PGO-kwartaal Driemaandelijks tijdschrift veertiende jaargang nr. 55 1ste kwartaal 2004 uitgave van Inspectie PGO redactieadres: Protestants Godsdienstonderwijs Marsveldstraat 5 1050 Brussel redactieraad: leden van Stuurgroep Herman Aerts Gottlieb Blokland Christine Liagre Frank Rooze Johan Van den heuvel verantwoordelijke uitgever: Herman Aerts inspecteur-adviseur
INHOUD Een liedje Van de redactie Muziek als supermedium Muziek voor de klas Liederen aanleren De meester met de gitaar In de huid van een vluchteling… Moet je kunnen breien bij het lesgeven? Idealisme (2) Familiale berichten Vooropleiding voltooien Lezers schrijven Vragen maakt vrij… Omgaan met de leerplandoelen De grote PGO-kw-enquête: reacties Studiedagen LO
1
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
2 3 4-5 5 6-7 8 9 10 11-12 12-13 14 15 15 16 17-19 19 1
Een liedje
Eer God in zijn heilige hemel, eer hem om het machtige firmament, om zijn krachtige daden, om zijn onmetelijke grootheid. Eer hem met hoorngeschal, met harpen, lieren en trommelen, eer hem met vreugdedansen, met spel op gitaren en fluiten, sla de bekkens, de luidklinkende bekkens, Laat alles wat adem heeft de lof zingen van de Heer. Eer aan de Heer! Psalm 150
Het volgend nummer van PGO-kwartaal verschijnt april 2004. Gelieve uw kopijen en / of mededelingen voor 17 maart over te maken. Indien mogelijk uw tekst via e-mail (
[email protected]) of op diskette bezorgen.
2
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
2
Van de redactie
Beste collega's, Er zit muziek in… Waarin? Overal klinkt of dreunt er muziek. Muziek kan irriteren: ik heb al eens een nacht wakker gelegen door het lawaai van een grote technofuif op een weiland in de buurt. Andere buren bleken ook ongelukkig te zijn want de politie ontving veel boze telefoons… Maar muziek kan ons ook zalig laten wegdromen of ons 'optillen tot God'. Gelukkig kon ik de ochtend na die slapeloze nacht 'herstellen' tijdens het zingen van liederen in de gemeente. Muziek is niet weg te denken uit de samenleving en zeker niet uit de leefwereld van kinderen en jongeren. Muziek zou het leven in de baarmoeder beïnvloeden en een kerkelijke of seculiere afscheidsdienst zonder muziek zou vreemd zijn… Er zit muziek in… Ook in de les protestantse godsdienst? Het is niet de bedoeling om van elke les een zangdienstje te maken, maar muziek kan regelmatig bijdragen tot een aangename en doelgerichte les. Zoals mens en muziek bij elkaar horen, horen ook geloven en muziek bij elkaar. Laten we wegen zoeken om op gepaste wijze en rekening houdend met de leeftijd en de ontwikkeling van onze leerlingen het gebruik van muziek in onze lessen uit te breiden. We zijn dankbaar voor de collega's (een zestigtal) die de grote PGO-kwartaal enquête hebben ingevuld. De resultaten lees je in dit nummer. We weten natuurlijk niet hoe de antwoorden eruit zouden gezien hebben als de meerderheid van de leerkrachten zou gereageerd hebben. Als redactieraad kunnen we toch de nodige inspiratie putten uit jullie reacties, waarvoor onze dank. Bij de familiale berichten wordt extra aandacht besteed aan het ongeval van collega Noël Geelen en het overlijden van ere-inspecteur Theo da Costa. Lezers stuurden ons enkele teksten toe, waaronder het verslag van een studiedag omtrent vluchtelingen en een vervolg op 'idealisme'. Collega Lieve Moortgat introduceert een nieuwe rubriek. Veel leesplezier!
namens de redactieraad Herman Aerts
Thema volgend nummer
In volgende nummer zullen we verder ingaan op de onderwerpen van de studiedagen van 1 en 8 maart. Wat zijn jouw ervaringen met allochtone leerlingen in het algemeen en meer specifiek met anderstaligen of vluchtelingen? Heb je interessante tips voor je collega's? Heeft een bepaald boek je hieromtrent aangesproken? We kijken uit naar jouw reacties.
3
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
3
Muziek als supermedium Ik ben geen groot muziekkenner en zeker geen groot muziektalent. In de les lichamelijke opvoeding stond ik wegens mijn grootte (lees kleine gestalte) bij de eerste drie leerlingen van de klas, in de les muzikale opvoeding was ik wegens mijn resultaten onverbeterlijk bij de laatste drie… Ik ben echter wel overtuigd van de mogelijkheden die muziek biedt. Het is goed om met muziek te werken of muziek z'n werk te laten doen. Sommige collega's staan op school bekend als 'die met haar / zijn gitaar' of 'de collega die zo goed kan zingen'. Bij mij was dat niet het geval… Iedereen is ervan overtuigd dat muziek ruime belangstelling geniet van kinderen en jongeren. Ze besteden er in gezelschap en individueel (op de kamer, met de walkman, …) behoorlijk wat tijd aan. Ongetwijfeld heeft muziek een grote invloed op hen en is het een belangrijk medium dat we in ons PGO niet links mogen laten liggen. Hoeveel tijd besteden wij aan muziek in de les? Muziek spreekt en muzikanten uiten zich door hun muziek en ze hebben hele generaties en subculturen beïnvloed. Soms wordt er al eens gekankerd over de slechte invloed van muziek en wordt er gezocht naar de grens tussen goede en slechte muziek. In dit artikel willen we echter over de mogelijkheden met en de positieve invloed van muziek schrijven. Muziek heeft mensen in en buiten de kerk geholpen om na te denken, te laten beleven en zicht te uiten. 'Muziek verandert de zeden' niet alleen in negatieve zin. Hoe kunnen we passende liederen vinden om de aandacht van onze leerlingen te trekken en om onze boodschap tot leven te brengen? Bij het lezen van de Bijbel valt het belang van muziek op zowel bij de joodse gemeenschappelijke geloofsbeleving (tempeldienst, feesten, …) als bij het individueel beleven (sommige Psalmen, …). Ook in de christelijk geloofsbeleving hebben liederen tot vandaag toe een centrale plaats ingenomen. Sommige kinderen en jongeren bespelen muziekinstrumenten, soms ook in de samenkomst / eredienst. Dit betekent veel voor hen en ze beleven er plezier aan. Dit brengt ons bij twee belangrijke aspecten van godsdienstige liederen: Ze geven een geloofstraditie weer (er wordt gezongen over wat God heeft gedaan) en ze werken vernieuwend (openen een weg naar een opnieuw ervaren van wat God doet). Elke herleving in de kerk bracht een nieuwe schat aan liederen met zich mee. Beide aspecten zijn belangrijk bij de keuze van liederen in onze lessen. Niet alleen de inhoud is belangrijk maar ook de verpakking. Dit merk je bij alles wat je tijdens de les doet. Om je boodschap te laten overkomen, let je niet alleen op wat je zegt maar ook op hoe je het zegt. Dit geldt ook voor de keuze van de liederen. Het is verrijkend om met verschillende stijlen kennis te maken. Hieronder een misschien wat kunstmatige opdeling: • liedjes die bijdragen tot het leren kennen en onthouden van de bijbelverhalen en die het bewaren van een geloofstraditie ondersteunen. Voorbeelden zijn: • liedjes van Hanna Lam, uitgegeven door Callenbach, Nijkerk; • klein liedboek voor kinderen van Hanna Lam e.a., uitgegeven door Callenbach, Nijkerk; • liedjes die kunnen helpen om de spirituele en sociale dimensie van bijbelse verhalen en onderwerpen te benadrukken en tot leven te brengen. Voorbeelden zijn: • liedbundels uitgegeven door SGO, Hoevelaken; • opwekkingsliederen voor kinderen, uitgegeven door Opwekking, Putten; • opwekkingsliederen voor tieners, uitgegeven door Opwekking, Putten; • liederen van Elly en Rikkert; • liederen van Karin Koornstra (o.a. met M.E.G.A.-Kids), uitgegeven door BTC, Londerzeel; • liederen van Herman Boon, uitgegeven door DPCDD 2396.
