Petje af! Een kijkje in de keuken van de jeugdzorg
Petje af! Een kijkje in de keuken van de jeugdzorg
Inhoudsopgave
Pagina
Voorwoord – gedeputeerde John Bos
5
Cursusgroep – Angelien Buiting
7
Zorgboerderij Zonnehoeve, LSG-Rentray Nieuw Veldzicht – Jos Debreczny
9
Dokter Herman Bekiusschool – Albert Kok
10
Bureau Jeugdzorg Jeugdbescherming – Jan-Pieter Kleijburg
13
Multifunctioneel Centrum Papageno – Liset van Ravenzwaaij
15
Onderwijshulpverlening – Marian Kramer
17
Zelfstandigheidstraining – Marian Plasschaert
19
Intensieve Pedagogische Thuishulp – Wim Bussink
20
Pleegzorg – Yvonne Huurnink
23
Behandelgroep – Innocentius Bos
24
Bureau Jeugdzorg Jeugdbescherming – Zeger van der Houwen
27
Justitiële jeugdzorg LSG-Rentray Lelystad – Erik Langeweg
28
Wegwijs in de jeugdzorg
30
Colofon
32
4
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Voorwoord
Doel van de Week is om realistisch beeld te schetsen van de Jeugdzorg: wat doet jeugdzorg, voor wie is jeugdzorg bedoeld? Thema van de Week in 2009 was ‘Gewoon jeugdzorg’. Eigenlijk ligt dat heel erg voor de hand: veel kinderen en jongeren hebben immers te maken met een of andere vorm van jeugdzorg. In het eigen gezin, in een pleeggezin of in een jeugdzorginstelling. Door tijdelijke jeugdzorg, die vaak maar een paar weken of maanden, en soms een paar jaar duurt, krijgen kinderen en jongeren hun leven weer goed op de rails. In Flevoland hebben jonge mensen met ‘jeugdzorgervaring’ die Week voorlichting gegeven op een aantal scholen voor voortgezet onderwijs. Jongeren van verschillende jeugdzorginstellingen zijn onder leiding van cabaretière en ambassadeur van de Week Sara Kroos in debat gegaan met Greet Bouman, directeur van Bureau Jeugdzorg (BJZ), Peter van Vliet, directeur van Nieuw Veldzicht en mijzelf. De openhartigheid van deze jongeren heeft alle aanwezigen enorm geraakt. Hun reacties op de stellingen waren bijzonder en heel leerzaam voor ons als bestuurders. Maar vooral ook voor de jongeren zelf, die hiermee (nog) beter hebben leren debatteren. En voor de hulpverleners die hoorden hoe interventies, regels en gedrag kunnen overkomen. De websites van de provincie, BJZ en de instellingen bevatten speciale pagina’s over de Week en we hebben de folder ‘Wegwijs in de Jeugdzorg’ in nieuwe vorm en met actuele inhoud uitgebracht. Wat we bewust niet herhaald hebben is ons succesnummer van de voorgaande jaren, de bustour langs jeugdzorglocaties en –activiteiten. Na drie keer vonden we het tijd voor iets anders. Dat zijn stages in de jeugdzorg geworden. En na de evaluatie van de stages zelf en na het lezen van de interviews in dit boekje,
kan ik nu al zeggen dat we ook hiermee weer een succesformule in handen hebben. Maar liefst vijftig mensen uit de wereld van onderwijs, overheid, politiek en politie hebben gebruikgemaakt van de uitnodiging om een dag(deel) mee te draaien in de jeugdzorg. Zij konden een keuze maken uit verschillende vormen van jeugdzorg op verschillende locaties, variërend van de Toegang bij BJZ tot Justitiële Jeugdzorg. In de uitnodiging sprak ik de wens uit dat het voor de ‘stagiairs’ een verrijkende en inspirerende ervaring zou zijn. Zoals u in dit boekje kunt lezen, is dat voor alle deelnemers het geval. Alle interviews die met de deelnemers zijn gehouden, illustreren hoe moeilijk en veeleisend het werk in de jeugdzorg is. Ook blijkt steeds grote bewondering en respect voor de inzet en betrokkenheid van de hulpverleners. Ik verwacht dat ook het lezen over de opgedane ervaringen verrijkend en inspirerend is; wellicht zodanig dat u volgend jaar zelf stage wilt lopen. John Bos Gedeputeerde Jeugdzorg
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Ook in 2009 stond er weer één week volledig in het teken van jeugdzorg: die van 14 tot en met 21 november. De Week van de Jeugdzorg is een initiatief van de twaalf provincies verenigd in het IPO, de grootstedelijke regio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam, en de Bureaus Jeugdzorg en de jeugdzorgaanbieders, verenigd in de MOgroep Jeugdzorg.
5
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Vitree
6
Vitree is de nieuwe naam van Stichting
Cursusgroep
Jeugdhulpverlening (SJF) en Stichting de
In de Cursusgroep kunnen jongeren van 14 - 18 jaar terecht die zichzelf
Reeve. Een jeugdzorgorganisatie voor alle
al lange tijd in de weg zitten en/of moeite hebben in de omgang met
kinderen en jongeren mét en zonder licht
anderen. Het gaat in de Cursusgroep om 24-uurs behandeling in de vorm
verstandelijke beperking. Vitree biedt
van een gedragsmatige cursus gebaseerd op het competentiemodel.
diagnostiek, begeleiding en behandeling bij
Deze cursus bestaat uit een zeer gestructureerd en gefaseerd
opvoed- en opgroeivragen. Van korte hulp tot
programma met duidelijke regels en afspraken. Het doel is om via
intensieve behandeling. Daarbij betrekken
deze cursus de sociale vaardigheden en het gedrag van de jongere te
wij steevast het gezin. Wij gaan uit van
verbeteren. De cursus duurt gemiddeld 10 tot 12 maanden.
mogelijkheden en ontwikkelingskracht van jeugd en gezin. Vitree is werkzaam in Flevoland en West-Overijssel voor ruim 1800 cliënten per jaar.
Angelien Buiting: Ze doen fantastisch werk! Angelien Buiting werkt bij het ROC Friese Poort en heeft vanuit haar functie veel te maken met jongeren. Na verwijzing van een leerling naar Bureau Jeugdzorg vond ze het opvallend dat de leerling vervolgens helemaal uit beeld was. Dat wekte haar nieuwsgierigheid. Angelien Buiting heeft stage gelopen bij een cursusgroep van Vitree waar jongeren worden begeleid die vastgelopen zijn en niet thuis kunnen wonen.
