Pijler Nummer 8 - oktober 2013
Admiraal Kopp zegt Defensie vaarwel Techbase-festival moet technici lokken
3
Inhoudsopgave Het zit er op voor vice-admiraal Erik Kopp. Na 38 jaar verlaat hij de dienst met functioneel leeftijdsontslag. Zijn ‘nieuwe leven’ staat in het teken van een wel heel originele baan.
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Mediacentrum Defensie. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Brigitte Teunissen
6 Feest in Doorn
Druk Deltahage, Den Haag
Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Techbase-festival
16
Oplage 10.000 Redactieadres Mediacentrum Defensie Kalvermarkt 38 2511 CB Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon: 070 318 76 42 / 06 22 41 28 91 email:
[email protected]
Van de commandant
Vaarwel admiraal Kopp
Colofon
10 3
Feest op 24 oktober in Doorn. Die dag zwaait de deur van de nieuwe sportaccommodatie van het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg open.
De oude NDSM-werf in Amsterdam is volgende maand het toneel voor Techbase, een grootscheepse wervingsmanifestatie voor techneuten.
En verder:
Voorpagina
Het laatste voorwoord van commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp.
4 Mijn werkplek. Dit keer wapenhersteller Johan Kokx van de KMA. “Ik ben geen hobbyist.” 8 De reacties op de nota van minister Jeanine Hennis-Plasschaert ‘In het belang van Nederland’. 12 Op uitzending. Het was lange tijd onzeker, maar medio deze maand vertrekt luitenant- kolonel Oeno Los van de Divisie Vastgoed & Beveiliging naar Afghanistan. 13 Kort & Krachtig. 14 Op 1 oktober gaat de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie 'nieuwe stijl' (DBBO) van start. 18
De tijd dat de operationele commando’s hun personeelszaken in eigen huis regelden is voorbij. Medio oktober neemt de nieuwe Divisie Personeel & Organisatie Defensie (DPOD) veel klussen over.
20
Foto van de maand.
Pijler Nummer 8 - oktober 2013
Admiraal Kopp zegt Defensie vaarwel Techbase-festival moet technici lokken
Johan Kokx verdient zijn brood als wapenhersteller op de KMA. Hij kan zich geen mooiere werkplek voorstellen.
Nieuw boegbeeld Terwijl ik dit schrijf is mijn opvolger Leonard Kok al druk bezig zich voor te bereiden op mijn opvolging. Zo bracht hij onlangs zijn eerste werkbezoek en maakte hij al kennis met onze klanten en de divisiecommandanten. Dat is nodig, want per 9 oktober ‘is hij ervan’. Dit zijn mijn laatste dagen bij het CDC. Maar ook mijn laatste dagen bij Defensie. Mijn gevoelens zijn tweeledig. Ik ga dit prachtige bedrijf enorm missen. Defensie is uniek. En ik ben er trots op dat ik daarvan deel mocht uitmaken. Ik kwam in 1975 op bij het Koninklijk Instituut voor de Marine. 38 jaar van mijn leven heb ik geïnvesteerd in Defensie. En ik ben daar heel rijk uitgekomen. Maar aan de andere kant ben ik ook blij dat ik Defensie verlaat. Zoals u op pagina zes en zeven kunt lezen, sla ik een nieuwe weg in als molenaar. En daar heb ik heel veel zin in! Defensie is belangrijk in mijn leven, maar niet het enige in mijn leven. Daar waar ik één deur achter mij sluit, open ik een nieuwe deur naar een nieuw leven. U zult vanaf 9 oktober een nieuwe commandant zien. Ik denk dat dit goed is. Iemand van buiten Defensie bovendien, die met een frisse blik tegen onze prachtige organisatie aankijkt. Ik wil hem dan ook in mijn laatste voorwoord heel veel succes toewensen. Niemand kan meer om CDC heen, aan Leonard Kok de eer om het stokje over te nemen. Ik weet in ieder geval dat het CDC bestaat uit prachtige onderdelen met allemaal gedreven mensen. Het was een eer en plezier om met u te mogen samenwerken. Ik hoop dat u kunt zeggen dat dit gevoel wederzijds is.
Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
4
5 Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij, wat maakt hij mee, wat zijn de leuke kanten van zijn baan? Dit keer een bijzondere ‘vogel’, wapenhersteller Johan Kokx van de Koninklijke Militaire Academie.
Als een vis in het water
“Er is niemand die mij op de vingers kijkt. Met die vrijheid moet je wel om kunnen gaan.”
Af en toe klettert de regen keihard tegen de ramen van zijn werkplaats op deze buiige dinsdagochtend. Wapenhersteller Johan Kokx (62) zit aan een hoge tafel. Voor hem ligt een Glock in hoofdgroepen uiteen genomen. Muziek schalt door de ruimte, terwijl Johan fluitend met een poetsdoek de loop van het pistool grondig onderhanden neemt. Hier zit een man in zijn element, dat zie je zo. “Ik voel me soms net ‘Nemo’ uit de film Finding Nemo. Ik ben een klein visje dat hier zwemt in een oceaan van vrijheid.” Tekst: kapitein Klaas Daane Bolier Foto’s: Fons Strijbosch (AVDD)
Al negentien jaar maakt Johan Kokx deel uit van het leven op de KMA. De wapenkamer en de werkplaats aan de kopse kant van gebouw C, ook wel ‘Het Arsenaal’ genoemd, vormen zijn domein. De ramen bieden een mooi uitzicht op de hoofdpoort van het instituut. “Kan ik precies zien wie er te laat komt en wie er eerder naar huis gaat”, grapt Kokx, gevolgd door een bulderende lach die de Brabander veelvuldig door het vertrek laat schallen.
Karbonaadjes
“De KMA heeft het soort huiskamergevoel waarin ik me erg prettig voel.”
“Ik heb het gewoon goed naar mijn zin hier”, vertelt Kokx. “De KMA heeft het soort huiskamergevoel waarin ik me erg prettig voel. Je zit nooit om een praatje verlegen. Er wordt veel gelachen. Maar ook als je problemen hebt, kun je altijd wel bij iemand terecht. Dat vind ik heel waardevol.” Kokx werd in 1971 als dienstplichtig soldaat opgeleid tot wapenhersteller en vervulde zijn dienstplicht in Stroe. “Man, daar ging een hele nieuwe wereld voor me open! Ik was een teruggetrokken jongen uit Baarle-Nassau en daar zat je dan ineens met heel veel mensen om je heen in een geweldige sfeer. Ik was de wapenhersteller van 11 Bevocompagnie. Daar werkten veel koks en chauffeurs. Ik poetste hun wapens en in ruil daarvoor kreeg ik dan drie karbonaadjes in de keuken. Begrijp je wel?”
