P ers beric ht
Inhuldiging kunstwerk “ Groot Orgel ” Thibaud Wyngaard, voorzitter van de Haven van Brussel en Brigitte Grouwels, Brussels minister bevoegd voor de Haven van Brussel, hebben vandaag woensdag 16 juli 2014 het “Groot Orgel” ingehuldigd : een kunstwerk ontworpen door Philippe Van Snick om de gevel van het TIR-centrum aan de Havenlaan te bekleden. De inhuldiging vond plaats in aanwezigheid van de kunstenaar en de bouwmeester van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Olivier Bastin die het deskundigencomité geleid heeft die de kunstenaar geselecteerd heeft. Het “Groot Orgel” is een monumentaal werk, 150 meter lang en bestaat uit gekleurde aluminiumprofielen : het bedekt de gevel van het TIR-centrum. Het TIR-centrum gebouwd in 1958 biedt 160.000 m² opslagplaatsen, vlakbij het wegennetwerk en op slechts 5 minuten rijden van het Brusselse stadscentrum die zowel dienst doen voor de douane inklaringen van goederen, maar ook voor opslag, logistiek en stedelijke distributie. De installatie van het kunstwerk van Philippe Van Snick is een van de elementen van de grondige renovatie van deze gebouwen; hierin begrepen zitten ook de gevels alsook de laad - en loskades die in een nieuw kleur gestoken worden. Deze werken tonen aan dat het menens is voor de Haven van Brussel om haar installaties zo goed mogelijk te integreren in de stedelijke omgeving. Deze renovaties beklemtonen ook de prominente rol die het TIR-centrum speelt in de stedelijke distributie te Brussel, een rol die de Haven wenst aan te zwengelen in de komende jaren, in samenspraak met Brussel Mobiliteit en haar “Strategisch plan voor het Goederenvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”.
Tijdens de inhuldiging prees Thibaud Wyngaard, voorzitter van de Haven van Brussel de verwezenlijking van dit kunstwerk : “ Dit kunstwerk kleedt het TIR-centrum prachtig aan, het geeft dit gebouw uit de jaren vijftig een nieuw gezicht. Dit werk is trouwens maar een deel van een hele reeks werkzaamheden die de stedelijke integratie van de site rond het TIR-centrum zal verbeteren. De Haven van Brussel is al vele jaren bezig met belangrijke renovatiewerken van deze site van het TIR-centrum, meer bepaald de renovatie van het centrum zelf alsook de schilderwerken aan de laad- en loskades langs de Stapelhuisstraat. Deze werken moeten het TIR-centrum toelaten haar activiteiten ten dienste van de stad verder te ontwikkelen daar zij een zeer belangrijke functie van distributie van goederen naar de stad en haar economie levert .”
Brigitte Grouwels, minister bevoegd voor de haven van Brussel, reageert enthousiast. “ Dit kunstwerk maakt integraal deel uit van een gewestelijk beleid rond stedelijke integratie ”, aldus de minister. “ De Haven van Brussel ligt immers in het hart van onze hoofdstad. Een troefkaart die we optimaal proberen uitspelen. Met actieve steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voert de Haven daarom al jarenlang een beleid om het schaarse water nog nauwer op het bruisende stadsleven te laten aansluiten. Ook kunst speelt daarin een belangrijke rol. ”
P ers do ssier
I n h ou d Pro ce s p. 05 Biogra fie p. 08 I ntervi ew p. 09 Te kst v an Luk Lambrech t, cura t or e n ku nst c ri t i c u s p. 11 I llustraties p. 13 Cont acten p. 14
