“Perspectieven voor installatiewerkzaamheden in de woning-nieuwbouw” een kwalitatief onderzoek naar knelpunten en ontwikkelingen bij een nieuw vloerconcept
uneto-vni is de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel
“Perspectieven voor installatiewerkzaamheden in de woning-nieuwbouw” een kwalitatief onderzoek naar knelpunten en ontwikkelingen bij een nieuw vloerconcept
Datum: 18 augustus 2005 Auteurs: Ir. D.R. Donkervoort Ir. J.C.A. de Kroon Dr. Ir. C.P.W. Geurts
TNO-rapport 2005-BCS-R0218
In opdracht van: uneto-vni InnovatieGroep Secretaris: Ir. R.M. van der Linden MBA
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de uneto-vni InnovatieGroep in samenwerking met leden van het (tijdelijke) platform Woningbouw-installateurs. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van uneto-vni. uneto-vni aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
© uneto-vni, 18 augustus 2005
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1
Inleiding
6
2
Het huidige installatieproces
8
2.1
Algemene beschrijving
8
2.2
Samenvatting totale installatie
3
4
5
10
Ontwikkelingen
12
3.1
Installatiewand
12
3.2
Elektrotechnische installatie
13
3.3
Klimaattechnische installatie
13
3.4
Sanitairtechnische installatie
14
Pakket van eisen aan de vloer die een nieuw bouwproces mogelijk maken
15
4.1
Kant en klaar betonnen eindproduct vloerdelen
15
4.2
Centraaldoos vervangen door verdeelunit (ET)
16
4.3
Ruimte voor elektrotechnische (ET) installatie aan bovenzijde vloerdeel
16
4.4
Sanitaire installatie als gebruikelijk
17
4.5
Klimaattechnische installatie in de betonfabriek ingestort
17
Conclusies en aanbevelingen
19
5.1
Conclusies
19
5.2
Aanbevelingen
20
3
Voorwoord
uneto-vni maakt werk van innovatie. Daarvoor heeft
opdracht. Door de gewaardeerde bijdrage van instal-
de ondernemersorganisatie een beleid ingezet, waarbij
lateurs en andere deskundigen is dit rapport een waar-
innovatie vraaggestuurd en marktgericht aan de hand
devolle invulling van één van de thema’s. De volgende
van thema’s, maar ook het interne proces bij de bedrij-
stap is om de uitgangspunten en aanbevelingen in dit
ven, aandacht krijgt. Continu volgt de InnovatieGroep
rapport om te zetten naar marktkansen voor de bouw-
relevante thema’s, die worden gevisualiseerd in de
sector en de installateurs in het bijzonder. Ook hierbij
InnovatieRadar. Binnen het thema ‘efficiënte installatie’
hopen wij op een goede samenwerking met de partners
heeft uneto-vni in het kader van Radar bijgedragen aan
in het bouwproces.
een TNO-onderzoek dat zij in opdracht van Bouwend
4
Nederland heeft uitgevoerd. Dit rapport is een weerslag
Drs. Ing. A.L.A. van Gelder
van de specifieke installatie-aspecten binnen deze
Voorzitter InnovatieGroep
Figuur: InnovatieRadar, vraaggestuurde thema’s op vijf gebieden. Hoe dichter in het centrum van de ring, des te sneller komt de branche in aanraking met veranderingen. Voor meer informatie kunt u terecht op www.uneto-vni.nl, dossier ‘Innovatie’
5
1 Inleiding
TNO is samen met Bouwend Nederland (voorheen
Het doel van de uitgevoerde verkenning binnen het
BouwNed) een serie van vernieuwingsprojecten voor
project was in de eerste plaats om vast te stellen of
de bouwdelen van de woning gestart. De ontwikke-
de noodzaak en het nut van een vernieuwing van het
ling van het bouwdeel ‘gevel’ (binnen het project
bouw- en installatieproces breed onder bouwpartijen
‘Gevelconcepten’) is reeds ver gevorderd. De kennis
erkend wordt. Daarnaast zijn de eisen en wensen van
en ervaring die daarbij is opgedaan, wordt verder
bouwpartijen ten aanzien van een nieuw bouw- en
ingezet voor andere bouwdelen. In tweede instantie
installatieproces van de vloer in kaart gebracht. De eer-
is het bouwdeel ‘vloer’ onderwerp van onderzoek. In
ste stap in de verkenning, uitgevoerd onder de bouw-
het kader van het TNO project ‘Vloerconcepten’ is in de
bedrijven (leden van Bouwend Nederland), spitste zich
periode 2003/2004 een verkenning uitgevoerd naar
met name toe op het bouwproces. De resultaten van de
de vernieuwingsbehoefte van het bouw- en installatie-
verkenning onder de bouwbedrijven zijn vastgelegd in
proces van de vloer. In deze verkenning wordt beoogd
TNO rapport 2003-BS-R0209, “Vloerconcepten – rand-
om een nieuw vergaand geïndustrialiseerd bouw- en
voorwaarden voor bouwbedrijven”.
installatieproces voor de vloer met hierop toegesneden nieuwe bouw- en installatieproducten te ontwikkelen.
