Periode berichten 2012 ______________________________________________________________________________________________
Griekse broeders. Van 23 maart 2012 t/m 1 april 2012 heeft training plaatsgevonden van 3 Griekse VKK-leden. De Griekse VKK bevindt zich in een oprichtings fase en training van die geestelijkheid is dus heel belangrijk. Deze trainingen stonden onder leiding van de Duitse Priester Johannes van Driel. Aan hen is in de loop van hun studie week het H.Vormsels toegediend en zijn vervolgens de 4 lagere wijdingen op zaterdag 31 maart gegeven door Mgr. Peter Baaij en Mgr. Gert-Jan. Het ligt in bedoeling dat zij een VKK Kerk in Griekenland gaan opbouwen. Het was een uitermate warme kennismaking, inwijding en sterk gevoel van wederzijdse broederschap! We mogen dan ook vrijwel zeker stellen dat wij ze zullen weerzien. Hogere wijdingen zullen in het land zelf gegeven moeten worden dus een bezoek onzerzijds naar Griekenland ligt dan ook in de lijn der verwachting. Stukjes uit periodiek 27 mei t/m 15 juli Berichten van uw e.a. priester Gemeenteavond 8 juni Op vrijdag 8 juni is er een gemeenteavond. Wij beginnen om 19.30 uur en sluiten af met het zingen van de Vespers. Wij gaan met elkaar brainstormen over het programma van het komende seizoen. Ook onze kerkgemeente in de maatschappij komt aan bod. Hoe kunnen we onze diensten en activiteiten zo indelen dat de verbinding met de maatschappij meer gemaakt wordt. Het gaat dan niet om hoe het was of hoe het in de toekomst moet zijn, maar meer gedacht vanuit de mogelijkheden die wij nu hebben. In de huidige tijden met een verande-rend denken van de mensen zouden wij toch wat moeten kunnen betekenen. De kerkelijke dagen in de komende periode
De vrijheid van Pinksteren (Uit "De vier Evangeliën" door pr. A. Heppener, voormalig e.a. priester kgm. Naarden, eerder geplaatst in maandbericht mei 2004) Aan het einde van de vier Evangeliën wordt ons verteld van de verschijning van Christus aan Zijn discipelen, nadat Hij uit de dood is verrezen. Deze verschijningen waren nauw verbonden met een stoffelijke werkelijkheid. Christus sprak met Zijn discipelen en deelde het brood met hen. De stoffelijkheid van Pasen wordt verheven tot de vergeestelijking van Pinksteren. Er is een meer gerijpt bewustzijn voor nodig om de verstrekkende gevolgen van het Paasgebeuren te kunnen onderkennen. Dit bewustzijn komt tot uitdrukking in de doxologie. Als we naar de beleving van Pasen kijken, zoals dit ook vandaag nog veelal gebeurt, dan is het licht van Pasen, gesymboliseerd door de Paaskaars, voor velen slechts het herinneringslicht van Kerstmis. Met Kerstmis herdenken we de geboorte in de stof en met Pasen herinneren we het ons weer. De opstanding wordt wel gevierd, maar te veel gekoppeld aan de gedachte van een stoffelijke wederverschijning. Grote groepen mensen wachten op de stoffelijke incarnatie van Christus en gaan voorbij aan de diepere betekenis van Pasen en Pinksteren. Een helder beeld geeft onder andere de liturgie van de Vrij-Katholieke Kerk. Het Graduale voor Pasen zegt bijvoorbeeld: Christus, opgewekt uit de doden, sterft niet meer: de dood kan Hem niet overheersen. Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven: en dat Hij leeft dat leeft Hij Gode. De consequentie van deze tekst dat Christus niet meer sterft, is dat Hij ook niet meer in de stof geboren zal worden. Hij leeft op het niveau waar de Heilige Drievuldigheid één is en op dit niveau kunnen wij Hem ontmoeten door onze wedergeboorte in de Geest te beleven: door ons te realiseren dat we geestelijke wezens zijn. De drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest wordt in de doxologie uitgedrukt met Koninkrijk, de Kracht en de Heerlijkheid. Ik zeg niet dat het ene gelijk is aan het andere, maar het één refereert aan het ander.
