Perspectief
Nummer 9, april 2008
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
Investeren in leraren
Doelgericht werken in doorlopende leerlijnen
Meningen over de kwaliteit van leraren Groningen
Zwolle Almelo
Almere Amsterdam Leiden
Enschede Amersfoort
Den Haag Arnhem Rotterdam Rosmalen ’s-Hertogenbosch Roosendaal Veldhoven
Praktijkgericht onderzoek
Colofon Deze uitgave van KPC Groep is bestemd voor bestuur, management en leraren in het primair onderwijs. Perspectief wordt gratis verspreid naar alle basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs en naar een groot aantal besturen in het primair onderwijs.
Van de redactie
Investeren in leraren Wie investeert in leraren zet iets in beweging. Wie investeert in leraren, investeert in de kwaliteit van zijn onderwijs en daarmee in de ‘groei’ van leerlingen. Vandaar onze gedachte bij het thema ‘Investeren in leraren’ aan een druppel water, die - hoe minuscuul ook - door één enkele beweging een hele vijver in beweging kan krijgen.
Redactie
Wie investeert in leraren zet iets in beweging… Daar zijn vele voorbeelden van
Aicha Bouwens, Hedy Korver, Ingrid Veeke en Jeanet Visser
te geven. Denk bijvoorbeeld eens aan de leraar die met de leerlijnen taal en rekenen
Fotografie Foto’s pagina 6: Ineke van Sijl Foto pagina 7: Kris Verbeeck Overige foto’s: Fotobureau Lens, ’s-Hertogenbosch
Vormgeving en productie Fransen & Van Iersel Grafische Producties b.v., ’s-Hertogenbosch
aan de slag gaat. Competentie-ontwikkeling is hierbij van belang. Op de eerste plaats moet hij of zij goed zicht krijgen op de doorgaande leerlijnen. Om de leerdoelen te halen is ook inzicht nodig in de verschillende ‘leerstijlen’ van kinderen om zo ieder kind een gepast onderwijsaanbod te kunnen bieden. Didactisch en organisatorisch moet de leraar de juiste verbinding maken. Als leraren binnen een school dezelfde taal spreken rond de doorgaande leerlijnen kunnen ze bovendien elkaar ondersteunen en helpen. Wie investeert in leraren zet iets in beweging… Zo speelt bij de realisatie van Passend Onderwijs kwaliteitsverbetering van leraren een cruciale rol. Hoe beter de leerkracht is toegerust des te passender het onderwijsaanbod voor iedere (zorg)leerling. Wie investeert in leraren zet iets in beweging… Met dit themanummer onderstrepen we het belang van de leraren voor het onderwijs. We hopen met de achtergrondinformatie en ideeën in de diverse artikelen over dit thema ook enkele rimpelingen te realiseren.
Perspectief Nummer 9, april 2008
Contact met KPC Groep Perspectief Voor meer informatie over de diverse onderwerpen in deze uitgave kunt u contact opnemen met de contactpersonen die bij de artikelen vermeld staan. Conferenties en trainingen Voor meer informatie over onze bijeenkomsten kunt u kijken op KPC Groep Postbus 482 5201 AL ’s-Hertogenbosch T 073 6247 247 E
[email protected] I www.kpcgroep.nl
www.kpcgroep.nl/agenda of terecht bij de Conferentiedienst, 073 6247 335,
[email protected]. Publicaties U kunt publicaties bestellen via www.kpcgroep.nl/publicaties of contact opnemen met de afdeling Verkoop, 073 6247 354,
[email protected].
Inhoud Van activiteitgericht naar doelgericht leren vanuit leerlijnen
4
Een kader met praktijkvoorbeelden waarbinnen de nieuwe referentieniveaus taal en rekenen een plek kunnen krijgen. Welke stappen kunnen leraren nemen om zich te ontwikkelen als professional op het terrein van doelgericht werken vanuit leerlijnen?
Een discussie uitlokken? Begin over de kwaliteit van leraren.
8
Vijf onderwijsmensen reageren zeer uiteenlopend op stellingen over de kwaliteit van leraren en hoe kwalitatief goede leraren te krijgen. Wat is uw mening?
Goede beoordeling voor baanbrekend onderwijsconcept
13
Uit het eerste inspectierapport over Wittering.nl blijkt dat het innovatieve onderwijsconcept
Vragen aan KPC Groep
14
Uitgelegd: Bekwaamheidseisen: nuttig, of een verplichting?
16
De wet BIO geeft bekwaamheidseisen waaraan onderwijzend personeel moet voldoen. Een uitleg over het nut van deze eisen voor zowel de school als de individuele leraar.
De kracht van praktijkgericht onderzoek
20
Onderzoeksparticipanten en een directielid van basisschool ’t Schrijverke reflecteren op de opbrengsten van het praktijkonderzoek voor een van de dieptepilots academische basisschool.
Communicatieonderzoek KPC Groep
26
Een samenvatting van de resultaten van een onderzoek onder lezers van Perspectief over de afstemming van de communicatie-uitingen van KPC Groep op hun wensen en behoeften.
Nieuwe publicaties
12, 25
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
van deze basisschool goede tot zeer goede kwaliteit van onderwijs biedt .
VA N A C T I V I T E I T G E R I C H T NAAR DOELGERICHT LEREN VA N U I T L E E R L I J N E N Onlangs zijn de publicaties ‘Over de drempels met taal’ en ‘Over de drempels met rekenen’ verschenen. Dit artikel geeft een kader waarbinnen deze rapporten voor leraren een plek kunnen krijgen. Praktijkvoorbeelden maken duidelijk welke stappen zij kunnen nemen om zich te ontwikkelen als professional op het terrein van doelgericht werken vanuit leerlijnen.
Doelgericht versus activiteitgericht De rapporten geven alleen aan wat verwacht wordt voor taal en rekenen aan het einde van de basisschool. Hoe je het onderwijs invult om aan die doelen te voldoen, bepaal je als school zelf. Meester Henk (groep 7) vertelt dat de kinderen uit hun wereldoriëntatiemethode leuke opdrachtkaarten hebben gehaald in verband met feesten. De kinderen hebben een scenario uitgewerkt om zelf een feest te organiseren. Dit is een voorbeeld van onderwijs dat eerder activiteitgericht
Perspectief Nummer 9, april 2008
(een feest organiseren) dan doelgericht is (uitnodigingen leren schrijven en verhoudingen berekenen, zoals hoeveel eten nodig is voor hoeveel mensen). Leuke taken motiveren De Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen
de leerling, maar het is ook belangrijk die doelen na te
(Commissie Meijerink) heeft in de twee publicaties
streven die er toe doen. Over het algemeen zullen leraren
referentieniveaus bepaald voor taal en rekenen: de kennis
de doelen en de plaats ervan binnen een leerlijn niet paraat
en vaardigheden waarover leerlingen aan het eind van het
hebben. Dat maakt het lastig om opdrachten uit de methode
basisonderwijs moeten beschikken. Er zijn twee niveaus:
kritisch te bekijken en eventueel aan te passen of te schrap-
het functioneel niveau (het minimumniveau om op 16-jarige
pen. Bovendien is het niet makkelijk de ontwikkeling van
leeftijd goed te kunnen functioneren in de maatschappij)
een leerling te volgen. Hoe kun je als leraar het doelgericht
en het streefniveau (biedt leerlingen de mogelijkheid zich
leren toch ‘meester’ zijn?
verder te bekwamen naargelang aanleg en interesse). Deze beide niveaus kunnen in leerlijnen worden aangegeven, zodat
Grotendeels klassikaal
leraren vroegtijdig kunnen inschatten welk streefniveau
De mate waarin een beroep wordt gedaan op de kennis van
haalbaar is voor hun leerlingen.
leraren over leerlijnen, is afhankelijk van de vormgeving van
...LEREN ‘MEESTER’ ZIJN?
bij rekenen bijvoorbeeld om kopjes als ‘getallen’ en ‘verhoudingen’ en bij taal bijvoorbeeld om ‘mondelinge taalvaardigheid’ en ‘schrijven’. • Door hiernaast de kerndoelen te leggen, wordt duidelijk
dat wat er gedaan wordt ook leidt tot de kerndoelen. • Leraren uit elke groep lichten de doelen toe, liefst met
concrete voorbeelden van activiteiten. • Het team bekijkt of de doelen inderdaad ook voortbouwen
op elkaar en welke witte vlekken er eventueel zijn. • Ook is er steeds een kritische blik of de methode voldoen-
de biedt om het basisniveau en het streefniveau te behalen en of er gezocht moet worden naar materialen en activiteiten waarmee bepaalde doelen alsnog gerealiseerd kunnen worden.
Uitdagende leeromgeving Als de school al een aantal innovatieve stappen heeft gezet (scenario b- en c-school), bijvoorbeeld door het anders inrichten van de leeromgeving of door het clusteren van rekenonderdelen, kan een andere weg bewandeld worden. het onderwijs op de school. Een school die de methode a- en b-scholen), gaat ervan uit dat de methode genoeg
Het team van de Paus Joannesschool
houvast biedt om met verschillen tussen kinderen om te
(Den Bosch) heeft een nieuwe onderwijsvisie
gaan. Methodes geven suggesties voor differentiatie.
geformuleerd. Vanuit die visie blijkt dat de
Toch is het van belang om met het team kennis te nemen
leraren onder andere werk willen maken van
van het basis- en het streefniveau voor taal en rekenen en
een uitdagende leeromgeving en meer inbreng
die tegen het licht te houden van de leerlijn die in de
van de kinderen. Rekenen is één van de domei-
methode is uitgewerkt. Leidt de gebruikte methode daad-
nen waarop ze dit willen realiseren.
werkelijk tot het behalen van de beoogde niveaus? Wordt er
De rekenmethode is kritisch bekeken: welke
werkelijk gedifferentieerd richting basis- en streefniveau?
doelen komen in de methode aan bod en
Hiermee krijg je als leraar zicht op de doelen van jouw groep
welke opdrachten horen bij welke doelen?
