Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 –
[email protected]
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? AUTEUR
A. JASPERS
REDACTEUR
D. BLOEMEN
INSTITUUT
Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR)
ABSTRACT Ondanks de implementering van verschillende blessurepreventieve programma’s is het aantal spierblessures in het voetbal niet gedaald. Het monitoren van fysieke belasting kan bijdragen aan een betere follow-up van de spelers in het kader van blessurepreventie. Een Uvormige relatie tussen fysieke belasting en overbelastingsblessures geeft weer dat zowel onder- als overtraining een verhoogd blessurerisico met zich meebrengen. Daarbij worden ook pieken in fysieke belasting best vermeden. Deze informatie kan nieuwe inzichten alsook praktische toepassingen bieden voor het periodiseren en monitoren van fysieke belasting.
Sleutelwoorden
voetbal, monitoren, fysieke belasting, blessurepreventie
Datum
01/04/2016
Contactadres
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden afgehaald. Indien men wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 1. Blessures in het voetbal Blessures vormen een belangrijk probleem binnen het professionele voetbal. Een speler loopt gemiddeld twee blessures per seizoen op, wat neerkomt op een gemiddelde van 50 blessures per seizoen voor een team van 25 spelers [1]. Eén derde van deze blessures is een spierblessure [2]. Een vergelijkbare blessure-incidentie werd vastgesteld voor het amateurvoetbal in vergelijking met professionele spelers [3]. Een blessure ontstaat door het (ongelukkig) samenspel van intrinsieke risicofactoren, externe risicofactoren en een uitlokkende gebeurtenis [4]. Een spierblessure wordt daarbij vaak beschouwd als een overbelastingblessure [5]. De overbelasting is het gevolg van een disbalans, op korte of lange termijn, tussen de belastbaarheid (i.e., wat kan het lichaam van de speler aan?) en de belasting (i.e., wat voert de speler uit?). Een hamstringblessure bij sprinters als voorbeeld: dit letsel kan ontstaan door een combinatie van intrinsieke risicofactoren (e.g., een eerdere hamstringblessure, een tekort aan flexibiliteit, een zwakke hamstring kracht) en fysieke overbelasting (e.g., overmatig lopen aan hoge snelheid tijdens één of meerdere trainingssessies met onvoldoende hersteltijd) [5]. Binnen het voetbal komen de meeste hamstringblessures (80%) voor
tijdens sprints [6]. Overmatig lopen aan hoge snelheid op korte (i.e., een wedstrijd) en langere termijn (i.e., een trainingsweek of -weken) is daarbij een belangrijke risicofactor [5]. 2. Blessurepreventie Tot op heden lag de focus van het wetenschappelijk onderzoek voornamelijk op de invloed van intrinsieke risicofactoren zoals eerdere blessures, leeftijd, flexibiliteit en hamstring kracht [7]. Blessurepreventieve programma’s werden geïntroduceerd en richtten zich specifiek op deze intrinsieke risicofactoren. Een voorbeeld is de FIFA 11+, vrij toegankelijk op http://f-marc.com/11plus/home/. Dit blessurepreventief oefenprogramma werd ontwikkeld door het medisch onderzoekscentrum van de FIFA (F-MARC) om blessures te verminderen bij spelers vanaf 14 jaar. De nordic hamstring oefening maakt deel uit van dit programma (Figuur 1). Deze excentrische spieroefening is specifiek gericht op [8]. de hamstrings
Figuur 1: De uitvoering van de nordic hamstring oefening [8].