7
“De jongeren worden er intensief begeleid,” zegt Angelien Buiting. “Ze gaan wel naar school, maar kunnen niet thuis wonen. Ik heb ook met ze gegeten en heb meegedaan met de wekelijkse judoles. Mijn judopartner was een meisje dat zonder schroom met me aan het judoën ging. Ik had meer last van verlegenheid dan zij. Het viel me op dat er heel veel structuur is in de dagindeling en de manier waarop jongeren aangesproken worden. Er was een duidelijke taakindeling en ook veel positieve stimulans. De jongeren kunnen punten verdienen waarmee extra privileges verkregen kunnen worden zoals computeren of tv kijken. Strafpunten zijn er ook. Dat systeem lijkt heel goed te werken. De medewerkers letten heel goed op het gedrag. Positief gedrag wordt benoemd en discussies worden vermeden. Er wordt direct verwezen naar afspraken en regels als een jongere zich ergens niet aan houdt. Dat geeft veel duidelijkheid.”
Wat viel op? “Wat me opviel is de positiviteit van de medewerkers en de aandacht voor de jongeren en het geduld. Ze doen fantastisch werk! Opvallend vond ik ook dat ik niet weet waar een jongere
blijft als ik hem verwijs en dat zij ook weinig zicht hebben waar een jongere vandaan komt. Die afstemming kan beter. We hebben afgesproken dat zij een keer bij mij op het ROC komen kijken.”
Wat kunt u zelf bijdragen? “Ik heb geleerd dat het helpt positief gedrag te stimuleren door het te benoemen. Ik ga ook de discussie niet meer aan met jongeren.”
Conclusie “Ik vond het een goed initiatief en ik hoop op herhaling. Ook bij andere organisaties. En het zou leuk zijn als bezoeken wederzijds kunnen plaatsvinden.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
7
Zonnehoeve is in 1981 gesticht door Marja Molenaar en Piet van IJzendoorn. Het is een gemengd bedrijf met akkerbouw en een melkveehouderij, een paardenfokkerij en manege, natuurbeheer, een tak voor jeugdzorg, een webwinkel, een groentetuin en een zorgboerderij, waarvan de deelnemers actief zijn in de verschillende bedrijfstakken. In 1991 vestigde bakkerij Het Zonnelied zich op het terrein; de Zonnehoeve had de bakkerij al zes jaar van tarwe voorzien.
LSG-Rentray Nieuw Veldzicht De Leo Stichting Groep en Rentray zijn per 1 januari 2010 gefuseerd. LSG-Rentray Nieuw Veldzicht biedt jongeren hulp die thuis, op school of elders ernstige problemen hebben.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Vormen van zorg:
8
• IPT • Crisisinterventie en spoedeisende ambulante zorg • Zorgboerderij Zonnehoeve • 24-uurszorg in combinatie met het voortgezet onderwijs • Ondersteunende (sport)activiteiten • Nieuwe Perspectieven: laagdrempelige hulp voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar
Jos Debreczny Poten in de mest, handen uit de mouwen Jos Debreczny, wethouder in Zeewolde, liep stage bij zorgboerderij De Zonnehoeve in Zeewolde waar jongeren opgevangen worden die niet meer thuis kunnen wonen. Voor Jos Debreczny was de stage ook een middag jeugdsentiment.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
9
Jos Debreczny: “Jeugdzorg zit in mijn portefeuille, ik was dus al bekend met de organisatie. Er gebeurt veel op dat gebied, bij het Bureau Jeugdzorg gebeuren goede dingen. Er zijn wel veel overlegstructuren, veel bureaucratie. De Zonnehoeve vind ik een wel heel bijzondere vorm van jeugdzorg. Ik heb de hele middag met Piet rondgelopen. Op en rond het erf, bij de koeien – die daar nog hun hoorns hebben – ik heb geholpen bij de paarden. Het is een gigantisch bedrijf, deels commercieel. De jongeren werken er letterlijk met de poten in de mest en de handen uit de mouwen. Onder leiding van Piet, een zeer gedreven en enthousiast man. Er liep een autistische jongen rond, die had het overduidelijk erg naar zijn zin. Er was niets te merken van zijn autisme. ’s Middags zaten we rond de keukentafel en aten brood met kaas, erg huiselijk. Ik denk oprecht dat het de jongeren enorm goed doet. Wat mij betreft is De Zonnehoeve een voorbeeld voor de reguliere jeugdzorg.”
Wat viel op? “De diversiteit van het werk is me bijgebleven. En de huiselijke sfeer. Het is een heel natuurlijke omgeving, het is er gezellig. Die boerenkeuken is een thuis voor de jongeren.”
Wat kan ik zelf bijdragen? “Dat is lastig. Er is wettelijk heel veel vastgelegd. Wat mij betreft is dit een voorbeeld. Ik ben al jaren voorstander van een dergelijke aanpak. Gewoon samen buiten aan het werk. Niet alleen voor deze groep, maar bijvoorbeeld ook voor drugsverslaafden.”
Conclusie “Ik ben enthousiast. De stages zijn een goed initiatief. Wij zijn bestuurders die op hoofdlijnen besturen. Het is daarom des te belangrijker dat je proeft en voelt wat er in de samenleving speelt.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
“Ik ben geboren op een gemengd boerenbedrijf in Groningen,” zegt Jos Debreczny. “En als jongere in Drachten heb ik regelmatig baantjes gehad bij boerenbedrijven in de buurt. De geur van hooi en mest, de huiselijkheid, het was het een beetje thuiskomen. En Piet van IJzendoorn die de boerderij leidt, is een bijzonder man. Hoog en breed opgeleid en met een natuurlijk gezag.”
9
Albert Kok Het organiseren van het ongeorganiseerde Albert Kok is wethouder in Lelystad. Jongerenbeleid zit in zijn portefeuille, een belangrijke reden om zich op te geven voor de stage. Albert Kok liep stage op de Dokter Herman Bekiusschool, een school voor kinderen en jongeren met psychiatrische en gedragsproblemen.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
10
Albert Kok: “Ik heb meegedaan in een klasje met tien kinderen van zo’n vier, vijf jaar oud. Ik heb een gymles meegemaakt en een behandelmoment bijgewoond. Ook heb ik gepraat met begeleiders en met de directeur van de school. Er wordt heel doordacht en gestructureerd met de kinderen gewerkt. Op deze school zijn in het bezochte project zorg en onderwijs geïntegreerd en ik denk dat dat goed werkt. Er wordt veel tijd en energie in de kinderen gestoken zodat ze later kunnen participeren in de samenleving. Er is veel opvoedingsonmacht bij ouders, het beroep op speciaal onderwijs wordt groter. Veel reguliere scholen zijn niet goed genoeg toegerust om voldoende aandacht aan de ontplooiing van zwakkere kinderen te besteden.”