Muziek als supermedium
4
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
4
Graag willen we een meer volledige lijst aanleggen. Bezorg ons gerust een overzicht van de liedjes waarmee je werkt: een gedetailleerde lijst of een algemene lijst van muzikanten of titels van CD's. We trachten alles te bundelen en je collega's zullen je dankbaar zijn. Het beluisteren van muziek en het bespreken van teksten, aangebracht door de leerlingen of de leerkracht, kan ook een belangrijke bijdrage aan je les leveren, zeker in het SO waar de leerlingen er meestal niet zullen van houden om zelf in de godsdienstles (solo) te zingen… Je kan ook trachten om dieper in te gaan op de achtergrond van het liedje of de cultuur die ermee samengaat. Als leek op muzikaal gebied met heel wat beperkingen, maakt ik ter ondersteuning van het muzikaal gedeelte van mijn lessen voor het LO cassettes - nu zouden het CD's zijn - met liedjes in volgorde van mijn lesprogramma. Vaak vroegen mijn leerlingen, zeker de onkerkelijke, een kopie. Het is een kleine investering in vergelijking met het plezier (en de goede tijdsvulling!) dat je er zelf aan beleeft. En wees gerust: de leerlingen zullen er nog veel meer en langer geniet van hebben. Misschien zingen of fluiten ze later op de fiets, bij de afwas, … nog mee met Elly en Rikkert: 'maak een vrolijk geluid voor de Heer…' Herman Aerts
Zonder volledigheid te betrachten, willen we wijzen op bruikbaar muziekmateriaal voor een leerkracht PGO. Het gaat om een aantal websites, boekjes en CD’s, hoofdzakelijk Nederlandstalig. •
• • • • • • • •
De zes bekende bundels van Hanna Lam en Wim ter Burg zijn op het internet terug te vinden. De teksten vind je op www.maranatha-delft.nl/Muziek/HL.htm, terwijl de muziek (midi, melodie en notenschrift) te downloaden zijn via www.lichtboei.com/diversen/hannalam/hannalam.html. De eerste vier bundels zijn overigens ook uitgegeven onder de titel ‘Alles wordt nieuw’ bij uitgeverij Callenbach te Nijkerk (1985), ISBN 90 266 0057 7. ‘Zingen maakt blij’ van Jan Visser is een boekje met tekst en muziek van 100 liedjes bij de Bijbel voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Het gaat vaak om heel eenvoudige teksten, waardoor het werk bruikbaar is in de laagste klassen. Uitgeverij Voorhoeve te Kampen (1999), ISBN 90 297 1481 6. Diezelfde Jan Visser heeft samen met Elly en Rikkert 19 kinderliedjes gemaakt rond Pasen, heel bruikbaar voor het godsdienstonderwijs. ‘Weet je dat de lente komt’ is een product van Ecovata. Ook nauw aansluitend bij bijbelgedeelten is de dubbel-CD ‘Liedjes rond de Bijbel’ met 44 nummers + teksten voor kinderen tussen 4 en 10 jaar. Uitgebracht bij GMI. De songteksten van Elly en Rikkert staan (onder andere) op www.waltertje.com, een website waar je overigens heel wat Nederlandstalige songteksten terugvindt. Met wat zoekwerk staan daar tussen heel wat bedenkelijke liedjes ook bruikbare nummers in… Van Herman Boon zijn verschillende stukjes te beluisteren via www.gospel.nl. Wim Bevelander is terug te vinden via www.sh.net/bevelander. Op de website www.vertelhetmaar.nl staat naast verwerkingsmateriaal ook een muzikaal aanbod, gericht op kinderen en jongeren. Als Engels geen onoverkomelijke hindernis vormt, kan www.christianguitar.org je nog wel aan interessant materiaal brengen: songteksten met akkoorden voor begeleiding. Een aantal daarvan kennen ook een Nederlandse vertaling. Op http://home.zonnet.nl/bastiaan21/wijs2.htm staat een artikel over de relatie tussen popmuziek en religie. Johan Van de heuvel
Liederen aanleren Wij mogen zingen van grote dingen (Liedboek 477) 5
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
5
De Heer loven is een wezenlijk deel van onze opdracht als gelovige. Het zou ons te ver voeren om alle bijbelse citaten daarover te vermelden. (Ik citeer verder uit liederen, die mij te binnen schieten, maar dat zijn zeker niet allemaal liederen voor in de klas.) Zing, mijn ziel, voor God uw Here, zing die u het leven geeft. Zing, mijn ziel, uw God ter ere, zing voor Hem zolang gij leeft. Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor de Heer uw God. (Ps. 146) Daarom is zingen ook een wezenlijk deel van de geloofsopvoeding. Gelukkig zingen veel van onze leerkrachten in het LO in de godsdienstles. Zingt een nieuw lied voor God, de Here, want Hij bracht wonderen tot stand ... Zingt voor de Heer, Hij openbaarde bevrijdend heil en bindend recht. (Ps. 98) Nu is het met de zangcultuur in scholen erg verschillend gesteld, vaak ervan afhankelijk of de klasleraar graag zingt en er talent voor heeft. Veel van onze kinderen hebben dan ook geen geoefende zangstem omdat helaas al te veel klasleerkrachten elke week wel redenen kunnen bedenken waarom de zang- of turnles zou moeten wegvallen. Dat maakt dat, als je in sommige lessen PGO hoort zingen, het soms eerder een meebrommen of meemompelen is met een CD of cassette dan echt zingen. Maar wellicht ligt dat ook aan de gebruikte methode van liederen aanleren: veel leerkrachten proberen echt wel, maar missen de juiste methode. Soms groet een licht van vreugde de christen als hij zingt: De Heer is ’t die met vleugels van liefde hem omringt. (Lb. 448) Leerlingen kunnen een lied pas goed zingen als het hen goed is aangeleerd. Eén van de doelstellingen bij het aanleren van een lied moet dan ook zijn: ‘de leerlingen kunnen het lied zelfstandig zingen’. Maar hoe bereik je dat? ♦ ♦ ♦
Eerst kader je het aan te leren lied in het verband van het thema, de les, de geloofsbeleving van de leerling… Vervolgens zing je het lied helemaal voor. Voorlopig krijgen de leerlingen de tekst niet op papier: leer het lied aan zonder dat ze de tekst voor zich hebben. Je kan wel gebruik maken van enkele steunwoorden op bord of – zeker bij de jongsten – van een reeks tekeningen. Bespreek vervolgens de inhoud van het lied met waar nodig ook woordverklaring: woorden zingen die je niet begrijpt, heeft weinig zin (en kan hoogstens tot grappige varianten leiden: ‘Mama, zing nog eens over koning Huldebiet’). Je kan daarbij ook werken met inhouds- of denkvraagjes. Neem mijn stem opdat mijn lied u, mijn koning, hulde biedt. (Lb. 473)
♦ ♦ ♦
Vervolgens zing je strofe 1 nog eens voor (om aan wie het lied nog niet kent de kans te geven een zuivere melodie te horen, mogen leerlingen die het lied al kennen nu nog niet meezingen!). Om leerlingen de kans te geven het lied meermaals te horen, kan je oefeningen doen als: ik zing het lied en jullie tikken of klappen het ritme, de tijden of het metrisch steunpunt. Soms is het nodig de uitspraak te oefenen: oefen snel te zingen passages dan even in zonder melodie (‘Eli was het niet die riep’).
