €150,- wordt altijd en direct door SoZa verstrekt. Mocht achteraf blijken dat een bepaalde verstrekking eigenlijk niet goed was, kunnen SoZa en JGZ hierover naderhand afstemmen, om voor de toekomst afspraken te maken. SoZa werkt momenteel aan een snelbalie voor Bijzondere Bijstand. Deze snelbalie zou goed bij dit project kunnen aansluiten. Bij SoZa worden wel zgn. interventiespecialisten aangewezen. Een aantal consulenten uit het ‘team inkomensondersteuning’ zal de verstrekkingen voor het project Armoede en Gezondheid van kinderen doen, en moet de werkwijze bij het advies van de JGZ kennen en kunnen uitvoeren. 4. Nazorg De Jeugdgezondheidszorg neemt ter evaluatie en eventueel ter ondersteuning nog eens contact op met het gezin. In dit contact wordt besproken hoe het contact met SoZa verlopen is en of dit tot een verbetering van de situatie voor het gezin en met name voor het kind heeft geleid.
3.2
Criteria in grote lijnen
Om in aanmerking te komen voor het project Armoede en Gezondheid van kinderen moet aan de volgende 2 criteria voldaan worden: • Er moet sprake zijn van een gezondheidsprobleem of gezondheidsrisico voor het kind EN • Het inkomen van het gezin moet onder de grens van 115% van het minimum liggen EN • De ouder(s) moet(en) open staan voor de interventie. Zie hoofdstuk 9 voor een verklaring van de begrippen ‘armoede’, ‘gezondheidsprobleem’ en ‘gezondheidsrisico’.
3.3
Registratie in grote lijnen
Hieronder wordt opgesomd hoe en waar geregistreerd wordt voor het klantdossier en voor de evaluatie. JGZ Icare • Signaleringsvragen in de volgende vragenlijsten: - Vragenlijst voor het bezoek aan het zuigelingenbureau bij leeftijd van 0-6 maanden - Vragenlijst voor het bezoek aan het zuigelingenbureau bij leeftijd van 6-12 maanden 7
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
• • •
- Vragenlijst voor het bezoek aan het peuterbureau bij leeftijd van 14-16 maanden - Vragenlijst voor het bezoek aan het peuterbureau bij leeftijd van 18 maanden - Vragenlijst voor het bezoek aan het peuterbureau bij leeftijd van ongeveer 2 jaar - Vragenlijst voor het bezoek aan het peuterbureau bij leeftijd van ongeveer 3 jaar - Vragenlijst voor het bezoek aan het peuterbureau bij leeftijd van ongeveer 4 jaar Vervolgvragenlijst A&Gk JGZ Icare Registreren in dossier (onder ’Samenvatting extra zorg’) Kopie interventiebrief
JGZ GGD • Signaleringsvragen in de volgende vragenlijsten: - Vragenlijst PGO1 - Vragenlijst PGO2 • Registreren op registratieformulier (onder ‘Financiële problemen/armoede’) • Vervolgvragenlijst A&Gk JGZ GGD • Registreren in dossier (onder ‘Verwijzingen’) • Kopie interventiebrief SoZa SoZa registreert elke aanvraag digitaal.