én die van de vorige en volgende groepen. Zicht hebben op
Die opdrachten zijn vervolgens geclusterd,
de leerlijn is een must voor elke leraar die professioneel wil
rekeninghoudend met de onderdelen die worden
handelen.
gehanteerd in de basis- en streefniveaus (bijvoorbeeld verhoudingen: breuken, procenten,
Een schoolteam dat zich willen bezinnen op de kwaliteit van
kommagetallen), zodat de leerlingen kunnen
het reken- of taalonderwijs of het onderwijs wil verbeteren
doorwerken aan een bepaald rekenonderdeel.
door het meer op maat te geven, kan dat als volgt doen.
Ook is nagegaan welke andere handelende
• Op een of meerdere studiedagen staat het werken met
materialen kunnen bijdragen om een bepaald
leerlijnen centraal. • Alle leraren noteren de belangrijkste doelen uit de methode
doel te bereiken en er is een leeromgeving gemaakt waarin allerlei materialen in een
voor taal of rekenen van hun groep, aangevuld met doelen
bepaalde opbouw zijn uitgestald. Op basis van
die zij vanuit hun praktijkervaring ook belangrijk vinden.
de te bereiken doelen en op maat van de leer-
• Uitgangspunt is de indeling in leerlijnen die wordt
voorgesteld in de ‘basis- en streefniveaus’ van Meijerink met daaronder de doelen uit de methode. Het gaat dan
lingen verzorgen de leraren instructie.
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
grotendeels volgt binnen een klassikale setting (scenario
Werken vanuit leerlijnen Scholen die hun onderwijs helemaal anders inrichten (scenario c- en d-scholen) willen onderwijs dat afgestemd is op de verschillen tussen leerlingen. Ze willen leerlingen op een functionele en betekenisvolle manier laten leren in betekenisvolle contexten waarbij leerlingen een actieve rol
DE MOGELIJKHEID OM TE KIEZEN, V E R G R O O T D E M O T I VA T I E VA N L E E R L I N G E N
Ook op de Bavoschool in Haarlem wordt
hebben en minder invullen en overschrijven. Om dat te
binnen het rekenonderwijs gewerkt vanuit
realiseren nemen deze scholen (geheel) afstand van de
leerlijnen. Allereerst heeft het team het reken-
methode en schaffen de leraren op basis van leerlijnen
onderwijs verdeeld in domeinen. Vervolgens
doelgericht diverse materialen en spellen aan die ze aantrek-
zijn tijdens een studiedag de rekenlijnen van
kelijk uitstallen. Vanuit de overtuiging dat de mogelijkheid
de verschillende domeinen in kaart gebracht,
om te kunnen kiezen de motivatie vergroot, kunnen de leer-
gebruikmakend van de doelen en tussendoelen
lingen een keuze uit de materialen maken als ze aan een
van SLO, de doelen uit de methode en het
doel werken. Het werken met een duidelijke leerlijn is hier
rekenkompas van KPC Groep. Voor elke bouw is
heel belangrijk om de gestelde doelen te kunnen bereiken en
inmiddels een rekenwerkplaats ingericht waar
om zicht te kunnen houden op de ontwikkeling van kinderen.
alle rekenmaterialen en -opdrachten aanwezig
Materiaal, instructie en andere activiteiten zijn aan die
zijn. Leerlingen kiezen of ze in de rekenwerk-
duidelijke lijn opgehangen en afgestemd op de verschillende
plaats aan de slag gaan. Ook krijgen leerlin-
behoeften van kinderen.
gen die dat nodig hebben daar verplicht instructie. In ontwikkeling is nu dat leerlingen vanuit het overzicht van de leerlijnen meer
Hof ter Weide (Utrecht) heeft een meetlabo-
inzicht krijgen in het eigen leerproces.
ratorium ingericht met materialen en opdrachtkaarten. Zo krijgen de leerlingen door
Perspectief Nummer 9, april 2008
concreet te handelen inzicht in bijvoorbeeld inhoud en oppervlakte. Op basis van de leerlijn wordt met de leerlingen besproken aan welke leerdoelen ze toe zijn. De leraren verzorgen aanbod op vraag van de kinderen of om leerlingen te prikkelen, uit te dagen en bewust te maken van belangrijke meetaspecten. De leerlingen kunnen zelf inplannen wanneer ze aan die doelen werken en wanneer ze geëvalueerd willen worden. Op het terrein van taal maakte de school een soortgelijke beweging. Op basis van de spellingsdoelen heeft het team bijvoorbeeld
ZICHT HEBBEN OP DE LEERLIJN IS EEN MUST VOOR ELKE LERAAR DIE PROFESSIONEEL WIL HANDELEN
• het kunnen selecteren van bijpassende materialen en
speelse materialen gezocht en zelf ontwikkeld
leerbronnen en het ontwerpen van opdrachten, dus
waarmee de leerlingen zelfstandig aan het
het creëren van een doordachte leeromgeving;
werk kunnen. Aanbod van de leraren vindt op dezelfde wijze plaats als bij het meetlab. Bovendien krijgen de leerlingen volop de gelegenheid om spellingvaardigheid in echte schrijfcontexten te oefenen, zoals het maken van uitnodigingen en het schrijven van
• vragen en activiteiten van leerlingen kunnen relateren
aan doelen en deze leerkansen benutten; • het coachen van leerlingen bij het zelfstandig werken
en het behalen van de doelen; • het observeren van leerlingen en het beoordelen of
leerdoelen zijn behaald.
brieven over schoolrelevante onderwerpen.
Rol KPC Groep KPC Groep heeft ervaring met visiegeleide schoolverbetering op basis van de huidige kennis over hoe leerlingen leren. Samen met de school wordt vanuit de schoolvisie gekeken hoe taal, rekenen, maar ook wereldoriëntatie een bij de school passende vorm kan aannemen. Scholen worden begeleid bij de implementatie van en geschoold in het werken met leerlijnen taal en rekenen. Op basis van beschikbare leerlijnen en bronnen heeft KPC Groep in samenwerking met diverse scholen leerlijnen taal en rekenen ontwikkeld. Daarnaast zijn de leerdoelen voor wereldoriëntatie geoperationaliseerd in kernconcepten, zodat scholen ook in dit domein op een verantwoorde manier de methode los kunnen laten en doelgericht op een andere manier invulling kunnen geven aan het onderwijs in wereldoriëntatie. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een leerlingvolgsysteem op basis van leerlijnen.
■
Wat vraagt dit van de leraar? kennis en vaardigheden, zoals: • kennis van de wijze waarop de verwerving van taal- en
rekenvaardigheid verloopt; • parate kennis van de leerlijnen en de cruciale
Meer informatie? Neem contact op met Kris Verbeeck (073 6247395,
[email protected]), Anje Ros (073 6247537, a.ros@kpcgroep) of Ineke van Sijl (073 6247295,
[email protected]).
leermomenten daarbinnen;
van leerlingen is deze optie om het leerproces doelgericht te arrangeren en te volgen vanuit leerlijnen onmisbaar.
Afgelopen jaar werkte een netwerk van scholen samen aan
KPC Groep bekijkt in samenwerking met RPCZ-Bazalt hoe
doorgaande leerlijnen voor taal en rekenen. Er zijn cruciale
dit kan worden verwerkt in het instrument ‘KIJK!’. Dit
leermomenten vastgelegd van groep 1 tot en met 8 waar-
leerlingvolgsysteem is uniek in de wijze waarop leerlingen
mee een leraar de ontwikkeling van leerlingen kan volgen.
van groep 5 t/m 8 zijn te volgen.
Vanaf groep 5 kunnen de leerlingen daarnaast ook zelf hun proces volgen.
Meer informatie?
Voor scholen die los willen komen van de methode en
Neem contact op met Marius Berendse,
verantwoord willen werken vanuit de onderwijsbehoefte
tel. 073 6247253,
[email protected].
KORTE BERICHTEN
Leerlingen volgen
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
Het werken vanuit leerlijnen vraagt van leraren bepaalde
Een discussie uitlokken? Begin over de kwaliteit v a n l e r a re n De kwaliteit van leraren is een hot item. De opvattingen over wat kwaliteit is en hoe we kwalitatief goede leraren krijgen, lopen sterk uiteen. Sommigen verwachten veel van het opleggen van externe eisen en het daarop gericht scholen. Anderen zien meer heil in het verder uitbouwen van de reeds aanwezige kwaliteiten, zowel van de individuele leraar als van het team als geheel. Als het gaat om de kwaliteit van leraren, dan laait de discussie snel op. Om deze opvattingen te peilen, is een zevental stellingen voorgelegd aan mensen met verschillende functies in het onderwijsveld. De reacties komen van Winfried Roelofs, adviseur bij KPC Groep en lector aan de Hogeschool Domstad in Utrecht, Willy van Dijk-Roest, bovenschools coördinator opleiden van het Katholiek Primair Onderwijs Amersfoort (KPOA) en deelprojectleider van de academische basisschool Utrecht/Amersfoort, Rachel Naron, ambulante leraar en bovenbouwcoördinator van basisschool De Kubus in Amersfoort, Jos Houtveen, directielid van basisschool De Tafelronde in Amersfoort en Bert Dekker, bovenschools manager van het KPOA.
1
BEOORDELING VAN EERSTEJAARS STUDENTEN BEPAALT DE TREND VOOR DE KWALITEITSNORM VOOR ALLE LERAREN.
Winfried: “Kwaliteit van leraren verhogen vraagt volgens mij om een brede benadering waarin je het een doet en het ander niet laat. Strenge eisen is niets mis mee, maar dan wel bij de start van de loopbaan. En die loopbaan begint in de pabo. Zowel lerarenopleiders als opleiders in de basisschool moeten hoge verwachtingen hebben van studenten en
ER MOET EEN WISSELWERKING ONTSTAAN
strenge eisen ten aanzien van bekwaam handelen durven
WAARBIJ DE JONGERE EN OUDERE LERAAR
Perspectief Nummer 9, april 2008
hanteren. Dit betekent de bekwaamheidseisen uit de wet BIO
VAN ELKAAR LEREN
als maatstaf nemen, maar dan op hbo-niveau.”