Uit de verkenning bleek onder meer dat vanwege de
Daarbij zijn de nieuwe eisen die de noodzaak tot deze
huidige Nederlandse bouwwijze, waarin de vloer een
vernieuwing ingeven, afgeleid van Bouwvisie 2015 van
belangrijke drager is van de installatietechnische infra-
de Advies Raad voor het Technologie Beleid Bouw
structuur, een meer industrieel bouwproces onlosmake-
(ARTB).
lijk verbonden is met een hierop afgestemd industrieel installatieproces. De tweede stap in de verkenning richtte zich derhalve met name op het installatieproces. In samenwerking met uneto-vni werd een nieuw installatieconcept uitgewerkt wat middels interviews onder 7 installatiebedrijven op haalbaarheid werd getoetst. De resultaten van deze tweede stap zijn vastgelegd in TNO-rapport 2004-BS-R0211, “Vloerconcepten – rand-
6
voorwaarden installatiebranche”. In deze rapportage
Een belangrijk deel van de achtergronden en inhoud
zijn naast een nieuw installatieconcept tevens een
van deze rapportage is verkregen middels interviews
beschrijving van (de knelpunten in) het huidige instal-
met een zevental installatiebedrijven van uiteenlo-
latieproces en de wensen en eisen van installateurs
pende achtergrond (elektrotechnisch, klimaattech-
ten aanzien van een meer industrieel installatieproces
nisch, sanitairtechnisch en combinaties hiervan). Gelet
vastgelegd.
op de omvang van de installatiebranche (het grote aantal bedrijven) dienen deze interviews te worden
uneto-vni heeft TNO gevraagd om op basis van deze
beschouwd als een beperkte steekproef.
rapportage en de achterliggende interviewverslagen een separate rapportage op te stellen met een beschrij-
Deze rapportage moet in samenhang worden bezien
ving van de knelpunten ten aanzien van het huidige
met andere rapporten binnen het project ‘vloerconcep-
installatieproces en aanbevelingen voor ontwikkelingen
ten’:
in de woningnieuwbouw. In het voorliggende rapport is
- Vloerconcepten – Randvoorwaarden voor bouwbedrij-
deze beschrijving opgenomen. In hoofdstuk 2 zijn de knelpunten van het huidige installatieproces beschreven. Waar mogelijk is de beschrijving onderbouwd c.q. aangevuld met enig cijfermateriaal zoals kostenindica-
ven (2004-BS-R0209 d.d. 30 september 2003) - Vloerconcepten – Randvoorwaarden installatiebranche (2004-BS-R0211 d.d. 9 juli 2004) - Eindrapportage vloerconcepten – verkenning van het
ties, loon – materiaal verhoudingen, etc. In hoofdstuk
nieuwe bouwproces (2005-BCS-R0015 d.d. december
3 komen enkele ontwikkelingen aan de orde die de
2004)
noodzaak en het nut van een vernieuwing van het huidige installatieproces ondersteunen. Tenslotte zullen in hoofdstuk 4 een aantal conclusies en aanbevelingen worden gedaan ten aanzien van het huidige installatieproces c.q. toekomstige en gewenste ontwikkelingen op dit gebied.
7
2 Het huidige installatieproces
In dit hoofdstuk zal een beschrijving worden gegeven
Figuur 2.1. Voorbeeld van het horizontale installatiewerk.
van het huidige installatieproces in de nieuwbouw woningbouw. Hierbij wordt niet zozeer het proces van de achtereenvolgende handelingen zelf maar met name de optredende knelpunten beschreven. Daarnaast is per discipline een aantal kentallen gegeven die de algemene beschrijving ondersteunen.
2.1 Algemene beschrijving Het bouwproces van de vloer in de Nederlandse
Deze rapportage heeft niet tot doel om het installatie-
woningbouw kenmerkt zich door een grote mate van
proces in detail te beschrijven, maar om een aantal
inefficiëntie. Mede doordat door de toeleverende vloer-
knelpunten binnen dit proces te beschrijven. Een
enindustrie nu een halffabrikaat wordt geleverd dient
aantal van deze knelpunten zal hierna in kwalitatieve
in de bouw nog door vele partijen aan en op de vloer
zin worden beschreven. Een volledige “stap voor stap”
te worden gewerkt. Het grote aantal partijen, en het
beschrijving van het installatieproces van de drie ver-
daarmee samenhangende arbeidsintensieve bouw- en
schillende installatiedisciplines is gegeven in de bijlage
installatieproces, wordt mede veroorzaakt door de
van TNO rapport 2004-BS-R0211.
horizontale installatietechnische infrastructuur die een
Een aantal belangrijke knelpunten ten aanzien van
onlosmakelijk deel uitmaakt van de vloerconstructie;
het huidige installatieproces zijn het gevolg van het
zie figuur 2.1.
arbeidsintensieve karakter van het huidige installatieproces. Dit proces vraagt om veel arbeid op de bouw door de verschillende installatiedisciplines. Veel van deze arbeid dient in ruwbouwfase te geschieden en vindt daarbij in meerdere arbeidsgangen (bijvoorbeeld per vloer) plaats.