Regelmatig herhalen zorgt er voor dat de leerlingen ongemerkt de tekst van buiten leren, wat dan weer veel leuker zingt en … de boodschap blijft voor later veel beter hangen.
Liederen aanleren
Zolang ik hier in het licht mag verkeren Roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. (Lb. 21)
6
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
6
Bedenk bij de keuze van te leren liederen dat jongere kinderen nog geen grote stemuitgebreidheid hebben en dat de jongens van de 6de klas soms al aardig de baard in de keel kunnen hebben. Het is absoluut noodzakelijk bij het zingen telkens eerst de toonhoogte aan te geven: hoe zouden ze anders op de juiste toon kunnen beginnen? Tenzij je een absoluut gehoor hebt, maak je daarvoor best gebruik van een blokfluit, melodica, piano … Geef dus eerst de juiste toonhoogte aan, liefst met (een deel van) de eerste regel en nog eens de begintoon: bijvoorbeeld bij het lied ‘De koning van Egypteland trok al zijn legers saam’: De koning van / de en geef dan een duidelijk vast teken wanneer ze moeten beginnen zingen. Het zal ondertussen duidelijk zijn dat het beter is om bij het aanleren van een lied zelf te zingen dan een instrument te gebruiken: leerlingen halen gemakkelijker de melodie uit een goed gezongen versie dan uit een gespeelde. Leerkrachten die zelf niet goed kunnen zingen of die maar moeilijk wijs kunnen houden, moeten noodgedwongen hun toevlucht nemen tot een CD, een cassette of een instrument. En Luther zingt er als een zwaan en Bach, de grote Bach, Die mag de maat der englen slaan de lieve lange dag. (Lb. 265) Zorg ervoor dat er flink gezongen wordt – geen binnensmonds geprevel – maar dat er ook weer niet gebruld wordt. Als een lied eenmaal goed gekend is, kan het gebruik van een instrument uiteraard een verrijking zijn. Dan kunnen er ook andere zaken bijkomen: gebaren maken tijdens het zingen – doen de kleinsten vast graag – of een dansje erbij – toegegeven: dat laatste was ook mijn sterkste kant niet. En David danste uit alle macht voor het aangezicht van de Heer… David en het gehele huis van Israël haalden de ark van de Heer onder gejubel en hoorngeschal…(1 Sam 6) Sommige leerkrachten geven hun leerlingen als afscheid in de zesde klas een zelfgemaakte bundel mee met alle liederen die ze gedurende 6 jaar samen geleerd hebben. Bij collega van Helden waren dat, toen ze met pensioen ging, meer dan 80 liederen! Zing voor de eeuwige dag, zing voor zijn komst en zeg amen, Zing voor de Heer die ons samen daar al van eeuwigheid zag. (AWN 1, 30) Laat je keuze van liederen in de eerste plaats bepalen door leeftijd en ontwikkelingsniveau van de leerlingen: teksten die voor kinderen onbegrijpelijk zijn, zijn echt niet geschikt om in de lagere school aan te leren. Houd er rekening mee om in de lagere klasjes eenvoudige melodieën te kiezen. Verder: er zijn liederen, die nauw aansluiten bij de bijbelverhalen en liederen, die sterk aansluiten bij de geloofsbeleving van de kinderen. De eersten helpen zeker om de verhalen beter te doen onthouden, de laatste sluiten meer aan bij de attitudinale doelstellingen van ons godsdienstonderwijs. Kies dus uit beide groepen liederen. Blijf de liederen regelmatig herhalen: voor sommige kinderen zijn goed gekende liederen een schat die ze heel hun leven meedragen. Om niet altijd een hele stapel CD’s en cassettes mee te moeten nemen, zette een leerkracht de liederen die in een bepaald leerjaar bij het leerplan horen, op CD-rom. Erg handig! In het nieuwe leerplan LO vind je veel verwijzingen naar bruikbare liederen, liederenbundels en CD’s. Suggesties voor aanvulling zijn steeds welkom. Frank Rooze
De meester met de gitaar Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer
7
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
7
gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten (Deuteronomium 6:4-9). Elke les die we voorbereiden en ons eigen maken, moet er vanuit gaan dat we de leerlingen de liefde voor God bijbrengen. En vaak lijkt het alsof we er niet in slagen om de kinderen te laten begrijpen wat God voor ons gedaan heeft en nog steeds wil doen, wie Hij is en wie Hij wil zijn in hun jonge en vaak onbezorgde leventjes. Op een dag las ik Deuteronomium 6:4-9. De Bijbel geeft aan hoe we onze kinderen moeten onderwijzen over God. Maar voor mij, als leraar, is het niet mogelijk om 'tegen hen te spreken wanneer ze thuis en onderweg zijn, ook niet wanneer ze neerliggen en opstaan'. Ik kan hen ook moeilijk laten rondlopen met volgeschreven handen of een hoofdband. Toen kwam ik tot de conclusie dat ik dit eigenlijk wel kan. Ik hoor jullie al denken: hoe dan? Ik zal een tip geven, denk maar eens aan een liedje dat je 's morgens op de radio hoort en dat 's avonds nog steeds in je hoofd zit. Dus dacht ik dat het een goed idee zou zijn om bij verschillende verhalen en thema's een liedje aan te leren zodat de leerlingen het beter kunnen onthouden. Ik speel zelf gitaar en ik zing graag, dus neem ik sindsdien heel vaak mijn gitaar en zangbundel mee. Ik sta op een school bekend bij de kinderen die geen protestantse godsdienst volgen als 'de meester met de gitaar'. In het begin was het wel een beetje wennen voor de leerlingen toen ze moesten zingen zonder begeleiding van een CD. Er zijn verschillende voordelen aan het zelf bespelen van een instrument. Een voordeel is dat je kan inspelen op de toonaard. Soms is een liedje mooi maar is het te hoog of te laag. Een ander voordeel is dat je snel de geluidssterkte kan aanpassen wanneer leerlingen zich schamen om te zingen. Als je zelf wat luider gaat zingen en spelen dan gaan zij ook luider zingen. Door zelf zachter te gaan spelen, merkte ik dat sommige leerlingen stopten met zingen of zich heel ongemakkelijk gingen voelen en de volgende les niet meer wilden zingen. Een ander voordeel is dat je zelf kan bepalen hoe vaak je een strofe zingt, je maakt het liedje zo lang of kort als je zelf wil, of beter gezegd zoals het kind wil. In een school brengt een leerling regelmatig zijn eigen jembé (Afrikaanse trommel) mee en hij beleeft veel plezier aan het zingen. Het spelen van muziekinstrumenten kan ook een aanwinst zijn want de kinderen hebben een ontzettend aangename tijd. Op een dag waren we al 20 minuten aan het zingen en vroegen ze “Meester, hebben we vandaag geen les?” Toen ik hen het verband tussen het thema en het liedje duidelijk gemaakt had, zei er eentje al lachend: ”dat is niet eerlijk meester, gij leert ons iets bij zonder dat we het zelf weten.” Inderdaad, maanden later kunnen ze nog steeds die