3.4
Doelen
Hoofddoel interventie: • Het verminderen van aan armoede gerelateerde gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s bij kinderen. Subdoelen interventie: • Het terugdringen van deprivaties (zaken, activiteiten of voorzieningen die vanwege financiële redenen niet beschikbaar of toegankelijk zijn) die samenhangen met de gezondheid van kinderen. • Het beschikbaar stellen van extra geoormerkte financiële middelen ten gunste van de determinanten van gezondheid van het gedepriveerde kind. Implementatiedoelen interventie: • Vanaf september 2009 wordt in Zwolle gestart met de pilot van Armoede en Gezondheid van kinderen. • Vanaf september 2011 is in Zwolle de interventie Armoede en Gezondheid van kinderen ingebed in de bestaande werkwijze. (Voor tijdsplanning zie paragraaf 4.4) Uitvoeringsdoelen interventie: De volgende uitvoeringsdoelen zijn deels gebaseerd op ervaringen uit Breda (Rots-de Vries, 2006) en Oosterhout (Kroesbergen, Augustijn & Schiks, 2005), en scherp geformuleerd voor Zwolle. • Voor 90% van de kinderen waarbij een gezondheidsprobleem of gezondheidsrisico is gesignaleerd, dat samenhangt met geldgebrek in het gezin wordt een interventiebrief opgesteld. • 80% van de ouders met interventiebrief heeft daadwerkelijk een afspraak met SoZa. • 95% van de JGZ-adviezen tot en met €150,- wordt door SoZa verstrekt. • 75% van de JGZ-adviezen hoger dan €150,- wordt verstrekt door SoZa. • 90% van de verstrekkingen wordt aan het beoogde doel besteed. • Verstrekkingen van een bedrag tot en met €150,- worden door SoZa binnen 1 week afgerond. • Verstrekkingen van een bedrag hoger dan €150,- worden door SoZa binnen 4 weken afgerond. Nevendoelen interventie: •
Verminderen van niet-gebruik van financiële voorzieningen Een groot gedeelte van mensen die daar wel recht op hebben, maken geen gebruik van financiële voorzieningen. Doordat SoZa door het project meer gezinnen ‘in beeld’ heeft, draagt het project wellicht bij aan het verminderen hiervan. 8
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
•
Netwerk-probleem aanpakken Een groot probleem bij mensen die langdurig in armoede leven is het feit dat ze vaak geen sociale omgeving hebben. Dit is voor kinderen, waar het gaat om sociale ontwikkeling, erg belangrijk. Dit project kan hierin helpen.
•
Preventief elimineren van gezondheidsproblemen Het project werkt ook preventief. Door de oorzaak armoede aan te pakken, kunnen gezondheidsproblemen op latere (volwassen) leeftijd voorkomen worden.
•
Doorbreken van generationele armoede Het project hoopt het patroon van armoede van generatie op generatie te doorbreken.
3.5
Doelgroep
De interventie is oorspronkelijk ontwikkeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd (4-12 jaar), maar is in principe ook toepasbaar voor kinderen in de voorschoolse leeftijd. In Zwolle is gekozen om Armoede en Gezondheid van kinderen te implementeren voor de doelgroep 0-12 jaar. Na de implementatie voor de doelgroep 0-12 jaar, kan wellicht nog gekeken worden naar een aanbod voor de leeftijdsgroep 12-19 jaar. Er zijn tot nu toe landelijk geen ervaringen met de toepassing voor jongeren (12+) (Rots et al, 2008). De Jeugdgezondheidszorg 0-12 is in Zwolle bij verschillende organisaties ondergebracht; JGZ 0-4 bij Icare en JGZ 4-12 bij de GGD (JGZ 4-19). Samenwerking tussen JGZ 0-4 en JGZ 4-19 is voor Armoede en Gezondheid van kinderen dus van belang. In Zwolle wordt momenteel gewerkt om integrale JGZ 0-19 vorm te geven. De interventie is gericht op kinderen bij wie door de Jeugdgezondheidszorg een gezondheidsrisico of gezondheidsprobleem is geconstateerd dat samenhangt met geldgebrek in het gezin en dat in positieve zin te beïnvloeden is met een financiële verstrekking. Bovendien staan de ouders open voor de interventie. Het vertrekpunt is de gezonde ontwikkeling van een kind3. De doelgroep van de interventie zijn dus kinderen van 0-12 en hun ouders waarvoor het volgende geldt: • Het gezin kampt met financiële armoede4 • JGZ heeft bij het kind een gezondheidsrisico2 of gezondheidsprobleem2 geconstateerd dat gerelateerd is aan geldgebrek • De ouders staan open voor de interventie De kinderen worden opgespoord tijdens contactmomenten van JGZ Icare of JGZ GGD. Dit zijn sowieso de reguliere contactmomenten van Icare (zuigelingenbureau en peuterbureau) en JGZ GGD (preventieve gezondheidsonderzoeken (PGO) in groep 2 (PGO1) en groep 7 (PGO2)). Hiernaast worden de kinderen opgespoord tijdens overige contactmomenten zoals huisbezoeken of inloopspreekuren (zie 3.1 voor meer voorbeelden). De meeste kinderen die meedoen aan de interventie zullen een leeftijd hebben van 0, 1, 2 of 3 jaar (contact Icare) en 5, 6 (PGO1) of 10,11 (PGO 2) jaar. Het bereik van de interventie is groot, want het bereik van de JGZ is groot. JGZ 0-4 jaar heeft met vrijwel alle kinderen contact. Voor JGZ 4-12 ligt het bereik in Zwolle naar schatting tussen de 90% en 95%. JGZ 4-12 heeft alleen cijfers per kalenderjaar en deze geven geen volledig beeld. Momenteel wordt het bereik per cohort in kaart gebracht, en dit zal een beter beeld geven.