8
De belangrijkste knelpunten hierbij zijn: - Doordat veel werkzaamheden niet gelijktijdig maar
Figuur 2.2. Voorbeeld van arbeidsomstandigheden bij installatiewerkzaamheden.
separaat dienen te worden uitgevoerd is er sprake van relatief veel wachttijden met bijbehorende kosten zoals lonen, bouwrente, …etc. Installateurs komen dus meerdere malen per woning terug om de volledige woning te installeren. In de volgende paragrafen zal hieromtrent enig cijfermateriaal worden gegeven. - Het werk in de ruwbouwfase kenmerkt zich door de grote arbeidscomponent ten opzichte van de materiaalcomponent (lees slechte loon/materiaal verhouding). Het risico over arbeid is mede gelet op het vorige knelpunt (wachttijden) groot in het huidige installatieproces. In de volgende paragrafen zal hier-
Een ander belangrijk knelpunten in het huidige installa-
omtrent enig cijfermateriaal worden gegeven.
tieproces is de grote inflexibiliteit tijdens de uitvoering.
- De uitvoering van werkzaamheden in de ruwbouw-
Het op een eenvoudige wijze invullen van veranderende
fase geschiedt in weer en wind waardoor de bouwtijd
koperswensen gedurende de bouw blijkt veelal niet
en de kwaliteit variabel en moeilijk beïnvloedbaar
eenvoudige realiseerbaar. Vaak vraagt dit in het huidige
zijn. Het vorige knelpunt (risico over arbeid) wordt
bouwproces om het nodige hak- en breekwerk met alle
hier eveneens door versterkt.
bijkomende kosten van dien.
- De arbeidsomstandigheden in het huidige installatieproces zijn, mede door de grote hoeveelheid werk
Dat met het bovenstaande installatieproces (en als
in de ruwbouw, vaak slecht. Naast de werkomstan-
gevolg van genoemde knelpunten) faalkosten gemoeid
digheden (het werken in weer en wind) is tevens de
zijn wordt door de installatiebranche onderschreven.
werkhouding slecht voor het personeel; zie figuur 2.2.
Exact cijfermateriaal en/of onderbouwingen hiervan is
De geïnterviewde installatiebedrijven hebben aange-
echter binnen het uitgevoerde onderzoek in het kader
geven hierdoor problemen te hebben met het vinden van personeel.
9
van TNO project “Vloerconcepten” niet verkregen. Ook
uiteenlopend van 5 tot 12 maal per woning. Dit aantal is
de geïnterviewde installatiebedrijven konden hiervan
sterk afhankelijk van het gekozen bouwsysteem. Voor
geen onderbouwing of indicaties geven.
stapelbouw en gietbouw (de twee meest gekozen bouwsystemen in de nieuwbouw woningbouw) ligt het aantal
In de volgende paragrafen is per installatiedisci-
maal terugkomen gemiddeld op 7 à 8 maal.
pline een korte omschrijving gegeven en zijn enkele kostenkentallen gegeven. De kosten voor de nodige
In bovenstaande kosten zijn niet de benodigde bouw-
bouwkundige voorzieningen zijn niet in onderstaande
kundige voorzieningen opgenomen zoals:
kostengegevens opgenomen. Deze maken doorgaans
- voorzieningen in vloeren;
geen onderdeel uit van de werkzaamheden van de
- sleuven hakken en dozen boren in (niet) dragende
installateur maar worden door de bouwkundig aanne-
binnenwanden;
mer uitgevoerd.
- bouwen en afwerken van leidingschachten.
2.1.1
2.1.2
Elektrotechnische installatie
Klimaattechnische installatie
De elektrotechnische werkzaamheden starten met het
De werkzaamheden aan de klimaattechnische instal-
doorlassen van de aardstek vanuit de fundatie naar de
latie starten met het aanbrengen van kanalen en
meterkast. De werkzaamheden eindigen met het keuren
leidingen op de onafgewerkte begane grondvloer. De
en opleveren van de installatie.
werkzaamheden eindigen met het inregelen van de installatie.
De elektrotechnische installatie omvat: - Elektra 230V
De klimaattechnische installatie omvat:
- ICT
- Verwarming
· CAI
· Leidingen en convectoren
· Telefoon
· Ketel inclusief regelingen
· (Evt.) domoticavoorzieningen
- Gasaansluitingen (CV-ketel en keuken)
· Ledige voorzieningen.
- Vloerverwarming - (Mechanische) ventilatie.
De kosten voor de totale elektrotechnische installatie bedragen circa EUR 2750 per woning. Dit zijn de
De kosten van de totale klimaattechnische installatie
kosten van onderaanneming exclusief staartkosten en
bedragen circa EUR 2400 per woning. Dit zijn de kosten
exclusief BTW. Gemiddeld vraagt de installatie van een
van onderaanneming exclusief staartkosten en exclu-
woning ruim 40 manuur waardoor de arbeidscompo-
sief BTW. Het aandeel van de mechanische ventilatie
nent in de totale kosten (bij een uurtarief van EUR 30 à
hierin bedraagt circa EUR 750. Gemiddeld vraagt de
35/uur) circa EUR 1200 à 1400 bedraagt. Het installeren
installatie van een woning ruim 35 manuur waardoor de
van een woning geschiedt in verschillende arbeidsgan-
arbeidscomponent in de totale kosten (bij een uurtarief
gen. Omtrent het aantal keer terugkomen per woning
van EUR 30 à 35/uur) circa EUR 1050 à 1225 bedraagt.
door de installateur bestaan verschillende meningen
Het installeren van een woning geschiedt gemiddeld in 8 arbeidsgangen per woning.
