GEGEVENSPROJECTOR
Voor een veilig en correct gebruik dient u de “Voor het Gebruik” te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Gelieve in de ruimte die hieronder geboden wordt het Model- en Serienummer te noteren die aan de onderkant van uw projector wordt weergegeven. Modelnr. Serienr. Bewaar deze informatie voor het geval u het later nog eens nodig hebt.
Voor het Gebruik Andere
Onderhoud
Netwerk en USB-geheugen
Bediening
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Voorbereidingen
PJ X3241N PJ WX3231N
Voor het Gebruik
VEILIGHEIDSMAATREGELEN De bliksemstraal met het pijlpuntsymbool die zich binnen een gelijkzijdige driehoek bevindt, dient om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van nietgeïsoleerde “gevaarlijke voltage” binnen het omhulsel van het product dat van dergelijke sterkte kan zijn dat het een wezenlijk gevaar op elektrische schok vormt voor personen. Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek dient om de gebruiker attent te maken op de aanwezigheid van belangrijke gebruiks- en onderhoudsinstructies in de literatuur die bij het toestel geleverd wordt. WAARSCHUWING: OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN GELIEVE DIT TOESTEL NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHTIGHEID. ER ZIJN GEVAARLIJK HOGE VOLTAGES AANWEZIG BINNEN HET OMHULSEL. GELIEVE HET KASTJE NIET TE OPENEN EN LAAT HET ONDERHOUD ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL UITVOEREN.
Voor het Gebruik
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN OPGELET: GELIEVE ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES TE LEZEN EN NA TE LEVEN DIE IN DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING EN OP HET TOESTEL AANGEGEVEN WORDEN. BEWAAR DIT BOEKJE VOOR HET GEVAL U HET LATER NOG EENS NODIG HEBT. Dit toestel is volledig met transistors uitgerust en bevat geen delen die door de gebruiker hersteld kunnen worden.
WAARSCHUWING: GELIEVE HET DEKSEL VAN HET KASTJE NIET TE VERWIJDEREN, ANDERS WORDT U MOGELIJK BLOOTGESTELD AAN GEVAARLIJKE VOLTAGE. LAAT HET ONDERHOUD ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL UITVOEREN.
1. Lees de Gebruikershandleiding
3. Lichtbron Kijk niet in de lens als de lamp brandt. Het sterke licht van de lamp kan uw ogen of zicht beschadigen.
Gelieve de gebruikershandleiding aandachtig te lezen en alle bedienings- alsook andere instructies te volgen na het uitpakken van dit product.
4. Ventilatie Er zijn openingen voorzien in het kastje voor ventilatie en om een betrouwbare werking van het product te garanderen en het tegen oververhitting te beschermen. Deze openingen mogen noch geblokkeerd, noch bedekt worden. De openingen mogen nooit geblokkeerd worden door het product op een bed, sofa, tapijt of een ander gelijkwaardig oppervlak te plaatsen. Dit product mag niet in een ingebouwde installatie geplaatst worden zoals een boekenkast of rek zonder de geschikte ventilatie.
2. Stroombronnen Dit product mag enkel aangedreven worden door het type stroombron die het spanningsbereik niet overstijgt die aangegeven is op het vermogenslabel en op de stroomkabel. Indien u niet zeker weet welk type stroomvoorziening u thuis hebt gelieve uw leverancier of lokaal energiebedrijf te raadplegen.
8. Zorg ervoor dat u de stekker stevig in het aansluitpunt in de muur stopt.
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen zoals radiatoren, hitteroosters, kachels of andere producten (waaronder versterkers) die hitte produceren geplaatst worden.
Onjuiste of gebrekkige aansluitingen kunnen leiden tot brand of elektrische schok. Vermijd het gebruik van een onbetrouwbaar of los aansluitpunt.
6. Water en Vocht
9. Bescherming van de Stroomkabel
Gelieve het product niet in de buurt van water te gebruiken. - bijvoorbeeld in de omgeving van een badkuip, een waskom, een gootsteen in de keuken, een waskuip; in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad of dergelijke.
Stroomtoevoerkabels moeten gerout worden zodat de kans kleiner wordt dat u erop stapt of dat ze gekneld worden door voorwerpen die erop of ertegen geplaatst worden, waarbij vooral aandacht besteed moet worden aan kabels aan stekkers, contactdozen, en het punt waar ze het product verlaten.
7. Reiniging Trek dit product uit het aansluitpunt in de muur alvorens het te reinigen. Gebruik geen liquide reinigers of reinigers o.b.v. aërosol. Gebruik altijd een zachte doek voor het reinigen.
10. Overbelasting Gelieve de aansluitpunten in de muur niet te overbelasten. Om het risico op elektrische schokken te verminderen, gelieve de gepolariseerde stekker niet met een verlengsnoer, contactdoos of ander aansluitpunt te gebruiken tenzij de bladen volledig ingevoegd kunnen worden met een 3-draadsaardingstype om blootstelling van het blad te voorkomen. Het niet naleven van deze aanwijzing zou kunnen leiden tot brand of elektrische schok.
Voor het Gebruik
5. Hitte
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN (vervolg) 11. Onweersbuien
14. Plaats het product niet in vertikale positie.
Ten einde dit product extra te beschermen tijdens een storm, of wanneer het gedurende lange tijd zonder toezicht is of niet gebruikt wordt gelieve het uit het aansluitpunt in de muur te halen. Dit zal vermijden dat het product beschadigd wordt door bliksem of overspanning. Gebruik dit apparaat niet op wisselstroom tijdens onweer. Raak het toestel, de kabels en/of de randapparatuur niet aan wanneer het dondert of bliksemt. Een stroomstoot veroorzaakt door de storm kan leiden tot een elektrische schok of schade aan het toestel.
Gebruik het product niet in rechtopstaande positie om de beelden te projecteren noch in andere verticale posities. Het zou kunnen omvallen met ernstige verwondingen en/of schade aan het toestel tot gevolg.
15. Verboden te stapelen Gelieve geen andere toestellen op dit product te stapelen en plaats dit product niet op andere toestellen. De boven- en onderplaten van dit product worden warm tijdens normaal gebruik en kunnen de andere toestellen beschadigen.
12. Ingang van Objecten of Vloeistof
16. Hulpstukken
Gelieve nooit voorwerpen door de openingen in dit product te brengen aangezien ze gevaarlijke voltagepunten of short-out delen kunnen aanraken die kunnen leiden tot brand of elektrische schok. Gelieve nooit vocht (ongeacht welk soort vocht) op dit product te morsen.
Gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant worden aanbevolen. Het gebruik van nietcompatibele hulpstukken kan gevaar opleveren of het product beschadigen.
13. Plaats of bewaar de projector nooit binnen het bereik van kinderen. De projector kan neer- of omvallen, wat tot een ernstige blessure kan leiden.
f) Wanneer de prestaties van het product duidelijk verminderd zijn – is dit een aanwijzing dat het rerepareerd dient te worden.
Plaats dit product niet op een onstabiele kar, stelling, drievoet, draagconsole of tafel. Het product kan omvallen wat kan leiden tot een ernstige blessure bij een kind of volwassene en het kan het product tevens ernstig beschadigen. Indien het product zich op een kar bevindt, moet het voorzichtig verplaatst worden. Bruusk stoppen, buitensporige kracht en oneffen oppervlakken kunnen de combinatie product-kar doen omvallen.
19. Als glascomponenten, waaronder de lens of de lamp, breken gelieve uw leverancier te contacteren om het te laten repareren.
Dit product bevat glascomponenten waaronder een lens en een lamp. Indien dergelijke componenten breken gelieve ze dan met zorg te behandelen om blessures te vermijden en contacteer uw leverancier om het te laten repareren. Mijd gebroken stukken glas aangezien ze tot blessures kunnen leiden. Indien de lamp tegen de verwachtingen in toch breekt, reinig het oppervlak rond de projector en gooi eetbare zaken die zich in dit gebied bevonden weg aangezien ze verontreinigd kunnen zijn.
S1A
18. Schade die Onderhoud vergt
Trek het product uit het aansluitpunt in de muur en laat het onderhoud over aan gekwalificeerd personeel onder de volgende voorwaarden: a) Wanneer de stroomkabel of stekker beschadigd is. b) Indien er vloeistof op het product gemorst is of als er voorwerpen in het product gevallen zijn. c) Indien het product blootgesteld werd aan regen of water. d) Indien het product niet normaal werkt ondanks het volgen van de gebruiksaanwijzingen. Verstel enkel deze bedieningen die behandeld worden in de gebruiksaanwijzingen aangezien een ongepaste verstelling van andere bedieningen tot schade kan leiden en vaak extra werk zal vergen van een gekwalificeerde technicus om het product terug normaal te doen werken. e) Indien het product gevallen is of op een andere manier beschadigd is (Indien de kast gebroken is gelieve dan het toestel met de nodige zorg te behandelen om blessures te voorkomen).
20. Onderhoud
Probeer dit product niet zelf te onderhouden aangezien u door de opening of verwijdering van afdekkingen kunt blootgesteld worden aan gevaarlijke voltage of andere gevaren. Laat het onderhoud enkel door gekwalificeerd personeel uitvoeren.
21. Niets voor de lens plaatsen wanneer u de projector gebruikt Als u voorwerpen voor de lens plaatst, kan deze oververhit raken en kan er brand ontstaan. Als u het geprojecteerde beeld tijdelijk wilt stoppen, gebruikt u de geluidonderbreking op de afstandsbediening.
Voor het Gebruik
17. Toebehoren
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN (vervolg) 22. Vervangingsdelen
25. Gebruik het product niet in een gesloten installatie.
Wanneer er vervangingsdelen nodig zijn zorg er dan voor dat de technicus de vervangingsdelen gebruikt heeft die door de fabrikant gespecificeerd werden of die dezelfde karakteristieken hebben als het originele deel. Ongeoorloofde vervangingen kunnen leiden tot brand, elektrische schok of andere gevaren. (Vervanging van de lamp mag enkel gebeuren door de gebruikers.)
Plaats het product niet in een doos of in een andere gesloten installatie. In dit geval zou het kunnen oververhitten. En dit zou kunnen leiden tot brand.
26. Bij het gebruik van een draadloze LAN-functie: • Gebruik het toestel niet in de buurt van mensen die een pacemaker dragen. • Gebruik het niet in de nabijheid van elektronische, medische toestellen of in ziekenhuizen of andere medische instellingen. • Gebruik het niet in een vliegtuig of in plaatsen waar de draadloze LAN-functie elektromagnetische signalen zou kunnen verstoren.
23. Veiligheidscontrole Bij de voltooing van een service of herstellingen aan dit product vraag de technicus om veiligheidscontroles te doen om na te gaan of het product terug normaal werkt.
24. Laat geen thermisch kopieerpapier of artikelen die makkelijk vervormd worden gedurende lange tijd op het toestel of naast de luchtuitlaat liggen.
De elektromagnetische verstoring zou kunnen leiden tot een slechte werking met mogelijk een ongeval tot gevolg.
De hitte van het systeem zou de informatie op het thermisch papier kunnen uitwissen of voor een vervorming of scheeftrekking kunnen zorgen.
27. Indien het gebruik van een draadloze LAN-functie de elektromagnetische signalen van een ander toestel belemmert gelieve het gebruik ervan dan onmiddellijk te beëindigen. De elektromagnetische verstoring zou kunnen leiden tot een slechte werking met mogelijk een ongeval tot gevolg.
Indien uw netspanning 220 tot 240 V bedraagt, gebruik dan één van de volgende kabels.
Stekkerconfiguratie Stekkertype
Netspanning
Stekkerconfiguratie Stekkertype
Netspanning
EURO
220 – 240 V
Australisch 240 V 10 A
200 – 240 V
Verenigd Koninkrijk
220 – 240 V
Zwitserland 240 V 6A
200 – 240 V
Gebruik een 5 A zekering die goedgekeurd is door ASTA of BSI tot BSI362. Plaats het zekeringsdeksel altijd terug na de zekering te hebben verwisseld.
Noord-Amerika 200 – 240 V 240 V 15 A
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN Condensatie van Vocht
Gebruik deze installatie nooit onmiddellijk nadat het van een koude naar een warme plaats overgebracht werd. Wanneer het systeem aan dergelijk temperatuurverschil blootgesteld wordt, is het mogelijk dat het vocht op de lens en de cruciale interne delen condenseert. Om te vermijden dat het geheel beschadigd wordt gelieve het niet te gebruiken binnen de eerste 2 uur na een extreme of plotse verandering in temperatuur.
Plaats en Wijze van Installatie
• Plaats het toestel niet in hete plaatsen, zoals in de buurt van verwarmingsinstallaties. Dit zou kunnen leiden tot een gebrekkige werking en het kan de levensduur van de projector verkorten. • Vermijd plaatsen waar er veel olie en sigaretterook is. Dit zal de optische delen bevuilen, hun levensduur inkorten en het scherm verdonkeren. • Gebruik dit product niet in vertikale positie en til het niet op of haal het niet neer op meer dan 20° van haar oorspronkelijk niveau. Dit zou tot een storing kunnen leiden of de levensduur van het product kunnen inperken. • Indien u dit instrument gebruikt in de buurt van een TV of een radio kan het de beelden of de klank storen. Indien dit gebeurt gelieve het weg te halen van de TV of de radio. • Op een locatie op grote hoogte waar de lucht ijl is, zal het koelend effect verminderd zijn dus gebruik de projector met [Ventilatormodus] ingesteld op [Hoog]. p.43 • Stop stroomkabels enkel in aansluitpunten die geschikt zijn voor het gebruik met het gespecificeerde spanningsbereik van de stroomkabel. Gelieve verlengkabels of aftakkingen niet te overbelasten want dit kan leiden tot brand of elektrische schok. • Leid de stroomkabel of de verbindingskabel weg van waar mensen er zouden kunnen over struikelen. De projector kan vallen, wat ernstige verwondingen tot gevolg hebben en/of schade aan het product toebrengen. • Gebruik een stopcontact dat binnen handbereik is zodat de stekker er in geval van nood snel uitgetrokken kan worden. Zet voor het stopcontact waarop het netsnoer is aangesloten geen obstakels.
Vermijd Vluchtige Vloeistoffen
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals een insectenspray, in de buurt van het toestel. Zorg ervoor dat rubberen of plastieken producten het geheel niet voor een lange tijd aanraken. Ze zullen sporen op de afwerking achterlaten. Gebruik geen chemisch behandelde schoonmaakdoekjes.
Voor het Gebruik
KEUZE VAN DE STROOMKABEL
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN (vervolg) LCD-scherm • Wanneer het luchtfilter vuil en verstopt is, loopt de binnentemperatuur van de unit op. Hierdoor wordt de levensduur van het LCD-scherm verkort en kunnen storingen optreden. Reinig het luchtfilter tijdig en vervang het regelmatig. Het wordt aanbevolen om deze vervanging gelijktijdig uit te voeren met het vervangen van een lamp. (Vraag uw leverancier waar de unit is aangeschaft of uw dichtstbijzijnde servicelocatie om een vervangend luchtfilter.)
ONTHEFFINGSCLAUSULES • Ricoh Corporation is niet verantwoordelijk voor enige schade die voortkomt uit natuurlijke rampen zoals aardbevingen, bliksem etc., vuur, handelingen door derden, andere ongevallen, of het gebruik in abnormale omstandigheden waaronder verkeerde of ongepaste bediening en andere problemen. • Ricoh Corporation kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor incidentele schade (winstverlies, werkonderbreking, teloorgang of verlies van geheugeninhoud, etc.) die voortspruit uit het gebruik van dit toestel of het onvermogen om het te gebruiken. • Ricoh Corporation verwerpt elke verantwoordelijkheid voor enige schade die voortkomt uit het niet volgen van de beschrijvingen in deze Gebruikshandleiding. • Ricoh Corporation verwerpt elke aansprakelijkheid voor enige schade die voortkomt uit storingen die voortkomen uit de combinatie met apparatuur of software die geen verband houden met Ricoh Corporation. • Ricoh is niet aansprakelijk voor informatie die onderschept werd of gelekt is door het gebruik van draadloze LAN, noch voor enige schade als gevolg daarvan.
ANDERE INFORMATIE Auteursrechten
Het vertonen of overbrengen van commerciële beeldsoftware of het uitzenden, al dan niet via de kabel, van programma’s met een ander doel dan het louter privégebruik, waaronder beeldvervorming met de momentopname- (freeze) of herschalingsfuncties (resize), of de vertoning met de variërende beeldverhouding (aspect ratio) van de beelden, kan mogelijk de directe of indirecte auteursrechten van de beeldsoftware of uitzendprogramma etc. schenden, indien dit gebeurt zonder de voorafgaande raadpleging bij de houder van het auteursrecht. Neem om deze reden de gepaste maatregelen alvorens één van de acties te ondernemen die hierboven worden beschreven, waaronder het bekomen van een licentie van de houder van het auteursrecht.
Afvalverwijdering
Dit product bevat stoffen die schadelijk zijn voor de mens en voor het milieu. • De lamp bevat kwik. Gelieve zich van dit product of van gebruikte lampen te ontdoen volgens de plaatselijke voorschriften. De volgende informatie is enkel voor lidstaten van de EU: Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet mag behandeld worden als huishoudafval. Door te verzekeren dat dit product correct weggegooid wordt, helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid te vermijden, die anders veroorzaakt zou kunnen worden door ongepaste verwerking van dit product. Voor meer gedetailleerde informatie over recyclage van dit product gelieve uw plaatselijk bureau, de dienst huishoudafval of de winkel waar u het product aangekocht hebt te contacteren.
10
Handelsmerken
• VGA, SVGA, XGA, SXGA, UXGA en WXGA zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. • Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. • Microsoft, Windows, Windows 2000, Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en PowerPoint zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en andere landen. • Adobe en Acrobat Reader zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. • Bevat technologie van Sasken, Inc. Copyright © 2000-2010 Sasken, Inc. Alle rechten voorbehouden. • Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. • HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Notatie-overeenkomsten die in deze Handleiding gebruikt worden.
• Referenties naar pagina’s met verwante informatie worden als volgt geannoteerd. Als u bijvoorbeeld referereert naar pagina 36: p.36 • De illustraties in dit document dienen enkel ter referentie en het is mogelijk dat ze niet exact uw pakket weergeven.
BATTERIJEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Waarschuwing
• Gooi nooit batterijen in vuur. Indien u de batterijen onjuist gebruikt, kunnen ze exploderen of lekken en leiden tot brandwonden of blessures. Als de vloeistof van lekkende batterijen in aanraking komt met de huid was de vloeistof dan onmiddellijk af met proper water en raadpleeg een dokter. Indien de vloeistof op een instrument gemorst wordt vermijd contact en veeg het af met vloeipapier. Gooi het vloeipapier weg als brandbaar afval na het natgemaakt te hebben met water.
Opmerkingen • • • • •
Gebruik AAA (LR03) batterijen. Gooi de batterijen weg in het aangewezen afvalgebied. De aandacht dient gevestigd te worden op de milieu-aspecten van het wegwerpen van batterijen. Gebruik geen verschillende batterijtypes door elkaar en combineer ook geen gebruikte met nieuwe batterijen. Indien de afstandsbediening niet correct werkt of indien het werkbereik verminderd is verwissel beide batterijen door nieuwe. • Indien de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening voor lange tijd niet zult gebruiken, verwijder dan de batterijen om te vermijden dat er batterijzuur in het batterijvakje lekt. • De volgende informatie is enkel voor lidstaten van de EU: [Afvalverwerking van batterijen en/of accu’s] Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat batterijen en/of accu’s afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en accu’s (2006/66/EC), worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/ of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste prullenbak. Door deel te nemen aan gescheiden inzamelen van batterijen, helpt u bij het veilig stellen van het juist verwijderen van producten en batterijen en het voorkomen van mogelijke negatieve consequenties voor het milieu en uw gezondheid. Voor meer gedetailleerde informatie over beschikbare inzamel- en recycleprogramma’s in uw land, neem contact op met uw plaatselijke stadskantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
11
Voor het Gebruik
ANDERE INFORMATIE (vervolg)
INHOUD Voor het Gebruik VEILIGHEIDSMAATREGELEN...................................................................... 2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN............................................ 4 KEUZE VAN DE STROOMKABEL................................................................. 9 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN............................................ 9 ONTHEFFINGSCLAUSULES...................................................................... 10 ANDERE INFORMATIE............................................................................... 10 BATTERIJEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.......................................... 11 INHOUD....................................................................................................... 12
Voorbereidingen De inhoud van de verpakking controleren.................................................... 14 Benaming van de onderdelen op het hoofdtoestel....................................... 15 Benaming van de onderdelen op het bedieningspaneel en de afstandsbediening................................................................................... 16 Benaming van de aansluitingen op het achterpaneel.................................. 18 De afstandsbediening klaar maken en gebruiken........................................ 19 Een computer bedienen met de afstandsbediening..................................... 20 Plaatsing...................................................................................................... 21 Aansluiting.................................................................................................... 24
Bediening De spanning in- en uitschakelen.................................................................. 26 Basisfuncties................................................................................................ 28 Handige functies gebruiken.......................................................................... 31 Auto instelling gebruiken (alleen voor invoer vanaf een computer)........... 31 De trapezoïdale vervorming corrigeren.................................................... 31 De grootte van het beeld wijzigen............................................................. 32 Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen (dempen).................................. 33 De beeldmodus wijzigen........................................................................... 33 De beeldschermgrootte wijzigen............................................................... 33 Het beeld bevriezen (Freeze).................................................................... 34 Het wachtwoord instellen.......................................................................... 34 Menu´s gebruiken 1...................................................................................... 36 Instellen met Instellingen-weergave.......................................................... 36 Het menu Beeldinstelling.......................................................................... 37 Het menu Weergave-instelling.................................................................. 39 Het menu Standaardinstelling................................................................... 42 Informatie weergeven (Statusweergave)................................................... 45
12
Vóór verbinding via een netwerk.................................................................. 46 De USB-aansluiting gebruiken..................................................................... 48 Menu´s gebruiken 2...................................................................................... 50 Instellen met Instellingen-weergave (2).................................................... 50 Netwerkprojector/Network Utility instellen................................................ 51 Instellingen van de computer.................................................................... 56 Het menu Controle instelling..................................................................... 57 Opties voor diashow instellen................................................................... 58 De status van de projector controleren........................................................ 60 Statusweergave........................................................................................ 60 Netwerkprojector gebruiken......................................................................... 61 De toepassingen installeren......................................................................... 62 Network Utility gebruiken............................................................................. 64 Een beeldscherm van de computer via de projector weergeven.............. 64 Een JPEG-beeld opgeslagen op een computer via de projector weergeven............................................................................ 66 Een videobestand opgeslagen op een computer via de projector weergeven............................................................................ 67 Computerschermen weergeven met projectoren door middel van de Multiscreen-functie........................................................................ 70 Het hulpprogramma Easy Connect........................................................... 75 De projector bedienen.............................................................................. 79 Beelden opgeslagen in een USB-geheugen projecteren............................. 80 Een diashow spelen vanaf een lijst met miniaturen.................................. 80 JPEG Conversion Tool gebruiken................................................................. 83 JPEG Conversion Tool starten.................................................................. 83 Een beeldbestand converteren................................................................. 83 Bestanden gemaakt met Microsoft® PowerPoint® converteren................. 84 Een presentatie maken met geconverteerde JPEG-bestanden................ 85 Een schermafdruk maken en in een JPEG-bestand converteren............. 86 De projector instellen via een Web browser................................................. 87
Onderhoud Vervanging van de lamp............................................................................... 91 Schoonmaken van het luchtfilter.................................................................. 94 Reiniging van de lens en het hoofdtoestel................................................... 95
Andere Aanduidingen in geval van storing............................................................... 96 Probleemoplossing....................................................................................... 97 Specificaties................................................................................................. 99
13
Voor het Gebruik
Netwerk en USB-geheugen
Voorbereidingen
De inhoud van de verpakking controleren Controleer of de volgende accessoires in de doos bij het hoofdtoestel zitten. Neem onmiddellijk contact op met de winkel waar u het product hebt gekocht als er iets ontbreekt. (1)
(4)
(2)
(5)
(3)
(6)
(7)
(8)
[Opmerking 1]
(1) Afstandsbediening (2) LR03-batterijen (AAA) voor de afstandsbediening (2) (3) CD-ROM (4) Gebruikershandleiding
(5) RGB-kabel (3 m) [Opmerking 1, 2] (6) Netsnoer (7) Draagtas (8) Receiver voor muisafstandsbediening
Opmerkingen 1: Gebruik altijd de meegeleverde kabels om de originele prestaties te behouden. 2: De vorm en het nummer van de meegeleverde netsnoeren variëren afhankelijk van de leveringsbestemming.
Spaar de Originele Verpakking Het originele verschepingskarton en het verpakkingsmateriaal zullen zeer nuttig zijn indien u ooit uw projector moet vervoeren. Voor een maximale bescherming verpakt u de projector bij het verzenden net zoals alles origineel was verpakt in de fabriek.