3
Het feit dat een kind wegens geldgebrek geen lid is van een sportclub, is in principe niet voldoende onderbouwing. Er moet daarmee een gezondheidsrisico of gezondheidsprobleem samenhangen. Dit is niet automatisch het geval: mogelijk heeft het kind door buitenspelen met buurtkinderen voldoende beweging en sociale contacten. 4 Zie de bijlage voor de omschrijving van de begrippen armoede, gezondheidsrisico en gezondheidsprobleem.
9
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
4.
Implementatie & Communicatie
De fase van verkennen is voor een gedeelte uitgevoerd door een senior beleidsmedewerker. Zij heeft gesprekken met het management van SoZa, JGZ Icare en JGZ GGD gevoerd. Het management is positief over de interventie. De senior beleidsmedewerker heeft de projectcoördinator voorgedragen. SoZa en Icare hebben een projectgroeplid voorgedragen en JGZ GGD heeft middels een interne sollicitatieprocedure een projectgroeplid voorgedragen. De projectgroepleden hebben allemaal affiniteit met het onderwerp en staan positief tegenover de interventie. Middels verschillende projectgroepbijeenkomsten is gebrainstormd over de invulling van het project voor Zwolle. De projectgroepleden JGZ Icare en JGZ GGD denken dat hun collega’s ook positief tegenover het onderwerp staan. Er wordt evengoed natuurlijk wel ingezet op het informeren en vergroten van draagvlak. Het aanpassen van je werkwijze wordt in het algemeen toch vaak niet bij voorbaat positief ontvangen.
4.1
Sociale kaart
Uit de eerste projectgroepbijeenkomsten blijkt dat er behoefte is aan een sociale kaart op het gebied van voorzieningen en instellingen voor armoede en gezondheid. Het hebben van een sociale kaart is volgens de projectgroepleden een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen adviseren, voor JGZ en SoZa. De sociale kaart kan als achtergrondinformatie in het protocol gevoegd worden. SoZa zal bepalen of ze zelf de sociale kaart kan maken of hier een stagiaire voor zal aantrekken. Onderdelen welke in de sociale kaart kunnen worden opgenomen zijn bijvoorbeeld: • Stichting MEE DOEN • Jeugdsportfonds • Toeslagen van de belastingdienst • Computerregeling • Kinder Activiteiten Subsidie • Noodfonds • Elk kind telt mee • Collectieve ziektekostenverzekering gemeente Zwolle • Formulierenbrigade • Kringloop In de sociale kaart zullen contactgegevens en een beschrijving wanneer en waarvoor je er terecht kunt, opgenomen moeten worden. Met de interventiebrief kan JGZ alleen doorverwijzen naar ‘team inkomensondersteuning’ van SoZa. De voorzieningen en instellingen in de sociale kaart zijn voor de JGZ bedoeld ter informatie of als opties voor andere hulp indien nodig. Het team inkomensondersteuning zal, waar voor verstrekking nodig, zelf lijntjes leggen met bijvoorbeeld Jeugdsportfonds. De ouder heeft in eerste instantie alleen contact met het team inkomensondersteuning van SoZa.