Na zijn diensttijd kreeg Kokx de kans om als burger wapenhersteller aan de slag te gaan. “Het was dát of weer terug de fabriek in als bankwerker. Ik had het zo goed naar mijn zin gehad bij Defensie dat de keus niet moeilijk was.” Na vele functies op kazernes in Breda, maakte hij in 1994 zijn entree op de KMA. “Dat was even wennen. Andere onderdelen keken altijd een beetje vreemd tegen de KMA aan. Ikzelf ook. Een gesloten instituut met eigen regels en wetten... Op de KMA kon altijd alles wat ergens anders niet kon. Maar langzamerhand neemt de gemeenschap je op.”
Stijfsel Het belangrijkste verschil met de andere eenheden is (uiteraard) de omgang met de cadetten. “Daar heb ik in het begin wel problemen mee gehad. Dat wil zeggen: met de instructeurs. Dan stonden die cadetten me daar, strak in de houding als een pot stijfsel. En maar ‘uwen’ en ‘meneren’... Dan stuurde ik ze gelijk weer naar buiten met de boodschap: ‘dat gaan we nog eens doen. Ik heet gewoon Johan.’ Nou, dat was niet de bedoeling. ‘We moeten die cadetten hier vormen en normen en waarden bijbrengen, Johan’. ’Ja prima, dat doen jullie maar, maar bij mij moet het gewoon gezellig zijn. Ik vind het belangrijk dat iedereen hier een praatje kan maken, zonder dat formele gedoe. Leuk is trou-
wens ook dat je zoveel mensen leert kennen in de organisatie, als je zolang meeloopt als ik. Mijn baas hier is een overste die ik als leerling op het Opleidingscentrum Officieren Speciale Diensten (OCOSD) nog een poetsdoek in de handen heb gedrukt ‘Hier muppet, poetsen!’ zei ik dan tegen hem.”
Prutswerk Hoewel Johan de hele dag omringd is door wapens, heeft hij er niet zoveel mee. “Het is geen hobby van me. Kijk, een wapen is een mooi stukje techniek. Er komt een hoop prutswerk kijken bij het herstellen. Daar kan ik wel van genieten, maar ik ben geen hobbyist of zo. Dat moet ook niet, denk ik. Als er dan iemand met
“Ik sta er altijd als het moet” een kapot wapen komt, dan zou je als hobbyist veel te veel de neiging hebben om daar een ellenlang verhaal over te vertellen. Daar zit niemand op te wachten. Ik moet er gewoon voor zorgen dat hij zo snel mogelijk weer kan schieten.”
Belangrijk Het zijn dus niet de wapens die ervoor zorgen dat Johan iedere dag met veel plezier naar zijn werkplek komt. “Dat is het contact met de mensen en de vrijheid die ik hier geniet. Er is niemand die je op de vingers kijkt. Met die vrijheid moet je overigens wel om kunnen gaan. Maar dat is voor mij geen probleem. Ik ben heel flexibel. Als het nodig is, kunnen ze mij dag en nacht bellen. Ik stap fluitend in de auto.” Kokx gelooft heilig in het principe dat ‘je alles wat je geeft ook weer terugkrijgt’. “Ik sta er altijd als het moet en aan de andere kant is het geen probleem als ik een keertje wat eerder wegga. Dat vind ik een fijne manier van werken. Ik ben blij dat ik dat hier kan doen.”
6
7 Volgens Kopp is het CDC de afgelopen jaren steeds professioneler en efficiënter geworden. Het bijstaan en het - zoals Kopp het noemt ‘ontzorgen’ van de operationele commando’s lukt steeds beter. “We hoeven niet meer voor ons bestaansrecht te knokken.” Volgens de afzwaaiende admiraal is er ook meer begrip gekomen voor de manier van werken van het CDC. Dat blijkt wel uit de contacten met de operationele commando’s. Die zijn sterk verbeterd, weet hij. “In mijn contacten kreeg ik ook wel kritiek op het functioneren van het CDC. Dat beschouwde ik altijd als een gratis advies”, lacht Kopp. In zijn ogen zijn er ook aandachtspunten. De divisies doen goed werk, maar zouden nog beter kunnen samenwerken, concludeert hij. Verder weten de klanten van het CDC niet altijd waar ze voor hulp moeten aankloppen. De oplossing volgens Kopp: één frontoffice voor iedereen.
Opnieuw inleveren
Kopp trek op 9 oktober de deur van Defensie met een tevreden gevoel achter zich dicht.
CDC-commandant Kopp zegt Defensie na 38 jaar vaarwel
“Kritiek beschouwde ik altijd als een gratis advies” Wie denkt dat de huidige commandant van het CDC na zijn functioneel leeftijdsontslag achter de geraniums gaat zitten, heeft het mis. Vice-admiraal Erik Kopp gooit het over een andere boeg en wordt molenaar. Foto’s: Hans Lebbe (AVDD)
Afgelopen mei startte vice-admiraal Erik Kopp in het Zuid-Hollandse Hazerswoude aan de molenaarsopleiding die twee jaar duurt. De belangstelling van Kopp voor molens kwam bovendrijven tijdens zijn wandeltochten in het Groene Hart van Zuid-Holland. Daarmee bereidde hij zich voor op de Vierdaagse. ”Ik vond molens altijd al mooi. Nadat een vriend me nog enthousiaster had gemaakt, begon ik begin dit jaar te googlen: ‘hoe word ik molenaar?’ In mijn nieuwe baan hoop ik een bijdrage te leveren aan het in tact houden van het nationaal erfgoed.”
Half jaar Kopp zegt Defensie op 9 oktober vaarwel. Hij was 38 jaar militair. Sinds 2011 werkt hij bij het CDC. Eerst als plaatsvervangend commandant, later als waarnemend commandant. Sinds april 2012 fungeert hij officieel als eerste man. Het duurde zeker een half jaar voordat hij gewend was aan het CDC, vertelt Kopp. “Ik realiseerde me vooraf niet dat het met al die divisies en afdelingen zo’n diverse organisatie was. Bovendien moest ik plotseling een mening hebben over allerlei dossiers en andere zaken waar ik niets van afwist. Maar gaandeweg leerde ik van het CDC te houden.”
Kopp trekt de deur van Defensie achter zich dicht in een voor Defensie (opnieuw) turbulente periode. De Miljoenennota is uit, minister Hennis-Plasschaert presenteerde haar toekomstvisie. In beide gevallen moet Defensie opnieuw inleveren. Kopp probeert met zijn lijfspreuk ‘do not fight the setting’ ook deze situatie te duiden. “Ik houd mijn personeel altijd voor dat Defensie qua bezuinigingen nooit meer in rustig vaarwater komt. Als mensen daarover klagen, zeg ik: ‘dit is de nieuwe situatie. Laat de moed niet zakken, probeer het beste te maken van de situatie.’ Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik altijd voor het personeel probeerde te ‘staan’.” Overigens is dit niet de eerste reorganisatie die de vice-admiraal meemaakt. Zo kreeg hij in 2002 als commandant Marinevliegkamp Valkenburg de opdracht het ‘veld’ vanwege de bezuinigingen te sluiten. Een zware periode, blikt hij terug. “Het kostte me veel hoofdbrekens om iedereen gemotiveerd te houden. Gelukkig lukte het goed om het grootste deel van het overtollige personeel naar een baan in de civiele luchtvaart te bemiddelen.”