De meegeleverde CD-ROM De meegeleverde CD-ROM bevat een Gebruikershandleiding met informatie die niet beschikbaar is voor de geprinte Gebruikershandleiding (Aan de slag) en de Projector Management Utility Handleiding in Portable Document Format (PDF), als toevoeging op alle applicatiesoftware. Maak gebruik van Acrobat Reader 5 of hoger om de handleiding te bekijken. ® ® ® ® ® Adobe Acrobat Reader of Adobe Reader ® ® Acrobat Reader staat niet op de meegeleverde CD-ROM. Als u de PDF-bestanden niet kunt weergeven, installeert u Acrobat Reader op uw computer. U kunt het programma downloaden vanaf de website van Adobe Systems.
De handleiding weergeven Dubbelklik op het PDF-bestand in de map met de naam van een taal op de CD-ROM. Acrobat® Reader® wordt gestart en de omslag van de gebruiksaanwijzing en lijst met favorieten verschijnt. Klik op de titel van een bladwijzer om dat deel van de handleiding weer te geven. Klik op p. om een referentiepagina met verwante informatie weer te geven. Zie het helpmenu voor meer informatie over Acrobat® Reader®.
14
Benaming van de onderdelen op het hoofdtoestel (2)
(3)
(4) (5)
(6) (7) (8) (9)
(10)(11) (12) (13)
(14) (15) Voorkant
Achterkant
(1) (2) (3) (4) (5) (6)
Naam Bedieningspaneel Zoomknop Scherpstelknop Lampdeksel Luchtuitlaat Luchtinlaat
(7) Lenskap
: : : : : : :
Functie Voor het bedienen van de projector. p.16 Stelt schermgrootte af. p.29 Stelt scherpstelling af. p.29 Verwijderen voor vervanging van de lamp. p.92 Verwijdert lucht in de projector die heet is geworden. Zuigt lucht buiten de projector naar binnen voor interne afkoeling. : Plaats de lenskap terug om de lens te beschermen wanneer de projector niet wordt gebruikt. : Projecteert het gedecomprimeerde beeld. : Detecteert opdrachten van de afstandsbediening. p.19
(8) Lens (9) Infrarood afstandsbedieningssensor (10) AC IN-stekkercontact : (11) Aansluitingen op het : achterpaneel (12) Luidspreker : (13) Antidiefstalslot : (14) Ontgrendelknop van stelvoetje (15) Stelvoetje (16) Luchtfilter
(16) (15) (14)
Voor aansluiting van het meegeleverde netsnoer. Voor aansluiting van externe apparaten. p.18
Voert audiogeluid uit. Voor bevestiging van een veiligheidskabel of ander antidiefstalapparaat. : Wordt ingedrukt om het stelvoetje uit of in te schuiven. p.29
: Voor afstelling van de verticale projectiehoek. p.29 : Voorkomt dat vuil en stof binnen in de projector komen. p.94
15
Voorbereidingen
(1)
Benaming van de onderdelen op het bedieningspaneel en de afstandsbediening Bedieningspaneel (7)
(6)
Afstandsbediening Zender van afstandsbediening
(5)
(3) (4)
(5) (6) (12) (11)
(18) (20)
(21)
(9)
(8)
(10) (2)
(19) (7) (8)
(1)
(1)
(15) (16)
(21)
Batterijdeksel
(17) (13)
(14)
(4)
(3)
(2)
Naam
: Hoofdfunctie
Bedieningspaneel (1) (2) (3) (4)
ENTER-knop INPUT-knop MENU-knop RETURN/MUTE-knop
(5) ON/STANDBY-knop/ ON/STANDBY-indicator (6) TEMP-indicator (7) LAMP-indicator (8) Selectieknop
Afstandsbediening (1) (2) (3) (4)
ENTER-knop MENU-knop ON/STANDBY-knop AUTO SET-knop
(5) INPUT-knop (6) NETWORK-knop (7) RETURN-knop
: : : : : : : : :
Accepteert de geselecteerde modus. Selecteert de invoer. p.28 Geeft menu´s weer. p.36 Gaat één beeldscherm terug. Het beeld en geluid worden ook tijdelijk uitgeschakeld. p.33 Schakelt de spanning in/uit (standby). p.26 Toont of de spanning aan of uit (standby) staat. p.26 Brandt wanneer de interne temperatuur te hoog is. p.96 Geeft de lampmodus weer. p.96 De selecties en de aanpassingen van het menu, volumecontrole, knopaanpassingen, etc. p.36
: : : :
Accepteert de geselecteerde modus. Geeft menu´s weer. p.36 Schakelt de spanning aan/uit (standby). p.26 Voor automatische instelling van invoersignalen vanaf een computer. p.31 : Selecteert de invoer. p.28 : Schakelt de netwerkinvoermodus in. p.50 : Gaat één beeldscherm terug.
16
: Hoofdfunctie : De selecties en de aanpassingen van het menu, volumecontrole, knopaanpassingen, etc. p.36 (9) Muisbedieningsknop : Bestuurt een muiswijzer. p.20 p.65 p.71 (10) PAGE+ knop : Gaat naar de volgende PowerPoint® dia. p.20 p.65 p.71 : Schakelt het beeld en geluid tijdelijk uit. p.33 (11) MUTE-knop (12) FREEZE-knop : Pauzeert het beeld. p.34 (13) Cijferklavierknop : Voor gebruik als cijferklavier met draadloze LAN om nummers en tekens in te voeren. p.52 (14) Afstandsbedieningscode- : Voor instelling van de afstandsbedieningscode op de schakelaar code van de projector. p.44 (15) NCE-knop : Verwisselt beeld mode. p.33 : Wijzigt de beeldschermgrootte. p.33 (16) SCREEN SIZE-knop (17) GUIDE-knop : Geeft de bedieningsgids voor diashow weer. p.82 (18) RESIZE-knop : Vergroot het beeld. p.32 (19) PAGE– -knop : Gaat naar de vorige PowerPoint® dia. p.20 p.65 p.71 (20) R-CLICK-knop : Werkt als rechtermuisklik. Er zijn twee R-CLICK-knoppen. U kunt beide gebruiken. p.20 p.65 p.71 : Werkt als linkermuisklik. Er zijn twee L-CLICK-knoppen. U (21) L-CLICK-knop kunt beide gebruiken. p.20 p.65 p.71
Opmerking
• In de verdere handleiding worden knoppen als volgt aangeduid: Selectieknoppen ⇒ ; ENTER-knop ⇒
17
Voorbereidingen
Naam (8) Selectieknop
Benaming van de aansluitingen op het achterpaneel (1) (2) (3) (4)
(8)
(5)
(6)
(9)(10)(11) (12)
Naam (1) USB-aansluiting (2) (3)
(4) (5) (6)
(7) (8) (9) (10) (11) (12)
(7)
: Hoofdfunctie : Voor aansluiting van een in de handel verkrijgbaar USBgeheugen. p.48 HDMI™-aansluiting : Input voor digitale signalen van HDMI (High-Definition Multimedia Interface) compatibele digitale bronnen. AUDIO IN-aansluiting : De geluidssignalen van de input van een computer of een videomateriaal. (Veelvuldig gebruik voor COMPUTER 1 IN/2 IN, VIDEO en S-VIDEO). S-VIDEO-aansluiting : Invoer van S-Video-signalen vanaf video-apparatuur. COMPUTER 1 IN (Y/PB/PR 1) -aansluiting : Sluit analoog RGB-signaal aan van een computer of een samengesteld videosignaal (Y/PB/PR) van videoapparatuur. COMPUTER 2 IN (Y/PB/PR 2) -aansluiting/MONITOR OUT-aansluiting : Sluit analoog RGB-signaal van een computer aan of een samengesteld videosignaal (Y/PB/PR) van videoapparatuur. Deze kan ook gebruikt worden als MONITOR OUTaansluiting door het omzetten van (7). Schakelaar : Schakelt tussen COMPUTER 2 IN en MONITOR OUT. LAN-aansluiting : Voor aansluiting van een netwerkkabel. AC IN-stekkercontact : Voor aansluiting van het meegeleverde netsnoer. AUDIO OUT-aansluiting : Uitvoer van audiosignalen. VIDEO-aansluiting : Invoer van videosignalen vanaf video-apparatuur. CONTROL-aansluiting : Voor aansluiting op de RS-232C-aansluiting van de computer waarmee de projector wordt bediend. p.103
18
De afstandsbediening klaar maken en gebruiken Droge-celbatterijen in de afstandsbediening plaatsen
Richt de afstandsbediening naar de infrarood afstandsbedieningssensor van de projector en druk op eender welke knop op de afstandsbediening.
Verwijder het batterijdeksel.
• De projector bedienen vanaf de voorkant
2
Plaats de droge-celbatterijen. Plaats de plus- en minpolen van de batterijen in de juiste richting.
Ongeveer 15° On gev eer 5m
Opmerking:
Gebruik 2 batterijen (LR03, AAA). 3
Wanneer u de afstandsbediening van achter de projector bedient, wordt het infraroodsignaal op het projectieoppervlak gereflecteerd. Het bedieningsbereik kan om die reden afnemen, afhankelijk van de vorm en het materiaal van het projectieoppervlak.
Plaats het batterijdeksel terug.
Droge-celbatterijen • Lees de Veiligheidsmaatregelen op de vorige pagina´s voordat u de batterijen gebruikt. • Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als u deze lange tijd niet gebruikt. • Als de afstandsbediening niet meer werkt of het werkingsbereik kleiner wordt, vervangt u alle batterijen door nieuwe. (2 batterijen (LR03, AAA)) • Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen. Batterijen houden stikgevaar in en zijn zeer gevaarlijk als ze worden ingeslikt. Bij het inslikken van batterijen onmiddellijk een arts raadplegen.
De afstandsbediening • De afstandsbediening werkt mogelijk niet als de infrarood afstandsbedieningssensor wordt blootgesteld aan helder zonlicht of fluorescerend licht. • Laat ze niet vallen en stoot er niet tegen. • Leg ze niet op hete of vochtige plaatsen. • Laat ze niet nat worden of plaats er geen natte voorwerpen op. • Haal ze niet uit elkaar. • In zeldzame gevallen kan de werking van de afstandsbediening door omgevingsfactoren worden verhinderd. Als dit gebeurt, richt u de afstandsbediening opnieuw naar het hoofdtoestel en herhaalt u de bediening.
19
Voorbereidingen
1
De afstandsbediening gebruiken
Een computer bedienen met de afstandsbediening Met de afstandsbediening van de projector kunt u een computer bedienen. Deze functie is beschikbaar op elke computer met het Windows® 2000, Windows® XP, Windows Vista® of Windows® 7 besturingssysteem en een USB-poort die USB 2.0 ondersteunt (de receiver voor muisafstandsbediening wordt ook ondersteund op Mac OS X voor Mac). Ricoh kan evenwel niet de werking van alle computers garanderen.
1 Een computer aansluiten Sluit de (meegeleverde) receiver voor muisafstandsbediening op een computer aan.
Naar USB-poort
Receiver voor muisafstandsbediening
De afstandsbediening werkt mogelijk niet als de receiver voor muisafstandsbediening wordt blootgesteld aan helder zonlicht of fluorescerend licht. In dit geval wijzigt u de plaats of de richting van de receiver voor muisafstandsbediening en probeert u opnieuw.
2 Een computer bedienen Richt de afstandsbediening naar de receiver voor muisafstandsbediening en bedien de knoppen. De muiswijzer verplaatsen
Duw de muisbedieningsknop in de richting waarin u de muiswijzer wilt verplaatsen en druk. Links klikken Druk op de knop L-CLICK (Er zijn twee L-CLICK-knoppen. U kunt beide gebruiken). Rechts klikken Druk op de knop R-CLICK (Er zijn twee R-CLICK-knoppen. U kunt beide gebruiken). Slepen en neerzetten Houd de knop L-CLICK ingedrukt, beweeg de muisbedieningsknop tot de muiswijzer op de gewenste plaats staat en laat de knop L-CLICK los. De functie Omhoog [#] en Omlaag [$] van de computer gebruiken Druk op de knoppen PAGE+ en PAGE- om te wisselen tussen PowerPoint® dia´s. Voorzijde van afstandsbediening
Achterzijde van afstandsbediening
R-CLICK L-CLICK Muisbediening
L-CLICK
PAGE –
PAGE +
20
Plaatsing Opstellingswijzen
Dit toestel kan op 4 verschillende manieren worden opgesteld, zoals getoond in de afbeelding. De fabrieksinstelling is “staande projector voor het scherm.” Stel de [Projectiemodus] in het menu Standaard instelling 2 p.43 in volgens uw vereisten.
Voorbereidingen
Staande projector voor het beeldscherm
Staande projector achter het beeldscherm
Hangende projector voor het beeldscherm
Hangende projector achter het beeldscherm
WAARSCHUWING • Houd u altijd aan de instructies vermeld onder BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSmaatregelen wanneer u het toestel plaatst. Als u zelf probeert de lamp op een hoogte te reinigen/vervangen, kunt u vallen en zich verwonden. • Als u de projector op het plafond wilt monteren, kunt u beter uw leverancier hierover raadplegen alvorens dit te doen. De bevestiging van de projector aan het plafond vereist speciale plafondsteunen (los verkocht) en vakkennis. Door onjuiste montage kan de projector vallen en mogelijk persoonlijk letsel en schade aan de eenheid veroorzaken. • Monteer de stroomonderbreker op een hangende projector om in geval van onregelmatigheden de stroom uit te schakelen. Zorg dat iedereen die bij het gebruik van de projector betrokken is hiervan op de hoogte is.
21
Plaatsing (vervolg) Projectie-afstand en -afmetingen Gebruik voor het bepalen van de projectie-afmetingen en de projectie-afstand de onderstaande cijfers, tabellen en formules. (Projectie-afmetingen zijn waarden bij benadering voor een beeld op volledige schermgrootte zonder aanpassing van trapezoid.) PJ X3241N Beeldscherm
Bovenaanzicht
projectie-afmetingen (inch) - 0,890 32,863 projectie-afmetingen (inch) - 0,748 a (max. lengte) = 27,363 a (min. lengte) =
Projectieafmetingen
90°
Zijaanzicht Midden van de lens
90° a
30 inch 40 inch 50 inch 60 inch 70 inch 80 inch 90 inch 100 inch 120 inch 150 inch 200 inch 250 inch 300 inch
Projectie-afstand a min. lengte max. lengte (max. zoom) (min. zoom) 0,89 m (2,92 ft.) 1,19 m (3,90 ft.) 1,49 m (4,89 ft.) 1,80 m (5,91 ft.) 2,10 m (6,89 ft.) 2,41 m (7,91 ft.) 2,71 m (8,89 ft.) 3,02 m (9,91 ft.) 3,62 m (11,88 ft.) 4,54 m (14,90 ft.) 6,06 m (19,88 ft.) 7,58 m (24,87 ft.) 9,10 m (29,86 ft.)
1,07 m (3,51 ft.) 1,44 m (4,72 ft.) 1,80 m (5,91 ft.) 2,17 m (7,12 ft.) 2,53 m (8,30 ft.) 2,90 m (9,51 ft.) 3,26 m (10,70 ft.) 3,63 m (11,91 ft.) 4,36 m (14,30 ft.) 5,46 m (17,91 ft.) 7,28 m (23,88 ft.) 9,11 m (29,89 ft.) 10,94 m (35,89 ft.)
Hoogte (H) 6,50 cm (0,21 ft.) 8,70 cm (0,29 ft.) 10,90 cm (0,36 ft.) 13,10 cm (0,43 ft.) 15,20 cm (0,50 ft.) 17,40 cm (0,57 ft.) 19,60 cm (0,64 ft.) 21,80 cm (0,72 ft.) 26,10 cm (0,86 ft.) 32,70 cm (1,07 ft.) 43,50 cm (1,43 ft.) 54,40 cm (1,78 ft.) 65,30 cm (2,14 ft.)
a is de afstand (in m, feet) tussen de lens en het beeldscherm en komt overeen met een bereik van 0,89 m (2,92 ft.) tot 10,94 m (35,89 ft.). H is de hoogte van de onderkant van de afbeelding tot het midden van de lens.
22
Beeldscherm
Bovenaanzicht
projectie-afmetingen (inch) - 0,758 31,022 projectie-afmetingen (inch) - 0,643 a (max. lengte) = 25,845 a (min. lengte) =
Projectieafmetingen
90°
Zijaanzicht Midden van de lens
90° a
30 inch 40 inch 50 inch 60 inch 70 inch 80 inch 90 inch 100 inch 120 inch 150 inch 200 inch 250 inch 300 inch
Projectie-afstand a min. lengte max. lengte (max. zoom) (min. zoom) 0,94 m (3,08 ft.) 1,27 m (4,17 ft.) 1,59 m (5,22 ft.) 1,91 m (6,27 ft.) 2,23 m (7,32 ft.) 2,55 m (8,37 ft.) 2,88 m (9,45 ft.) 3,20 m (10,50 ft.) 3,84 m (12,60 ft.) 4,81 m (15,78 ft.) 6,42 m (21,06 ft.) 8,03 m (26,35 ft.) 9,65 m (31,66 ft.)
1,14 m (3,74 ft.) 1,52 m (4,99 ft.) 1,91 m (6,27 ft.) 2,30 m (7,55 ft.) 2,68 m (8,79 ft.) 3,07 m (10,07 ft.) 3,46 m (11,35 ft.) 3,84 m (12,60 ft.) 4,62 m (15,16 ft.) 5,78 m (18,96 ft.) 7,71 m (25,30 ft.) 9,65 m (31,66 ft.) 11,58 m (37,99 ft.)
a is de afstand (in m, feet) tussen de lens en het beeldscherm en komt overeen met een bereik van 0,94 m (3,08 ft.) tot 11,58 m (37,99 ft.). Het midden van de lens staat op hetzelfde niveau als de onderkant van het beeld.
23
Voorbereidingen
PJ WX3231N
Aansluiting Alvorens aan te sluiten • Lees de gebruikershandleiding van het apparaat dat u op de projector wilt aansluiten. • Sommige computertypes kunnen niet met deze projector worden gebruikt of erop worden aangesloten. Controleer de aanwezigheid van een RGB- en HDMI-uitgangsaansluiting, ondersteund signaal p.100 p.101 , enz. • Schakel de spanning van beide apparaten uit voordat u ze aansluit. • De afbeelding toont een aansluitvoorbeeld. Dit betekent niet dat alle apparaten gelijktijdig kunnen of mogen worden aangesloten. (Stippellijnen geven aan dat items kunnen worden verwisseld.) Videorecorder, DVD-speler, enz.
Naar audiouitgang Wit (L)/Rood (R)
Computer
Naar Naar video- S-Videouitgang uitgang
S-Video-kabel (niet meegeleverd) RGB-kabel (meegeleverd)
Videokabel (niet meegeleverd)
Naar RGBuitgang
Audiokabel (niet meegeleverd)
Audiokabel (niet meegeleverd)
DVD-videorecorder, enz.
Conversieadapter BNC-pin (niet meegeleverd) Naar Y/CB/CR-uitgang Groen (Y)/Blauw (CB)/ Rood (CR) Naar audiouitgang
Naar audiouitgang Wit (L)/ Rood (R)
Monitor-kabel Mini D-sub 15P-BNC (niet meegeleverd) Audiokabel (niet meegeleverd)
HDMI™-kabel (niet meegeleverd) Audiokabel (niet meegeleverd)
Naar HDMI™aansluiting
DVD-videorecorder, enz.
Stuurkabel (niet meegeleverd)
Naar RS-232Caansluiting p.103
Naar audio-ingang Wit (L)/Rood (R)
Computer (voor bediening)
Audioversterker, enz.
Beeldscherm
Het is noodzakelijk om met de schakelaar naar MONITOR OUT te schakelen. p.18
* De verbinding voor de COMPUTER 1 IN-aansluiting, welke hier beschreven, is eveneens geschikt voor de COMPUTER 2 IN-aansluiting.
24
25
Voorbereidingen
Opmerkingen
• Wanneer de COMPUTER 2 IN-aansluiting in gebruik is als MONITOR OUT-aansluiting, wordt het signaal dat ingegeven wordt op de COMPUTER 1 IN-aansluiting, het uitgangssignaal. • Ook In de stand-bymodus worden signalen via de MONITOR OUT-aansluiting uitgevoerd. Via de AUDIO OUT-aansluiting wordt evenwel geen audiosignaal uitgevoerd. • Een computerscherm kan Y/PB/PR-signalen niet correct ontvangen. • De AUDIO IN-aansluiting kan gebruikt worden voor de apparaten welke verbonden zijn met de COMPUTER 1 IN-aansluiting, COMPUTER 2 IN-aansluiting, VIDEO-aansluiting en de S-VIDEO-aansluiting. • Bij gebruik van een AUDIO OUT-aansluiting wordt geen geluid via de luidspreker van de projector uitgevoerd. • Het uitgangsvolume van de AUDIO OUT-aansluiting kan worden geregeld met de knop VOL. • Sommige apparaten werken mogelijk niet correct wanneer deze zijn verbonden met HDMI™. • Voor optimale prestaties is het aan te bevelen een HDMI™ kabel met HDMI Logo ( ) te gebruiken. Om een 1080p signaalindeling te tonen, heeft u een High Speed HDMI™ kabel nodig. Een traditionele HDMI™ kabel werkt mogelijk niet correct. • Gebruik een geïsoleerde kabel bij het aansluiten van een netwerkkabel.
Bediening
De spanning in- en uitschakelen Het netsnoer aansluiten
1 Steek de connector van het netsnoer in het AC IN-stekkercontact van de projector. 2 Steek de stekker van het netsnoer in een wandcontactdoos of ander stopcontact. De indicator ON/STANDBY knippert groen en de projector gaat over op stand-by. Wanneer [Netwerk standby] op [Aan] staat, brandt de indicator ON/STANDBY oranje.
Connector van netsnoer (meegeleverd)
De spanning inschakelen 1 Verwijder de lenskap.
Verwijder de lenskap wanneer de stroom wordt ingeschakeld. Wanneer de kap op de projector blijft zitten, kan ze vervormd raken door de warmte.
Bedieningspaneel
Afstandsbediening
2 Druk op de knop ON/STANDBY.
De spanning schakelt in met een pieptoon (wanneer de pieptoon is ingesteld op [Aan]) en de indicator ON/STANDBY knippert oranje en vervolgens groen. Wanneer [Netwerk standby] op [Aan] staat, brandt de indicator ON/STANDBY groen. Even later verschijnt het start beeldscherm.
LET OP • Kijk niet in de lens wanneer de lamp brandt. Het sterke licht van de lamp kan uw gezichtsvermogen beschadigen. • Blokkeer de luchtinlaat of -uitlaat niet. Anders kan brand worden veroorzaakt door interne oververhitting. • Plaats uw handen en aangezicht of voorwerpen niet dicht bij de luchtuitlaat, het lampdeksel of de onderkant van het toestel. Anders kunt u zich verwonden en/of het voorwerp beschadigen.
Opmerkingen
• Na een tijdje verdwijnt het start beeldscherm. U kunt het systeem ook zo configureren dat het opstartscherm niet verschijnt. Die instelling gebeurt in het menu Weergave-instelling p.39 . • Wanneer u de projector voor het eerst na aankoop gebruikt, wordt na het verdwijnen van het start beeldscherm het startmenu getoond p.28 . • U kunt de pieptoon uitschakelen in het menu Standaard instelling 1 p.42 . • Wanneer [Toetsblokkering] op [Aan] staat, werken de bedieningsknoppen van de projector niet p.43 . • Wanneer [Wachtwoord] op [Aan] staat, voert u het wachtwoord in. Nadat het wachtwoordinvoerscherm verdwijnt, wordt het start beeldscherm getoond p.35 . • Raak de lens niet rechtstreeks met uw hand aan. Vingerafdrukken of vlekken op het oppervlak van de projectielens kunnen het vermogen van de projector om beelden op het beeldscherm te projecteren verstoren.
26
De spanning uitschakelen 1 Druk op de knop ON/STANDBY. Wanneer de pieptoon is ingesteld op [Aan] is een pieptoon te horen van de projector en verschijnt een bericht op het scherm waarin u wordt gevraagd of u de spanning wilt uitschakelen. Om de spanning uit te schakelen, drukt u op de knop ON/STANDBY. Wanneer u de spanning niet wilt uitschakelen, wacht u even zonder een bewerking uit te voeren. Dit bericht verdwijnt na een tijdje. (Deze bediening is niet meer geldig nadat het bericht is verdwenen.)
2 Druk opnieuw op de knop ON/STANDBY. Bedieningspaneel
Afstandsbediening
3 Plaats de lenskap terug. Plaats de lenskap terug na gebruik.
Opmerking
• De projector verbruikt ongeveer 4,5 W in stand-by. We raden u aan het netsnoer uit het stopcontact te trekken als u de projector voor lange tijd niet gaat gebruiken. Met [Netwerk standby] [Aan] wordt tijdens standby ongeveer 8 W verbruikt.