10
2.1.3
Sanitairtechnische installatie
De uitvoering van de sanitaire installatie start voor wat
2.2 Samenvatting totale installatie
betreft de riolering met het aanbrengen van verzamelleidingen aan de funderingsbalken. De invoer van de
In dit hoofdstuk zijn een aantal belangrijke knelpunten
waterleiding tot in de meterkast wordt door het nutsbe-
ten aanzien van het huidige installatieproces beschre-
drijf uitgevoerd. De werkzaamheden eindigen met het
ven. Het gegeven overzicht is onder meer verkregen uit
aanbrengen van de sanitaire toestellen.
interviews met een zevental installatiebedrijven en zal daarmee zeker niet volledig zijn.
De sanitairtechnische installatie omvat: - Waterleidingen (koud + warm)
Tevens is globaal naar de kostenopbouw van de
- Riolering (wastafels, bad, douche, CV-ketel, …etc.) en
installatietechnische werkzaamheden gekeken.
ontluchting
Samenvattend kan worden gesteld dat de kosten van
- Hemelwaterafvoeren
onderaanneming van de totale installatie circa EUR
- Sanitaire toestellen (wastafels, toilet, bad, …etc.).
7000 bedragen exclusief staartkosten en exclusief BTW. Gemiddeld is met de uitvoering van de totale installatie
De kosten van de totale sanitairtechnische installatie
100 manuur gemoeid wat neerkomt op 40 à 50% van de
bedragen circa EUR 1900 per woning. Dit zijn de kosten
totale kosten. In de onderstaande tabel is een samen-
van onderaanneming exclusief staartkosten en exclu-
vatting gegeven.
sief BTW. Het aandeel van het sanitair bedraagt EUR 700 Kosten
à 1000. Gemiddeld vraagt de installatie van een woning ruim 25 manuur waardoor de arbeidscomponent in de totale kosten (bij een uurtarief van EUR 30 à 35/uur)
Manuren # Terugkomen % Loon
*1, 2)
*2)
*2)
*3)
Elektro
2750
40
8
47
Klimaat
2400
35
8
47
circa EUR 750 à 875 bedraagt. Voor het installeren van
Sanitair
1900
25
5
43
een woning dient de installateur gemiddeld 5 maal per
Totaal
7050
100
21
46
woning terug te komen. *1) dit betreft de kosten van onderaanneming exclusief staartkosten en exclusief BTW *2) dit betreffen getallen gebaseerd op interviews gerapporteerd in TNO rapport 2004-BS-R0211 *3) dit betreft het aandeel van de loonkosten in de totale kosten
In het volgende hoofdstuk wordt een aantal ontwikkelingen geschetst die deels tegemoet komen aan de beschreven knelpunten.
11
3 Ontwikkelingen
De invloed van de installateur op het ontwerp van de
3.1 Installatiewand
woning is doorgaans gering. Eventuele inbreng komt pas in een laat stadium als voorschriften, architecten
Een “ontwikkeling” die voor alle installatiedisciplines
en opdrachtgevers al in hoge mate de keuze omtrent de
relevant is en die in de utiliteitsbouw al lange tijd
installaties bepaald hebben. Dit fenomeen bemoeilijkt
gemeengoed is, is de toepassing van een “installatie-
ontwikkelingen en vernieuwingen op het gebied van
wand”. In de uitgevoerde verkenning van het nieuwe
het installatieproces. Uit interviews met 7 installatiebe-
bouw- en installatieproces van de vloer is tevens een
drijven blijkt echter dat bepaalde ontwikkelingen wel
eerste verkenning uitgevoerd ten aanzien van de wen-
degelijk nu of op korte termijn hun weg (zullen) vinden
sen en eisen aan wanden van de bouw- en installatie-
naar de praktijk. Deze ontwikkelingen ondersteunen het
bedrijven. Hierbij zijn onder meer de mogelijkheden
door TNO en uneto-vni uitgewerkte installatieconcept
voor de toepassing van een installatie- of montagewand
en/of zijn randvoorwaarde bij de verdere uitwerking van
onderzocht. Een aantal belangrijke voordelen van een
het nieuwe installatieconcept.
dergelijke wand zijn: - vergaande prefabricage van de verticale leidinginfra-
In dit hoofdstuk zullen een aantal van deze ontwikkelingen worden beschreven. Het overzicht zal geenszins een compleet beeld zijn maar geeft een indruk van te verwachten ontwikkeling die binnen het door TNO en uneto-vni ontwikkelde concept gefacilliteerd moeten
structuur; - een ononderbroken installatieproces van de hele woning; - uitzicht op een blijvend levensloopbestendige installatie.
kunnen worden. Dit concept, zoals beschreven in TNO rapport 2004-BS-R0211, wordt hier op hoofdlijnen
Uit de verkennende interviews onder de 7 installatie-
behandeld. Hiervoor is de vorm gekozen van een
bedrijven is gebleken dat deze variant voor de woning-
beschrijving van een pakket van eisen aan de vloer die
bouw voorlopig niet haalbaar wordt geacht. In genoemd
een nieuw bouwproces mogelijk maken.