4.2
Convenant
Om naar binnen (uitvoerders SoZa en JGZ) en naar buiten (burgers) te communiceren dat de gemeente Zwolle, GGD en Icare samen inzetten op armoede en gezondheid zal een convenant getekend worden. In dit convenant spreken de organisaties af dat ze zich actief zullen inzetten voor het bestrijden van armoede en het bevorderen van gezondheid in Zwolle. Het management van de drie organisaties zullen het convenant ondertekenen en dit zal intern en extern gecommuniceerd worden.
10
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
4.3
Scholing
Voor de start van de pilot is een scholing voor medewerkers van JGZ en SoZa noodzakelijk. De scholing voor JGZ Icare, JGZ GGD en SoZa zal gezamenlijk plaatsvinden. Onderwerpen die behandeld zullen worden: • • • •
4.4
Kennismaking SoZa - JGZ Wat betekent armoede voor kinderen en voor een gezin? De interventie Armoede en Gezondheid van kinderen Oefenen met de interventie A&Gk
Tijdschema
Onderstaand tijdschema biedt een overzicht van implementatieactiviteiten met tijdspad. Activiteit Bepalen projectteam A&Gk Start projectteam A&Gk A&Gk voor Zwolle invullen en plan van aanpak schrijven Akkoord management plan van aanpak Protocollen A&Gk maken Vragenlijsten, registratielijsten, sociale kaart, enz. maken Presentaties A&Gk JGZ Icare, JGZ GGD en SoZa Ondertekenen convenant Protocollen, vragenlijsten, registratielijsten enz. af Scholing JGZ Icare én JGZ GGD én SoZa gezamenlijk Start uitvoering A&Gk pilot Rondje ervaringen uitvoerders Tussenevaluatie Evaluatie A&Gk pilot door stagiaire Bijstellen A&Gk Start uitvoering A&Gk definitief
Wanneer Aug. 2008 Sept. 2008 Sept. 2008 – feb. 2009 Mrt. 2009 Mrt. – juni 2009 Mei 2009 Juni 2009 Juni 2009 Sept. 2009 Sept. 2009 Jan. – mrt. 2010 Mrt. 2010 Sept. 2010 – feb. 2011 Mrt. – juni 2011 Sept. 2011
Naast de activiteiten in het tijdschema is er structureel overleg middels de projectgroepbijeenkomsten. Tijdens de implementatie is dit eens per drie weken.
4.5
Communicatie
Ook communicatie is een structurele activiteit gedurende het implementatietraject. Tijdig informeren is belangrijk bij het invoeren van een nieuwe werkwijze. Informeren over de wisselwerking tussen armoede en gezondheid is belangrijk. De ervaringen vanuit Brabant leren dat het belangrijk is hier op in te zetten, JGZ en SoZa moeten leren op een andere manier te denken. Bij SoZa is de gedachte dat mensen, ook met een laag inkomen, zo moeten kunnen budgetteren dat ze in de noodzakelijke levensbehoeften kunnen voorzien. SoZa moet leren kijken vanuit de gezondheid van het kind; Het kind kan er immers niks aan doen dat zijn/haar ouders/verzorgers wellicht niet goed budgetteren. Het project helpt het kind. Bij JGZ wordt gekeken naar de gezondheid, en het voelt waarschijnlijk niet vertrouwd je ‘te bemoeien met’ de financiële situatie van een gezin. JGZ moet leren zien dat de financiële situatie van een gezin van invloed kan zijn op de gezondheid van een kind. Het project zet in op de gezondheid van het kind. Interne communicatie richting de uitvoerders van JGZ en SoZa over het project heeft dus als doel te informeren over de interventie en het creëren van draagvlak voor de interventie door het benadrukken van het belang van de interventie.
