België - Belgique P.B. 3800 Sint-Truiden Cicindria BC 9423
Het Kroniekje Driemaandelijks tijdschrift van Natuurpunt Aulenteer
2014 nr 3
P409288 Afgiftekantoor 3800 Sint-Truiden Cicindria Jaargang 36 – 3e trimester 2014 - Uitgave nr. 43 V.U.: Koenraad Van Meerbeek, Lepelstraat 34, 3800 Sint-Truiden
Zaterdag 4 oktober: Start cursus "Onze ondergrond, onze grond en onze natuur" Meer info: zie verder in het Kroniekje Zondag 5 oktober: Paddenstoelenwandeling Nieuwenhoven Samenkomst: 14u aan het bezoekerscentrum van Nieuwenhoven Gids: Johan Van meerbeek ( 011/67.45.60) Zaterdag 25 oktober: Werkdag in Op d'Hei Samenkomst: 13u30 in het natuurgebied, Gemeenteweg te Runkelen
Zondag 2 november: Gedichtenwandeling te Rullingen Samenkomst: om 14u op de parking van het Kasteel te Rullingen Afstand: 7,5 km Gids: Johan Van Meerbeek en Marc Nicolai Info: 011/67.45.60 Organisatie: NP Aulenteer i.s.m. Toerisme Sint-Truiden
Zondag 7 december: Natuurwandeling Rochendael en omgeving Samenkomst: om 14u aan de kerk van Bevingen Gids: Rob Haijen Info: 011/69.16.22 Organisatie: NP Aulenteer i.s.m. Toerisme Sint-Truiden Verantwoordelijke uitgever, redactie & vormgeving: Koenraad Van Meerbeek – Lepelstraat 34, 3800 Sint-Truiden E-mail:
[email protected] Artikels: enkel de auteur is verantwoordelijk voor inhoud en stijl. Tel. voorzitter Diederik De Leersnyder: 011 69 16 22
Aulenteer Kroniekje Tijdschrift voor leden van Natuurpunt Aulenteer Gedrukt op 100% gerecycleerd papier
INHOUDSTAFEL Voorwoord .................................................................................... 2 Website - Voorblad - Digitaal - Giften............................................... 3 Planten- en struikenverkoop 2014 ................................................... 4 Hulp gevraagd in Op d’Hei! ............................................................. 6 Kroniekje: overlijdensbericht .......................................................... 8 Cursus Geologie en Natuur in Haspengouw ....................................... 9 Europom .................................................................................... 12 Natuurgidsencursus van start! ...................................................... 14 Onze gierzwaluwwandeling was geslaagd! ...................................... 15 Wandelen op de slagvelden van Neerwinden en Laar ....................... 16 Eindwerk van Stef Cools ............................................................... 19 Sleedoorn ................................................................................... 21 Kleine vos meest geteld tijdens vlindertelweekend........................... 23 Wat betreft Little Cherry? ............................................................. 25 Het everzwijn ............................................................................. 27 Vogelweetjes van Richard ............................................................. 29 Neonicotinoïden: supergif voor landbouwleven ................................ 30 Stortplaats te Overbroek!! ............................................................ 31 Vogel in de kijker: De Heilige Ibis .................................................. 32 Weetjes van Diederik ................................................................... 34 Werken in Overbroek ................................................................... 35
Al onze activiteiten handelen over natuur, cultuur en milieu. Elke eerste zondag van de maand is er een geleide natuur- en cultuurwandeling, georganiseerd door Toerisme Sint-Truiden en de Aulenteernatuurgidsen. Een wandeling duurt maximaal 2 uur, tenzij anders is vermeld. Graag aangepaste kledij. Honden thuislaten a.u.b. Voor slechts €7,50 per jaar wordt u uitgenodigd op de activiteiten van Aulenteer en ontvangt u ons driemaandelijks tijdschrift het ‘Aulenteer KRONIEKJE’ met activiteitenkalender. Adres: Aulenteer Natuur.huis, Kleinveldstraat 54, 3800 Gelinden (Sint-Truiden) - rekeningnummer: BE74001076574607 en BIC: GEBABEBB XXXX - Tel. 011 69 16 22. U kunt ook voor een volwaardig Natuurpuntabonnement kiezen, dan schrijft u €24,- over op rekeningnummer 230-0044233-21 van Natuurpunt, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen met vermelding Aulenteer.
1
"Straffe taal, maar ik meen het" Onverschilligheid is vreselijk, is ongewenst, is een valkuil voor personen en gemeenschappen. Het gevaar bestaat dat deze tijd waarin mensen veel zelf kunnen, mogen en moeten beslissen, doorschiet in een vreselijk kil individualisme, in een groot gebrek aan betrokkenheid. Zelfbeschikking is een centrale waarde in de levens van mensen vandaag. En dat die nieuwe situatie, waarin we veel zelf kunnen beslissen, in grote vrijheid, goed is. Maar dat er aan die nieuwe situratie ook grote gevaren kleven is niet altijd duidelijk. Onze vrijheid is voor een groot deel een schijnvrijheid. Op vele manieren worden ons nieuwe normen aangepraat. We dienen te consumeren en het geld moet rollen. Vrijwillig bouwen aan een goed doel; is het nu zorgsector, de recreatieve wereld, de buurtwerking, enz... en zelfs in de dingen die omgeviing mooier en natuurvriendelijk maken. Het is toch zo eenvoudig om een handje te helpen bij het onderhoud van een wandelpad, een bloemrijke berm, het meedoen aan een ontmoetingsplaats voor de buurt en voor vrienden rond een heilig en sereen doel: verdediging van een mooie en natuurrijke omgeving. Gewoon vrij en zonder geldopbrengst je inzetten voor het mooie in je buurt of je natuurgebied in je omgeving. Vrijwillig en niet met het idee "het moet me wat financieel opbrengen"; niet toegeven aan de verbloemde en niet ziende druk van "geld winnen om het dan weer onmiddellijk uit te geven aan prul". Vrijwillig en met verstand: Je kan dan ook niet meer begrijpen dat je je lege drinkblik deponeerde in berm, of dat je gemaaid gras bij je buur en vooral daar waar de grond van 'niemand' is gooit. Je maakt niet kapot wat niet van jou is. Geld is nodig voor je projecten, voor het onderhoud van gebouwen en gronden. Hier komen we dan ook voor aankloppen, waar zit het? Daarna draaien we op vrijwilligers van leden, buren en natuurvrienden. Maar bestaat de uitdrukking “De beste dingen in het leven kosten niets” al niet heel lang. Zijn we dat vergeten? Maar de ontmoeting staat centraal in het leven van mensen die ten volle leven. Werken in gemeenschap voor de gemeenschap. Ook binnen jouw natuurwereld. En dus niet voor een mooie hoop geld. Laat niemand u iets anders wijsmaken. Spring in de bres en laat ons 'vechten' voor een mooiere wereld. Diederik 2
Bezoek de website van Natuurpunt Aulenteer op dit adres:
www.natuurpuntaulenteer.be
Op het voorblad prijkt een Woudaapje getrokken door Joeri Hansoul in het Vinne. Wil jij volgende keer jouw foto op het voorblad zien prijken? Stuur je foto dan door naar
[email protected] met de vermelding “Foto voorblad” en waar je de foto getrokken hebt. Graag een foto die in het seizoen past. Zorg er zeker voor dat de foto voldoende groot is (min 2 Mb)!
Wil je het Kroniekje digitaal ontvangen? Stuur dan een mailtje met je naam, adres en de vermelding dat je het Kroniekje digitaal wilt ontvangen naar
[email protected].
Met giften doen we méér: Uw steun voor de natuur is enorm belangrijk: Steek een handje toe tijdens de natuurwerken. Of steun onze activiteiten en onze natuurreservaten via een gift van €40. Je schrijft dit bedrag over op onze reservatenrekening: BE56293021207588 en BIC GEBA BEBB met vermelding Overbroek Gelinden NP nr 8807 of Op d’Hei Runkelen NP 8876.