Rachel: “Deze stelling wil ik nuanceren door me af te vragen wie dit beoordeelt. Lerarenopleidingen geven soms een positieve beoordeling, terwijl de opleiders in de basisschool een negatieve beoordeling moeten geven, omdat er vanwege de schoolspecifieke situatie om meer of andere competenties wordt gevraagd dan tijdens de studie zijn aangeleerd. Maar daarmee hoeft de kwaliteit van de student of beginnende leraar niet slecht te zijn. Je moet als opleidende school, maar ook als stageschool, wel strenge eisen durven stellen. Als je de eerstejaarsstudent beoordeelt op de norm van de wet BIO en dus eisen mag stellen, dan haal je de kwaliteit van de opleiding omhoog.”
2
HOE HOGER DE KWALITEIT VAN EEN PABO-STUDENT, HOE GROTER DE KANS DAT HIJ OF ZIJ KIEST VOOR EEN LOOPBAAN BUITEN HET ONDERWIJS.
Rachel: “Ik ben zelf een voorbeeld van een pabo-student die verbreding en verdieping zocht in het werk. Gelukkig luistert ons bestuur hier goed naar en kon ik deelnemen aan een kweekvijverproject, waarin vijf leraren zitten die inmiddels ook managementtaken uitvoeren. Als ik die mogelijkheden niet had gekregen, dan was ik misschien wel vertrokken. Voor medewerkers die een uitdaging willen, moet je als school(bestuur) perspectieven bieden, als je ze graag wilt houden.”
Jos: “Ik ben idealistisch, want ik ga ervan uit dat mensen bewust voor het onderwijs kiezen. Als het onderwijs niet hun vak is, dan stromen zij al in een eerder stadium uit. Ik weet dat de carrièremogelijkheden binnen het onderwijs heel beperkt zijn. Maar de uitstroom vanwege te beperkte carrièremogelijkheden, heeft meer te maken met de ambities
3
BEGINNENDE BASISSCHOOLLERAREN HEBBEN GEEN VANZELFSPREKEND GEZAG IN HET TEAM. EEN UNIVERSITAIRE OPLEIDING OF MASTERTITEL VERANDERT DAAR NIETS AAN.
van de persoon, dan met de kwaliteit van de opleiding.”
Winfried: “De invloed van schoolculturen op de beroepshouding van leraren is niet gering. Als beginnende leraar kun je gezag verwerven door je zaakjes goed op orde te hebben en door een collegiale opstelling. Kennis wordt op prijs gesteld, maar je moet niet denken dat je als jong broekie de toon kunt zetten. Je kunt wel intelligent zijn, maar dat betekent niet dat je altijd slim handelt.”
Willy: “Met name het eerste deel van deze stelling, het vanzelfsprekend gezag, vind ik heel persoonsgebonden. Dat heb je of dat heb je niet. Ik begeleid startende leraren en charisma en persoonlijkheid. Een universitaire opleiding kan wel helpen om meer zelfvertrouwen te krijgen waardoor het vanzelfsprekend gezag ook sterker wordt.”
Bert: “Of een beginnende leraar gezag heeft of niet zal afhangen van zijn persoonlijkheid, hoe hij zich opstelt, hoe hij zijn opleiding heeft gevolgd, welke inzichten, capaciteiten en competenties hij heeft. Studenten die op een academische basisschool stage hebben gelopen of een vorm van werkplekleren hebben doorgemaakt, hebben binnen het team een andere rol dan de traditionele student of startende JE MOET ALS OPLEIDENDE SCHOOL, MAAR
leraar. We zien dat er een ander type en een anders opgelei-
OOK ALS STAGESCHOOL, WEL STRENGE EISEN
de hbo-student binnenkomt; veel competentiegerichter. Ook
DURVEN STELLEN
scholen waar studenten stagelopen, gaan anders met deze studenten om.”
➧
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
om sommigen kun je simpelweg niet heen als het gaat om
4
ZICHT OP DOORGAANDE LEERLIJNEN VOOR REKENEN EN TAAL VRAAGT VAN LERAREN HBO+ NIVEAU.
schappijonderwijs, bewegingsonderwijs en gerichte sociale en communicatieve vaardigheidstraining.”
Willy: “Leraren die willen aansluiten bij de ontwikkeling Winfried: “De minimale basis voor iedere leraar is een
van kinderen, in plaats van aansluiten bij de methode, moe-
goed zicht op de doorgaande leerlijnen voor rekenen en taal.
ten zicht hebben op de doorgaande leerlijnen. Ik vind deze
Zicht op hoe kinderen verschillend kunnen leren om de leer-
stelling echter geen recht doen aan de leraren met een hbo-
lijndoelen te behalen en hoe je hier didactisch en organisa-
niveau of lager, die wel degelijk zicht hebben op de door-
torisch voor kunt zorgen. Daarnaast zou een leraar een
gaande leerlijnen of het zich kunnen aanleren. Ook dat heeft
‘bouwprofiel’ moeten ontwikkelen, waarbij voor de onderbouw
met persoonskenmerken te maken. Het scholingsniveau is dus
het accent ligt op spel, muziek, drama en beeldende vorming
niet altijd bepalend voor het zicht op de doorgaande lijnen.”
en voor de bovenbouw meer accent ligt op mens- en maat-
Bert: “Als je als pabo zijnde een goede hbo-opleiding neerzet, dan hebben de studenten zicht op doorgaande leerVOOR MEDEWERKERS DIE EEN UITDAGING WILLEN, MOET JE ALS SCHOOL(BESTUUR) PERSPECTIEVEN BIEDEN, ALS JE ZE GRAAG WILT HOUDEN
lijnen, hetgeen een belangrijk fundament is van het onderwijs. Mede doordat er langdurig een tekort aan leraren is geweest, zag je dat in het toelatingsniveau van de pabo de eisen naar beneden werden bijgesteld. Een verkeerde ontwikkeling die nu dan ook duidelijk aan het veranderen is.”
Scholen met leerlingen uit Midden- En Oosteuropese
opvang, invulling van het onderwijs en bekostiging. Zo
(MOE)landen kunnen sinds kort terecht op een speciale
kunnen scholen waar vanaf 1 augustus 2007 leerlingen
website www.moeleerlingen.nl. Deze site is een initiatief
staan ingeschreven die korter dan een jaar in Nederland
van LISD (Landelijk Informatie- en steunpunt voor
zijn aanspraak maken op extra bekostiging. Op de site
Specifieke Doelgroepen) en LOWAN (Landelijk
www.moeleerlingen.nl vindt u alles over de voorwaarden en
OnderwijsWerkgroep voor Asielzoekers en Nieuwkomers).
hoogte van deze extra bekostiging. Voor de zomer zal er
Scholen met leerlingen uit de nieuwe EU-landen (Polen,
ook een gericht ondersteuningsaanbod op de site geplaatst
Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije
worden voor scholen met leerlingen afkomstig uit deze
en Slovenië) kunnen hier terecht met vragen rond goede
nieuwe EU-landen.
KORTE BERICHTEN
Perspectief Nummer 9, april 2008
Steunpunt MOE-leerlingen
5
KWALITEITEN EN WERKERVARING VAN OUDERE LERAREN MOET JE BENUTTEN DOOR HEN STUDENTEN TE LATEN COACHEN EN TALENTVOLLE COLLEGA’S TE LATEN SCOUTEN.
7
TALENTVOLLE LERAREN (YOUNG PROFESSIONALS) MOET JE BINNEN DE EERSTE ZEVEN JAAR VAN HUN LOOPBAAN SCOUTEN EN KANSEN BIEDEN VOOR EEN HBO+ OF MASTERTRAJECT.
Rachel: “Ik vind het een goed idee om kwaliteiten en werkervaring van oudere leraren op die manier te benutten,
Willy: “Binnen ons bestuur hebben we een traject
mits zij open staan voor nieuwe inzichten en ontwikkelingen
‘Young Professionals’, waarbij startende leraren worden
die zij zelf wellicht niet hebben doorgemaakt. Er moet een
begeleid middels video-interactie en intervisiegroepen. Er is
wisselwerking ontstaan waarbij de jongere en oudere leraar
veel talent en deze mensen zou ik graag direct willen door-
van elkaar leren.”
sturen naar een masteropleiding, maar vaak zijn ze daar zelf nog niet aan toe. Ze willen eerst voor de klas staan en erva-
Jos: “Met name de kwaliteiten van oudere leraren en hun
ring opdoen. Vanuit onze visie ‘een leven lang leren’ probe-
competenties kunnen binnen het onderwijs nog beter worden
ren we deze mensen toch te stimuleren om door te gaan.”
ingezet dan nu gebeurt. Andersom kan die oudere leraar ook veel leren van de startende leraar. Intervisie, klassenconsulta-
Winfried: “Om potentiële kandidaten tijdig op te spo-
tie, collegiale consultatie en persoonlijke ontwikkelingsplannen
ren moet je als directeur je teamleden goed kennen en oog
zijn hier goede hulpmiddelen voor. Echter, iemand met werkerva-
hebben voor hun levensfase. Voor sommige leraren is het
ring is niet per definitie in staat om te coachen of scouten.”
combineren van een jong gezin met het werk voor de groep al ingewikkeld genoeg. Toch moet je ontwikkelingsperspectief tijdig aankaarten en in de week leggen, zodat dit perspectief
6
DE ZORGPLICHT VAN SCHOLEN VRAAGT OM REGIE DOOR LERAREN MET MASTERNIVEAU.
ook in beeld blijft.”
Winfried: “Om passend onderwijs te bieden voor alle leerlingen moet je als leraar kunnen differentiëren door groepsleerplannen te maken waarin de individuele leerbehoeften van kinderen tot hun recht komen. Dit is een ingewikkelde klus, waarbij veel leraren steun krijgen van een coördinator leerlingenzorg. Met een master ‘special needs’ op leveren en de continuïteit in het leren in opeenvolgende groepen te realiseren. Zo’n masteropleiding is tevens een middel om meer diepgang te krijgen in het eigen werk.”