TNO rapport is een nadere uitwerking van deze ontwikkeling gegeven.
12
3.2 Elektrotechnische installatie
veelal niet op de voor de bewoner juiste plek bevinden wordt breed door bouwpartijen onderschreven.
Op het gebied van de elektrotechnische installatie zijn
Volgens de huidige regelgeving dient de verlichting
verschillende ontwikkelingen te benoemen. Drie ont-
op een functionele plek te zijn gesitueerd. Dit biedt
wikkelingen die worden hierna uiteengezet die het door
mogelijkheden voor bijvoorbeeld concepten voor
TNO en uneto-vni ontwikkelde nieuwe installatiecon-
wandverlichting. Hiermee kan de installatietechniek
cept versterken.
in de vloer gereduceerd en vereenvoudigd worden. Voor rookmelders dient (vooralsnog) wel een voorzie-
Domotica/schakelen in de meterkast
ning in de vloer te worden getroffen.
Ontwikkelingen op het gebied van schakelen gaan snel. Schakelen in de meterkast lijkt een belangrijke
Arbeidsomstandigheden
stap voor de (toekomstige) aanpasbaarheid c.q.
Sleuven en frezen in met name dragende wanden
levensloopbestendigheid van de woning. Ook zal
is in de eerste plaats erg kostbaar. Daarnaast wordt
dit bijdragen aan de introductie van domotica in de
de regelgeving t.a.v. fijnstof strenger wat vraagt om
woningbouw. Voor het schakelen in de meterkast
concepten waarin deze arbeidsgang tot een minimum
lijken twee opties het meest waarschijnlijk waarbij in
wordt gereduceerd. Deze vraag wordt mede versterkt
de toekomst het draadloos schakelen de meest waar-
doordat onder meer wandcontactdozen dicht bij de
schijnlijke optie lijkt. Bussystemen bieden nu al een
vloer gemonteerd en geïnstalleerd worden.
mogelijke oplossing voor deze nieuwe manier van schakelen.
Naast bovenstaande ontwikkelingen blijken er nu en in het verleden diverse initiatieven te bestaan (van
Verlichting
gelegenheidscombinaties waarin minimaal een installa-
De verlichting in de huidige woningbouw is (vanuit de
tiebedrijf en een fabrikant van geprefabriceerde beton-
ontwikkeling en/of realisatie) veelal voorzien middels
nen vloeren initiatief nemen) waarin een nieuw instal-
lichtpunten in het plafond. Dat deze lichtpunten zich
latieconcept is c.q. wordt ontwikkeld. Deze initiatieven
13
zijn mede ingegeven vanuit de in het vorige hoofdstuk
Een aantal kleinere ontwikkelingen c.q. nieuwe eisen
geschetste problematiek van het installatieproces, in
op het gebied van de sanitairtechnische installatie zijn:
het bijzonder in combinatie met het bouwproces van de
- Voor riolering is PP (polypropeen) een goed alterna-
vloer. Veel van deze initiatieven gaan uit van een grote-
tief voor PVC (polyvinylchloride). Hiervoor zijn flexibe-
re mate van prefabricage door arbeid te verplaatsen van
le verbindingsstukken beschikbaar die zonder lijmen
de bouwplaats naar de betonfabriek. Veelal wordt hier-
verwerkbaar zijn.
bij uitgaan van de bestaande manier van installeren volgens het principe van de centraaldoos. Deze rapportage heeft niet tot doel een opsomming en/of uiteenzetting
- Voor de waterleidingen kan tegenwoordig ook van kunststof systemen gebruik worden gemaakt. - Aan het onderlinge verloop van en de afstand
te geven van dergelijke initiatieven, echter de noodzaak
tussen warm en koud waterleidingen worden in
van een vernieuwing van het huidige installatieproces
het Legionellabesluit (isso publicatie 55.1 /
wordt hiermee wel onderschreven.
www.legionellavraagbaak.nl) nieuwe eisen gesteld.
3.3 Klimaattechnische installatie
Standpunt uneto-vni sanitairtechnische installaties: Een aantal andere ontwikkelingen c.q. nieuwe eisen zijn:
Op het gebied van de klimaattechnische installatie zijn
- Waterzuinige closets waardoor extra beperkingen
grote ontwikkelingen te verwachten op het gebied van
worden opgelegd aan het leidingenbeloop van
energieopwekking, gezondheid en comfort. Het is noch
afvoerleidingen;
in het kader van deze rapportage noch in het kader van
- Aanscherping GIW-voorschriften waardoor (stren-
het TNO project “vloerconcepten” de bedoeling om
gere) eisen worden opgelegd aan de geluidspro-
de richting van deze ontwikkelingen te onderzoeken.
ductie van afvoer- en waterleidingen in vloeren in
Een aantal dient echter wel binnen een nieuw vloer- en
de woning zelf. Gebruik van isolatie en/of nieuwe
installatieconcept gefaciliteerd te kunnen worden, waar-
geluiddempende kunststof leidingen (met mine-
onder:
rale vulling);
- De opkomst van lage temperatuurverwarming (zoals vloerverwarming); - (bestaande) mogelijkheden en technieken voor het koppelen van installaties ter plaatse van plaatranden.
