Stichting. Beleidsplan Datum: mei Centrum ter ontwikkeling van kind en volwassene in Peru. Beleidsplan Stichting Vilcabamba

Beleidsplan Stichting Vilcabamba

2005-2006

Stichting

“Centrum ter ontwikkeling van kind en volwassene in Peru”

Beleidsplan 2005-2006

1-30

Datum: mei 2005


2005-2006

Voorwoord Alphen aan den Rijn, 1 mei 2005 Mensen met minder kansen dan wij helpen, en dan vooral kinderen. Dat is de motivatie van Paula Boots, Jos Staats en mijzelf om ons als bestuursleden in te zetten voor de Stichting Vilcabamba. De Stichting Vilcabamba is op 9 mei 2003 officieel in Nederland opgericht. Ongeveer rond die tijd verscheen ook ons eerste beleidsplan, dat gold voor de periode 2003-2004. Tijd voor een nieuw beleidsplan dus, waarin we de ervaringen van de afgelopen anderhalf jaar verwerken. Ik verwijs daarbij ook naar ons jaarverslag over 2003, dat op de website te vinden is. We verwachten dat het jaarverslag 2004 begin mei beschikbaar is. Een nieuw beleidsplan betekent overigens niet dat alles anders moet. Onze uitgangspunten, bijvoorbeeld, blijven hetzelfde. Zo vinden wij het belangrijk dat mensen zélf de kans krijgen de eigen situatie te verbeteren. Om dat te kunnen doen, hebben zij een goede startsituatie nodig; voldoende te eten, een opleiding. Zaken die in een land als Nederland vanzelfsprekend zijn, maar voor een groot aantal mensen in Peru nog niet. Daarnaast maken we gebruik van lokale kennis en ervaring. Cora Staats is in april 2004 vertrokken naar Cusco en heeft sindsdien een belangrijk deel van haar tijd besteed aan het verder uitbreiden van de contacten op lokaal niveau. Ook Rossana Vega Maldonado en Rudecindo Berrocal Ovalle, die beiden in Cusco wonen en werken, hebben zich ingezet voor het project. Rossana leidt op dit moment een project voor kansarme kinderen en Rudecindo heeft ervaring met opleidingsprojecten en is werkzaam geweest als financieel manager bij diverse NGO’s. Zij zullen in de projecten een rol blijven vervullen. De Stichting Vilcabamba gaat zelf geen projecten uitvoeren. Dat doen de mensen in Peru. Wij zorgen er voor dat er meer continuïteit in de financiering zit en zetten ons in voor de uitbreiding van de projecten door financiële ondersteuning te zoeken. Zo kunnen de projectleiders in Peru, met onze hulp, meer mensen helpen dan nu het geval is. Wij hopen de komende twee jaar, met uw hulp, een mooie doorstart van de projecten te kunnen realiseren! Namens het bestuur van de Stichting Vilcabamba

Tiny Klever Voorzitter

Kijk ook op onze website: www.vilcabamba.nl e-mail: [email protected]

Stichting Vilcabamba, Marketentster 179, 2401 JB Alphen a/d Rijn Faxnr. +31(0)84 754 1292 notarieel opgericht op 09 mei 2003 en statutair gevestigd in Alphen a/d Rijn Postbankrekening 9595983 Inschrijving KvK:28097696 Per 15 oktober 2004 is de Stichting Vilcabamba door de Belastingdienst aangemerkt als instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de successiewet 1956 (dossiernummer: 23230)

2-30


2005-2006

Inhoudsopgave VOORWOORD ...................................................................................................................................................................2 ACHTERGROND EN INLEIDING .......................................................................................................................................4 PERU: HET LAND VAN DE INCA’S................................................................................................................................ 4 HET HOE EN WAAROM VAN DE STICHTING VILCABAMBA ...................................................................................... 6 BELEIDSPLAN HEEFT MEERLEDIG DOEL .................................................................................................................. 6 HOOFDSTUK 1: MISSIE EN DOELSTELLINGEN.............................................................................................................7 VISIE EN MISSIE STICHTING VILCABAMBA ................................................................................................................ 7 DOELSTELLINGEN ........................................................................................................................................................ 7 HOE GAAN WIJ DEZE DOELEN REALISEREN? .......................................................................................................... 8 HOOFDSTUK 2: DE PROJECTEN ..................................................................................................................................11 A. DOELGROEPEN ...................................................................................................................................................... 11 B. PROJECTEN ............................................................................................................................................................ 12 1. MISKI WAWA............................................................................................................................................................ 12 2. HET KINDERVOEDSELPROJECT ........................................................................................................................... 13 3. HET OPLEIDINGSPROJECT ................................................................................................................................... 14 4. ADDITIONELE MOGELIJKHEDEN........................................................................................................................... 15 C. RESULTAAT ............................................................................................................................................................ 16 D. CONTINUÏTEIT......................................................................................................................................................... 16 HOOFDSTUK 3: PROJECTORGANISATIE EN IMPLEMENTATIE ...............................................................................17 HOE ZIEN DE ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE STICHTING EN CEDNA ERUIT?................... 17 LANGE TERMIJN VISIE STICHTING VILCABAMBA ................................................................................................... 17 HOOFDSTUK 4: EXPLOITATIEOVERZICHT ..................................................................................................................19 UITGAVEN .................................................................................................................................................................... 19 MISKI WAWA................................................................................................................................................................ 20 UITGAVEN PER PROJECT.......................................................................................................................................... 21 INKOMSTEN ................................................................................................................................................................. 22 INKOMSTEN CEDNA ................................................................................................................................................... 23 OVERZICHT BEGROTING STICHTING VILCABAMBA/CEDNA ................................................................................. 24 BIJLAGE A: CV CORA STAATS .....................................................................................................................................27 BIJLAGE B: CONTACTEN MET LOKALE ORGANISATIES ..........................................................................................28 BIJLAGE C: INSCHRIJVINGSGEGEVENS STICHTING VILCABAMBA EN CEDNA ....................................................30

3-30


2005-6

Achtergrond en Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op het hoe en waarom van de Nederlandse Stichting Vilcabamba en haar Peruaanse tegenvoeter CEDNA en op het doel van dit beleidsplan. Allereerst beschrijven we echter kort de achtergronden van het land Peru en de stad Cusco. Peru: het land van de Inca’s

Figuur 1: Peru en buurlanden

Peru ligt op ongeveer 14 uur vliegen van Amsterdam. Het is een republiek in Zuid-Amerika met naar schatting bijna 26 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 8 miljoen woonachtig in de hoofdstad Lima. Peru is in oppervlakte het derde land van Zuid-Amerika en ruim 35 keer zo groot als Nederland. In Peru heeft naast het Spaans sinds 1975 ook het Quechua, gesproken door de Indianen van het centrale bergland, de 1

2

status van officiële taal. De bevolking van Peru bestaat voornamelijk uit indianen, mestiezen en blanken . Ongeveer 90% van de bevolking is rooms-katholiek.

1 Mestiezen: nakomelingen van een indiaan en een blanke. 2 Cijfers die een percentuele verdeling te zien geven van deze bevolkingsgroepen zijn onbetrouwbaar, omdat het verschil tussen indianen en ‘mestizos’ zowel raciaal als cultureel wordt bepaald.