Willy: “Ik vind het noodzakelijk dat er binnen elke school een paar leraren zijn met hbo+ of masterniveau, die de zorgplicht aansturen, een overkoepelende visie hebben op het onderwijs en hun collega’s ondersteuning kunnen bieden, bijvoorbeeld bij het inzichtelijk maken van die doorgaande leerlijnen.”
VOOR SOMMIGE LERAREN IS HET COMBINEREN VAN EEN JONG GEZIN MET HET WERK VOOR DE GROEP AL INGEWIKKELD GENOEG
Bert: “De zorgplicht en alles wat daarbij hoort, alle lijnen die moeten worden gelegd naar andere organisaties, is een
Reageren?
complexe materie die vraagt om regie. Leraren die hoger zijn
Wilt u ook reageren? Winfried Roelofs ziet uw mening graag
opgeleid, kunnen daarin een belangrijke rol spelen.”
tegemoet via het e-mailadres
[email protected].
■
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
zak kan deze coördinator helpen om in de groep maatwerk te
16 activiteiten voor de groepen 3 en 4 van het primair onderwijs Map met 16 door leerkrachten ontworpen/herschreven activiteiten voor de groepen 3 en 4 waarmee vakoverstijgend met taal en techniek gewerkt kan worden. Bedoeld om leerkrachten te inspireren en handreikingen te bieden en om verbindingen tussen taal en techniek in de eigen praktijk te leggen. Met twee doelen: meer ruimte voor techniek in het onderwijsprogramma en het benutten van techniek als een praktische lescontext voor de taalverwerving en ontwikkeling van kinderen. Bestelnummer: 105032 Prijs: € 28,Auteurs: Natasja van Boxel, Inge Seuntiëns, Anne-Marieke van Loon
WERKEN MET DRUKKE LEERLINGEN Een handreiking voor begeleiders Bronnenboek met handreikingen, suggesties en instrumenten om op een professionele manier invulling te geven aan deskundigheidsbevordering gericht op het verbeteren van het onderwijs aan leerlingen met ADHD of met extreem druk en impulsief gedrag. Het eerste deel van de publicatie bestaat uit achtergrondinformatie over onder andere ADHD en extreem druk en impulsief gedrag en de gevolgen voor het onderwijs. Het tweede deel bevat handreikingen voor intern begeleiders met onder meer adviezen voor leerkrachten en begeleidingsvormen. Er zit ook een cd-rom in de publicatie, deze bevat een groot aantal praktische bijlagen, dat naar behoefte aan de eigen situatie kan worden gebruikt en/of aangepast. Bestelnummer: 111020
Prijs: € 20,Auteur: Yvonne Leenders, Natasja van Boxel en Albert Cox
Perspectief Nummer 9, april 2008
AAN ZIJN WENKBRAUW ZIE IK OF HIJ GELUKKIG IS Passend onderwijs voor ernstig meervoudig gehandicapte kinderen Handreiking voor zmlk- en mg-scholen die goed en passend onderwijs willen realiseren voor ernstig meervoudig gehandicapte kinderen. De publicatie is samengesteld op basis van de opgedane ervaringen van de schrijvers tijdens een driejarig project dat tot doel had een passend onderwijsaanbod voor deze groep leerlingen te realiseren. En daarmee recht te doen aan het recht op leren van deze kinderen. Bestelnummer: 111019
Prijs: € 12,Auteurs: Rosa Hessing, Nanda van Oorschot en Theo Winnubst Kijk voor meer informatie over deze publicaties op www.kpcgroep.nl/publicaties.
NIEUWE PUBLICATIES
AAN DE SLAG MET TECHNIEK
GOEDE BEOORDELING VOOR BAANBREKEND O N D E RW I J S C O N C E P T Onlangs verscheen het eerste inspectierapport van het Ministerie van OCW over basisschool Wittering.nl. Uit het rapport blijkt dat het innovatieve onderwijsconcept van Wittering.nl goede tot zeer goede kwaliteit van onderwijs biedt. De inspectie stelt onder meer vast dat Wittering.nl op het gebied van kwaliteitszorg, leerstofaanbod, afstemming onderwijstijd én begeleiding goed scoort. En op het gebied van pedagogisch handelen, de actieve en zelfstandige rol van de leerlingen, didactisch handelen, resultaten, ontwikkeling van leerlingen en afstemming van leerstofaanbod op verschillen in de ontwikkeling zelfs uitzonderlijk goed scoort. Wittering.nl is hiermee in Nederland een icoon voor vernieuwend én kwalitatief goed onderwijs. De inspectie is daarnaast ook zeer positief over de wijze waarop het team de vorderingen van de leerlingen volgt. Dit gebeurt door het zorgvuldig vastleggen van ontwikkelingen op kennisgebied, het bijhouden van een portfolio en het dagelijks invoeren van gegevens in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Ook is er in het inspectierapport veel waardering voor de sfeer op Wittering.nl. Er is ruimte voor de wensen en behoeften van de leerlingen, maar tegelijkertijd biedt men de leerlingen veel structuur.
Conferentie Wittering.nl trekt met het herontwerp veel belangstelling van
O N T W I K K E L I N G E N Z O R G V U L D I G VA S T L E G G E N
de media en onderwijswereld. Zo bezochten al meer dan 350 vele workshops over dit nieuwe concept gegeven.
Basisschool Wittering.nl startte in 2004 kleinschalig met 14
Om schoolbesturen nader kennis te laten maken met dit inno-
leerlingen en telt er momenteel 135. De school maakt deel
vatieve onderwijsconcept organiseert KPC Groep najaar 2008
uit van schoolbestuur Signum in ’s-Hertogenbosch en geldt in
een (mini)-conferentie rondom het thema ‘Onderwijs Anders
Nederland als baanbrekend op het gebied van onderwijs-
Organiseren’. Tijdens deze middag wordt via inspirerende
vernieuwing binnen het primair onderwijs. In navolging van
workshops, sprekers en debatten een beeld gegeven van wat
Wittering.nl werken enkele scholen in Nederland nu ook met
het herontwerp inhoudt en wat werken met dit vernieuwende
dit innovatieve concept of delen ervan.
concept behelst. In juni 2008 ontvangen alle schoolbesturen
Het innovatieve onderwijsconcept van Wittering.nl, waarbij
een vooraankondiging van deze conferentie.
alle aspecten van de school geheel anders zijn vormgegeven, is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Signum. Kern van deze nieuwe visie op leren is een nieuw curriculum. Dit curriculum, waarmee een doorgaande lijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar wordt beoogd, is opgebouwd rond kernconcepten die jaarlijks terugkomen en een aantal basisdomeinen waaronder taal en rekenen.
Meer informatie? Kijk dan op www.kpcgroep.nl/wittering of www.wittering.nl. Het complete inspectierapport vindt u op www.onderwijsinspectie.nl (via de rubriek Schoolwijzer).
■
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
vakmensen uit het onderwijs de school en worden in het land
Herontwerp
Vr a g e n a a n K P C G r o e p
cht!’ maakt s. a r K r e e L ‘ n Het actiepla mogelijk in het onderwij lgen o s e LB-functi dat doen heeft dat gev t e n Maar als w in het goedkopere segme en n voor functies istenten, LIO’s)? Kun ouw s b (onderwijsas iseren over een goede op v jullie ons ad atie? m van onze for ons we willen halverwege de ‘rit ’ licht strategisch beleidspl an tegen het een houden. vinden we in kpc groep kritische sparringpartner?
Perspectief Nummer 9, april 2008
We willen in ons samenwerkingsverband de tweejaarlijkse conferentie voor leraren een minder vrijblijvend karakter geven. Hoe benutten we deze dag beter voor onderwijsontwikkeling op de eigen school en stimuleren we tegelijkertijd de samenwerking in onze regio?
Samen met de gemeente en een ander schoolbestuur willen wij al ons oriënteren op het regiona van ting rich de in samenwerken een gezamenlijke regionale educatieve agenda voor de leef . jaar tijdsgroep 2 tot 13 Kunnen jullie ons daarover informatie geven?
De samenwe speciaal onder rking met de scholen voor we maar niet wijs in onze regio krijgen we de samenw in de vingers. Hoe krijg en erking wel van de grond?
De personele invulling en de groepsindeling van volgend sch ooljaar komt weer in zicht. Ieder jaar weer lastig vanwege de vor ming van een combinatieklas. We willen daarom nu een fundame nteel andere oplossing zoeken. Wat zijn de mogelijkheden en hoe organiseren we dat? in het samenwerking We willen de n. ve Enkele tra impuls ge ex n ee am te ng ben een traini collega’s heb unnen K d. lg s gevo ic am yn D an Hum we het viseren hoe jullie ons ad ynamics van Human D gedachtegoed gelijkse en naar de da al rt ve en nn ku school? praktijk in de
Benieuwd naar ons antwoord op een van deze vragen? Neem contact op met: Paul Bemelen, directeur primair onderwijs 073 6247264,
[email protected] Ingrid Veeke, accountmanager bestuur en management 073 6247374,
[email protected] Arda Huybers, accountmanager speciaal onderwijs 073 6247506,
[email protected] Winfried Roelofs, accountmanager hoger pedagogisch onderwijs 073 6247361,
[email protected] Fritz Spliethoff, accountmanager kansrijk onderwijs en gemeenten 073 6247302,
[email protected] Marius Berendse accountmanager onderwijs anders 073 6247253,
[email protected]
de uitgang spunt en va n passend onderwijs spreken on s aan. de scholen vo or basis en speciaal onderwijs in onze reg io willen daarom sa men op zo ek naar nieuw (tussen)vor e men van o nderwijs, t egemoet k di e omen aan de (grot e) verschillen tussen leer lingen. kun jullie ons nen bij dit pro ces begeleide n?