3
Op zaterdag 22 november 2014 van 10 tot 12 uur in Loods nr. 27, Lichtenberglaan, Vliegveld Brustem. Een tuin vol bomen en planten 'van hier' trekt leven aan! Natuurpunt wil de achteruitgang van onze fauna en flora stoppen. Vele vrijwilligers zijn dagelijks in de weer om natuurgebied en zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor onze bijzondere soorten. Maar met natuurgebieden alleen kunnen de achteruitgang van de biodiversiteit niet stoppen. We hebben ook jouw hulp nodig! Indien alle tuinen natuurvriendelijk ingericht zouden worden, vormen ze samen het grootste natuurgebied in Vlaanderen én halen ze heel wat CO2 uit de lucht. Eigenaars van tuinen, tuintjes en balkons kunnen zo meehelpen om de biodiversiteit vooruit te helpen en tegelijk de klimaat opwarming te stoppen. In onze eigen tuin helpen we zo de natuur én onszelf. Vul dus als de bliksem de bestellijst in en bereid je tuin alvast voor op véél extra leven.
4
Meer informatie over de planten verkoop, de aangeboden bomen en struiken vind je op
www.natuurpuntlimburg.be 5
Wist je dat er in Runkelen een prachtig stukje topnatuur ligt? In het natuurreservaat Op d’Hei groeien en bloeien heel wat speciale planten en leven enkele bijzondere diersoorten. Sinds 2009 is het gebied in beheer van Natuurpunt Aulenteer, de lokale afdeling van Natuurpunt. Sindsdien hebben we al heel wat bereikt. Zo groeien er terug zeldzame orchideeën in het gebied en ook de heide is opnieuw verschenen na jarenlange afwezigheid. De naam Op d’Hei wordt weer alle eer aan gedaan.
Werkdag Op d’Hei Op zaterdag 25 oktober trekken we met z’n allen weer de natuur in om natuurwerkjes uit te voeren! Gewapend met zaag, snoeitang, gritsel, hamer en handschoenen. We zullen het natuurgebied Op d’Hei onder handen nemen. Wat staat er op het programma? We gaan de struiken langs de Gemeenteweg snoeien, de dode lindes in het gebied omzagen, wat bosbeheer doen en de draad herstellen. Daarvoor hebben we jullie hulp nodig, want vele handen maken licht werk. We spreken om half twee af in het natuurgebied. Wat moet je meenemen? Handschoenen en klein werkmateriaal (een snoeischaar, een zaag, hamer, ...). Als je een kettingzaag hebt, mag je die ook meenemen. Wij werken uiteraard enkel in de veiligste omstandigheden met kettingzaagbroek, handschoenen, veiligheidsschoenen en een helm. Wij brengen deze mee. Wij voorzien ook koffie, chocomelk en taart. Diegene die komen helpen mogen het hout dat gezaagd is, mee naar huis nemen.
Controle van de runderen Het natuurgebied wordt van april tot november begraasd door Gallowayrunderen, die door veeroosters in het gebied worden gehouden. Galloways zijn gemakkelijk te herkennen aan hun lange vacht en hebben een zachtaardig karakter. Het is een zeer zelfstandig ras, maar toch is het nodig dat de dieren regelmatig gecontroleerd worden. Omdat wij meerdere gebieden in beheer hebben, hebben wij niet altijd de tijd om dit te doen. En daarom zouden we graag beroep willen doen op jullie. U kan ons helpen door bijvoorbeeld tijdens je wekelijkse wandeling in het gebied te kijken of alle dieren aanwezig en gezond zijn. Is er een 6
draad of een poortje kapot, ligt er ergens afval, zijn de dieren ontsnapt of hebben ze geen drinken meer, meld het ons! Indien u graag uw steentje wil bijdragen door het gebied mee in het oog te houden of indien u vragen heeft, kan u ons bereiken via e-mail:
[email protected] of via gsm: Koenraad Van Meerbeek (0479/20.69.57)
7
We moeten het overlijden meedelen van Georges Vandoninck van 17 september. Hij was bestuurslid in de eerste uren van Aulenteer, jaren zeventig en begin tachtig. Daarna is hij bij De Herk Heers bestuurslid geworden, hij woonde ook in Opheers. Georges was ongetwijfeld een positief ingesteld persoon en hij probeerde vele mooie natuur op te zoeken. Zijn interesse ging het meest uit naar de orchideeën. Honderden foto's maakte hij er van en in Overbroek ging hij elk jaar alle orchideeën tellen. Een 5 tal jaren geleden ontving hij de Fruitbeker voor zijn inzet voor de natuur. Georges deed zoveel voor de natuur, we gaan hem missen. Georges, We herinneren je als een goeie natuurvriend, het ga je voor eeuwig goed tot dan tot altijd beste vriend. Aulenteer, Diederik
8
In deze cursus met vier geologen krijgen we een mooi beeld van hoe onze bodem en ondergrond is ontstaan en hoe hij er nu uitziet. Als je weet dat de natuur met bossen, met riet- en zeggevelden, met kalkflora, de beekvalleibegroeïng, heuvels en zo meer zeer sterk afhankelijk is van wat er in de ondergrond zit, dan is belangrijk om ook dit deel van de natuur te begrijpen. Denken we maar even aan Gelinden, Zammelen, de valleien van de Herk, de Cicindria, de Mombeek en de heuvels errond die mergel, tuffeau, kalk, verscheidene soorten klei- en zandlagen bevatten. Daarnaast kijken we zeer verrast naar de fossielen die we in onze streek vinden: bladfossielen in Mergel Gelinden, versteend hout in Sint-Truiden, Gingelom, Hoegaarden of schelpjes in Vechmaal, Borgloon, Kortessem, Tongeren en Riemst. Vooreerst komt er een kennismaking met hoe onze aarde ontstond en welke geologische 'dinges' we kunnen zien in ons Haspengouw: - Aarde, vuur, water en lucht miljoenen jaren geleden: hoe zag onze 'plek' er uit toen, onderweg en nu. Miljoenen jaren geleden werden de bladeren, de schelpjes en het hout in Haspengouw ingesloten door die enorme geo-krachten. - De eerste bossen verstenen en drijven van Montenaken naar Stayen. - Water vind je veel meer dan je denkt in de bodem: maar waar en hoe, met welke kwaliteit, welke bronnen? - In de valleien van de Herk, de Melsterbeek en de Cicindria steken Mergel en Tuffeau de kop op. Zuidwest Limburg biedt meer dan je denkt. De fossielen in de Mergels van Gelinden zijn niet door iedereen gekend maar wel uniek voor de ganse wereld.Met Tuffeau werd er gebouwd. Het ontstaan van onze aarde kan niet beter uitgelegd worden dan door Noël Vandenberghe. Van sterren en planeten tot vulkanen, van oceanen tot bergen onder onze voeten. In een uur vliegen we van 5 miljard geleden tot nu. Noël is een charismatische Prof. Emeritus geoloog van de KU Leuven, een WestVlaming met gevoel voor humor. Moeilijke dingen op een vriendelijke en duidelijke manier uitleggen is zijn moto.
9
Pieter Laga, vriend van Noël, is de vorige directeur van de Geologische Dienst van België. Hij is ook iemand die begeesterd is door al wat in en uit de grond komt. Hij kent elk hoekje van Haspengouw want hij heeft er "geboord" en vele geologische kaarten gemaakt. Op zoek naar gesteenten maar ook voor vandaag naar WATER. Waar komt dat broebelend iets naar boven? Wat drinken we? Michiel Dusar is de huidige directeur van de Geologische Dienst. Hij zal ons boeien met zijn uitleg over het ontstaan van versteende boomstammen. De laatste vondsten van het versteende hout komen uit Stayen. Maar de andere plaatsen in Haspengouw (Gingelom, Hoegaarden, …) laat hij ook 'spreken'.