4-30


2005-6

In onderstaande tabel is een aantal wetenswaardigheden opgenomen. De cijfers zijn ontleend aan het World Factbook (laatste update van deze website vond plaats op 16 december 2004) 2004

Peru

Bruto Nationaal Inkomen per hoofd

Nederland

USD 5.100

USD 28.600

Werkeloosheid

9,7% (officieel)

5.3%

Gemiddelde leeftijdverwachting

69,2

78.6

Kindersterfte per 1000 geboorten

33

5

%van de bevolking dat leeft onder de

54

0

bevolking

armoedegrens % kinderen tot 5 jaar met

7%*

ondergewicht % analfabeet > 15 jaar

9,1

1

* Ontleend aan de gegevens van Unicef; voor Nederland is geen cijfer bekend. Cusco is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Zuid-Amerika Cusco de hoofdstad van de gelijknamige provincie en ligt op 3310 m hoogte in de Andes. De agglomeratie Cusco (Cusco inclusief een aantal bergdorpjes) heeft ruim 300.000 inwoners en is daarmee qua inwonersaantal te vergelijken met de Nederlandse stad Utrecht. Cusco is regionaal economisch een belangrijk cultureel centrum met toerisme als voornaamste inkomstenbron. Hier ligt namelijk het vertrekpunt van de toeristische route naar de verderop gelegen 3

ruïnes van Machu Picchu . De lokale industrie is dan ook voornamelijk gericht op het toerisme (productie van textiel en tapijten).

Figuur 2: het oude stadscentrum van Cusco

Figuur 3: Machu Picchu

Vilcabamba: het paradijs? De naam Vilcabamba betekent in Quechua, de indianentaal van Peru: de laatste schuilplaats van de Inca’s. In 1911 ontdekte de Amerikaanse archeoloog Hiram Bingham de ruïnes van de Incastad Machu Picchu in Peru en dacht dat hij deze laatste schuilplaats gevonden had. Maar in 1960 werd in de Peruaanse jungle door een andere Amerikaan, Gene Savoy, de ruïnes van Vilcabamba ontdekt. Hier had Manca Inca, een van de Inca koningen, zich teruggetrokken nadat hij verslagen was door de Spanjaarden bij Ollantaytambo in 1536. Voor veel Peruanen is Vilcabamba het paradijs. 3 Machu Picchu is Peru’s bekendste toeristische attractie. Deze Inca citadel ligt op een hoog plateau in de Andes. De schitterende Inca ruines gecombineerd met de unieke locatie maken het tot een van de grootste toeristische attracties van Zuid-Amerika.

5-30


2005-6

Het hoe en waarom van de Stichting Vilcabamba De Stichting Vilcabamba heeft tot doel de noodzakelijke fondsen te verwerven ter ondersteuning van geselecteerde, lokaal geïnitieerde, ontwikkelingsprojecten in Cusco. Daarbij leveren we vooral de noodzakelijke financiële middelen maar ook een deel van de inhoudelijke deskundigheid. Deze inhoudelijke inbreng bestaat uit de activiteiten die Cora Staats in de door de Stichting te ondersteunen projecten uitvoert. De Stichting is ervan overtuigd dat door de inbreng van de deskundigheid van Cora Staats de financiële middelen op de meest effectieve wijze worden besteed. Het CV van Cora treft u in de bijlage aan.

De eerste ervaringen van Cora in Peru Eind april 2004 ben ik voor langere tijd naar Peru afgereisd om me in te zetten voor de arme bevolking van Cusco. De ontvangst van mijn vrienden en de mensen waar ik mee samenwerk was hartverwarmend. We hebben ons allereerst actief ingezet voor het kindervoedselproject van de gemeente Cusco door de kinderen te voorzien van voedsel en door voor het project een aantal materialen aan te schaffen (medicijnen, zuigflesjes, kinderkleertjes en schoenen, tandpasta etc.). Evenals voorafgaande jaren hebben we met de kinderen kerstfeest gevierd. Ook hebben we een kerstfeest georganiseerd in een van de arme bergdorpen van Cusco. Dat was een groot succes. Naast het kindervoedselproject hebben we een de medische kosten vergoed van de operatie van een baby met een hazenlip en de beenoperatie van David. Ik heb ook tijd besteed aan het maken van een beleids- en projectplan voor de komende jaren, nodig voor de internationale en Peruaanse fondsenwerving. Samen met onze Peruaanse projectleider ben ik op werkbezoek geweest bij een vergelijkbaar project in Bolivia: een project voor straatkinderen in La Paz. We hebben goed inzicht gekregen in de werkwijze en fondsenwerving van deze organisatie. Er is helaas ook de nodige tijd in de bureaucratische afhandeling van mijn verblijf in Peru gaan zitten. Ik heb het dan over mijn woon- en werkvergunning. Het grootste probleem voor het regelen ervan is dat diverse instanties verschillende adviezen geven, en de bureaucratie niet echt snel werkt.

2004 zie ik als een startjaar; we hebben een aantal dingen kunnen realiseren, ik heb geïnvesteerd in de opbouw van het lokale netwerk en plannen gemaakt om de komende jaren meer projecten te kunnen uitvoeren. Onze gedachten gaan uit naar het uitbreiden van het kindervoedselproject naar een van de bergdorpen van Cusco met participatie van de lokale bevolking. Met de steun van Stichting Vilcabamba en de donateurs zijn we ervan overtuigd nog meer arme mensen uit Cusco te kunnen helpen. Beleidsplan heeft meerledig doel Onze fondsenwervingsacties hebben tot doel om lokale ontwikkelingsprojecten in Cusco mogelijk te maken. Dit beleidsplan geeft dan ook: duidelijkheid en inzicht in de beweegredenen en het oogmerk van de Stichting; informatie over het type projecten dat de Stichting wil ondersteunen; informatie over de organisatie en de werkwijze in en rondom de geselecteerde projecten; duidelijkheid over de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd over de besteding van de middelen.

6-30


2005-6

Hoofdstuk 1: Missie en doelstellingen Dit hoofdstuk beschrijft de filosofie en uitgangspunten van de Stichting Vilcabamba. Welke missie heeft de Stichting en hoe vertaalt zich dat in haar doelstellingen? Visie en Missie Stichting Vilcabamba In ons land is het voor de meeste jongeren de gewoonste zaak van de wereld om naar school te gaan, sport, muziek of andere activiteiten te ondernemen en iedere dag tenminste één warme maaltijd te eten. Helaas is dit geen vanzelfsprekendheid in veel andere landen in de wereld, waaronder Peru. Daar kunnen veel kinderen niet naar school maar moeten werken om voldoende geld te verdienen voor een fatsoenlijke warme maaltijd. Door gebrek aan hulp, onmacht, en soms ook onverschilligheid, van de lokale overheid en onvoldoende middelen (professioneel personeel, logistiek materiaal, financiële middelen) vallen de kansarmen in Peru buiten de boot. Directe hulp bieden, zoals voedselverstrekking, biedt in dit soort gevallen een tijdelijke oplossing. Wij denken dat in aanvulling daarop gezocht moet worden naar een meer structurele aanpak en oplossing voor deze problematiek. De Stichting Vilcabamba hecht er dan ook sterk belang aan dat een groot deel van de door haar te ondersteunen activiteiten daadwerkelijk een duurzaam effect zullen hebben. De mensen moeten uiteindelijk zelf in staat zijn de eigen situatie in de hand te kunnen nemen en te kunnen verbeteren. Deze visie op de wijze waarop ondersteuning verleent dient te worden is vertaald in de onderstaande missie voor de Stichting Vilcabamba. Het helpen creëren van het noodzakelijke fundament, een stevige basis, waarmee de kansarme minderjarigen en volwassenen zélf in staat worden gesteld de eigen situatie te verbeteren en daarmee de grondslag te kunnen leggen voor een betere toekomst. Missie van de Stichting Vilcabamba Doelstellingen Zoals uit de missie blijkt heeft de Stichting een sterke focus op het bieden van een stevige basis aan kansarme jongeren en hun ouders. Deze stevige basis is voor een groot deel gebouwd op een tweetal pijlers: 1.

Gezondheid – zorgt ervoor dat iemand ook daadwerkelijk iets kan doen;

2.