De onderwijsinspectie heeft twee van onze scholen als zwak beoordeeld. Er moet nu een plan van aanpak komen. Hoe pakken we dat het beste aan?
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
Onze bestuurs- en management . toe structuur is aan herziening ance De ontwikkelingen rond govern e onz op ing vragen een herbezinn men. anis inrichting en sturingsmech r Kunnen jullie ons adviseren ove een goede aanpak om tot die herziening te komen?
U itgelegd: B E K WA A M H E I D S E I S E N : NUTTIG, OF EEN VERPLICHTING? Als je mensen vraagt wat ze nou echt een goede leraar vinden blijkt iedereen daar wel een beeld bij te hebben, tenslotte hebben we allemaal leraren gehad. Voor de een is een leraar iemand die goed contact kan leggen, bij wie je je echt ‘gezien’ voelt, de ander voelt zich vooral thuis bij een deskundige persoon die goed kan uitleggen, een derde wil juist iemand bij wie je je eigen gang kunt gaan. Boeken van toonaangevende pedagogen, maar ook schoolplannen beschrijven onderwijsgevenden als mensen die kinderen ‘leren leven naar hun eigen talenten’, ‘recht doen aan verschillen’, en onderwijs geven op een wijze waar ieder kind elke dag weer razend enthousiast over is. Een soort halfgoden dus! En nu is er zelfs een Wet met bekwaamheidseisen. De halfgoden zijn in kaart gebracht!
omgaan met jezelf. Natuurlijk krijgt het omgaan met de
de wet bio biedt kansen voor het sturen van de persoonlijke, professionele ontwikkeling van leerkrachten
leerling daarbinnen de meeste aandacht. De eerste vier competenties richten zich dan ook op: • de relatie met leerlingen; • de pedagogische competentie; • de vakinhoudelijke- en didactische bekwaamheid; • de organisatorische kanten van het werken met kinderen.
Deze beroepscompetenties vormen de kern van het leraarsberoep en zijn samengebracht tot in totaal zeven bekwaam-
Perspectief Nummer 9, april 2008
heidseisen waarover elke leraar moet beschikken. Deze eisen
7 beroepscompetenties
maken het mogelijk de kenmerken van goed onderwijs te
Ieder die werkt in het onderwijs weet wel dat de pabo geen
vertalen naar de verantwoordelijkheden van elke leraar.
halfgoden aflevert en dat het huidige onderwijs vraagt dat leerkrachten hun bekwaamheid voortdurend blijven ontwikkelen in een steeds veranderende omgeving die steeds nieuwe eisen stelt. In een dergelijke situatie is het eigenlijk wel prettig om duidelijkheid te hebben over waar het bij het geven van onderwijs nu eigenlijk precies over gaat: over de kern van het beroep dus. En gelukkig: de beroepsgroep zelf, verenigd in de Stichting beroepskwaliteit leraren (SBL), heeft zich hierover gebogen en de essentie van het leraarsvak in kaart gebracht. Daarbij is onderscheid gemaakt in vier gebieden: het werken met kinderen, met collega’s, met de omgeving (denk bijvoorbeeld aan ouders en hulpverleners) en het
de eisen maken het mogelijk de kenmerken van goed onderwijs te vertalen naar de verantwoordelijkheden van elke leraar
Bewustwording, beroepseisen, bekwaamheidsdossier Bekwaamheidseisen zijn bedoeld als professionele kwaliteitsstandaard voor leraren. Ze zijn vastgelegd in de Wet op de Beroepen In het Onderwijs (wet BIO) en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel (augustus 2006). Hierin is geregeld dat leraren bekwaam dienen te zijn én te blijven bij de uitoefening van hun beroep. Bovendien moet de school onderwijsgevenden de gelegenheid geven hun bekwaamheid te onderhouden en verder te ontwikkelen. Die ontwikkeling moet worden vastgelegd in het zogenaamde ‘bekwaamheidsdossier’, een verplichting die scholen met de inwerkingtreding van de wet BIO in 2006 is opgelegd.
1 Een leraar die interpersoonlijk competent is, zorgt ervoor dat er in zijn klas of lessen een goede sfeer van omgaan en samenwerken met zijn leerlingen heerst.
2 Een leraar die pedagogisch competent is, zorgt voor een veilige leeromgeving in zijn klas of lessen. Hij bevordert de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen. Hij helpt hen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden.
3 Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, zorgt voor een krachtige leeromgeving in zijn klas of lessen. Hij helpt de leerlingen zich de culturele bagage eigen te maken die iedereen in de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas of lessen.
5 Een leraar die competent is in de samenwerking met collega’s, zorgt ervoor dat zijn werk en dat van zijn collega’s op school goed op elkaar afgestemd is. Hij draagt ook
Zowel de werkgever als de onderwijsgevende zelf zijn verant-
bij aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
woordelijk voor de inhoud van dit dossier. Elke leraar moet
6 Een leraar die competent is in het samenwerken met de
zich bewust zijn van de eisen die aan hem of haar gesteld
omgeving, zorgt ervoor dat zijn professionele handelen
worden en inspanningen verrichten om zijn of haar deskun-
en dat van anderen buiten de school (ouders, instanties)
digheid op peil te houden. Maar dat niet alleen, elke leer-
goed op elkaar afgestemd is.
kracht moet dit ook kunnen aantonen. De werkgever heeft
7 Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling,
‘onderhoudsplicht’ en moet zijn medewerkers in staat stellen
denkt na over zijn beroepsopvattingen en bekwaamheid
deskundigheid te ontwikkelen.
en is voortdurend bezig zich verder te ontwikkelen en te
Duidelijkheid over de competenties maakt het voor directeu-
professionaliseren.
ren, maar ook voor leraren makkelijker om over hun functioneren te praten, met name als ze geconcretiseerd worden
➧
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
4 Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor
U itgelegd naar de schoolspecifieke situatie en gekoppeld worden aan de resultaatgebieden. Het maakt tenslotte verschil of je je ontwikkelt in een achterstandswijk in de binnenstad of in een TOM-school op een Vinex-locatie.
de zeven competenties vormen het gesprekskader en de meetlat voor het functioneren Bekwaamheid meetbaar? Bekwaamheidseisen en meetbare resultaten maken gesprekken over het functioneren van leerkrachten of het team als geheel concreet en voor iedereen inzichtelijk. Ontwikkel- en functioneringsgesprekken, maar ook evaluatie- of beoordelingsgesprekken kunnen daarmee momenten worden waarin
digitale leermiddelen, het computergebruik en de klassen-
aan de hand van de competenties en de resultaten gesproken
organisatie eromheen (competentie 4: Organisatorisch com-
wordt over het functioneren nu en in de toekomst.
petent). Daarbij zal ze ook aandacht hebben voor de inbreng
Bovendien wordt het eenvoudiger afspraken te maken over
in het leerproces vanuit de leerlingen zelf. (competentie 3:
verdere ontwikkeling en die vast te leggen in persoonlijke
Pedagogisch competent) Ze volgt een cursus ICT-gebruik en
ontwikkelingsplannen (POP’s).
wordt qua klassenmanagement gecoached door een collega. In haar POP is opgenomen dat ze na een jaar het programma kan
Een voorbeeld
beheersen en over twee jaar zelfstandig aanpassingen binnen
Annemarie heeft groep 7 bij de Klimopschool. Afgelopen
het aan het programma gekoppelde leerlingvolgsysteem kan
jaar is ze van de onderbouw (groep 3) naar de bovenbouw
doen. Om haar de ruimte te geven zich te ontwikkelen houdt
gegaan. De Klimopschool profileert zich als een echte
Annemarie de komende twee à drie jaar dezelfde groep 7.
ICT-school waar de leerlingen alle ruimte krijgen om hun
Met haar coach kijkt ze regelmatig naar de resultaten van
mogelijkheden ook digitaal te ontwikkelen.
de leerlingen zodat ze kan bijstellen als het nodig is.
Voor Annemarie is die overgang groot. Vandaar dat ze met In dit voorbeeld is zowel voor Annemarie als voor haar direc-
richten op de vakinhoudelijke en didactische competentie.
teur duidelijk wat de afspraken zijn. De zeven competenties
Voor haar betekent dit concreet dat ze zich inwerkt in de
vormen het gesprekskader en de meetlat voor het functione-
Vraag naar interim en co-management groeit In de praktijk blijkt dat onderwijsinstellingen steeds vaker te maken krijgen met complexe vraagstukken op het terrein van onderwijsinnovatie en regionale samenwerking. Vraagstukken die niet alleen een claim leggen op de beschikbare tijd, maar ook nieuwe eisen stellen aan bijvoorbeeld het leiderschap en management van organisaties. Vaak is de tijd en capaciteit hiervoor binnen de eigen organisatie niet altijd aanwezig of door mobiliteit sterk aan verandering onderhevig. Om continuïteit te garanderen moeten openstaande posities snel worden ingevuld. De tendens is dan ook dat steeds meer scholen gebruik maken van interim/co-management: tijdelijk gespecialiseerde versterking met een duurzaam resultaat. Zo zag KPC Groep haar dienstverlening op dit vlak in 2007 met 327% toenemen. Een indicatie dat interim/co-management werkt en toekomst heeft binnen onderwijsland. Wilt u weten of interim/co-management iets is voor uw organisatie? Kijk op www.kpcgroep.nl/nieuws.