11
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
Het informeren van uitvoerders en vergroten van draagvlak bij uitvoerders zal op de volgende manieren gebeuren: • • • • • • • •
Artikelen in interne nieuwsbrieven en intranet over het project en de stand van zaken. Het mondeling informeren over het project en stand van zaken door de projectgroepleden binnen hun eigen team, informeel en tijdens teamoverleggen. Het mondeling informeren over het project en het belang van het project door management binnen hun team. Akkoord geven voor plan van aanpak door managers JGZ Icare / JGZ GGD / SoZa en dit communiceren richting de teams. Projectgroepleden JGZ en SoZa met elkaars vakgebied laten kennismaken. Het geven van presentaties over A&Gk om behoeftes en mogelijke weerstand van medewerkers te peilen. (Het protocol en de training kunnen op deze manier aangepast worden aan de behoeftes van de medewerkers). Ondertekenen convenant door managers JGZ Icare / JGZ GGD / SoZa. Trainen van uitvoerders (met aandacht voor wisselwerking armoede-gezondheid, wat armoede voor gezin betekent, kennismaken vakgebied JGZ en SoZa, en inhoud A&Gk).
Externe communicatie zal gebeuren op momenten als bij het ondertekenen van het convenant en de start van de pilot. Het doel hiervan is om burgers in het algemeen te informeren. Externe communicatie verloopt via de reguliere kanalen van team communicatie van de GGD; lokale en regionale pers en de website.
12
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
5.
Evaluatie
Een half jaar na de start van de pilot wordt middels een rondje langs de uitvoerders mondelinge terugkoppeling verkregen. Samen met de eerste gegevens uit de registratie wordt dan een beknopte tussenevaluatie geschreven. Mogelijke knelpunten voor uitvoerders worden aangepakt. Ruim een jaar na de start van de pilot zal een stagiaire starten met een uitgebreide evaluatie. De volgende vragen worden in het evaluatierapport beantwoord: • Is de implementatie verlopen zoals gepland? • Is de interventie uitgevoerd zoals bedoeld? • Zijn de beoogde resultaten behaald? Naar aanleiding van deze evaluatie wordt de interventie mogelijk aangepast. Een voorwaarde voor een goede evaluatie is een goede registratie door uitvoerders. Registratie wordt zoveel mogelijk opgenomen in de bestaande vragenlijsten, registratiesystemen en dossiers. De volgende gegevens zullen voor de evaluatie en registratie bijgehouden worden: Stap 1. Signalering
2. Advisering
3. Verstrekking
4. Nazorg
Bij te houden gegevens • Aantal kinderen dat is uitgenodigd voor een consult of PGO en wiens ouders is gevraagd de vragenlijst (met signaleringsvragen) in te vullen • Aantal ouders dat de vragenlijst (met signaleringsvragen) heeft ingevuld • Resultaten van de signaleringsvragen • Aantal doorverwijzingen voor een vervolggesprek • Aantal vervolggesprekken • Aantal interventiebrieven • Geadviseerde activiteiten en producten • Aantal ouders dat daadwerkelijk een afspraak met SoZa heeft voor verstrekking • Aantal, aard en kosten toekenningen door SoZa • Aantal en aard gerealiseerde voorzieningen ten gunste van kinderen • Aantal budgetadviesgesprekken • Aantal en aard begeleidingstrajecten • Aantal en aard gerealiseerde voorzieningen ten gunste van kinderen
13
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
6.
Formatie & Budget
Budget Armoede en Gezondheid van kinderen Onderdeel 2008 2009
Projectcoördinatie (16 u/week) en trekkers JGZ (12 u/week), training medewerkers, overleg, evaluatie
40.000
90.000
2010
2011
Totaal
financier
65.000
25.000
220.000
Gemeente Zwolle Armoede beleid
pm
SoZa
Kartrekkers van Sociale Zaken (consulenten) 4 – 6 u/week
Signaleren in PGO door JGZ
regulier
regulier
regulier
regulier
regulier
GGD
0
18.000
36.000
36.000
90.000
Gemeente Zwolle Armoede beleid
Versnelde verstrekkingen
regulier
regulier
regulier
regulier
regulier
SoZa
Verstrekkingen na reguliere procedure voor Bijzondere Bijstand
regulier
regulier
regulier
regulier
regulier
SoZa
Totaal A&GK (Bron: Langewen, 2008)
40.000
108.000
101.000
61.000
310.000
Vervolgcontact nazorg en registratie door JGZ. 6000 kinderen (3000 0-4 en 3000 4-12), waarvan 10% extra consult van 1 uur à €60
14
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
7.