Wat viel op? “De kinderen zijn speciaal. Ze zien er heel gewoon uit maar als je wat langer met zo’n klasje optrekt, merk je hoe druk
en ongeconcentreerd ze zijn. Ik heb grote bewondering voor de begeleiders die er dag in dag uit mee bezig zijn. Ze tonen een enorme betrokkenheid en inzet. Tijdens een behandelmoment werd een spelletje gedaan met twee kinderen waarbij ze zélf tot een inzicht kwamen. Dat was mooi om te zien. Kijkend naar de jeugdzorg valt dat sowieso op, dat de maatschappij toch de opdracht heeft dit soort kinderen op de goede plek te krijgen en dat daar erg veel in geïnvesteerd wordt.”
“Ik heb er de laatste tijd veel over nagedacht,” zegt Albert Kok. “En ik ben er nog niet helemaal uit. Er wordt een steeds groter beroep op jeugdzorg gedaan. Dat houdt natuurlijk een keer op. Misschien moeten we het meer zoeken in het organiseren van het ongeorganiseerde. De omgeving meer betrekken als er signalen zijn dat het in een gezin niet goed gaat. School, clubs, buren, familie. De omgeving versterken in plaats van alleen het kind te behandelen. En ik vind dat het Centrum Jeugd en Gezin eropuit moet. Naar scholen toegaan, zich niet verschansen in gezondheidscentra of eigen gebouwtjes maar spreekuren houden op school. Zichtbaar worden op schoolpleinen zodat de drempel voor ouders laag wordt. Dat is met name belangrijk bij allochtone gezinnen. Het kost veel tijd vertrouwen te winnen. Professionele hulpverlening is natuurlijk uitstekend maar ik denk dat we veel kunnen voorkomen door de omgeving van gezinnen met problemen sterker te maken.”
De Dokter Herman Bekiusschool is een school voor kinderen en jongeren met psychiatrische en gedragsproblemen. Deze kinderen reageren hun problemen niet zozeer af door negatief gedrag naar de buitenwereld, maar zijn meer naar binnen gericht en proberen hun problemen zo te verwerken. De faciliteiten van de school zijn afgestemd op de problematiek van de leerlingen. Zo werkt de school met: • kleine groepen van gemiddeld 12 leerlingen; • methodieken die aangepast zijn aan de
Conclusie
ontwikkeling van de leerlingen; • mogelijkheden tot het volgen van onder meer logopedie, fysiotherapie,
“Een zinvolle dag. Voor herhaling vatbaar. Het is goed om achter je bureau vandaan te komen en ter plekke te gaan kijken hoe het werkelijk werkt.”
faalangsttraining enz.; • een leerlingvolgsysteem; • kinderbesprekingen, waaronder eenmaal per schooljaar een bespreking met ouder(s)/verzorger(s); • mogelijkheid tot remedial teaching; • orthopedagogische/psychologische ondersteuning;
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Wat kunt u zelf bijdragen?
• duidelijk aanwezige structuur.
11
11
12 EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Jan-Pieter Kleijburg Meer continuïteit
13
De stage
Wat viel op?
Jan-Pieter Kleijburg liep stage bij de afdeling Jeugdbescherming van Bureau Jeugdzorg waar kinderen een verplichte ondertoezichtstelling krijgen, op juridische basis. Hij schoof aan bij een werkbespreking waar rapportages besproken werden die de gezinsvoogd had gemaakt. “Die rapportages zijn heel uitgebreid, heel gedetailleerd,” zegt Jan-Pieter Kleijburg. “Het lijkt me een hele klus die te maken, naast het werk dat je gewoon praktisch voor een gezin doet. Die rapportage is bestemd voor de Raad van de Kinderbescherming en uiteindelijk voor de kinderrechter die er dan zijn beslissing en maatregelen op baseert. Verlenging van de ondertoezichtstelling bijvoorbeeld. Zowel de rapportage als de bespreking worden heel zorgvuldig gedaan. Het is de bedoeling dat iedereen de stukken van tevoren beoordeelt en dat er dan een collegiale toetsing plaatsvindt waarbij bepaalde zinnen in de rapportage verduidelijkt worden. Het moet natuurlijk ook heel zorgvuldig en afgewogen, het gaat over mensen. Het raakte me wel, hoe zwaar sommige gezinnen in de problemen zitten. Ik dacht af en toe, kan dit ooit nog goed komen? De zaken die de Jeugdbescherming behandelt zijn natuurlijk geëscaleerde situaties, en dan vroeg ik me wel af of er niet eerder ingegrepen had kunnen worden. Kon escalatie maar worden voorkomen. Door bijvoorbeeld bij een moeizame echtscheiding eerder te inventariseren wat de risico’s voor de kinderen zijn. Aan de andere kant zijn niet alle problemen op te lossen en zal er altijd wel een groep zijn die op de Jeugdbescherming aangewezen is.
“Behalve de zorgvuldigheid viel ook het vele papierwerk op. Mijn stage was te kort om er een oordeel over te vellen, maar ik weet wel: hoe meer rapportages, hoe kleiner de kans dat alles ook goed gelezen wordt.”
Wat kunt u zelf bijdragen? “De lessen van de stage meenemen naar het provinciehuis en daarmee in adviezen over het jeugdzorgbeleid in Flevoland. De provincie besteedt al veel aandacht aan preventie en wil een goede doorstroming en betere opvang na de jeugdzorg.
Conclusie “Gezinsvoogd zijn is moeilijk werk. Ik heb grote bewondering voor de mensen die het doen. Dan heb je het als ambtenaar maar gemakkelijk. De mensen die er werken zijn het succes van de jeugdzorg. Ik ben met veel warmte en openheid ontvangen. Het lijkt me goed als die stages doorgaan. Gewoon contact werkt het beste.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Jan-Pieter Kleijburg is senior beleidsadviseur jeugdzorg bij de provincie Flevoland. Hij kent jeugdzorg goed, maar vooral vanuit de beleidsstukken. In die zin was de stage buitengewoon waardevol. Het is goed om over de grenzen heen te kijken.