Last but not least laten we Roland Dreesen aan het woord. Roland Dreesen doctoreerde aan de KU Leuven in de aard- en delfstofkunde. Hij werkte voor het VITO en is als onderzoeker verbonden aan de Belgische Geologische Dienst en het Gallo-Romeins Museum. Als voorzitter van de werkgroep Geologie bij de Limburgse Koepel voor Natuurstudie doet hij de belangrijke geologische sites in de provincie Limburg herleven en beschermen. Voor velen in de natuurwereld is hij geen vreemde meer. Hij zal natuurlijk onze eigen mergelsite te Gelinden uit Sint-Truiden ten beste geven. De wereldberoemde plantenfossielen zullen voor je ogen herleven. De vier sessies gaan natuurlijk door in het Bezoekerscentrum "Mergels van Gelinden", het Natuurhuis Haspengouw. De gelijknamige vzw werkt voor deze lezingen samen met de "Davidsfonds Academie" en haar afdelingen Sint-Truiden en omstreken. In de vier sessies nemen de vier vriendgeologen ons mee op hun tocht door de grond in Haspengouw. We zullen vanaf dan niet meer 10
onwetend zijn over het ontstaan, de stenen, het water, de fossielen onder onze voeten. Als je weet dat wat in de grond zit, bepaalt wat er bovenop groeit, zijn we op natuurvlak ook erg geïnteresseerd. Het wordt een bijzondere ervaring voor natuur- en cultuurliefhebbers. PRAKTISCH: De cursus gaat door op enkele zaterdagavonden: De volgorde van opsomming van de sprekers hierboven is ook de volgorde van de data hieronder. Zat 4, 11 en 18 oktober en zat 8 november 2014 van 19.30 tot 21.30 uur; Nadien kan er nagepraat worden. Plaats: Natuurhuis Haspengouw & Bezoekerscentrum "Mergels van Gelinden", Kleinveldstraat 54 in Overbroek te Gelinden, Sint-Truiden. Organisatie: i.s.m. Davidsfonds Academie, Natuurhuis Haspengouw vzw, Davidsfondsafdelingen en Natuurpuntafdelingen. Prijs 55€ of 49€ met Davidsfonds Cultuurkaart (Inbegrepen: Syllabus en koffie) Info: 016/310670 Davidsfonds Academie en 0475/584500 D. De Leersnyder Betalingen: code GL-14C-GE: Inschrijven via website www.davidsfonds.be/academie en overschrijving rek van Davidsfonds Academie op BE 51 7350 2299 6462 en melding via tel 016/ 31 06 70 of per mail
[email protected]
11
Op zaterdag 11, zondag 12 en maandag 13 oktober 2014, telkens van 10 u. tot 18 u. (inkom: € 5, gezinnen € 12) organiseert de Nationale Boomgaardenstichting vzw haar 6de internationale EUROPOM®fruittentoonstelling. Deze fruit- en hoogstamhappening vindt plaats in het prachtige kasteel en in de ridderlijke omgeving van het domein Alden Biesen, cultureel centrum van de Vlaamse Gemeenschap in Rijkhoven (Bilzen), Kasteelstraat 6. Ook nu loopt er een internationaal programma met deelname van meer dan 10 landdelegaties, elk met hun typische fruitvariëteiten en gebruiken, tal van informatie- en demonstratiestands rond fruitgebruik, fruitrassen, kenmerken, fruitverkoop … symposia en gidsingen, animatie … De NBS vzw viert hierbij tevens haar 30-jarig bestaan! Zolang reeds wordt geijverd voor het behoud, herintroductie, beheer en waardering van hoogstamfruitbomen en boomgaarden in Vlaanderen en in het hele land. Verjaardag die bovendien samenvalt met de 120ste jubileumuitgave van ons ledenblad ‘POMOLOGIA’, wat aan deze EUROPOM®-editie nog meer een bijzondere dimensie geeft. (!) Meer dan 1000 appel- en perenrassen zullen de revue passeren! Al het kleinste appeltje van Europa gezien? Al de dikste peer gevoeld? Ken je nog de Dubbel Flip? Zegt de Rode Zomercalville met zijn rood dooraderde vlees en zijn herkomst uit de middeleeuwen je nog wat? Meerdere buitenlandse zusterverenigingen verlenen hun medewerking en tonen ons hun eigenaardigheden en erfgoed op fruitkundig vlak. Zo komen de Franse Croqueurs de Pommes met hun Pomme d’ Api, het Duitse Pomologen Verein en GPO Bayern met hun ‘Birnen’ en ‘Apfelsorten’, het Italiaanse Pomona, het Zwitserse Fructus met de appels van Willem Tell … Allen plaatsen ze hun mooiste en lekkerste vruchtjes in onze Europese fruitkorf. De Engelse Wisley Gardens, de vertegenwoordigers van de tweehonderdjarige Royal Horticultural Society en de Engelse tuinbouwtrots komen naar het continent met een speciaal geselecteerd assortiment van Engelse appels. Stel je dit bonte gezelschap voor, nog aangevuld met bijzondere stands en 12
presentaties uit Nederland, Zweden, Oostenrijk, Tsjechië, Roemenië, Luxemburg, Ierland en de pomo-pret kan niet meer op. In het verlengde van de appel- en perenexpo laten we je ook nog kennis maken met onze kersen-, pruimen-, druiven- en notenrassen. Ja, inderdaad, kersen en pruimen bewaren tot Kerstmis … Kom en je zal wel zien! Fruitgebruik in al zijn vormen Ook alle vormen van fruitverwerking krijgen de nodige aandacht, zoals: opleggen, inleggen, wecken, drogen, pasteuriseren, konfijten, stroopbereiding, de vele thuisbereidingen, gerechten en recepten … met Europese achtergrond. Determinatie Heb je onbekende appels of peren …? Breng ze gerust mee naar EUROPOM®. Onze deskundige pomologen buigen zich over uw onbekende vruchten en zullen trachten deze op naam te brengen. Voor een goede behandeling breng je best een 4-tal vruchten per soort mee. Scholen en groepsbezoeken Op maandag 13 oktober staat EUROPOM® ’14 in het teken van groepsbezoeken met de mogelijkheid tot pomologische rondleidingen, al dan niet gecombineerd met een geschiedkundig bezoek aan de Landcommanderij Alden Biesen. Een ideale gelegenheid voor senioren om zoete geur- en smaaksensaties terug te beleven daar het voor de jeugd een ideale kans is wat betreft de mogelijkheid van klasbezoeken met gidsing en werkstructuur. meer info via: www.europom.eu
13
In de vergaderruimte van het bezoekerscentrum te Nieuwenhoven startte op 6 september de cursus NATUURGIDS. Een groep van meer dan 20 geïnteresseerden werd welkom geheten door de voorzitter van de Limburgse Natuurgidsen, waarna de verantwoordelijke voor de cursus, Staf Grouwels, een duidelijk overzicht gaf van wat dit jaar te verwachten valt. Deze cursus van het Centrum voor Natuurbeschermingseducatie neemt zijn cursisten van september 2014 tot juni 2015 mee op 30 activiteiten ivm de natuur, zowel theoretische lessen als excursies. Een gedeelte van de theorielessen zal plaatsvinden in het Natuur.huis te Gelinden, vlakbij het Overbroek Natuurpuntreservaat. De opleiding is erkend als specialisatie binnen de gidsenopleiding van Toerisme Vlaanderen. Er wordt lesgegeven over allerlei aspecten van de natuur waarbij de toekomstige gids leert herkennen, begrijpen en “vertalen”. Rode draad doorheen het jaar is het maken van een terreinstudie waarop al die nieuwe vaardigheden worden toegepast. Reeds tijdens de eerste introductiedag werd ook reeds naar buiten gegaan: in het zachte en zonnige nazomerweer wandelde men door Nieuwenhoven. De besturen van NP Aulenteer, Leefmilieu Borgloon en De Herk Heers houden er bij deze ook aan om al deze geweldige deelnemers zeer veel leerrijke en aangename belevingen en een volgehouden inzet toe te wensen! Annemie Verheyden sec. Aulenteer
14
Op Zondag 6 juli 2014 waren onze Aulenteer-wandelaars present op een interessante, gecombineerde culturele gierzwaluwwandeling, in het hartje van Sint-Truiden. Deze wandeling in samenwerking met toerisme Sint-Truiden was het orgelpunt, van een vroegere lezing van Vrijdag 31 Januari 2014 over Gierzwaluwen. Wij bezochten met de wandelgroep achtereenvolgens een 6-tal welbekende, Sint-Truidense stadslocaties, waar natuurlijke Gierzwaluwnesten en/of houten kunstmatige Aulenteer-Gierzwaluwnestkasten aanwezig waren, te weten: Schuurhovenkerk, de locatie rondom het Cicindriahuis, zijkant van het Technicum-gebouw, het vroegere Bogaerdenklooster, Seminarie-toren, en de Klokkentoren van het Stadhuis. Op elk van deze stadslocaties werden de gierzwaluwnesten uitvoerig geobserveerd met de verrekijker. Telkenmale werd er door stadsgidse Mevr. Danielle Kevers, over bovengenoemde locaties, zeer vele leerzame, geschiedkundige en oudheidkundige aspecten verteld, terwijl ikzelf nadien telkens iets vertelde over het mysterieuze leven van onze Gierzwaluwen (Apus apus). In bijlage nog enkele stemmingsfoto’s van deze geslaagde wandelnamiddag! Richard vandergeten