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer u de projector opnieuw wilt starten vlak nadat u de stroom hebt uitgeschakeld, moet u de lamp (ongeveer 5 minuten) tijd geven om af te koelen voordat u het netsnoer opnieuw insteekt. Als de lamp oververhit is, kan het zijn dat ze niet brandt. • Vlak na het uitschakelen van de spanning kan het toestel erg warm worden, vooral aan de luchtuitlaat, het lampdeksel of de onderkant van het toestel. Wees voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
27
Bediening
Wanneer de pieptooninstelling op [Aan] staat, geeft de projector een pieptoon en verdwijnt het beeldscherm, maar de interne koelventilator blijft draaien. Daarna gaat de projector in stand-bymodus. Tijdens het afkoelen knippert de indicator ON/ STANDBY. Zolang de indicator knippert, kan de spanning niet opnieuw worden ingeschakeld. U mag in dit stadium de stekker eruit trekken.
Basisfuncties 1 Schakel de spanning in. Schakel de spanning in volgens de instructies onder “De spanning inschakelen” p.26 .
2 Selecteer de taal en de lamp power (bij het eerste gebruik). Wanneer de projector na aankoop voor het eerst wordt gebruikt, worden startmenu voor taalselectie, lamp power selectie en configuratie in het engels weergegeven. (Als het beeldscherm onscherp is, stelt u het af volgens stap 6 .) 1
Selecteer de gewenste taal met de knoppen knop . Engels Frans Duits Italiaans Spaans Portugees Russisch Zweeds Turks
Pools Noors Fins Tsjechisch Hongaars Grieks Deens Nederlands Roemeens
en druk op de Japans Chinees (vereenvoudigd) Chinees (traditioneel) Koreaans Indonesisch Thais Arabisch
Een bericht voor bevestiging van de instelling wordt getoond in de geselecteerde taal. Daarna wordt het menu voor selectie van lamp power en configuratie weergegeven. Dit is automatisch ingesteld op Standaard. Als u de instelling wilt wijzigen, volgt u stap 2 . 2
Selecteer de lamp power met de knop
of
en druk op de knop
Bij selectie wordt de lamp power automatisch omgeschakeld zonder op de knop drukken. De weergave verdwijnt automatisch na enkele seconden.
. te
Opmerkingen
• Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, wordt het startmenu bij het starten niet getoond. Als evenwel [Reset alles] wordt uitgevoerd via het menu Standaard instelling 2 p.43 , wordt het startmenu wel getoond wanneer u de spanning de volgende keer inschakelt. • De taal kan ook worden ingesteld via het menu Weergave-instelling p.39 en de lamp power via het menu Standaard instelling 1 p.42 . • In deze gebruikershandleiding wordt verondersteld dat Engels is geselecteerd.
3 Activeer het aangesloten apparaat. Schakel het aangesloten apparaat, bijvoorbeeld een computer, in en start het.
4 Druk op de knop INPUT. Een beeld van de aangesloten apparatuur wordt geprojecteerd. Telkens wanneer u op de knop INPUT drukt, wordt omgeschakeld naar de invoer van de aangesloten apparatuur die videosignalen uitvoert.
28
Opmerkingen
• Wanneer [Auto signaalzoeker] is ingesteld op [Uit] in het menu Standaardinstelling 1 p.42 , verschijnt het menu Invoerselectie als u op de knop INPUT drukt. De fabrieksinstelling is [Aan]. • Als de projector in de netwerkinvoermodus staat en er wordt geen beeld geprojecteerd nadat u op de knop INPUT hebt gedrukt, controleer dan of de aangesloten apparatuur werkt en druk nogmaals op INPUT. • Als geen signaal wordt uitgevoerd vanaf de aangesloten apparatuur, verandert de invoer niet wanneer u op de knop INPUT drukt en wordt “Er is geen ander invoersignaal” getoond.
5 De plaatsingshoek van de projector aanpassen De plaatsingshoek en de hoogte van het geprojecteerde beeld kunnen met het stelvoetje worden aangepast.
Til de voorkant van de projector omhoog tot de gewenste hoek, duw dan de ontspanner van de voetregelaar omhoog.
Bediening
1
Het stelvoetje wordt uitgeschoven. Laat de knop los om het stelvoetje in deze positie te vergrendelen. 2
Draai het stelvoetje om de hoek nauwkeurig af te stellen.
• Als u het stelvoetje wilt inschuiven, houdt u de projector omhoog terwijl u op de ontgrendelknop van het stelvoetje drukt en laat u de projector voorzichtig neer.
Opmerking
• Wanneer [Auto Trapezoid] is ingesteld op [Aan] in het menu Standaardinstelling 1, wordt de trapezoïdale vervorming automatisch gecorrigeerd aan de hand van de plaatsingshoek van de projector. Als u geen automatische correctie wenst, zet u [Auto Trapezoid] op [Uit].
6 De beeldschermgrootte en scherpstelling aanpassen 1
Gebruik de zoomknop om de schermgrootte aan te passen.
2
Gebruik de scherpstelknop om de scherpstelling aan te passen.
7 Het volume regelen met de knoppen
Voorkant
Het luidsprekervolume kan worden geregeld wanneer een audiosignaal wordt ingevoerd.
29
Basisfuncties (vervolg) Voorzorgsmaatregelen
• In zeldzame gevallen kan de helderheid lichtjes schommelen door de eigenschappen van de lamp. • Voor het vervaardigen van het LCD-scherm is hoge precisie technologie gebruikt. Er kunnen zwarte stippen voorkomen (pixels die niet branden) of heldere stippen (pixels die voortdurend branden) op het paneel. Dat is eigen aan de technologie en is geen storing.
Opmerkingen • Een lamp is een verbruiksproduct. Als ze lange tijd wordt gebruikt, kunnen beelden donker worden en kan de lamp uitbranden. Dit is kenmerkend voor een lamp en is geen storing. De levensduur van de lamp is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. • Deze projector ondersteunt een ruime waaier van RGB-signalen p.100 . Resoluties die niet door deze projector worden ondersteund (XGA voor X3241N, WXGA voor WX3231N), worden gedecomprimeerd of verkleind waardoor de beeldkwaliteit lichtjes wordt beïnvloed. Stel voor beelden van hoge kwaliteit de externe uitgang van de computer in op XGA-resolutie voor X3241N of in op WXGA-resolutie voor WX3231N. • Als u een computer met LCD-beeldscherm of dergelijke gebruikt en beelden gelijktijdig op de projector en op het beeldscherm van de monitor weergeeft, kunnen de beelden mogelijk niet correct worden weergegeven. In dit geval schakelt u het LCD-beeldscherm van de computer uit. Zie de gebruikershandleiding van uw computer voor informatie over hoe u het LCD-beeldscherm uitschakelt. • Als geen signaal wordt ingevoerd vanaf de aangesloten apparatuur of de signaalinvoer wordt gestopt tijdens het projecteren, wordt “Geen signaal” getoond. • Bij invoer van een signaal dat niet door de projector wordt ondersteund, wordt “Sign. niet onderst.” getoond. • Als u op een bedieningsknop drukt die niet beschikbaar is, verschijnt het symbool samen met een pieptoon (wanneer de pieptoon is ingesteld op [Aan]). • Bewegende beelden die met DVD-software op een computer worden gespeeld, kunnen onnatuurlijk lijken wanneer ze met de projector worden geprojecteerd. Dit is geen storing.
LCD-schermen LCD-schermen slijten. Om de levensduur van uw LCD-scherm te verlengen neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen: • Om de levensduur van uw LCD-scherm te verlengen, schakelt u deze altijd uit wanneer deze niet in gebruik is, en zorg ervoor dat de lamp uit is. Door de lamp uit te schakelen bespaart u ook elektriciteit. • Wanneer het luchtfilter vuil en verstopt is, loopt de binnentemperatuur van de unit op. Hierdoor wordt de levensduur van het LCD-scherm verkort en kunnen storingen optreden. We raden u aan het luchtfilter regelmatig en grondig te reinigen p.94 . • Vervang het luchtfilter bij beschadiging. Neem contact op met uw leverancier voor een nieuwe filter. Als u de projector blijft gebruiken met een beschadigde filter, kan stof en vuil de projector binnendringen waardoor er storingen kunnen optreden.
30
Handige functies gebruiken Auto instelling gebruiken (alleen voor invoer vanaf een computer) Met deze functie wordt de projector ingesteld met de optimale instellingen. Het stelt de samplingfase, frequentie en beeldschermpositie, enz. in voor elk type invoersignaal door eenvoudige bediening.
Afstandsbediening
Druk op de knop AUTO SET van de afstandsbediening. Het symbool verschijnt tijdens de verwerking. In het menu Beeldinstelling kunt u ook instellen door [Autoinstelling] te kiezen p.37 .
De trapezoïdale vervorming corrigeren Als de plaatsingshoek van de projector tegenover het beeldscherm tijdens de projectie van een beeld wordt gewijzigd, vertoont het beeld trapezoïdale vervorming (trapezoid). Deze projector is in staat automatisch de vervorming, gebaseerd op de plaatsingshoek, te corrigeren. Vóór correctie
Na correctie
Het manueel aanpassen van de vervorming van de knoppen.
Bedieningspaneel
Afstandsbediening
Corrigeer trapezoïdale vervorming met de knoppen .
Opmerkingen
• Afhankelijk van de mate van trapezoïdale correctie en de inhoud van beelden kan sommige informatie verloren gaan of kan de beeldkwaliteit verminderen. • Ook als [Auto keystone] is ingesteld op [Aan], kunt u trapezoïdale vervorming handmatig corrigeren. Automatische trapezoïdale correctie wordt opnieuw uitgevoerd als u de positie of de hoek van de projector wijzigt. • Wanneer [Auto keystone] is ingesteld op [Aan],wordt automatische trapezoïdale correctie uitgevoerd telkens wanneer u de spanning inschakelt. • De instellingen van de trapezoïdale correctie worden in het geheugen opgeslagen nadat de spanning is uitgeschakeld. Bijgevolg is het aanbevolen dat u [Auto keystone] instelt op [Uit] als de plaatsingshoek van de projector tegenover het beeldscherm onveranderd blijft en u de ingestelde trapezoïdale correctie niet wilt wijzigen.
31
Bediening
Opmerkingen
• Het beeld wordt mogelijk niet geprojecteerd of de automatische aanpassing/ instelling wordt mogelijk niet correct uitgevoerd voor invoersignalen die niet door de projector worden ondersteund p.100 , p.101 . • Wanneer aanpassing met Auto-instellingen mislukt, kunt u het handmatig aanpassen met [Positie] in het menu Beeldinstelling p.38 .
Handige functies gebruiken (vervolg) De grootte van het beeld wijzigen De grootte van het geprojecteerde beeld kan worden gewijzigd (in- of uitzoomen).
1 Druk op de knop RESIZE
van de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op de knop RESIZE drukt, wordt de zoomverhouding verhoogd. U kunt het blijven indrukken om de afbeelding nog verder te vergroten.
2 Druk op de knop RESIZE
van de afstandsbediening om uit te
zoomen.
Telkens wanneer u op de knop RESIZE drukt, wordt de zoomverhouding verlaagd. U kunt het blijven indrukken om de afbeelding nog verder te verkleinen. (Het beeld kan echter niet kleiner worden dan de oorspronkelijke grootte.)
Afstandsbediening
1 2 4
3 Verplaats het gebied dat u wilt zoomen met de knoppen
.
3
U kunt de knop blijven indrukken totdat u de gewenste datum heeft bereikt.
4 Wanneer u enkele keren op de knop RESIZE
drukt en het beeld terugkeert naar de oorspronkelijke afmetingen, wordt de zoom teruggesteld. De zoom wordt ook teruggesteld als u tijdens het wijzigen van de grootte op de knop RETURN drukt.
Opmerkingen • Het symbool wordt getoond terwijl u de grootte wijzigt. • Door bediening van een functie behalve demping wordt de functie grootte wijzigen uitgeschakeld. • Aangezien zoomen een digitale verwerking is, gaat de beeldkwaliteit achteruit bij een hogere zoomverhouding. • Tijdens het wijzigen van de beeldgrootte of het verplaatsen van het zoomgebied kan er beeldvervorming optreden.
32
Het beeld en geluid tijdelijk uitschakelen (dempen) Wanneer u de afbeeldingen van een andere projector of overhead projector tijdelijk wilt projecteren, kunt u de afbeeldingen en het geluid van deze projector met gebruik van de MUTE-knop uitzetten.
Afstandsbediening
Druk op de knop MUTE van de afstandsbediening of op de knop RETURN/MUTE op het bedieningspaneel van de projector.
Bediening
Het beeld en geluid worden uitgeschakeld. (Als u nogmaals op MUTE of op RETURN/MUTE drukt, wordt de geluidonderbrekingsfunctie geannuleerd en wordt het beeld en geluid hersteld.) De knop RETURN/MUTE op het bedieningspaneel mag in de volgende situaties niet worden gebruikt om geluid te onderbreken: • De grootte van het geprojecteerde beeld is gewijzigd. • Er wordt een menu weergegeven. • USB-geheugeninvoer is geselecteerd. • Netwerkinvoermodus is geselecteerd en er wordt geen signaal ingevoerd via het netwerk.
Opmerkingen • Het symbool wordt getoond terwijl de dempingsfunctie ingeschakeld is. • De dempingsfunctie wordt ook uitgeschakeld door bediening van een andere functie.
De beeldmodus wijzigen De geprojecteerde afbeeldingmodus kan worden geselecteerd door gebruik te maken van de NCE-knop.
Afstandsbediening
Druk op de NCE-knop van de afstandsbediening en selecteer met de knoppen. Na selectie, toepassen door op de knop te drukken. • Voor computer, HDMI, USB-geheugen en netwerk-input afbeeldingen, zijn de volgende instellingen beschikbaar. Dynamisch/Standaard/Fotografie • Voor Y/PB/PR, Video en S-Video-input afbeeldingen, zijn de volgende instellingen beschikbaar. Levendig/Standaard/Bioscoop
Opmerking
• U kunt ook de afbeeldingmodus veranderen door de [NCE] van het menu Beeldinstelling te gebruiken p.37 .
De beeldschermgrootte wijzigen De schermgrootte van de geprojecteerde afbeelding kan worden veranderd door de SCREEN SIZE-knop te gebruiken.
Druk op de knop SCREEN SIZE van de afstandsbediening.
Het beurtelings indrukken van de schakelknop als volgt: X3241N : Normaal/Volledig/Door/Breed WX3231N : Normaal/Volledig/Door/4:3 zoom
33
Afstandsbediening
Handige functies gebruiken (vervolg) Opmerkingen
• Door weergave is beschikbaar voor Computer (inclusief HDMI-invoerbeelden) en Netwerk-invoerbeelden. • Breed of 4:3 zoom weergave is beschikbaar voor Y/PB/PR (inclusief HDMIinvoerbeelden), Video en S-video-invoerbeelden. • [Beeldschermgrootte] van het menu Weergave-instelling heeft dezelfde functie p.39 p.40 . • Het gebruik van deze functie op in de handel verkrijgbare videosoftware, uitzendingen of kabeluitzendingen voor andere doeleinden dan privégebruik kan het auteursrecht schenden dat wordt beschermd door de wetten op auteursrecht.
Het beeld bevriezen (Freeze) Gebruik deze functie om een video te pauzeren tijdens een presentatie.
Druk op de knop FREEZE van de afstandsbediening.
Afstandsbediening
Het beeld wordt gepauzeerd. De functie Bevriezen wordt uitgeschakeld als u opnieuw op de knop FREEZE drukt.
Opmerkingen • Het symbool wordt getoond terwijl bevriezen is ingeschakeld. • Bevriezen wordt ook uitgeschakeld door gebruik van een andere functie. • Zelfs als een beeld op de projector wordt bevrozen, lopen de beelden op de video- of andere apparatuur. • Het gebruik van deze functie op in de handel verkrijgbare videosoftware, uitzendingen of kabeluitzendingen voor andere doeleinden dan privégebruik kan het auteursrecht schenden dat wordt beschermd door de wetten op auteursrecht.
Het wachtwoord instellen Het wachtwoord wijzigen Het wachtwoord is standaard 000000.
1 Selecteer [Wachtwoord] in het menu Standaard instelling 2 en druk op de knop
of
.
2 Selecteer [Wachtwoord-registratie] en druk op de
knop.
Het wachtwoordinvoerscherm wordt getoond.
3 Voer het huidige wachtwoord (nummer van 6 cijfers) in door middel van de numerieke toetsen op de afstandsbediening.
• Voer [000000] (6 nullen) in voor de eerste wijziging. • Het wachtwoord wordt niet getoond. Het verschijnt als [******].
4 Voer een nieuw wachtwoord (nummer van 6 cijfers) in. 5 Voer hetzelfde wachtwoord opnieuw in om het te bevestigen. Opmerking
• Vergeet alstublieft niet uw wachtwoord. Zonder wachtwoord heeft u geen toegang tot het apparaat. Mocht dit toch gebeuren, neem dan contact op met uw leverancier.
34
De wachtwoordinstelling wijzigen (van [Uit] naar [Aan]) 1 Selecteer [Wachtwoord] in het menu Standaard instelling 2 en druk op de knop
of
.
2 Selecteer [Wachtwoord-instelling] en druk op de knop 3 Selecteer [Aan]. 4 Selecteer [OK] en druk op de knop
of
.
.
Het wachtwoordinvoerscherm wordt getoond.
5 Voer het wachtwoord in met de nummertoetsen van de afstandsbediening. 6 De wachtwoordinstelling wordt ingesteld op [Aan]. 1 Schakel de spanning in. 2 De lamp licht op en het wachtwoordinvoerscherm wordt getoond. 3 Voer met de nummertoetsen van de afstandsbediening het wachtwoord in.
Als het ingevoerde wachtwoord correct is, verschijnt het start beeldscherm en gaat de projector in normale bedieningsmodus. Als het wachtwoord fout is, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het wachtwoord opnieuw in te voeren en wordt het wachtwoordinvoerscherm opnieuw getoond. Als u meer dan 5 keer een onjuist wachtwoord invoert, wordt de spanning van de projector automatisch uitgeschakeld en gaat de projector in stand-bymodus.
Opmerking
• Als de instelling voor het wachtwoord [Aan] is, wordt de wachtwoordfunctie alleen in werking gezet wanneer de projector, nadat de stroomkabel is uitgetrokken, herstart is. Het door u ingestelde wachtwoord werkt niet, wanneer u herstart vanuit standby stand, zonder de stroomkabel uit te trekken.
De wachtwoordinstelling wijzigen (van [Aan] naar [Uit]) 1 Selecteer [Wachtwoord] in het menu Standaard instelling 2 en druk op de knop
of
.
Het wachtwoordinvoerscherm wordt getoond.
2 Voer het wachtwoord in met de nummertoetsen van de afstandsbediening.
3 Selecteer [Wachtwoord-instelling] en druk op de knop 4 Selecteer [UIT]. 5 Selecteer [OK] en druk op de knop
35
.
of
.
Bediening
Bediening wanneer het wachtwoord op [Aan] staat
Menu´s gebruiken 1 U kunt menu´s in het scherm oproepen en een aantal aanpassingen en instellingen uitvoeren met de MENU-knop p.16 op het bedieningspaneel (hoofdtoestel) en de afstandsbediening.
Instellen met Instellingen-weergave
Het onderstaande menu wordt getoond als voorbeeld voor bedieningsinstructies en kan afwijken van de werkelijke weergave.
1. Drukken op de knop MENU 2. Een categorie selecteren Selecteer een categorie met
Geef het menu Instellingen-weergave weer.
.
De volgende 5 categorieën zijn beschikbaar: Menu Beeldinstelling p.37 Menu Weergave-instelling
p.39
Menu Standaardinstelling 1
p.42
Menu Standaardinstelling 2
p.43
Geeft de huidige aanpassingen en instellingen van de geselecteerde categorie weer. Een item in grijze kleur kan niet worden afgesteld met de huidige invoerbron.
Menu Statusweergave p.45
3. Aanpassingen & instellingen
Druk op
of
om het menu te openen.
Item Aanpassing/instelwaarde
Deze aanduidingen betekenen dat de items kunnen worden aangepast/ingesteld met .
Deze aanduidingen betekenen dat de items kunnen worden geselecteerd in de lijst met . Selecteer een item en druk op om het toe te passen.
Deze aanduidingen betekenen dat er opties zijn. Druk op of om een lijst met opties weer te geven.
Deze aanduidingen betekenen dat er instelschermen zijn. Druk op of om een lijst met instelschermen weer te geven.
* Wanneer geen item wordt gewijzigd, drukt u op . Wissel tussen items met . Selecteer items met en druk op Leg de selectie vast met .
.
• De displays getoond in de afbeelding zijn bedoeld als aanwijzingen voor de bediening. Het display kan variëren afhankelijk van het item; raadpleeg de volgende pagina's voor het gewenste menu-item. • Druk op de knop RETURN om naar het vorige item terug te keren. • Wanneer de invoer Netwerk of USB-geheugen is geselecteerd en u tweemaal op de toets MENU drukt, wordt het menu Instellingen-weergave (2) getoond.
4. Einde Druk opnieuw op de knop MENU.
(Het menu verdwijnt automatisch na 30 seconden als er geen bediening wordt uitgevoerd.)
36
Opmerking • Menuaanpassingen- en instellingen worden niet opgeslagen wanneer de stekker niet in het stopcontact zit of wanneer de stroom uitgeschakeld is voordat de aanpassingen en instellingen zijn voltooid en het weergavemenu is afgesloten.
Het menu Beeldinstelling
Gebruik dit menu om items met betrekking tot het beeld in te stellen of aan te passen. Items die u kunt instellen of aanpassen, zijn aangeduid met “Ja”, de andere met “Nee”. (Een gemaskerd item betekent dat u het niet kunt selecteren voor de huidige invoer.) Omschrijving
Computer Y/PB/PR HDMI Video S-Video Netwerk
USBgeheugen
Past het contrast van de afbeelding aan Lager Hoger
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Helderheid Past de helderheid van de afbeelding aan. Donkerder Helderde
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Contrast
Kleur
Past de kleur van het beeld aan. Lichter Donkerder
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Scherpte
Past de scherpte van de afbeelding aan. Minder scherp Scherper
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ruisreductie*1
Schakelt de functie in om beeldruis te reduceren Aan (Inschakelen) Uit (Uitschakelen)
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
NCE
Verandert de fotomodus. Druk op . Schakel de NCE modus met . Zie p.33 voor details.
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
R-niveau
Past het rood-gehalte van de afbeeldingkleur aan. Minder rood Meer rood
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
G-niveau
Past het groen-gehalte van de afbeeldingkleur aan. Minder groen Meer groen
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
B-niveau
Past het blauw-gehalte van de afbeeldingkleur aan. Minder blauw Meer blauw
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
NTSC modus*2
Stelt het zwartniveau in met . US : NTSC (US) modus JAPAN : NTSC (JAPAN) modus Stel de RGB input reeks in met . Standaard : Wanneer de zwarte kleur lichter wordt. Volledig : Wanneer een donker gebied te donker wordt. Past items, zoals de testfase, automatisch aan afhankelijk van het type ingangssignaal. Geluid verminderen op het scherm. Aanpassen met .
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
RGB reeks *3
Autoinstelling Equalizer
37
Bediening
Item
Menu´s gebruiken 1 (vervolg) Item Positie
Omschrijving Druk op met
en wijzig de modus en pas aan met
Computer Y/PB/PR HDMI Video S-Video Netwerk
USBgeheugen
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Fase Aanpassen om flikkering te verwijderen.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Frequentie Aanpassen om herhalende patronen en flikkering te verwijderen wanneer veel dunne verticale lijnen op het scherm verschijnen.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Positie-H Past de horizontale positie van de afbeelding aan.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Positie-V Past de verticale positie van de afbeelding aan.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Klem 1 Past de klemimpuls-positie aan.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Klem 2 Past de klemimpuls-breedte aan.
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
.
*1: [Ruis-reductie] werkt mogelijk niet afhankelijk van het signaaltype. *2: [NTSC Modus] kan alleen worden getoond en aangepast wanneer het videosignaal is ingesteld op [NTSC] of [NTSC4.43]. NTSC Modus is ingesteld op JAPAN wanneer de taal is ingesteld op Japans. Deze instelling is US voor andere talen. *3: [RGB input reeks] kan alleen worden ingesteld met RGB-signalen via een HDMI™ kabel.
38
Het menu Weergave-instelling Gebruik dit menu om items met betrekking tot de beeldschermweergave in te stellen. (Items in grijze kleur kunnen niet worden ingesteld met de momenteel geselecteerde invoer.) Omschrijving
Item
Beeldscherm- Beeldschermgrootte instellen. grootte [ of : Instelling invoeren] [ :selecteren] X3241N : Normaal/Volledig/Door/Breed WX3231N : Normaal/Volledig/Door/4:3 zoom
[Invoeren:
]
Blackboard- Wanneer u op een oppervlak zonder beeldscherm projecteert, selecteert u een modus kleur volgens het projectie-oppervlak. Druk op en wijzig met en . Uit/Groen/Zwart/Bruin/Blauw/Beige Taal
Selecteer één van de onderstaande talen die u wilt gebruiken voor de weergave van menu´s en berichten. [ of : Instelling invoeren] [ :selecteren] [Invoeren: ] / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Indonesia / /
Achtergrond Scherm dat wordt weergegeven wanneer geen signaal wordt ingevoerd [ of : Instelling invoeren] [ :selecteren] [Invoeren: ] Logo/Blauw/Geen Symbool
Aan
Uit
Start Start beeldscherm weergeven bij het inschakelen van de spanning Aan beeldscherm
Uit
Symbolen weergeven als hulp bij de bediening
Gebruikers- Een door de gebruiker aangepast logo weergeven als start beeldscherm of logo wanneer er geen signaal wordt ingevoerd. [ of : Instelling invoeren] [ : selecteren] logo registratie
Druk op
om het registratiemenu weer te geven.