13
Triade Boschhuis Biedt hulp als er sprake is van een lichamelijke of verstandelijke beperking die de ontwikkeling van
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
het kind verstoort. Vormen van zorg:
14
• Praktische Pedagogische Gezinsbegeleiding • IPT • Crisisopvang • Buitenschoolse opvang en dagbehandeling • Logeren en tijdelijk wonen Multifunctioneel Centrum Papageno van Triade Boschhuis in Muziekwijk, begeleidt jonge kinderen met een ontwikkelingsachterstand.
Liset van Ravenzwaaij Petje af
15
De stage
Wat viel op?
De stage van Liset van Ravenzwaaij bestond er uit dat ze een ochtend meedraaide op een groep. Fruit eten, spelletjes doen. “In het begin zag ik geen verschil tussen een gewone peutergroep en deze groep,” vertelt Liset. “Maar na een uurtje begonnen me toch dingen op te vallen. Er zaten bijvoorbeeld kinderen van een jaar of vier die heel slecht konden praten en die de motoriek van een kind van anderhalf hadden. Kruipen in plaats van lopen. Dat is wel schokkend. Soms heeft die achterstand een medische oorzaak maar het kan ook ontstaan door de thuissituatie. De insteek van het centrum is dat ook de ouders begeleid worden. Het heeft weinig zin een kind de hele dag intensief te begeleiden als dat vervolgens weer in een gezin komt waar niets verandert. Ik had van tevoren geen beeld, dacht dat ik bij jongeren terecht zou komen. Het was dus een verrassing dat het kleintjes waren. Ik heb gewoon meegedaan. Daarnaast heb ik met de leidsters gepraat. Het is aan hen de kinderen te observeren en vast te stellen wat er mis is. Ze stimuleren de kinderen heel erg. Het kan veel ellende voorkomen dat de kinderen zo jong al begeleid worden.”
“Wat me heel erg raakte was dat kinderen bij het buitenspelen echt bovenop me klommen. Een jongetje klemde zich aan me vast en liet me gewoon niet meer los. Dat was erg aandoenlijk. De kinderen waren erg onbevangen en open en vroegen veel aandacht. Andere kinderen weigerden juist iedere contact. Het viel me op hoeveel werk er in gaat zitten. Dit zijn nog maar kleintjes. Petje af voor die leidsters. Het is een zware baan en ik kan me voorstellen dat je ook als begeleidster erg geraakt wordt.”
Conclusie “Ik vond de stage erg zinvol. Het was een bijzondere en mooie ervaring. Het is een goede manier om mensen de praktijk te laten ervaren.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Liset van Ravenzwaaij is verslaggeefster bij Almere Vandaag. Zij liep stage bij Papageno, een peuter- en kleuteropvang in Muziekwijk in Almere waar kinderen met gedragsproblemen begeleid worden.
15
Hulp na school Onderwijshulpverlening richt zich op jongeren van 12 - 18 jaar die dreigen uit te vallen in het Voortgezet Onderwijs als gevolg van gedragsproblemen, emotionele problemen en/of psychosociale problemen. De hulp vindt na school op de locatie van Vitree plaats en bestaat uit individuele gesprekken, groepsgerichte begeleiding, ouderbegeleiding en trainingen (bijvoorbeeld faalangstreductie, groepsdruk, aandachtsconcentratie en geheugen en sociale
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
vaardigheden). De begeleiding duurt gemiddeld een jaar.
16
Marian Kramer Dit wil ik ook op Urk
17
De stage
Wat kunt u zelf bijdragen?
Marian Kramer maakte een evaluatiebespreking mee, lunchte, sprak met ouders en jongeren en een begeleider. “Hadden we dit maar op Urk,” zegt Marian Kramer. “Jongeren die vastlopen op school worden na school opgevangen in een huiskamer en kunnen begeleid worden door een maatschappelijk werker, psycholoog of orthopedagoog. Er word gezamenlijk huiswerk gemaakt en trainingen gegeven voor bijvoorbeeld het verbeteren van sociale vaardigheden. Ook worden er oudergesprekken gevoerd. Het aanbod is breed en dat werkt. Ik zat bij een evaluatiegesprek met een moeder en een dochter die drie maanden deelnamen aan het programma. Ze waren beiden erg positief. Jongeren kunnen maximaal 9 maanden deelnemen. Er is dus veel te doen in erg weinig tijd. Op de groep is het druk. Er zijn veel ADHD’ers en iedereen vraagt om aandacht. Dat is heftig. Ook tijdens de lunch ging het werk gewoon door, er is simpelweg te weinig tijd. Ik voelde me heel erg opgenomen. Aanvankelijk waren de jongeren vrij argwanend en afwachtend maar dat ging snel over. Dan zie je hun kwetsbaarheid, vaak verborgen achter een grote mond.”
“Ik vind het de moeite waard te onderzoeken of we iets dergelijks ook op Urk kunnen opzetten. Het is natuurlijk een kleine gemeente met beperkte financiën maar ik zie dat dit soort projecten ook een grote preventieve waarde kan hebben.”
Wat viel op? “De hectiek en de drukte aan de ene kant en de rust die de medewerkers uitstraalden aan de andere kant. Het enthousiasme van de jongeren was ook opvallend.”
Conclusie “Ik heb bewondering voor de professionals die een flinke klus klaren in een werkveld dat voortdurend aan veranderingen onderhevig is. Ik vond het een super mooie ervaring.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Marian Kramer is beleidsadviseur bij de gemeente Urk. Ze liep stage bij Onderwijshulpverlening van Vitree in Dronten waar jongeren die vastlopen in het voortgezet onderwijs begeleiding krijgen.
17
Zelfstandigheidstraining De Zelfstandigheidstraining van Vitree is een vorm van begeleid zelfstandig wonen voor jongeren van 16 tot 18 jaar. De Zelfstandigheidstraining is bedoeld voor jongeren met een dagbesteding (opleiding of werk), die niet bij hun ouders of in een pleeggezin kunnen wonen. Jongeren wonen zelfstandig onder deskundige begeleiding in een gezamenlijk pand met ieder een eigen kamer met kookgelegenheid. Gemiddeld verblijven jongeren 10 maanden in de
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Zelfstandigheidstraining.