15
Op Zondag 3 Augustus 2014 waren 18 wandelaars van NatuurpuntAulenteer present in Laar (deelgemeente van Landen) voor een interessante natuurwandeling op en rondom de historische slagvelden van Laar en Neerwinden. Laar en Neerwinden zijn sinds 1977, deelgemeenten van Landen, in de provincie Vlaams Brabant. Laar heeft een zeer boeiend en rijk verleden met aangrijpingspunten met onze Trudoabdij van Sint-Truiden. De ouders van de heilige Trudo, Wicbold en Adéla woonden in een groot versterkt kasteel met slotvijvers, gelegen tussen de huidige 3 Gezusterskapel van Laar (niet ver van de kerk) en het riviertje de Waarbeek. Adéla, was van het geslacht van Austrasische Hertogen,en de lievelingsnicht van Pepijn I van Landen. Wicbold was een tijdgenoot en bloedverwant van Childrik (Frankische koning). De bewoners van Laar noemden indertijd de H.Trudo , de rijke “Gravenzoon van Haspengouw”. De eerste H.Trudokerk van Laar dateert van 1107. De Abt van de Sint-Trudoabdij van Sint-Truiden was in een ver verleden grondheer van Laar, bezat hier een gerechtshof en had recht op de heerlijkheid, kerk en tienden, naast 74 Ha grond in eigendom. De huidige, vernieuwde H.Trudokerk van Laar dateert van 1774. De kerk werd voor de wandelgroep van Aulenteer speciaal opengesteld, waardoor we de vele kerkelijke kunstvoorwerpen (waaronder 4 schilderijen van Erasmus Quellin,leerling van Rubens) konden bekijken. De Pastoorsweide gelegen naast de H.Trudokerk en de Tiendenschuur van Laar, bevat een mooi bronzen beeld van wijlen eerwaarde heer Pastoor Nicolaes Loriers (bekendste Pastoor van Laar, en doodgemarteld na de slag van Neerwinden in 1793 en overleden in 1794 aan zijn verwondingen). 16
Na dit kort bezoek aan Laar, wandelden we verder in de richting van de H.Kruiskapel van Neerwinden. Vooreerst kwamen wij nog voorbij de kerk van Neerwinden alwaar een prachtige, zeer grote Menhir, opgesteld staat, voor de ingang van de kerk. Wandelend langs de omheiningsmuur van het nieuwe kerkhof van Neerwinden, spotte Diederik een prachtige Tapuit( mannel.,adult) in zomerkledij. Ook een jagende Torenvalk boven een korenveld was duidelijk te herkennen. Tijdens de veldslagen van 1693 en 1793 vormden de dorpen Neerwinden en Laar, het decor van gruwelijke man-tegen- man gevechten. De H.Kruiskapel lag toen op een kruising van een 5-tal landwegen, en was voorbestemd om een cruciale rol te spelen als hoofdkwartier, en verzamelpunt van de verschillende vechtende legers. Voor ons wandelaars, bood de H. Kruiskapel van Neerwinden temidden van een klein grasperk, vele zitbanken en een aantal aanwezige loofbomen, een weldoende rusten drinkplaats. Deze verfrissende pauze was hard nodig, want de hoge temperatuur en vochtige warmte van deze wandeldag deed de kelen snakken naar één of meerdere drankjes. Ondergetekende maakte van deze rustpauze gebruik om de wandelgroep, in het kort, de voorgeschiedenis , de eigenlijke strijd en de gevolgen van deze twee zeer bloedige veldslagen te schetsen.I n 1693 stond het Franse Leger van Lodewijk XIV (75.000 man), geleid door de briljante opperbevelhebber Hertog de Luxembourg tegenover een verenigd Europees Geallieerd Leger, samengesteld uit Britse, Noord-Hollandse, Duitse, en Spaanse soldaten.Ook Zweedse troepen , en Italiaanse legereenheden uit de Savoye namen aan de gevechten deel. Deze Europese samenwerking was het resultaat van afspraken, vastgelegd in de Liga van Augsburg op 9 juli 1686 tijdens de 9-jarige oorlog. Totaal telde het Geallieerd Leger +/- een 70.000 soldaten. Als bevelvoerders van dit gecoördineerd leger werden Willem III van Oranje en Maximiliaan II van Beieren aangesteld . Door list en beter taktisch inzicht van de Franse opperbevelhebber de Luxembourg, werd deze strijd in 1693 gewonnen door de Fransen. Mede door de rampzalige vlucht en chaotische terugtocht van de Geallieerden over 17
een 4-tal te kleine en te smalle, beschikbare bruggetjes over de Kleine Gete, was de balans aan doden en gekwetsten bij de Geallieerden uitzonderlijk hoog (20.000 doden bij de Geallieerden, 10.00 doden bij de Fransen. In totaal dus 30.000 doden en/of gekwetsten).Uiteindelijk zorgde de Vrede van Utrecht in 1697 voor een korte periode van vrede en opbouw in een reeds negen jaar durende oorlog. Helaas in 1793, juist 100 jaar later, werd er weer slag geleverd , ditmaal tussen het Franse leger (47.000 man) onder de leiding van de bekende opperbevelhebbers Dumouriez en Miranda , en het Oostenrijkse Leger (42.000 man) onder de leiding van de prins Von Coburg-Saalfeld (grootoom van Leopold I van België). Ditmaal zegevierden de Oostenrijkers. Beide strijdende legers telden in 1793 na weer een lange strijd, een 3000-tal doden en gekwetsten elk. In totaal dus een 6000 doden en/of gekwetsten, wat merkelijk minder was dan in 1693. Reden hiervan was de uitgestrektheid van de frontlijn, nl van Racour (Raatshoven) tot aan het Vinne in Zoutleeuw, waardoor er meer en betere ontsnappingsmogelijkheden waren over de vele bruggetjes van Kleine- en Grote Gete. Tot slot bezocht onze Aulenteerwandelgroep nog, op de terugweg naar SintTruiden, de Kerk van Neerhespen, waar in de rechterbuitenste zijmuur een ijzeren kanonbal nog verwijst naar de slag van 1793 (zie foto). Nog te vermelden valt hier ook, dat overblijvende sporen van deze twee veldslagen, zoals een reeks oude kanon-en musketkogels, bajonetoverblijfselen, plannen enz… nog bewaard en tentoongesteld worden in het huidig museum van Rufferdinge , deeluitmakend van de Toeristische dienst van Landen. Richard Vandergeten Foto’s J.Bollen en Richard Vandergeten
18
Visbestand in het deelbekken van de Melsterbeek - Inventarisatie en maatregelen ter verbetering BESLUIT Om een actueel beeld te krijgen van het visbestand in de 3 beken, namelijk ; de Molenbeek, de Melsterbeek en de Cicindriabeek werden in het voorjaar van 2012 een aantal afvissingen gedaan over trajecten in de 3 beken. Er werd elektrisch afgevist omdat de gegevens van de vorige afvissingen op dezelfde manier werden uitgevoerd. Zo kan er een betere vergelijking worden gemaakt omdat er met dezelfde efficiëntie werd gevist. Tijdens het afvissen werden er steeds dezelfde 5 vissoorten gevangen met af en toe een minder verwachte vis. De Molenbeek en in mindere mate de Melsterbeek zijn er zowel op visstand als op waterkwaliteit de voorbije jaren op vooruit gegaan. Plaatselijk worden Riviergrondel en Bermpje op populatieniveau aangetroffen. De Cicindriabeek daarentegen is zowel op visstand als op waterkwaliteit achteruitgegaan. De waterloop heeft meer weg van een open riolering i.p.v. een beek. Dit heeft als gevolg dat er zo goed als geen vissen zwemmen. Om een goed visbestand te bekomen is het belangrijk dat er zowel maatregelen op het land als in de beek worden genomen. Een gezonde vispopulatie kan zich handhaven in een beek indien er ieder jaar een succesvolle natuurlijke voortplanting kan plaatsvinden. De leefbaarheid van een vispopulatie is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van propere (slibvrije) paaibedden. Zo zullen de maatregelen die worden genomen op het land zorgen voor een verbetering van de waterkwaliteit doordat er minder bodemdeeltjes alsook nutriënten en bestrijdingsmiddelen die eraan kleven in de beek terecht zullen komen. Dit is zowel positief voor de landbouwer die zijn vruchtbare grond of oogst niet verliest alsook voor de beek die minder vervuild wordt. Grasgangen, grasbufferstroken langs de beek , erosiepoelen, buffergrachten en bufferbekkens zijn goede maatregelen om modderstromen naar de waterloop te beperken. Nog beter is om brongericht te werken zodat bodemdeeltjes minder snel worden geërodeerd. Dit is mogelijk door het toepassen van niet-kerende bodembewerking, directe inzaai, inzaai groenbedekkers of aangepaste teeltkeuze. Echter, een goede waterkwaliteit staat niet garant voor een duurzaam en soortenrijk visbestand. De beek moet ook goede 19