Weergave-stijl Achtergrond
Zwart
logo-bevestiging
Druk op
Reset logo
Ja
39
Blauw . Nee
Wit
Bediening
Omhoog/ Laat de geprojecteerde afbeeldingen verticaal schuiven als de schermgrootte omlaag-shift Breed voor X3241N (binnen het bereik van 1024 × 768) en 4:3 zoom voor WX3231N (binnen het bereik van 1280 × 800) geselecteerd is. Beeld omlaag Beeld omhoog
Menu´s gebruiken 1 (vervolg) Gedetailleerde beschrijving [Beeldschermgrootte]
• Normaal : vergroot een ingevoerd beeld zodat het in het beeldscherm past zonder de aspectverhouding van de videosignalen te wijzigen. • Volledig : geeft een ingevoerd beeld weer met een resolutie van 1024 × 768 dots door het te vergroten zodat het beeld het volledige beeldscherm vult. (X3241N) geeft een ingevoerd beeld weer met een resolutie van 1280 × 800 dots door het te vergroten zodat het beeld het volledige beeldscherm vult. (WX3231N) • Door : geeft een ingevoerd beeld weer met de oorspronkelijke resolutie van de videosignalen. Weergave met Door is niet beschikbaar voor Y/PB/PR-, HDMI (Y/PB/PR-signaal)-, Video- en S-Video-invoerbeelden. Het beeld dat groter is dan de beeldschermgrootte wordt over het beeldscherm weergegeven. Het ingevoerde beeld kan verticaal lang lijken bij sommige frequenties van videosignalen. • Breed : Toont het ingevoerde beeld in het midden van het scherm met een (X3241N) beeldverhouding van 16:9 door het beeld passend aan de breedte van het scherm te vergroten. De bovenste en onderste delen van het beeld worden gecomprimeerd. Weergave met Breed is niet beschikbaar voor beelden ingevoerd vanaf een computer, HDMI (RGB-signaal) en een netwerk. • 4:3 zoom : geeft een ingevoerd beeld weer met een aspectverhouding van 4:3 door (WX3231N) het verticaal te vergroten. Het vergrote beeld wordt over het beeldscherm weergegeven. Weergave met 4:3 zoom is niet beschikbaar voor beelden ingevoerd vanaf een computer, HDMI (RGB-signaal) en een netwerk. • Bij invoer van Y/PB/PR en HDMI (Y/PB/PR-signaal) is instelling van de beeldschermgrootte niet beschikbaar voor videosignalen met een aspectverhouding van 16:9. • Voor beelden ingevoerd via een netwerk kunt u de grootte alleen instellen wanneer het beeld wordt weergegeven. • Instelling van de beeldschermgrootte is niet beschikbaar wanneer de projector op uw computer is aangesloten met de functie Netwerkprojector (Windows Vista®). Voor sommige ingevoerde beeldformaten is het onmogelijk een schermvullend beeld weer te geven. • Voor beelden ingevoerd vanaf een USB-geheugen kunt u de beeldschermgrootte niet instellen.
Opmerking
• Het gebruik van de functie voor instelling van beeldschermgrootte op in de handel verkrijgbare videosoftware, uitzendingen of kabeluitzendingen om beelden met een verschillende aspectverhouding weer te geven voor andere doeleinden dan privégebruik kan het auteursrecht schenden dat wordt beschermd door de wetten op auteursrecht.
[Omhoog/omlaag-shift]
Verschuift het geprojecteerde beeld verticaal wanneer [Beeldschermgrootte] is ingesteld op [Breed]. (X3241N) Verschuift het geprojecteerde beeld verticaal wanneer [Beeldschermgrootte] is ingesteld op [4:3 zoom]. (WX3231N)
[Blackboard-modus]
Het beeld wordt in kleuren geprojecteerd zoals projectie op een beeldscherm.
Voorzorgsmaatregel
• Het geprojecteerde beeld varieert afhankelijk van het type, de kleur en het materiaal van het bord en de wand, zelfs als de geselecteerde kleur dezelfde is als het geprojecteerde beeldscherm.
[Achtergrond]
• RICOH is standaard ingesteld bij [Logo]. • Als een gebruikerslogo is geregistreerd, wordt dit weergegeven wanneer [Logo] is ingesteld als achtergrond.
[Start beeldscherm]
Als een gebruikerslogo is geregistreerd en deze instelling op [Aan] staat, wordt het logo weergegeven bij het starten.
[Gebruikerslogo]
Een deel van het beeld dat wordt ingevoerd vanaf een computer wordt geregistreerd als een stilstaand beeld en weergegeven als een logo bij het starten en wanneer geen signaal wordt ingevoerd.
40
Een gebruikerslogo registreren 1 Projecteer een beeld voor registratie. 2 Selecteer [logo] in het menu Weergave-instelling en druk op de knop of . 3 Selecteer in de getoonde menulijst en druk op de knop . 4 Het registratiegebied wordt getoond voor bevestiging. Selecteer [OK] en druk op de knop . • Als het beeld niet binnen het weergavegebied valt, rolt u het scherm via de computer.
5 Selecteer [Ja] om te registreren en druk op de 6 Registratie begint.
-toets.
Opmerkingen
• U kunt een logo opgeven wanneer de ingang is ingesteld op Computer, HDMI (RGB-signaal), Netwerk of USB-geheugen. • Bij de Netwerk ingang kan het logo alleen worden opgegeven wanneer het beeld wordt weergegeven. • Bij de USB-geheugen ingang kan het logo niet worden opgegeven wanneer de lijst met miniaturen wordt weergegeven. • U kunt een gebied registreren van 512 × 384 dots voor X3241N of van 640 × 400 dots voor WX3231N in het midden van het beeldscherm. Maak het beeld binnen deze grenzen klaar als u een bedrijfslogo wilt registreren. • U kunt slechts één logo registreren. Wanneer u een nieuw beeld registreert, wordt het oude gewist. • De tijd die nodig is om een beeld te registreren of weer te geven is afhankelijk van de gegevensgrootte. • Het gebruik van deze functie op in de handel verkrijgbare videosoftware, uitzendingen of kabeluitzendingen voor andere doeleinden dan privégebruik kan het auteursrecht schenden dat wordt beschermd door de wetten op auteursrecht.
<Weergave-stijl> Selecteer de grootte van het geregistreerde logo. : geeft het geregistreerde beeld met de oorspronkelijke afmetingen in het midden van het beeldscherm weer. : geeft het geregistreerde beeld vergroot op het volledige beeldscherm weer. (Door de digitale verwerking kan de kwaliteit van het beeld afnemen.)
Stelt de achtergrondkleur in wanneer [Midden] is geselecteerd als logo [Weergave-stijl].
U kunt een voorbeeld van het geregistreerde logo weergeven.
U kunt geregistreerde logo, weergave-stijl en achtergrond terugzetten naar de fabrieksinstellingen (De logo-instelling voor het opstartscherm en de achtergrond worden teruggezet.)
41
Bediening
• Er wordt een melding weergegeven gedurende registratie.
Menu´s gebruiken 1 (vervolg) Het menu Standaardinstelling Dit menu toont de plaatsingstatus en andere instellingen.
Het menu Standaardinstelling 1 Omschrijving
Item
Auto keystone Trapezoïdale vervorming altijd automatisch corrigeren.
Aan
Uit
Geen sign, power uit
Stel de wachttijd in voor uitschakeling van de spanning nadat de laatste bediening is uitgevoerd en geen signaal wordt ingevoerd. Uit (niet uitgeschakeld) 30 min.
Auto bronzoeker
Instellen of de invoer met signalen alleen wordt geselecteerd of niet. Aan
Netwerk brondetectie
Stelt in hoe Netwerk input te detecteren wanneer Auto bronzoeker [Aan] is. Altijd Normaal
Pieptoon
Pieptoon bij het uitvoeren van een bediening.
Aan
Uit
Uit
Stemgeleiding Geeft informatie over de status van de werking en afwijkende omstandigheden. Uit Klein Luid Power aan
Stel in of de stroom ingeschakeld moet worden wanneer de ON/STANDBY-knop wordt ingedrukt (Handmatig) of wanneer de stekker in het stopcontact wordt gestoken (Auto). Handmatig Auto
Netwerk standby Schakelt het netwerk aan/uit terwijl de projector standby staat. Aan Lamp power
Laag
De lamp power instellen.
Gedetailleerde beschrijving [Auto bronzoeker]
Uit
Standaard
Het menu Invoerselectie
[Aan]: er wordt automatisch gezocht naar signalen die kunnen worden geprojecteerd en de invoer van het aangesloten apparaat dat videosignalen uitvoert wordt ingeschakeld telkens wanneer u op de knop INPUT drukt. De invoer van het aangesloten apparaat dat geen videosignalen uitvoert wordt overgeslagen. [Uit]: het menu Invoerselectie wordt getoond. Verwissel met de knoppen en druk op de knop . (De invoer zonder signalen kan ook worden geselecteerd.)
Opmerking
• Bij normale werking stelt u [Auto bronzoeker] in op [Aan]. Stel in op [Uit] wanneer u de ingangsbron wilt selecteren uit het menu Invoerselectie of wanneer het beeld niet correct wordt weergegeven.
Invoerselectie Computer 1 Y/PB/PR 1 Computer 2 Y/PB/PR 2 HDMI Video S-Video Netwerk USB-geheugen / toont of een signaal wordt ingevoerd of niet.
[Netwerk brondetectie]
Wanneer [Altijd] is ingesteld, zelfs wanneer geen afbeeldingen via Netwerk input naar de projector worden verstuurd, wordt Netwerk input geselecteerd wanneer Auto bronzoeker op [Aan] staat. Wanneer [Normaal] is ingesteld, wordt Netwerk input alleen geselecteerd tijdens het versturen van afbeeldingen naar de projector via Netwerk input.
Opmerking • Het is aan te bevelen [Netwerk brondetectie] op [Normaal] in te stellen zolang u Netwerk input niet gebruikt. • Als de projector in netwerkinvoermodus staat en [Netwerk brondetectie] staat op [Altijd], schakelt de projector niet automatisch naar een invoersignaal, zelfs niet als [Automatisch bronzoeken] op [Aan] staat. Druk op de knop INPUT om naar een ander invoersignaal te schakelen.
42
[Stemgeleiding] Zelfs als u [Stemgeleiding] op [Uit] zet, zal deze u nog steeds informeren over de afwijkende omstandigheden.
[Power aan] Als [Power aan] is ingesteld op [Auto] wordt de projector opnieuw ingeschakeld wanneer na een stroomonderbreking de stroomtoevoer wordt hersteld.
[Netwerk standby] Wanneer [Netwerk standby] op [Aan] wordt gezet, schakelt het netwerk naar de standby stand als de projector op standby gaat. Terwijl het netwerk op standby staat, kan de projector ingeschakeld worden door gebruik te maken van de afstandsbedieningfunctie van de Network Utility. Wanneer [Netwerk standby] op [Uit] wordt gezet, kan de projector niet met de afstandsbedieningfunctie van de Network Utility worden ingeschakeld.
[Lamp power]
Het menu Standaard instelling 2 Omschrijving
Item
Projectiemodus De projectiemodus instellen volgens Opstellingswijze. p.21 (Standaard)
Ventilator modus Afstandsbediening
(Achter)
(Plafond)
De snelheid van de koelventilator instellen.
Standaard
(Plafond achter)
Hoog
Wanneer 2 projectors worden gebruikt en respectievelijk met de afstandsbediening worden bediend, stelt u met dit menu de code voor de projector en de afstandsbediening in. : selecteren tussen 1, 2] [ [ of : Instelling invoeren] : OK selecteren om te voltooien] [ : bevestigen] [ Druk op [Afbreken] om terug te keren.
Toetsblokkering De knoppen van het bedieningspaneel blokkeren. : selecteren Aan/Uit] [ of : Instelling invoeren] [ :OK selecteren om te voltooien] [ : bevestigen] [ Druk op [Afbreken] om terug te keren. Gesloten Titel
Reset alles
Wachtwoord
Gesloten Titel-instelling. Druk op of en wijzig met
en
. Uit/ CC1/ CC2/CC3/CC4/T1/T2/T3/T4
Druk op . (Het wachtwoord en het gebruikerslogo wordt niet teruggesteld.) Alle aanpassingen en instellingen worden op de fabrieksinstellingen teruggesteld. Ja Nee Wachtwoord-instelling p.34 Druk op . Wachtwoord-registratie/wachtwoord-instelling
Gedetailleerde beschrijving [Ventilator modus] Als u [Ventilator modus] op [Hoog] zet, wordt de snelheid van de koelventilator verhoogd. (De koelventilator maakt meer geluid.) Stel deze optie in wanneer u de projector bijvoorbeeld op hoge hoogten (hoger dan 1500 meter boven de zeespiegel) gebruikt. • Zet de Ventilator modus niet op [Hoog] wanneer u de projector op lage hoogten gebruikt.
43
Bediening
Wanneer [Lamp power] wordt ingesteld op [Laag], wordt het beeldscherm een beetje donkerder, maar maakt de koelventilator minder geluid.
Menu´s gebruiken 1 (vervolg) [Afstandsbediening] Eén van de 2 afstandsbedieningscodes wordt ingesteld. U kunt elke code respectievelijk voor maximaal 2 projectors instellen. De fabrieksinstelling is [1]. Een code wordt ingeschakeld door dezelfde code voor de projector en de afstandsbediening in te stellen. Een afstandsbedieningscode is van toepassing nadat de instelling is gemaakt. • U kunt de afstandsbediening niet gebruiken als de codes van de projector en de afstandsbediening verschillend zijn.
De afstandsbedieningscode voor de afstandsbediening instellen Stel dezelfde afstandsbedieningscodeschakelaar in als voor de projector. p.16
p.17
[Toetsblokkering] De knoppen op het bedieningspaneel van de projector worden geblokkeerd als beveiliging tegen bedieningsfouten. (De bedieningsfuncties van de afstandsbediening zijn beschikbaar.) De bedieningsfuncties van het bedieningspaneel worden geblokkeerd nadat de instelling is gemaakt waardoor bediening via de knoppen van het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld. • Voor uitschakeling van de toetsblokkering zet u [Toetsblokkering] op [Uit] met de afstandsbediening. Als u 10 seconden op de knop [RETURN/MUTE] op de projector drukt, wordt [Toetsblokkering] ook op [Uit] gezet. (Wanneer u het bedieningspaneel bedient, lichten de 2 indicators LAMP en TEMP 3 seconden oranje op en geeft de projector een pieptoon weer.) Als evenwel Netwerk of USBgeheugen voor invoer is geselecteerd, kunt u [Toetsblokkering] niet op [Uit] zetten met de knop [RETURN/MUTE] op de projector.
[Gesloten Titel] • Uit : De gesloten titel kan niet worden weergegeven. • CC1-CC4 : Geef het dialoog en het verhaal van de tv-programma’s en video’s weer, (Titel) van welke de titels gesloten zijn. • T1-T4 : Geef informatie weer welke niet gerelateerd is met het huidige (Tekst) programma, zoals het weer, verbindingsgegevens en dergelijke. (Indien verstrekt door het individuele station).
Opmerkingen • Deze projector ondersteunt de zogenaamde gesloten titeldienst, welke kan toestaan dat er ondertitels aan de onderkant van het beeld worden weergegeven. Dit is overeenkomstig de Verordeningen die door het Federale Communicatiie Commissie van de V.S. worden uitgevaardigd (FCC). Wegens het verschillende uitzend- of signaleringssysteem, kan het in andere regio’s of landen mogelijk niet correct werken daar waar tv-programma’s de gesloten titeldienst niet ondersteunen. • De Gesloten Titel kan mogelijk niet correct verschijnen wat afhankelijk is van de signaalvoorwaarden of de opnamevoorwaarden van videobanden.
44
• Indien de Tekst niet beschikbaar is, verschijnt er slechts een zwarte rechthoekige achtergrond op het scherm. Om dit te voorkomen, stel de Gesloten Titel in op [Uit]. • Wanneer u schakelt tussen kanalen van tv-programma’s of een videoband afspeelt met gebruik van “speciaal afspelen” functies zoals terugspoelen of snel vooruit spoelen, kunnen de Titel of de Tekst door deze bewerkingen voor een tijdje op het scherm van het aangesloten apparaat blijven staan. • De Gesloten Titel is beschikbaar voor de Video en S-Video input afbeeldingen.
Informatie weergeven (Statusweergave) U kunt informatie weergeven over het invoersignaal, de gebruikstijd van de lamp, enz. “Ja”: weergegeven, “Nee”: niet weergegeven Item
Omschrijving
Invoer Modusnaam Resolutie Frequentie
Bronnaam RGB of HDMI signaalmodus [Opmerking 1] Resolutie (in punten) Synchronisatiefrequentie
Ja Ja Ja Ja
Ja Nee Nee Nee
Ja Ja Ja Ja
Ja Nee Nee Nee
Ja Nee Nee Nee
USBgeheugen Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Synchronisatie Synchronisatie-signaalpolariteit [Opmerking 2]
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Signaalformaat Y/PB/PR signaalformaat
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Nee
Video mode Lamptijd Lamp reset teller Totale tijd Versie
Nee Ja Ja Ja Ja
Nee Ja Ja Ja Ja
Nee Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Ja Ja Ja Ja
Nee Ja Ja Ja Ja
Kleurmethode van signaalformaat Gebruikstijd van de lamp [Opmerking 3] Teller voor lamp Totale gebruikstijd van de projector. Firmware versie [Opmerking 4]
Opmerkingen 1: De mode van ondersteunde signalen p.100 and HDMI signalen p.101 worden getoond. 2: Polariteit van synchronisatiesignaal getoond als P (positief) of N (negatief) voor [H/V]. 3: Toon [Lamptijd] als geschatte maatstaf om het vervangen van de lamp te bepalen. (Kan niet als teller voor gegarandeerde lamptijd worden gebruikt). 4: [Versie] toont de versie van het interne stuurprogramma van de projector. Deze versie wordt vermeld bij contact met de klantendienst.
Opmerking
• De weergegeven informatie wordt niet vernieuwd als de status wijzigt. Als u de informatie wilt vernieuwen, moet u de weergave uitschakelen en opnieuw inschakelen.
45
Bediening
Computer Y/PB/PR HDMI Video S-Video Netwerk
Vóór verbinding via een netwerk Controleer het besturingssysteem van uw computer voordat u een projector op uw computer aansluit via het netwerk. Deze projector ondersteunt de functie Netwerkprojector van Windows Vista® en Windows® 7-functies. • Als u Windows Vista® gebruikt op uw computer of Windows® 7, en u bent van plan de Netwerkprojector-functie te gebruiken voor netwerkverbinding, raadpleeg dan “Verbinden met Netwerkprojector (Windows Vista® of Windows® 7)” p.46 , “Netwerkprojector/Network Utility instellen” p.51 en “Netwerkprojector gebruiken” p.61 . • Als uw computer Windows® 2000 of Windows® XP gebruikt, leest u “Verbinden met Network Utility” p.46 , “ Netwerkprojector/Network Utility instellen” p.51 en “ Network Utility gebruiken” p.64 .
Verbinden met Netwerkprojector (Windows Vista® of Windows® 7)* * Verder aangeduid als “Netwerkprojector.”
Functies
Met de wizard Connect to a Network Projector kunt u iedere projector ondersteund door de Netwerkprojector functie in een draadloos of bedraad netwerk verbinden. U kunt een presentatie maken zonder problemen met verbindingsinstellingen.
Opmerkingen • De bediening van deze functie is geverifieerd op de Ultimate- en Business-edities van Windows Vista®, de Professional- en Ultimate-edities van Windows® 7. • Voor communicatie in Ad hoc-modus met een computer via draadloze LAN zijn ook IP-adresinstellingen vereist. • Als uw computer een hogere resolutie heeft dan de projector, zet u uw computer op een lagere resolutie. • Overdracht van videobeelden en audiogeluid is niet beschikbaar. • Deze functie werkt niet wanneer de projector is aangesloten op uw computer door middel van de software Network Utility.
Verbinden met Network Utility Functies
De volgende functies zijn beschikbaar met de bekabelde LAN of via draadloze LAN wanneer u de specifieke LAN toepassingsoftware: [Network Utility] p.64 gebruikt die bij deze projector wordt meegeleverd.
1) Een beeldscherm van de computer via de projector weergeven Het bureaublad van de computer en beeldschermen van diverse softwaretoepassingen kunnen naar de projector worden gezonden voor weergave. Op dezelfde wijze kunt u geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector zenden. Dankzij de functie Network Mouse Controller kunt u met de computer werken door middel van de afstandsbediening van de projector.
2) Een JPEG-bestand opgeslagen op een computer via de projector weergeven JPEG-bestanden kunnen naar de projector worden gezonden voor weergave.
46
3) Een videobeeld opgeslagen op een computer via de projector weergeven Videobestanden kunnen naar de projector worden gezonden voor beeldweergave. Ook het geluid opgeslagen in het videobestand kunt u naar de projector zenden.
4) Computerschermen weergeven via projectoren aan de hand van de Multiscreen-functie
Deze functie geeft gebruikers de mogelijkheid meerdere schermen te tonen door gegevens vanaf een computer naar verschillende projectors te sturen door verschillende virtuele vensters op de computer in te stellen. U hebt ook de mogelijkheid om enkel de schermen die u zelf kiest naar de projector te sturen.
5) De projector met behulp van een computer bedienen
Enkele van de functies die ook vanaf de afstandsbediening beschikbaar zijn, kunnen worden uitgevoerd.
Opmerking • Network Utility werkt ook met Windows Vista® of Windows® 7.
Communicatiemodus
De draadloze LAN van deze projector ondersteunt beide communicatiemodi Ad hoc en Infrastructuur. Dit is de transmissiemodus voor communicatie tussen apparatuur met draadloze LAN. Deze modus is bijvoorbeeld geschikt voor een presentatie in een conferentiezaal, aangezien er geen andere faciliteiten vereist zijn. U kunt deze functie alleen gebruiken als de projector zich binnen het bereik van de draadloze signalen van de computer bevindt. Ricoh kan het bereik van de radiogolf in de vorm van afbeeldingen niet garanderen. Het bereik is afhankelijk van de prestatie van elke draadloze LAN-apparatuur, de aanwezigheid van obstakels of andere draadloze LAN-apparatuur die door werkgroepen dichtbij wordt gebruikt, enz. Het bereik wordt algemeen geschat in de veronderstelling dat de draadloze LAN-apparatuur wordt gebruikt in een kantoor of conferentiezaal zonder belemmeringen.
Infrastructuur communicatiemodus Til LAN Internet, eks. Hub
Toegangspunt voor draadloze LAN
Via de toegangspunten voor draadloze LAN kan een gemengde draadloze en bekabelde LAN worden gecreëerd. (Communicatie tussen draadloze LAN-apparaten is eveneens toegestaan.) Verbinding met de rest van de wereld via een bekabelde LAN of het internet vereist over het algemeen een hoog beveiligingsniveau. Gebruik de geschikte transmissiemodus voor uw netwerkomgeving.
Let op bij het gebruik van de draadloze LAN-functies.
De draadloze LAN in dit toestel gebruikt de 2,4 GHz golfband. Als zich in de omgeving een soortgelijke draadloze LAN, een draadloos toestel dat de 2,4 GHz golfband gebruikt of een magnetronoven bevindt, kan het zijn dat de communicatie van dit toestel minder efficiënt of onbruikbaar wordt, maar dit is geen storing. In dit geval stopt u met het gebruik van dit toestel of zoekt u naar een omgeving die van de huidige locatie verwijderd is en waar geen radiostoring met medische, industriële of openbare apparatuur is en verplaatst u het toestel.
47
Netwerk en USB-geheugen
Ad hoc communicatiemodus
De USB-aansluiting gebruiken Deze projector kan worden aangesloten op een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen en een USB-geheugenkaartlezer/-schrijver die voldoen aan USB 2.0, of een digitale camera of dergelijke, en de JPEG- en MPEG-bestanden die hierop zijn opgeslagen weergeven. p.49 (Ricoh kan niet de werking van alle toestellen die voldoen aan USB 2.0 garanderen.) Volg de onderstaande procedure om een USB-apparaat aan te sluiten of los te koppelen.
Een USB-apparaat aansluiten Steek het USB-apparaat in.
