Persoonlijkheid van kind, adolescent, volwassene
Prof. dr. Marcel van Aken Afdeling Ontwikkelingspsychologie Universiteit Utrecht
Email:
[email protected]
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken 2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 3. Effecten van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving ? En dan vooral in de adolescentie 5. Conclusies
1
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken 2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 3. Effecten van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving ? En dan vooral in de adolescentie 5. Conclusies
Ontwikkeling verloopt via ontwikkelingstaken
Ingrijpende veranderingen in de persoon zelf of in de omgeving, die aanleiding geven tot een herorganisatie van gedrag
Dus: nieuwe eisen aan, of mogelijkheden voor gedrag
2
Bronnen van ontwikkelingstaken: * Leeftijdsgerelateerd (groei, rijping, socialisatie)
* historisch/maatschappelijk (sociale veranderingen)
* non-normatief: persoonlijk engagement, keuzes
Kenmerken van ontwikkelingstaken:
* bestrijken langere periode van de levensloop * hebben een dwingend en onvermijdelijk karakter: je kunt je er niet zonder schade aan onttrekken * bieden nieuwe mogelijkheden, nodig voor aanpak van latere taken: continuiteit
3
Maar let op: verschillende paden kunnen tot eenzelfde uitkomst leiden (Equifinaliteit) een bepaalde risicofactor kan tot verschillende uitkomsten leiden, afhankelijk van andere factoren. (Multifinaliteit)
En: we praten in termen van verhoogde kansen, geen determinisme
4
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken
2. Stabiliteit en verandering van persoonlijkheid 3. Effecten van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving ? En dan vooral in de adolescentie 5. Conclusies
Temperament/persoonlijkheid bij kinderen (maar ook adolescenten en volwassenen): verschillen tussen personen in hun ‘stijl’, in de manier waarop ze die ontwikkelingstaken aan gaan pakken
Vraag: blijft dat nu over het leven hetzelfde, of veranderen mensen daar nog in
5
Twee soorten stabiliteit/verandering: Verandering van gemiddelde persoonlijkheid over de levensloop
Verandering van individuele verschillen in persoonlijkheid over de levensloop
Verandering van gemiddelde persoonlijkheid over de levensloop
Let op: relatief weinig verandering
Verandering vooral in jong-volwassenheid
Zorgvuldigheid neem toe, evenals aardigheid en emotionele stabiliteit Openheid voor nieuwe ervaringen neemt eerst toe, later weer wat af
6
Verandering van individuele verschillen in persoonlijkheid over de levensloop
Stabiliteit is hoger naarmate tussenperiode korter is Stabiliteit neemt toe naarmate kinderen/volwassenen ouder worden Deze toename van stabiliteit gaat door tot ongeveer 50 jr. Maar is zeker niet perfect na die tijd: verandering blijft mogelijk
Conclusie: 1. persoonlijkheid wordt steeds ‘gunstiger’ over de leeftijd 2. Verschillen tussen mensen daarin blijven redelijk gelijk
Dus: glas is half leeg of half vol
7
Waar komt verandering (of die stabiliteit) vandaan ?
Drie bronnen van verandering/stabiliteit: 1. Een constante, individuele factor 2. Interactie met de omgeving 3. Onvoorspelbare factoren: ‘toeval’
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid
3. Effecten van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving ? En dan vooral in de adolescentie 5. Conclusies
8
Temperament/persoonlijkheid bij kinderen:
Twee kerndimensies: Reactiviteit: de mate van ‘arousability”van het systeem Zelf-regulatie, controle: de mate waarin deze reactiviteit aangepast kan worden
+
Veerkrachtigen
Regulatie, controle
Ondercontrollers
Overcontrollers
-
+ Reactiviteit
9
Drie typen kinderen Ondercontrollers: neigen tot impulsief gedrag, moeite behoeftebevrediging uit te stellen
Overcontrollers: neigen tot timide gedrag, weinig assertief, spontaan
Veerkrachtigen: weten hun impulscontrole te moduleren, controle als nodig, spontaan als nodig
Deze drie typen worden steeds weer gevonden, bij kinderen, volwassenen.