structuurkenmerken hebben. Verschillen in stroomsnelheid, voldoende waterdebiet, verschillen in diepte, het voorkomen van holle, doorwortelde oevers, aanwezigheid van ondergedoken waterplanten en oevervegetatie, voldoende schuilgelegenheid, etc. zijn nodig voor de instandhouding van het aanwezige visbestand. Dit kan bekomen worden door de beek meer ruimte te geven in de vallei door ze bijvoorbeeld opnieuw te laten meanderen zodat ondiepe binnen- en diepere buitenbochten ontstaan. Ook kunnen stroomdeflectoren, zoals de inbreng van dood hout en stortstenen, bijdragen tot verschillen in stroomsnelheid en de vorming van kuilen in de bodem. Bomen die naast de beek staan geven schuilgelegenheid doordat er wortels in het water zitten waar de vissen tussen kunnen kruipen om te schuilen en om voedsel te zoeken. Kortom, het is dus belangrijk dat de beken zowel een goede waterkwaliteit én goede structuurkenmerken hebben. Hiervoor zijn diverse maatregelen op het land als ingrepen in de waterloop zelf noodzakelijk. Verder is het belangrijk dat de vissen vrij kunnen migreren om geschikte paai-, rust- en fourageerplaatsen te vinden. Als de vissen zich niet kunnen verspreiden ontstaan er geïsoleerde deelpopulaties wat een verlies aan genetische diversiteit op termijn met zich meebrengt. Het is daarom van groot belang om vismigratieknelpunten op te lossen. In dit eindwerk worden enkele maatregelen voorgesteld om de vrije vismigratie op de Molenbeek te bevorderen. Er werd een voorstel gedaan om een bypass via Maasrode moeras aan te leggen om zo de stuw van de molen te omzeilen. Verder werd er een voorstel gedaan om de Logebeek te gebruiken om 3 watermolens te omzeilen. Ter hoogte van Velm werd een voorstel gedaan om via een bypass een oude molenconstructie te omzeilen. Op deze manier en kunnen de vissen vrij migreren en hun leefgebied vergroten. Agro en Biotechniek Geel Milieu Katholieke Hogeschool Kempen Associatie KU Leuven
20
Sleedoorn vind je nu overal, in hagen en houtwallen, in de holle wegen op de rand van akkers en weiden. Hier mijn recept voor een sleedoornjeneverke: Pluk nu een kilo sleedoornpruimpjes, was ze en doe ze in de diepvriezer. Haal ze na een week er weer uit en doorprik de vruchten. Vul een liter fles tot op de helft met deze sleedoornen. Voeg dan toe 300 g suiker en vul verder de fles van één liter met jenever (van die gewone, je weet wel max 35°). Je kan ook per fles een speciale smaak toevoegen; bijvoorbeeld noten, een kaneelstokje of honing. Plaats de flessen in een plaats met kamertemperatuur. Meng regelmatig en doe de pruimen na maximum twee maanden uit de fles. Je mag de drank filtreren. Prosit. Een andere methode is: Neem 1 kg sleedoornpruimen, doe er 2 l alcohol van 90° en 500g suiker bij. Pers de sleedoornpruimpjes daarna op een zeefdoek. Nog een ander van een grootmoederke uit Zepperen: 333g sleedoornpruimpjes, 1 l jenever 35° en 164 suiker. Bij een ander recept werd de suiker vervangen kandijsuiker. Niet slecht hoor ik je al zeggen.
door
echte
Van onze gidse Anne uit Rummen: 1 l jenever nemen, 200 g suiker en een halve kg sleedoornbessen. De bessen dien rijp te zijn en dit is normaal eind oktober. Zorg dat de smaak uit de pruim goed in de drank overgaat door goede gaten te maken in de schil. Neem een grote pot (bv grote steriliseerpot) vul de pot met sleedoornpruimen en doe de suiker er bij. Vul aan met jenever. Je kan een kaneelstokje of amandel essence bij doen. Meng goed. Zet donker en koel weg. In de eerste weken dient de pot dagelijks gekeerd te worden; daarna 3 maanden wekelijks keren. De jenever krijgt een diep rode kleur. Na 3,5 maand alles overgieten in een fles; het bezinksel weggooien. Van Daniëlle: idem 1/2 kg sleedoornen, 350 g fijne suiker, 1/4 l water en 1/2 l jenever of brandewijn. 21
Na wassen en doorprikken giet je er een zelfgemaakte siroop, gekookt van het water en de suiker met na het afkoelen de brandewijn er bij gedaan te hebben, over. Zet alles goed koud om er ten volle van te genieten. Vergeet ons niet te verwittigen als je eraan begint te nippen. Een variant met pit, ik bedoel met een speciaal smaakje is dit wanneer je tijdens het weken (macereren) van sleedoornpruimen er geplette rozebottels toevoegt. groeten, Dirk Haspengouwer Foto: Diederik
22
De kleine vos was tijdens Het Grote Vlinderweekend van Natuurpunt de talrijkste vlinder in Vlaamse tuinen. Ook in de gelijktijdig georganiseerde Waalse en Nederlandse tellingen was dat zo. Na een sterke afname in de periode 1990-2010 is de kleine vos sinds 2011 aan een spectaculaire opmars bezig. Wellicht is de soort een eerdere ziekte te boven gekomen, en profiteert ze ook van het zachte weer. Ondanks de ideale weersomstandigheden tijdens het telweekend, lag het aantal vlinders merkelijk lager dan vorig jaar. Uit de voorlopige cijfers op zondagavond uit 1500 tuinen blijkt dat in de Vlaamse tuinen gemiddeld 12 exemplaren van 4 verschillende soorten werden gezien. Dat is heel vergelijkbaar met Nederland, maar slechts de helft van de aantallen in Wallonië. Ook tegenover de Vlaamse cijfers van vorig jaar is het aantal vlinders per tuin opvallend lager. Toen werden per tuin gemiddeld 26 vlinders van 6 verschillende soorten geteld. Deze lagere aantallen betekenen niet dat onze vlinders plots sterk achteruitgaan. Door de zachte winter en het warme voorjaar vlogen de meeste soorten dit jaar 2 tot 3 weken vroeger dan gemiddeld. Hierdoor is de zogenaamde ‘piek’ in de vliegperiode al voorbij voor verschillende soorten. Zo werd de dagpauwoog dit weekend in slechts 1 op 3 tuinen gespot, terwijl hij in 2013 nog de meest verspreide dagvlinder was en in 3 op 4 Vlaamse tuinen te vinden was. Eerder dit jaar werd de dagpauwoog wel in grote aantallen gezien. “Over het algemeen kunnen we 2014 een behoorlijk vlinderjaar noemen, waarin de vlinderaantallen net als de voorbije 2 jaar hoger liggen dan in de periode 2007-2011”, legt Vanreusel uit. Het werd nog een nek-aan-nekrace tussen de kleine vos en de atalanta, een trekvlinder die hier in het voorjaar aankomt vanuit het zuiden en waarvan de nakomelingen nu rondvliegen. Qua aantallen moest de atalanta het nipt stellen met een tweede plaats, maar de soort kende wel de ruimste verspreiding van alle vlindersoorten. In 2 op 3 Vlaamse tuinen konden mensen deze grote zwarte vlinder met oranje en witte banden bewonderen. Het lijkt erop dat de soort zich 23
goed heeft kunnen voortplanten dankzij het zachte voorjaar. Op de derde plaats stond op zondagavond het oranje zandoogje, die vooral in de provincies Oost- en West-Vlaanderen heel talrijk rondvloog. De meest getelde vlinder van vorig jaar, de gamma-uil, werd dit jaar slechts in 1 op 10 tuinen waargenomen. 2013 was een uitzonderlijk invasiejaar voor de soort, dit jaar kreeg de trekkende nachtvlinder onderweg te maken met een ongunstige noordenwind. Telresultaten kunnen nog ingevoerd worden tot vrijdag 8 augustus via www.vlinderweekend.be. In de loop van de week volgt een uitgebreidere analyse met een duidelijk overzicht per regio later. Bron: www.natuurpunt.be
24
Je weet dat we de bel de kat aanbond toen de stad Sint-Truiden, vroeg om bijna alle hoogstamfruitbomen om te hakken: het ging in feite om met Little Cherry alle besmette bomen (dus meer laagstam dan hoogstam). Maar toch is er nog veel nuance te maken in dit bericht: Onlangs kon je een infodag over de Little Cherry volgen. Goede informatie werd gegeven door de initiatiefnemers: Proefcentrum Fruitteelt (PCF), de Nationale Boomgaardenstichting, de Provincie en het Regionaal Landschap Haspengouw Voeren. Wat we onthouden: kort weergegeven: De herkenning van Little Cherry is enkel sluitend als er een staal van de boom genomen en onderzocht wordt de virus Little Cherry (ongeveer 40€).