les herhalen omdat ze de les associëren met het liedje en de gitaar. In een school heb ik een kind met gedragsstoornissen en het is een hele opgave, zoals velen wel weten, om het kind iets aan te leren. Sinds kort geef ik hem op het einde van elke les 10 minuten gitaarles in ruil voor zijn aandacht. Sindsdien gaan de lessen veel beter en de tijd die ik spendeer aan gitaarles is niets in vergelijking met de tijd die ik voordien kwijt was om hem nog maar op zijn stoel te laten zitten, laat staan hem te laten opletten. Vorige week heb ik de juffrouw van Orthodoxe godsdienst een kwartiertje in de klas gehad met haar leerlingen om te komen luisteren naar de liedjes die wij zingen. Ze vonden het geweldig. Ik ervaar dus verschillende voordelen door het gebruik van muziekinstrumenten in de klas. Het is praktischer voor het aanleren van het liedje dan met een Cd-speler en leerlingen overwinnen sneller hun angst om te zingen. Ze leren terwijl ze een fijne tijd hebben en het slaat bruggen naar andere collega's. Misschien vragen sommigen zich nog af 'hoe ik bij de leerlingen ben om het hen in te prenten' zoals in Deuteronomium staat. Vaak hoor ik van ouders hoe hun kind de liedjes thuis zingt of van broertjes of zusjes die vertellen dat het kind het liedje aangevraagd heeft tijdens de kinderdienst op zondag. Maar het fijnste is dat een kind vraagt om 'de Goede Herder' nog eens te zingen omdat het zo'n fijn liedje is dat ze altijd zingt wanneer ze bang is om te gaan slapen en dat Jezus haar dan ook echt helpt om lekker te kunnen slapen. Andy Gielen
In de huid van een vluchteling…
Op donderdag 27 november 2003 werd in het ‘Klein Kasteeltje’ te Brussel een studiedag gehouden over 8
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
8
vluchtelingen. Alleen al de plaats deed vermoeden dat het een interessante studiedag zou worden. Voor sommige collega's kwamen de herinneringen aan hun militaire keuring boven. Anderen zoals ikzelf, waren vooral onder de indruk van de mensen die daar nu verblijven. Dat zijn er momenteel zo'n 600, uit een 55-tal landen! Wij kwamen samen op het bovenverdiep waar de ontspanningsruimten zijn. Wij waren met ongeveer 120 mensen uit het onderwijs. Bij het binnenkomen werden we uitgenodigd mee te doen aan een spel: ‘Tracing’. We kregen een ‘identiteitskaart’ met daarop een vreemde naam die nu de onze was. We moesten iemand proberen te zoeken die bijvoorbeeld onze broer of dochter zou zijn. Het speurwerk van vele vluchtelingen naar hun familieleden in het buitenland konden we zo een klein beetje ervaren… Toch zullen we nooit kunnen indenken wat vluchtelingen zoal meemaken. Deze dag heeft voor ons een tipje van de sluier opgelicht. Het spel 'Tracing' bracht mij in contact met iemand die werkzaam is voor 'School zonder racisme' en dat was een leuke kennismaking. Een journalist vertelde ons iets van wat vluchtelingen meemaken als ze besluiten hun vertrouwde omgeving te verlaten. Na dagenlange tochten, te voet of meerijdend in een vrachtwagen, komen ze aan bij een haven in bijvoorbeeld Noord-Afrika. Voor veel geld worden ze overgebracht in gammele bootjes richting ‘het paradijs’, dat Europa dan zou moeten zijn. Wat valt hen dat vaak tegen! Nergens zijn ze welkom, een enorme cultuurshock ondergaan zij. Nee voor hun plezier ondernemen ze zo'n tocht niet… Later op de dag kon ik in nog dank zij een spel ('Op de vlucht') van het centrum Informatieve Spelen iets ervaren van de andere moeilijkheden waar vluchtelingen mee te maken krijgen. Zo moeten ze bij de onderhandeling over de prijs van een overtocht dikwijls hun laatste centen afgeven. Maar dan volgt de moeizame procedure om als vluchteling erkend te worden enz. De tijd was eigenlijk te kort om dit spel te spelen, maar misschien komt dat wel overeen met de werkelijkheid. Want voor vluchtelingen is er dikwijls ook heel veel tijd nodig om, heel misschien, erkend te worden als vluchteling. We kregen van iemand van het Commisariaat-Generaal van de Vluchtelingen en Staatlozen een uitvoerige uiteenzetting over de asielprocedure. Ook was er een erkend vluchteling die zelf over zijn lijdensweg vertelde. Erg lekker was de lunch die aangeboden werd. Je kon bij wijze van spreken de andere culturen proeven… Deze dag, georganiseerd door de organisatie voor mondiale vorming in het onderwijs: 'Kleurbekennen', heeft zeker een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Af en toe heb ik te maken gehad met vluchtelingen. Zo had ik enkele Kosovaarse vluchtelingen kinderen in de klas. Dit jaar heb ik te maken met een Zaïrese jongen en heb ik contact met een familie uit Kazakstan. Door deze studiedag weet ik toch iets meer over wat zij zoal meemaken. Als er opnieuw zulke mensen op mijn weg komen, zal ik hen met nog meer menselijkheid proberen te benaderen. Als iemand meer informatie wenst, raad ik aan eens te surfen naar: www.kleurbekennen.be. Piet Krijnen
Moet je kunnen breien tijdens het lesgeven? In een Indische deelstaat is er zowat een revolutie onder leerkrachten uitgebroken omdat het hen voortaan verboden werd tijdens de lessen nog te breien: ze moesten voortaan al hun tijd besteden aan lesgeven. 'Een mens kan juist veel beter nadenken wanneer hij breit …', argumenteerden tegenstanders van de maatregel. 9
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
9
Nee, om in het PGO les te geven hoeft u niet te kunnen breien, maar wat dan wel? Enige tijd geleden werd een rapport gepubliceerd over de invoering van 'basiscompetenties voor toekomstige leerkrachten basisonderwijs en SO 1' in de lerarenopleiding aan de hogescholen. Daarin worden een aantal basiscompetenties, basisvaardigheden genoemd die je mag verwachten bij toekomstige en dus des te meer ook bij in dienst zijnde! - leerkrachten. Het gaat daarbij om: •
•
taalvaardigheid: iedere leerkracht moet zich vlot in foutloos Nederlands zonder dialectklanken kunnen uitdrukken en moet foutloos kunnen schrijven; het rapport zegt: 'geen enkele school, geen enkel opleidingsinstituut kan zich veroorloven in haar beleid de taalbeheersing door leerlingen, studenten, cursisten en docenten niet sterk op de voorgrond te plaatsen;' basiskennis van ICT (informatie- en communicatietechnologie), zeg maar: gebruik van computer en internet. Men beweert daarom nog niet dat iedere leerkracht een computerspecialist moet zijn, maar het kan eigenlijk in de 21ste eeuw niet meer dat leerkrachten helemaal niet met moderne media kunnen omgaan; ook in de lerarenopleiding dient er aandacht te zijn voor het implementeren van ICT in de vakdidactiek.