Opleiding

– zorgt ervoor dat iemand in staat zal zijn om voor zijn eigen inkomen te zorgen.

Een belangrijke doelstelling is dat de ondervoede kinderen in Cusco weer gezond worden en naar school kunnen gaan. Dit in plaats van schoenen te poetsen, op straat rond te hangen en vervolgens als analfabeet door het leven te zullen gaan, met weinig tot geen perspectief op een betere toekomst.

7-30


2005-6

Hoe gaan wij deze doelen realiseren? A. Uitvoering van projecten De Stichting Vilcabamba steunt op lokale initiatieven en werkt nauw samen met de lokale initiatiefnemers. Voor het invullen van de gestelde doelen heeft de Stichting dan ook aansluiting gezocht bij dergelijke lokale initiatieven in Cusco. Het betreft hier projecten opgezet door en voor Peruanen. De Stichting wil in samenwerking met lokale partijen deze initiatieven versterken en waar nodig verder uitwerken. Op dit moment worden de betreffende projecten door de lokale overheid nog maar beperkt ondersteund en is er geen sprake van een duidelijke en gestructureerde aanpak. De projecten worden verder uitgebreid beschreven in hoofdstuk 2. B. Fondsenwerving In Nederland houdt Vilcabamba zich bezig met fondsenwerving om de projecten in Peru te kunnen steunen. We doen dat via een aantal kanalen; particuliere donateurs, eenmalige acties, MFO’s (medefinancieringsorganisaties, die geld krijgen van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking om initiatieven als de onze te ondersteunen) en andere fondsen of stichtingen die als doel hebben projecten in ontwikkelingslanden te financieren. Het afgelopen anderhalf jaar heeft het ons (het bestuur) veel tijd gekost om ‘subsidieland’ te leren kennen. We hebben dan ook besloten om voor het komende jaar een bureau in te huren om fondsenwerving te doen. Dit bureau werkt op basis van no cure, no pay. Ook hebben we gemerkt dat het tijd kost om een netwerk op te bouwen dat ons helpt bij het doen van acties (vrijwilligers!) en het binnenbrengen van fondsen. Hieronder gaan we kort in op de genoemde kanalen. 1. Particuliere donateurs Van het begin af aan hebben familie, vrienden en kennissen aangegeven de stichting te willen ondersteunen. Wij bieden de mogelijkheid om donateur te worden door maandelijks een bedrag over te maken. Ook wordt door twee afdelingen van een bedrijf maandelijks geld overgemaakt. Wij denken dat met name de Nederlanders die het project in Peru bezoeken een belangrijke doelgroep voor maandelijkse donaties zijn. We hebben contact gelegd met een reisorganisatie die maatschappelijk ondernemen als doelstelling heeft, om te kijken of zij het project als mogelijk te bezoeken project in hun Peru-reizen op willen nemen.

8-30


2005-6

2. Eenmalige acties We benutten onze contacten om aan te sluiten bij acties die al gevoerd worden (bijvoorbeeld de jaarlijkse actie van de Messiaskerk in Wassenaar, die een deel van de opbrengst van de bazaar en veiling aan een goed doel schenkt). Mensen bieden spontaan aan om cocktails te verkopen op een feest of een deel van het geld dat ze bij hun trouwen gekregen hebben te doneren. We organiseren zelf ook acties. Een voorbeeld is de Kerstactie. De komende twee jaar willen we meer acties doen; we zijn daarbij wel afhankelijk van de inzet van vrijwilligers. Onder eenmalige acties verstaan we hier ook de eenmalige donaties van bedrijven en particulieren. We hebben het afgelopen jaar een aantal bedrijven benaderd en een daarvan heeft een substantiële donatie gedaan. 3. MFO’s Medefinancieringsorganisaties hebben onder andere tot taak voorlichting aan en betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking te realiseren. Dat doen zij onder andere door stichtingen als de onze financieel te ondersteunen. Belangrijk is daarbij wel dat de stichting voldoet aan de eisen zoals die door de MFO opgesteld zijn. In de afgelopen anderhalf jaar hebben we contact gehad met een aantal van deze organisaties. Het heeft ons tijd gekost om het ‘jargon’ onder de knie te krijgen en ook om onze weg te zoeken in deze wereld. We zullen in de komende twee jaar onze contacten met deze organisaties blijven onderhouden. 4. Andere stichtingen en fondsen Er zijn, buiten de MFO’s, nog een aantal stichtingen en fondsen die een bijdrage willen leveren aan de levensomstandigheden van mensen in ontwikkelingslanden. Wij zullen deze de komende twee jaar aanschrijven. 5. Fondsenwerving in Peru Een belangrijke taak van de directeur van onze dochterorganisatie CEDNA in Peru is om in Peru fondsen te werven. Dit zal op twee manieren gebeuren. Enerzijds doordat sommige organisaties om een aanvraag uit het land zelf vragen, anderzijds door aanspraak te maken op lokale fondsen, die door regering of gemeente beschikbaar gesteld worden. De directeur zal een cursus fondsenwerving in Peru volgen en op basis daarvan het (Spaanse/Engelse) beleidsplan aanpassen.

Publiciteit De Stichting Vilcabamba zet zich in om de doelstellingen en activiteiten onder een zo breed mogelijk publiek bekend te maken. Enerzijds met als doel om fondsen te werven, anderzijds om te laten zien waar we het geld aan besteden. We gebruiken daarvoor een aantal kanalen; website, nieuwsbrief, publicaties in kranten en tijdschriften en interviews voor radio en televisie. 1. Website Onze website is nu ruim anderhalf jaar in de lucht en we hebben gemerkt dat de site gebruikersvriendelijker gemaakt kan worden. De doelstelling voor 2005 is dan ook om tot een vernieuwde website te komen, die overzichtelijk is en waarop mensen snel de gewenste informatie kunnen vinden. We hebben de afgelopen jaren onze site, via een link, ook op de websites van een aantal andere organisaties mogen plaatsen. We blijven inzetten op het leggen van dergelijke contacten; hoe vaker we vermeld worden, hoe beter het is.

9-30


Marketentster 179 2401 JB ALPHEN A/D RIJN Tel: 0172-441335 Email: [email protected]

2005-6

Postbanknr: 9595983 KvK nr: 28097696 J A A R GA N G 2 J U N I 2004

Stichting V ilcabamba Centrum ter ontwikkeling van kind en volwassene in Peru

www

nl

2. Nieuwsbrief Een keer in de zes weken, soms twee maanden, brengen we een nieuwsbrief uit. De nieuwsbrief wordt digitaal verzonden aan donateurs en andere geïnteresseerden en is ook op onze website te vinden. De nieuwsbrief bevat de actuele stand van zaken over de projecten in Peru en acties die we doen om fondsen te werven. 3. Publicaties in kranten en tijdschriften - interviews Ieder jaar geven we minstens een persbericht uit; naar aanleiding van een bijzondere gebeurtenis zoals bijvoorbeeld een grote donatie van een bedrijf of organisatie of een ludieke actie die de Stichting opzet. Het persbericht gaat naar tijdschriften, lokale en regionale kranten en ook de lokale en regionale radio en Tv-zenders. Naar aanleiding van een dergelijk persbericht worden we gevraagd een interview te geven of een stukje te schrijven over de projecten.

