Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013
Het komt overal voor …
Agenda
Wat is de “persoonlijkheid”
Wanneer spreken we over een stoornis
Wat betekent dit voor ons als arts?
Persoonlijkheidstrekken
• Duurzame patronen van innerlijke ervaringen, zich verhouden tot anderen, beleving van zelf en omgeving;
• tot uiting komend in een uitgebreide sociale en persoonlijke context
Persoonlijkheidsstoornis vlg DSM-IV IV-TR
en duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedraginge at in ernstige mate leidt tot beperkingen in het functioneren op elangrijke levensterreinen:
Cognities:: wijze van waarnemen en interpreteren van zichzelf, ande en gebeurtenissen Affecten:: draagwijdte, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van emotionele reacties Functioneren in het contact met anderen Beheersen van impulsen
Leeftijdsspecifieke veranderingen
Veranderingen op cognitief gebied
Veranderingen in aandrift en impulsregulatie
Achteruitgang van zintuigelijke functies
Verlieservaringen (gezondheid, relaties, autonomie)
DSM-IV IV-TR •Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen
•Patroon is star en gegeneraliseerd •Patroon leidt tot subjectief onwelbevinden of tot sociale beperkingen
•Patroon is aanwezig vanaf adolescentie of vroege volwassenheid
•Patroon is niet toe te schrijven aan een andere psychische stoornis
•Patroon is niet het gevolg van lichamelijke aandoening of
Persoonlijkheid volgens Millon Complex patroon van diep ingewortelde psychologische kenmerken, grotendeels onbewust, niet makkelijk uitwisbaar.
Manifestaties aanwijsbaar in alle facetten van het functioneren: in denken, voelen en hande in sociale situaties, intieme situaties en in situaties dat betrokkene alleen is.
Onderscheid
maal
Abnormaal
onoom en competent ctionerend
Starre patronen, onvoldoende adaptatie
ctief en efficiënt reagerend op mgeving
Vicieuze cirkels van gedrag die tegendeel bereikt van wat wordt nagestreefd
jectief gevoel van tevredenheid
mogelijkheid tot verwezenlijking
Verminderde draagkracht en labiliteit
Persoonlijkheidsstructuur
et duurzame patroon van voelen, denken en andelen als gebruikelijke adaptatie aan de mgeving
ordt stabieler met het stijgen van de leeftijd
aar blijft veranderen!
Persoon- “Normaal” lijkheidstructuur
“Abnormaal”
Uitingsvorm
Antisociaal
Overheersing en macht
Passief
Vol Narcistisch zelfvertrouw en
Wacht op bewondering
Actief
Sociaal
Theatraal
Probeert te boeien, amuseren o claimen
Passief
Gevoelig
Afhankelijk of borderline
Wacht af
Actief
Gevoelig
Passief-agressief agressief of borderline
Gebruikt omgeving in de strijd tussen autonomie en afhankelijk
Passief
Respectvol
Obsessief-compulsief compulsief of paranoid
Probeert strijd tussen autonomi afhankelijk door vaste patronen beslechten
Actief
Geremd
Ontwijkend
Relaties vermijdend uit angst vo afwijzing
Passief
Introvert
Schizo-typisch typisch
Heeft geen behoefte aan relaties
ankelij Actief
kelijk
alent
cht
Krachtig
Cluster A
Cluster A wordt het vreemde, excentrieke cluster genoemd en bestaat uit 3 persoonlijkheidsstoornissen:
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis Schizoïde persoonlijkheidsstoornis Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Cluster B
Cluster B wordt het dramatische, emotionele, impulsieve cluster genoemd en bestaat uit 4 persoonlijkheidsstoornissen:
•Borderline Borderline persoonlijkheidsstoornis
•Antisociale Antisociale persoonlijkheidsstoornis
•Narcistische Narcistische persoonlijkheidsstoornis
Cluster C
Cluster C wordt ook wel het angstige cluster genoemd en bestaat uit 3 persoonlijkheidsstoornissen: •Afhankelijke Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis •Ontwijkende Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis •Obsessieve-compulsieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Waar gaat het mis?
Komt een patiënt bij de dokter... • • • • • • • • • •
Niet mogelijk om te sturen Luistert niet Praat continu Betweterig Houdt zich niet aan afspraken Somatiserend Agitatie Gek gedrag Claimend Beschuldigend
Effect op de dokter …
• Machteloos
• Uitgeput
• Vermijdend
• Geïrriteerd
• Twijfelend
• Angstig
• Onzeker
• Gefrustreerd
Wijsheid Het relativeringsvermogen neemt toe met het stijgen van de leeftijd, waarbij op grond van meer pragmatische overwegingen oplossingen worden gevonden. Deze door levenservaring, pragmatisme en emoties gestuurde oordeelsvorming zou het concept "wijsheid" vormen