Je kan Little Cherry herkennen in de maanden eptember/oktober aan de rode plekken (bladmoes) tussen de groene nerven van de bladeren; maar het blijft verwarrend. Snoeimateriaal dat gebruikt werd bij besmette bomen dient ontsmet (Chavel 0,1% of een ander middel). Het is niet zo dat je verplicht bent hoogstam om te hakken. 25
De laagstam, halfstam en hoogstam die aangetast is door Little Cherry moet gedood worden (afgevoerd best ook, omgehakt mag als er vergunning voor is, maar let op dikke oude bomen zijn een ideale plaats voor insecten en vogels). De verspreiding gebeurt dikwijls via de wortels van zieke bomen. Je mag niet zeggen dat de ziekte van de hoogstam op de laagstam wordt overgedragen. Omgekeerd ook niet. Het wordt van eender welke zieke little cherry boom naar een gezonde kersenboom overgedragen. Alle kersensoorten kunnen little cherry krijgen: dus laagstamkers, halfstamkers, hoogstamkers, sierkers zoals japanse kers, wilde kers (boskers) en krieken. Er zijn nu geen subsidies voor de kap van de aangetaste bomen. Je plant geen kersensoort op de plaats van een verwijderde zieke kersenboom. Grondige controles nu uitvoeren. Dus: controle uitvoeren gemeente, Boomgaardenstichting of Regionaal Landschap contacteren bewijs van aantasting door staalname overleg met de geburen als 'goed nabuurschap'
26
Over smaak en kleur valt niet te discussiëren, maar jonge everzwijntjes zijn gewoon mooi. Een ontmoeting met deze “pyjamaatjes” is en blijft een geweldige ervaring voor de natuurliefhebber. De volwassen dieren stralen dan weer kracht uit, met hun massieve kop, hoge schoft en stugge rugharen. En net die haren gebruiken mensen al eeuwenlang om zichzelf mooi te maken. Er worden immers haarborstels van gemaakt. Het wetenschappelijke vakjargon staat vol Engelse termen, maar het jagerslatijn is doorspekt met Duitse woorden. Het everzwijn wordt bestempeld als zwartwild (Schwarzwild), het Edelhert als roodwild (Rotwild). Een groep everzwijnen wordt een rotte genoemd. Ze bestaat uit enkele volwassen vrouwtjes (zeugen) met hun jongen van hetzelfde jaar (frislingen) en van het vorige jaar (overlopers). De mannelijke overlopers verlaten de rotte en voegen zich samen in losse groepen van lotgenoten. Volwassen mannetjes leven solitair en worden beren genoemd. De bronstijd valt in de herfst en de winter. Dan vechten de beren om de zeugen. Het kan er zeer heftig aan toegaan, want met hun honderd kilo brute kracht en vlijmscherpe slagtanden is het een gevecht op leven en dood. Speciaal voor deze gelegenheid is hun borstkas voorzien van een dikke laag kraakbeen die hen moet beschermen. De jongen worden geboren na een drachtlengte van drie maanden en drie weken, wat inhoudt dat ze meestal geboren worden in februari of maart. Everzwijnen zijn buitenbeentjes onder de hoefdieren; het zijn echte alleseters. Ze hebben maar één maag en herkauwen niet. Hun voedsel moet dan ook goed verteerbaar zijn en veel energie opleveren. In het najaar staan allerlei noten en eikels op het menu. Ondanks hun enorme kaken zijn ze toch in staat beukennootjes op te rapen en eikels te ontschillen. Het zijn belangrijke voedselbronnen waarmee de zwijnen een vetlaag opbouwen voor de winter. Ze vreten zich letterlijk vol en liggen overdag “zo lui als een varken” in hun ketel (nest). Ook dierlijk voedsel wordt niet geschuwd. Dat kunnen regenwormen, keverlarven, amfibieën, muizen of grondbroedende vogels zijn. Verder zijn ze vooral geïnteresseerd in wortelknollen zoals die van de adelaarsvaren, maar ook landbouwgewassen als aardappels en bieten moeten er soms aan geloven. Het gemak waarmee wilde zwijnen met hun snuit de grond omwoelen, illustreert hun uitzonderlijke kracht. Het gewroet wordt hen echter niet altijd in dank afgenomen. Ze kunnen lelijk huishouden in graslanden 27
en akkers. Toch zijn de effecten op de bosbodem meestal positief. Het woelen zorgt immers voor een snellere vertering van gevallen bladeren en creëert nieuwe kiemkansen voor bosplanten. Duizenden jaren lang leefden er everzwijnen in onze bossen, maar in de negentiende eeuw werd de soort bijna uitgeroeid. Op enkele zwervers uit Wallonië of Duitsland na bleef het meer dan een eeuw rustig op het zwijnenfront. Enkel na de tweede wereldoorlog zien we weer een opvallende toename in het aantal geschoten dieren (enkele tientallen). Vijf jaar verbod op het dragen van wapens bleek voldoende om de populatie eventjes te laten heropflakkeren. Het landschap was echter niet helemaal geschikt. Er bleven te weinig rijpe bossen over en de varkens verdwenen weer. Op het einde van de twintigste eeuw begonnen de populaties echter sterk te groeien in heel Europa en een rekolonisatie van Vlaanderen kon dan ook niet uitblijven. Er worden enkele verklaringen voor dit succes naar voor geschoven. Milde winters in een warmer wordend klimaat zorgen voor een grotere overlevingskans bij de biggen. Er zijn ook opvallend meer mastjaren (jaren met grote zaadproductie) bij de beuk, de kastanje en de eik. Tenslotte is er de toenemende intensivering van de landbouw met monoculturen van maïs. In deze velden vinden ze de nodige dekking én voedsel. Het gaat de Everzwijnen dus voor de wind. Hun opmars valt niet te stuiten. Het dier uitroeien in Vlaanderen is onbegonnen werk, dweilen met de kraan open. Natuur- en jagersverenigingen vinden dat ook niet opportuun. De soort hoort thuis in onze bossen en vervult daar een belangrijke rol. Ook de Vlaamse regering heeft haar standpunt herzien en streeft niet langer een nulstand na. Er worden gedoogzones afgebakend waar het everzwijn welkom is. Vreedzaam samenleven zal wel wat inspanningen vergen. Schade aan landbouwgewassen moet voorkomen of eventueel vergoed worden. Bovendien moet de maïsteelt teruggedrongen worden aangezien die alleen maar dient om onze te grote veestapel van voedsel te voorzien. Kwestie van onze ecologische voetafdruk te verminderen. Johan Van Meerbeek Bron: Natuurpunt.be
28
1. Op 23,24,en 25 Juli 2014 werd er heel uitzonderlijk boven de Kalkense Meersen (Assels-Oost-Vlaanderen) een zwevende Slangenarend gespot. Deze indrukwekkende roofvogel en dwaalgast in ons land, behoort tot de familie van de Arenden. 2. In het overstromingsbekken van Bernissem werd er op 24 Juli 2014, door Geert Bollen, een adulte mannelijke Heilige Ibis (Threskiornis aethiopieus) waargenomen. Deze vogel, behorende tot de familie van de Ibissen en Lepelaars, was er aan het foerageren. Voor onze streek en voor Bernissem, een heel uitzonderlijke waarneming.Ook op 24-08-2014 werd dezelfde waarneming herhaald in Bernissem. 3. Op 23-08 was er een merkwaardige waarneming van een Hop (Threskiornis aethiopicus) in een voortuin met sparbegroeiing, op de grond foeragerend. De voortuin is gelegen tussen de Planterijstraat en Gorsemdorp. De waarneming was van de heer Vandecan Joss. Voor onze streek toch een eerder uitzonderlijke dwaalgast! 4. Ook in de 3de periode van 2014 was het overstromingsbekken van Bernissem een trek-en pleisterplaats voor heel veel verschillende kleine en grote steltlopers, zoals: Kemphanen, oeverlopers, witgatjes, Groenpootruiters,Bosruiters, Kievitten, enz... Ook andere prachtige waarnemingen op deze plaats dienen vermeld te worden zoals: Boompiepers, de eerste Wintertalingen, de Watersnippen, de vele Blauwe reigers, enz… 5. 5.En dan was er natuurlijk de melding van een Visarend (Pandion Haliaetus) in de gemeente Rutten door Mevr Carine Richerzhagen.Waarschijnlijk weer zo een dwaalgast op zoek naar een uitzonderlijke vistafel. Amateurkwekers van kleine en grote Siervissen, opgelet voor Visarenden en Reigers!