Fantastisch Kopp, zoon van een marineofficier, kwam in 1975 als adelborst op bij het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder. Hij koos voor de Marineluchtvaartdienst (MLD), omdat het beroep van vlieger hem wel avontuurlijk leek. “Op een dag zei de leiding van het squa-
dron tegen me: ‘hier, een vliegtuig. Vlieg maar naar IJsland’. Dat vond ik fantastisch”, vertelt de admiraal. Na de MLD vervulde Kopp volgens eigen zeggen opnieuw interessante functies. Zowel op het operationele als op het bestuurlijke vlak. “Ik kon mijn energie en talenten in al mijn banen goed kwijt.” Eén van de mooiste: hoofd Operationele Dienst van Vliegtuigsquadron 320 op het Marinevliegkamp Valkenburg. “Ik was een soort bepalende factor en stond tegelijkertijd midden tussen de mannen”, weet Kopp. Vooral aan de operaties met de Lockheed Orion maritieme patrouillevliegtuigen van de MLD bewaart hij fijne herinneringen. Vaak joeg hij met zijn bemanning vanaf de basis Keflavik op IJsland op onbekende, meestal Russische onderzeeboten in de Noordelijke IJszee. “Het was altijd heel spannend om er één te vinden, bij te houden en een hot hand over (overdracht; red.) te doen aan onze opvolgers. Een cold hand over probeerden we uiteraard te voorkomen. Dat betekende dat je de onderzeeboot was kwijtgeraakt. Nee, dat heb ik nooit meegemaakt. Wel misten mijn bemanning en ik door een foute interpretatie van gegevens een keer een sub. Dachten we dat het om een olieproductieplatform ging... Ik sliep die nacht slecht.”
Graag veranderen Vanaf 9 oktober zal Kopp dus na 38 jaar afscheid nemen van Defensie. Als molenaar denkt Kopp zijn bij Defensie opgedane kennis goed te kunnen gebruiken. Een molenaar krijgt namelijk ook te maken met leiderschap, ARBO, veiligheid, onderhoud, budgetten, weerkunde, management, legt hij uit. Kopp
"Ik kon mijn energie en talenten in al mijn banen goed kwijt" ziet er erg naar uit om aan zijn ‘nieuwe leven’ te beginnen. “Ik leer zo wat nieuws en mag bovendien graag veranderen.” Maar Defensie zal altijd deel blijven uitmaken van zijn leven. “De vele herinneringen aan de hoogte- en dieptepunten, de onderlinge kameraadschap en het teamwork, de operaties en het plezier met collega’s.” Daaraan denkt Kopp als hij terugdenkt aan ‘een onvergetelijke periode’. Ik wens mijn opvolger Leonard Kok veel succes. Commandant zijn van het CDC is uitdagend, eervol en geeft heel veel voldoening”.
Het kostte Kopp zeker een half jaar om aan het CDC te wennen.
Leonard Kok De nieuwe commandant van het CDC, Leonard Kok, werkte de afgelopen jaren voor de gemeente Den Haag, als algemeen directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling. Eerder was hij onder meer plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie en directeur van de directie Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën. Kok is niet onbekend met Defensie. Hij vervulde in de periode 1988-1989 zijn militaire dienstplicht als aspirant-reserve officier bij de Koninklijke Marechaussee. Kok is getrouwd en vader van drie dochters.
8
9 Toekomstnota ‘In het belang van Nederland’: 46 miljoen bezuinigen
“Logisch dat het CDC kleiner wordt…niet leuk”
Tot teleurstelling van Van Daalen levert het Korps Mariniers een bataljon in en sluiten marinierskazernes. “Maar ik begrijp het wel. Het zit hem allemaal in de financiën, hè.” Volgens Van Daalen zouden de werving en het imago van Defensie door de nieuwe bezuinigingen wel eens een tik kunnen krijgen. “En dat terwijl ik trots ben op het Korps Mariniers en op Defensie.” Opnieuw onzeker Simone Hegie kwam in 1981 in dienst van Defensie en vindt werken daar ondanks alle bezuinigingsoperaties nog steeds de moeite waard. Maar door ‘In het belang van Nederland’ gaat de lol er wel een beetje vanaf,
“Als ik op mijn leeftijd werkloos raak, zit ik met een probleem” bekende de medewerkster van de afdeling Vraag- en Aanbodmanagement (VAM). Hoe de gevolgen voor haar persoonlijk uitpakken? Daar heeft ze nog geen idee van. Zeker is wel dat haar toekomst bij het CDC opnieuw onzeker is. “Als ik op mijn leeftijd (49) werkloos raak, zit ik met een probleem. Maar ik houd hoop. Ik sta immers nog niet op straat. Overal in de maatschappij wordt bezuinigd. Die tendens moeten we accepteren.” Dat de bezuinigingen zich opstapelen, maakt het werken er volgens kapitein (KL) Maud Laeven-Janssen (Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie) niet makkelijker op. Laeven probeert het tot 2016 ‘uit te zingen’. “Dan loopt mijn contract met Defensie af.” Volgens Marcel Jordaan van het nieuwe Financieel Administratie- en Beheerkantoor (FABK) mag Defensie in deze bezuinigingstijd blij zijn met zoveel loyaal personeel. “Daardoor kunnen we aan onze verplichtingen blijven voldoen.”
Vice-admiraal Kopp tijdens zijn ‘zeepkistsessie’ in de Kormhout Kazerne.
“Ik vind het wel logisch dat het CDC kleiner wordt, al is dat natuurlijk niet leuk. Het aantal militairen bij de operationele commando’s daalt immers ook.” Adjudant der mariniers Martin van Daalen neemt de consequenties van de nota ‘In het belang van Nederland’ van minister Jeanine HennisPlasschaert nuchter op. De CDC-adjudant bezocht op Prinsjesdag de door vice-admiraal Erik Kopp belegde ‘zeepkistsessie’ over het voor Defensie zo belangrijke beleidsstuk.
De marinier in hart en nieren Van Daalen fronste begrijpelijk de wenkbrauwen bij het marinehoofdstuk van ‘In het belang van Nederland’. Het Joint Support Ship (JSS) in aanbouw voor de Koninklijke Marine, de Karel Doorman, vaart nooit onder marinevlag, omdat het in de verkoop gaat. Jammer, vindt van Daalen, het schip was in zijn ogen hét symbool van waar mariniers goed in zijn: amfibische operaties. Overigens komt voor de Karel Doorman een tanker terug.
Marcel Jordaan.