10-30


2005-6

Hoofdstuk 2: De projecten Dit hoofdstuk beschrijft de doelgroepen die in onze projecten deelnemen en de specifieke activiteiten die in de projecten plaatsvinden. A. Doelgroepen Inleiding Zoals veel Zuid-Amerikaanse landen heeft ook Peru een hoog armoedecijfer. In 2004 leefde 54% van de bevolking onder de armoedegrens. De (verborgen) werkloosheid is hoog en voor veel gezinnen is het dan ook bijzonder moeilijk om het hoofd boven water te houden. Vooral de bevolking van de bergdorpen in het Andesgebergte ondervindt dit dagelijks en de ondervoeding van kinderen in deze gebieden is een groot probleem. Hoewel iedereen in theorie toegang heeft tot gratis gezondheidszorg, moeten patiënten in de praktijk betalen voor medicijnen. De ontoereikende budgetten waarover de staatsziekenhuizen beschikken zijn hiervan de oorzaak. Door de slechte economische situatie waarin de gezinnen verkeren, worden kinderen de straat opgestuurd om producten te verkopen. Vele jonge meisjes verlaten hun dorp om in de huishouding van de hoge- en middenklasse gezinnen te gaan werken om hun familie zo financieel te kunnen ondersteunen. In vele gevallen ontvluchten kinderen ook hun huis wegens fysiek geweld en seksueel misbruik in het eigen gezin. Het gevolg hiervan is dat ze op straat leven en vaak geen eten hebben. Hierdoor ontstaat ernstige ondervoeding. Deze straatkinderen volgen dan ook geen opleiding en vervallen al gauw in de jeugdcriminaliteit. Cusco kent als bergstad in de Andes veel van de zojuist geschetste problematiek. De stad trekt grote aantallen inwoners van de omliggende bergdorpen aan. Deze hoofdzakelijk Indiaanse bevolkingsgroep, met zijn eigen gewoonten en gebruiken, probeert in Cusco door straatverkopen te overleven. Zij leven in krottenwijken buiten de stad, zonder water, elektriciteit en andere voorzieningen. Zij moeten vaak uren lopen naar de stad, omdat er geen geld is voor vervoer. Een drietal doelgroepen Op basis van gesprekken met ontwikkelingsmedewerkers in Peru en een bezoek aan een aantal projecten heeft de Stichting besloten zich specifiek op een drietal groepen te richten. Het betreft de volgende groepen die met eerder genoemde problematiek dagelijks in aanraking komen: Ondervoede kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar; Kansarme jongeren in de leeftijd van 16-20 jaar; Ouders van ondervoede kinderen uit het voedselproject. Ondervoede kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar Een belangrijke doelgroep is de kwetsbare groep van ondervoede kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot 6 jaar. De eerste levensjaren zijn vaak zeer bepalend voor het verloop van iemands leven. Deze groep van ondervoede kinderen leven in zeer moeilijke omstandigheden. Vanaf 6 jaar bestaat er in Peru een leerplicht en kunnen kinderen niet meer in onze projecten worden opgevangen.

11-30


2005-6

Kansarme jongeren in de leeftijd van 16-20 jaar De tweede doelgroep op wie wij ons richten betreft de kansarme jongeren in de leeftijd van 16 tot 20 jaar. Deze jongeren wonen niet meer bij hun ouders (weggelopen, in de steek gelaten) en hebben geen opleiding en weinig tot geen inkomsten. Het betreft hier bijvoorbeeld de straatkinderen. Ouders van ondervoede kinderen uit het voedselproject De derde doelgroep wordt gevormd door ouders van ondervoede kinderen uit het kindervoedselproject (zie doelgroep 1). Deze ouders hebben vaak geen of een zeer beperkte opleiding en nagenoeg geen inkomsten. Uit ervaring is gebleken dat het hier vooral alleenstaande moeders betreft. De groep kansarme jongeren van 6-16 jaar behoort niet tot de doelgroep De groep kansarme jongeren van 6-16 jaar behoort niet tot de doelgroep van de Stichting. Niet omdat die groep geen ondersteuning nodig heeft maar omdat er officieel een leerplicht voor deze groep jongeren bestaat. De praktijk wijst uit dat daar vaak geen gehoor aan gegeven wordt. Er zijn echter twee belangrijke redenen waarom wij als Stichting deze groep jongeren niet als doelgroep kunnen opnemen: Zoals gezegd bestaat er een leerplicht en zou opname van deze groep jongeren in een project er direct toe leiden dat we de officiële overheidsrichtlijnen doorkruisen; Er zijn in Cusco diverse projecten die de groep van 6-16 jarigen opvangen. o

Colibri project: een project van de politie van de stad Cusco. Deze straatkinderen (zowel jongens als meisjes), krijgen in dit dagopvang tehuis maaltijden, kunnen er douchen en er worden recreatieve dagen georganiseerd. Degenen die dit willen, kunnen bovendien les krijgen in bijvoorbeeld engels;

o

Tevens heeft de politie een controlerende taak en treedt op indien deze jongens en meisjes het slechte pad dreigen op te gaan.

B. Projecten 1. Miski Wawa We hebben een aantal jaren ervaring met de opvang van ondervoede kinderen in de stad. De opvang in de stad betekent voor de kinderen (en hun moeders) vaak dat zij van ver moeten komen om aan het project deel te kunnen nemen. De kinderen die aan het project deelnemen wonen over het algemeen in de buitenwijken van Cusco. Deze buitenwijken liggen in de bergen rondom de stad. Om iets aan de bereikbaarheid te doen starten wij ook een project in de volkswijk ‘’la Margen derecha’’ (rechtse over), aan de oever van de rivier de Huatanay. Deze wijkbewoners hebben zich gevestigd in de marginale wijken, dat wil zeggen woonwijken op de berghellingen rondom de stad Cusco, waar zich de allerarmste bevolkingsgroepen bevinden met als gevolg ondervoeding. Het project noemen wij Miski Wawa (wat ‘lief kind’ betekent). Wat houdt het project in? Het doel is om in eerste instantie 60 kinderen op te vangen, grotendeels volgens dezelfde methode als we in de stad gebruiken. Dat betekent dat we met dezelfde instanties (zie bijlage 2) afspraken zullen maken over de levering van het basispakket voedsel en over de controle van de gezondheid van de kinderen. De stichting Vilcabamba sluit een contract met de lokale gemeenschap (in plaats van de gemeente Cusco, zoals in de stad), waarin staat dat de lokale gemeenschap zorgt voor huisvesting. De stichting zorgt voor de inrichting van het gebouw en de financiering van het

12-30


2005-6

personeel. Het personeel bestaat enerzijds uit professionele krachten (projectleider en een kok) en anderzijds uit vrijwilligers. De vrijwilligers helpen met koken en het bezighouden en eten geven van de kinderen. Deelname van de moeders Er zal nauw worden samengewerkt met de moeders en de personen die verantwoordelijk zijn voor de kinderen. De moeders zullen continue worden getraind in cursussen (2 x per maand) op het gebied van basisgezondheidszorg, hygiëne, en voeding voor het kind. Daarnaast voeren de moeders tijdens het project ook zelf werkzaamheden uit, zoals 1 x per week helpen bij het verzorgen en voeden van kinderen. Hun belangrijkste taak is het onderhouden van de goede gezondheid van het herstelde kind als het kind het project verlaten heeft. De moeders blijven bovendien als ‘promotiemoeders’ bij het project betrokken. Zij zullen hun kennis op een nieuwe groep moeders van hun gemeenschap overdragen. Het is de uiteindelijke bedoeling dat de bevolking, na overdracht van het project, de activiteiten zelf kunnen voortzetten. De stichting Vilcabamba zal dan nog een adviserende rol spelen. Evaluatie na een jaar We geloven in het concept om de hulp dicht bij de mensen te brengen en ook om hen deels verantwoordelijk te maken voor de voeding en opvang van de kinderen. Vandaar dat wij, meer dan in de stad, de lokale gemeenschap betrekken bij ons werk. Zoals gezegd, hebben we ervaring met de opvang van ondervoede kinderen in de stad. We weten echter nog niet hoe dit project gaat verlopen. Dat hangt af van de inzet van de lokale gemeenschap en de afspraken die we met de gevestigde instanties kunnen maken. Voorlopig financieren wij het project voor een jaar. Na dat jaar zullen wij het project kritisch evalueren en bezien of de aanpak werkt. Waar nodig zullen wij het project aanpassen.