Verder stelt het rapport dat opleidingen te weinig flexibel zijn voor mensen die al aan het werk zijn en dat voor nieuwelingen de praktijkschok erg groot is: zelfs wie een lerarenopleiding probleemloos doorlopen heeft, merkt dat de praktijk toch nog heel wat anders is. Alleen voldoende en goed begeleide praktijkstages kunnen hier enigszins aan verhelpen. En zeggen dat heel wat mensen bij gebrek aan afgestudeerden in het PGO stappen voor dat ze de opleiding beëindigd hebben. Er blijft zich een probleem stellen - ook in het PGO! - naar de begeleiding van deze beginnende leerkrachten, ondanks het introductiegesprek, de extra aandacht door de inspectie en een speciale studiedag voor nieuwelingen. We hebben voortdurend nood aan ervaren stagebegeleiders en zeker ook aan mentoren die beginnende leerkrachten willen en kunnen coachen. Hoe langer hoe meer hoor je over 'levenslang leren'. Dat is natuurlijk niets nieuws want ook in de synagoge was je nooit echt volleerd. Maar uiteraard komt er in onze snel evoluerende westerse maatschappij ontstellend veel nieuws op ons af, ook in de school. Toen men ons in 1966 in de Normaalschool zei dat op termijn er 'machines zouden zijn, die de leerkrachten gedeeltelijk zouden vervangen, toetsen zouden kunnen geven en verbeteren enzovoort …', dachten wij: 'Het zal zo'n vaart wel niet lopen.' Maar we hadden ongelijk. De vereiste basiscompetenties voor kandidaat-leerkrachten zeggen natuurlijk ook iets over wat van leerkrachten met een lange dienststaat verwacht mag worden. Naast de nodige geloofsbagage, theologische kennis en pedagogische en (vak)didactische vaardigheden, mag men ook van alle leerkrachten een onberispelijk taalgebruik verwachten. Ik weet het: je taal bijschaven is niet gemakkelijk. En we willen zeker niet beweren dat wie niet met een computer overweg kan, geen goede leerkracht zou kunnen zijn. Maar we kunnen er evenmin om heen dat de computer niet meer weg te denken is uit de school. In steeds meer scholen moeten punten en beoordelingen door de leerkrachten rechtstreeks in de computer ingevoerd worden. Voorbereidingen en leerlingenbladen maken met de computer, steeds meer collega's doen het. Ook uitwisselen van materiaal en informatie wordt eenvoudiger. Onze leerlingen groeien op met en zijn vaak virtuoos op de computer en halen hun informatie van het internet. Ik geef toe: ook ik ben geen virtuoos op de computer - ik ben de 55 al gepasseerd - , maar ik leer dagelijks bij). Gelukkig heb ik een goed voorbeeld: een vriend van me, 80-plusser, is enige tijd geleden er ook aan begonnen en ook hij leert nog bij! Frank Rooze
Idealisme (2)
In antwoord en als aanvulling op het artikel van de heer Gottlieb Blokland, wil ik graag ook iets van mijn ervaringen delen. Ik kan me voor een groot deel vinden in deze beschrijving van de vreugde en het verdriet van ons P.G.O. Ik heb het vooral over het werken in het middelbaar onderwijs. 10
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
10
De collega's bijvoorbeeld. De ondertoon van ‘je leert je enthousiasme vlug genoeg af’, treft niet alleen ons, (‘Wandelende Joden’, zoals men ons wel eens noemt), maar in wezen elke jonge werker. Er zijn overal wel in-hun-vak-verzuurde mensen te vinden, die geen beter welkom weten te verzinnen dan een bittere sneer. Jammer. Maar er zijn gelukkig ook veel andere collega's. Soms word je vlot ingeschakeld in het ‘team van de levensbeschouwelijke vakken’, compleet met uitstappen, tentoonstellingen, acties en gastsprekers... Wie zoiets meemaakt, mag de Heer danken op zijn blote knieën. Trouwens ook onze collega's van Orthodoxe, Israëlitische en Islamitische godsdienst zitten in hetzelfde schuitje. We kunnen als lotgenoot en bondgenoot veel voor elkaar betekenen. Ik heb me gedurende lange tijd zelfs prima gevoeld in de rol van ‘officieel marginaal’. Bijna meer in de auto dan voor de klas. Telkens weer meerdere scholen elke dag. Toen ik voor de zoveelste keer op een school belandde voor de feestelijke opdracht van twee uur voor één leerling op twee halve dagen, was ik alle (goedmoedige en andere) opmerkingen voor door op iets meer dan normale spreektoon te vragen waar de kopieermachine stond. In één adem vroeg ik dan ook maar naar de koffie, en de sleutel van mijn lokaal. ‘Iets anders had ik toch niet nodig’, kon ik er nog fijntjes aan toevoegen. De aanwezigen schoten in een lach. Binnen de kortste keren wist iedereen dat er een protestantse leerling op de school zat. Zo'n kwinkslag doet wonderen. Nergens heb ik me meer thuis gevoeld dan in die school, waar ik het lef had om mezelf wat op te dringen. Ook werd me daar meer dan één inhoudelijke vraag gesteld over het vak en ons geloof. Dan ga je merken hoe leuk het is, wanneer je ergens een beroeps-thuis hebt. Je wil niet langer tijdens de koffiepauze weglopen, omdat jouw opdracht dat vereist. Dan ga je overpeinzen: zou een fulltime in één school niet leuk zijn? Iedereen kent wel hier en daar een P.G.O.-enkeling die dat voor mekaar heeft, maar de meesten van ons rennen, fietsen, rijden, trammen, bussen en treinen zich met pak en zak van school naar school. Dan grijns je op de P.G.O.-coördinatievergaderingen: ‘Wiens uurrooster is nog erger dan het mijne?’ Dan ga je bidden voor een opwekking in Midden-Limburg of het Meetjesland, om toch maar aan een beter uurrooster (d.w.z. meer uren in minder scholen) te komen. Soms voel je je na jaren nog steeds eenzaam op diverse scholen, en loop je je af te vragen, wat de zin is van wat je doet. Het beste advies ooit op dat gebied kregen we van de heer Rooze: ‘Je kunt je moeilijk integreren in zeven scholen, maar integreer je dan helemaal in één school naar keuze.’ Deze goede raad heb ik dan maar opgevolgd: verzin maar mee: muziek spelen, achter de bar staan, klassenraden, helpen in het boekenfonds, het onthaal van de eerstejaars, oudercontacten, meefietsen op de sportdag, meebouwen aan de opendeurdag, toezicht doen, studiedagen, klas overnemen in noodgevallen ... (zie maar wat er mogelijk is, met nog zes andere scholen!). Zelfs mocht ik als ‘die van Protestantse Godsdienst’ mee op G.W.P. Dan leert de school je als mens kennen en heb je later iets om over mee te praten. Nu mag ik wel weer vergelijken, want sinds enkele jaren mag het weer in het gemeenschapsonderwijs: Een leerkracht (één of andere) godsdienst die ook ‘gewone’ vakken geeft. Na rijp overleg met vrienden en bevoegden, heb ik het stof van mijn eerste diploma (regent Nederlands-geschiedenis) afgeblazen. Na een inloopjaartje P.G.O. (op diverse locaties) plus 4 uur P.A.V. in 6 BSO, geef ik nu (voor het eerst in 17 jaar weer) 15 uur Nederlands, 4 uur geschiedenis in de eerste graad en zowaar nog 4 uur P.G.O. in de hogere
Idealisme (2)
klassen. De collega's hielden mij wel heel scherp in de gaten of ik 25 sloebers even goed kon hanteren als eentje. Elke week een tienerkamp, denk je dan maar. God zij dank lukt het aardig. Meteen neemt men ook je uren P.G.O. serieus, en ook je opvattingen in de wandelgangen. ‘Less is more’. Ik hoop in de toekomst de combinatie P.G.O. - andere vakken te kunnen houden. Ik vind het alletwee de moeite waard. En het opent
11
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
11
perspectieven. Om eerlijk te zijn: Ik vind het fysisch vermoeiender (denk alleen maar aan de stem), maar mentaal minder zwaar om ‘gewone vakken’ te geven. Het komt allemaal niet zo dichtbij. Moeilijk is inderdaad in het P.G.O. het omgaan met leerlingen die innerlijk afhaken. Wanneer je in zo’n groep van twintig met iemand geconfronteerd wordt die ‘niet mee wil’, dan zijn er nog 19 anderen die wel min of meer meedoen. Maar wanneer je elke week zo’n tegendraadse tête-à-tête hebt, zie je dat op den duur met frisse tegenzin tegemoet. Vooral omdat veel van onze onderwerpen eigenlijk vertrouwen en een goede relatie vergen. Daar heeft die van wiskunde of mechanica niet zoveel last van. Bittere kritiek van leerlingen op christenen (vooral wanneer die terecht is) raakt mij dieper dan een foute datum, een verkeerde spelling, of een kromme definitie. Op den duur kan die geestelijke aanvechting zwaar wegen. Wijsheid en tact zijn hard nodig. Het leert een mens bidden. Maar vaak lukt het ook wel om een fijne relatie op te bouwen met jonge mensen. En daar is het ons, namens Jezus, toch om te doen? met collegiale groetjes Lukas Vandersteene
Aan het rijtje collega's die we ter gelegenheid van het einde van hun actieve loopbaan in vorig PGO-kwartaal in de bloemetjes hebben gezet, mogen we mevrouw Lydia Bonte toevoegen. Lydia, geniet van het leven na het PGO. Onze waardering voor jouw inzet in het PGO mag je met je meedragen. Collega Jelle Cremers en echtgenote meldden ons de geboorte van hun dochter Lies. Ze werd geboren op 26 november 2003. Collega Stefaan Van den Branden en echtgenote Sabine meldden ons de geboorte van hun dochter Lies op 30 december 2003. Collega Joshua Mantels en echtgenote Caroline meldden ons de geboorte van hun zoon Joppe op 17 januari 2004. Collega Anton Waelkens en echtgenote meldden ons de geboorte van hun zoon Lieven op 23 januari 2004. We wensen de collega's en hun familie van harte veel levensvreugde toe bij het nieuwe leven in hun gezin. Ere-inspecteur Theo da Costa, geboren op 11 oktober 1914, overleed op 26 november 2003. Hij was echtgenoot van wijlen collega Liesbeth Ceusters en schoonvader van collega Arie van den Akker. Het dankkaartje draagt de tekst: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis (1 Johannes 1:5). We wensen de familie ons medeleven toe: dat Gods zegen een blijvende troost mag geven.