18
Marian Plasschaert Te hoge werkdruk Marian Plasschaert is lid van de fractie van Leefbaar Dronten. Ze liep stage bij de Zelfstandigheidstraining van Vitree in Almere waar ze een werkbespreking meemaakte en sprak met jongeren.
“Het gaat om jongeren die begeleid worden op weg naar zelfstandigheid en die niet meer thuis kunnen wonen”, zegt Marian Plasschaert. “Tijdens de werkbespreking wordt op individueel niveau besproken wat er wel en niet goed gaat met een jongere. Als raadslid had ik zijdelings al met jeugdzorg te maken gehad, ik was dus niet erg verrast door wat ik tegenkwam. Ik vond de medewerkers heel bevlogen maar had soms het gevoel dat ze niet genoeg konden toevoegen vanwege de enorme tijdsdruk en werkdruk. Er zijn simpelweg te weinig handen om al het werk te doen. Het gaat om jongeren die in een crisis geraakt zijn, die veel veiligheid en stabiliteit nodig hebben om zich weer goed te kunnen voelen. Als ze te maken krijgen met steeds wisselende begeleiders, is dat niet goed. En dat is toch wat ik zie gebeuren binnen de jeugdzorg. Een project als GAAF is uitstekend, het maakt duidelijk dat de politiek zich sterk maakt, maar we zijn er nog niet. De motivatie van de medewerkers heeft de meeste indruk op me gemaakt.”
voor één op één begeleiding overhouden. Ik vroeg me af in hoeverre het mogelijk is ouders te verplichten mee te werken. Het lijkt me belangrijk de ouders te betrekken, een open houding naar het gezin aan te nemen.”
Wat kunt u zelf bijdragen? “Als fractielid kan ik ervoor zorgen dat jeugdzorg aandacht blijft krijgen. Met name ook de samenwerking tussen de verschillende instanties. Weet je wat ik ook denk? Als een jongere een ideaal heeft, iets om voor te gaan, zou dat ook erg kunnen bijdragen aan een gevoel van veiligheid, ergens bij horen. Een ideaal hebben geeft hoop.”
Wat viel op?
Conclusie
“Er wordt nog relatief weinig gedaan aan preventie. Eigenlijk zou je eerder moeten ingrijpen, iedereen die met kinderen werkt zou zich beter bewust moeten zijn van bepaalde signalen. Wat me ook opviel is dat er hard gewerkt wordt aan het wegwerken van wachtlijsten. Het gevaar daarbij is dat kinderen te snel het traject weer uitgaan en uit zicht raken. Ik zag ook dat medewerkers heel veel moeten regelen en dus relatief weinig tijd
“Een waardevol bezoek. De houding was erg open en gastvrij waardoor ik ook een inbreng kon hebben. Prima initiatief en voor herhaling vatbaar.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
19
Wim Bussink Minder versnippering Wim Bussink is raadslid voor het CDA in Lelystad en liep stage bij de Intensieve Pedagogische Thuishulp (IPT). Als raadslid heeft Wim Bussink niets te maken met jeugdzorg; hij had vóór de stage dan ook weinig zicht op de de jeugdzorg en op de praktijk.
De stage
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Wim Bussink maakte kennis met de ‘IPT’ers’, leerde hoe de organisatie werkt, was aanwezig bij de bespreking van een intakegesprek en bekeek videomateriaal over de hulpverlening in een gezin.
20
“Het ging om acute jeugdzorg,” zegt Wim Bussink. “Situaties waarbij de situatie thuis zo nijpend is dat er in het belang van het kind snel ingegrepen moet worden. De hulp is gericht op het hele gezin en de omgeving: school, familie, zelfs de buurt. De ontwikkeling van het kind staat daarbij centraal. Bij de bespreking van de intakegesprekken zaten schrijnende gevallen, maar ik heb ook gezien hoe relatief kleine maatregelen kunnen leiden tot grote verbeteringen. Er was bijvoorbeeld een gezin waarbij de machtsrelatie tussen moeder en kind ernstig verstoord was. Tijdens de begeleidingsperiode werden bij het gezin video opnamen gemaakt van de interactie tussen de moeder en het kind. Die opnamen werd vervolgens met de moeder teruggekeken en besproken. Ouders wordt zelf gevraagd wat ze vinden dat er wel en niet goed gaat. Daardoor krijgen ze veel inzicht. Naar aanleiding van de opnamen krijgen de ouders handreikingen hoe beter om te gaan met moeilijke situaties. Je ziet dan na een aantal weken flinke verbeteringen optreden. Het lukt niet altijd, soms is blijvende professionele hulp nodig, maar ik denk dat er door deze aanpak veel schade voorkomen wordt.”
Intensieve Pedagogische Thuishulp is gericht op het hele gezin waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat.
Wat viel op?
IPT wordt geboden bij ernstige problemen in de opvoeding van de kinderen, relatieproblemen of problemen met
Wim Bussink: “Behalve de soms schrijnende situaties is me ook de betrokkenheid en gedrevenheid van de medewerkers opgevallen. Het is bepaald geen negen tot vijf baan. Mensen moeten er ook ’s avonds op uit. Er wordt binnen de jeugdzorg goed werk verricht.”
het organiseren van de huishouding. De hulpverlener komt op afspraak thuis in het gezin. De hulp bestaat uit gesprekken, opdrachten en er kan gebruikgemaakt worden van videohometraining. Voorwaarde is dat kinderen veilig thuis kunnen blijven of komen wonen. De hulp duurt gemiddeld 9 maanden.
“Er zijn wel erg veel schotten, veel loketten,” vindt Wim Bussink. “Dat mag van mij wel wat minder. Niet minder mensen maar minder instanties. Dat is de boodschap die ik meekreeg. Er is nu het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ik hoop dat het centrum niet als extra instantie gaat fungeren maar als verbindende schakel, als smeerolie tussen al die andere instanties. Ik heb ook gezien dat het snel stellen van een diagnose belangrijk is zodat er snel maatwerk geleverd kan worden.”
Conclusie Wim Bussink: “Een leuke en nuttige ervaring en zeker voor herhaling vatbaar.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Wat kan beter?