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 Ondanks de implementatie van deze blessurepreventieve programma’s is er in de voorbije jaren nauwelijks of geen daling van het aantal spierblessures vastgesteld in het professionele voetbal [9]. Hamstringblessures zijn zelfs met 4% [10] toegenomen . Deze toename zou het gevolg kunnen zijn van de beperkte therapietrouw bij professionele voetbalspelers [11]. Ook de fysieke belasting is een belangrijke factor volgens de leden van de medische staf bij verschillende clubs [11]. In het kader van blessurepreventie kan het monitoren van fysieke belasting een bruikbare tool zijn [9, 10]. 3. Het monitoren van fysieke belasting Monitoren is het kwantificeren van fysieke belasting tijdens training en wedstrijden [12]. Door middel van monitoring kunnen de opgelegde fysieke belasting en daarbij horende trainingsadaptaties geëvalueerd worden. Op basis hiervan kan de fysieke belasting, indien nodig, aangepast worden met als doel de trainingsadaptaties te maximaliseren en het blessurerisico te verlagen [13]. Bij het kwantificeren van de fysieke belasting onderscheidt men de externe en de interne belasting [14]. De externe belasting zijn de locomotorische activiteiten uitgevoerd door spelers, en meestal opgelegd door de coach. Deze fysieke belasting kan gemeten worden door middel van lokale (LPS) of globale (GPS) positiesystemen, video-
tracking en versnellingsmeters. Indicatoren van externe belasting zijn onder meer de afgelegde afstand, de afgelegde afstand in bepaalde snelheidszones en het aantal versnellingen. De externe belasting veroorzaakt een fysiologische respons in het lichaam van de speler, ook de ‘interne belasting’ genoemd. Eénzelfde externe belasting voor twee spelers kan een heel verschillende interne belasting veroorzaken. Deze verschillende respons is het gevolg van de individuele karakteristieken van beide spelers. Voorbeelden van individuele eigenschappen zijn onder meer de leeftijd, de fysieke fitheid en de trainings- en blessuregeschiedenis. De interne belasting kan gemeten worden door onder andere een hartslagmeter, lactaatmetingen, de ervaren maat van inspanning (RPE) en trainingsbelasting (i.e., RPE vermenigvuldigd met de duur van de training of wedstrijd) [12]. De interne belasting zorgt voor de uiteindelijke trainingsuitkomst. Dit resultaat kan positief (e.g., een toename in fysieke fitheid), neutraal (e.g., het behoud van de fysieke fitheid) of negatief zijn (e.g., een afname van fysieke fitheid, ziekte of een blessure). Bij de evaluatie van het trainingsproces is het belangrijk om de trainingsuitkomst steeds te relateren aan de uitgevoerde fysieke belasting. 4. Fysieke belasting overbelastingsblessures
en 3
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 De relatie tussen fysieke belasting en overbelastingsblessures is reeds meermaals onderzocht in verschillende teamsporten. Lopen aan hoge snelheid is gelinkt aan musculoskeletale letsels in het professionele Australian football [15]. Ook de cumulatieve belasting over meerdere dagen en weken hangt samen met overbelastingsblessures in Australian football [16, 17], cricket [18, 19] en rugby [20-22]. Uit de resultaten van deze onderzoeken treedt duidelijk naar voren dat een hogere fysieke belasting meer blessures veroorzaakt. Het verband tussen een hogere fysieke belasting en een toename van het blessurerisico aanhalen, is een open deur intrappen. Deze relatie is algemeen bekend bij coaches. 5. De U-vormige relatie Echter, ook een tekort aan fysieke belasting kan een risicofactor voor blessures zijn. In een studie bij Australian football spelers werd een hoger blessurerisico gevonden voor de groep spelers met een lagere fysieke belasting ten opzichte van de groep spelers met een hogere belasting [23]. In een review van Gamble werd reeds gesuggereerd dat onvoldoende fysieke belasting ook een risicofactor voor blessures kan zijn [24]. De fysieke belasting verlagen om blessures te voorkomen is dus niet zomaar de oplossing. Een tekort aan trainingssessies of wedstrijden kan ervoor zorgen dat een speler niet klaar is voor de gevraagde fysieke belasting. Dit kan zowel op korte termijn, tijdens een training of wedstrijd, als op lange termijn bij de
verhoging van de fysieke belasting tijdens een trainingskamp of een drukke wedstrijdkalender. Een theoretisch U-vormige grafiek werd voorgesteld om de relatie tussen fysieke belasting en blessurerisico weer te geven (Figuur 2). Deze grafiek geeft weer dat zowel een te lage als een te hoge fysieke belasting de kans op overbelastingsblessures kunnen verhogen. Deze U-vormige relatie werd bij cricketspelers gevonden [25] alsook in het rugby [26].