In memoriam Theo da Costa Geboren in 1914 kwam Ds Theo da Costa in 1954 naar België. Hij werd beroepen in de gemeente te Antwerpen (Lange Winkelstraat) van de Bond van Protestants-Evangelische Kerken. De denominatie waar hij predikant werd, zou in de loop der jaren wegens fusies verschillende malen van naam
12
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
12
veranderen. Tussen 1960 en 1969 was hij vice-voorzitter van de Synode. Hij was ook in bijambt leraar o.a. op het Koninklijk Atheneum aan het Rooseveltplein te Antwerpen. Toen ik in 1961 in Antwerpen les zou geven, had ik met hem te maken. De schoolpactwetgeving werd toegepast en voor het eerst werd protestantse godsdienst gegeven in het uitgebreid net stadsscholen in Antwerpen. Als plaatselijke predikant hielp hij de zaak organiseren. In de lokalen van zijn gemeente werd een vormingscentrum voor leerkrachten opgericht, waarbij ook andere denominaties betrokken werden. Zijn bezorgdheid voor het Protestants Godsdienstonderwijs werd gewaardeerd op landelijk niveau. In 1968 werd hij inspecteur. Er werden drie inspecteurs voor de Nederlandstalige scholen aangesteld, naast Ds Theo .da Costa waren dat Hugh Boudin (sinds 1966) en Cécile Hans (vanaf 1971). De trojka verdeelde onderling de taken. Voortaan werd er samengewerkt bij de leiding en de begeleiding van de leerkrachten, vooral voor de jaarlijkse studiedagen. Theo da Costa was veel “te velde”. Hij reisde met de trein of met de bekende DAF. In 1980 werd hij opgevolgd door Ludo van Malcot. Wij zijn Gode dankbaar voor de diensten die Theo da Costa bewezen heeft aan het Protestants Godsdienstonderwijs. Bij de gedachtenisdienst in Turnhout waren inspectie en Comité vertegenwoordigd. Hugo Van de Walle
Ongeval collega Noël Geelen Onderstaand bericht ontvingen we van collega Noël Geelen, betrokken bij een auto-ongeval op weg naar een van zijn scholen na het afleggen van een examen. Laten we samen het herstel en de praktische / juridische behandeling van het ongeval een stukje meedragen. Gebed en een kaartje zouden leuk zijn. Geluk bij een ongeluk, of moeten wij als christenen zeggen: ‘Zegen bij een ongeluk!’ Op dinsdag 14 oktober was ik op weg naar de school. Wat er precies fout ging, is gewist uit mijn geheugen, maar door een moment van onoplettendheid werd ik slachtoffer van een zwaar verkeersongeval. Na overgebracht te zijn naar het ziekenhuis in Genk, werden daar vele breuken vastgesteld en moesten meerdere bouten mijn botten weer in een normale stand krijgen en houden. Bovendien waren mijn longen gescheurd en geklapt. Daarom vonden de artsen het veertien dagen noodzakelijk om mij onder narcose te houden – wat trouwens een bijzondere ervaring is. Waarom over zegen beginnen te schrijven? Omdat iedereen waar ik mee te maken had, artsen, ziekenhuispersoneel vrienden en familieleden vonden dat ik ongelofelijk snel vorderingen maakte. Op dit moment, vrijdag 16 januari, ziet het er vrij goed uit, alhoewel er ook blijvende letsels zullen zijn. Dank gaat uit naar mijn inspectie voor hun bemoedigingen, de vele collega's die een kaartje stuurden of me plezier deden door mij op te bellen. Tevens wenst mijn echtgenote iedereen te bedanken die met gebed en medeleven (lees mede-lijden) ons gezin heeft gedragen. Noël Geelen Bronstraat 6 3730 Hoeselt / Werm
Vooropleiding voltooien Het behalen van een HSO-diploma Sommige leerkrachten hebben wel een theologische en/of pedagogische opleiding genoten, maar blijven in categorie bekwaamheidsbewijs ‘Andere’ omdat hun vooropleiding onvolledig is: in Vlaanderen telt elk
13
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
13
hoger diploma voor onderwijs slechts wanneer men een diploma gelijkgesteld aan HSO heeft behaald. Dit diploma veronderstelt een 6-jarige cyclus ASO, TSO of KSO of een 7-jarige cyclus BSO. Collega’s die in Nederland een 5-jarige cyclus (of korter) secundair onderwijs hebben gevolgd, zijn dus ook niet in orde. Maar ook een aantal Vlaamse collega’s zit met deze problematiek. Hoe kan men dit inhalen? Door een examen af te leggen bij de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap Voor Voltijds Secundair Onderwijs. Voor de onderwijsvormen TSO, KSO en BSO zijn er geen voorafgaande voorwaarden (bvb wat betreft leeftijd, nationaliteit of gedane studies). Voor examens in deze onderwijsvormen kan men inlichtingen bekomen bij: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap – Departement Onderwijs Examencommissie 3de afdeling – t.a.v. N. Rossel Hendrik Consciencegebouw, Koning Albert II-laan 15, 1210 – Brussel tel. 02.528.09.35
[email protected] of
[email protected] www.ond.vlaanderen.be/secundair/examencommissie Men kan verschillende wegen bewandelen, men kiest: 1. een studierichting (daarover verder meer) 2. de leerplanbrochures van de examencommissie of de leerplannen van een school voor voltijds secundair onderwijs te volgen. Om het diploma TSO of KSO te behalen, zijn dat de leerplannen van het 1ste en 2de jaar van de 3de graad (of anders gezegd het 5de en 6de jaar), voor het diploma BSO zijn dat het 2de en 3de jaar van de 3de graad (of anders gezegd het 6de en 7de beroeps). Het examen bestaat uit een gemeenschappelijk deel: - het domein van de talen - het domein van de humane vakken - het domein van basiskennis van de wiskundige en wetenschappelijk vakken. Een specifiek gedeelte, eigen aan de gekozen studierichting: - het domein van de richtingsgebonden vakken - het domein van de technische vakken - het domein van de praktijk. Men moet slagen voor alle domeinen die behoren tot de gekozen studierichting. Uiteraard hangt de moeilijkheidsgraad af van de gekozen onderwijsvorm en studierichting: de wiskunde voor de TSO-afdeling Industriële Wetenschappen zal heel andere koek zijn dan voor de BSO-afdeling haartooi. Men kan een richting kiezen in functie van zijn vooropleiding of interesse. Leerkrachten, die mensen begeleiden bij de voorbereiding van dergelijke examens, verzekeren ons dat de BSO-afdeling ‘Kantoor / Kantooradministratie en gegevensbeheer’ het makkelijkst haalbaar is: een BSO-afdeling is so wie so gemakkelijker en bij de andere richtingen is er te veel praktijk en vakspecifieke kennis vereist. De afdeling kantoor stelt bovendien eisen die voor de algemene kennis en het functioneren als leerkracht zeker van nut kunnen zijn: welke leerkracht is nu niet gebaat bij bvb goed om kunnen gaan met de computer? Het betreffende leerplan kan men bekomen door 5 euro te storten op: 091-2203005-67 Departement onderwijs - Rekenplichtige de Ontvangsten 1210 – Brussel. Vermeld duidelijk: 425.31 Kantoor / Kantooradministratie en gegevensbeheer en uw persoonlijk adres. Voor wie er tegenop ziet de studies volkomen zelfstandig te doen, kan uiteraard terecht bij instellingen of organisaties voor tweedekansonderwijs. Frank Rooze