29
Nicotine is een sterk giftige stof. Neonicotinoïden zijn chemische derivaten van nicotine. Er zijn negen types gekend. Ze zijn systemische insecticiden. In tegenstelling tot andere insecticiden, die op de oppervlakte van behandelde bladeren blijven, worden systemische insecticiden door de plant opgenomen via de wortels of de zaadlobben van ontkiemende planten. Ze beschermen de bovengrondse en ondergrondse delen van de planten tegen insectenvraat. Ze worden hiervoor preventief gebruikt. Neonicotinoïden kunnen toegediend worden onder vorm van behandelde zaden, via bladsproeibehandeling (fruitbomen) en als bodemontsmettingsmiddel (aardappelen, bieten, maïs). Neonicotinoïden werken op het zenuwstelsel van insecten. Ze blokkeren de overdracht van zenuwimpulsen, waardoor de insecten stoppen met eten, verlamd raken en uiteindelijk sterven door verhongering en uitdroging, of doordat ze ten prooi vallen aan andere dieren. Deze dieren, voornamelijk vogels, accumuleren het gif en gaan er tenslotte aan dood. De stoffen zijn zeer persistent in de bodem. Hun halfwaardetijd bedraagt 830 dagen; dit wil zeggen dat het 830 dagen duurt voor de helft van de stof is afgebroken. Deze stoffen zijn vrij mobiel in de bodem en kunnen naar het grondwater lekken of aflopen naar het oppervlaktewater, zodat ook regenwormen en ander bodemleven in contact komen met het gif. Neonicotinoïden worden verkocht als een wondermiddel voor de landbouw, maar plegen in werkelijkheid een aanslag op de duurzaamheid van die landbouw: ze doden bijen die instaan voor de bevruchting van gewassen en maken de bodem steriel en onvruchtbaar. In die zin dragen ze bij tot de zogenaamde “verdwijnziekte” van de bijen (evenals de Varoa-mijt en het tekort aan nectar- en stuifmeelproducerende inheemse planten). De Europese Unie heeft in 2013 een tijdelijk moratorium ingesteld op het gebruik van vier types neonicotinoïden, terwijl de vijf overige types wel nog gebruikt mogen worden ondanks ze even schadelijk zijn. Wel mogen deze vier types nog steeds gebruikt worden in de glastuinbouw (serres), waardoor uitspoeling naar de bodem en verontreiniging van het grondwater blijft bestaan. Na twee jaar volgt er een evaluatie van dit tijdelijk moratorium: dit wil zeggen dat in 2015 zal beslist worden over de toekomst van deze producten. Natuurpunt vraagt dat het tijdelijk moratorium verlengd en uitgebreid wordt naar alle negen types, en dit voor elke teelt (ook in serres). Natuurpunt pleit voor een minimaal gebruik van 30
grasbeschermingsmiddelen. In de eerste plaats moet er ingezet worden op maatregelen die de natuurlijke plaagbestrijding bevorderen, door meer natuurlijke landschapselementen in het landbouwgebied te voorzien. Pesticiden moeten curatief worden ingezet in plaats van preventief. Johan Van Meerbeek
De grote nieuwe afvalstortplaats in Overbroek, het wegmaaien door De Ploeg en door stad ST en door de Provincie van een deel van onze haag langs het fietspad (het speciale is dat die haag ook samen met de stadsdiensten ooit werd aangeplant, de hoge bermen werden te fel gemaaid zodat de zeldzame planten zoals knautia niet meer bloeien en zaad vormen, de gierzwaluwenwandeling in stad Sint-Truiden (mooie resultaten door de stad en kerkfabriek Schurhoven, de beschadiging van de rustbank op de helling in Overbroek.
31
In de maand Augustus 2014 werd door een aantal vogelwaarnemers, in en rondom het wachtbekken van Bernissem, in de Fruitstreek, enkele - Heilige Ibissen- waargenomen en gefotografeerd.Deze vogel behoort tot de familie van de Ibissen en Lepelaars. Een volwassen Heilige Ibis is +/- een 68cm hoog. Het is een overwegend witte vogel met uitzondering van een zwarte nek, zwarte poten, een kale, zwarte kop en zwarte vleugeleinden.De jonge dieren zijn eerder vuilwit. De lichaamslengte bedraagt gemiddeld tussen de 65 tot 90 cm en het
gemiddeld gewicht +/- 1,5 kg. De Heilige Ibis komt in principe voor in Sub-Saharisch Afrika, Zuid-Irak en (vroeger veelvuldig) in Egypte. Een Heilige Ibis leefde in vroeger tijden dus ook in Egypte waar hij als een heilige vogel werd vereerd. Hij werd daar gezien als een symbool van de machtige God, Toth. Er werd gezegd dat hij de slangen op afstand wist te houden (hij at ze soms op) en er werd gedacht dat vliegen, die de pest konden overbrengen, direct zouden sterven als een Heilige Ibis werd geofferd. Dat was natuurlijk niet zo slim omdat insecten op het menu van deze vogels staan. Ondertussen zijn er veel epidemieën in Egypte geweest waardoor de Heilige Ibis daar bijna zo goed als uitgestorven is. In het wild leven er nog kolonies in zuidelijk Afrika, 32
Madagaskar en zuidelijk Irak. Een grootschalige introductie in Frankrijk heeft ervoor gezorgd dat men deze vogels nu ook aantreft in vele landen van West-Europa.In de zeventiger jaren van de vorige eeuw was het een tijdje mode om Heilige Ibissen te kweken in dierentuinen en die vogels vrij te laten rondvliegen (zoals onze ooievaars in Planckendael!). De verwildering gebeurde natuurlijk al vrij snel . Er ontstonden verwilderde levensvatbare kolonies in Spanje, Italië, en vooral in Frankrijk. Zo trof men ook in Nederland tussen 2005 en 2008 reeds 7 tot 12 in het wild broedende heilige ibissen aan.Het lastige van deze vogelsoort is dat deze soort zich ook wel te goed doet aan eieren. Het is dus , hetgeen de ornithologen noemen, een Ovivoor. Er werd vastgesteld dat deze Heilige Ibissen geregeld een oogje laten vallen op het legsel van meeuwen, ooievaars en lepelaars. Bovendien hebben Heilige Ibissen de neiging om hun nesten dicht bij elkaar in bomen te bouwen. Zij slopen bomen en andere nesten om het bouwmateriaal te kunnen gebruiken, voor hun eigen nestbouwwerken. Onze eigen inheemse vogels worden dus eigenlijk een beetje slachtoffer, van een soort die hier niet thuishoort. Omdat de Heilige Ibis niet al te veel eisen stelt aan zijn dieet kan hij in moeilijke tijden eenvoudig overschakelen naar het scharrelen in vuilnisbelten en mestvaalten. Daardoor kunnen deze vogels helaas allerlei ziektes onder de vleugels krijgen. Ondanks de uitbreiding dus van het verspreidingsgebied als exoot, gaan de aantallen de jongste jaren in heel de wereld achteruit. Hij staat nog niet op de rode lijst, maar dat kan snel veranderen. Daarom verdient deze vogel ook nu reeds onze aandacht! Richard vandergeten Foto: Vogeldagboek.nl
33