Figuur 2: De theoretische U-vormige relatie tussen blessurerisico en fysieke belasting [24]. 6. Het ‘acute:chronic workload ratio’ Naast de focus op de U-vormige relatie, is er momenteel ook aandacht voor de relatie tussen de opbouw van fysieke belasting binnen trainings- en wedstrijdprogramma’s enerzijds en blessures anderzijds. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat pieken in fysieke belasting voor een verhoogd blessurerisico kunnen [27-29] zorgen . Deze pieken worden weergegeven door middel van het ‘acute:chronic workload ratio’ (A:C ratio) [30, 31]. Het A:C ratio wordt berekend op basis van de gemiddelde fysieke 4
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 weekbelasting van de meest recente week (i.e., de acute fysieke belasting) ten opzichte van het rollend gemiddelde van de fysieke belasting over de 4 voorbije weken (i.e., de chronische belasting). De acute fysieke belasting (1-week gemiddelde) wordt relatief uitgezet over de chronische fysieke belasting (4-weken gemiddelde) om het ratio weer te geven. Wanneer het A:C ratio hoger is dan 100%, duidt dit aan dat de speler tijdens de meest recente 7 dagen gemiddeld meer arbeid heeft uitgevoerd dan de laatste 28 dagen. Is het percentage lager dan 100%, dan heeft de speler gemiddeld minder fysieke belasting ondergaan. Voor hogere ratio’s (i.e., ~150%) werden hogere blessurerisico’s gevonden in zowel cricket [27] als rugby [28, 29]. Om de fysieke belasting te kwantificeren werden zowel indicatoren voor externe (i.e., afgelegde afstand), als interne (i.e., trainingsbelasting) fysieke belasting gebruikt. Op basis van deze onderzoeken blijkt niet zozeer een hoge fysieke belasting het probleem te zijn, maar wel de manier waarop je tot een hoge fysieke belasting komt: met of zonder pieken in belasting. 7. Praktische toepassing in het voetbal: een overvolle wedstrijdkalender, wisselspelers, coachwissels en keuze van oefenvormen Op basis van deze inzichten zouden pieken in fysieke belasting ook een
rol kunnen spelen bij het probleem van een overvolle wedstrijdkalender in het professionele voetbal. Het spelen van twee wedstrijden binnen een week brengt een verhoogd risico op spierblessures met zich mee [32, 33]. Een tekort aan hersteltijd tussen wedstrijden zou de voornaamste reden zijn. Echter, deze studies geven slechts een beknopt overzicht van de fysieke belasting tijdens deze periode. Verhoudingen van acute ten opzichte van chronische fysieke belasting worden in rekening genomen. In rugby werd gevonden dat niet zozeer de hersteltijd tussen wedstrijden, maar wel het A:C ratio voorspellend was voor het blessurerisico [29]. Daarbij werd zelfs geopperd dat een hoge chronische belasting een beschermend effect zou kunnen hebben, vanwege de relatief kleinere stijging in het A:C ratio bij een acute stijging van de fysieke belasting. Dit zou kunnen betekenen dat er in aanloop naar een drukke wedstrijdperiode geleidelijk aan meer getraind moet worden om de spelers voor te bereiden op de fysieke belasting die komen zal. Het A:C ratio werpt ook een ander licht op de fysieke belasting van wisselspelers. Onderzoek in de Engelse Premier League heeft aangetoond dat wisselspelers gedurende een seizoen significant minder afstand aan hoge snelheid afleggen dan hun collega’s die hoofdzakelijk basisspeler zijn [34]. Het spelen, of niet spelen, van wedstrijden is de voornaamste reden 5
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 voor het verschil in dit type fysieke belasting. Het lopen aan hoge snelheid is, zoals eerder vermeld, ook een risicofactor voor musculoskeletale letsels [15]. Wanneer een wisselspeler plots een basisspeler wordt, bijvoorbeeld in het geval van een contactblessure bij een andere speler, betekent dit een plotse stijging in het A:C ratio. Deze speler heeft op zijn beurt een verhoogd risico om een overbelastingsblessure op te lopen. In de praktijk houdt dit in dat wisselspelers een gelijkaardige fysieke belasting nodig hebben om pieken in fysieke belasting te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door regelmatig wedstrijden met het reserveteam te spelen, of voldoende afstand aan hoge snelheid af te leggen tijdens trainingen.