Bronvermelding
Baltissen, A., Bleeker, S., Borsboom, S., Schiltman, R., Schoot Uiterkamp, L. & Spauwen, M., 2006. Gezondheidsmonitor Kinderen 0-12 jaar Zwolle. GGD Regio IJssel-Vecht, 2006. Gemeente Zwolle eenheid SoZaWe, 2007. Armoedebeleid 2008-2011 van kwetsbaar naar weerbaar. Kinderen in Tel Databoek 2008. Kinderrechten als basis voor lokaal jeugdbeleid. Verwey-Jonker Instituut, Januari 2008. Kroesbergen, H.T., Augustijn, H. & Schiks, C., 2005. Armoede en gezondheid van kinderen in de gemeente Oosterhout. Evaluatie schooljaar ’04-’05. GGD West-Brabant en Kruiswerk Mark en Maas. Langewen, H., 2008. Projectplan programma Armoede en Gezondheid. GGD Regio IJssel-Vecht. NAP, 2003. Nationaal actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. NJI, databank effectieve jeugdinterventies, beoordeling interventie Armoede en Gezondheid van kinderen, geraadpleegd via http://www.nji.nl/smartsite.dws?ch=&id=37990&recordnr=205, op 3 september 2008. RIVM, 2009. Nationale Atlas Volksgezondheid, geraadpleegd via http://www.rivm.nl/vtv/object_map/o1899n21844.html, op 17 maart 2009. Rots-de Vries, M.C., Kroesbergen, I. en Van de Goor, I., 2008. Concept handleiding interventie Armoede en Gezondheid van Kinderen. Academische werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg: Tranzo (UvT), GGD West-Brabant, GGD Hart voor Brabant & RIVM. Rots-de Vries, M.C., 2006. Armoede en gezondheid van kinderen in de gemeente Breda. Evaluatie 2005. GGD West-Brabant. Rots-de Vries, M.C., Kroesbergen, I. en Van der Smissen, P.J.A.M., 2005. Interventie ‘Armoede en gezondheid van kinderen’: van experiment naar implementatie. In: JGZ – nr. 1 – februari 2005. Struijf, E., 2000. De zuigelingenperiode. In Schuil, P.B., Bolscher, D.J.A., Brouwers- de Jong, E.A., Brugmans, M.-L.D.J., Bruijns, S.D.A. van Lokvan, E.M., Van der Noort, E.J., & Wolbers A.J.Red. Nederlands Leerboek voor Jeugdgezondheidszorg Deel B Inhoud (pp 67- 82). Assen: Van Gorcum. Verberk, F & De Kuiper, F., 2002. Verpleegkunde volgens het Neuman Systems Model. Koninklijke van Gorcum.
15
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
Bijlage: Invulling begrippen In deze bijlage worden de begrippen ‘armoede’, ‘gezondheid’, ‘gezondheidsrisico’, ‘gezondheidsprobleem’ en ‘ontwikkeling van een kind’ ingevuld.
Armoede De EU hanteert sinds 1994 de volgende definitie van armoede, die recht doet aan de complexiteit van armoede en die bruikbaar is voor de Zwolse aanpak: “Arme mensen, gezinnen of groepen mensen wier middelen (materieel, sociaal en cultureel) zo beperkt zijn dat zij uitgesloten zijn van minimaal aanvaardbare levenspatronen in de lidstaten waarin zij leven” (NAP, 2003). Zwolle gebruikt op basis van bovenstaande definitie de volgende definitie: “Er is sprake van armoede als huishoudens zijn uitgesloten van de minimaal aanvaardbare levenspatronen, door het ontbreken van sociale, culturele, materiële en financiële middelen” (Gemeente Zwolle, 2007). Zwolle hanteert een armoedegrens van 115% van het sociale minimum (bijstandsniveau). Ook voor de interventie Armoede en Gezondheid van kinderen wordt de armoedegrens van 115% gehanteerd.