Lezers schrijven
Erg handig voor anderstalige nieuwkomers, die nagenoeg geen Nederlands spreken, is het stripverhaal 'Hij leefde onder ons'. Dit beschrijft het levensverhaal van Jezus. Je kunt het in een twintigtal talen bekijken, downloaden en uitprinten. Print dan de Nederlandse versie uit (of koop het stripverhaal) en leg
14
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
14
dit naast de versie in hun eigen taal. Deze werkwijze kan een hulp zijn als je bijvoorbeeld een leerling hebt die recht uit Iran of China komt! www.gospelcomics.com Veel plezier ermee. Hartelijke groet Tim Van den Branden
Zie je het zitten met het nieuwe leerplan? De meeste collega's werkzaam in het lager onderwijs zijn het er over eens dat het nieuwe leerplan een verrijking en tegelijkertijd een uitdaging is voor ons PGO en ze zijn er overwegend blij mee. Maar af en toe proef je ook onzekerheid en een zekere mate van frustratie. Doe ik het nog wel goed? Kan ik nog wel mee met de nieuwe methoden en ideeën? Voldoe ik nog aan alle voorwaarden? Het is goed om te weten dat je niet alleen bent met je vragen en je ergens met je vragen terecht kunt. Dit artikel is bedoeld om je enerzijds wat gerust te stellen en anderzijds om ervaringen te delen i.v.m. de toepassing van het nieuwe leerplan LO. Als je in de leerplancommissie zit, heb je het voorrecht om rechtstreeks met je vragen bij de inspecteursadviseurs terecht te kunnen. De leerkrachten op het veld moeten daarvoor wachten op een bezoekje of zelf de moed hebben om een collega of een inspecteur-adviseur aan te spreken. Daarom is het m.i. goed dat er wat meer feed-back mogelijkheden komen. Daarom stel ik voor om een vragenrubriek, bijvoorbeeld 'vragen maakt vrij', in te lassen in PGO-kwartaal. Elke collega die er behoefte aan heeft, kan zijn of haar vragen m.b.t. het leerplan in deze rubriek kwijt. Indien gewenst, kunnen ook anonieme vragen opgenomen worden. Wellicht zit er ergens een andere collega met dezelfde vraag en kan de inspectie ze centraal en schriftelijk beantwoorden. Het is maar een voorstel, aan jullie om te reageren als je er wat in ziet. Ik wil alvast met een vraag van wal steken: hoe moet ik omgaan met de leerplandoelen? Moet ik me houden aan 'de letter van de wet' of mag ik, wanneer het nodig is, daarvan afwijken? Mag ik flexibel omgaan met het leerplan en het aanpassen aan de behoeften van de leerlingen die ik voor mij heb? Vooraleer ik het woord aan de inspecteurs-adviseurs geef, wil ik zeggen dat het belangrijk is om steeds voor ogen te houden dat ons onderwijs aantrekkelijk en aangenaam moet zijn en blijven, zowel voor de leerlingen als voor de leerkrachten. De leerlingen moeten zich 'goed' kunnen voelen en het is belangrijk dat ze naast de nodige kennisoverdracht ook een rustpunt vinden, temidden van het woelige alledaagse schoolgebeuren. Daarom moet elke leerkracht zijn of haar persoonlijkheid en creativiteit ten volle kunnen gebruiken en uitleven om van elke les iets te maken 'om naar uit te kijken'. We moeten er dus voor opletten dat we niet aan de 'letter van de wet' gaan vastzitten en dat de geest die we willen overbrengen daardoor aan belang inboet en we zelf het plezier van het spontaan lesgeven verliezen. Dit is ook niet wat de inspecteurs-adviseurs willen, dat merk ik in mijn contacten met hen. Een zekere flexibiliteit bij het omgaan met het leerplan is daarom wenselijk en ook toegestaan. Om dat meer op concrete wijze te verduidelijken, laat ik het liefst de inspecteurs-adviseurs zelf aan het woord. Lieve Moortgat lid van Stuurgroep en Leerplancommissie LO
Het welbevinden van leerkrachten en leerlingen, nu en later Het welbevinden van onze leerlingen en leerkrachten staat voorop in het PGO. Een leerkracht zal zich
15
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
15
goed voelen in zijn opdracht als hij graag met kinderen en jongeren omgaat en de lessen op een voor hemzelf bevredigende wijze invult. Een leerkracht zal zijn welbevinden spontaan op zijn leerlingen overbrengen. Bij het welbevinden van de leerlingen hebben we aandacht voor het moment zelf (tijdens de les, onmiddellijke voldoening, hier-en-nu bevrediging) én denken we tegelijkertijd aan een duurzaam welbevinden op termijn. Trouwens, in een eerste leerjaar hebben we het zesjarig kind met zijn behoeften en ontwikkeling voor ogen en werken we gelijktijdig toe naar een opgroeiende tiener, een jonge student en een stabiele volwassene. Leerplandoelen Bovenstaande inleiding vertelt dat elke les prettig en kindgericht mag verlopen én dat elke les bijdraagt tot welbevinden op termijn. Het leerplan tracht dan ook de Bijbel op een gestructureerde wijze aan bod te laten komen zodat het kind een stabiele basis verkrijgt waarop het zijn hele leven verder kan bouwen. De kern van het leerplan zijn de leerplandoelen. Het schema en de toelichtingen verduidelijken de leerplandoelen, suggesties kunnen helpen om de leerplandoelen te bereiken. Daarom staat er in de inleiding van elk leerjaar (zie de pagina's 6): 'De leerplandoelen bieden de leerkrachten een bindende leidraad voor de opbouw en de uitwerking van een periode. Bij het einde van een periode wordt de realisering van deze leerplandoelen verwacht.' Het is duidelijk dat de leerplandoelen van een vijfde periode slechts beperkt worden bereikt indien de leerplandoelen in voorgaande periodes onvoldoende werden bereikt. Zo zullen ook de leerplandelen van het zesde leerjaar slechts beperkt worden bereikt indien deze van de vorige leerjaren niet voldoende werden bereikt. Wat betekent 'de realisering van de leerplandoelen'? In welke mate kunnen de leerplandoelen worden bereikt en wat verwachten de inspecteurs-adviseurs