- Warmterugwinning uit douchewater waardoor beperking wordt opgelegd aan leidingbeloop afvoerleiding; - Toepassing van (r.v.s) goten in douchevloeren; - Ter beperking/voorkomen van groei van biofilm in waterleidingen worden eisen gesteld aan de lig-
3.4 Sanitairtechnische installatie
ging van waterleidingen ten opzichte van verwarmingsleidingen, vloerverwarming, plafondverwarming, etc.;
Sanitairtechnische ontwikkelingen die van invloed zijn
- Voorzetwandsystemen in sanitaire ruimten.
op het nieuwe installatievloer concept zijn, behoudens
14
eventuele Legionella ontwikkelingen c.q. regelgeving,
Uit oogpunt van flexibel installeren gaat volgens
relatief gering. Ook de ontwikkeling van diverse soorten
TVVL/uneto-vni voorstudie ST-9 de voorkeur uit naar
“installatievloeren” (bijvoorbeeld Infra+, Leidingenvloer,
sanitaire ruimten, waarin holle wanden worden toe-
Wingvloer, …etc.) heeft het installatieproces van de sani-
gepast en een verlaagd plafond aanwezig is.
taire installatie niet wezenlijk veranderd.
4 Pakket van eisen
aan de vloer die een nieuw bouwproces mogelijk maken
Naast een inventarisatie van de knelpunten in het huidige bouw- en installatieproces van de vloer zijn
4.1 Kant en klaar betonnen eindproduct vloerdelen
tevens de eisen van bouwbedrijven, installatiebranche en vloerenindustrie ten aanzien van een nieuwe bouw-
Er wordt een vrijwel kant en klaar betonnen eindpro-
proces verkend. Ter afronding van de verkenning van de
duct geleverd:
eisen vanuit de installatiebranche is een bijeenkomst
- Grote elementen ca 3500 mm breed.
van installateurs belegd, waarbij consensus is bereikt
- Bovenzijde, randen en trapgat geheel afgewerkt afgewerkt.
over de ET-, ST- en KT-installatievoorwaarden. In rap-
- Trapgat zonder extra constructieve voorzieningen of
port 2004-BS-R0211 zijn de gemeenschappelijke eisen van de installatiebranche uitvoerig beschreven.
geheel in een afzonderlijke vloerplaat. - Constructief geschikt om puntoplegging en uitkragingen te maken dwarswapening mogelijk).
Uit de afstemming van de eisen en wensen met de
- Aan de randen wordt een afhangende schouder
bouwbedrijven en vloerenindustrie is een gezamenlijk
gemaakt om kleine verschillen in de bovenzijde tus-
c.q. gemeenschappelijk pakket van eisen geformuleerd,
sen naastliggende platen te kunnen wegwerken.
waarmee het nieuwe bouwproces binnen bereik komt. Dit pakket is tevens het vertrekpunt voor de uitwerking van nieuwe vloer- en installatieconcepten, een volgende fase van de vernieuwing van het bouwproces van de vloer. In dit hoofdstuk zijn de verschillende eisen van dit gemeenschappelijk eisenpakket op hoofdlijnen geschetst.
15
De verbeteringen van het bouwproces voor het bouwbedrijf zijn: - Kimmen voor wanden komen te vervallen. - Het raveelijzer bij het trapgat komt te vervallen. - Afwerken van trapgat, bovenzijde vloer en beëindigingen komt te vervallen. - Er kan mechanisch geopperd worden nog voor het sluiten van de woning. Opperschade (bijvoorbeeld aan kozijnen) is hiermee verleden tijd. - De binnenwanden kunnen direct op de vloer worden gebouwd in een vroeg tijdstip van de afbouw. - Het aantal manuren van de aannemer wordt drastisch
De verbeteringen van het installatieproces van de ET installateur zijn: - De verbinding tussen verdeelunit en de meterkast
verminderd. Het aantal naden neemt sterk af. In de
worden pas in een laat stadium van de afbouw aan-
naad maakt de aannemer de nodige doorkoppe-
gebracht.
lingen. De hoeveelheid naadvulling is beperkt. Het afwerken van de naad staat enige hoogteverschil toe.
- De installatie wordt in één arbeidsgang voor de hele woning in de afbouw aangebracht. - Vier tot zes verdeelunits vervangen de huidige twaalf tot veertien centraaldozen per woning.
4.2 Centraaldoos vervangen door verdeelunit (ET)
De verbetering van het installatieproces voor de koper is:
In de vloer wordt voor de ET installatie aan de bovenzijde van de vloer ruimte voor verdeelunits (VU) gespaard
de installateur.
die de functie van de huidige centraaldoos op een
- De installatie is hiermee uitbreidbaar.
betere wijze vervullen:
- Volstaan kan worden met een minimum installatie bij
- De VU komt aan de bovenzijde van de vloer, is gesitueerd aan de langsgevel, zit achter de plint en blijft bereikbaar. In de betonvloer is een sparing opgenomen waarin de VU past. - Er worden voorzieningen in de vloer opgenomen (pijpen met doorkoppelingen) om een kabelbundel voor de totale ET installatie aan in het werk te brengen van meterkast tot verdeelunit (zie onderstaande figuur). - lichtpunten in onderkant van de vloer blijven mogelijk maar worden tot een minimum teruggebracht.