KORTE BERICHTEN
Perspectief Nummer 9, april 2008
haar directeur heeft afgesproken zich dit jaar met name te
In het bovengenoemde voorbeeld kunnen zowel de directeur als Annemarie de voortgang van haar proces in de gaten houden. Ten aanzien van de gemaakte afspraken kan regelmatig de ontwikkeling in beeld worden gebracht door bijvoorbeeld tussentijdse rapportages of verslagen. Als de directeur van het hele team deze informatie heeft, levert dit belangrijke managementinformatie met betrekking tot vragen als: • waar zijn we als team goed in; • waar mogen we trots op zijn; • hoe past dit binnen ons schoolplan; • waar scoren we als team laag; • kunnen we dat nog opvangen met individuele POP’s of
vraagt dit een teamaanpak? Die informatie kan helpen om gerichte keuzes te maken bij de ontwikkeling van individuen en het team. ren van Annemarie en voor de gestelde prioriteiten in haar
Dezelfde taal voor dezelfde bekwaamheid
ontwikkeling. Het functioneringsgesprek van Annemarie gaat
Praten over het functioneren van medewerkers is niet een-
dus over meer dan alleen ICT, al ligt daar momenteel het
voudig. Zeker niet als er duidelijke ontwikkelpunten zijn
accent in haar ontwikkeling.
of als het gaat om beoordelingsgesprekken. Daarvoor is
Om goed zicht te krijgen op haar functioneren wordt bij
die geconcretiseerd worden binnen de individuele school
de gesprekken ook gebruik gemaakt van meer objectieve
buitengewoon nuttig. De bekwaamheidseisen en de resultaat-
gegevens zoals de leerresultaten. De leerresultaten maken
gebieden bieden niet alleen duidelijke kaders maar ook een
het bijvoorbeeld mogelijk regelmatig te volgen hoe de kinde-
gemeenschappelijke taal om gedrag in kaart te brengen en
ren in haar klas zich ontwikkelen waardoor tijdige bijstelling
hierover met elkaar in gesprek te gaan. Het praten over
van de aanpak van Annemarie mogelijk is.
het functioneren is daarmee niet langer vaag en subjectief,
De gegevens uit de resultaatgebieden leveren een belangrijk
maar wordt concreet met duidelijk geformuleerde doelen en
houvast op voor zowel de directeur als voor Annemarie en
resultaten.
haar coach, de gesprekken worden daarmee heel concreet en
Akkoord, de Wet BIO is weliswaar (weer) een verplichting,
vormen de basis voor het sturen op gedrag (competenties)
maar wel eentje die kansen biedt voor het sturen van de
en op resultaat.
persoonlijke, professionele ontwikkeling van leerkrachten zonder dat ze afbreuk doet aan de ontwikkelingsrichting
Doelen behalen
die de school zelf gekozen heeft.
■
Begeleiding en coaching van leerkrachten heeft in deze opzet een duidelijke focus: het bereiken van de afgesproken doelen. Coaching wordt ingekaderd en de coach, maar ook de gecoachte leerkracht, geven hiermee richting aan dit proces. Dit wordt ook zichtbaar in de gesprekscyclus, waarin in een ontwikkel- of functioneringsgesprek de focus ligt op begeleiding en coaching (van het ‘Hoe’), terwijl in een evaluatie- of beoordelingsgesprek de bereikte resultaten (het ‘Wat’) meer centraal staan. Met deze werkwijze kan ook voorkomen worden dat de gesprekken alle kanten opgaan en de waan van de dag het gesprek bepaalt in plaats van het ‘Wat’ en ‘Hoe’ van de gestelde doelen.
Meer informatie? Dit artikel is geschreven door Ineke Naber (KPC Groep), zij adviseert besturen en scholen op het gebied van integraal personeelsbeleid en human resource management (tel 073 6247280,
[email protected]) en Simon Reehoorn (PI -Educatie), hij adviseert en begeleidt scholen bij het invoeren van competentiemanagement. Pi-Educatie levert onderwijsspecifieke instrumenten en diensten (assessments) voor selectie en ontwikkeling van leraren en leidinggevenden (tel 073 6130280,
[email protected]).
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
gemeenschappelijkheid over de eisen van het beroep en hoe
De kracht van praktijkgericht onderzoek Is het mogelijk om de kwaliteit van de leraar en het onderwijs te verbeteren door praktijkgericht onderzoek te doen? Dat is de hamvraag waarop Stichting Signum in ’s-Hertogenbosch antwoord probeert te krijgen via deelname aan de dieptepilot academische basisschool. In deze dieptepilot ligt de nadruk op de samenhang tussen onderwijsinnovatie, opleiden in de school en praktijkgericht onderzoek. Daarnaast richt de pilot zich op de doorgaande lijn van nul tot twaalf jaar. Binnen Signum is ’t Schrijverke één van de twee pilotscholen die het project handen en voeten geeft door praktijkgericht onderzoek te doen. Ingrid Veeke, projectmanager van deze dieptepilot, in gesprek met de onderzoeksparticipanten en een directielid van ’t Schrijverke om te ontdekken wat de kracht is van praktijkonderzoek.
Perspectief Nummer 9, april 2008
De onderzoeksgroep bestaat uit vier personen, Wilma van
staan voor nieuwe ontwikkelingen. Het doen van praktijk-
de Wiel en Frouke van Schijndel zijn leraren in de onderbouw,
onderzoek is er één van. Niet alleen als directie en bestuur
Steffie Brouwer en Anne Willeme zijn vierde- en derdejaars
juichen we deze dieptepilot toe, ook onze medewerkers
studenten aan de pabo in Den Bosch. De groep wordt bege-
tonen veel belangstelling. Zo gaven Wilma en Frouke al
leid door Rianne van Kemenade van Fontys Pabo. Miriam
eerder aan dat zij graag verdieping in hun werk wilden.
Spijkers is als directielid van ’t Schrijverke een groot voor-
Door hun deelname kan ik deze vraag honoreren en is
stander van praktijkgericht onderzoek. “Onze school voert
het dwarsverband tussen dit onderzoek en ons intern
een ontwikkelingsgericht onderwijsbeleid, waarbij we open
personeelsbeleid ook gelegd.”
Wilma van de Wiel
Reden voor deelname
het gebied van houding, taalgebruik en communicatie horen Wat bezielt iemand om naast
hierbij?” Dit als centraal thema nemende, bleek het nog niet
een intensieve baan ook nog
makkelijk om tot een beperkte, gezamenlijke en vooral con-
in een tijdrovend project te
crete onderzoeksvraag te komen. Wilma: “Je bent geneigd om
stappen? Wilma: “In de onder-
met de onderzoeksvraag en de uitwerking veel te breed te
zoeksgroep leer je om op een
blijven. Een extern begeleider is dan nodig om kritische
andere manier dan een naslag-
vragen, prioriteiten en kaders te stellen. Uiteindelijk is een
werk of cursus naar het onder-
onderzoeksvraag opgesteld die bestaat uit vier deelvragen.
wijs te kijken. Het is een
Gedurende dit onderzoek trachten wij de eerste twee vragen
vernieuwing in het leraarschap,
te beantwoorden en zal voor de overige twee vragen een
waarmee je nieuwe vaardighe-
vervolgonderzoek nodig zijn.”
den aanleert die je kunt gebruiken in je werk. Als je dan,
Taakverdeling
zoals wij hebben gedaan, een onderzoeksthema kiest dat
Een ander belangrijk punt is de
betrekking heeft op de doorgaande leerlijn, dan word je
taakverdeling. Anne: “Hoewel
vanzelf enthousiast.” Frouke is het met haar eens: “Ik vind
Steffie en ik stagiaires zijn en
het heel zinvol om, behalve jezelf, ook de school en de
dus nog niet de onderwijserva-
leeromgeving van de leerlingen te verrijken. Een onderzoeks-
ring hebben die Wilma en
groep is een interessante vorm, omdat je van elkaar kunt
Frouke in de loop der jaren
leren: de studenten leren van ons, wij leren van de studenten, van elkaar als collega’s en van Rianne die als extern begeleider veel kennis en informatie inbrengt.”
Anne Willema
dicht bij jezelf en de onderwijspraktijk ligt en ook nog
hebben opgebouwd, zijn we gelijkwaardig aan elkaar en dat werkt heel prettig. Het zoeken van informatiebronnen, het
Onderzoeksvraag
discussiëren tijdens bijeenkomsten en het vaststellen van
Maar hoe start je nou een onderzoek? Wilma: “We zijn
antwoorden op onze vragen, doen we dan ook gezamenlijk.
begonnen met een brainstormfase waarbij we punten hebben
Voor meer praktische taken als het uitwerken van notulen
opgeschreven over onszelf en onderwerpen waar we in de
en het schrijven van het onderzoeksverslag zijn Steffie en
onderwijspraktijk tegenaan liepen. Vervolgens zijn we gaan
ik de aangewezen personen.” Steffie: “Het schrijven van
strepen, waardoor we een aantal gezamenlijke onderwerpen
het onderzoeksverslag is vanuit mijn studie een ontwikkelop-
overhielden, zoals taaluur, motoriek en het spel.“ Frouke
dracht. Dat komt goed uit, want dit geeft verlichting voor
vervolgt: “Uiteindelijk hebben we gekozen voor het spel,
de leraren, die hiervoor niet zijn vrijgeroosterd.”
omdat dit de motor vormt binnen onze onderbouw en binnen
Plan van aanpak
mee samenwerken. In het kader
Vervolgens is begonnen met de daadwerkelijke onderzoeks-
van de doorgaande leerlijn
fase. Frouke: “We hebben eerst informatie verzameld om te
vormt het spel eveneens een
kijken of we vanuit de theorie al een antwoord konden
prachtig thema. Kinderen spe-
vinden op onze vraag. Gelukkig hebben Steffie en Anne toe-
len, maar soms loopt het spel
gang tot de enorme bibliotheek van de pabo, dus ook daarin
vast of wil je als leraar de kwa-
waren zij een toegevoegde waarde voor onze onderzoeks-
liteit van het spel verbeteren.
groep.” Wilma: “Vervolgens heb ik een conferentie
Wat en hoe doe je dat dan?
bijgewoond waar lector Dorian de Haan één van de sprekers
Welke rol neem je als leraar aan
was. Zij bleek eveneens onderzoek te hebben gedaan naar
in het spel en welke criteria op
het spel en de rollen die de leraar hierin kan aannemen.