“Stevige bezuiniging, maar geen dramatische” ‘In het belang van Nederland’ galmde vooral door de Joint Strike Fighter-kwestie nog even na, maar de gemoederen lijken nu enigszins te zijn bedaard. Heel vervelend, het CDC raakt door de nota bovenop de lopende reorganisatie nog eens circa 460 functies kwijt. Defensiebreed verdwijnen er 2300 tot 2400 banen extra. Geen fraaie boodschap, maar de gemaakte keuzes, hoe hard ook, zijn goed doordacht”, aldus Kopp tijdens de presentatie. “Het CDC-blijft super relevant.” De toekomstnota kwam er omdat het financiële huishoudboekje van Defensie niet op orde was, legde Kopp uit. Het ministerie stond onder curatele van de Algemene Rekenkamer en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Verder speelt de financieel-economische crisis een rol. “Dat komt allemaal in de nota samen”, vertelde Kopp. Het ministerie moet het volgens ‘In het belang van Nederland’ jaarlijks met 384 miljoen euro minder doen. Dit komt bovenop de bezuinigingen van één miljard euro uit de beleidsbrief van 2011. “De onbalans tussen financiën en middelen moet worden gerepareerd”, hield Kopp de verzamelde CDC’ers voor. Maar, vond hij, de krijgsmacht blijft veelzijdig en op alle niveaus inzetbaar. Dat komt ook omdat Defensie nog meer internationaal gaat samenwerken. “Betaalbaar blijven op de langere termijn, dáár zetten we op in”, vatte Kopp samen.
Meer samenwerken Dat neemt niet weg dat de ambities van de krijgsmacht omlaag gaan. Daarmee doelde Kopp op de samenhang tussen omvang en duur van missies. Consequentie: de operationele commando’s en het CDC krijgen weer een knauw. Wat het CDC betreft: dat levert tussen 2014 en 2018 46 miljoen euro in, waarvan negentien miljoen uit bedrijfsvoering. Daarnaast verdwijnen, zoals aangegeven, nog eens circa 460 vte’en. Om de doelen te bereiken, gaat het CDC (nog) meer samenwerken met andere departementen, legde Kopp uit. “Dat kan en dat moet.” Alle vastgoedactiviteiten bijvoorbeeld krijgen een plek in het nieuw te vormen Rijks Vastgoed Bedrijf. Verder besteedt het CDC diensten uit, zoals DBBS en Paresto. “We hopen zo goedkoper uit te komen”, schetste Kopp. Defensie zet behoorlijk vaart achter ‘In het belang van Nederland’. Op 23 september, een krappe week na de presentatie, besprak het Departementaal Beraad de opdracht voor het CDC. In januari 2014 komt het transitieplan op tafel, op de 22ste van die maand gevolgd door een ‘terugkoppeldag’ voor commandanten. In 2018 moet de klus geklaard zijn. Kopp: “Het is een stevige bezuiniging, maar geen dramatische.”
Op sleeptouw Kopp adviseerde iedereen om zijn werk in deze opnieuw onzekere tijd zo goed mogelijk te blijven doen. “Denk mee hoe we de klus samen kunnen klaren. De CDC-leiding neemt u op sleeptouw.”
De nota ‘In het belang van Nederland’ staat in zijn geheel op intranet en op www.defensie.nl.
Simone Hegie.
Adjudant der mariniers Van Daalen.
Kapitein Maud Laeven.
10
11 Nieuwe sportaccommodatie eind oktober open
Het MRC als inspiratiebron Geen enkele militair reist voor zijn lol naar het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg (MRC) in Doorn. Maar vanaf eind oktober zou je dat toch bijna gaan denken. Op de 24ste zwaait de deur van de nieuwe sport- en trainings-accommodatie open. “Mensen die moeten revalideren komen hier in een soort walhalla terecht”, meent het hoofd Algemene Dienst van het MRC, adjudant Marcel Dries. Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: Hans Lebbe (AVDD)
Boegbeeld van het nieuwe complex is de Zero Gravity Treadmill. Een loopband in een kunststof ‘tentje’ waarin een therapeut de zwaartekracht regelt. De revaliderende militair traint zo onbelast of met minder belasting. Daardoor raken kapot kraakbeen of gekwetste spieren niet verder beschadigd, weet Dries. In de Zero Gravity Treadmill kan onder invloed van de zwaartekracht de belasting van het lichaam ook worden opgevoerd. “De revalidant keert zo langzaam maar zeker terug naar hardlopen onder normale omstandigheden”, vertelt Dries.
Kantelen Nog een pronkstuk van het MRC: het 25-meter zwembad met verstelbare bodem en jetstream. Daarin zijn hydrotherapie, aquafitness en -jogging mogelijk, maar ook gewone therapievormen, legt MRC-
In het 25 meter zwembad met verstelbare bodem en jetstream zijn uiteenlopende vormen van therapie mogelijk.
Adjudant Marcel Dries test een fonkelnieuw fitnessapparaat.
Blik in de sporthal met verende vloer.
commandant luitenant-kolonel Jeroen Hulst uit. “Bewegen in water geeft weinig tot geen druk op de gewrichten. Dat is ideaal voor je herstel.”
bouw van de sportaccommodatie nooit ‘ja, maar‘ wilde horen. We wilden vooruit.”
De verstelbare bodem stelt therapeuten in staat om revalidatietherapieën op alle ‘niveaus’ te regelen. De vloer kan bovendien kantelen, waardoor onderwater trainingen ‘met weerstand’ mogelijk zijn. Zo kan de revalidant tegen de gekantelde bodem omhoog lopen, legt Dries uit.
De nieuwe sportaccommodatie van het MRC herbergt nog meer snufjes. Zo is alle apparatuur, zoals de klimaatbeheersing, computergestuurd. Dit betekent dat de hele boel ’s avonds automatisch uitschakelt. “Behalve natuurlijk apparaten die per sé aan moeten blijven”, benadrukt Dries. Verder mag de fitness- en cardioapparatuur er wezen. “Het neusje van de zalm”, vindt Dries.
“Revaliderende mensen kunnen vaak meer dan ze denken” De bezoekers van de nieuwe sportaccommodatie kunnen in het bad aan de hand van clinics kennismaken met voor hen geschikte sporten als duiken. Niet zelden gaat er dan voor hen een nieuwe wereld open, zegt Hulst. “’Revaliderende mensen kunnen vaak meer dan ze denken. Met onze therapeuten en het grote aanbod van hulpmiddelen krijgen we iedereen weer in beweging. Het MRC denkt in mogelijkheden in plaats van in beperkingen. Dat was ook de reden waarom ik tijdens de
Computergestuurd
Alle apparaten hebben een ingang voor een USB-stick, ‘sleutel’ geheten. Daarop zet de therapeut een programma en als de revalidant de sleutel vervolgens in het trainingsapparaat plugt, kan hij op een display nagaan wat hij moet doen. “De sleutel registreert ook als iemand zijn doelen niet haalt”, legt Dries uit. Op de apparaten, type Technogym, kan een Smart Phone worden aangesloten. Daardoor kan de MRC-‘klant’ zijn programma en andere vitale revalidatiegegevens altijd en overal bekijken, aldus Dries.
Inspiratie Hulst stelt het onomwonden. Het sportcomplex voldoet aan de modernste normen in ons land, als het om sportmogelijkheden in een revalidatieruimte gaat. “Ik ben ervan overtuigd dat onze revalidanten er inspiratie uit putten en nieuw toekomstperspectief krijgen.”