Controleer de juiste oriëntatie en steek het USB-apparaat in tot het goed vastzit. USB-apparaat
Het USB-apparaat uitschakelen 1
Zet de invoer op USB-geheugen en druk tweemaal op de knop MENU om Instellingen-weergave (2) weer te geven. Selecteer [Apparaat loskoppelen] in het instelmenu van Diashow en voer uit. De procedure voor het uitschakelen van een USB-apparaat wordt gestart.
2
Het bericht “Dit USB apparaat kan veilig losgekoppeld worden.” verschijnt op het scherm.
3
Koppel het USB-apparaat los.
OPGELET: • Zorg dat u de bovenstaande bewerkingen uitvoert. Het uitschakelen van een USB-apparaat tijdens gebruik kan een storing of gegevensbeschadiging tot gevolg hebben.
Opmerkingen • Een USB-apparaat kan ook worden aangesloten terwijl de spanning is ingeschakeld. • Het kan zijn dat de projector een ondersteund USB-apparaat niet herkent. In dit geval koppelt u het USB-apparaat los en steekt u het opnieuw in. • De meegeleverde receiver voor muisafstandsbediening of een in de handel verkrijgbare muisregeleenheid wordt niet door de USB-terminal ondersteund. • Een USB-hub wordt niet ondersteund.
Voorzorgsmaatregel • Het loskoppelen van het netsnoer terwijl het USB-apparaat in werking is kan een storing of gegevensbeschadiging tot gevolg hebben.
48
USB-geheugens
Deze projector kan JPEG-, MPEG1- en MPEG2-bestanden (PS) opgeslagen in een USB-geheugen lezen en op het beeldscherm weergeven. Dit stelt u in staat presentaties te geven zonder een computer, een reclamescherm te creëren met de diashowfunctie, en nog veel meer. (De projector kan geen animatieeffecten gecreëerd met bijvoorbeeld Microsoft® PowerPoint® reproduceren.)
De USB-aansluiting De USB-aansluiting van de projector voldoet aan USB 2.0 en kan worden verbonden met een USB-geheugen, een USB-geheugenkaartlezer/-schrijver, een digitale camera en dergelijke. Neem voor USB-apparaten met geverifieerde werking contact op met uw leverancier. Houd er rekening mee dat deze projector niet alle USB-geheugens, USB-kaartlezers/schrijvers en digitale camera´s ondersteunt.
Back-up van gegevens
Ricoh raadt u aan op uw computer en dergelijke een backup te maken van de gegevens opgeslagen op het USB-geheugen alvorens ze te gebruiken. Ricoh aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verlies geleden door gegevensverlies bij het gebruik van deze projector.
(1) Ondersteunde bestandsextensie zijn: .jpg, .JPG, .jpeg, .JPEG, .mpg, .MPG, .mpeg en .MPEG. (2) Het maximumaantal mappen en bestanden is 512. (3) Sommige JPEG- en MPEG-bestanden worden niet door deze projector ondersteund. Voor JPEG-bestanden kunnen de beperkingen in (3) hierboven worden gereduceerd door het JPEG-bestand te converteren met de meegeleverde softwaretoepassing JPEG Conversion Tool p.83 .
49
Netwerk en USB-geheugen
Ondersteunde bestanden
Menu´s gebruiken 2 Instellen met Instellingen-weergave (2)
Instellingen van de projector (Deze paragraaf zeker lezen.) Het gebruik van de fabrieksinstellingen als zodanig kan problemen met de beveiliging veroorzaken. Wijzig daarom de instellingen van de projector.
1. Druk tweemaal op de knop MENU Het menu Instellingen-weergave (2) wordt getoond. 2. Een categorie selecteren * Verschijnt alleen wanneer de invoer Netwerk of USB-geheugen is geselecteerd. Selecteer een categorie met . De volgende 5 categorieën zijn beschikbaar: Instelling p.51 Netwerkprojector Instelling p.51 Network Utility
Geeft de huidige instellingen van de geselecteerde categorie weer. In het grijs getoonde items kunnen niet worden ingesteld met de momenteel ingestelde condities van de projector.
Controle instelling p.57 Instelling Diashow p.58 Statusweergave p.60
3. Instellingen maken
Druk op
of
om het menu te openen.
Item Deze aanduidingen betekenen dat de items kunnen worden geselecteerd in de lijst met . Selecteer een item en druk op om het toe te passen.
De afbeelding toont een kenmerkend voorbeeld. Het display kan variëren afhankelijk van het item; gebruik de volgende pagina´s als referentie. Wanneer de videotransmissiefunctie van Network Utility of de diashowfunctie in gebruik is, wordt het achtergrondbeeld van Instellingen-weergave (2) niet getoond.
4. Terug knop RETURN 5. Einde Druk op de knop MENU of de knop RETURN.
(Het menu verdwijnt 30 seconden nadat de laatste bediening is uitgevoerd.)
50
Netwerkprojector/Network Utility instellen
Als u Network Utility selecteert, kunt u de volgende items instellen. Draadloze LAN
Omschrijving
Item Easy Connect (USB[Ja geheugen) LANinstellingen
Nee]
[Invoeren:
Modus: Ad hoc
] Infrastructuur
SSID: geef de gewenste tekenstring op (1 tot 32 tekens). [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.] DHCP: Gebruik
Geen gebruik
IP adres: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Subnet masker: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Gateway: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Beveiliging
Bevestigen: [OK]
[Afbreken]
[Invoeren:
]
Netwerk authentisering: netwerk authentisering instellen [ of : Instelling invoeren] [ : selecteren] Geen/Open/Gedeeld/WPA-PSK/WPA2-PSK
Codering: selecteer een coderingstype met de knoppen Uit/WEP/TKIP/AES
[Invoeren:
]
.
Index sleutelwoorden: selecteer het gewenste nummer (1 tot 4) met de knoppen .
Netwerksleutel: geef de gewenste tekenstring op. (WEP: 5 tot 13 tekens, of 10 tot 26 cijfers in zestientallige notering) (TKIP/AES: 8 tot 63 tekens, of 64 cijfers in zestientallige notering) [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.] Bevestigen: [OK]
[Afbreken]
[Invoeren:
Instellingen- Alle draadloze LAN-instellingen terugstellen. initiatie [Nee] [Invoeren: Bevestigen: [Ja] Bekabelde LAN
LANinstellingen
DHCP: Gebruik
]
]
Geen gebruik
IP adres: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Subnet masker: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Gateway: invoeren met de nummertoetsen van de afstandsbediening. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.]
Bevestigen: [OK]
[Afbreken]
[Invoeren:
]
* Gebruik het nummertoetsenblok op de afstandsbediening om tekens in te voeren.
51
Netwerk en USB-geheugen
Categorie
Menu´s gebruiken 2 (vervolg) Categorie Toepassing
Omschrijving
Item Afstandsbediening
Geef op of afstandsbediening van de projector vanaf een computer is toegestaan. Presentatie Niet toegestaan Toegestaan Toegestaan: de projector accepteert altijd afstandsbedieningsopdracht en vanaf een computer. Presentatie: de projector accepteert alleen de afstandsbedieningso pdrachten vanaf een computer waarbij een beeld op de projector wordt geprojecteerd (Update automatically) met Network Utility. Niet toegestaan: de projector negeert altijd alle afstandsbedieningsopdrac hten vanaf een computer.
WEB browser
Browser authentisering: w achtwoord authentisering aan-/uitschakelen voor toegang tot het instelscherm met Projector Configuration Tool. Aan Uit
Wachtwoord: voer een wachtwoord in voor toegang tot het instelscherm wanneer Browser authentisering is ingesteld op Aan. Een tekenstring (1 tot 8 tekens) kan naar wens worden opgegeven. [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.] Bevestigen: [OK]
[Afbreken]
[Invoeren:
]
* Gebruik het nummertoetsenblok op de afstandsbediening om tekens in te voeren.
Tekeninvoer Gebruik het nummertoetsenblok op de afstandsbediening om tekens in te voeren. Het teken wordt ingevoerd met een pieptoon wanneer de pieptoon is ingesteld op [Aan]. Tekeninvoermodus Afstandsbedieningsknop
Items met tekens, nummers en symbolen (bijv. projectornaam en bestemmingsadres)
Alleen nummer
“1” “.” “@” “-” “_”
“1”
“2” “A” “B” “C” “a” “b” “c”
“2”
“3” “D” “E” “F” “d” “e” “f”
“3”
“4” “G” “H” “I” “g” “h” “i”
“4”
“5” “J” “K” “L” “j” “k” “l”
“5”
“6” “M” “N” “O” “m” “n” “o”
“6”
“7” “P” “Q” “R” “S” “p” “q” “r” “s”
“7”
“8” “T” “U” “V” “t” “u” “v”
“8”
“9” “W” “X” “Y” “Z” “w” “x” “y” “z”
“9”
“0” “spatie!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~”
“0”
Wist een teken.
Wist een teken.
52
Details over afzonderlijke items • [Draadloze LAN-instellingen] <Easy Connect (USB-geheugen)> Met deze functie kunnen gebruikers de projector op eenvoudige wijze met een computer verbinden over het netwerk zonder Draadloze LAN-instellingen te maken via Network Utility. <Modus> Uw projector werd in de fabriek op Ad hoc ingesteld. Wijzig de instelling als u de projector wilt gebruiken in Infrastructuur-modus. <SSID> Dit is een ID-code voor verbinding met specifieke personen over een draadloze LAN. Dit kan ook “Netwerkgroep” of “Netwerknaam” worden genoemd. Lees het volgende aandachtig door. Opmerking:
wanneer
u de Ad hoc communicatiemodus gebruikt en een netwerkgroep met gelijkende SSID (bijvoorbeeld RDPJ1, RDPJ2, enz.) zich in het mogelijke communicatiegebied bevindt, kan het zijn dat uw projectornaam niet wordt weergegeven in de lijst met projectors van Network Utility. In dit geval zet u SSID op een compleet andere tekenstring.
Als u DHCP op Gebruik instelt, wordt het IP adres van de projector automatisch toegewezen door de DHCP server. Als in uw netwerkomgeving IP adressen niet automatisch worden toegewezen, zet u DHCP op Geen gebruik en stelt u de items IP adres, Subnet masker en Gateway handmatig in. Wanneer DHCP is ingesteld op Geen gebruik, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder voor de onderstaande instellingen en stelt u het IP adres handmatig in. Een IP adres is een uniek nummer dat aan een terminal is toegewezen. Het formaat is een string van vier driecijfernummers gescheiden door een punt. (Voorbeeld: 111.112. xxx.xxx) Opmerking:
als
u voor draadloze LAN hetzelfde IP adres instelt als voor bekabelde LAN, werkt de netwerkfunctie mogelijk niet zoals het hoort.
<Subnet masker> Een subnet masker wordt gebruikt om te bepalen tot welk subnet het IP adres dat aan de terminal is toegewezen behoort. (Voorbeeld: 255.255.xxx.xxx) Opmerking: als u voor draadloze LAN en voor bekabelde LAN hetzelfde subnetwerk instelt, werkt de netwerkfunctie mogelijk niet zoals het hoort. Deze waarde bepaalt welk IP adres van het apparaat, bijvoorbeeld een router, wordt gebruikt voor toegang tot servers buiten het netwerk. (Voorbeeld: 111.112.xxx.xxx)
53
Netwerk en USB-geheugen
Als u de communicatiemodus op Infrastructuur hebt ingesteld, moet u de onderstaande items instellen. Als u de communicatiemodus op Ad hoc hebt ingesteld voor de instelling van Netwerkprojector, moet u eveneens de volgende items instellen.
Menu´s gebruiken 2 (vervolg) • [Beveiliging voor draadloze LAN-instellingen] Stel de authentisering in voor een betere beveiliging van het netwerk. Selecteer een identieke methode als deze van de draadloze LAN-aansluiting waarmee de projector wordt verbonden. Stel Codering in volgens de instelling die u hebt gemaakt voor Netwerk authentisering op de volgende manier. Als u Netwerk authentisering hebt ingesteld op Open of Gedeeld, selecteert u WEP voor Codering. Als u Netwerk authentisering hebt ingesteld op WPA-PSK of WPA2-PSK, selecteert u TKIP of AES voor Codering. Opmerking:
Netwerk
authentisering is standaard ingesteld op Geen. Als u de projector gebruikt zonder deze instelling te wijzigen, kan de beveiliging in het gedrang komen door toegang van een derde partij in het bereik van de projector.
Wanneer u Codering op WEP hebt ingesteld, moet u Index sleutelwoorden instellen. “1” wordt standaard geselecteerd. Selecteer een identieke index van sleutelwoorden als deze van de draadloze LAN-aansluiting waarmee de projector wordt verbonden. Opmerking: aangezien het bereik van de index van sleutelwoorden varieert volgens het producttype (1 tot 4 of 0 tot 3), moet u de instellingen aandachtig maken. Wanneer u Codering hebt ingesteld op [WEP]: • Voor gebruik met een coderingsniveau van 64 bits geeft u een string van 5 willekeurige tekens of een string van 10 tekens in zestientallige notering op. • Voor gebruik met een coderingsniveau van 128 bits geeft u een string van 13 willekeurige tekens of een string van 26 tekens in zestientallige notering op. Wanneer u Codering hebt ingesteld op [TKIP]/[AES]: Geef een string van 8 tot 63 willekeurige tekens of een string van 64 tekens in zestientallige notering op. Opmerking 1: alfanumerieke tekens (A tot F, a tot f) gebruikt in zestientallige notering, zijn niet hoofdlettergevoelig; hoofdlettertekens en hun equivalenten in kleine letter worden als identiek behandeld. Opmerking 2: naarmate de tekenstrings die worden ingesteld voor de Netwerksleutel langer zijn, wordt de codering sterker en is het bijgevolg moeilijker voor een derde partij om uw communicatie te decoderen. De instelling van een langere codering kan de communicatiesnelheid evenwel vertragen. Opmerking 3: voor een hoger beveiligingsniveau geeft u een langere tekenstring op. Voor een betere beveiliging vermijdt u een woord dat in een woordenboek staat en wijzigt u de sleutel af en toe. Met dit item zet u de draadloze LAN-instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
54
• [Bekabelde LAN-instellingen] Als u DHCP instelt op Gebruik, wordt het IP adres van de projector automatisch toegewezen door de DHCP server. Als in uw netwerkomgeving IP adressen niet automatisch worden toegewezen, zet u DHCP op Geen gebruik en stelt u de items IP adres, Subnet mask en Gateway handmatig in. Wanneer DHCP is ingesteld op Geen gebruik, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder voor de onderstaande instellingen en stelt u het IP adres handmatig in. Een IP adres is een uniek nummer dat aan een terminal is toegewezen. Het formaat is een string van vier driecijfernummers gescheiden door een punt. (Voorbeeld: 111.112. xxx.xxx) Opmerking:
als
u voor draadloze LAN hetzelfde IP adres instelt als voor bekabelde LAN, werkt de netwerkfunctie mogelijk niet zoals het hoort.
<Subnet masker> Een subnet masker wordt gebruikt om te bepalen tot welk subnet het IP adres dat aan een terminal is toegewezen behoort. (Voorbeeld: 255.255.xxx.xxx) Opmerking: als u voor draadloze LAN en voor bekabelde LAN hetzelfde subnetwerk instelt, werkt de netwerkfunctie mogelijk niet zoals het hoort.
• [Toepassing] <WEB browser> Browser authentisering Browser authentisering en Wachtwoord worden in de fabriek respectievelijk ingesteld op Uit en geen string. Stel ze zo snel mogelijk in. Wachtwoord Als u uw wachtwoord vergeten bent, stelt u het opnieuw in met het menu op het hoofdtoestel.
55
Netwerk en USB-geheugen
Deze waarde bepaalt welk IP adres van het apparaat, bijvoorbeeld een router, wordt gebruikt voor toegang tot servers buiten het netwerk. (Voorbeeld: 111.112.xxx.xxx)
Menu´s gebruiken 2 (vervolg) Opmerking • Als u [Netwerkprojector] selecteert in het menu Instellingen-weergave (2), worden dezelfde items in [Network Utility] weergegeven behalve de 2 volgende items. 1 2
De functie [Easy Connect (USB-geheugen)] is niet beschikbaar. Bij het item [Toepassing] kunnen [Wachtwoord] en [Uitschakelen] als volgt worden ingesteld. Categorie Toepassing
Omschrijving
Item Wachtwoord Wachtwoord instellen
Aan
Uit
Uitschakelen Uitschakelen tijdens overdracht van een beeld met Netwerkprojector. [Ja Nee] [Enter: ]
Zie “ Netwerkprojector/Network Utility instellen” p.51 om aanpassingen en instellingen voor Netwerkprojector te maken.
Instellingen van de computer
Zie de gebruikshandleiding van uw computer of draadloze LAN-adapter om de volgende instellingen uit te voeren. • Selecteer Ad hoc (voor sommige draadloze LAN-adapters is dit Peer-to-Peer groep). • Stel dezelfde SSID in (voor sommige types draadloze LAN-adapters gebruikt u in plaats hiervan Netwerknaam) als de SSID van de projector (deze is af fabriek ingesteld op RDPJ). • Als Codering, Netwerk authentisering, Index sleutelwoorden en Netwerksleutel op de projector zijn ingesteld, stelt u dezelfde waarden in.
Opmerking • Met het hulpprogramma Easy Connect p.75 kunnen gebruikers de projector op eenvoudige wijze met een computer verbinden via draadloze netwerken zonder draadloze LAN-instellingen te maken. Easy Connect wordt alleen ondersteund als de computer een draadloze LAN-omgeving heeft die voldoet aan NDIS5.1 of hoger. Zie de gebruikershandleiding bij de draadloze LAN-adapter of de computer met ingebouwde draadloze LAN voor meer informatie.
56
Het menu Controle instelling
Met dit menu stelt u de projectornaam, Email-functie, PJLink-functie enz. in. Selecteer Controle instelling in stap 2 onder “Instellingen van de projector” p.50 . De volgende inhoud wordt getoond. Omschrijving
Item
Projector- Geef de gewenste tekenstring (0 tot 16 tekens) op. naam [ of : Instelling invoeren.] [ : een teken naar links of rechts gaan.] [ tot : een teken instellen.] [ : Bevestig] [ : Selecteer OK om te stoppen] Druk op [Afbreken] om terug te keren. Email
[
: Email instellen]
[
: item selecteren]
Statusmelding: Aan
Uit
SMTP server: voer een tekenstring in met de nummertoetsen van de afstandsbediening. Poortnummer: voer een tekenstring in met de nummertoetsen van de afstandsbediening. Bestemmingsadres: voer een tekenstring in met de nummertoetsen van de afstandsbediening. Afbreken]
[
[
: PJLink instellen]
: item selecteren]
PJLink authentisering: Aan
Uit
Wachtwoord: voer een tekenstring (1 tot 32 tekens) in met de nummertoetsen van de afstandsbediening. Bevestigen: [OK
Afbreken]
Draadloos [ of : Instelling invoeren.] [ : Selecteer uit Inschakelen, Uitschakelen] netwerk [ : Bevestig] [ : Selecteer OK om te stoppen] Druk op [Afbreken] om terug te keren
Gedetailleerde beschrijving
• [Projectornaam] Hiermee kunt u projectors identificeren bij communicatie met meerdere projectors of indien de mogelijkheid bestaat dat een andere persoon buiten het communicatiebereik dezelfde projector zal gebruiken. Het is aanbevolen dit item in te stellen om verkeerde overdracht te voorkomen. • [Email] <Statusmelding>: zendt alarminformatie naar het opgegeven Emailadres wanneer een fout optreedt, bijvoorbeeld bij een uitgebrande lamp. <SMTP server>: stel een IP adres van de SMTP server in. : stel een poortnummer van de SMTP server in. : voer maximaal 60 tekens in. (Voorbeeld: [email protected]) • [PJLink] : stel in of de gebruiker al dan niet door een wachtwoord wordt geauthentiseerd bij toegang tot de projector via PJLink-compatibele softwaretoepassing. (Zet op [Aan] of [Uit].) <Wachtwoord>: voer een wachtwoord voor bevestiging in wanneer de bovenstaande is ingesteld op [Aan].
57
Netwerk en USB-geheugen
PJLink
Bevestigen: [OK
Menu´s gebruiken 2 (vervolg) Voorzorgsmaatregelen • Bij aankoop is ingesteld op [Uit] en <Wachtwoord> is standaard niet ingesteld. Het is aanbevolen dat u zo snel mogelijk de authentisering instelt. • Als u een wachtwoord vergeet, stelt u het opnieuw in. • [Draadloos netwerk] Als u Draadloos netwerk instelt op Gedeactiveerd, kunt u de draadloze LANverbinding niet gebruiken. Zet Draadloos netwerk op Gedeactiveerd wanneer u de draadloze LAN niet wilt gebruiken voor netwerkverbinding.
Opmerking • Overdracht naar de SMTP server die authentisering vereist, wordt niet ondersteund door de Emailfunctie.
Opties voor diashow instellen
Diashow is een functie waarmee gebruikers JPEG- en MPEG-beeldbestanden opgeslagen in een USB-geheugen kunnen weergeven. Als u Diashow selecteert, kunt u de onderstaande items instellen.
Categorie Stilstaand beeld
Filmbeeld
Gewoon
Item
Omschrijving
Auto. demo
Aan Uit (Selecteer of een diashow wel of niet automatisch wordt gestart bij het insteken van een USB-geheugen.)
Interval
Het weergave-interval van een diashow selecteren. of : een diashow starten. Selecteer met de knoppen 5 sec./10 sec./30 sec./1 min./3 min./5 min./10 min.
.
Weergave effect
Het weergave effect van een diashow selecteren. of : een diashow starten. Selecteer met de knoppen . Geen / Wissen / Wissen / Wissen / Wissen / Oplossen / Bedekken / Bedekken / Bedekken / Bedekken
Auto. start
Aan Uit (Wanneer een bestand is geselecteerd, wordt het bestand automatisch gespeeld.)
Herhaal
Aan Uit (Herhalen nadat het spelen is voltooid)
Symbool spelen
Standaard
Miniatuur weergave
De vorm van een lijst met miniaturen wijzigen. Alle Bestand Uit
Apparaat loskoppelen
Uitvoeren wanneer een USB-apparaat wordt losgekoppeld. Ja Nee
Continue
58
Details over afzonderlijke items Stilstaand beeld • [Auto. demo] Aan: een diashow begint automatisch wanneer u een USB-geheugen aansluit en de invoer op USB-geheugen wordt gezet. Op dat ogenblik worden de JPEGbestanden in de hoofddirectory van het USB-geheugen gebruikt in de diashow. Als de invoer reeds op USB-geheugen stond, start de diashow automatisch wanneer u het USB-geheugen aansluit. • Druk op de knop om de diashow te pauzeren. Als u opnieuw op deze knop drukt, wordt de diashow hervat. Druk op de knop RETURN om de diashow te stoppen. Uit: een lijst met miniaturen wordt getoond wanneer u een USB-geheugen of dergelijke aansluit. Selecteer het gewenste bestand in de lijst.
Opmerkingen • Auto Demo werkt niet wanneer u een USB-geheugenkaartlezer/-schrijver gebruikt om meerdere media aan te sluiten. • Auto Demo is alleen beschikbaar voor JPEG-bestanden. • [Interval] U kunt de tijd (in seconden of minuten) van het weergave-interval instellen om diashows automatisch te spelen.
• [Weergave effect] Tijdens een diashow kan de projector aan de weergave van elke dia diverse effecten of overgangen geven. Hieronder vindt u de beschikbare overgangen: • Geen Toont iedere dia zonder schermeffecten. • Wissen De volgende dia wordt geleidelijk opwaarts (Wissen ↑), neerwaarts (Wissen ↓), naar links (Wissen ←) of naar rechts (Wissen →) over de huidige dia weergegeven.. • Oplossen De volgende dia wordt geleidelijk in een bepaald vast blokpatroon over de huidige dia weergegeven. • Bedekken De volgende dia wordt glijdend omhoog (Bedekken ↑), omlaag (Bedekken ↓), naar links (Bedekken ←) of naar rechts (Bedekken →) over de huidige dia weergegeven.
Filmbeeld • [Auto. start] Aan: een videobestand wordt automatisch gespeeld wanneer het wordt geselecteerd. • [Herhaal] Aan: het bestand wordt automatisch van bij het begin herhaald wanneer het einde van het bestand is bereikt.
59
Netwerk en USB-geheugen
Opmerking • Bij sommige bestanden kan het enige tijd duren voordat de dia presentatie begint.
Menu´s gebruiken 2 (vervolg) Gewoon • [Symbool spelen] Het symbool voor diashow kan worden getoond. • Standaard De projector gebruikt het symbool voor diashow als volgt afhankelijk van de instelling “Aan/Uit” van Symbool in het menu van de projector. Symbool aan: de projector toont het symbool wanneer de diashow start en schakelt het na enkele seconden uit. Symbool uit: de projector toont het symbool niet. • Continue De projector blijft het symbool tonen gedurende de diashow. • [Miniatuur weergave] Selecteer de vorm van een lijst met miniaturen. Alle: geeft een miniatuurvoorbeeld van JPEG-bestanden weer. Als JPEGbestanden in de map zitten, wordt het eerste miniatuurbeeld weergegeven. Bestand: geeft alleen een miniatuurbeeld van JPEG-bestanden. Het miniatuurbeeld van de JPEG-bestanden in de map wordt niet weergegeven. Uit: geeft alleen een symbool en geen miniatuurvoorbeeld weer.