Pro ce s Sele ctie Philippe Van Snick werd door de expertenkamer, een artistieke commissie opgericht door de Bouwmeester-Architect van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bMa), geselecteerd voor een interventie op de gevel van het TIR-centrum (Transport International Routier), eigendom van de Haven van Brussel met als functies de stedelijke distributie, de inklaring en opslag van goederen van verschillende oorsprong. Zich baserend op de ontwikkelingsplannen voor de activiteiten van het kanaal heeft de bMa een stedenbouwkundige, sociale, economische, culturele en politieke contextualisering van het gebied voorgesteld. Hij benadrukte de voornaamste uitdagingen van de site opdat de experten in de plastische kunsten een debat konden voeren over het type interventie en over de keuze voor de kunstenaar die het meest gepaste antwoord kon bieden. De uitdagingen toonden aan dat de artistieke interventie het inrichtingsprogramma zou kunnen versterken : de ontwikkeling van opkomende economische activiteitencentra waaronder Tour & Taxis, de reconversie van de erfgoedsites (de watertoren en de bijhorende elektriciteitscentrale, het dienststation, het Byrrh-centrum en de binnenvaartschool) en de aanleg van noord-zuid gerichte groene as tussen de Maritieme wijk van Molenbeek en de Onze-Lieve-Vrouwstraat in Laken. Deze dynamiek past binnen een trend die door verscheidene steden werd opgestart, zoals Bilbao, Hamburg of Ravenna, die geconfronteerd werden met dezelfde effecten van desindustrialisering langs kanalen, en die herinrichtingsplannen uitwerkten opdat de inwoners zich de band tussen water en stad weer eigen zouden maken. Vanuit dit oogpunt werd gedacht aan een kleurinterventie op schaal van de gevel langs de Havenlaan, 150 meter lang en 8 meter hoog, waardoor de keuze leidde naar Philippe Van Snick, wiens werk tijdens tentoonstellingen had getuigd van zijn sterke kleurbeheersing.
5
O ntwerp Om de selectie te valideren werd de kunstenaar gevraagd om zijn intenties te schetsen tijdens een bijeenkomst van de expertenkamer op 29 januari 2014, in aanwezigheid van de Haven van Brussel (opdrachtgever). De kunstenaar stelde meteen voor om in te grijpen via de ritmische accentuering van de betonnen balken in de gevel van het gebouw, door ze kleur te geven en er gekleurde profielen aan te bevestigen. Zodra de intenties uiteengezet waren, heeft de expertenkamer er bij de opdrachtgever op aangedrongen een overheidsopdracht te gunnen voor een grondiger studie, zodat de experts het artistieke voorstel konden beoordelen op basis van schetsen en een technisch haalbaarheidsrapport. Ze hebben de Opdrachtgever ook gevraagd dat de kunstenaar ondersteund zou worden door een architect voor het technische aspect van zijn verwezenlijking. Daarom werd een opdracht toevertrouwd aan de havenarchitect, Arter Architecture, die nauw heeft samengewerkt met Philippe Van Snick. Op 22 maart 2013 legde de kunstenaar samen met Arter Architecture een afgerond artistiek voorstel voor aan de expertenkamer : “ Het werk zou bestaan uit gekleurde stalen profielen die rechtstreeks op de dwarsbalken worden vastgemaakt. De lamellen zouden bekleed worden met het typische tienkleurenpalet van de kunstenaar. In oppositie en juxtapositie worden de aanwezige betonnen kolommen zwart en blauw geverfd (verwijzing naar de tegenstelling tussen dag en nacht). Het kleurenpalet verleent een visuele ritmiek en een muzikaliteit aan het werk, over de gehele lengte van de 150 meter lange gevel. Er is niet alleen het esthetische aspect : de profielen vormen ook een veiligheidsbarrière. ” In de loop van het proces werden de metalen lamellen vervangen door aluminium profielen, die lichter en goedkoper zijn. De uitvoering werd hierdoor vereenvoudigd, met name wat betreft het bevestigen van de profielen die zich op een hoogte van 8,40 meter bevinden aangezien ze slechts drie verankeringspunten behoeven. De verf werd vastgezet via een procedé van thermisch lakken. Vanaf het voorontwerp waardeerden de experten het kleurencontrast, het duidelijke beeld van een specifiek kunstzinnig werk en tot slot de positieve impact op het gebouw en zijn omgeving. De verlichting zal ook een aandachtspunt vormen, als scenografisch element dat het werk een bijzonder aura verleent.