2. Het kindervoedselproject Ondervoeding kan ernstige gevolgen hebben, zoals het achterblijven van lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, lage weerstand en bevattelijkheid voor ziekten. Ondervoeding kan kinderen voor hun leven tekenen. Het belangrijkste doel van dit project is arme en ondervoede kinderen van de provincie Cusco dagelijks van voedingsrijke en uitgebalanceerde maaltijden te voorzien, in een daarvoor geschikte kindvriendelijke omgeving. Dit vormt de basis van het project, maar dit wordt uitgebreid met een kinderdagverblijf. Dit kinderdagverblijf zal zich richten op een specifiek opleidings- educatieplan dat per leeftijdsgroep wordt opgezet. Daarnaast worden voor de kinderen diverse activiteiten georganiseerd. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een dagje uit naar de dierentuin, picknicken of het vieren van het jaarlijkse Kerstfeest. Voor dit kindervoedselproject wordt professioneel, ervaren en gemotiveerd personeel aangenomen. Afspraken worden gemaakt met de betreffende deskundigen om zo goed mogelijk een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling en voortgang van het kind. Gedacht wordt hierbij aan maandelijkse bezoeken aan het project. Veel van deze kinderen hebben vooral psychosociale problemen, die veroorzaakt worden door de slechte situaties waarin zij thuis leven. Kindermishandeling, een vader of moeder die verslaafd is (bijvoorbeeld alcoholisme) of kinderen die vaak alleen worden gelaten omdat de (alleenstaande) moeder naar de stad moet om haar producten op straat te verkopen.

13-30


2005-6

Hoe komen we in contact met ondervoede kinderen? Het contact met deze doelgroep wordt gelegd via diverse organisaties in Cusco zoals: “Club de Madres del Cusco”, “Demuna” en “Unicef”. “Club de Madres del Cusco” is een programma van de regering waar gratis voedsel wordt verstrekt aan organisaties en arme wijken. Deze voedselverstrekking is echter onvoldoende. Op deze wijze krijgen wij vrij snel inzicht in wie er in aanmerking komen voor opname in het project. Een kind moet aan de volgende voorwaarden voldoen om in het kindervoedselproject opgenomen te worden: Leeftijd tussen de 3 maanden en 6 jaar oud en ondervoed; Afkomstig uit de stad Cusco en/of de omliggende bergdorpen; Beschikbaar hebben van een gezondheidsboekje waarin de vaccinaties en ziektes vermeld staan; Overeenkomst met de ouder(s) dat zij alle assistentie zullen verlenen; Is hulp alleen op korte termijn? Hulp aan de ondervoede kinderen is afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Uit eigen onderzoek van het huidige project is gebleken dat de kinderen gemiddeld negen maanden in het kindervoedselproject blijven. Het kind blijft echter zolang in het project totdat het niet meer ondervoed is. Hoe worden de ouders bij het project betrokken en hoe wordt voorkomen dat kinderen weer terugvallen? Uit onderzoekscijfers van het kindervoedselproject is gebleken dat het percentage ondervoede kinderen van alleenstaande moeders beduidend hoger is dan bij twee-oudergezinnen. Dit betekent dat juist deze moeders vaak, onder andere door de slechte financiële situatie en onwetendheid, hun kinderen niet de juiste voeding kunnen geven. In de praktijk is de kans dan ook groot dat de kinderen van deze moeders weer terugkomen in het project. Om dit te voorkomen organiseert Vilcabamba regelmatig informatiebijeenkomsten waar de moeders (en/of vaders) en andere geïnteresseerden voorlichting krijgen over hygiëne, juiste voeding en gezondheid. Daarnaast bieden wij deze groep ouders een (gratis) opleiding aan zodat zij een betere toekomst kunnen opbouwen en kunnen zij waar mogelijk participeren in de uitvoering van onze projecten

3. Het opleidingsproject In het departement Cusco leven veel kinderen en volwassenen die geen opleiding hebben. Zo heeft 35% van de kinderen van 6 tot 9 jaar geen onderwijs gevolgd. Er zijn wel lokale regeringsorganisaties en NGO´s die helpen met verschillende programma´s en projecten; maar er is een tekort aan organisaties die helpen met educatieprogramma´s voor arme moeders en jongeren. Met het opleidingsproject bieden wij kansarme jongeren en ouders van kinderen uit het kindervoedselproject opleidingen aan, vooral gericht op de toeristische bedrijfstak. Daarnaast geven wij cursussen gericht op het starten van een eigen bedrijfje. Het cursusaanbod is gericht op de behoefte vanuit de markt. De cursussen bestaan ondermeer uit: assistent kok, engels, verkoopcursus, het starten van een eigen bedrijf, cursus voor kapper en banketbakker. Wie kunnen aan de cursussen deelnemen? De mensen die wij onze cursussen bij voorkeur aanbieden zijn in de regel arm, alleenstaande moeder, kansarme jongere of mensen die al deelnemen aan rehabilitatieprogramma’s van de stad Cusco. Onze cursussen kunnen worden

14-30


2005-6

gegeven aan mensen met een opleidingsniveau lagere school of hoger. Indien er vervolgens nog plaatsen beschikbaar zijn worden deze tegen een geringe betaling voor andere groepen opengesteld. Wij gaan uit van ongeveer 610 personen die wij per jaar in ons opleidingscentrum kunnen onderwijzen. Omdat 2005 het opstartjaar is gaan we ervan uit dat we minimaal 160 en maximaal 240 cursisten zullen hebben. Ervaren docenten geven met professioneel lesmateriaal (cursusboeken, schriften, etc) de cursisten een opleiding. De gemiddelde studieduur per cursus is 6 maanden (± 30 uur per week). De cursisten kunnen zich voor een symbolisch bedrag per maand inschrijven. Met de toeristische sector worden afspraken gemaakt om stageplaatsen voor de studenten te (kunnen) creëren. Zaterdags is er gelegenheid voor recreatieve activiteiten. Hoe komen wij aan onze cursisten? Het werven van cursisten verloopt onder andere via onze contacten met andere NGO’s zoals World Vision, Arariwa en ons voedselproject waarin we moeders zelf uitnodigen tot het volgen van een cursus. Via de voorzitters van lokale arme gemeenschappen en het plaatsen van advertenties en het uitdelen van folders. Wij hanteren criteria waaraan een cursist moet voldoen, zoals arm tot zeer arm, opleidingsniveau lagere school, middelbare school of hogere opleiding, wonend in arme wijken van provincie of departement Cusco, jongeren niet jonger dan 16 jaar en niet ouder dan 24 jaar, moeders uit het voedselproject, beschikken over bekwaam- of handigheden, goede gezondheid, gemotiveerdheid, het tonen van al aanwezige diploma’s, paspoort of identiteitskaart,

4. Additionele mogelijkheden In het kader van de twee beschreven kernprojecten heeft de Stichting een aantal additionele mogelijkheden geïdentificeerd. Mogelijkheden om de projecten te kunnen verdiepen en of te verbreden en tevens mogelijkheden om eigen inkomsten te genereren. In dat kader is er een tweetal zaken uitgewerkt: Programma voor buitenlandse vrijwilligers Uitzendbureau voor opleidingscentrum Programma buitenlandse vrijwilligers Zowel het kindervoedselproject als het opleidingsproject is met voldoende personeel bemand. De Stichting stimuleert echter het idee om in de projecten de mogelijkheid te bieden aan (buitenlandse) vrijwilligers om het personeel te ondersteunen. Daarbij valt te denken aan het assisteren bij het eten geven of spelletjes doen met de kinderen, het kleuren en tekenen met de kinderen en het bedenken van nieuwe activiteiten ter aanvulling op de bestaande programma’s. Het betrekken van deze vrijwilligers heeft diverse voordelen: inbreng nieuwe en frisse invloeden van buitenaf; vrijwilligers komen uit diverse culturen en leggen eigen accenten op de werkzaamheden. Dit is enerzijds een stimulans voor de vaste werknemers en anderzijds interessant voor de kinderen zelf; Extra capaciteit; inzet van vrijwilligers betekent dat je wat extra dingen met de kinderen kunt gaan doen. Bijvoorbeeld uitstapjes etc. Opbouwen breed netwerk; veel mensen komen op deze wijze in contact met de projecten. Hiermee wordt een breed netwerk opgebouwd wat het potentieel aan mogelijke samenwerkingsverbanden dan wel inbreng financiële middelen sterk vergroot.