Praktijkonderzoek is een vernieuwing in het leraarschap, waarmee je nieuwe vaardigheden aanleert die je kunt gebruiken in je werk
➧
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
Frouke van Schijndel
de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, waar wij nauw
Resultaten
Onder andere haar ervaringen zijn het vertrekpunt van ons
Hoewel het onderzoek nog niet
rende criteria in een matrix te zetten, hebben we een
is voltooid, ligt er binnen de
duidelijk overzicht gecreëerd. Met name het vaststellen van
groep al wel een verwachtings-
de criteria en een eventuele uitbreiding daarop, is wat we
patroon van de resultaten.
met ons onderzoek beogen.” Verder heeft de onderzoeksgroep
Frouke: “Alleen al de deelname
besloten om iedere stap te laten filmen door een collega.
aan het onderzoek en de manier
Miriam: “Deze collega volgt een ontwikkelings- en visiegerichte video-interactie training, weet
Miriam Spijkers
wat de onderzoeksvraag is en
Ingrid Veeke
onderzoek geworden. Door de rollen van leraren en bijbeho-
waarop we dit onderwerp hebben geanalyseerd, is voor mij al meer dan de moeite waard geweest. Doordat ik kennis heb
waar ze op moet letten. Als die
vergaard, is een bewustwordingsproces op gang gekomen.
beelden goed zijn, willen we ze
Daarnaast dien je op deze manier het schoolbelang.” Anne:
zowel aan het team als aan de
“Je merkt nu al dat we - doordat we in de onderzoeksgroep
ouders laten zien. Zo kunnen we
bezig zijn - anders naar het spel kijken.” Ook Wilma beaamt
ook hier kruisverbanden leggen
dit: “Het bewustwordingsproces is bij ons op gang gekomen en
tussen verschillende ontwikke-
als we dit proces met ons onderzoek ook bij onze collega’s
lingen binnen de school.” Frouke: “Op basis van filmfragmen-
in gang kunnen zetten, waardoor uiteindelijk de kwaliteit
ten die tijdens onderzoeksbijeenkomsten en tijdens ons werk
van het spel verbetert, dan hebben wij ons doel bereikt.” Op
in de klas gemaakt zijn, kijken we of we de rollen en criteria
de vraag wat nu de kracht is van praktijkgericht onderzoek,
nog moeten bijstellen. Spannend, want hiermee zijn we fei-
geeft Anne dan ook een mooi antwoord ter afsluiting:
telijk proefkonijnen van ons eigen onderzoek geworden.”
“Nieuwe kennis opdoen en deze inzetten in de praktijk, om zo het onderwijs naar een hoger plan te brengen.”
Tussentijdse evaluatie Nu het onderzoek in een eindfase verkeert, wordt steeds duidelijker welke noodzakelijkheden en knelpunten er in een onderzoekstraject zijn. Wilma: “Belangrijke punten zijn tijd, motivatie, een concrete onderzoeksvraag, een kritische extern begeleider, goede informatiebronnen, maar vooral een
Nieuwe kennis opdoen en deze inzetten in de praktijk, om zo het onderwijs naar een hoger plan te brengen
goede samenstelling van en samenwerking in de onderzoeksgroep.“ Frouke: “Hoewel het vanzelfsprekend lijkt, is het belangrijk dat je teksten kunt scannen, hoofd- van bijzaken kunt onderscheiden, kunt samenvatten, analyseren en nabeop je met beelden kunt werken, bereikbaarheid en een goede communicatie zijn essentieel.” Miriam: “Wat tot slot belangrijk is, is dat de participanten - liefst van tevoren - worden geschoold over wat het is om onderzoek te doen. Dat is in dit onderzoek niet helemaal goed gegaan. Ook op de pabo zou dat prominenter en in een eerder stadium moeten worden onderwezen.” Steffie onderschrijft deze mening: “Wij hebSteffie Brouwer
Perspectief Nummer 9, april 2008
schouwen. Ook zaken als filmapparatuur en computers waar-
ben tijdens onze studie wel onderzoek gedaan, maar de wijze waarop dit onderzoek is opgezet, is voor ons nieuw.”
Meer informatie? Neem contact op met Ingrid Veeke, tel. 073 6247374,
[email protected].
■
Dieptepilots Academische school en Opleidingsschool Dieptepilots Academische school
Opleiden op de werkplek is een ontwikkeling die al langer bestaat. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop opleiden in de school het beste kan worden vormgegeven, is het
• Stichting Signum, Rosmalen
Ministerie van OCW in 2006 gestart met dieptepilots.
Academische School Signum
Dieptepilots Academische school waarin de verbinding
• Stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo
van opleiden in de school met onderwijsinnovatie en
De Academische School
praktijkonderzoek centraal staat. En dieptepilots
• SKPCPO Delta, Arnhem
Opleidingsschool die inzicht moeten geven onder welke
Academische Basisscholen Arnhem
voorwaarden de opleidingsschool kan opleiden voor de markt.
• Stichting Katholiek Onderwijs Leiden
De pilots lopen af in juli 2008. Na een overbruggingsjaar
Academische Speciale Basisschool Leiden
wordt in 2009-2010 de definitieve regeling voor
• ASKO (Stichting Katholieke Basisscholen
opleidingsscholen verwacht.
Amsterdam SKBA) Academische Basisschool • Stichting SKOzoK, Veldhoven
Het primair onderwijs kent 15 dieptepilots, KPC Groep is bij acht van deze pilots betrokken.
Academische Basisschool Kempenplein • Katholiek Primair Onderwijs Amersfoort e.o.
Academische Basisschool Utrecht Amersfoort Groningen
• Stichting Katholiek Onderwijs IJssel-Vechtstreek,
Zwolle Academische Basisschool IJssel-Vechtstreek • Schoolbesturen Groningen, Scheemda,
Veendam en Tynaarlo Academische Basisschool Groningen, Scheemda, Veendam en Tynaarlo Zwolle Almelo
Leiden
Enschede
Dieptepilots Opleidingsschool
Amersfoort • Stichting VPCS Rotterdam
Den Haag Arnhem (2x) Rotterdam
Opleiden in Wereldscholen in een Wereldstad • Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Almere
Rosmalen ’s-Hertogenbosch Roosendaal
De Almeerse opleidingsschool • De Basis, Arnhem
Opleidingsschool Veldhoven
• KPO Roosendaal
Innoverend opleiden en begeleiden in de praktijk • SCO Lucas Voorburg/Hogeschool INHOLLAND
Den Haag Opleidingsschool Onze Wereld Den Haag • Stichting VCPO Centraal Twente, Enschede
Opleiden, zo geleerd!
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
Almere Amsterdam
NIEUWE PUBLICATIES
PROFESSIONELE ONTWIKKELING IN LERENDE SCHOLEN Een bundeling van essays over vormgeving en stimulering van professionele ontwikkeling in scholen Goed onderwijs vraagt om goed onderwijspersoneel. De overheid, nationaal en internationaal, besteedt daarom veel aandacht en geld aan de professionalisering van leraren. Een aantal KPC-adviseurs beschrijft vanuit verschillende invalshoeken de mogelijkheden en onmogelijkheden van professionalisering van leraren binnen de functie, binnen de school. Zij hebben daarbij mede gebruik
Bestelnummer: 510013
gemaakt van de kijk die diverse actoren uit het onderwijs hebben op
Prijs: € 10,50
de noodzakelijke professionele ontwikkeling van leraren.
Auteurs: Piety Runhaar (eindred.)
Training Human Dynamics™ Op 2 en 3 oktober 2008 wordt de basistraining Human
Anje Ros is onlangs geïnstalleerd
Dynamics™ gegeven, een training voor iedereen die zicht
als lector ‘Het Nieuwe Leren en
wil krijgen op eigen talenten en op die van anderen.
nieuwe leerarrangementen’ bij
Geschikt voor hen die het persoonlijk handelen van zichzelf
de Fontys Pabo’s.
en anderen beter wil leren begrijpen om vanuit dat inzicht
In haar definitie is het nieuwe leren
beter om te gaan met verschillen in communicatie en
synoniem voor een professionele en
samenwerking. De training is ook zeer geschikt voor
op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde onderwijs-
(school)teams die de onderlinge communicatie en samen-
praktijk waarin onderwijsvormen gehanteerd worden die
werking (verder) willen verbeteren.
uitdagend, gevarieerd en betekenisvol zijn voor de leerling.
Perspectief Nummer 9, april 2008
Leerlingen krijgen daarbij binnen de kaders van de doelen
Enkele reacties van deelnemers aan eerdere trainingen:
ruimte voor eigen initiatieven en verantwoordelijkheid.
• “Prachtig om zoveel herkenning te zien bij mezelf en
In het kader van het lectoraat zal Anje Ros de komende
anderen”;
jaren onder meer scholen gaan ondersteunen bij het op
• “Respect voor de verschillende dynamieken”;
een verantwoorde manier implementeren van nieuwe leer-
• “Gedragingen en principes horen bij je dynamiek, ik kan
vormen. Dit op basis van praktijkgericht onderzoek. Drie
mezelf nu beter plaatsen en ben me bewuster van mezelf
vragen staan hierin centraal: wat werkt?, voor wie werkt
en mijn collega’s geworden”.
het? en welke condities moeten vervuld zijn om nieuwe leervormen te implementeren? Het lectoraat combineert
Meer informatie?
ze met haar werkzaamheden als adviseur en kennismanager
Kijk voor inschrijven of meer informatie op
bij KPC Groep.
www.kpcgroep.nl/agenda of neem contact op met een van de trainers Jelly Bijlsma (073 6247229.
[email protected]) of
Meer weten?
Lia van Meegen (073 6247390,
[email protected]),
Kijk op www.kpcgroep.nl/persberichten.
allebei erkende facilitators Human Dynamics™.