21
Pleegzorg Flevoland Bij pleegzorg gaat het om het plaatsen van kinderen en jongeren van 0 – 21 jaar in pleeggezinnen. Er zijn verschillende vormen van pleegzorg (zowel voor korte als langer durende tijd). Met een capaciteit van 347 structurele plaatsen en 5 tijdelijke plaatsen is pleegzorg de grootste opvangvoorziening in Flevoland. Pleegzorg Flevoland voert ook de voorbereiding, selectie en bemiddeling van pleeggezinnen uit. Naast pleegzorgbegeleiders heeft Pleegzorg Flevoland onder andere een gedragswetenschapper in dienst en werkt ze samen met een psycholoog en kinderpsychiater.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Pleegzorg Flevoland maakt deel uit van Vitree.
22
Yvonne Huurnink Het zet mijn hart in beweging Yvonne Huurnink is Intern Begeleider op basisschool De Zevensprong in Dronten. Haar stage bestond uit een bezoek aan een pleeggezin en een gesprek met een pleegzorgbegeleider. Yvonne is moeder van drie pubers maar de stage raakte haar zo dat ze pleegzorg binnen haar gezin sterk overweegt.
23
“De stage was een verrassing,” zegt Yvonne Huurnink. “Ik dacht met meerdere mensen te zijn maar ik was alleen. Ik heb me opgegeven omdat ik vanuit mijn werk maar ook persoonlijk in pleegzorg geïnteresseerd ben. In mijn werk kom ik soms tegen dat kinderen in hun eigen gezin niet krijgen wat ze nodig hebben. En hoe moeilijk dan ook, een pleeggezin kan dan uitkomst bieden. Tijdens de stage heb ik een pleeggezin bezocht waarvan de pleegouders nog heel jong waren en zelf geen kinderen kunnen krijgen. Ik heb met de moeder gepraat. Ze zorgen al drie jaar voor een meisje van drie en doen bovendien crisisopvang voor baby’s. Het ziet ernaar uit dat het meisje bij dit gezin blijft. Aanvankelijk hadden ze veel reserves of ze pleegzorg aan zouden kunnen maar gaandeweg het kennismakingstraject werd het steeds duidelijker dat ze er aan toe waren. Sommige mensen komen er tijdens het kennismakingstraject juist achter dat het niets voor hen is. De moeder ervaart de begeleiding vanuit pleegzorg als heel positief en open. Alles kan besproken worden, ook de twijfels. Het kan anders lopen dan je verwacht of dan je graag wilt. In het belang van het kind is het dan nodig met een oplossing te komen. Deze pleegouders hebben ook een kind in huis gehad waarmee het gewoon niet lukte. Ook dat is mogelijk.”
en gewogen om erachter te komen wat in het belang van het kind is. Gezinnen worden op een heel positieve manier begeleid.”
Wat kan beter? “In het gesprek met de pleegzorgbegeleider werd duidelijk dat het soms lang kan duren voordat een kind een plek heeft. Maar misschien ligt dat ook aan de zorgvuldige afweging die gemaakt wordt.”
Wat kunt u zelf bijdragen? “Heel soms krijgen wij een pleegkind op school. Ik zal nu tien keer beter nadenken over wat zo’n kind meemaakt en nodig heeft. Daarnaast heeft het me ook persoonlijk geraakt. We overwegen serieus ook het kennismakingstraject met de pleegzorg in te gaan.”
Wat viel op?
Conclusie
Yvonne Huurnink: “De uitstekende begeleiding viel op. De betrokkenheid van zowel de pleegzorgbegeleider als de pleegouders. Er is veel hart voor de zaak en er wordt enorm gewikt
“De stage heeft me geraakt, mijn hart in beweging gezet. Het was een supercadeautje om in de keuken te mogen kijken.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
23
Innocentius Bos Boeiend en zinvol Innocentius Bos is beleidsadviseur bij de gemeente Almere en sinds januari projectleider van ESAR. Een kijkje in de praktijk van het werkveld was een belangrijke reden mee te lopen bij een behandelgroep van Vitree in Almere.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
24
In het voormalig asielzoekerscentrum op het Biathlonpark in Almere, zijn tegenwoordig jongeren gehuisvest. Innocentius Bos liep er stage. Hij sprak met begeleiders en een jongere. “In Biathlonpark wonen jongeren die niet meer thuis kunnen wonen en een vorm van opvoedkundige begeleiding krijgen. Ik heb dossiers in mogen zien met verwijzingen van Bureau Jeugdzorg en rapportages van Vitree. Het is interessant om te zien wie er op welke gronden in aanmerking komen voor een traject bij Vitree. In de behandelgroep wordt gewerkt vanuit een open werkwijze systeem. De groepsbegeleider en pedagoog hebben 24-uurs wisseldiensten zodat er ook ’s nachts altijd iemand is. Ik heb ook kennisgemaakt met de gastvrouw, zij organiseert o.a. de huishoudelijke taken in huis. Zij kookt bijvoorbeeld voor de jongeren maar leert hen ook koken. Een moederfiguur met veel hart voor haar jongeren.”
Wat viel op? “Het was boeiend om te zien welke gesprekstechnieken de groepsleider gebruikte en de rol die zij daarbij innam. In bepaalde gevallen was er met opzet sprake van horizontale autoriteit in plaats van verticale autoriteit. De rol als ‘oudere zus’ zou in bepaalde gevallen een positievere werking hebben op het gedrag van de jongeren, dan de rol van een autoritaire
‘ouderfiguur’. Dat viel me vooral op in een gesprek tussen de begeleider en een van de jongeren. Ik heb mij verbaasd over het feit dat de begeleiders me vertelden dat er jongeren zijn die met kerst gewoon in de instelling zitten of overgeplaatst worden naar een andere locatie, waar er genoeg jongeren aanwezig zijn om een groep te vormen. Op deze nationale feestdag vindt er afstemming plaats tussen de diverse locaties van Vitree die open zijn en die gesloten blijven met kerst. In het verleden heeft zich dan ook de situatie voor gedaan dat er op zo’n dag geen begeleiders zijn. Voor jongeren die thuis niet terecht kunnen lijkt mij dat een erg confronterende situatie en ‘eenzaamheid’ is dan het enige dat in mij op komt.” “Nog een aandachtspunt dat vanuit de stage naar voren kwam is het algemene tekort aan kamers en de wachtlijst voor de vervolgtrajecten van begeleid wonen voor deze jongeren.