Mensen beseffen dat behoefte aan rust en aan natuur moet vertaald worden in een engagement, hoe klein ook. Ook de bezoekersaantallen stijgen. In alle bezoekerscentra van Natuurpunt samen werden vorig jaar 293 000 bezoekers geteld! het Dierenasiel in Sint-Truiden bestaat 50 jaar! Mogen we vanuit Aulenteer het Dierenasiel van Sint-Truiden feliciteren! In 1964 startte Martine Devisé met een dierenopvang op de Vliegveldlaan en in 1996 verhuisden alle dieren naar de nieuwe verblijfplaats in de Bedrijvenlaan 11. Nu wordt het asiel gerund door Philip Zurinckx en de vzw Dierenvrienden Sint-Truiden met hun vele vrijwilligers. In die vijftig jaar werde ongeveer 50.000 dieren opgevangen. Het heeft de taak van hondenvanger van de politie overgenomen en ging als eerste asiel katten steriliseren. Deze sterilisatie is ook goed voor de natuurgebieden. Er zijn te veel katten die rondzwerven en in de volle natuur veel kwaads doen. Met plezier kondigen we het opendeurweekend in het dierenasiel op 4 en 5 oktober aan. Dus lang leve het Dierenasiel. 011/695307 We kunnen toch wel zeggen dat het toerisme geslaagd is in Haspengouw. We doen zelfs met plezier mee. Er is zoveel te beleven in Haspengouw. Maar dat TV één moet reclame maken met vespa's op ruilverkavelingswegen is er over. De ruilverkavelingswegen zijn voor de voetgangers, de fietsers en de landbouwers. één begaat hiermee een overtreding en kan vervolgd worden. Wie neemt over? Alle bouwvoorschriften worden herbekeken in de de Gecoro (Gemeentelijke Commisscie voor Ruimtelijke Ordening). Alle stedelijke voorschriften die overlappen met de Vlaamse wetgeving worden weggevaagd. Enkel de Sint-Truidense surplus voorwaarden kunnen blijven staan. Waardevolle panden niet weg doen voor banale nieuwe architectuur. De burger stelt veel vragen over de afsluitingen tss twee bouwpercelen. Je weet toch dat er geen haag mag staan op minder dan 50 cm maar wel beton van 2 m op 1 cm van de perceelsgrens. Werken in het Natuurpunthuis: Er werd grondig geruimd in het tuinhok (+ dak hersteld) en in het lokaal van Aulenteer (Marc VS, Diederik, Annemie). In de zaal werd een venster dat op de veranda uitgeeft vervangen door een nieuw. Het grote raam op de eerste verdieping is vernieuwd (Lindebrings). In het hok met het poetsgerief boven in de hal werd een deur bijgeplaatst en gat in de zoldering gedicht (Marc VS). 34
Deze zomer werden vele kleine werken in het natuurreservaat Overbroek in Gelinden door onze vrijwilligersploeg van Aulenteer uitgevoerd: Vooreerst werd het wandelpad eens grondig aangepakt. Alle doorgangen zijn goed open. Zie foto's. Onze bewegwijzering werd ook vernieuwd. De bordjes van de stad zullen nog waar nodig vernieuwd worden. Ook werd de rand van het oud voetbalterrein 2x gemaaid en afgevoerd. Zwaar werk maar het kwam tot een goed einde. Hier spraken we de buren aan om geen gemaaid tuingras meer te sluikstorten. Dit onder het moto "Gemaaid gras storten betekent netels kweken". De grootste opmerking die de geburen hadden was telkens opnieuw: Er groeiden tot nu toe veel netels en distels en de stad doet er niets aan: ze groeien door de draad tot op de stoep en het is zowiezo geen zicht voor je huis met netels en pluizen van distels opgescheept te zitten. We legden dan vriendelijk uit dat dit inderdaad door de stad of de landbouwer die het gras beheert zou moeten gebeuren, maar niet door het bermonderhoud; maar als je tuingras hier op gooit krijg je nog veel meer last van deze planten. Laten we ze nu voorgoed te lijf gaan met niet sluikstorten, wel maaien en wel afvoeren. We gaven het voorbeeld en sturen dit ook door aan de verantwoordelijken van deze oude sportvelden. Zie foto's. Het plaatske rond de vlierstruik aan de eerste rustbank werd aangepakt door de omgeving met o.a. Japanse duizendknoop, die een lastige exoot is en hier niet thuis hoort, te maaien. Zie foto.
De tuin van het Natuurhuis Haspengouw werd tot 3x aangepakt: grasmaaien, onderhoud van het nieuw haagje met de parking, ... De knotwilgen langs het fietspad zijn gesnoeid; Op de helling van het Land van Zuyl werden de jonge opslag van struiken en 'in de weg liggende' braam en netels verwijderd. De wandelroute in het bos werd gewijzigd en dit om geen ongevallen wegens te glad meer te moeten registreren. Ook willen we er voor zorgen dat de wilde en zeldzame dieren met rust gelaten worden. Hier dienen we de trap, de leuning en de afsluiting nog af te maken. Op het bloemrijkakkertje werden distels getrokken: zie foto. De arbeidersploeg van Natuurpunt heeft ondertussen alles gemaaid en gehooid. Heel speciaal dit jaar was de plaatsing van een nieuwe afsluiting (raster). Ongeveer 2,2 km ursus-draad werd geplaatst. Heel goed gedaan. Hier en daar sneuvelden struiken. Diederik
Volksverhalen van na onze wandeling van augustus ter plaatse Klaproos - overwinning - Koeken Tombe- vuurmannen Na de slag van Neerwinden in 1693 werd de klaproos gekozen als symbool van herinnering. De Britten hadden bij die slag een verlies van 20000 soldaten geleden. Het volgende jaar was het slagveld tot ieders verbazing met klaprozen begroeid. Waarom de Oostenrijkers de veldslag wonnen Verhaalopbouw: De aanvoerder van de Oostenrijkers zou de nacht hebben doorgebracht in het Kruiskapelletje in Neerwinden. Daardoor zouden de Oostenrijkers de veldslag hebben gewonnen. Koeken Tombe In Neerwinden stond een oude Romeinse graftombe. Tijdens de periode van carnaval had men een gebruik dat 'Koeken Tombe' werd genoemd. De peters en meters gaven dan koeken aan hun petekind. Voor dat gebruik bestonden vier verklaringen: 1) Men beweerde dat na de veldslagen grote armoede heerste onder de bevolking en dat men daarom aan de kinderen koeken gaf uit de voedselvoorraden van de legers. 2) De kinderen waren tijdens de vastenperiode zo erg verzwakt, dat men hen op halfvasten koeken gaf. 3) Tussen Neerwinden en Overwinden zou een dorp hebben bestaan met de naam 'Middelwinden'. Wanneer het in dat dorp kermis was, gaven de meters en de peters koeken aan hun kinderen. 4) Het gebruik zou dateren uit de Romeinse tijd, waarin het de gewoonte was om na een begrafenis een maaltijd te nuttigen. Laar Ook de vuurmannen verschenen: Begin negentienhonderd: In Neerhespen verscheen ’s avonds een vuurman. De mensen kwamen dan tot bij de spoorweg in Laar naar de vuurman kijken. De zogenaamde ‘vuurmannen’ waren farceurs die met een lantaarn in een wilgenboom waren gekropen. De vuurmannen (wij ook) gebruikten later ook uitgeholde bieten en daarin werd vuur gemaakt. Neerhespen was verdeeld in verschillende grondgebieden, die namen hadden zoals ‘de dode man’, ‘de witte koe’, ‘de wijze man’ en ‘de zwarte gracht’. Een man die op een koude winternacht van het station van Neerwinden naar Sint-Truiden, was gevallen. Men heeft de man dood weergevonden. Daarna kreeg dat gebied de naam ‘de dode man’. Een plaats waar men ’s nachts altijd een witte koe zag, werd ‘de witte koe’ genoemd. De Bekker en Abeels