“Iedereen weer actief aan het leven laten meedoen” De voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe sportaccommodatie startten in 2005. De oude (bouwjaar 1960) was te klein, de hygiëne en sanitaire voorzieningen onvoldoende, de hoeveelheid trainingsapparatuur minimaal, vertelt Hulst, sinds 2012 commandant MRC. Volgens hem kan het MRC met de nieuwe sporthal zijn missie nog beter uitvoeren: ‘het weer terugbrengen van revaliderende militairen naar operationele inzetbaarheid, en, als dat niet kan, naar het maximaal haalbare’. “Of, zoals we binnen het MRC zeggen: terug naar fit for life”, vult Hulst aan. “Dat houdt in dat we proberen om iedereen weer actief aan het leven te laten meedoen.” MRC-commandant luitenant-kolonel Jeroen Hulst denkt dat de revalidanten inspiratie zullen putten uit de nieuwe sporthal.
12
13 aanwezigheid van de ISAF-vredesmacht in Afghanistan is in zicht, het aantal buitenlandse militairen daar loopt terug. “Ik ben benieuwd in hoeverre Afghaanse commandanten de hulp van de vredesmacht nog willen. Het is allemaal afwachten geblazen”, denkt Los.
Op uitzending
In deze rubriek staat een militair of burger van het Commando DienstenCentra centraal die naar het buitenland is of was uitgezonden, of daarvoor op de nominatie staat. Luitenant-kolonel ing. Oeno Los van de Divisie Vastgoed & Beveiliging gaat medio oktober in Mazar-e-Sharif aan de slag als officier Infrastructuur annex genist.
“De opleiding heeft een stuk onzekerheid bij me weggenomen” Los liep zich dit voorjaar al warm voor zijn uitzending, toen de inhoud van zijn functie in Afghanistan plotseling veranderde. Het gevolg: wekenlange onzekerheid over zijn vertrek. Ga ik wel, ga ik niet? Na een ‘list’ stapt Los op 22 oktober toch in het vliegtuig. “Ik ben ervan overtuigd dat ik met mijn nieuwe vaardigheden voldoende inhoud aan mijn werk kan geven.” Tekst: Jack Oosthoek Foto: Wim Salis (AVDD)
Nadat Los in maart hoorde dat hij op missie ging, kwam onverwacht de International Security and Assistance Force (ISAF) op het net. De uit te zenden Nederlandse officier Infrastructuur dient (brede) genie-ervaring hebben, want hij helpt mee bij het op poten zetten van geniecapaciteit voor het Afghaanse leger. Maar de luchtmachtmilitair Los is helemaal geen genist. “Ik ben bouwkundig opgeleid en heb geen genie-ervaring”, legt hij uit.
Voldoende kennis Wat nu? Niet voor een gat te vangen, belde Los met het Opleidings- en Trainingscentrum Genie van de Landmacht. Of hij daar terecht
Onhandig tijdstip De missie is voor Los niet alleen bijzonder omdat hij daar voor hem vreemd werk moet doen. Hij gaat voor het eerst zes maanden op pad, in plaats van vier zoals bij de Luchtmacht gebruikelijk is. Los tilt er niet zwaar aan. Hij vindt het wel jammer dat de reis op een voor hem onhandig tijdstip komt. Medio november wordt zijn nieuwe huis in Leeuwarden opgeleverd. “Ik moet me daarop in de aanloop naar mijn uitzending voorbereiden, terwijl ik het al druk genoeg heb”, verzucht hij. “Daar komt bij dat de oplevering van mijn huis en de verhuizing nu op het dak van mijn gezin terecht komen. Dat had ik graag anders gezien. Aan de andere kant is er altijd wel een reden waarom een missie ongelegen komt. Als een militair voor een uitzending wordt aangewezen, gaat hij gewoon. Zo werkt dat.”
“Ik zoek altijd serieus naar een oplossing” Los is in Nederland adviseur Accountmanagement van de Divisie Vastgoed & Beveiliging. Dat betekent dat hij vraagbaak is voor de klanten van de divisie, zoals de Defensieonderdelen, IVENT en de Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO). De divisie heeft ook externe relaties. Dat zijn de in Nederland gestationeerde eenheden van buitenlandse krijgsmachten en overheidsorganisaties als de Dienst der Domeinen. Maar ook burgerinstanties die gebruik maken van Defensiefaciliteiten. Denk aan zweefvliegclubs op militaire vliegbases in ons land. Afspraken vervallen Als accountmanager krijgt Los veel vragen over interne procedures en processen. Dat komt omdat door reorganisaties en nieuwe organisatiestructuren afspraken vervallen zijn of achterhaald, en nieuwe moeten worden gemaakt. Zo veranderde er dit jaar nogal wat aan de mogelijkheid voor commandanten om infrastructurele voorzieningen zelf te regelen, vertelt Los. Tot eind 2012 konden zij uit eigen budget tot een bedrag van maximaal 250.000 euro aan kleine bouwprojecten besteden. Vervolgens gaven ze die in opdracht aan de Dienst Vastgoed Defensie. Met ingang van dit jaar zijn de commandanten de greep op het eigen budget kwijt. De hoogte daarvan wordt nu door de Defensiestaf vastgesteld. Vervolgens gaat het budget naar de Divisie Vastgoed & Beveiliging. “Dit vraagt om vragen”, weet Los. Te laat Soms trekken klanten bij de Divisie Vastgoed & Beveiliging aan de bel met een in eerste instantie onmogelijk verzoek. “Sommigen bijvoorbeeld vragen in september om vóór het einde van het jaar een bouwproject te mogen realiseren”, vertelt Los. “Het betreffende budget geldt namelijk alleen voor dát jaar. Ja, zo’n verzoek komt natuurlijk veel te laat. Aan de andere kant is het mijn taak om met de klanten mee te denken. Ik zoek altijd serieus naar een oplossing. Een tevreden klant staat hoog in mijn vaandel.”
Kort & Krachtig Door een speciale genieopleiding bij de landmacht, verwacht de bouwkundige Los in Afghanistan aardig uit de voeten te kunnen.
kon voor een introductiecursus? Ja, dat kon. Volgens eigen zeggen reist hij nu met ‘voldoende kennis van zaken’ naar Afghanistan. “De opleiding bij het OTC Genie heeft een stuk onzekerheid bij me weggenomen”, zegt Los. “Ik houd er niet van om werk te doen waar ik geen verstand van heb. Alle zaken waar ik mee te maken krijg, wil ik zo snel mogelijk kunnen bevatten.” Toch blijft er een ‘maar’, benadrukt Los die gewend is om bouwprojecten te regelen. Punt uit. Het werk van officier Infrastructuur zónder het geniepakket, was hem waarschijnlijk beter op het lijf geschreven geweest, denkt hij. “Maar
ik heb er nog steeds zin in. De gevaren? Niet teveel bij stilstaan, gewoon goed opletten.”