16
- De verdeelunit blijft bereikbaar voor de bewoner en
oplevering met uitbreiding naar eigen behoefte en eigen inzicht bij bewoning.
4.3 Ruimte voor elektrotechnische (ET) installatie aan bovenzijde vloerdeel
De ET installateur maakt in één arbeidsgang na het sleuven van de binnenwanden de hele installatie af. Eindpunten in de wanden worden verbonden met de kabels of draden vanaf de verdeelunit via de sleuven
In de betonnen vloer wordt voor de ET installatie geko-
in de vloer met een korte stijgleiding. Zakleidingen
zen voor een andere verdeelfunctie. In plaats van het
vanuit het plafond en lange sleuven in de wanden zijn
ingieten van pijpen in de constructieve vloer worden
verleden tijd. Bij kalkzandsteen wanden kan gebruik
sleufjes gespaard aan de bovenzijde van de vloer een-
gemaakt worden van een speciaal voorgefreesd en
zijdig langs alle wanden. Vanuit de verdeelunit zijn deze
voorgeboord blok waardoor sleuven in de dragende
sleufjes toegankelijk.
wanden geheel verleden tijd is.
In plaats van zakleidingen vanuit het plafond gaan
De verwachting is dat schakelen nauwelijks nog via de
er stijgleidingen vanuit de vloer (de sleuven aan de
230 V schakelaar zal gaan maar dat nieuwe schakel-
bovenkant) naar de eindpunten (wandcontactdozen en
technieken (draadloos, bus, …etc.) in combinatie met
schakelaars die bij voorkeur in de niet dragende bin-
het schakelen in de meterkast hun intrede zullen doen.
nenwanden worden geplaatst).
Het aantal schakelaars in de (vooral dragende) wanden wordt minimaal. Het sleufwerk in wanden wordt daardoor minimaal mede door het feit dat het om korte stijgleidingen in plaats van de huidige zakleidingen vanuit het plafond gaat.
De verbetering van het installatieproces van de ET installateur zijn: - Het installeren kan in een laat stadium van de bouw en voor de hele woning tegelijk worden uitgevoerd. - De verbinding tussen de verdeelunit en de eindpunten in de wanden wordt tijdens het installatieproces gerealiseerd door de sleuven in de bovenzijde van de vloer. - Elektrapijpen en het rijgen van losse draden is verleden tijd, wellicht kan gewerkt worden met een stekkerbare installatie.
17
4.4 Sanitaire installatie als gebruikelijk
4.5 Klimaattechnische installatie in de betonfabriek ingestort
In de betonvloer worden in de betonfabriek de sleuven en doorvoeren aangebracht voor de ST installatie nau-
In afwijking van wat nu gebruikelijk worden voorzienin-
welijks anders dan bij de huidige kanaalplaatvloeren.
gen voor de KT installatie (aan- en afvoer voor verwar-
- Sleuven worden gespaard in de bovenzijde van de
ming, kanalen voor ventilatie en vloerverwarming) in
vloer vaak afgestemd op meerdere kopersopties voor
de betonfabriek ingestort. De keuze van de plaats in de
wat betreft de plaats en indeling van met name de
doorsnede is relatief vrij doordat er constructief minder
badkamer.
verzwakking optreedt. De vorm en de materiaalkeuze
- Doorvoeren naar standleidingen worden gespaard.
voor kokers is vrij.
De verbetering van het installatieproces van de ST installateur zijn: - De hele woninginstallatie kan in één arbeidsgang worden aangebracht. - De installatie kan in een laat stadium van de afbouw worden aangebracht.
De techniek van doorkoppelen op de randen van de vloerplaten (en dat zijn er vanwege de grote breedte van de vloerplaten maar weinig) bestaan deels al en zullen deels nog ontwikkeld worden.
De verbetering van het installatieproces van de KT installateur zijn: - Het installeren kan in een zeer laat stadium van de bouw worden uitgevoerd. - Het installeren kan voor de hele woning tegelijk in één arbeidsgang plaatsvinden. - De hoeveelheid werk aan de KT installatie wordt drastisch gereduceerd.
18
5 Conclusies en aanbevelingen In dit rapport is, op basis van eerder onderzoek van
2. De belangrijkste ontwikkelingen zijn:
TNO, een beschrijving gegeven van de knelpunten in
- De introductie van een installatie- of montagewand
het huidige installatieproces in de woningnieuwbouw.
wordt in de woningbouw op korte termijn niet haal-
Tevens zijn ontwikkelingen in het installatieproces en/
baar geacht;
of de installatietechniek geschetst die de noodzaak en
- Het schakelen in de meterkast is een in opkomst zij-
het nut van een vernieuwing van het installatieproces
nde techniek die mede zal bijdragen aan de (verdere)
onderschrijven.
introductie van domotica in de woningbouw; - De opkomst van lage temperatuurverwarming.