6
Uit vo e rin g Er werd een overheidsopdracht voor aanneming van werken gelanceerd, op basis van het bestek dat architect Arter opstelde, in nauwe samenwerking met de kunstenaar, om de details van de verwezenlijking tot in de puntjes in orde te hebben. De firma Baelcaen & Fils kreeg de gehele opdracht toegewezen. Die omvatte de productie van de profielen, de verankering via een onderaannemer, de installatie ervan, het kleuren van het beton, het thermisch lakken van de profielen en tot slot het bestellen en installeren van de verlichting.
Conclus ies Het specifieke van de procedure van de bMa zit enerzijds in de keuze van de kunstenaars, steunend op de expertenkamer, en anderzijds in de opvolging van het project tijdens elke fase ervan. De kunstenaar blijft de centrale figuur binnen een verwezenlijkingsproces waarin hij baas blijft over de uitvoeringswijzen en de middelen die hij nodig zal hebben, en hij blijft daarbij tegenover de opdrachtgever verantwoordelijk voor de integriteit van zijn werk. Door een opvolgingscomité met experten in plastische kunsten en architectuur op te zetten kunnen antwoorden worden geboden op problemen die opduiken in de loop van het proces, met waarborgen voor de artistieke continuïteit van de aanvankelijke intenties.
7
Biogra fie
Philippe Van Snick studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent. In het begin van zijn loopbaan is hij bekend als een conceptuele en minimalistische kunstenaar. Hij beoefent verscheidene disciplines zoals film, fotografie en installaties. Zijn geliefde thema’s zijn de ellips, dualisme en het decimale systeem. Vanaf 1979 gaat hij voor een abstract minimalisme. Onder de titel “ Space and Time in Minimalist and Abstract painting : The Case of Philippe Van Snick ” is in juni 2005 een onderzoeksproject van start gegaan rond het oeuvre van de kunstenaar binnen het Onderzoeksplatform Kunsten van de KULeuven. Het project biedt een analyse van de perspectieftegenstellingen in het discours van post-abstracte en minimalistische schilderkunst. Grosso modo omvat het project drie werkvormen : theoretisch onderzoek, een artistiek onderzoek met het beeldende werk van Philippe Van Snick als uitgangspunt en workshops gedurende de drie jaar dat het project loopt. Het resultaat van zijn onderzoek is in 2010 te zien in een tentoonstelling van zijn gehele oeuvre in Museum M te Leuven. De resultaten van dit onderzoeksproject zijn gebundeld in het boek “ Philippe Van Snick. Dynamic Project ”, 2010.1
1
http:/www.opk-vansnick.be 8
I ntervi ew
Interview met Philippe Van Snick door Tiffany Hernalesteen Kunt u in enkele woorden uitleggen hoe uw kleurenpalet tot stand gekomen is? Het kleurenpalet stemt overeen met een programma dat ik in 1979 uitgewerkt heb : het gaat om de compositie van een pseudowiskundig systeem gebaseerd op de notie van het oneindige dat zich door het numerieke systeem laat vertalen in cijfers van 0 tot 9. Daarbij komt elk cijfer overeen met een kleur van het kleurenprisma (rood, oranje, geel, groen, blauw, violet). Ik voeg er wit (som van de kleuren) en zwart (geen kleur), goud en zilver (metalen) aan toe. Kleur staat niet langer voor een mimetische realiteit van de natuur maar voor een abstract en toegankelijk numeriek systeem. De aanwezigheid van goud en zilver is een verwijzing naar de joodschristelijke picturale traditie aangezien we deze metalen al vanaf de Byzantijnse periode tot bij de Vlaamse primitieven of ook nog in de Italiaanse schilderkunst terugvinden. Goud en zilver zijn edele metalen: het ene stabiel en gestold, het andere onstabiel en zwart geworden door blootstelling aan de lucht, waardoor de notie tijd ontstaat. Deze metalen verwijzen ook naar het geldsysteem en de markt in de ruime zin. In mijn werk staan goud en zilver in de uithoeken, ze vormen de kaders van mijn systeem.