Opmerking • Een miniatuurbeeld van MPEG-bestanden kan niet worden weergegeven. • [Apparaat loskoppelen] Uitvoeren wanneer een USB-geheugen, een USB-geheugenkaartlezer/-schrijver of een digitale camera en dergelijke worden losgekoppeld.
De status van de projector controleren Statusweergave
Als u de huidige status van de projector wilt controleren, selecteert u Statusweergave in stap 2 bij “Instellingen van de projector” p.50 . De volgende informatie wordt getoond. Toepassing
Details
De naam van de toepassing die momenteel op de projector wordt uitgevoerd wordt getoond. (Bijvoorbeeld: diashow, Network Utility) • Bij invoer vanaf een USB-geheugen “Vrije ruimte/Status” worden getoond. • Bij invoer vanaf een netwerk Voor draadloze LAN worden “MAC adres/Modus/Kanaal/SSID/ Codering/IP adres/Subnet masker/Gateway” getoond. Voor bekabelde LAN worden “Verbindingsstatus/MAC adres/IP adres/Subnet masker/Gateway” getoond. • PJLink soort wordt getoond.
Versie
Het nummer van de firmwareversie van de netwerkfunctie en de USB-geheugenfunctie worden getoond.
60
Netwerkprojector gebruiken De projector instellen 1 Schalel de spanning van de projector in.
2 Zet de invoer op Netwerk. Zorg dat u de invoer van de projector op Netwerk zet Als u een andere invoer selecteert, wordt de projector niet herkend door de computer.
3 Een wachtwoord wordt weergegeven.
Een wachtwoord wordt alleen weergegeven wanneer [Wachtwoord] is ingesteld op [Aan] in de categorie Application van Network Projector settings.
4 Zie “Menu´s gebruiken 2” om de draadloze of bekabelde LANinstellingen te maken.
De computer instellen 5 Maak de draadloze of bekabelde LAN-instellingen. Zie de helpfunctie van uw computer voor details.
6 Open de wizard [Connect to a Network Projector] door op de knop [Start] te klikken. Klik op [All Programs], vervolgens op [Accessories] en ten slotte op [Connect to a Network Projector].
8
projector in. Wanneer het wachtwoord wordt getoond in stap 3 , voert u het wachtwoord in. Voorzorgsmaatregel
• Zorg ervoor dat u, voor het maken van een verbinding, beide instellingen zoals hieronder beschreven op uw computer zijn geïnstalleerd. 1) De schermresolutie van uw computer is, afhankelijk van de door u gebruikte projector, ingesteld op de volgende resolutie.
X3241N : XGA (1024 × 768 dots) of lager WX3231N : WXGA (1280 × 800 dots) of lager
2) Windows Vista® SP 1 (Service Pack 1) is geïnstalleerd op uw computer of uw computer gebruikt Windows® 7. • Voor gebruikers van PJ WX3231N Wanneer het niet mogelijk is de schermresolutie in te stellen op 1280 × 800 met uw computer die een resolutie heeft hoger dan 1280 × 800, stel de resolutie dan lager in dan 1280 × 800.
61
Netwerk en USB-geheugen
7 Selecteer de gewenste projector in de lijst of voer het adres van de
De toepassingen installeren Als u de interne draadloze LAN-functie van de projector wilt gebruiken, installeert u Network Utility vanaf de meegeleverde CD-ROM op uw computer.
Systeemvereisten
Ondersteunde besturingssystemen: Windows® 2000, Windows® XP, Windows Vista® (Ultimate, Business), Windows® 7 (Professional, Ultimate) CPU: Pentium M 1 GHz of hoger aanbevolen RAM: 256 MB of meer aanbevolen Beeldschermgebied (resolutie): 1024 × 768 dots aanbevolen (X3241N) 1280 × 800 dots aanbevolen (WX3231N) * De systeemvereisten kunnen variëren afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
Opmerkingen • De 64-bits versies van Windows® XP, Windows Vista® en Windows® 7 worden niet ondersteund. • Sommige functies van de toepassingen werken mogelijk niet onder Windows Vista® en Windows® 7.
Toepassingstypes en voornaamste functies Network Utility Deze toepassing wordt gebruikt voor netwerkverbindingen. Hiermee kunt u de beelden van het computerscherm naar uw projector zenden en op het beeldscherm weergeven. U kunt ook het geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector overbrengen.
JPEG Conversion Tool Hiermee converteert u JPEG- en andere bestanden in een formaat dat kan worden weergegeven als een diashow bij gebruik van een USB-geheugen.
Installatie
Dubbelklik op setup.exe in de map Network Utility of JPEG Conversion Tool op de meegeleverde CD-ROM. Volg de instructies op het scherm. Wanneer tijdens installatie een bericht verschijnt, antwoord erop om het installatieproces te vervolgen. Nadat de installatie is voltooid, verschijnen de volgende snelkoppelingen op het bureaublad van uw computer: Als u een melding ziet over blokkering van de firewall, selecteert u “Toegang toestaan”. Network Utility →
Bediening p.64
JPEG Conversion Tool →
Bediening p.83
62
De toepassingen verwijderen
Als u de programma´s [RICOH Network Utility] en [RICOH JPEG Conversion Tool] wilt verwijderen, gebruikt u een hulpprogramma voor verwijdering van programma´s in [Control Panel].
Opmerkingen
Netwerk en USB-geheugen
• Tijdens de installatie kan uw computerscherm tijdelijk worden uitgeschakeld. Dit is geen storing. • Voor het starten van de installatie- of verwijderingsprocedure moet u zich aanmelden als beheerder. • Wanneer “automatisch herstarten” aan het einde van verwijderen is geselecteerd kan er in Windows Vista® en Windows® 7 een foutmelding verschijnen. Echter is dit geen fout en zal de computer zichzelf herstarten en wordt het verwijderingsproces voltooid. • Als u de Network Utility gebruikt onder Windows Vista® of Windows® 7, moet u zich aanmelden als een beheerder of het wachtwoord invoeren van een gebruiker met beheerderrechten tijdens het starten.
63
Network Utility gebruiken Een beeldscherm van de computer via de projector weergeven 1 Start de softwaretoepassing Network Utility. Wanneer Network Utility wordt gestart, verschijnt het venster van Screen Image transmissiemodus op het scherm van de computer. Als u vanaf een andere modus naar het venster van Screen Image transmissiemodus wilt gaan, klikt u op het symbool Screen Image . Als u een melding ziet over blokkering van de firewall, selecteert u “Toegang toestaan”.
2 Selecteer Transmission mode. Klik op Update automatically of Update manually. Zie stap 6 voor de betekenis van Update automatically en Update manually.
3 Klik op de knop Advanced. Er verschijnt een dialoogvenster Screen Image: Advanced Settings wordt getoond. Stel het dialoogvenster volgens de vereisten in zoals hieronder wordt getoond. • Interruption Schakel het selectievakje No Interruptions in om te voorkomen dat andere computers de projector onderbreken, bijvoorbeeld tijdens een presentatie. • Window Display Selecteer het selectievakje Place in Tasktray at the start of transmission om Network Utility met een symbool voor te stellen en in de werkbalk van de computer te plaatsen wanneer de overdracht wordt geïnitieerd. Om het venster weer te geven, dubbelklikt u op dit symbool of klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Open in het pop-upmenu. Zelfs wanneer het venster van Network Utility verkleind is, kunt u het pop-upmenu gebruiken om de overdracht te stoppen of te hervatten zoals beschreven in stap 4 en volgende. • Transmission Mode (Image) Als u High quality selecteert, wordt de kwaliteit van het geprojecteerde beeld verbeterd maar neemt de communicatiesnelheid af. Als u High speed selecteert, hebt u het tegenovergestelde effect. • Transmission Mode (Sound) Schakel het selectievakje Transmit sound to a projector (Only when connected with one projector) in om geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector te zenden. Opmerking: Het geluid kan enkel worden verstuurd wanneer slechts één projector is aangesloten.
64
•
Network Mouse Controller Vink het vakje Control computer mouse pointer using remote control (Only when connected with one projector) aan om de muisaanwijzer van de computer te besturen met de knoppen Muisbediening, PAGE+, PAGE-, L-CLICK en R-CLICK op de afstandsbediening van de projector. Opmerking 1: Deze functie is beschikbaar wanneer slechts één projector is aangesloten op de computer. Opmerking 2: Wanneer u de functie Network Mouse Controller gebruikt, sluit dan de ontvanger voor de afstandsbediening van de muis niet aan op uw computer. Deze functie zal niet correct werken.
4 Selecteer het Transmission Image dat u wenst weer te geven met de projector. Desktop selecteren Het schermbeeld van de computer wordt als zodanig overgebracht. Toepassingsvenster selecteren Selecteer een geopende toepassing (bijv. Microsoft® PowerPoint®) en zend alleen het venster van deze toepassing.
5 Selecteer de projector voor overdracht. Er verschijnt een lijst met de namen van de projectoren die u kunt gebruiken. (Als een bepaalde projectornaam niet op de lijst voorkomt, wordt daarvoor in de plaats de betreffende id weergegeven.) Selecteer het selectievakje van de gewenste projector voor overdracht in deze lijst. Vervolgens verschijnt het symbool enkele seconden op het scherm van de projector. U kunt maximaal vier projectors selecteren.
6 Klik op de knop
.
Wanneer “Update automatically” is geselecteerd in stap 2 Schermbeelden worden achtereenvolgens verzonden nadat u op de knop hebt geklikt. U kunt ook het geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector zenden. Wanneer “Update manually” is geselecteerd in stap 2 Er wordt één schermbeeld verzonden wanneer u op de knop klikt.
7 Als u de overdracht met Update automatically wilt stoppen, klikt u op de knop
.
Als het symbool van Network Utility in de werkbalk werd geplaatst, dubbelklikt u op het symbool om het venster weer te geven en de overdracht te stoppen. U kunt ook met de rechtermuisknop op het symbool klikken om de overdracht te stoppen.
65
Netwerk en USB-geheugen
Het bureaublad en een lijst met geopende toepassingen worden getoond. Selecteer de gewenste toepassing in deze lijst. (Als de gewenste toepassing niet in de lijst staat, start u de toepassing. Als er te veel toepassingen geopend zijn, worden de hulpbronnen van de computer in beslag genomen waardoor de communicatiesnelheid kan afnemen.)
Network Utility gebruiken (vervolg) Opmerkingen • Overdracht van beelden vanaf een movie-player of andere videotoepassingen werkt mogelijk niet. • Wanneer u “Update automatically” gebruikt, is de herhalingsfrequentie van het overgedragen beeld afhankelijk van de computer die u gebruikt en de omliggende radiogolfomgeving. • Het beeldscherm van de projector kan enkele verschillen met het beeldscherm van de computer vertonen. • Als u een toepassingsvenster hebt geselecteerd in stap 4 en deze toepassing niet geopend (in gebruik) is, wordt het beeld mogelijk niet correct door de projector weergegeven. • De projector-ID is het MAC adres van de ingebouwde draadloze LAN van de projector. • Het spelen van inhoud met auteursrechtbeveiliging wordt niet ondersteund. • Voor overdracht van geluid drukt u op de knop en start u de toepassing waarmee de inhoud met het geluid wordt gespeeld. Wanneer de projector met behulp van Windows Vista® of Windows® 7 wordt bediend, verschijnt het venster “Switching audio play device” nadat de starttoets van het netwerkgereedschap wordt ingedrukt. Volg de instructie tot het inschakelen van het audiotoestel op en start vervolgens de toepassing op waarme de content en het geluid wordt weergegeven. • Als geen geluid hoorbaar is vanaf de computer hoewel de verbinding is gestopt, start u de toepassing waarmee de inhoud met het geluid wordt gespeeld opnieuw. • Afhankelijk van het geluidstype is overdracht mogelijk niet beschikbaar. • Overdracht van geluid is niet mogelijk als meerdere projectors zijn geselecteerd. • De audiosignalen die door een computer worden overgebracht worden mono. • De functie Network Mouse Controller werkt mogelijk niet goed naargelang de toestand van het netwerk.
Een JPEG-beeld opgeslagen op een computer via de projector weergeven 1 Start de softwaretoepassing Network Utility. Het venster Screen Image transmissiemodus verschijnt op het scherm van de computer.
2 Klik op het symbool JPEG File
.
Het venster Network Utility verandert in JPEG File transmissiemodus.
3 Klik op de knop Browse en selecteer het bestand voor overdracht.
Als u op de knop Browse klikt, wordt het dialoogvenster Open getoond. Selecteer het bestand voor overdracht en klik op de knop Open. Het geselecteerde bestand wordt toegevoegd aan de keuzelijst in het veld Transmission File van Network Utility.
66
4 Selecteer het bestand voor
overdracht in de keuzelijst van het veld Transmission File.
Klik in het veld Transmission File op de knop om de keuzelijst weer te geven. Selecteer het bestand voor overdracht in deze lijst. Een miniatuur van het geselecteerde bestand verschijnt in het vak Preview. Het hier getoonde bestand wordt overgebracht. Stap 3 kan worden overgeslagen. U kunt het bestand voor overdracht ook met slepen en neerzetten verplaatsen van het bureaublad of Windows Explorer in het vak Preview. In dit geval wordt het geselecteerde bestand eveneens aan de keuzelijst in het veld Transmission File toegevoegd.
5 Selecteer de projector voor Er verschijnt een lijst met de namen van de projectoren die u kunt gebruiken. (Als een bepaalde projectornaam niet op de lijst voorkomt, wordt daarvoor in de plaats de betreffende id weergegeven.) Selecteer het selectievakje van de projector voor overdracht in deze lijst. Vervolgens verschijnt het symbool enkele seconden op het scherm van de projector. U kunt maximaal vier projectors selecteren.
6 Klik op de knop
.
Het beeld van het geselecteerde bestand wordt door de projector weergegeven.
Opmerkingen
• U kunt slechts een bestand per overdracht zenden. Herhaal stappen 4 en 6 om nog een bestand te verzenden. • Selecteren van een bestand door het te slepen is mogelijk niet beschikbaar in Windows Vista® en Windows® 7.
Een videobestand opgeslagen op een computer via de projector weergeven 1 Start de softwaretoepassing Network Utility. Het venster Screen Image transmissiemodus verschijnt op het scherm van de computer.
2 Klik op het symbool Movie File
.
Het venster Network Utility verandert in Movie File transmissiemodus.
67
Netwerk en USB-geheugen
overdracht.
Network Utility gebruiken (vervolg)
3 Klik op de knop Advanced.
Het dialoogvenster Movie File: Advanced Settings wordt getoond. Stel het dialoogvenster volgens de vereisten in zoals hieronder wordt getoond. • Interruption Schakel het selectievakje No Interruptions in om te voorkomen dat andere computers de projector onderbreken, bijvoorbeeld tijdens een presentatie. • Transmission Mode (Sound) Schakel het selectievakje Transmit sound to a projector (Only when connected with one projector) in om geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector te zenden. • Autostart Schakel het selectievakje Start playing the file automatically when starting transmission in om de weergave van het videbestand automatisch te starten wanneer de projector wordt verbonden. • Repeat Schakel het selectievakje Play repeatedly after the end of playing in om het bestand na voltooiing automatisch te herhalen van bij het begin.
4 Klik op de knop Browse en selecteer het bestand voor overdracht.
Als u op de knop Browse klikt, wordt het dialoogvenster Open getoond. Selecteer het bestand voor overdracht en klik op de knop Open. Het geselecteerde bestand wordt toegevoegd aan de keuzelijst in het veld Select file van Network Utility.
5 Selecteer het bestand voor
overdracht in de keuzelijst van het veld Transmission File. Klik in het veld Transmission File op de knop om de keuzelijst weer te geven. Selecteer het bestand voor overdracht in deze lijst. Een miniatuur van het geselecteerde bestand verschijnt in het vak Preview. Het hier getoonde bestand wordt overgebracht. Stap 4 kan worden overgeslagen. U kunt het bestand voor overdracht ook met slepen en neerzetten verplaatsen van het bureaublad of Windows Explorer in het vak Preview. In dit geval wordt het geselecteerde bestand eveneens aan de keuzelijst toegevoegd.
Opmerking
• U kunt in Windows Vista® en Windows® 7 geen bestand selecteren door het te slepen.
68
6 Selecteer de projector voor overdracht.
Er verschijnt een lijst met de namen van de projectoren die u kunt gebruiken. (Als een bepaalde projectornaam niet op de lijst voorkomt, wordt daarvoor in de plaats de betreffende id weergegeven.) Selecteer het selectievakje van de projector voor overdracht in deze lijst. Vervolgens verschijnt het symbool enkele seconden op het scherm van de projector. U kunt slechts één projector selecteren.
7 Klik op de knop
.
Het beeld van het geselecteerde bestand wordt door de projector weergegeven en het venster Control wordt eveneens getoond.
De knoppen en vakken hebben de volgende functies: (Current position): Geeft de speelpositie aan. U kunt de schuifregelaar verslepen om de speelpositie te wijzigen. (Play): Start de weergave van het videobestand. (Freeze): Het beeld wordt gepauzeerd. (Stop): Stopt de weergave van het videobestand. (Volume): Past geluidsvolume van het videobestand aan. (Mute): Onderbreekt beeld en geluid van het videobestand. (Release mute): Herstelt beeld en geluid van het videobestand.
Opmerkingen
• U kunt slechts een bestand per overdracht zenden. Herhaal stappen 5 en 7 om nog een bestand te verzenden. • MPEG/AVI/ASF/WMV-bestanden kunnen worden overgebracht. • Er kan extra software nodig zijn om MPEG2- of ASF-bestanden af te spelen. • De update snelheid van het overgebrachte bestand is afhankelijk van de prestatie van uw computer en de omliggende radio-omgeving. • De projector-IDr is het MAC adres van de draadloze LAN in de projector. • De audiosignalen die door een computer worden overgebracht worden mono. • Het spelen van inhoud met auteursrechtbeveiliging wordt niet ondersteund.
69
Netwerk en USB-geheugen
8 Speel het videobestand via het venster Control.
Network Utility gebruiken (vervolg) Computerschermen weergeven met projectoren door middel van de Multiscreen-functie 1 Start de softwaretoepassing Network Utility. Het venster Screen Image transmissiemodus verschijnt op het scherm van de computer.
2 Klik op het symbool Multiscreen Het venster Network Utility verandert in Multiscreen transmissiemodus.
.
3 Selecteer Transmission mode.
Klik op Update automatically of Update manually. Zie stap 7 voor de betekenis van Update automatically en Update manually.
4 Klik op de knop Advanced.
Er verschijnt een dialoogvenster Multiscreen: Advanced Settings wordt getoond. Stel het dialoogvenster volgens de vereisten in zoals hieronder wordt getoond. • Window Display Selecteer het selectievakje Place in Tasktray at the start of transmission om Network Utility met een symbool voor te stellen en in de werkbalk van de computer te plaatsen wanneer de overdracht wordt geïnitieerd. Om het venster weer te geven, dubbelklikt u op dit symbool of klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Open in het pop-upmenu. Zelfs wanneer het venster van Network Utility verkleind is, kunt u het pop-upmenu gebruiken om de overdracht te stoppen of te hervatten. • Transmission Mode (Image) Als u High quality selecteert, wordt de kwaliteit van het geprojecteerde beeld verbeterd maar neemt de communicatiesnelheid af. Als u High speed selecteert, hebt u het tegenovergestelde effect. • Transmission Mode (Sound) Schakel het selectievakje Transmit sound to a projector (Only when connected with one projector) in om geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector te zenden. Opmerking: Het geluid kan enkel worden verstuurd wanneer slechts één projector is aangesloten.
Opmerking
• De functie voor meerdere schermen kan worden gebruikt met Windows 7.
70
•
Network Mouse Controller Vink het vakje Control computer mouse pointer using remote control (Only when connected with one projector) aan om de muisaanwijzer van de computer te besturen met de knoppen Muisbediening, PAGE+, PAGE-, L-CLICK en R-CLICK op de afstandsbediening van de projector. Opmerking 1: Deze functie is beschikbaar wanneer slechts één projector is aangesloten op de computer. Opmerking 2: Wanneer u de functie Network Mouse Controller gebruikt, sluit dan de ontvanger voor de afstandsbediening van de muis niet aan op uw computer. Deze functie zal niet correct werken.
5 Stel de lay-out van de virtuele beeldschermen in.
1 Door te klikken op de knop Display Properties in het configuratiescherm kunt u de beeldscherminstellingen weergeven. 2 Klik met de rechter muisknop op het gewenste virtuele beeldscherm (Ricoh DPJ Secondary Display Driver) en selecteer Attached uit het menu.
4 Klik op OK in het scherm met de beeldscherminstellingen en de Screen Layout in het Control-scherm zal worden bijgewerkt. Wanneer u Switch to the last screen settings when using next time aanvinkt, zal de virtuele beeldschermlay-out worden opgeslagen wanneer u Network Utility sluit en zullen de beeldscherminstellingen worden geactiveerd wanneer u de volgende keer gebruik maakt van de Multiscreen-functie.
71
Netwerk en USB-geheugen
3 Wijs beeldschermen toe door de beeldschermpictogrammen te verslepen en neer te zetten.
Network Utility gebruiken (vervolg)
6 Selecteer de projector voor overdracht.
Er verschijnt een lijst met de namen van de projectoren die u kunt gebruiken. (Als een bepaalde projectornaam niet op de lijst voorkomt, wordt daarvoor in de plaats de betreffende id weergegeven.) Selecteer het selectievakje van de gewenste projector voor overdracht in deze lijst. En selecteer het virtuele beeldschermnummer dat u wilt versturen uit het menu in het vakje Screen. Vervolgens wordt het symbool met een cijfer (het schermnummer) enkele seconden weergegeven op het scherm van de geselecteerde projector. Er kunnen tot maximaal vier projectoren worden geselecteerd.
7 Klik op de knop
.
Wanneer “Update automatically” is geselecteerd in stap 3 Schermbeelden worden achtereenvolgens verzonden nadat u op de knop hebt geklikt. U kunt ook het geluid dat op een computer wordt gespeeld naar de projector zenden. Wanneer “Update manually” is geselecteerd in stap 3 Er wordt één schermbeeld verzonden wanneer u op de knop klikt.
● Voorbeelden Multiscreen Voorbeeld 1) Wanneer u beeldgegevens projecteert van een computer, kunt u ook andere beeldgegevens zoals een presentatiescript weergeven op uw computer zodat u een presentatie kunt geven zonder beeldgegevens te tonen die andere deelnemers niet mogen zien.
72
Voorbeeld 2) Met slechts één computer kunt u een efficiënte presentatie geven door verschillende beeldgegevens weer te geven die op de computer zijn opgeslagen met meerdere projectoren (tot 4 projectoren). [Bij gebruik van 2 projectoren]
Netwerk en USB-geheugen
[Bij gebruik van 4 projectoren]
* Opmerkingen
Deze projector kan geen gedeeld enkelvoudig beeld in groot formaat weergeven door de verzonden weergave van meerdere projectoren te combineren.
• De afbeeldingen die hier worden weergegeven, gaan over projectoren die met een computer zijn verbonden via een draadloos LAN, maar ze gelden ook wanneer verbinding wordt gemaakt door middel van kabels. • Merk op dat de kenmerken zoals de helderheid of de kleurentint van het geprojecteerde beeld afhankelijk van elke projector kan variëren. Dit is geen defect.
OPGELET Wanneer u meerdere projectoren gebruikt voor de Multiscreen-functie, zorg er dan voor dat u voldoende ruimte laat (meer dan 70 cm) tussen de projectoren. Wanneer u een projector te dicht bij de luchtuitlaat van een andere projector plaatst, kan dat schade veroorzaken aan de andere toestellen door oververhitting.