5.1 Conclusies
Op basis van de bevindingen uit gerelateerde rapportages (o.m. 2004-BS-R0211 en 2005-BCS-R0015) kunnen de
Op basis van de bevindingen in dit rapport kunnen de
volgende conclusies worden getrokken ten aanzien de
volgende conclusies worden getrokken ten aanzien het
ontwikkeling van nieuwe vloer- en installatieconcepten:
huidige installatieproces: 3. Binnen de installatiebranche is overeenstemming 1. De belangrijkste knelpunten zijn:
over de eisen en randvoorwaarden ten aanzien van een
- De lange wachttijden door de separate van verschil-
nieuw installatieconcept waarmee een nieuw installa-
lende disciplines; - Het werken in de ruwbouw met als consequentie: · Grote arbeidscomponent ten opzichte van materiaalcomponent;
tieproces mogelijk wordt. Deze eisen zijn: - ET-installatie · Verdeelunit (VU) vervangt functie van centraaldoos (CD);
· Moeilijk beïnvloedbare bouwtijd en kwaliteit;
· Beperking van aantal aansluitpunten in plafond;
· Slechte arbeidsomstandigheden.
· Leidingkanaal tot VU instorten in de betonfabriek;
- Met de totale installatie van een woning gaat gemiddeld circa 100 manuur gemoeid wat 40 à 50% van de totale kosten van de installatie vertegenwoordigt; - Voor de installatie van een woning komen de drie verschillende installatiedisciplines elk gemiddeld 5 à 8 keer terug in de woning.
· Sleuven in dekvloer voor verdeelfunctie naar wanden; · Wandcontactdozen aansluiten via stijgleiding vanuit sleuf in dekvloer. - ST-installatie · Betonfabriek spaart sleuven in de dekvloer;
19
· Installeren in de vloer op de bouwplaats, laat en in één arbeidsgang. - KT-installatie · Maximaal instorten in de betonfabriek:
5. Met het voorgestelde vloer- en installatieconcept wordt voldaan aan de mogelijkheden om in te spelen op de nieuwe eisen van kopers, overheid en samenleving zoals:
· Ventilatiekokers;
- Meer kwaliteit;
· leidingen naar gevel voor radiatoren/con-
- Meer comfort;
vectoren;
- Meer flexibiliteit tijdens de bouw en na oplevering;
· wellicht sleuven langs de gevel;
- Betere risicobeheersing;
· vloerverwarming.
- Kortere bouwtijd;
· Minimaal installeren op de bouwplaats: · doorkoppelen bij randen, direct na leggen;
- Inzetbaarheid van duurzame energiebronnen (zoals Lage Temperatuur Verwarming)
· aansluiten van radiatoren/convectoren.
4. Binnen de installatiebranche is overeenstemming
5.2 Aanbevelingen
over de volgende aanvullende randvoorwaarden voor het nieuwe installatieproces met bijbehorend installa-
In samenwerking met Bouwend Nederland en uneto-
tieconcept:
vni is het nut en de noodzaak van een vernieuwing van
- De nieuwe methode van installeren resulteert in min-
het bouwproces van de vloer onder de bouwbedrijven,
der versnippering en daarmee tot een nader manier
installatiebranche en vloerenindustrie verkend. De
van inzetten van personeel. Men zal rekening moeten
noodzaak van een vernieuwing wordt breed onder deze
houden met een veel meer gecomprimeerd installa-
partijen herkend en erkend.
tieproces;
Uit de afstemming van de eisen en wensen van genoemde
- De constructeur zal een belangrijke rol krijgen in het ont-
partijen t.a.v. van een nieuw bouw- en installatieproces
werpproces. De mogelijkheden voor het opnemen van
van de vloer is een gezamenlijk c.q. gemeenschappelijk
voorzieningen voor installaties in de vloer zullen sterk
pakket van eisen geformuleerd. Dit pakket is het vertrek-
worden bepaald door constructieve randvoorwaarden;
punt voor de uitwerking van nieuwe vloer- en installatie-
- Maatvoering zal belangrijker worden. Onder meer door het oversteken van installatieonderdelen tussen
concepten in de volgende fase van deze vernieuwing waarmee het nieuwe bouwproces binnen bereik komt.
afzonderlijke vloerplaten; - Er dienen afspraken te komen tussen de vloerenin-
Er bestaat nu, vanwege de brede consensus omtrent de
dustrie en de installatiebranche hoe om te gaan met
randvoorwaarden voor het vervolg van deze vernieuwing,
kwaliteitscontrole e.d. ter voorkoming van niet functi-
een unieke kans om een bouwbreed gedragen doorbraak
onerende onderdelen.
te realiseren van het bouwproces van de vloer in de Nederlandse woningbouw. TNO start hiertoe samen met de vloerenindustrie, de installatiebranche en haar toeleveranciers (en met medewerking van Bouwend Nederland) met de ontwikkeling van een nieuw vloer- en installatieconcept waarmee het nieuwe bouwproces in de praktijk realiseerbaar wordt. uneto-vni, waarvan een bijdrage voor het succes van het vervolg door de verschillende partijen onmisbaar wordt geacht, wordt gevraagd om deel te
20
nemen in de volgens stap van deze vernieuwing.
Colofon Ontwerp & lay-out design@cetera B.V., Rijswijk
Drukwerk Den Haag print, Rijswijk
Productiecoördinatie Afdeling Communicatie uneto-vni
uneto-vni Bredewater 20 - 2715 CA Zoetermeer Postbus 188 - 2700 AD Zoetermeer T 079 325 06 50 - F 079 325 06 66
[email protected] - www.uneto-vni.nl, dossier ‘Innovatie’