Tot slot heb ik mij verbaasd over het feit dat de jongere die ik gesproken heb, al enige tijd niet naar school ging. Door slechte afstemmingsmogelijkheden tussen het onderwijs en de zorg zou deze jongere tussen wal en schip geraakt zijn. Ten tijde van de stage was hij wel aangemeld voor het onderwijs en zou hij spoedig weer gewoon naar school gaan.”
“In sommige gevallen vroeg ik me af of het mogelijk is deze behandelgroepen in ESAR op te nemen. ESAR is wel geïmplementeerd binnen Vitree, maar duidelijk nog niet binnen alle geledingen. Het zou helpen als dat wel zo is, je kunt jongeren dan sneller helpen. Immers de professionals die betrokken zijn bij de jongere kunnen elkaar sneller vinden en de zorg optimaal op elkaar afstemmen.”
Conclusie “Ik vond de stage buitengewoon zinvol. Ik heb een duidelijk beeld gekregen van de werkzaamheden en hoe het proces van indicatiestelling in deze instelling verloopt. De verwachtingen van beide partijen zijn weer op elkaar afgestemd.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Wat kunt u zelf bijdragen?
25
26 EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Zeger van der Houwen Geen bastion meer Zeger van der Houwen is raadslid voor de PvdA en directeur van twee basisscholen in Lelystad. Vanuit die functie kende hij Bureau Jeugdzorg al. Het beeld dat hij van jeugdzorg had was weinig positief: traag, veel papierwerk, omslachtig. De stage was een goede manier om een kijkje in de keuken te nemen.
27
“Dankzij de inleiding aan het begin van de stage, kreeg ik alle instellingen die met jeugdzorg bezig zijn weer even op een rijtje,” zegt Zeger van der Houwen. “Vervolgens heb ik met twee medewerkers van BJZ afdeling Jeugdbescherming drie casussen behandeld waarbij onder meer een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing besproken werden. Er is een landelijk stappenplan ontwikkeld, de Delta-methode, om tot een indicatie te komen: hoe wordt er geïndiceerd en wat zijn de gevolgen van de indicatie? Het is een buitengewoon zorgvuldig proces en ik vond het heel leerzaam dat eens van nabij mee te maken. Anderzijds zie je ook dat er vanuit veel verschillende invalshoeken geredeneerd kan worden; ik zou misschien een andere beslissing genomen hebben. De uitdaging is ook hoe je preventief kunt handelen zonder een overkill aan jeugdzorg over een gezin uit te storten.”
Wat viel op? Zeger van der Houwen: “Dat het erg moeilijk is tot een eenduidige beslissing te komen. Stapje voor stapje wordt de beslisladder afgelopen en als een besluit niet goed uitpakt, wordt het teruggedraaid. Afhankelijk van de gebruikte methodiek kun je tot verschillende interpretaties komen. Ik denk dat het Centrum Jeugd en Gezin veel kan gaan betekenen. Opvoedingsproblemen ontstaan in het klein.
Het CJG is laagdrempelig, ouders met opvoedingsproblemen kunnen er gemakkelijk terecht bij professionals. Dat kan preventief werken. Maar ik zie ook dat het nog niet uitgekristalliseerd is. Het contact tussen het onderwijs en CJG kan beter, het is nog zoeken. Het werkveld van de jeugdzorg is veel meer afgebakend, dat komt ook doordat ze afhankelijk zijn van subsidiestromen. De bureaucratie is vrij groot en ook aan de communicatie valt nog een en ander te verbeteren.”
Wat kunt u zelf bijdragen? “Ik ga niet ineens anders met jeugdzorg om. Het is een zeer complex werkveld met verschillende meningen en theorieën. Dankzij de stage heb ik daar nu meer zicht op.”
Conclusie “Een zinvol initiatief. Ik vond het leuk en leerzaam. Er was veel openheid. De jeugdzorg is niet meer het bastion dat het ooit was.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
De stage
27
Erik Langeweg Respect Erik Langeweg is wethouder in Dronten. Hij liep stage bij LSG-Rentray Lelystad, een gesloten justitiële inrichting met opvang- en behandelplaatsen voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar, bestemd voor voorlopige hechtenis, jeugddetentie en behandeling van jongeren met een PIJ-maatregel. Voor al deze jongeren wordt een reïntegratietraject ingezet, dat óf in een open inrichting kan worden voortgezet of dat voorbereidt op terugkeer naar de maatschappij. Erik Langeweg liep een middag mee bij een lang verblijfgroep.
De stage
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
“Ik ben op bezoek geweest bij een lang verblijfgroep LVG,” zegt Erik Langeweg. “De jongens die er zaten, waren tussen de 18 en 24 jaar oud en hebben zware vergrijpen begaan. Er was die dag een jongen van 24 op de groep teruggekeerd, hij was opnieuw de fout in gegaan. Dat gaf merkbaar spanning. Ik heb
28
met begeleiders en de directie gepraat en ik heb meegegeten met de groep. Een gesprek met ze aanknopen was moeilijk. Begeleiders zeiden dat ook. Je moet minimaal 8 uur meelopen om een soort gesprek met ze te kunnen voeren. Ik had al een beeld van hoe het zou zijn maar nu is dat veel completer. Het is een aparte wereld. Een paar kamers stonden leeg, ik ben even een lege kamer binnengelopen. Als je je dan realiseert dat de deur ’s avonds op slot gaat en men er soms zes jaar zit... Toch doet de omgeving niet gevangenisachtig aan. Als je eenmaal de beveiligde deur door bent, kom je in een hal waar de kamers van de jongens aan grenzen. Er is een huiskamer met een grote eettafel, banken. Een keuken, een washok. Ze leven er in een soort gezinsverband. Overdag gaan ze naar school. Er wordt ingezet op weer normaal kunnen functioneren in de samenleving, dat is zichtbaar in de instelling.”
Wat viel op? “De huiselijke omgeving viel op. Maar ook het gedrag van de jongens. Het gaat er duidelijk om wie de sterkste is. Dat laten ze voortdurend zien. Vanwege mijn bezoek, een vreemde in de groep, was die houding sterker. De begeleiders zijn in staat dat haarfijn te analyseren. Ze zijn er op getraind het gedrag van de jongens in positieve zin te beïnvloeden. Dat is denk ik het verschil met begeleiders die in volwassenendetentie werken. Dit vraagt meer, lijkt me. Je doel is toch te voorkomen dat die jongeren uitgroeien tot veel zwaardere delinquenten. Het gekke is dat juist de mensen die dit werk doen, onderaan de carrièreladder staan. Dus als er een goede is, groeit die al snel door naar een andere functie. Geen goede zaak.”