En bij dieren…..
10
Effecten van persoonlijkheid op de levensloop
Toegelicht met twee persoonlijkheidskarakteristieken: •
Verlegenheid (’moving away from the world’)
•
Agressie (‘moving against the world’)
LOGIC-study (München, D): kinderen gevolgd van 3-6 jaar oud tot 23 jaar.
11
Verlegenheid als voorspeller van later functioneren •
Kinderen die op de leeftijd van 4-6 jaar door hun leerkrachten als verlegen werden beschreven.
•
Functioneren (zelf- en ouder rapportage) op 23 jaar
Asendorpf, J.B., Denissen, J.J.A., & van Aken, M.A.G. (2008). Inhibited and aggressive preschool children at 23 years of age: Personality and social transitions into adulthood. Developmental Psychology, 44, 997-1011.
Kinderen die op 4-6 jaar als verlegen werden beschreven:
Beschreven zichzelf op 23 jaar als lager op (globale en en sociale) zelfwaardering
Hadden op 23 jaar wel evenveel vrienden als anderen, maar deze vrienden waren gemiddeld 2.5 jaar jonger.
Hadden op 23 jaar half zo vaak een stabiele relatie, en deze was ook gemiddeld 8 maanden later begonnen.
Begonnen 10 maanden later met een baan.
12
Agressie als voorspeller van latere persoonlijkheid •
Kinderen die op de leeftijd van 4-6 jaar door hun leerkrachten als agressief werden beschreven.
•
Functioneren (zelf- en ouder rapportage) op 23 jaar
Asendorpf, J.B., Denissen, J.J.A., & van Aken, M.A.G. (2008). Inhibited and aggressive preschool children at 23 years of age: Personality and social transitions into adulthood. Developmental Psychology, 44, 997-1011.
Kinderen die op 4-6 jaar werden beschreven als agressief
Rapporteerden op 23 jaar meer conflicten met moeder en met partner. Scoorden op 23 jaar lager op bereikte schoolsucces en hadden minder vaak een diploma (gecorrigeerd voor IQ). Hadden ook minder vaan een full-time baan. Rapporteerden met 23 jaar meer veroordelingen
13
Conclusie: Persoonlijkheid kan vanaf vroege leeftijd een negatieve spiraal in werking zetten, waardoor een negatieve ontwikkelingsuitkomst kan ontstaan.
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid 3. Effecten van persoonlijkheid
4. De rol van de omgeving ? En dan vooral in de adolescentie 5. Conclusies
14
We hebben dus nu gezien dat:
Persoonlijkheid, temperament al vanaf jonge leeftijd bestaat
Ook vanaf jonge leeftijd al redelijk stabiel is
En vanaf jonge leeftijd gevolgen heeft voor later functioneren. Wat is er nu speciaal aan de adolescentie ??
Adolescentie, puberteit, pubertijd
Vroeger: periode van ‘Sturm und Drang’ Tegenwoordig: periode van veranderingen (ontwikkelingstaken) Gaat (bijna) nooit zonder wrijvingen, maar (bijna) altijd goed
15
Specifieke ontwikkelingstaken tijdens de adolescentie: •Vormgeven aan veranderende relaties binnen het gezin •Zorgdragen voor gezondheid en uiterlijk •Dragen van (deel)verantwoordelijkheden in de woon- en leefsituatie •Participeren in onderwijs of werk •Omgaan met autoriteiten en instanties •Invullen van vrije tijd •Opbouwen en onderhouden van sociale contacten en vriendschappen •Vormgeven aan intimiteit en seksualiteit Van: PIResearch, Duivendrecht
Fasen in ontwikkeling tijdens de adolescentie (Westenberg) • Vanaf 10 tot 13 jaar: jongere leert voor zichzelf op te komen • Vanaf 13 tot 17 jaar: jongere leert deelnemen aan groepje gelijkgestemden • Vanaf 17 tot 21 jaar: jongere gaat zichzelf en anderen beter begrijpen • Vanaf 21 tot 24 jaar: er ontstaat een gevoel van verantwoordelijkheid voor het eigen doen en laten.