hieromtrent? In ieder geval: de perfectie bestaat niet en hoeft daarom zelfs niet te worden nagestreefd. Enkele opmerkingen: • de leerplancommissie heeft doelstellingen geformuleerd en tracht deze te communiceren. Bij communicatie gaat onvermijdelijk een gedeelte van de bedoelde boodschap verloren; • de beginsituatie van de leerlingen is zo verschillend dat zij mee bepaalt in welke mate de leerplandoelen worden bereikt. De leerplancommissie had minimum en maximumdoelen kunnen opleggen, maar dat hebben we aan de wijsheid van de leerkrachten overgelaten; • ook de 'beginsituatie van elke leerkracht' is verschillend. Een leerkracht bouwt gedurende verschillende schooljaren aan zijn lessen, lesvoorbereidingen zijn immers werkdocumenten. Telkens je een les opnieuw geeft, ga je nieuwe dingen zien en nieuwe wegen ontdekken om je doelen beter te bereiken. Sommige doelstellingen zullen je beter liggen dan andere; • elke periode heeft zoveel inhoud meegekregen dat niet alle doelstellingen dezelfde aandacht kunnen krijgen, sommige zullen zelfs bij tijdsgebrek vervallen. Het is wel belangrijk om evenwichtig aandacht te schenken aan doelstellingen die de les inleiden, doelstellingen die direct betrekking hebben op het bijbelverhaal en op de attitudinale doelstellingen. Bij deze laatste categorie is het belangrijk om evenwichtig aandacht te schenken aan zowel de intermenselijke relaties als aan de relatie met God. Ook hier is de beginsituatie van de leerlingen een belangrijke factor. Wijsheid en sterkte toegebeden en dat je met spontane reacties van je leerlingen mag gezegend zijn. namens de inspecteurs-adviseurs Herman Aerts
De grote PGO-kwartaal enquête: een zestigtal reacties Wanneer ik PGO-kwartaal ontvang,
16
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
1x 10 x 1x 2x 24: 10 x
geen antwoord A 16 ABC B BC BD
A B C D E F G
lees ik het blad meestal in één ruk uit doorblader ik het en lees hier en daar iets wat me aanspreekt de rest lees ik steeds achteraf de rest lees ik achteraf slechts sporadisch de rest bekijk ik niet meer doorblader ik het zonder er echt in te lezen verdwijnt het ongeopend in de papierbak
De rubrieken die ik (meestal) zeker lees zijn (meerdere antwoorden mogelijk): 19 x 29 x 17 x 31 x 32 x 28 x 42 x 17 x 24 x
Van de redactie Thema-artikels Boekbesprekingen Info over didactisch materiaal Familiale berichten Het hoekje van de leerlingen Praktisch nieuws (bijv. i.v.m. studiedagen, benoemingen,…) Lezers schrijven Mededelingen allerhande (bijv. over een pas uitgekomen film of cd, een tentoonstelling die op dat moment loopt,…) 15 x Gedichtjes, liedjes 22 x Cartoons 15 x
alles aangeduid
De rubrieken die ik zelden of nooit lees zijn (meerdere antwoorden mogelijk): 7x 4x 11 x 0x 3x 3x 0x 3x 9x
Van de redactie Thema-artikels Boekbesprekingen Info over didactisch materiaal Familiale berichten Het hoekje van de leerlingen Praktisch nieuws (bijv. i.v.m. studiedagen, benoemingen,…) Lezers schrijven Mededelingen allerhande (bijv. over een pas uitgekomen film of cd, een tentoonstelling die op dat moment loopt,…) 12 x Gedichtjes, liedjes 22 x Cartoons
De reden waarom ik die zelden lees is (meerdere antwoorden mogelijk): 13 x 6x 3x 14 x 2x
geen of onvoldoende tijd interesseert mij niet te langdradig niet relevant genoeg voor mij andere redenen? (1 gespecificeerd: geen aantrekkelijke lay-out)
De grote PGO-kwartaal enquête: een zestigtal reacties Wat vind ik van PGO-kwartaal? (meerdere antwoorden mogelijk)
17
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
17
17 x 32 x 41 x 23 x 1x 11 x 1x 9x 0x 1x
heeft een mooie lay-out is goed gestructureerd heeft een aantal vaste herkenbare rubrieken is een goed communicatiemiddel tussen leerkrachten onderling brengt een duidelijke boodschap en visie naar voor (+ 1 x 'probeert') heeft een sterke inhoud komt op mij vrij inhoudsloos over, zonder duidelijke visie is genuanceerd en kritisch is ongenuanceerd (‘zwart-wit denken’) en te weinig kritisch wordt duidelijk ‘vanuit één bepaalde hoek’ geschreven (zo ja, welke ‘hoek’?) te evangelisch 31 x probeert zoveel mogelijk de kerkelijke richtingen evenwaardig aan bod te laten komen
toegevoegd: 'informatief, inspirerend, motiverend' Volgens mij zouden volgende rubrieken zeker (meer) aan bod moeten komen: • • • • • • • • • • • • • • • • • •
4X info over didactisch materiaal 2X algemene info voor de lessen (bvb week van de diversiteit) thema-artikels thema's over actualiteit + visie praktische info ivm nieuw LP/LO info over buitenlands didactisch materiaal andere LBV CD's, video's voor christelijke jongeren foto's auteurs PGO-site filmbesprekingen internetadressen gedichten hoe moeilijke onderwerpen praktisch uitwerken waar achtergrondinformatie vinden ideeën om jongeren te bereiken en te boeien de leerlingen in de kijker
Volgens mij mogen volgende rubrieken gerust weggelaten worden: • • • •
in de kijker te lange thema-artikels kinderen schrijven gedichten
Ik ben bereid om de (beperkte) redactieploeg te komen vervoegen: ja – neen • • •
1x 7x 50 x
ja later blanco neen (4 x naam toegevoegd)
De grote PGO-kwartaal enquête: een zestigtal reacties
18
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
18
Ik ben bereid om een vragenlijst 'In de kijker' in te vullen: ja – neen • • • • •
22 x 18 x 17 x 1x 1x
ja (2 x naam toegevoegd) blanco neen (2 x naam toegevoegd) 'later' suggestie: foto invoegen zou leuk zijn
We willen reeds graag de data mededelen van de studiedagen LO met op de agenda de presentatie 5de leerjaar en de implementatie 4de leerjaar. De uitnodiging wordt je toegezonden.
Brabant: donderdag 29 april te Brussel Limburg: vrijdag 30 april te Hasselt West-Vlaanderen: dinsdag 4 mei te Brugge Antwerpen: donderdag 6 mei te Brussel Oost-Vlaanderen: vrijdag 7 mei te Brussel
Indien je bereid bent om je voorbereidingen van periode 4.1 of 4.2 of 4.3 of 4.4 met je collega's te delen, willen we dat graag horen. Je kan enkel je schriftelijke voorbereidingen van één of meerdere periodes beschikbaar stellen of ze tevens in een werkgroepje toelichten. Wees vrijmoedig en geef je inspecteur-adviseur een seintje als je een bijdrage wil leveren. de inspecteurs-adviseurs
19
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2004 / nummer 55 u
19