op grote partijspelen kan er een piek in fysieke belasting ontstaan. De musculoskeletale belasting is namelijk heel verschillend in grote partijspelen in vergelijking met kleine partijspelen, met name meer afgelegde afstand aan hoge snelheid. De piek in dit type fysieke belasting zorgt voor een verhoogd risico op overbelastingsblessures. Dit heeft ook gevolgen voor de keuze en periodisatie van oefenvormen tijdens de voorbereiding en doorheen het voetbalseizoen. Zo worden tijdens grotere partijspelen (i.e., 10v10 en 11v11) heel wat meer sprints en afstand aan hoge snelheid afgelegd in vergelijking met kleine partijspelen [36]. Figuur 3 toont verschillen tussen oefenvormen op basis van eigen GPSmetingen bij AZ Alkmaar.
Volgens Ekstrand hebben hoofdcoaches en fysieke trainers meer invloed op blessures dan dokters of fysiotherapeuten [35]. Deze bevinding is gebaseerd op data uit de UEFA injury study database. Het aantal blessures blijkt dikwijls toe te nemen na een wissel van de hoofdcoach, al dan niet samen met de fysiek trainer. Vanuit het oogpunt van het A:C ratio zou dit als volgt verklaard kunnen worden. De hoofdcoach en fysiek trainer worden ontslagen na tegenvallende resultaten. Onder deze hoofdcoach stonden vaak kleine partijen op het trainingsprogramma. Grote partijspelen kwamen minder vaak aan bod. De nieuwe hoofdcoach besteedt op zijn beurt meer aandacht aan grote partijspelen. Door de focus 6
afgelegde afstand aan hoge snelheid (>20 km/u) per minuut
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
Figuur 3: Verschillen in afstand afgelegd aan hoge snelheid (>20 km/u) per minuut.
bruikbare en nuttige middelen zoals RPE en duur van trainingssessies en type oefenvormen. 8. Conclusie De meest recente bevindingen in de wetenschappelijke literatuur geven aan dat zowel een tekort als een teveel aan fysieke belasting de oorzaak van overbelastingsblessures kunnen zijn. Bijkomend zorgen plotse pieken in fysieke belasting voor een verhoogd blessurerisico. Het periodiseren en monitoren van fysieke belasting kunnen helpen bij het voorkomen van onder- en overbelasting in het kader van blessurepreventie.
In kleine partijspelen komen meer versnellingen voor [37], alsook voetbalacties zoals dribbels, passes, tackles en schieten op doel [36]. De gemiddelde hartslag is hoger in kleine partijen [38]. RPE geeft zowel hogere, gelijkaardige als lagere waarden aan voor grote partijspelen in vergelijking met kleine partijspelen [38-40]. Deze verschillen in het type fysieke belasting tonen het belang aan van het periodiseren van de fysieke belasting om blessures te voorkomen. Het monitoren van verschillende types fysieke belasting toont zijn meerwaarde in het evalueren en eventueel aanpassen van de trainingsperiodisatie in het kader van blessurepreventie. Afhankelijk van de (financiële) mogelijkheden van clubs kan dit met behulp van meer geavanceerde systemen zoals GPSen hartslagmeting tot goedkopere maar 7
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 Referenties 1. Ekstrand J., Hägglund M. & Waldén M., Injury incidence and injury patterns in professional football: the UEFA injury study. Br J Sports Med, 2011. 45(7): 553-8. 2. Ekstrand J., Hägglund M. & Waldén M., Epidemiology of muscle injuries in professional football (soccer). Am J Sports Med, 2011. 39(6): 1226-32. 3. van Beijsterveldt A.M., Stubbe J.H., Schmikli S.L., van de Port I.G. & Backx F.J., Differences in injury risk and characteristics between Dutch amateur and professional soccer players. J Sci Med Sport, 2015. 18(2): 145-9. 4. Bahr R. & Krosshaug T., Understanding injury mechanisms: a key component of preventing injuries in sport. Br J Sports Med, 2005. 39(6): 324-9. 5. Opar D.A., Williams M.D. & Shield A.J., Hamstring strain injuries: factors that lead to injury and re-injury. Sports medicine, 2012. 42(3): 209-26. 6. Ekstrand J., Healy J.C., Waldén M., Lee J.C., English B. & Hägglund M., Hamstring muscle injuries in professional football: the correlation of MRI findings with return to play. Br J Sports Med, 2012. 46(2): 112-7. 7. Mendiguchia J., Alentorn-Geli E. & Brughelli M., Hamstring strain injuries: are we heading in the right direction? Br J
8.