73
Network Utility gebruiken (vervolg) Opmerkingen • Overdracht van beelden vanaf een movie-player of andere videotoepassingen werkt mogelijk niet. • Wanneer u “Update automatically” gebruikt, is de herhalingsfrequentie van het overgedragen beeld afhankelijk van de computer die u gebruikt en de omliggende radiogolfomgeving. • Het beeldscherm van de projector kan enkele verschillen met het beeldscherm van de computer vertonen. • De projector-ID is het MAC adres van de ingebouwde draadloze LAN van de projector. • Het spelen van inhoud met auteursrechtbeveiliging wordt niet ondersteund. • Voor overdracht van geluid drukt u op de knop en start u de toepassing waarmee de inhoud met het geluid wordt gespeeld. Wanneer de projector met behulp van Windows Vista® of Windows® 7 wordt bediend, verschijnt het venster “Switching audio play device” nadat de starttoets van het netwerkgereedschap wordt ingedrukt. Volg de instructie tot het inschakelen van het audiotoestel op en start vervolgens de toepassing op waarme de content en het geluid wordt weergegeven. • Als geen geluid hoorbaar is vanaf de computer hoewel de verbinding is gestopt, start u de toepassing waarmee de inhoud met het geluid wordt gespeeld opnieuw. • Afhankelijk van het geluidstype is overdracht mogelijk niet beschikbaar. • Overdracht van geluid is niet mogelijk als meerdere projectors zijn geselecteerd. • De audiosignalen die door een computer worden overgebracht worden mono. • De functie Network Mouse Controller werkt mogelijk niet goed naargelang de toestand van het netwerk. • Wanneer u wijzigingen aanbrengt aan de beeldscherminstellingen zonder eerst Network Utility op te starten, worden de wijzigingen genegeerd, zelfs wanneer u Switch to the last screen setting when using next time aanvinkt. • Met de multiscreen functie kunnen de afbeeldingen op de desktop computer alleen worden geselecteerd om over te brengen voor weergave. Let op dat de toepassingssoftware niet beschikbaar is om de overdracht van afbeeldingen te selecteren.
74
Het hulpprogramma Easy Connect
Met deze functie kunnen gebruikers de projector op eenvoudige wijze met een computer verbinden over draadloze netwerken zonder Draadloze LAN-instellingen te maken via Network Utility. Start de softwaretoepassing Network Utility en klik op de gereedschapknop om het dialoogvenster Wireless LAN Settings Utility weer te geven. Selecteer de gewenste verbindingsmodus in dit dialoogvenster.
Het systeem opstellen met [Simple 1:1 connection]
• Instelling op de projector 1 Schakel de spanning van de projector in. 2 Zet de invoer op Netwerk. 3 Druk op de knop op het bedieningspaneel van de projector. • Instelling op de computer 4 Start de softwaretoepassing Network Utility.
Wanneer Network Utility wordt gestart, verschijnt het venster van Screen Image transmissiemodus op het scherm van de computer.
.
Het dialoogvenster Wireless LAN Settings Utility wordt getoond.
6 Selecteer [Simple 1:1 connection] en klik op OK.
De verbinding wordt gestart. Wanneer een verbindingbevestigingsber icht verschijnt, gaat u verder volgens de aanwijzingen in het bericht.
7 Nadat de verbinding is voltooid, wordt het schermbeeld van de computer overgebracht.
Als de overdracht niet start, schakelt u het selectievakje Confirm and immediately transmit screen image uit.
Opmerkingen
• Deze bediening is alleen toegestaan wanneer de transmissiemodus is ingesteld op Ad hoc bij de draadloze LAN-instellingen van de projector. • De procedures voor instelling van de projector en instelling van de computer kunnen worden gewisseld zonder de instellingen van de verbinding te beïnvloeden. De instelling aan elke kant wordt naar schatting binnen 60 seconden voltooid. • Gebruik Network Utility-versie 1.0 of nieuwer.
75
Netwerk en USB-geheugen
5 Klik op de gereedschapknop
Network Utility gebruiken (vervolg) Het systeem opstellen met [USB memory connection] Stel een draadloze LAN in met een in de handel verkrijgbaar USB-geheugen. Neem voor USB-apparaten met geverifieerde werking contact op met uw leverancier.
1) De computerinstellingen naar de projector kopiëren
• Instelling op de computer 1 Plaats het USB-geheugen in de
sleuf van de USB-aansluiting op de computer.
2 Klik op de gereedschapknop
van Network Utility om het dialoogvenster Wireless LAN Settings Utility weer te geven. Selecteer [USB memory connection] en klik op OK. Het dialoogvenster voor aansluiting van een USB-geheugen wordt getoond.
3 Selecteer [Projector settings], klik op OK. Voer de vereiste instelitems in en klik op OK.
De informatie van de instelling wordt in het USBgeheugen opgeslagen.
4 Koppel het USB-geheugen los van de computer.
Volg de instructies in de gebruikershandleiding bij het USB-geheugen of de computer om het USB-geheugen los te koppelen.
• Instelling op de projector 5 Schakel de spanning van de projector in. 6 Zet de invoer op Netwerk. 7 Plaats het USB-geheugen in de projector.
Er verschijnt een bericht met de mededeling dat de projectorinstellingen werden gewijzigd.
8 De projectornaam of projector-ID (MAC-adres van bekabelde LAN) wordt in de lijst van de projector in het Network Utility venster getoond.
76
2) De computerinstellingen wijzigen met de projectorinstellingen
• Instelling op de projector 1 Schakel de spanning van de projector in. 2 Zet de invoer op Netwerk. 3 Druk tweemaal op de knop MENU, selecteer Easy Connect
(USB-geheugen) bij instellingen van Network Utility in het menu Instellingen-weergave (2) en druk op de knop .
4 Wanneer een bevestigingsvenster verschijnt, plaatst u het USBgeheugen in de projector.
5 Klik op Ja en druk op de knop
.
De draadloze LAN-instellingen worden in het USB-geheugen opgeslagen. Nadat het opslaan is voltooid, verschijnt een bericht.
6 Koppel het USB-geheugen los. • Instelling op de computer 7 Start de softwaretoepassing Network Utility. 8 Plaats het USB-geheugen in de computer. 9 Nadat een bevestigingsbericht verschijnt,
10 Na het voltooien van de instelling wordt de projectornaam van de
aangesloten projector of het projector-ID (MAC-adres van bekabelde LAN) in de lijst van de projector in het Network Utility scherm getoond.
Opmerking • Deze bediening is alleen toegestaan wanneer de transmissiemodus is ingesteld op Ad hoc bij de draadloze LAN-instellingen van de projector. Gebruik Network Utility-versie 1.0 of nieuwer.
77
Netwerk en USB-geheugen
maakt u de instellingen.
Network Utility gebruiken (vervolg) Gebruik maken van [Profile settings] Met deze functie kan de gebruiker de draadloze LAN-instellingen van de computer opslaan. Dit is handig wanneer u draadloze LAN-instellingen moet wijzigen volgens de locatie waar u uw computer gebruikt.
Gevorderde instelling Met deze functie kan de gebruiker details instellen voor de instellingen van Easy Connect. Maak de nodige instellingen in het dialoogvenster als volgt. • Registering profile automatically Schakel dit selectievakje in om de instellingen van Easy Connect automatisch te registreren als profielinstellinggegevens. • Switching settings automatically at start-up Schakel dit selectievakje in om de laatst gebruikte draadloze LAN-instellingen automatisch in te schakelen wanneer u Network Utility start.
WEB browser Wanneer de computer en de projector over het netwerk zijn verbonden, geeft u het venster van Projector Configuration Tool weer door op de knop WEB browser te drukken.
Voorzorgsmaatregelen • Als de pagina niet correct wordt weergegeven, selecteert u de projector opnieuw. • Wanneer de netwerkinstellingen worden gewijzigd, wordt de netwerkverbinding uitgeschakeld. Als u opnieuw een verbinding wilt maken, stelt u de computer opnieuw in.
Voorzorgsmaatregel • De eenvoudige 1:1 verbinding, de aansluiting van het USB-geheugen en de profielinstelling werken mogelijk niet normaal afhankelijk van het type draadloze LANadapter en de ingebouwde draadloze LAN van de computer. Gebruik in geval van problemen het menu van Network Utility om de nodige draadloze LAN-instellingen handmatig te maken.
78
De projector bedienen
Deze functie kan worden gebruikt met de invoer van om het even welke projector.
1 Start de softwaretoepassing Network Utility. Het venster Screen Image transmissiemodus verschijnt op het scherm van de computer.
2 Klik op de knop Remote Control.
Het venster Remote Control wordt getoond. Aangezien het venster Network Utility nog wordt weergegeven, kunt u de projector via het venster Remote Control bedienen terwijl u de functies van Network Utility gebruikt. Het is mogelijk deze functie alleen te gebruiken om de projector te bedienen, maar als u Network Utility afsluit, wordt ook het venster Remote Control gesloten. Klik in het venster Remote Control op de knop en selecteer de gewenste projector in de keuzelijst. Wanneer u een keuze maakt, wordt het venster Remote Control weergegeven zoals getoond in de afbeelding rechts. U kunt slechts één projector selecteren. (Het is niet mogelijk meerdere projectors te bedienen.)
4 Klik op de knoppen van het venster Remote Control. De knoppen en vakken hebben de volgende functies: Power On: Schakelt de spanning van de projector in. Power Off: Schakelt de spanning van de projector uit. Freeze: Het beeld wordt gepauzeerd. Input (vak): Klik op de knop en selecteer de gewenste invoer in de keuzelijst. Go: Gaat naar de invoer die is geselecteerd in het invoervak. Mute: Schakelt beeld en geluid uit. Klik nogmaals om de weergave van beeld en geluid te hervatten. Volume +/–: Regelt het geluidsvolume. Resize Off: Stelt het beeld op zijn oorspronkelijke afmetingen terug. Resize +/–: Past de vergrotingsverhouding aan. :
Beweegt het scherm (omhoog/omlaag/rechts/diagonaal)
5 Klik op de knop sluiten.
in het venster Remote Control om af te
Hierdoor wordt het venster Network Utility niet gesloten. Als u zowel Network Utility als Remote Control wilt afsluiten, klikt u op de knop in het venster Network Utility.
79
Netwerk en USB-geheugen
3 Selecteer de projector die u wilt bedienen.
Beelden opgeslagen in een USB-geheugen projecteren Een diashow spelen vanaf een lijst met miniaturen
Wanneer Auto. demo is ingesteld op Uit bij “Opties voor diashow instellen”, wordt het uitlezen van gegevens gestart wanneer u een USB-geheugen plaatst en de invoer op USB-geheugen wordt gezet. Er verschijnt een lijst met miniaturen op het scherm. De onderstaande afbeelding is een voorbeeld van dit proces: Nummer van lijst met miniaturen Nr. huidige lijst/totaal aantal lijsten
Naam van huidige map
Naam van huidige bestand
Bedieningsgids
Er is een vorige pagina.
Oranje frame: momenteel geselecteerde bestand of map
Map Miniatuurbeeld van eerste bestand in de map
JPEG bestand
MPEG bestand Miniatuurbeeld van bestand Er is een volgende pagina.
Symbolen in de lijst met miniaturen Geeft aan dat de map alleen mappen bevat.
Geeft aan dat de map geen gegevens voor weergave bevat.
Duidt aan dat het eerste JPEG, MPEG of ander bestand niet wordt ondersteund. Wanneer Miniatuur weergave is ingesteld op Uit, verschijnt dit scherm.
Geeft aan dat een nietondersteund JPEG-, MPEG- of ander bestand aanwezig is.
80
1 Sluit een USB-geheugen aan. Sluit een USB-geheugen aan volgens de procedure onder “Een USB-apparaat aansluiten” p.48 . De projector begint de gegevens van het USB-geheugen te laden en geeft een lijst met miniaturen op het scherm weer.
2 Een gewenst bestand zoeken • Beweeg het oranje frame over het gewenste bestand of de gewenste map met de knoppen . • Als er meerdere pagina´s met miniaturen zijn, druk op de knop in de onderste rij om naar de volgende pagina te gaan en op de knop in de bovenste rij om naar de vorige pagina te gaan. • Beweeg het oranje frame naar de gewenste map en open de map door op de knop te drukken. Met dezelfde procedure kunt u maximaal 5 niveaus omlaag navigeren. Als u op de knop RETURN drukt, keert u terug naar de map van het volgende of een ander hoger niveau.
3 Dia´s weergeven • Als een bestand is geselecteerd en u op de knop drukt, wordt alleen het beeld in dat bestand schermvullend op het beeldscherm weergegeven als een dia. Als u op de knop drukt, gaat u naar de automatische speelmodus. • Druk op de knop RETURN om terug te keren naar het weergavescherm van de lijst met miniaturen.
4 Dia´s wisselen Als u op de knoppen drukt terwijl een dia wordt weergegeven, worden de dia´s gewisseld. ( : vorige dia; : volgende dia. Tijdens automatisch spelen zijn deze knoppen niet beschikbaar.)
5 Een dia draaien Als u op de knoppen drukt terwijl een dia wordt weergegeven, wordt de dia 90 graden gedraaid. De rotatie-informatie blijft behouden zolang u in dezelfde map blijft. ( : links draaien; : rechts draaien. Tijdens automatisch spelen zijn deze knoppen niet beschikbaar.)
81
Netwerk en USB-geheugen
Voor JPEG-bestanden
Beelden opgeslagen in een USB-geheugen projecteren (vervolg) Voor MPEG-bestanden
3 Video weergeven • Als u op de knop drukt terwijl een bestand is geselecteerd, wordt alleen het videobeeld schermvullend op het beeldscherm weergegeven en wordt het spelen gestart. Als u opnieuw op de knop drukt, wordt het videobeeld gepauzeerd. • Druk op de knop RETURN om terug te keren naar het weergavescherm van de lijst met miniaturen.
4 Videobeelden snel vooruit- en terugspoelen Als u tijdens de weergave van een videobeeld op de knoppen videobeeld snel vooruit- of teruggespoeld. ( : Snel vooruit; : Snel achteruit)
drukt, wordt het
Opmerkingen • De volgorde voor miniatuur weergave en de volgorde van de dia´s gaan van de kortste tot de langste bestandsnaam. Als twee bestandsnamen hetzelfde aantal tekens hebben, worden ze numeriek geordend als nummers in de bestandsnaam worden gebruikt en alfabetisch in andere gevallen. • Het is mogelijk presentaties te geven zonder het gebruik van een computer als u de presentaties gemaakt met Microsoft® PowerPoint® in JPEG-bestanden converteert met JPEG Conversion Tool en ze in een USB-geheugen opslaat. p.83 Houd er evenwel rekening mee dat functies zoals animatie-effecten en hyperlinks niet kunnen worden gebruikt. Voer daarom een test uit vóór de eigenlijke presentatie. • De functie bevriezen kan niet worden gebruikt tijdens een diashow of bij automatisch spelen. • Een diashow wordt beëindigd wanneer de invoer wordt gewijzigd. • Met sommige USB-geheugens wordt de weergave van de diashow mogelijk halfweg gestopt. Wanneer dit probleem zich voordoet, moet u een ander USB-geheugen gebruiken aangezien het gebruikte apparaat niet wordt ondersteund. • Door op de GUIDE knop van de afstandsbediening te drukken met de weergave van een dia of videoafbeelding wordt de gebruikersgids voor de diavoorstelling getoond. • Wanneer u de projector gebruikt met de USB-geheugenkaartlezer/-schrijver, worden maximaal 4 mediatypes ondersteund.
82
JPEG Conversion Tool gebruiken JPEG Conversion Tool converteert JPEG-bestanden die niet door de projector worden ondersteund, beeldbestanden in andere formaten, Microsoft® PowerPoint® bestanden en dergelijke in JPEG-bestanden. U kunt de JPEG-bestanden die met dit hulpprogramma werden geconverteerd weergeven door ze via de draadloze LAN over te brengen p.66 of door ze in een USB-geheugen op te slaan.
JPEG Conversion Tool starten
Het in de afbeelding getoonde venster verschijnt op het scherm van de computer. Sleep de schuifregelaar Image Quality Settings naar links of rechts om de beeldkwaliteit van het bestand na conversie in te stellen. Een lagere waarde betekent een kleiner bestand , maar ook lagere beeldkwaliteit. (Nadat u de beeldkwaliteit hebt verlaagd, kunt u de kwaliteit van een beeld niet meer herstellen.)
Een beeldbestand converteren
83
(1)
() ()
()-(a)
()-(a)
()-(b)
()
()-(a) ()-(b)
()-(b)
()-(c)
()-(c)
Netwerk en USB-geheugen
JPEG-bestanden met compressieformaten die niet door de projector worden ondersteund, Windows® metabestanden (wmf) en bitmapbestanden (bmp) worden geconverteerd in JPEG-bestanden. (1) Selecteer in het veld Conversion Method Converting image file. (Status bij het starten) (2) Klik in het veld File settings op de knop Browse voor Original Image File Name. Het dialoogvenster Open wordt getoond. (3) In het dialoogvenster Open: (a) Geef de locatie van het bestand dat u wilt converteren op. om het (b) Klik in het veld Files of Type op de knop bestandsformaat te selecteren. Er verschijnt een lijst met bestanden van dat formaat in het dialoogvenster Open. (4) Selecteer in het dialoogvenster Open het bestand dat u wilt converteren en klik op de knop Open. (5) Selecteer in het venster JPEG Conversion Tool, in het veld File settings, Browse voor File name after conversion. Het dialoogvenster Save As wordt getoond. (6) In het dialoogvenster Save As: (a) Geef de locatie op waarin u het geconverteerde bestand wilt opslaan. (b) Voer een bestandsnaam van maximaal 8 tekens in het veld File Name in. (c) Klik op de knop Save. (7) (a) Klik in JPEG Conversion Tool op de knop Conversion. (b) Het dialoogvenster voor resolutieselectie wordt getoond. Selecteer de gewenste resolutie en klik op de knop OK. r wordt een bevestigingsdialoogvenster geopend. Klik op Yes. (c) E De computer converteert het bestand. Na voltooiing verschijnt een bericht met de mededeling dat “a JPEG file has been created”.
JPEG Conversion Tool gebruiken (vervolg) Bestanden gemaakt met Microsoft® PowerPoint® converteren
Dit proces maakt presentaties zonder het gebruik van een computer mogelijk. Presentatiebestanden gemaakt met Microsoft® PowerPoint® worden geconverteerd in JPEG-bestanden, op een USB-geheugen opgeslagen en weergegeven als een diashow. • U kunt deze conversiemodus gebruiken op voorwaarde dat Microsoft® PowerPoint® op uw computer is geïnstalleerd. • Alleen stilstaande beelden worden door dit proces ondersteund. Animatie en audio worden niet ondersteund. Presentatiebestanden gemaakt met Microsoft® PowerPoint® bestaan doorgaans uit enkele dia´s. Daarom maakt dit (1) hulpprogramma een map met de naam opgegeven in stap (5) hieronder en wordt in de map voor elke dia (te beginnen met slide001.jpg) een bestand gemaakt. ()
(1) Selecteer in het veld Conversion Method Converting PPT file. (2) Klik in het veld File settings op de knop Browse voor PPT File Name. Het dialoogvenster Open wordt getoond. (3) In het dialoogvenster Open: (a) G eef de locatie van het bestand dat u wilt converteren op. (b) Selecteer het PowerPoint® presentatiebestand dat u wilt converteren en klik op de knop Open.
()
()-(a)
()-(a) ()-(b)
(4) Klik in het venster JPEG Conversion Tool in het veld File settings op de knop Create voor New folder name. Het dialoogvenster Folder create wordt getoond. (5) Geef in het dialoogvenster Folder create in Folder Name of document van het documentveld een mapnaam van maximaal 12 tekens op.
() ()-(a)
(6) Klik in het dialoogvenster Folder create op de knop Selection. Het dialoogvenster Browse for Folder wordt getoond.
()-(a)
(7) In het dialoogvenster Browse for Folder: (a) Geef de locatie op waar u de map wilt opslaan. (b) Klik op de knop OK. (8) In het dialoogvenster Folder create: (a) K lik op de knop Create. Er verschijnt een bevestigingsdialoogvenster; (b) Klik op de knop OK.
84
()
()-(b)
()-(b)
(9) (a) Klik in het venster JPEG Conversion Tool op de knop Conversion. (b) Het dialoogvenster voor resolutieselectie wordt getoond. Selecteer de gewenste resolutie en klik op de knop OK. (c) E r wordt een bevestigingsdialoogvenster geopend. Klik op Yes. De computer begint het bestand te converteren. Na voltooiing verschijnt een bericht met de mededeling dat “a JPEG file has been created”.
()-(b)
()-(c)
Een presentatie maken met geconverteerde JPEG-bestanden (1) Kopieer de map gemaakt door JPEG Conversion Tool en/of de inhoud ervan op een USB-geheugen. (2) Volg stap 1 in “Een diashow spelen vanaf een lijst met miniaturen” p.80 om een lijst met miniaturen weer te geven. (3) Volg de instructies in stap 2 onder “Een diashow spelen vanaf een lijst met miniaturen” p.80 om te zoeken naar de miniatuur van de eerste dia, Slide001.jpg, en zet er het oranje frame op (Slide001.jpg selecteren).
(5) Druk op de knop Druk op de knop
op de afstandsbediening om naar de volgende dia te gaan. om naar de vorige dia terug te keren.
85
Netwerk en USB-geheugen
(4) Druk op de knop op de afstandsbediening. Een vergrote weergave van de eerste dia verschijnt op het beeldscherm. Zo wordt de presentatie gestart.
JPEG Conversion Tool gebruiken (vervolg) Een schermafdruk maken en in een JPEG-bestand converteren
Met deze functie kunt u het huidige beeldscherm van de computer als een JPEGbestand opslaan. (1) Selecteer in het veld Conversion Method Creating screen capture. (2) Klik in het veld File settings op de knop Browse voor File name after conversion. Het dialoogvenster Save As wordt getoond.
(1)
()
(3) In het dialoogvenster Save As: (a) G eef de locatie op waarin u het geconverteerde bestand wilt opslaan. (b) Voer een bestandsnaam van maximaal 8 tekens in het veld File Name in. (c) Klik op de knop Save. (4) (a) Klik in het venster JPEG Conversion Tool op de knop Conversion. (b) Het dialoogvenster voor resolutieselectie wordt getoond. Selecteer de gewenste resolutie en klik op de knop OK. (c) Er verschijnt een bevestigingsbericht. Klik op Yes. De computer maakt een schermafdruk en converteert deze in een JPEG-bestand in de opgegeven locatie. Na voltooiing verschijnt een bericht met de mededeling dat “a JPEG file has been created”.
()-(a)
()-(a) ()-(b)
()-(b)
()-(c)
Opmerking • De geselecteerde resolutie in het dialoogvenster is de maximale resolutie van het geconverteerde beeldbestand. Geef de resolutie op volgens de resolutie van uw projector.
86
()-(c)
De projector instellen via een Web browser “Projector Configuration Tool” gebruiken
“Projector Configuration Tool” gebruikt de Web server-functies van de projector om de projector in te stellen via het netwerk. Wanneer u “Projector Configuration Tool” gebruikt, moet u het netwerk instellen dat de projector en de computer verbindt.
1 Zie “De status van de projector controleren” p.60 om
informatie op het scherm weer te geven en noteer het IP adres.
2 Open Internet Explorer. Internet Explorer versie 6.0, versie 7.0 of versie 8.0* is aanbevolen. Schakel de Javascript functies in. * Ricoh kan de werking niet garanderen voor latere versies.
3 Voer in de adresbalk het IP adres “http://xxx.xxx.xxx.xxx/” in dat u in stap 1 hierboven hebt genoteerd.
Menu
Projectornaam Projector-ID
Opmerking: als u een proxy server gebruikt, mag u de proxy niet inschakelen bij toegang tot het bovenstaande IP adres. Wanneer de draadloze LAN is ingesteld voor gebruik van de Ad hoc mode, gebruik de WEB browser functie in het Wireless LAN Settings Utility dialoogvenster van Network Utility.
Opmerking • Deze functie kan worden ingeschakeld door gebruik te maken van de WEB Browser functie in het Wireless LAN Settings Utility dialoogvenster van Network Utility zonder de URL in de adresbalk van de browser te vermelden.
87
Netwerk en USB-geheugen
De Web browser geeft de volgende pagina weer.
De projector instellen via een Web browser (vervolg)
4 Selecteer items in het links getoonde menu. Settings: Status Display: Features: Top:
Instellingen maken voor het invoermenu Netwerk of USBgeheugen. De status van de projector controleren. Toont de functies die beschikbaar zijn met Netwerk of USBgeheugen. Terugkeren naar de eerste pagina.
88
Details over de voornaamste items • Settings
Wanneer Browser authentisering is ingesteld op Aan, moet u een wachtwoord invoeren om toegang te hebben tot de instelpagina. De volgende instellingen zijn beschikbaar voor [Wireless LAN], [Wired LAN], [Control settings] en [Slideshow]. • De op het scherm getoonde items kunnen worden ingesteld. • Voer elk item in en druk op de knop Execute om de instelling ervan bij te werken.
• Status display Geeft bepaalde gegevens over de status van de projector weer. Projector:
Geeft de inhoud van de statusweergave in de Instellingen-weergave.
Network/USB:
Geeft de inhoud van de statusweergave van het Netwerk of USBgeheugen input in de Instellingen-weergave (2).
Maintenance:
Beschrijft een opgetreden fout, bijvoorbeeld wanneer de lamp is doorgebrand.
Opmerkingen
Netwerk en USB-geheugen
• Als u op ? klikt, wordt een pop-up helpvenster geopend. • Beveiligingsitems zoals “Afstandsbediening” en “Browser authentisering” kunnen niet worden ingesteld.
89
90
Onderhoud
Vervanging van de lamp Een lamp is een verbruiksproduct. Als ze lange tijd wordt gebruikt, kunnen beelden donker worden en kan de lamp uitbranden. Dit is kenmerkend voor een lamp en is geen storing. (De levensduur van de lamp is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.) Als dit gebeurt, vervangt u de lamp door een nieuwe.