16
Lichamelijke veranderingen
•Begin komt steeds eerder, voorlopers al op jonge leeftijd •Puberteit: hormonale veranderingen •Vooral timing van de puberteit lijkt belangrijk
Neurologische, hersen, veranderingen
•Synaptic pruning (afbouw (!) van verbindingen in hersenen) •Steeds minder ‘grey matter’ •Ontwikkelingen vooral in prefrontale context (planning, controle)
Uit: Gogtay et al., PNAS. 2004
17
Adolescenten kiezen ook anders dan volwassenen: Proefpersonen in een hersenscanner moesten bedenken hoe ze een kaartje voor de bioscoop moesten regelen. Bij volwassenen waren de voorste hersengebieden actief, bij adolescenten bleken juist de hersenstructuren in de zijhersenen (de temporaal kwab) actief te zijn. Adolescenten kiezen impulsiever, volwassenen weloverwogener en hebben een duidelijker plan. Zij betrekken meer factoren bij hun overwegingen, houden rekening met de wensen en emoties van anderen, stellen prioriteiten en evalueren. (Crone, Westenberg)
18
Ook cognitieve veranderingen, veranderingen in denken:
Abstracter denken, denken in termen van hypothesen (‘wat als …’).
Dus ook: wat als je ouders anders waren, anders deden …
19
Sociale, relationele veranderingen Losmaken van ouders Grotere invloed van leeftijdgenoten Ontwikkeling van seksualiteit
Dus: de sociale omgeving is belangrijk !
Vraag: doet de omgeving (opvoeding) er nog iets toe ?
Voorbeelden van onderzoek naar de vraag of het voor het effect van een bepaalde (risico) persoonlijkheid uitmaakt in welke omgeving (welke opvoeding) het kind opgroeit.
20
Overcontrollers
Veerkrachtigen
Ondercontrollers
Welzijn -.24 a .18 a
Zelfwaardering Tevredenheid
.29 c -.16 b -.15 b
-.01 b -.08 b
Zorgen over thuis
.18 a .05 a
Somatische klachten
.14 a
-.17 c
-.01 b
-.17 a -.12 a
-.02 c -.09 a
.29 b .34 b
-.07 a
-.14 a
.33 b
-.12 a -.19 a
-.05 a .01 a
.27 b .33 b
Drugs
-.07 a
Gokken
-.12 a
-.06 a -.01 a
.24 b .23 b
Zorgen
-.07 b
-.08 b .04 ab
Criminaliteit Openlijk Verborgen Conflicten met autoriteit Middelengebruik Sigaretten Alcohol
* p <.05; **
p <.01; ***
p <.001
Scholte, R..H.J., van Lieshout, C.F.M., de Wit, C.A.M., & van Aken, M.A.G. (2005). Adolescent personality types and subtypes and their psychosocial adjustment. Merrill-Palmer Quarterly, 51, 258-286
Gegevens uit onderzoek bij adolescenten:
persoonlijkheidstypen verder ingedeeld in subtypen die wel of niet door hun klasgenoten als 'aardig' beoordeeld werden.
(NB. Zelfde patroon van resultaten werd gevonden voor door de adolescenten gerapporteerde opvoeding)
21
Interactie tussen type en al dan niet aardig gevonden worden door klasgenoten op het ontstaan van eenzaamheidsgevoelens 0,4 0,3 0,2 0,1
Populair Verworpen
0 -0,1 -0,2
Veerkrachtigen
Overcontrollers
Ondercontrollers
-0,3
van Aken, et al. (2001). Personality types in childhood and adolescence: Main effects and person-relationship transactions. In : L. Pulkkinen & A. Caspi (Eds.) Pathways to succesful development: Personality over the life-course. Cambridge: Cambridge University Press.