15-30


2005-6

Wij bieden mensen de mogelijkheid om als (buitenlandse) vrijwilliger in één van onze projecten te werken. Daarnaast wordt bekeken of en hoe we deze vrijwilligers tevens de mogelijkheid kunnen bieden om de Spaanse taal te leren. Het idee is om een programma van 3 maanden op te stellen (verlenging is mogelijk) met een totaal aantal lesuren Spaans van 200 uur. Men kan verblijven bij gastgezinnen of in pensions/hotels. Voor dit programma zullen kosten in rekening worden gebracht. Dit punt verdient echter nog nadere uitwerking en is in dit beleidsplan nog niet meegenomen. Het biedt vooral een potentiële additionele inkomstenbron. De uitzendorganisatie van het opleidingscentrum De opgeleide medewerkers van het opleidingscentrum kunnen zich inschrijven via de uitzendorganisatie, die door ons in Cusco wordt opgezet. Contacten worden telefonisch gelegd en uiteraard zullen onze klanten bezocht worden. Met de betreffende bedrijven en/of particulieren onderhouden wij contacten ten behoeve van plaatsing van de uitzendkracht. Voor deze service worden bemiddelingskosten aan de bedrijven en particulieren in rekening gebracht. In Cusco zijn veel particulieren op zoek naar betrouwbaar en professioneel personeel, maar kunnen deze vaak niet vinden, waardoor zij zelf mensen opleiden. Door ons uitzendbureau kunnen wij aan de behoefte van deze particulieren en bedrijven voldoen. Ook dit project behoeft nog verdere uitwerking. “Ik heb eerst 4 weken Spaanse les gehad in een school in Cusco en daarna ben ik in een vrijwilligersproject geplaatst om vrijwilligerswerk te doen en de Spaanse taal in de praktijk toe te kunnen(moeten) passen. Tijdens mijn verblijf in Cusco heb ik bij een gastgezin gewoond, wat erg plezierig was en ook belangrijk om zo de taal goed te oefenen. In de gastgezinnen spreekt men uitsluitend Spaans. Cusco is bovendien een heel leuke stad, waar veel te doen is zoals veel toeristische bezienswaardigheden en een gezellig uitgaansleven.” Cora Staats – eigen ervaring over taalcursus en vrijwilligerswerk e-mail: [email protected]

C. Resultaat De verwachting is dat na een jaar 80% van de kinderen die aan het voedselproject deelneemt niet meer chronisch ondervoed is en dat 70% van de moeders opgeleid is in de kennis van voeding en gezondheid van hun kind en zelf de voedingsontwikkeling kan begeleiden. Met het opleidingsproject verwachten wij dat 70% van alle cursisten in drie jaar tijd werkzaam is in de toeristische sector of een eigen bedrijf is gestart. D. Continuïteit De continuïteit van het project wordt beoogd door ook inkomsten te genereren met het project zelf. Bedrijven en particulieren die van ons uitzendbureau gebruik willen maken, betalen voor de bemiddeling. Vrijwilligers betalen een vergoeding voor de taalcursus Spaans. Wij trachten zoveel mogelijk personen, dit zijn vooral moeders, bij onze projecten te betrekken. Een deel van de werkzaamheden wordt door de moeders uitgevoerd. Zij krijgen hierdoor een goede training in ondermeer voeding en hygiëne. Daarnaast worden moeders opgeleid tot ‘promotiemoeders’.

16-30


2005-6

Hoofdstuk 3: Projectorganisatie en implementatie Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop de projecten zullen worden vormgegeven. Hoe ziet de organisatie rondom de projecten eruit? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Welke projecten vinden wanneer plaats? Voordat tot die vragen wordt overgegaan wordt eerst de verhouding tussen de Stichting Vilcabamba in Nederland en CEDNA in Peru beschreven. Hoe zien de rollen en verantwoordelijkheden van de Stichting en CEDNA eruit? Zoals eerder in dit beleidsplan aangegeven is er sprake van twee entiteiten: de Stichting Vilcabamba in Nederland en de NGO CEDNA in Peru. De Nederlandse stichting Vilcabamba wordt geleid door een bestuur dat bestaat uit drie personen; Tiny Klever, voorzitter, Paula Boots-van Draanen, secretaris en Jos Staats, penningmeester. CEDNA wordt geleid door een directeur, Cora Staats, die verantwoording aflegt aan de Stichting Vilcabamba.

R o lle n e n V e r a n tw o o r d e lijk h e d e n

B e s tu u r S tic h t in g V ilc a b a m b a ( N e d e r la n d )

D ir e c te u r C E D N A

(P e ru )

• • • •

F o n d s e n w e r v in g B e h e e r e n te r b e s c h ik k in g s te lle n m id d e le n V e ra n tw o o r d in g a fle g g e n n a a r “ d o n a te u r s ” N L M o n ito re n w e r k z a a m h e d e n d ir e c te u r C E D N A

R o lle n e n V e r a n tw o o r d e lijk h e d e n • • • •

E in d v e r a n tw o o rd e lijk p ro je c te n P e r u M o n ito re n / a a n s tu r e n lo k a le p r o je c tle id e r s P e rs o n e e ls b e le id V e ra n tw o o r d in g a fle g g e n n a a r S tic h tin g V ilc a b a m b a

Dit betekent dat de Stichting Vilcabamba toeziet op de werkzaamheden van CEDNA in Peru en daar ook verantwoording over aflegt richting de donateurs. De verantwoordelijkheid voor de aansturing en begeleiding van het inhoudelijke projectwerk ligt nadrukkelijk bij de directeur van CEDNA (Cora Staats). Deze legt daarover ook periodiek verantwoording af aan het bestuur van de Stichting. Lange termijn visie Stichting Vilcabamba De komende jaren richt de Stichting zich er vooral op om de drie geselecteerde projecten van een goede financiële basis te voorzien. De projecten moeten kunnen rekenen op een vaste stroom aan financiële middelen en er zal gezocht worden naar mogelijkheden om ook zoveel mogelijk inkomsten te genereren met behulp van de projecten zelf. Het zorgdragen voor zoveel mogelijk zelffinancierend vermogen heeft een hoge prioriteit.

17-30


2005-6

Op lange termijn is het doel van de Stichting om een groter deel van de doelgroep op te kunnen nemen in de gedefinieerde projecten. Dit betekent het uitbouwen van deze projecten in Cusco; meer capaciteit en wellicht uitbreiding van de mogelijkheden. Echter, de Stichting is van mening dat een relatief kleinschalige aanpak het streven blijft. Dit vooral vanwege de persoonlijke aanpak en korte lijnen in de organisatie.