WAARSCHUWING • Als de projector op het plafond wordt gemonteerd, raden wij u aan contact op te nemen met de leverancier wanneer u de lamp moet vervangen. Probeer de lamp niet zelf te vervangen. Als de projector aan het plafond is bevestigd en u het deksel van de lamp verwijdert, bestaat er gevaar voor beschadiging door vallende stukken glas als de lamp gebroken is. Werken op hoge hoogten kan tevens gevaarlijk zijn. Probeer de lamp niet zelf te vervangen. • Gebruik bij vervanging altijd lamp “PJ Replacement Lamp Type1” (los verkocht). Wanneer een andere dan de opgegeven lamp wordt gebruikt, kan dat leiden tot een storing of schade aan het toestel door het verschil in de vorm van de aansluiting of het lampvermogen.
OPGELET
Onderhoud
• Na gebruik van de projector is de lamp zeer heet waardoor ze brandwonden kan veroorzaken. Wacht tot de lamp is afgekoeld (langer dan 1 uur) voordat u ze vervangt. • Als de lamp breekt, moet u voorzichtig handelen om te voorkomen dat u zich verwondt aan de gebroken stukken en contact opnemen met uw leverancier voor reparatie.
91
Vervanging van de lamp (vervolg)
1 Trek het netsnoer uit. 2 Wacht tot de lamp voldoende is afgekoeld. Wachten ten minste één uur of meer.
3 Verwijder het buitenste lampdeksel.
Buitenste lampdeksel
Als u de beschermkap van de buitenlamp wilt verwijderen, draait u de schroef aan de zijkant van de projector los en schuift u de kap naar buiten en omhoog (zoals getoond in de afbeelding).
4 Verwijder het binnenste
Binnenste lampdeksel
lampdeksel.
Als u de beschermkap van de binnenste lamp wilt verwijderen, verwijdert u beide schroeven en tilt u de kap omhoog (zoals getoond in de afbeelding). Let erop dat u de schroeven niet kwijtraakt.
5 Trek de lamp uit.
Maak de 3 borgschroeven van de lamp los, trek de hendel omhoog en druk op het lipje om de lamp te verwijderen.
Lipje
6 Plaats de nieuwe lamp. Lijn de oriëntatie uit, druk de nieuwe lamp omlaag tot op de bodem en zet ze vast met de 3 borgschroeven van de lamp.
92
7 Plaats het binnenste lampdeksel
Binnenste lampdeksel
terug.
Plaats beide schroeven die u in stap 4 hebt verwijderd terug. Draai de schroeven aan totdat de binnenste lampbeschermkap volledig vast zit.
8 Plaats het buitenste lampdeksel terug. Plaats de buitenste lampbeschermkap terug door deze in de richting van de pijlen te schuiven (zoals getoond in de afbeelding) en draai de schroef vast die u in stap 3 hebt losgedraaid. Draai de schroef aan totdat de buitenste lampbeschermkap volledig vast zit. (De buitenste lampbeschermkap moet zijn bevestigd.)
Buitenste lampdeksel
9 Stel de timer van de lamp terug.
Zie de handleiding van de lamp voor instructies over hoe u de timer van de lamp terugstelt.
Over de berichten voor lampvervanging
• Het bericht voor het vervangen van de lamp toont een passende duur gebaseerd op de gebruiksduur zoals geselecteerd in [Lamp power]. • Als het tijdstip nadert waarop de lamp moet worden vervangen, verschijnt steeds de melding “De levensduur van de lamp is bijna verlopen. Vervang de lamp a.u.b.” zodra de netspanning wordt ingeschakeld. Deze melding verdwijnt weer wanneer de -toets wordt ingedrukt.
Gebruikte lampen
De lampen van deze projector bevatten spoorhoeveelheden anorganisch kwik dat schadelijk is voor het milieu. Let erop dat u de gebruikte lampen niet breekt en doe ze weg volgens de plaatselijke voorschriften of neem contact op met uw leverancier.
93
Onderhoud
Opmerkingen en voorzorgsmaatregelen
• Het item [Lamptijd] in het menu Statusweergave geeft de gebruikstijd van de lamp (als grove richtlijn) aan. p.45 • Vervang de lamp na een gebruikstijd van 2000 uur als [Lamp power] in het menu Standaardinstelling 1 is ingesteld op [Standaard] en na 3000 uur als [Lamp power] in het menu Standaardinstelling 1 is ingesteld op [Laag]. p.42 • In sommige gevallen werkt de lamp mogelijk niet hoewel de hogervermelde periode nog niet is verstreken of het vervangingsbericht nog niet wordt getoond. • Bevestig het buitenste lampdeksel correct zodat ze niet loszit. Als het niet correct is bevestigd, kan het zijn dat de projector niet kan worden ingeschakeld of dat de lamp niet oplicht. • Vervang de lamp altijd door een nieuwe. • De lamp is gemaakt van glas. Raak het glasoppervlak niet met blote handen aan, stoot er niet tegen of kras het niet. Vuil, schokken, krassen en dergelijke kunnen de lamp doen breken.
Schoonmaken van het luchtfilter Het luchtfilter voorkomt dat stof en vuil binnen in de projector komen. Gebruikt de projector nooit zonder luchtfilter. Het wordt aanbevolen om het filter regelmatig te reinigen. • De melding “Controleer het luchtfilter op vuil.” wordt ieder 100 uur weergegeven. (Wanneer de gebruikstijd langer dan 100 uur is, wordt deze melding gedurende ongeveer 30 seconden weergegeven wanneer de afbeelding de eerste keer wordt geprojecteerd na inschakeling van de stroom. Deze melding wordt gesloten door het uitvoeren van een willekeurige handeling.) • Controleer het filter en wanneer u vuil aantreft, volg dan de onderstaande procedure om het filter te reinigen.
WAARSCHUWING • Vraag uw leverancier om een aan het plafond gemonteerde projector te reinigen en te onderhouden. Het door uzelf proberen te reinigen of vervangen van het filter op grote hoogte kan een val veroorzaken en eventueel letsel toebrengen.
1 Trek de stroomkabel uit het stopcontact. 2 Verwijder het luchtfilter.
Verwijder het luchtfilter door de ontspanknop vast te houden zoals weergegeven in de afbeelding.
3 Reinig het filter. Verwijder stof en vuil voorzichtig van het luchtfilter met een stofzuiger of iets dergelijks.
4 Vervang het luchtfilter.
Het luchtfilter stevig vastzetten totdat u een klik hoort.
Opmerkingen • Ophoping van vuil en stof in het luchtfilter zal de luchtcirculatie verslechteren waardoor de binnentemperatuur oploopt en de projector niet meer werkt of slecht functioneert. • Druk het luchtfilter volledig in. Als u de projector gebruikt met de luchtfilter half ingedrukt, kan stof en vuil de projector binnendringen waardoor er storingen kunnen optreden. • Wanneer u het filter met water wast, zorg er dan voor dat het volledig droog is voordat u het terugplaatst. • Vervang het luchtfilter bij beschadiging. Neem contact op met uw leverancier voor een nieuwe filter. Als u de projector blijft gebruiken met een beschadigde filter, kan stof en vuil de projector binnendringen waardoor er storingen kunnen optreden.
94
Reiniging van de lens en het hoofdtoestel WAARSCHUWING • Vraag uw leverancier om een aan het plafond gemonteerde projector te reinigen en te onderhouden. Als u zelf probeert de lamp op een hoge hoogte te reinigen/vervangen, kunt u vallen met verwonding tot gevolg.
Reiniging van de lens • Reinig de lens met een in de handel verkrijgbare droger en/of lensreiniger. • De lens wordt gemakkelijk gekrast. Wrijf er niet met harde voorwerpen over of sla er niet tegen.
Reiniging van het hoofdtoestel
Onderhoud
• Trek het netsnoer uit voordat u het hoofdtoestel reinigt. • Veeg vuil op het hoofdtoestel zachtjes af met een zachte doek. • Gebruik geen vochtige doek om het hoofdtoestel af te vegen. Anders kan water in het toestel terechtkomen met een elektrische schok of storing van het toestel tot gevolg. • Gebruik geen benzeen, verfverdunner en dergelijke aangezien deze het toestel kunnen vervormen of verkleuren of het lakoppervlak kunnen beschadigen. • Gebruik geen chemisch behandelde schoonmaakdoekjes.
95
Andere
Aanduidingen in geval van storing De indicator gaat branden en er weerklinkt een pieptoon om u te waarschuwen voor onregelmatigheden in het toestel.
Geen spanning ⇒ Probleem met projector
• Trek het netsnoer uit en neem contact op met uw leverancier.
(Uit)
De lamp is tijdens het gebruik gedoofd of licht niet op. (Rood knipperend) Of
(Rood opgelicht)
(Rood opgelicht)
(Rood opgelicht)
⇒ De lamptemperatuur is hoog waardoor de lamp moeilijk oplicht, de levensduur van de lamp is verstreken of de projector werkt niet goed. • Trek het netsnoer uit, wacht even en schakel vervolgens de spanning opnieuw in. • Als een lamp is uitgebrand, vervangt u ze door een nieuwe.
De spanning werd tijdens het gebruik onderbroken. (Rood (Rood knipperend) opgelicht)
⇒ Interne oververhitting of te hoge buitentemperatuur • Plaats de projector zodanig dat de luchtinlaat en -uitlaat niet worden geblokkeerd. • Trek het netsnoer uit, wacht even en schakel vervolgens de spanning opnieuw in. verschijnt voordat de spanning wordt onderbroken. Het pictogram
De spanning werd tijdens het gebruik onderbroken. (Groen (Rood knipperend) opgelicht)
(Oranje knipperend)
⇒ Probleem met interne koelventilator • Trek het netsnoer uit en neem contact op met uw leverancier. verschijnt voordat de spanning wordt onderbroken. Het pictogram
De spanning werd tijdens het gebruik onderbroken of de spanning wordt niet ingeschakeld. (Rood opgelicht)
⇒ Het lampdeksel is niet correct bevestigd. • Trek het netsnoer uit en bevestig het lampdeksel opnieuw. p.92
De spanning werd tijdens het gebruik onderbroken. (Oranje opgelicht) (Rood opgelicht)
⇒ Probleem in de projector. • Trek het netsnoer uit, wacht even en schakel vervolgens de spanning opnieuw in. • Als de bovenstaande maatregel het probleem niet oplost, trekt u het netsnoer uit en neemt u contact op met uw leverancier. verschijnt voordat de spanning wordt onderbroken. Het pictogram
Opmerking
• Nadat er een abnormale indicatie is, blijft de abnormale status totdat de stroomkabel wordt uitgetrokken.
96
Probleemoplossing Als u meent dat er iets niet in orde is, controleert u eerst de onderstaande punten alvorens contact op te nemen met de klantendienst. Zie eveneens “Aanduidingen in geval van storing” p.96 . Als dit gebeurt
Controleer
Geen spanning
• Is de stekker van het netsnoer ingestoken? Is het snoer op de projector aangesloten? • Is het buitenste lampdeksel correct bevestigd? p.92
De spanning wordt tijdens het gebruik onderbroken
• Is de omgevingstemperatuur hoog? p.96 • Is de luchtinlaat of luchtuitlaat geblokkeerd? p.96
Geen beeld
• Is de ingangsbron correct aangesloten? (Wanneer [Auto bronzoeker] op [Uit] staat) p.42 • Hebt u op de invoerknop gedrukt? p.28 • Is de dempingsfunctie ingeschakeld? p.33 • Is de helderheid op minimum ingesteld? p.37 • Zijn alle aansluitingen juist gemaakt? p.24 • Werken alle aangesloten apparaten zoals het hoort?
Geen audio
• • • • •
Het beeld wordt niet correct weergegeven
• Wordt het ingangssignaal door de projector ondersteund? p.100 p.101 • Wordt er een abnormaal videosignaal gegenereerd, bijvoorbeeld door de videoband?
Wazig beeld, deel van het beeld buiten het brandpunt
• Is de lens vuil? p.95 • Is het brandpunt van de lens optimaal afgesteld? p.29 • Ligt de projectieafstand binnen het ondersteunde bereik van de projector? p.22 p.23 • Is de plaatsingshoek van het projectorscherm te ver gekanteld? p.29 • Zijn de afstellingen voor scherpte of samplingfase uitgeschakeld?
Hebt u op de invoerknop gedrukt? p.28 Is de dempingsfunctie ingeschakeld? p.33 Is het volume op minimum ingesteld? p.29 Zijn alle aansluitingen juist gemaakt? p.24 Werken alle aangesloten apparaten zoals het hoort?
Donker beeld
• Zijn de afstellingen voor helderheid of contrast uitgeschakeld? p.37 • Is de levensduur van de lamp bijna verstreken? p.45 • Is de RGB input reeks juist ingesteld? p.37
Te lichte kleuren, slechte schaduwing
• Zijn de instellingen voor kleur, R-niveau, G-niveau of B-niveau in orde? p.37 • Is het scherm vuil? • Is de schoolbordmodus correct ingesteld? p.39 • Is de levensduur van de lamp bijna verstreken? p.45
De toets van het • Is de toetsblokkering ingeschakeld? p.43 bedieningspaneel werkt niet
97
Andere
p.37 p.38
Probleemoplossing (vervolg) Als dit gebeurt
Controleer
De • Komt de afstandsbedieningscode overeen met de code van de afstandsbediening projector? p.44 werkt niet • Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? • Zijn de batterijen juist in de afstandsbediening geplaatst? p.19 • Wordt de afstandsbediening gebruikt binnen het effectieve bereik? p.19
• Zijn er obstakels tussen de afstandsbediening en de projector? • Schijnt er fluorescerend of ander helder licht op de infrarood afstandsbedieningssensor van de projector? Beelden van een USB-apparaat worden niet geprojecteerd
Het draadloze LAN werkt niet
• Is het USB-geheugen correct geplaatst? • Wordt het gebruikte USB-geheugen door de projector ondersteund? p.49 • Zijn er JPEG- of MPEG-bestanden op het USB-geheugen opgeslagen? • Wordt de bestandsgrootte of -indeling niet door de projector ondersteund? Gebruik voor het converteren van JPEG-bestanden de meegeleverde toepassing. p.83 • Zijn het verbindingstype, het SSID, e.d. goed geconfi gureerd? • Zijn er obstakels tussen de computer en de projector? • Ondersteunt uw computer en besturingssysteem het meegeleverde softwareprogramma? p.62
98
Specificaties Lijst met algemene specificaties Item Energieverbruik Gewicht Buitenafmetingen (inclusief vooruitstekende delen) Kastmateriaal Condities voor gebruiksomgeving Weergavemethode Schermgrootte LCD-scherm
Besturing Afbeeldingelementen
Lens Lamp Afmetingen projectiescherm Projectieafstand Luidspreker COMPUTER 1 IN-aansluiting
Aansluiting
COMPUTER 2 IN-aansluiting HDMI™-aansluiting S-VIDEO-aansluiting VIDEO-aansluiting AUDIO IN-aansluiting AUDIO OUT-aansluiting CONTROL-aansluiting USB-aansluiting LAN-aansluiting *
Specificatie 270 W X3241N : 2,0 kg WX3231N : 1,9 kg 295 × 82 × 196 mm (W × H × D) PC+ABS hars en PC hars (Sommige delen inclusief Mg legering) Temp: 5°C tot 35°C; relatieve vochtigheid: 30% tot 70% 3-paneels-transmissie X3241N : 0,7 type WX3231N : 0,59 type TFT actieve matrix X3241N : 786.432 pixels (1024 H × 768 V) WX3231N : 1.024.000 pixels (1280 H × 800 V) X3241N : F=1,60-1,76 f=21,5-25,8 mm WX3231N : F=1,70-1,87 f=19,2-23,0 mm Hogedruk kwiklamp (180 W) 30-300 inch X3241N : 0,89-10,94 m WX3231N : 0,94-11,58 m 1 W (Mono) Mini D sub 15-pens RGB / Y/PB/PR (dubbel gebruik) Mini D sub 15-pens RGB / Y/PB/PR / MONITOR OUT (veelvuldig gebruik) HDMI Mini DIN 4-pens RCA-penaansluiting, 1 V (p-p), 75 Ω 3,5 mm diam. mini-stereoaansluiting: 1,5 V (rms), 22 kΩ of meer COMPUTER 1 IN/2 IN/VIDEO/S-VIDEO (veelvuldig gebruik) 3,5 mm diam. mini-stereoaansluiting D sub 9-pens (RS-232C) Geschikt voor USB 2.0 High-speed type A; Uitgangsspanning: +5 VDC; voedingsstroom: 500 mA 10BASE-T/100BASE-TX
* Gebruik een geïsoleerde kabel bij het aansluiten van een netwerkkabel.
Los verkocht product PJ Replacement Lamp Type1 PJ Replacement Air filter Type1
99
Andere
Opmerkingen
• Dit model is conform de hogervermelde specificaties. • Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. • Dit model is mogelijk niet compatibel met functies en/of specificaties die in de toekomst kunnen worden toegevoegd.
Specificaties (vervolg) Lijst met ondersteunde signalen (Invoer vanaf Computer) Deze projector ondersteunt de onderstaande RGB-signalen. Houd er evenwel rekening mee dat het scherm flikkering of strepen kan vertonen afhankelijk van het computermodel. In dit geval moet u de projector afstellen. Resolutie
Modus
720 x 400 640 x 480
720x400_85 VGA_60 VGA_72 VGA_75 VGA_85 SVGA_56 SVGA_60 SVGA_72 SVGA_75 SVGA_85 MAC16" XGA_60 XGA_70 XGA_75 XGA_85 MAC19" SXGA1_75 WXGA_60 QuadVGA_60 QuadVGA_85 SXGA3_60 SXGA3_75 SXGA3_85 SXGA+ UXGA_60 UXGA_65 UXGA_70 UXGA_75 UXGA_85
800 x 600
832 x 624 1024 x 768
1152 x 864 *1280 x 800 1280 x 960 1280 x 1024
1400 x 1050 1600 x 1200
Herhalingsfrequentie (Hz) 85,039 59,940 72,809 75,000 85,008 56,250 60,317 72,188 75,000 85,061 74,550 60,004 70,069 75,029 84,997 74,700 75,000 59,880 60,000 85,002 60,020 75,025 85,024 59,978 60,000 65,000 70,000 75,000 85,000
H-frequentie (kHz) 37,927 31,469 37,861 37,500 43,269 35,156 37,879 48,077 46,875 53,674 49,725 48,363 56,476 60,023 68,667 60,134 67,500 49,580 60,000 85,938 63,981 79,976 91,146 65,317 75,000 81,250 87,500 93,750 106,250
Klok (MHz) 35,500 25,175 31,500 31,500 36,000 36,000 40,000 50,000 49,500 56,250 57,283 65,000 75,000 78,750 94,500 79,857 108,000 83,300 108,000 148,500 108,000 135,000 157,500 121,750 162,000 175,500 189,000 202,500 229,500
* 1280 x 800 is alleen voor WX3231N beschikbaar.
Opmerking • Signalen waarvan de resolutie de oorspronkelijke hieronder vermelde resolutie overschrijdt, zullen worden gecomprimeerd. Daardoor kan bepaalde informatie verloren gaan en/of de beeldkwaliteit worden beïnvloed. X3241N : 1024 × 768 dots WX3231N : 1280 × 800 dots
100
Lijst met ondersteunde signalen (Invoer vanaf Y/PB/PR) Signaalformaat 480i(525i)@60Hz 480p(525p)@60Hz 576i(625i)@50Hz 576p(625p)@50Hz 720p(750p)@60Hz 720p(750p)@50Hz 1080i(1125i)@60Hz 1080i(1125i)@50Hz 1080p(1125p)@60Hz 1080p(1125p)@50Hz
fh(kHz) 15,73 31,47 15,63 31,25 45,00 37,50 33,75 28,13 67,50 56,25
fv(Hz) 59,94 59,94 50,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00
Lijst met ondersteunde signalen (Invoer vanaf Video, S-Video) Videomodus NTSC PAL SECAM PAL-M PAL-N PAL-60 NTSC4.43
fh(kHz) 15,73 15,63 15,63 15,73 15,63 15,73 15,73
fv(Hz) 60 50 50 60 50 60 60
fsc(MHz) 3,58 4,43 4,25 of 4,41 3,58 3,58 4,43 4,43
Lijst met ondersteunde signalen (Invoer vanaf HDMI)
Resolutie
Modus
Herhalingsfrequentie of V-frequentie (Hz)
H-frequentie (kHz)
Klok (MHz)
720 x 480 720 x 576
480p(525p) 576p(625p) 720p(750p) 720p(750p) 1080i(1125i) 1080i(1125i) 1080p(1125p) 1080p(1125p) VGA_60 VGA_72 VGA_75 SVGA_60 SVGA_72 SVGA_75 XGA_60 XGA_70 XGA_75 WXGA_60 SXGA3_60 SXGA+
59,94 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 59,940 72,809 75,000 60,317 72,188 75,000 60,004 70,069 75,029 59,880 60,020 59,978
31,469 31,250 45,000 37,500 33,750 28,125 67,500 56,250 31,469 37,861 37,500 37,879 48,077 46,875 48,363 56,476 60,023 49,580 63,981 65,317
27,000 27,000 74,250 74,250 74,250 74,250 148,50 148,50 25,175 31,500 31,500 40,000 50,000 49,500 65,000 75,000 78,750 83,300 108,000 121,750
1280 x 720 1920 x 1080
640 x 480 800 x 600 1024 x 768 * 1280 x 800 1280 x 1024 1400 x 1050
* 1280 x 800 is alleen voor WX3231N beschikbaar.
101
Andere
Aangezien de resoluties of frequenties input van een computer of beeldapparaat variëren en kunnen verschillen met de onderstaande signalen, kunnen de afbeeldingen mogelijk niet correct verschijnen of sommige signaalindelingen niet goed worden gedetecteerd en kan het tonen van de afbeeldingen zelfs mislukken. In dat geval, stel dan uw computer of het apparaat zo in dat een inputsignaal uit de onderstaande lijst kan worden ontvangen.
Specificaties (vervolg) Pentoewijzing van aansluitingen COMPUTER 1 IN, COMPUTER 2 IN en MONITOR 11 6
15 10
1
5
Penbeschrijving Tijdens invoer van Tijdens invoer van RGB Y/PB/PR 1 Videosignaal (R) Kleurverschilsignaal (PR) 2 Videosignaal (G) Luminantiesignaal (Y) 3 Videosignaal (B) Kleurverschilsignaal (PB) 4 GND ∗ 5 GND ∗ 6 GND(R) GND(PR) 7 GND(G) GND(Y) 8 GND(B) GND(PB) 9 N.C ∗ 10 GND ∗ 11 GND ∗ 12 N.C ∗ Horizontaal 13 ∗ synchronisatiesignaal Verticaal 14 ∗ synchronisatiesignaal 15 N.C ∗ ∗ Niets aansluiten. Pen nr.
Mini D sub 15-pens connector Ingangssignaal • RGB Invoer RGB-signalen: 0,7 V (p-p) 75 Ω Horizontaal synchronisatiesignaal: TTL-niveau (pos/neg polariteit) Verticaal synchronisatiesignaal: TTL-niveau (pos/neg polariteit) • Y/PB/PR Invoer Y-signaal: 1,0 V (p-p) 75 Ω PB/PR-signalen: 0,7 V (p-p) 75 Ω
CONTROL-aansluiting
Pentoewijzing
Pen nr. Signaalnaam
D sub 9-pens connector
Beschrijving
1
DCD
Draaggolfsignaal
2
TXD
Verzonden gegevens
3
RXD
Ontvangst van gegevens
4
DTR
Gegevensaansluiting klaar
5
GND
Signaal aarde
6
DSR
Ingestelde gegevens klaar
7
RTS
Verzoek tot verzenden
8
CTS
Toestemming voor verzenden
9
RI
102
Ringindicator
Interfaceformaat 1. Communicatiemethode RS-232C, 9600 bps, geen pariteit, gegevenslengte: 8 bits; Stopbitlengte: 1 bit STX (02 h) Opdracht (3 bytes) ETX (03 h) 2. Communicatieformaat Slechts 1 opdracht geldig per communicatie. 3. Gegevensformaat Voor ingangsopdrachten worden alleen ASCII-conforme alfanumerieke hoofdlettertekens ondersteund. 4. Antwoorden Bevestiging
ACK (06 h) CR(0 Dh) Gegevens ... Normaal beëindigd ACK (06 h) ESC(1 Bh)
... Afgebroken
Geen bevestiging NAK (15 h)
Als opeenvolgende opdrachten moeten worden verzonden, wacht u op het antwoord van de projector voordat u de volgende opdracht verzendt.
Voornaamste opdrachten Item Spanning aan Spanning uit Pictogramdisplay aan Pictogramdisplay uit Automatische instelling (RGB-invoer) Statusdisplay aan Statusdisplay uit
Opdracht PON POF MO0 MO1 PAT DON DOF
Andere
103
©2011
NL NL
Y007-6305