Om de tafel In Afghanistan gaat Los na wat de Afghaanse strijdkrachten op dit moment op geniegebied kunnen. Ook moet hij in kaart brengen op welke fronten de militairen opleiding en training nodig hebben. Daarover gaat hij om de tafel zitten met Afghaanse commandanten en rapporteert vervolgens aan het regionaal hoofdkwartier van ISAF in Mazar-e-Sharif. Los vraagt zich ook af hoe druk hij het in Afghanistan krijgt. Het einde van de
Opening academisch jaar in teken van leiderschap
Divisie F&L zoekt ‘personeel’ voor Roparun
“Defensie heeft officieren nodig die zowel een leider, krijger als diplomaat kunnen zijn.” De Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, zei dat onlangs bij de opening van het academisch jaar van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). Die was in de Grote Kerk in Breda.
De Divisie Facilitair & Logistiek zoekt geoefende lopers, fietsers, chauffeurs en sportmasseurs voor zijn team dat met Pinksteren 2014 aan de Roparun meedoet. Dat is een hardloopestafette van Parijs naar Rotterdam en sinds 2012 ook van Hamburg naar de Maasstad. De deelnemers brengen geld bijeen voor de behandeling van kankerpatiënten. Dat gebeurt onder het motto ‘leven toevoegen aan de dagen waar vaak geen dagen toegevoegd kunnen worden aan het leven’. De ploeg van DF&L loopt volgend jaar van Parijs naar Rotterdam.
In totaal zijn dit jaar 308 aspirant officieren opgekomen bij Defensie. 118 adelborsten bij het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder en 190 cadetten voor land-, luchtmacht en marechaussee bij de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Dat zijn er iets meer dan vorig jaar. Zoals altijd reikte de Faculteit Militaire Wetenschappen van de NLDA tijdens de De NLDA verzorgt voor Defensie de militaire opening van het academisch jaar de prijs uit opleiding tot officier, de persoonsvorming en voor beste bachelorscriptie. Die is vernoemd het academisch onderwijs. Daarmee levert de naar commandeur buiten dienst ir. Hein academie een belangrijke bijdrage aan profesSabelis. Dit jaar ging de prijs naar luitenantsioneel leiderschap binnen de krijgsmacht. “De ter-zee 3 Stephan Krul voor zijn scriptie basis daarvan zit in een combinatie van fysieke, persoonlijke en wetenschappelijke vorming. Vor- Intercepting a rocket-boosted anti-ship missile. ming die nergens anders in Nederland te vinden is en waar de NLDA uniek in is”, zei Middendorp.
Meer informatie en aanmeldingen bij Fred Augenbroe,
[email protected]. Zie ook www.Roparun.nl
14
15 Vernieuwde Bewakings- en Beveiligingsorganisatie op haar taak toegesneden
Succesvol en beheerst beveiligen Verder ziet hij in de nieuwe functie ‘commandant Patrouillegebied’ (vergelijkbaar met pelotonscommandant) een uitgelezen kans om het interne leiderschap te versterken. Het gaat namelijk om een verantwoordelijke baan, wil Ten Anscher maar zeggen.
Spanningen Ten Anscher moet ook nog een paar problemen oplossen. Zo veroorzaakt het vergrijzende personeelsbestand van de DBBO onbedoeld spanningen. Medewerkers van 55 jaar en ouder mogen namelijk gebruik maken van het recht om ’s nachts niet te hoeven werken. Ten Anscher wil voorkomen dat jonger personeel hierdoor te zwaar wordt belast.
De beveiligers van DBBO zijn te herkennen aan een blauw tenue.
24 uur per dag en zeven dagen per week de defensielocaties binnen Nederland bewaken en beveiligen. Dat is de taak van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO). Per 1 oktober 'staat' er een vernieuwde organisatie die op haar taken is toegesneden. Tekst: korporaal 1 Thijs Imandt Foto’s: Wim Salis (AVDD)
In het verleden zorgde elk Defensieonderdeel zelf voor de bewaking. Maar sinds 2011 vallen alle bewakers en beveiligers van de Defensieonderdelen onder de DBBO. Sinds de oprichting is
er veel bereikt. Zo zijn er afspraken gemaakt met de defensieonderdelen. Ze zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Bewakingsplattegrond’. Daarin staat per locatie aangegeven hoeveel functies moeten worden
ingevuld om de ‘Te Beschermen Belangen’ (TBB’en) maximaal te beveiligen. Op basis van de studie ‘Succesvol en beheerst beveiligen’ is de bedrijfsvoering van de DBBO gestroomlijnd. Zodoende is er nu een organisatie die op haar taken is toegesneden. “Het omklapmoment van 1 oktober is een mijlpaal voor onze organisatie”, zegt commandant DBBO, kolonel Niels ten Anscher.
Flink omhoog Om de beveiliging van de TBB’en dag en nacht te garanderen, staat er sinds 1 oktober ‘een organisatie die in balans is´, zegt Ten
Anscher. Volgens hem kan daarin het percentage te draaien diensten flink omhoog. “En dat zonder roofbouw op de mensen te plegen”, benadrukt hij. Bovendien, merkt hij op, kan de werklast nu beter worden verdeeld. “Dat komt omdat we nog meer dan vroeger de juiste mensen op de juiste functies hebben.” In de nabije toekomst willen Ten Anscher en zijn staf de relatie met de Defensieonderdelen verder verbeteren. Ook gaan ze intensiever samenwerken met de servicebalies op de kazernes. Dit komt de kwaliteit van het DBBO-werk ten goede, verwacht hij.
Daarnaast wil Ten Anscher de lichamelijke en mentale inzetbaarheid van het personeel verbeteren. Hoe precies, dat wordt nog onderzocht. Ten Anscher wil ook laten zien dat de DBBO middenin de Defensieorganisatie ‘stáát’. “De meeste mensen zien beveiligers aan de poort die toegangscontrole uitvoeren”, legt hij uit. “Het ontgaat ze dat de DBBO permanent bewapende patrouilles onderweg heeft, die observeren en ingrijpen als dat nodig is.” DBBO-commandant Ten Anscher.
Door vaker te overleggen met de lokale servicebalies, wil Ten Anscher het beeld van de DBBO verbeteren. Verder is er een embleem voor alle bedrijfskleding. “Dit moet allemaal bijdragen aan de herkenbaarheid van de beveiligers”, aldus Ten Anscher.
Eén organisatie Eind dit jaar ziet een DBBOboek over de geschiedenis van de bewakingsorganisaties van Defensie het licht. Dat markeert een lange periode van diversiteit in bewaking en beveiliging bij Defensie. Vanaf nu gaat de DBBO de geschiedenis in als één organisatie die zich richt op de bewaking en beveiliging van de Te Beschermen Belangen van Defensie. Ten Anscher: “Veel DBBO’ers werkten jaren in een bepaalde cultuur. Dat haal je er niet zomaar uit, wat ook niet per sé hoeft. Waar het om gaat is, dat we uit die cultuur zaken halen die in de DBBO goed van pas komen. Voor de hele organisatie gelden kernwaarden. Deze zijn: betrouwbaarheid, samenwerking, professionaliteit, communicatie en verantwoordelijkheid. Dat is hoe we zijn, dáár staan we voor.”