Interactie tussen type en al dan niet aardig gevonden worden door klasgenoten op het ontstaan van verborgen antisociaal gedrag 0,5 0,4 0,3 0,2
Populair Verworpen
0,1 0 -0,1 -0,2
Veerkrachtigen
Overcontrollers
Ondercontrollers
van Aken, et al. (2001). Personality types in childhood and adolescence: Main effects and person-relationship transactions. In : L. Pulkkinen & A. Caspi (Eds.) Pathways to succesful development: Personality over the life-course. Cambridge: Cambridge University Press.
22
Conclusie: Temperament (persoonlijkheid) kan een negatieve spiraal in werking zetten, waardoor in samenspel met omgevingsfactoren een negatieve ontwikkelingsuitkomst ontstaat.
We noemen dit: Persoon x omgeving transactie
Dus: van belang is hoe de omgeving omgaat met een kind met een bepaalde persoonlijkheid, met een bepaald temperament.
Wat helpt snel geirriteerde, snel gefrustreerde kinderen? Onderzoek laat zien dat deze kinderen meer problemen krijgen als ouders: • minder warmte en ondersteuning geven • negatief reageren, met macht en negatieve dominantie
En minder problemen krijgen als ouders: • warm en ondersteunend blijven • geen negatieve, vijandige controle gaan gebruiken
Ontleend aan Shiner, 2009
23
Wat helpt verlegen, geïnhibeerde kinderen?
Onderzoek laat zien dat deze kinderen minder problemen krijgen als ouders: • minder snel toegeven aan die verlegenheid • minder snel op signalen van distress reageren • geen hulp bieden als daar niet echt om gevraagd wordt
Ontleend aan Shiner, 2009
Wat helpt impulsieve kinderen?
Onderzoek laat zien dat deze kinderen vooral: • structuur en grenzen nodig hebben • evt. ook door leeftijdgenoten, school, etc. • externe structuur is vaak nodig om kinderen te leren signalen te interpreteren • toch ook warmte en ondersteuning nodig hebben
Ontleend aan Shiner, 2009
24
Conclusie: Persoon x omgeving interactie
Een mens erft wel zijn genen, maar niet zijn levensloop. Het samenspel van persoon en omgeving bepaalt de verdere ontwikkeling.
(Maar denk ook aan het toeval)
Inhoud: 1. Ontwikkeling via ontwikkelingstaken 2. Stabiliteit en verandering van de persoonlijkheid 3. Effecten van persoonlijkheid 4. De rol van de omgeving ?
5. Conclusies
25
Conclusies Persoonlijkheid is een belangrijke factor in de ontwikkeling van een persoon, van hieruit pakken mensen ontwikkelingstaken aan
Persoonlijkheidsverschillen tussen mensen zijn redelijk stabiel, en voor zover ze veranderen weten we nog niet goed hoe dat komt
Persoonlijkheidsverschillen zijn belangrijk voor het functioneren van mensen, en hebben ook een voorspellende waarde vanuit de kindertijd
Conclusies
Persoonlijkheid blijft dus een belangrijke factor, die mensen ‘bij zich houden’
De omgeving kan de effecten van persoonlijkheid ‘bufferen’ (maar soms ook ‘versterken’)
Implicatie: persoon en omgeving moeten leren omgaan met deze persoonlijkheid.
26
Informatie: Website www.mamaweetalles.nl Wim Slot & Marcel van Aken: Psychologie van de adolescentie, ThiemeMeulenhoff bv. Eveline Crone: Het puberende brein, Bert Bakker. Theo Compernolle: Alles went ook een adolescent, Lannoo.
27
[email protected]
Bedankt voor uw aandacht
28