Gezondheid Gezondheid wordt in dit plan van aanpak natuurlijk anders omschreven dan de afwezigheid van ziekten. De definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is breder: “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken”. De omschrijving van Neuman past bij de interventie: “Gezondheid is een continuüm van welbevinden naar ziekte, dat voortdurend aan verandering onderhevig is en dynamisch van aard is. Optimaal welbevinden geeft aan, dat het systeem kan voorzien in alle behoeften. Een verminderd welbevinden is het resultaat van het niet kunnen voorzien in bepaalde behoeften van het systeem” (Verberk & De Kuiper, 2002). Lalonde (1974) ontwikkelde een gezondheidsmodel met vier determinanten van gezondheid; • Biologische factoren (erfelijkheid en leeftijd) • Omgevingsfactoren (fysieke (milieu, veiligheid, huisvesting en woonomgeving) en sociale (inkomen, onderwijs, arbeid, recreatie, welzijn en sociale contacten)) • Leefstijlfactoren (voeding, genotsmiddelen, lichaamsbeweging en seksueel gedrag) • Voorzieningen Biologische factoren kunnen gemeenten met hun niet beïnvloeden, de overige determinanten wel. Het project Armoede en Gezondheid van kinderen zet in op de drie overige determinanten.
Gezondheidsrisico en gezondheidsprobleem Gezondheidsrisico’s en gezondheidsproblemen van kinderen willen we in dit plan van aanpak graag koppelen aan de ontwikkeling van kinderen. Van een gezondheidsrisico is sprake als de ontwikkeling van een kind (zie 9.4) in gevaar is. Van een gezondheidsprobleem is sprake als de ontwikkeling van een kind (zie 9.4) achterblijft.
16
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle
Ontwikkeling van een kind De term ontwikkeling bestaat uit 5 aspecten welke nauw met elkaar verbonden zijn: • Lichamelijke groei en ontwikkeling • Motorische ontwikkeling • Cognitieve ontwikkeling • Taal- en spraakontwikkeling • Psychosociale en emotionele ontwikkeling (Struijf, 2000) Als een kind op één of meer van bovenstaande aspecten in gevaar is of achterblijft, is er spraken van een gezondheidsrisico dan wel een gezondheidsprobleem. • Lichamelijke groei en ontwikkeling Onder lichamelijke groei verstaan we het toenemen in lengte, omvang en gewicht. Lichamelijke ontwikkeling is een proces waarbij vanuit een eenvoudig begin een meer complex en hoger niveau van functioneren ontstaat. Hierbij zijn zowel aanlegfactoren als omgevingsfactoren van invloed. • Motorische ontwikkeling Motoriek is het geheel van bewegingen en bewegingspatronen dat het kind in staat stelt zijn lichaam te gebruiken en te bewegen. • Cognitieve ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling is het proces van leren. Leren is het opnemen, verwerken en weer opnieuw gebruiken van kennis en informatie. Hiervoor wordt de basis in de zuigelingen/ kindertijd gelegd. Door verdergaande ontwikkeling van het kind doet het steeds nieuwe ervaringen op, die hij plaats binnen zijn kenniskader. Stimulering, veiligheid en basisvertrouwen zijn onmisbaar voor een goede ontwikkeling. • Taal- en spraakontwikkeling Taal is het geheel aan mogelijkheden, waarmee je kunt aangeven wat je wilt, wat je voelt, wat je bedoelt, wat je ziet, hoort of ruikt en wat je denkt. Spraak is één van de mogelijkheden om dit duidelijk te maken. Taal is ook de non-verbale communicatie zoals lichaamstaal, gebarentaal, wijzen en gelaatsmimiek. • Psychosociale en emotionele ontwikkeling De psychosociale en emotionele ontwikkeling kan niet los worden gezien van zijn omgeving, het gezin. Het kind ervaart de af- of aanwezigheid van anderen als één totaal. Het kind is afhankelijk van verzorging en voeding van anderen. Het kind gaat interacties aan met mensen om zich heen. Op basis hiervan ontwikkelt een kind zich (Struijf, 2000).
17
Plan van aanpak Armoede en Gezondheid van kinderen Zwolle