De DBBO heeft nog meer dan vroeger de juiste man op de juiste plaats.
Het nieuwe logo van de DBBO voor de werkkleding.
Wat gebeurde er tot 1 oktober 2013? 2008: De bewaking- en beveiligingsorganisatie van Defensie krijgt tot 2018 een besparing opgelegd van vele miljoenen euro’s. Daarmee eindigt een tijdperk waarin de onderdelen de eigen bewaking en beveiliging grotendeels zelf regelden.
2012- 2013: Fase 2 van de oprichting DBBO: het stroomlijnen van de bedrijfsvoering en het samensmelten van de verschillende culturen.
23 juni 2013 - 23 september 2013: Door de transformatie van ‘eigen’ bewaking- en 2010: Definitief Reorganisatiebeveiligingsonderdelen naar plan DBBO geaccordeerd. één DBBO, vervallen veel beveiligingsfuncties. 1 januari 2011: Oprichting in Tegelijkertijd kwamen er Utrecht van de staf van de nieuwe bij, zoals commannieuwe DBBO, plus de regionale dant Patrouillegebied en staven Zuid, Noord en West en commandant Interventiede indeling in negentien beveiliteam. In juni 2013 startte de gingsgebieden (fase 1). Opdracht: vacature- en selectieprocezet een adequaat en vooral dure en kwam een persoefficiënt systeem van bewaking neelsvullingsplan op tafel. en beveiliging op poten voor de Vervolgens kon iedereen beveiligingsgebieden in ons land solliciteren. Begin september en in het Caribisch Gebied. De vier kreeg het personeel de uitslag operationele commando’s geven te horen. Rond 23 september aan wat op hun terrein de Te ontvingen de DBBO-medeBeschermen Belangen zijn. werkers hun nieuwe functie Denk aan een wapenkamer of toewijzingsbeschikkingen. wapensysteem. Aan DBBO de taak de beveiliging daarvan te 1 oktober 2013: Afronding regelen aan de hand van het oprichting DBBO, bestaande Defensie Beveiligingsbeleid uit 1.739 vte (tachtig procent (DBB). burger, rest militair).
De DBBO bestaat voor tachtig procent uit burgers.
16
17 Techbase: de geboorte van een Defensiebrede techniekdag
Niet toekijken, maar meedoen Om Defensie als technisch werkgever op de kaart te zetten, houdt de krijgsmacht op 6 november een spectaculaire techniekdag op de NDSM-werf in Amsterdam. Het evenement heet Techbase, een naam die de wereld symboliseert waarin alles wat bij Defensie met techniek te maken heeft, samenkomt. Tekst: tweede luitenant Rosalien van Damme Foto’s: Hans Lebbe (AVDD) & Steam
Jongeren van het VMBO tot en met de universiteit boeien en binden voor een technische baan bij Defensie: dat is het doel van Techbase. Daarnaast wilt de krijgsmacht zich als grootste technische werkgever van Nederland profileren. Programmamanager Werving en Selectie kolonel Harold de Jong van de Divisie Personeel & Organisatie Defensie (DPOD) staat aan de wieg van Techbase. Samen met zijn team werkt hij volgens eigen zeggen aan een onvergetelijke ervaring voor jonge technici in Nederland. “Defensie heeft volgens de Kamerbrief van 9 april techneuten nodig. Daarnaast zal de behoefte aan technisch vakmanschap de komende jaren alleen maar groeien. De krijgsmacht biedt technici volop carrièrekansen. Techniek is namelijk van essentieel belang voor Defensie om inzetbaar te blijven voor vrede en veiligheid.”
In de loodsen van de voormalige NDSM-werf ontsluiert Defensie de geheimen van zijn technische wereld. Foto: Steam.
Programmamanager Werving en Selectie kolonel Harold de Jong: “Niet eerder liet Defensie zich zo uitgebreid bekijken.” Foto: Gans Lebbe.
Militaire basis
De Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp en ruimtevaarder André Kuipers zijn ook van de partij. Zoals het er nu uitziet, kunnen de HBO’ers en VWO’ers zich bij hen melden voor masterclasses over Defensie. Jonge bezoekers zonder technische vakachtergrond zijn ook welkom, want tijdens TechBase is er volop aandacht voor de technische opleidingen van Veiligheid & Vakmanschap. Defensie verzorgt die samen met de Regionale Opleidingscentra (ROC’s). Alsof het allemaal nog niet genoeg is, meert een marineschip bij de NDSMwerf af en demonstreren leden van het Korps Mariniers hun hightech uitrusting. CV90 pantservoertuigen van de landmacht en Apachegevechtshelikopters van het Defensie Helikopter Commando zijn ook te bezichtigen.
Het contrast op de NDSM-werf zal groot zijn: een historische en industriële locatie versus het hypermoderne hightech-bedrijf Defensie, dat nauw samenwerkt met TNO en andere civiele industrieën. Het NDSM-terrein aan het IJ, centraal in het land gelegen en goed bereikbaar, wordt speciaal voor Techbase omgetoverd tot militaire basis. De Jong: “Niet eerder liet Defensie zich zo uitgebreid bekijken en niet eerder zal er in onze hoofdstad zoveel geavanceerd technisch materieel bij elkaar te zien zijn.” Om een mogelijk misverstand te voorkomen: Techbase is geen normale open dag, maar een techniekfestival waar Defensie de geheimen van zijn technische wereld ontsluiert. Hoe houd je een F16 gevechtsvliegtuig in de lucht? Wat is de rol van ICT’ers in cyber
Techbase is geen normale open dag, maar een techniekfestival warfare (elektronische oorlogsvoering)? Hoe takel je de motor uit een CV90 pantservoertuig? Op Techbase maken jongeren ook kennis met de ervaring van de vaktechnici van de krijgsmacht. “We proberen op een bijzondere en vernieuwende manier uit te leggen hoe het vak er tijdens operationele inzet uitziet”, vertelt De Jong. “De techneut van de toekomst moet zich ervan bewust zijn dat missies erbij horen.”
Sfeer proeven Van alleen maar toekijken is geen sprake, het team van De Jong daagt de jonge bezoekers met bèta-interesse uit om ter plekke aan hightech materieel te sleutelen. Repareer maar eens een printplaat in het donker. Vervang een wiel van een jeep die tot zijn assen in de modder staat. Stuk voor Techbase Challenges waarbij de bezoekers alvast de sfeer van een dynamische en actieve baan bij Defensie proeven.
< De voormalige NDSM-werf in Amsterdam wordt voor één dag militaire basis. Foto: Steam.
Krachten bundelen De Jong wil met Techbase óók het denken in hokjes doorbreken. “Het festival is eveneens bedoeld om de krachten van álle krijgsmachtonderdelen te bundelen. Laat jongeren zelf ontdekken bij welke cultuur en bij welk onderdeel ze zich thuis voelen. Zodoende kunnen ze kennismaken met alle technische vakgebieden binnen de ‘cultuurdragers’ marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee. Dat betekent dat alle Defensieonderdelen, met inbegrip van het Commando DienstenCentra en de Defensie Materieel Organisatie, op Techbase een belangrijke rol spelen.”