9.
10.
11.
12.
Sports Med, 2012. 46(2): 81-5. Arnason A., Andersen T.E., Holme I., Engebretsen L. & Bahr R., Prevention of hamstring strains in elite soccer: an intervention study. Scand J Med Sci Sports, 2008. 18(1): 40-8. Ekstrand J., Hägglund M., Kristenson K., Magnusson H. & Waldén M., Fewer ligament injuries but no preventive effect on muscle injuries and severe injuries: an 11-year follow-up of the UEFA Champions League injury study. Br J Sports Med, 2013. 47(12): 732-7. Ekstrand J., Walden M. & Hagglund M., Hamstring injuries have increased by 4% annually in men's professional football, since 2001: a 13-year longitudinal analysis of the UEFA Elite Club injury study. Br J Sports Med, 2016. Advance online publication. McCall A., Dupont G. & Ekstrand J., Injury prevention strategies, coach compliance and player adherence of 33 of the UEFA Elite Club Injury Study teams: a survey of teams' head medical officers. Br J Sports Med, 2016. Advance online publication. Foster C., Florhaug J.A., Franklin J., Gottschall L., Hrovatin L.A., Parker S., Doleshal P. & Dodge C., A new approach to monitoring exercise training. J Strength 8
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
Cond Res, 2001. 15(1): 109-15. Halson S.L., Monitoring training load to understand fatigue in athletes. Sports Med, 2014. 44 Suppl 2: S139-47. Impellizzeri F.M., Rampinini E. & Marcora S.M., Physiological assessment of aerobic training in soccer. J Sports Sci, 2005. 23(6): 583-92. Gabbett T.J. & Ullah S., Relationship between running loads and soft-tissue injury in elite team sport athletes. J Strength Cond Res, 2012. 26(4): 953-60. Rogalski B., Dawson B., Heasman J. & Gabbett T.J., Training and game loads and injury risk in elite Australian footballers. J Sci Med Sport, 2013. 16(6): 499-503. Colby M.J., Dawson B., Heasman J., Rogalski B. & Gabbett T.J., Accelerometer and GPS-derived running loads and injury risk in elite Australian footballers. J Strength Cond Res, 2014. 28(8): 2244-52. Orchard J.W., Blanch P., Paoloni J., Kountouris A., Sims K., Orchard J.J. & Brukner P., Fast bowling match workloads over 5-26 days and risk of injury in the following month. J Sci Med Sport, 2015. 18(1): 26-30. Orchard J.W., James T., Portus M., Kountouris A. & Dennis R., Fast bowlers in cricket demonstrate up to 3- to 4week delay between high
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
workloads and increased risk of injury. Am J Sports Med, 2009. 37(6): 1186-92. Gabbett T.J. & Jenkins D.G., Relationship between training load and injury in professional rugby league players. J Sci Med Sport, 2011. 14(3): 204-9. Gabbett T.J., Influence of training and match intensity on injuries in rugby league. J Sports Sci, 2004. 22(5): 409-17. Gabbett T.J., The development and application of an injury prediction model for noncontact, soft-tissue injuries in elite collision sport athletes. J Strength Cond Res, 2010. 24(10): 2593-603. Veugelers K.R., Young W.B., Fahrner B. & Harvey J.T., Different methods of training load quantification and their relationship to injury and illness in elite Australian football. J Sci Med Sport, 2016. 19(1): 24-8. Gamble P., Reducing injury in elite sport - Is simply restricting workloads really the answer? NZ J Sports Med, 2013. 40(1): 34-6. Dennis R., Farhart P., Goumas C. & Orchard J., Bowling workload and the risk of injury in elite cricket fast bowlers. J Sci Med Sport, 2003. 6(3): 359-67. Cross M.J., Williams S., Trewartha G., Kemp S.P. & Stokes K.A., The influence of in-season training loads on 9
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016
27.