18-30


2005-6

Hoofdstuk 4: Exploitatieoverzicht In de voorgaande hoofdstukken is uiteengezet wat de Stichting Vilcabamba in Cusco gaat doen. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren is het verkrijgen van de noodzakelijke financiële middelen van groot belang. Zonder geld kunnen de projecten niet worden uitgevoerd. Dit hoofdstuk gaat specifiek in op de inkomsten en uitgaven die de betreffende projecten met zich meebrengen. Tevens wordt hier kort aangegeven waar de noodzakelijke middelen vandaan komen en waar ze ingezet worden. In bijlage A van dit beleidsplan is een gedetailleerd overzicht bijgevoegd van alle uitgaven en inkomsten van de Stichting. Uitgaven Voor het realiseren van de projecten in Cusco worden twee soorten kosten gemaakt. Het betreft enerzijds uitgaven die direct betrekking hebben op de projecten zelf en anderzijds uitgaven die gemaakt worden om de noodzakelijke fondsen te werven. Een gedetailleerd overzicht inclusief een beschrijving van alle uitgaven is opgenomen in bijlage A. De kosten van de Stichting Vilcabamba in Nederland zijn beperkt. De Stichting Vilcabamba richt zich wat betreft haar activiteiten primair op het verwerven van de noodzakelijke fondsen ter ondersteuning van de projecten. De bestuursleden doen dit op pro-deo basis maar de te maken onkosten worden wel gedeclareerd. Dit betreft administratiekosten, websitekosten, mailingkosten etc. Kosten CEDNA in Peru Het grootste deel van de uitgaven wordt door het CEDNA in Cusco gedaan. Het CEDNA is direct belast met het opzetten en uitvoeren van de projecten. De te maken uitgaven hebben veelal direct betrekking op een van de drie projecten. Het betreft hier de benodigde investeringen, (in bijvoorbeeld schoolbanken en computers etc).

19-30


2005-6

In de volgende overzichten is kort een aantal karakteristieken van de uitgaven weergegeven.

Kindervoedselproject Uitgaven per kostenpost Kindervoedselproject 2005

2%

26%

Personeel Huisvesting 57%

15%

Voedsel en materialen Onvoorzien

Uitgaven per kostenpost Kindervoedselproject 2006

2%

26%

Personeel Huisvesting 57%

15%


Miski Wawa Uitgaven per kostenpost Miski Wawa project 2005

5% Personeel

31%

Huisvesting 53%


11%

Uitgaven per kostenpost Miski Wawa project 2006 4% Personeel 38%

48%

Huisvesting Voedsel en materialen Onvoorzien

10%

20-30


Opleidingsproject

2005-6

Opleidingsproject 2005

21%

3% Personeel Huisvesting 59%

17%

Educatie/opleiding Onvoorzien

Opleidingsproject 2006

21%

3% Personeel Huisvesting 59%

17%

Educatie/opleiding Onvoorzien

Uitgaven per project Uitgaven per project 2005

20%

34%

Kindervoedselproject Miski Waw a project Opleidingtraject 46%

Uitgaven per project 2006

22%

33%

Kindervoedselproject Miski Waw a project Opleidingtraject 45%

21-30


2005-6

Inkomsten De inkomsten van de stichting Vilcabamba zullen, naar verwachting, afkomstig zijn van: Subsidies Donateurs Acties en activiteiten.

Hieronder treft u de grafische weergaven van onze inkomstenbronnen aan. Allereerst de inkomsten die de Stichting Vilcabamba in Nederland denkt binnen te halen. Ook in Peru zullen fondsen geworven worden; dat ziet u in de tweede grafiekenreeks. Tot slot wordt de verdeling Nederland/Peru gepresenteerd.

Inkomsten Vilcabamba

Inkom sten Stichting Vilcabam ba Nederland (2005) Subsidies overheid / NGO' s

4%

Vaste donateurs

38% 54% 4%

Incidentele donateurs Acties en activiteiten

Inkomsten Stichting Vilcabamba Nederland (2006) Subsidies overheid / NGO' s

5%

Vaste donateurs

36% 53% 6%

Incidentele donateurs Acties en activiteiten

22-30


2005-6

Inkomsten CEDNA

Inkom sten Cedna Peru 2005

8% 19%

Baten vrijw illigersproject 46%

Fondsenw erving Donaties Subsidies

8%

Baten cursussen

19%

Inkom sten Cedna Peru 2006

15%

7%

Baten vrijw illigersproject Fondsenw erving Donaties

6%

57%

15%

Subsidies Baten cursussen

Verdeling Nederland/Peru

Herkomst inkomsten t.b.v.projecten 2005

13%

Nederland Peru 87%

Herkomst inkomsten t.b.v.projecten 2006

15% Nederland Peru 85%

23-30


2005-6

Overzicht begroting Stichting Vilcabamba/CEDNA In onderstaand overzicht is de begroting weergegeven van de Stichting Vilcabamba en het CEDNA. Deze begroting is gebaseerd op de planning zoals beschreven in hoofdstuk 3 van dit beleidsplan.

Stichting Vilcabamba Nederland (Euro) Inkomsten Vilcabamba Nederland

2005

Activiteiten Vaste donateurs Incidentele donateurs Incidentele grotere donaties Subsidie TOTALE INKOMSTEN

Uitgaven

2006

5.000 4.988 2.850 46.000 70.500

5.000 6.493 3.200 36.375 59.000

129.338

110.068

2005

2006

Exploitatie

1.165

1.172

TOTALE UITGAVEN

1.165

1.172

Stichting CEDNA Peru (Euro) INKOMSTEN CEDNA

2005

Baten vrijwilligersproject Fondsenwerving Donaties Subsidies Baten uitzendorganisatie Baten cursussen TOTALE INKOMSTEN

19.333 8.333 3.333 8.333 3.639 42.972

24-30

2006 30.933 8.333 3.333 8.333 3.612 54.545


2005-6

Algemene kosten

2005

Personeelskosten Directeur Financieel manager Onvoorzien

2006

15.000 6.000 1.000

15.000 6.000 1.000

Huisvestingskosten Administratie Overige kosten

310 1.335 3.960

310 1.335 3.060

Eenmalige investeringskosten

2.615

1.300

30.220

28.005

TOTALE UITGAVEN

Kindervoedselproject

2005

Sociale ondersteuning (85% voedselkosten, 15% medische kosten Educatie/opleiding (speelgoed) Huisvesting (huur, energie, onderhoud, verzekeringen) Personeel Projectleider Adm.medewerker Leidster (5x) Kok Overig Commerciële kosten (drukwerk e.d.) Administratie Algemeen Onvoorzien Eenmalige investeringskosten (inrichtingskosten) TOTALE UITGAVEN

25-30

2006

8.500 1.650

8.500 1.650

10.570

10.570

7.000 3.000 17.500 3.500 2.375 2.675 1.215 2.745 1.500

7.000 3.000 17.500 3.500 2.375 2.675 1.215 2.745 1.500

6.750

1.740

68.980

63.970


2005-6

Miski Wawa project

2005

Sociale ondersteuning (85% voedselkosten, 15% medische kosten) Educatie/opleiding (speelgoed) Huisvesting (huur, energie, onderhoud, verzekeringen Personeel Projectleider Kok Overig Commerciële kosten (drukwerk e.d.) Administratie Algemeen Onvoorzien Eenmalige investeringskosten (inrichtingskosten) TOTALE UITGAVEN

Opleidingsproject

2.800 80

2.800 80

3.370

3.370

7.000 2.000 520 1.450 1.900 1.600 1.500

7.000 2.000 520 1.450 1.900 3.045 1.500

2.425

3.215

24.645

26.880

2005

Educatie/opleiding (studiemateriaal) Huisvesting (huur, energie, onderhoud, verzekeringen) Personeel Projectleider Adm.medewerker Leraren (4x) Overig Commerciële kosten (drukwerk, presentatiemateriaal) Administratie Overige kosten Onvoorzien Eenmalige investeringskosten (inrichtingskosten) TOTALE UITGAVEN