Hoe hebben de structuur en de functie van het gebouw het werk beïnvloed? Het voorstel dat ik aan de expertenkamer in aanwezigheid van de opdrachtgever heb voorgelegd houdt vanzelfsprekend rekening met de bijzondere structuur van het gebouw. De betonnen kolommen van het gebouw zorgden voor een zekere ritmiek die echter niet op de voorgrond geplaatst werd. Ik heb er dus voor gekozen ze blauw en zwart te kleuren, twee kleuren die ik gewoonlijk naast elkaar plaats om de paradox van dag en nacht voor te stellen. Dan ben ik blijven stilstaan bij het accentueren van de verticaliteit van het gebouw in het licht van mijn kleurenpalet dat een tegenwicht zou vormen voor de betonnen kolommen. Het uitspelen van de acht kleuren in identieke porties geeft het geheel strakheid en ritmiek. Zodra ik het totaalbeeld zag, maar ook tijdens de montage, heb ik het verband gelegd met het orgel. Het orgel wordt gekenmerkt door stalen pijpen die geluiden voortbrengen en in de ruimte verspreiden net zoals de kleuren van het werk in de ruimte die het verwelkomt. Ik heb nooit een orgel willen bouwen maar dit werk in zijn geheel lijkt er sterk op. In de schetsfase werd ik al geconfronteerd met de behoefte om het gebouw te beveiligen door het ondoorgrondelijk te maken. Deze behoefte is erg bepalend geweest voor de keuze van het materiaal van het werk. Die keuze is niet onmiddellijk gemaakt maar vormde het voorwerp van een denkoefening met mijn entourage en specialisten die me geholpen hebben om het systeem van aluminiumprofielen toe te passen i.p.v. gebogen staal, dat gevoeliger is voor corrosie.
9
Deze functionele keuzes hebben natuurlijk gevolgen gehad voor de uitvoering en de algemene weergave. Hoewel ik compromissen heb moeten sluiten, geeft het geheel me des te meer voldoening omdat het proces me de gelegenheid geboden heeft inzicht te krijgen in en samen te werken met vakgebieden die ik nooit benaderd zou hebben indien ik geen centrale positie had ingenomen in de verschillende technische fases van het ontwerp en de uitvoering van de werf. Wat mij betreft, is het project voor 98% geslaagd.
Is dit werk zo verschillend van de galerijgebonden denkoefeningen en ruimtelijke ingrepen die u al verschillende jaren uitoefent? Intrinsiek komt het op hetzelfde neer. Wat verschillend is, is de uitvoering die veel strakker is gezien de grootsheid van de afmetingen. Voor het project waren strakheid, geduld en vastberadenheid op hun plaats.
10
Tekst v an Luk Lambrech t, cura t or e n ku nst c r i t i c u s TIR Kleur geven aan een industrieel site De opdracht die Philippe Van Snick werd toegemeten maakt qua schaal, verhoudingen én impact een ingrijpende interventie mogelijk. Philippe Van Snick positioneert al heel zijn carrière met een nuchtere zin voor precisie kleur in, met en rond architectuur en urbanisatie. Al van in de jaren tachtig wist hij zijn “metriek stelsel” met “alle” cijfers van 0 tot 9 in te zetten als “zijn layer” over de werkelijkheid. Met cijfers wou en wil Philippe Van Snick de wereld begrijpen én vatten ; met een wiskundig vocabularium kon hij een pseudoaanzet geven om in de a-priorische chaos van de zichtbare realiteit een “systeem” te bedenken dat voor de buitenwereld als tegelijk betrouwbare én geheimzinnige formules steek kon houden. Als cijfers symbool staan voor het “abstract” combineren van alle mogelijkheden als equivalent voor wat mogelijk kan zijn in de realiteit, dan is het coloristische indexsysteem met 10 kleuren de uitweg voor Philippe Van Snick om met “zijn” palet navigerend in de wereld alles te willen en kunnen vatten/ fixeren. De primaire, secundaire, de zogenaamde non-kleuren wit en zwart en de metalen zilver en goud vormen een verzameling waarin de gehele ”gekleurde” realiteit als een oneindige varieerbare abstracte scan