De Leo Stichting Groep en Rentray zijn per 1 januari 2010 gefuseerd. LSG-Rentray Lelystad biedt een diversiteit aan behandeling en onderwijs passend bij de specifieke problemen van de jongere. De jongeren worden met tussenkomst van de kinderrechter opgenomen als zij veroordeeld zijn voor een delict of daarvan worden verdacht.
“Er valt veel te winnen als we signalen eerder zouden herkennen. Dat ouders, jongeren, de omgeving gewoon erkennen dat er iets niet klopt en dat er iets moet gebeuren. Als we ongewenst gedrag eerder bij kunnen sturen, voorkomen we erger. Misschien dat ESAR daar een rol in kan spelen. Ik heb wel eens een aantal voogden bij me aan tafel gehad omdat een groep jongeren overlast veroorzaakte op straat. Die wisten niet wat hun kinderen op straat deden. Onbegrijpelijk vind ik dat. Er wordt dan gezegd dat de privacy gerespecteerd moet worden. Natuurlijk is dat belangrijk, maar niet als er daardoor anderen benadeeld worden – en uiteindelijk ook de jongere zelf. Je moet elkaar durven aanspreken, met elkaar in gesprek blijven.”
Conclusie “Ik vond het een positieve ervaring. Ik zou veel vaker op bezoek willen bij instellingen die voor onze gemeente werkzaam zijn. Het is belangrijk te weten wat er in de praktijk gebeurt. Het was goed om met de begeleiders te praten. Ik heb er een diepere vorm van respect door gekregen.”
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Wat kunt u zelf bijdragen?
29
Wegwijs in de jeugdzorg
Spelend en lerend groeien kinderen richting volwassenheid. Gezin, school, vrienden: het zijn allemaal bouwstenen in hun ontwikkeling. Hun verantwoordelijkheid neemt toe. Gaandeweg vinden ze hun eigen plaats in de samenleving. Het ontwikkelen van meegekregen talenten gaat niet altijd vanzelf. Vaak is een extra zetje nodig, of een helpende hand bij het overwinnen van belemmeringen of moeilijkheden. Thuis zorgen ouders en familie daarvoor. Op school is de leerkracht of mentor beschikbaar. En uiteraard zijn vrienden en vriendinnen vaak een grote steun bij twijfel en onzekerheid. Meestal is dat genoeg. Maar wat als dat niet zo is? Wat als er problemen ontstaan die jongeren en ouders niet zelf kunnen oplossen? In dat geval zijn er verschillende zorgvoorzieningen. De provincie speelt een belangrijke rol in die voorzieningen.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Ongeveer 1,7% (landelijk 2%) Flevolandse kinderen tussen 0 en 18 jaar maakt gebruik van de provinciale jeugdzorg. Dit zijn kinderen met gedrags – en ontwikkelproblemen, maar ook kinderen waarvan de veiligheid in het geding is. Voor kinderen met verstandelijke beperkingen of kinderen met psychiatrische problemen bestaan andere regelingen.
30
De ondersteuning vanuit de jeugdzorg is zoveel mogelijk tijdelijk, en zoveel mogelijk ambulant. Alleen als het niet anders kan, helpt jeugdzorg tot het kind volwassen is. Als thuis blijven niet kan, wordt het kind bij voorkeur geplaatst in een pleeggezin. Als ook dat niet kan, wordt het kind geplaatst in een in een residentiële instelling.
Bureau Jeugdzorg is de toegangspoort tot de jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg beoordeelt welke hulp nodig is, de indicatie. De zorgaanbieders zorgen er vervolgens voor dat het kind en het gezin goed geholpen worden. Bureau Jeugdzorg zorgt ook voor de jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. De samenwerking van de jeugdzorg met huisartsen, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, onderwijs, politie, kinderopvang en (andere) hulpverleningsinstellingen is essentieel. Veel aandacht gaat dan ook uit naar samenwerking met gemeentelijke voorzieningen, scholen en anderen.
Jeugdzorg in Flevoland De Wet op de Jeugdzorg bepaalt dat provincies verantwoordelijk zijn voor de Jeugdzorg. De provincie Flevoland geeft veel aandacht en veel eigen middelen aan de jeugdzorg. De provincie wil een jeugdzorg van goede kwaliteit met aantoonbaar resultaat, waar geen kinderen op zorg hoeven te wachten. Jeugdzorg in Flevoland moet ‘op maat’ zijn, uitgaan van de eigen kracht van het kind en het gezin, en zijn afgestemd op wat door anderen wordt gedaan.
In Flevoland is relatief weinig residentiële- en pleegzorg. Dat leidt er wel toe dat er relatief veel overbruggingszorg of crisiszorg nodig, een ongewenste situatie. De provincie wil daarom dat de doorstroom bij residentiële zorg sneller wordt. Daarnaast moet het aantal plaatsen in de pleegzorg en de residentiële
voorzieningen omhoog. Gezien de snelle groei van de Flevolandse bevolking zullen andere zorgvormen ook moeten groeien. Naast uitbreiding van het aanbod zet Flevoland in op het verbeteren en versnellen van de zorg. En met resultaat. Einde 2009 was de wachtlijst van behandelingen waarop meer dan negen weken werd gewacht gereduceerd van 425 (op 1 januari 2008) tot één wachtende op 1 januari 2010.
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Flevoland stelt veiligheid van het kind voorop. Bij een crisis moet snel worden opgetreden. Dat kan ook, want Bureau Jeugdzorg werkt nauw samen met de Raad voor de Kinderbescherming om de doorlooptijden in de jeugdbescherming te versnellen (landelijke programma ‘Beter beschermd’), Die doorlooptijd is teruggebracht tot maximaal één week. Vroeger kon dit maanden duren.
31
Colofon Tekst Horen zien en schrijven, Connie Franssen (Almere) Vormgeving Studio Typo Dynamo, Myra Goudappel (Lelystad) Productie Provincie Flevoland Eindredactie Jan Pieter Kleijburg en Henriëtte Muller, provincie Flevoland
EEN KIJKJE IN DE KEUKEN VAN DE JEUGDZORG
Fotografie Laurens Profittlich (Wassenaar), Cover Maarten Feenstra (Almere) Wierd Massink (Lelystad) Chris Pennarts (Montfoort)
32
Provincie Flevoland - 2010