26-30

2006

2006

2.900

2.900

8.620

8.620

7.000 3.000 12.000 1.900

7.000 3.000 12.000 1.900

2.520 1.210 2.735 1.500

2.520 1.210 2.735 1.500

3.915

1.200

47.300

44.585


2005-6

Bijlage A: CV Cora Staats Cora Staats (42) is na haar opleiding toerisme jarenlang in de toeristische sector werkzaam geweest en heeft veel landen van de wereld bezocht. Haar voorliefde voor Midden- en Zuid Amerika werd al snel duidelijk. Cora heeft de afgelopen jaren veelvuldig in Midden- en Zuid-Amerika gereisd en kennis gemaakt met haar bevolking en culturen. Vooral met de Indiaanse bevolking van dit continent heeft zij een sterke band ontwikkeld. In november 1996 heeft zij in Guatemala gedurende drie maanden een cursus Spaans gevolgd en voor het eerst meegewerkt in een ontwikkelingsproject met het doel om arme kinderen een leuke kerstdag te bezorgen. Na terugkomst in Nederland werd duidelijk dat dit zeker geen eendagsvlieg was maar dat er een sterke behoefte ontstond om meer van dit type werk te gaan doen. Cora heeft in Nederland onder andere gewerkt bij luchtvaartmaatschappijen waar zij secretariële, operationele, verkoop, project en administratieve functies heeft vervuld. Bij de ANWB heeft zij voor de afdeling opleidingen het onderzoek en de implementatie verzorgd van een administratie- en planningsysteem voor cursussen. In haar een na laatste functie voor zij in januari 2002 naar Cusco vertrok, heeft zij leiding gegeven aan het secretariaat van een organisatie die mensen met een achterstand (langdurig werkelozen) helpt een eigen bedrijf te beginnen. Van april 2003 tot april 2004 heeft Cora als secretaresse van een kamerlid gewerkt. In de portefeuille van dat kamerlid zat onder andere ontwikkelingssamenwerking. Cora heeft daar de politieke kant van de ‘Goede Doelen’ leren kennen. Cora is een avontuurlijke en ondernemende vrouw die zeer sociaal bewogen is en gemakkelijk kontakten legt. Zij woont en werkt sinds april 2004 in Cusco. De concrete link met de projecten waarvoor de Stichting Vilcabamba zich wil inzetten werd gemaakt tijdens Cora’s werkzaamheden in Cusco in 2002. Als vrijwilligster is zij werkzaam geweest in diverse projecten en heeft zich vooral ingezet voor straat- en ondervoede kinderen en hun ouders. In dat kader heeft ze ook veel huisbezoeken afgelegd bij ouders van de ondervoede kinderen en daardoor goed zicht gekregen op de totale problemen waar deze groep mensen mee kampt. Echter, de beschikbare budgetten voor de betreffende projecten zijn zeer minimaal waardoor het in sommige situaties zeer moeilijk was om de noodzakelijke ondersteuning te kunnen bieden. De ervaringen in Cusco hebben enerzijds geleid tot het ontstaan van een goed inzicht in de specifieke problematiek van kansarme kinderen en hun ouders. Anderzijds heeft het ook geleid tot het verkrijgen van een breed relatienetwerk met diverse lokale instanties en enthousiaste Peruanen die dagelijks werkzaam zijn met deze doelgroepen. Cora werkt dan ook nauw samen met mevrouw Rossana Vega Maldonado.

27-30


2005-6

Bijlage B: Contacten met lokale organisaties In Cusco, Peru werkt het kindervoedselproject met een aantal partijen samen. Met hen zijn overeenkomsten gesloten. Hieronder volgt een opsomming van die organisaties.

Ministerie ter bevordering van de Vrouw en sociale ontwikkeling (Mimdes) • PRONAA (Nationaal programma ter voedselondersteuning) Is een publieke organisatie, dat valt onder het ministerie ter bevordering van de Vrouw en sociale ontwikkeling. Deel van het werk van PRONAA is voedselhulp aan de arme en extreem arme bevolking. Het kindervoedselproject ontvangt voor ieder kind dat in het project is, basisvoeding voor een maand (rijst, olie, maïs, meel). Maar per maand ontvangt het project niet de juiste hoeveelheden (te weinig) om de kinderen mee te voeden.

Ministerie van Gezondheid (Minsa)

• Staatsziekenhuizen in Cusco Deze ziekenhuizen sturen ondervoede kinderen naar ons project om te herstellen. • Staatsgezondheidscentra Deze centra sturen ondervoede kinderen naar ons project om te herstellen. • “Belen pampa”, “siete cuartones”, “independencia” en anderen (mini staatsziekenhuizen) Deze centra sturen ondervoede kinderen naar ons project om te herstellen. • Medici Van deze bovengenoemde gezondheidsinstituten wordt de controle op de voortgang van de gezondheid van de ondervoede kinderen in ons kindervoedselproject gedaan door de medici en zusters.

Gemeente

• “Vaso de leche” en/of “club de madres” Het gemeenteprogramma “vaso de leche” geeft: melk, guinua, kiwicha, bonenmeel en haver aan de arme bevolking met kinderen in de leeftijd tot 6 jaar. Dit wordt uitgedeeld door moeders uit de buurt. Het kindervoedselproject ontvangt voor ieder ondervoed kind uit het project een basishoeveelheid van bovengenoemde producten per maand. De maandelijkse hoeveelheid die ontvangen wordt voor een kind is onvoldoende. Voedseldeskundige (komt gemiddeld 2 keer per maand) Sociaal werkster (komt indien nodig)

Demuna (gemeentelijke organisatie) Demuna (Defensoría Municipal del Niño y el Adolescente) is een gemeentelijke organisatie die helpt bij het verdedigen van de rechten van kind en volwassene in geval van mishandeling en misbruik. Organisatie stuurt ondervoede kinderen naar ons project.

28-30


2005-6

Unicef Doet een keer per kwartaal of 2x per jaar een evaluatie (gewichts en lengte controle). We onderzoeken op dit moment of we onze netwerken ter plaatse verder uit kunnen breiden met de volgende organisaties: • Ministerie van Educatie en Cultuur (minedu) Hebben educatieprogramma’s voor de arme bevolking (bijvoorbeeld: PRONOIS). Onderzoeken in hoeverre onze programma’s hiervoor in aanmerking kunnen komen. Dit zijn programma’s voor kinderen van 5 jaar en jonger. • Ministerie van Werk en ter bevordering van Arbeid (mintra) Hebben sociale programma’s en projecten ter investering. Onderzoeken in hoeverre onze programma’s hiervoor in aanmerking kunnen komen.

Gemeentes van de districten van Cusco Met de diverse gemeentes van de districten van Cusco (waar de meeste van onze doelgroepen zich bevinden) kunnen gesprekken gevoerd worden om na te gaan of er vormen van samenwerking mogelijk zijn.

Overige organisaties (NGO’s), kerken, scholen Kunnen ons in contact brengen met families die ondervoede kinderen hebben. Bijvoorbeeld een NGO heeft een naschools opvangproject in een van de arme wijken van Cusco en kunnen families doorverwijzen naar ons.

29-30


2005-6

Bijlage C: Inschrijvingsgegevens Stichting Vilcabamba en CEDNA

30-30

Stichting. Beleidsplan Datum: mei Centrum ter ontwikkeling van kind en volwassene in Peru. Beleidsplan Stichting Vilcabamba

Recommend Documents