KORTE BERICHTEN
Anje Ros lector bij Fontys Hogescholen
PRIORITEIT AAN TAAL EN REKENEN
In haar eindrapportage beveelt de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen het Ministerie van OCW aan onder meer prioriteit te geven aan basiskennis en basisvaardigheden voor taal en rekenen. In de kwaliteitsagenda ‘Scholen voor Morgen’, waarin staatssecretaris Dijksma haar beleid voor de komende vier jaar presenteert, geeft ook zij prioriteit aan de kwaliteitsverbetering van het taal- en rekenonderwijs op de basisscholen. Het eindrapport van de expertgroep biedt hiervoor het kader. Enkele aanbevelingen met betrekking tot taal uit het eindrapport zijn het verbeteren van de niveaubeschrijvingen en didactische situaties, het verbeteren van taalzorg en aandacht voor leeszorg. En met betrekking tot rekenen zijn dit onder meer een gedifferentieerde benadering, niveauverhoging van het primair onderwijs, het paraat hebben van een duidelijk fundament aan begrippen, rekenfeiten en automatismen en het gebruik van rekenen binnen andere leergebieden. Veel scholen en leraren zijn al bezig met deze noodzakelijke kwaliteitsverbetering. Zij ontwikkelen een eigen visie op het geven van taal- en rekenonderwijs en gaan vanuit die visie op zoek naar methodieken, materialen en organisatievormen die passen bij hun denkbeelden over onderwijs en het verbeteren van de leerlingresultaten op taal en rekenen. Voor sommige leraren betekent dit aanvullingen zoeken bij hun huidige methode, voor anderen leidt dit tot het loslaten van de methode en volledig aansluiten bij de ontwikkeling, vragen en behoeften van het individuele kind. (red.: zie ook het artikel op pagina 4 e.v.) Vanuit een eigen visie op het geven van taal- en rekenonderwijs op zoek gaan naar methodieken, materialen en
Er zijn echter scholen waar, ondanks de aanwezigheid van een goede visie op taal- en rekenonderwijs, de resultaten op het gebied van taal en rekenen zo slecht zijn dat de hulp van buiten nodig is om de problemen het hoofd te bieden. Een aantal KPC-adviseurs richt zich in het bijzonder op deze groep scholen. Zij starten meestal met een analyse van de taal- en rekensituatie op school: de gebruikte methodes en de toepassing ervan binnen de school worden onder de loep genomen, evenals de leerlingresultaten (al dan niet uit het leerlingvolgsysteem). Zij bezoeken klassen of groepen en er vinden gesprekken met leraren en ander onderwijsgevend personeel plaats. Vervolgens maken zij een plan van aanpak voor het team. En als nodig kunnen zij ook nog bij de uitvoering van het plan van aanpak worden ingeschakeld. Bijvoorbeeld door het verzorgen van schoolspecifieke studiedagen of teambijeenkomsten voor professionalisering op het terrein van taal- en rekenonderwijs. Of het individueel begeleiden van en geven van feedback aan leraren die dat nodig hebben.
Voor meer informatie over dit advieswerk van KPC Groep kunt u contact opnemen met Fritz Spliethoff, 073 6247302,
[email protected].
➧
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
organisatievormen die passen bij hun denkbeelden over onderwijs en het verbeteren van de leerlingresultaten
C O M M U N I C AT I E O N D E R Z O E K K P C G R O E P Om de communicatie-uitingen van KPC Groep (magazines, nieuwsbrieven, folders en website) nog beter af te laten stemmen op wensen en behoeften van onze relaties werd in december 2007 een oproep gedaan aan de lezers van Perspectief om deel te nemen aan een online onderzoek. Veel lezers van Perspectief hebben aan deze internetenquête deelgenomen. Hieronder vindt u een (grafische) samenvatting van de resultaten van dit onderzoek.
Gemeten werden onder meer de waarde-
Het magazine Perspectief en onze web-
hoog in ons vaandel staan. Voor onze
ring voor onze communicatie-uitingen,
site scoren gemiddeld een 7, zowel voor
communicatie-uitingen betekent dit dat
het bereik, de leesintensiteit, de lees-
vorm als inhoud. Een ruime voldoende
we met de resultaten van dit onderzoek
frequentie en het gebruik van andere
dus. Daar zijn we uiteraard blij mee,
onze uitingen in de toekomst nog meer
informatiebronnen met betrekking tot
maar als landelijk adviesbureau en
zullen toesnijden op de wensen en
het vakgebied. Ook werden de meningen
kenniscentrum hebben we kwaliteit
behoeften van onze relaties.
Perspectief Nummer 9, april 2008
gepeild over vorm, inhoud en uitstraling van de uitingen. Kenmerken die door de geënquêteerden
KPC Groep lijkt mij een organisatie met veel kennis en expertise van het vakgebied onderwijs
het meest genoemd werden in relatie tot KPC Groep en onze communicatie-uitingen zijn: informatief, deskundig en toegankelijk. Zo is maar liefst 93% van de respondenten van mening dat KPC Groep een organisatie is met veel kennis en
KPC Groep lijkt mij een goede partner voor verbetering van het onderwijs binnen mijn organisatie
expertise van het vakgebied onderwijs en 74% van de ondervraagden is het eens met de stelling dat KPC Groep een goede partner voor verbetering van het onderwijs binnen de onderwijsorganisatie is.
Helemaal mee eens Mee eens Noch mee eens, noch mee oneens
Mee oneens Helemaal mee oneens Geen mening
Hoeveel leest u van Perspectief meestal? 50%
40%
37% 30%
27% 20%
Perspectief Voor het magazine Perspectief betekent
10%
12%
12%
Meer dan de helft
Ongeveer de helft
6%
6%
dit concreet dat we op basis van de
0%
(Bijna) helemaal
onderzoeksresultaten in de nabije
Enkele artikelen
Wat koppen
Vluchtig doorbladeren
toekomst met een nieuwe bladformule
Kunt u een rapportcijfer geven voor de inhoud van Perspectief?
komen en een daarbij passende
100%
vormgeving.
80%
Het eerstvolgende nummer van 60%
Perspectief ‘nieuwe stijl’ verschijnt in het najaar van 2008. Met hierin nieuwe rubrieken die nog beter bij de vragen en
60% 40%
20%
informatiebehoefte van het onderwijsveld aansluiten. Dat wil zeggen: meer
25% 1%
1%
10%
4
5
6
3%
0%
7
8
9
reportages, interviews, feitenkaders,
Als u Perspectief zou moeten typeren, welke van de onderstaande steekworden zou u daarvoor gebruiken?
publicaties en achtergrondverhalen over onderwerpen en vragen die binnen
74%
Informatief Deskundig Toegankelijk Leerzaam Degelijk Innovatief Boeiend Trendvolgend Kleurloos Kritisch Saai Trentsettend Ingewikkeld
de onderwijsorganisaties van onze relaties leven.
41% 35% 25% 23% 16% 14% 6% 3% 3% 2% 2% 1% 0%
20%
40%
60%
80%
Nieuwe website De onderzoeksresultaten worden ook gebruikt om de website van KPC Groep te vernieuwen. Doel is onze site nog toegankelijker te maken om nog sneller en adequater informatie en antwoorden te kunnen leveren op de vragen die bij de bezoekers van de site leven. Hun wensen, behoeften en mening vormen de leidraad van onze
De site past bij het beeld dat ik van KPC Groep heb
nieuwe website, die zomer 2008 van
Wat zijn uw voornaamste redenen om de website van KPC Groep te bezoeken? De informatie op de site is prettig om te lezen Tips en verbetersuggesties voor mijn organisatie
42% Agenda (conferenties en cursussen)
9% Bestellen van producten of aanmelden voor workshops, conferenties e.d.
19% Downloaden van publicaties
60%
De informatie die ik zoek kan ik snel vinden
Informatie inwinnen over de diensten
25% Informatie inwinnen over KPC Groep
12% Informatie inwinnen over ontwikkelingen in het vakgebied
89% 0%
20% Primair onderwijs
40%
60%
80%
100%
Helemaal mee eens Mee eens Noch mee eens, noch mee oneens
Mee oneens Helemaal mee oneens Geen mening
Informatieve uitgave voor het primair onderwijs
start gaat.
Perspectief in 1 minuut Praktijkgericht onderzoek
Groningen
Volgens de participanten Zwolle
van een van de dieptepilots academische basisschool is de kracht van praktijkgericht onderzoek dat het zorgt voor
Almelo
Almere Amsterdam Leiden
Enschede Amersfoort
Den Haag Arnhem (2x) Rotterdam Rosmalen ’s-Hertogenbosch Roosendaal Veldhoven
nieuwe kennis waarmee het onderwijs naar een hoger plan gebracht kan worden.
Mooi rapport Volgens de inspectie, zo blijkt uit haar rapport, biedt het innovatieve onderwijsconcept van de basisschool Wittering.nl goede tot
Leerlijnen en doelgericht werken De kennis en vaardigheden waar een leerling aan het eind van de basisschool over moet beschikken heeft de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen vastgelegd in twee referentieniveaus.
zeer goede kwaliteit van onderwijs. Ook is er
Leerlijnen zijn nodig om als school richting deze niveaus te werken.
waardering voor de wijze waarop de vorde-
Praktijkvoorbeelden tonen aan dat doelgericht werken leraren hand-
ringen van de leerlingen gevolgd worden en
vatten biedt om de ontwikkeling van leerlingen binnen de leerlijn
voor de goede sfeer op deze school.
te sturen en te volgen.
De kwaliteit van leraren De reactie van een aantal ‘ras-onderwijsmensen’ op stellingen over de kwaliteit van leraren bevestigt dat de meningen in onderwijsland hierover sterk uiteenlopen. Sommigen verwachten veel van het opleggen van externe eisen en het gericht scholen op deze eisen. Anderen zien meer heil in het verder uitbouwen van de reeds aanwezige kwaliteiten.
Bekwaamheidseisen: wat nu weer!? In de rubriek ‘Uitgelegd’ aandacht voor de vraag wat het nut is van bekwaamheidseisen, zoals deze zijn vastgelegd in onder meer de wet BIO. Deze wet is weliswaar (nog) een verplichting, maar biedt wel kansen voor het sturen van de persoonlijke, professionele ontwikkeling van leerkrachten zonder dat ze afbreuk doet aan de ontwikkelingsrichting van de school zelf.