28.
29.
30.
31.
injury risk in professional rugby union. Int J Sports Physiol Perform, 2015. Advance online publication. Hulin B.T., Gabbett T.J., Blanch P., Chapman P., Bailey D. & Orchard J.W., Spikes in acute workload are associated with increased injury risk in elite cricket fast bowlers. Br J Sports Med, 2014. 48(8): 708-12. Hulin B.T., Gabbett T.J., Lawson D.W., Caputi P. & Sampson J.A., The acute:chronic workload ratio predicts injury: high chronic workload may decrease injury risk in elite rugby league players. Br J Sports Med, 2016. 50(4): 231-6. Hulin B.T., Gabbett T.J., Caputi P., Lawson D.W. & Sampson J.A., Low chronic workload and the acute:chronic workload ratio are more predictive of injury than between-match recovery time: a two-season prospective cohort study in elite rugby league players. British Journal of Sports Medicine, 2016. Advance online publication. Gabbett T.J., Hulin B.T., Blanch P. & Whiteley R., High training workloads alone do not cause sports injuries: how you get there is the real issue. Br J Sports Med, 2016. Advance online publication. Gabbett T.J., The traininginjury prevention paradox: should athletes be training
32.
33.
34.
35.
36.
smarter and harder? Br J Sports Med, 2016. 50(5): 273-80. Bengtsson H., Ekstrand J. & Hägglund M., Muscle injury rates in professional football increase with fixture congestion: an 11-year followup of the UEFA Champions League injury study. Br J Sports Med, 2013. 47(12): 743-7. Dupont G., Nedelec M., McCall A., McCormack D., Berthoin S. & Wisløff U., Effect of 2 soccer matches in a week on physical performance and injury rate. Am J Sports Med, 2010. 38(9): 1752-8. Anderson L., Orme P., Di Michele R., Close G.L., Milsom J., Morgans R., Drust B. & Morton J.P., Quantification of seasonal long physical load in soccer players with different starting status from the English Premier League: implications for maintaining squad physical fitness. Int J Sports Physiol Perform, 2016. Advance online publication. Ekstrand J. Injuries in top class football – coaches are more important than doctors? in 8th World Congress on Science and Football. 2015. Copenhagen. Owen A.L., Wong D.P., Paul D. & Dellal A., Physical and technical comparisons between various-sided games within professional soccer. Int J Sports Med, 2014. 35(4): 28610
Pieken in fysieke belasting: de oorzaak van overbelastingsblessures in het voetbal? FaBeR – KU Leuven – April 2016 37.
38.
39.
40.
92. Castellano J. & Casamichana D., Differences in the number of accelerations between small-sided games and friendly matches. J Sports Sci Med, 2013. 12(1): 209-10. Dellal A., Owen A., Wong D.P., Krustrup P., van Exsel M. & Mallo J., Technical and physical demands of small vs. large sided games in relation to playing position in elite soccer. Hum Mov Sci, 2012. 31(4): 957-69. Aguiar M.V., Botelho G.M., Gonçalves B.S. & Sampaio J.E., Physiological responses and activity profiles of football small-sided games. J Strength Cond Res, 2013. 27(5): 1287-94. Casamichana D. & Castellano J., Time-motion, heart rate, perceptual and motor behaviour demands in smallsides soccer games: effects of pitch size. J Sports Sci, 2010. 28(14): 1615-23.
11