Techbase-app Er komt een speciale Techbase app die de toekomstige techneuten via een smartphone kunnen downloaden. Handig, want naast de actuele score van de TechBase Challenge, kunnen ze via de app het dagprogramma en de plattegrond bekijken. Daarnaast kunnen ze een route over het complex uitstippelen die past bij hun interesses en vakgebied.
Vakgebieden Elektrotechniek | Bouwtechniek | Bedrijfsautotechniek |Vliegtuigtechniek | (pantser)genie | Maritiem/Scheepstechniek | Installatietechniek | Mechatronica | ICT/Cyber/Communicatie |Wapentechniek.
18
19 Nieuwe Divisie Personeel & Organisatie wil vertrouwen winnen
Alle personeelswerk onder één paraplu de arbeidsmarkt op te zoeken. Als DPOD werken we dan ook samen met de regionale opleidingscentra. Dat gebeurt via Veiligheid & Vakmanschap (VeVa). Daar zitten jongeren in die een vakopleiding volgen en Defensie al leuk vinden.” Aangenomen bij Defensie? Dan blijft de DPOD op de achtergrond actief voor de nieuweling. Er wordt een salarisadministratie gevoerd, het DienstenCentrum Human Rescources beantwoordt P&O-vragen, Management Development spoort talent op. Mocht het tegenzitten, dan is er het bedrijfsmaatschappelijk werk en, als dat nodig is, hulp bij re-integratie. Voor wie de dienst verlaat, komt de Begeleidings- en Bemiddelingsorganisatie Defensie in actie. Op zijn beurt houdt Veteranenzorg de missiegangers in de peiling. Ort: “De krijgsmachtdelen blijven zelf verantwoordelijk voor de loopbaanplanning van hun medewerkers. Wij helpen ze bij de uitvoering daarvan.”
Goed beeld De nieuwe divisie wil ook een eind maken aan het dubbele werk dat tot nu toe op P&O-gebied overal in de krijgsmacht werd gedaan, vertelt Ort. “De efficiëntie kon beter. Aan de DPOD de taak dit te verbeteren. Wij
Ort overlegt met DPOD-teamleden over toekomstige teambuildingsessies.
“We moeten ons bewijzen”, zegt de eerste commandant van de nieuwe Divisie Personeel & Organisatie Defensie, commodore Peter Ort. Op 15 oktober neemt de DPOD de P&O-taken van alle operationele commando’s over. “Iedere nieuwe start is een kwestie van wennen. Het is aan ons om te laten zien dat we goede P&O-zorg aan de defensiemedewerkers bieden”, zegt Ort. Tekst: tweede luitenant Johanna van Waardenberg Foto: Wim Salis (AVVD)
Defensie koos bij de oprichting van de DPOD voor het samenvoegen van de zogeheten ‘uitvoerende taken’ op het gebied van personeel & organisatie. “In het verleden was ieder onderdeel daar zelf verantwoordelijk voor. Nu is dat samengevoegd in één divisie”, legt Ort uit.
vervelend. Daarom moeten wij eerst het vertrouwen winnen en laten zien wat wij voor het personeel kunnen betekenen. De DPOD vervult op P&O-gebied een centrale rol. Daarom moeten medewerkers weten wat die divisie doet.”
De oprichting van de DPOD is één van de vele gevolgen van de grootscheepse defensiereorganisatie. Volgens Ort staat de nieuweling voor een behoorlijke uitdaging. “Mensen”, benadrukt hij, “vinden veranderingen vaak
Ort schetst een voorbeeld. “Samen met personeelsplanning bepaalt de marine hoeveel technici er nodig zijn voor het onderhoud aan schepen. Werving en Selectie zorgt vervolgens voor een campagne om ze op
Campagne
“De efficiëntie op P&O-gebied kon beter” hebben een goed beeld van de stand van zaken en welke behoeften er bij het personeel leven. Lijntjes zijn kort, mensen weten elkaar te vinden en kunnen informatie delen. Dat levert gerichte aansturing op.” Een andere taak van de DPOD is het afstemmen van het ‘papieren’ personeelsbeleid op de praktijk van alledag. Bijvoorbeeld door te onderzoeken in hoeverre plannen haalbaar zijn. “Wij vormen een brug tussen beleid en uitvoering”, merkt Ort op. “Het personeel van
de DPOD bespreekt de bevindingen met de mensen die beleid maken. Zo krijgen die een beter beeld van wat er elke dag gebeurt.”
Achter de schermen Volgens Ort is de oprichting van de DPOD geen aardverschuiving. Het personeel ‘op de werkvloer’ merkt er volgens hem door de bank genomen weinig van. Behalve dus dat je met
“De wijzigingen vinden vooral achter de schermen plaats” vragen op P-gebied naar een nieuw ‘loket’ moet. “De wijzigingen vinden vooral achter de schermen plaats”, beklemtoont Ort. De operationele commando’s merken wel wat van de komst van de DPOD. Nu die het personeelswerk gaat uitvoeren, kunnen zij zich nog beter concentreren op het trainen van operationele eenheden, aldus de commodore. Hoewel de officiële oprichting van de nieuwe divisie dichtbij is, is het team nog niet compleet. Met zestig openstaande vacatures loopt de werving op volle toeren. “We zijn op zoek naar collega’s die aan de DPOD willen ‘bouwen’”, zegt Ort. “Met de huidige medewerkers lukt dat al aardig. Door de combinatie van enthousiasme en expertise zorgen wij ervoor dat defensiemedewerkers de P&O-zorg krijgen waar ze recht op hebben.”
Meer informatie De DPOD bestaat uit diverse onderdelen die zich allemaal op hun eigen vakgebied met personeel en organisatie bezighouden. Van werving en selectie tot en met re-integratie en alles wat daar tussenin ligt. Meer informatie via intranet. Ga naar het portaal van het CDC en klik (midden onder) bij Organisatie CDC op Divisie Personeel & Organisatie Defensie.
Foto van de maand De fotografen van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) maken elke maand in binnen- en buitenland talloze foto’s. Hoewel de meeste beelden van prima kwaliteit zijn, halen ze niet allemaal de publiciteit. De rubriek Foto van de Maand schenkt aandacht aan een opvallend shot dat anders in de anonimiteit was verdwenen. Dit keer een opname van Rob Gieling, in september gemaakt tijdens de Monumentendag. De Kromhout Kazerne in Utrecht herbergt drie monumenten uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie: De Brug met de Twaalf Gaten, de
Tamboershut en de Bomvrije Wachtruimte. De Waterlinie was bedoeld als obstakel voor een binnenvallende vijand: door landerijen en terreinen onder water te zetten, werd het de vijand bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt op te rukken. De ‘Kromhout’ was ook dit jaar tijdens de Monumentendag open voor het publiek. Op de foto een stemmig beeld van het interieur van de Bomvrije Wachtruimte. Die is nu in gebruik als locatie voor bijzondere ontvangsten en recepties van Defensie.