kan worden verbeeld. Philippe Van Snick maakte vooral in de context van kunstintegratie en kunst in de openbare ruimte talrijke interventies met kleur, gebaseerd op zijn decimaal-logische kleurenpalet. Voor het TIR-centrum wordt de notie monumentaliteit toegepast met de 10 kleuren. Philippe Van Snick transporteert hier zijn systeem op een gigantische gevel waarachter de beweging van goederen zich op een haast onzichtbare wijze afspeelt. Philippe Van Snick weet zijn interventie in het midden te houden tussen kunst en toegepaste kunst en daarin zit de sterkte van zijn wel overwogen artistieke beslissingen. De “muur” van 150 meter is als een screen – een opeenvolging van vlakken kleur, telkens perfect geritmeerd door een “framing” door blauw en zwart gekleurde “dragende” betonnen kolommen schematisch en primair verwijzend naar de cyclus dag en nacht. Deze interventie is een abstract en zichtbaar maken van de tijd; zoals de routine (dag in dag uit) en specifiek van de routiers die op de cadans van dag- en nachtvervoer de goederen (vers en op tijd) ter plaatse brengen. Voor toevallige gebruikers kan deze indrukwekkende muur van kleuren een ervaring worden die afsteekt tegen de grauwe, Brusselse maritieme wijk, die smacht naar vernieuwing en ademruimte. Het passeren langsheen deze merkwaardige muur van kleuren wekt bij de passant het effect op van het abrupt beleven van een opvallend detail in en tussen de urbane tristesse – een oogstrelend en geestverfrissend “monumentaal” detail dat een mens doet opkijken en wellicht even laat nadenken.
11
Voor anderen mét culturele interesses kan deze lange kleurenmuur worden gelezen in de tradities van het modernistische principe om kleur te ontdoen van haar psychologisch-esthetische kenmerken en kwaliteiten. Kleur als een concrete aanwezigheid in een concrete omstandigheid. De metalen zilver en goud die bij Philippe Van Snick net zoals bij de tweedeling dag (blauw) & nacht (zwart) – als symbolische tekens staan voor het mentale (goud) en het wereldlijke (zilver) ondermijnen elke vorm van beredeneerde kleurenlogica en dito enge belevingspsychologie. De kleuren laten niet alleen op een mentale en denkbeeldige manier alle (in)denkbare “realiteit” binnen in de kunst; Philippe Van Snick kadreert daarenboven zijn ruime kleurvelden met de alternerende kleuren blauw en zwart die letterlijk tijd worden en in oordeelkundige op basis van de bestaande architecturale opeenvolgingen, de (on)eindigheid van het leven zichtbaar maken zonder te vervallen in gratuite sentimentaliteit. De zwart-blauw gekleurde kolommen hebben iets strak-klassieks en zelfs iets puntgaaf picturaals: de ingreep aan de TIR-site kan als een stedelijk-seculiere tempelgevel worden ervaren door de kleur. Philippe Van Snick bedacht een monumentale ingreep zonder dat deze interventie “exemplarisch” wordt beschouwd als een kunstwerk. De TIR-site is met deze ingreep aan een eerste “upgrade” toe met een eenvoudig ogend werk dat zowel visueel als mentaal een grote impact “uitstraalt”. De kunst is bij machte om onze omgeving op een andere manier te verzinnen en er een andere “zin” aan te geven. Dit gebeurt aan de TIR-site nu en hier.
Luk Lambrecht juli 2014
12
I llust raties
13
Cont acten
H aven van Brus s el Directie Marketing & Ontwikkeling Tel : 02 421 66 55 Sylvain Godfroid, communicatiecoördinator Redersplein 6 1000 Brussel Tel : 0497 599 044
[email protected]
Bo uwmees ter - Olivier Bas tin Vooruitgangsstraat 80 1035 Brussel Tel: 02 204 28 35
[email protected] http://bmabru.be/
Philippe Van Sn ick Emmanuel Hielstraat 17 1030 Brussel
[email protected]
Kab inet Brig itte Grouwels Botanic Building Sint-Lazaruslaan 10 (13de verdieping) 1210 Brussel Philippe Vanstapel - persverantwoordelijke Tel: 0499 58 89 22 www.brigittegrouwels.be
14