Pinksteren is het feest van de Heilige Geest. Eveneens uit de liturgie van de Vrij-Katholieke Kerk in het Graduale van Pinksteren: De Here is de Geest, en waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid. Hiermee zijn we weer terug bij de vrijheid van het IK. De werkelijk vrije mens kan dus Christus in de Geest ontmoeten. De hunkering naar vrijheid van de moderne mens is in feite een verlangen naar de ontmoeting met de Christus. We kunnen dit signaleren in alle geledingen van onze samenleving. Of het nu het verlangen is van de mens om zich vrij te maken van zijn afkomst, of het verwerpen van de religie waarin hij is opgegroeid, of het veranderende normbesef, of het losmaken van ontwikkelingslanden van hun koloniale verleden, het zijn alle uitingen, echter meestal onbewust, van het verlangen naar de ontmoeting met Christus. De mens moet nog leren hoe hij hiermee bewust moet omgaan. We zullen moeten leren om het Pinksterfeest werkelijk te kunnen vieren. Pas met Pinksteren kan het besef doordringen, dat de manifestatie in de stof van de Christus zijn plaats heeft gehad. Vrijwel de gehele mensheid heeft een besef van Kerstmis. Grote groepen mensen beleven het Paasfeest, maar voor het merendeel der mensheid is Pinksteren alleen maar een paar vrije dagen. R. Steiner noemt één van zijn lezingen Pinksteren het feest van de vrije individualiteit. Ik citeer uit deze lezing het volgende: De Geest der Vrijheid heerst in de Geest, die Zich heeft uitgestort over degenen, die als eersten het Christendom begrepen hebben op dit eerste Christelijke Pinksterfeest, de Geest, wiens belangrijkste eigenschap door Jezus Christus wordt aangeduid (Joh. 8:32) Gij zult u van de waarheid bewust worden en de waarheid zal u vrij maken! H. Albanus (bijdrage van Pr. Marco Warnon, voormalig e.a. priester kgm Naarden, eerder geplaatst in maandbericht mei 2003) De H. Albanus is de schutspatroon van onze internationale kerk, maar waarom eigenlijk? Het was de overtuiging van onze stichter-bisschoppen dat de Martelaar Albanus die heilig verklaard is, een vorige incarnatie geweest is van de Meester de Prins (ook wel Meester Racockzy genoemd). Deze meester zet zich in voor het westelijke deel van de mensheid, en is verantwoordelijk voor de zevende straal, die van "geordende dienst" en dus van ceremonieel werk. Dit was de reden om de H. Albanus te kiezen als schutspatroon voor de gehele Vrij-Katholieke Kerk. Het gebed van de H. Albanus wordt daarom wereldwijd altijd na de collecte van de schutspatroon van de eigen gemeente gebeden. Vanwege de invloed van deze Meester is er in de laatste eeuwen een link behouden naar de Oude mysteriën. Tijdens zijn incarnatie als Christian Rozenkrutz, maar zeker ook als de Comte de Saint Germain, heeft hij via verschillende kanalen, de kennis van deze mysteriën weten te behouden in organisaties zoals bijvoorbeeld de Vrijmetselarij. Het symbool van de Roos is het bloeiende antwoord dat groeit uit de offervaardige eerbied die aan het Hogere wordt geschonken tijdens bijvoorbeeld een Heilige Mis. Het uitdelen van rozen op de feestdag van de Heilige is reeds een lange traditie in de kerkgemeente Naarden, dit als teken van herkenning van de speciale band die onze kerkgemeente heeft met de Meester de Prins, en die hij in het bijzonder onderhoudt op het Spiritueel Centrum waarop wij gevestigd zijn.
Het geloof en de bijbel Ons lid Jan Tiernego kijkt regelmatig naar de kerkdienstuitzendingen van Ds. Schüler van “Hour of Power”. Hij stuurde de redactie het volgende fragmentje uit een preek van Ds. Schüler. Ds. Schüler begon zijn preek eens als volgt. “Op een mooie dag fietste ik langs de dijk en ging op een mooie plek zitten om van ’t uitzicht te genieten. Verderop zat een man te hengelen. Hij ving met regelmaat wat. Ik bemerkte dat, zodra hij de vis van de haak haalde, hij een stokje pakte en langs die vis legde. En iedere vis die kleiner was, stopte hij in zijn vismand, de grotere gooide hij terug in het water. Ik vond dit niet normaal voor een hengelaar, ging naar hem toe en vroeg
waarom hij juist de grotere teruggooide. Wel, zei de man, dit is de maat van mijn pannetje. Die grotere passen er niet in!” Terwijl de mensen in de kerk nog volop aan het lachen waren, hield ds. Schüler de bijbel omhoog. “Kijk! Zo is het ook met de bijbel. Vol verhalen! Maar veelal passen ze niet in ons pannetje!"
Over het leven van…. Mary Kuska Mianne Bakker laat ons nader kennis maken met de spirituele tochten van leden en belangstellenden die onze kerk al dan niet regelmatig bezoeken. Ze voert gesprekken met hen en geeft de weerslag ervan weer in dit blad. (uiteraard met toestemming!)
Als ik nu een gesprek begin met Mary Kuska, kan het niet anders dat ik veel te horen krijg over het “Grote huis” van het Centrum, dat oorspronkelijk ‘De Duinen’ heet. Dit grote zomerhuis is gebouwd in 1912 op de duinen van de vroegere Zuiderzee, die toen nog in open verbinding stond met de Noordzee. Er was daar dan eb en vloed te zien en ook de zeewind was heel sterk voelbaar. Als Mary rond 3 jaar is, komt er de Afsluitdijk en het water gaat dan het IJsselmeer heten. Mary’s vader is architect en kan een stuk grond kopen van het grote terrein van Mary van Eeghen-Boissevain en zo komt dan aan de rand hiervan het huis te staan, waar Mary geboren wordt op 13 juni 1930. Zij groeit op als enig kind, te midden van de natuur, dichtbij het IJsselmeer, de weilanden, de bossen en al de activiteiten van het Centrum. Als klein meisje heeft zij veel last van bronchitis en gaat daarom voor halve dagen naar school. De andere helft van de dag moet ze buiten rusten in de tuin, waar ze veel leert door intense waarneming van wat ze allemaal ziet. Haar makkertjes zijn de vogels en als klein meisje kent ze 16 verschillende vogels bij naam. Dit is opmerkelijk, omdat ze zich op school heel slecht kan concentreren, maar in de natuur observeert ze alles. Bisschop Wedgwood uit Engeland logeert vaak in het Grote Huis, een plaats waar veel theosofen uit de hele wereld naar toe komen. Mary van Eeghen-Boissevain ziet het als een speciale opdracht om het hele gebied aan de Vrij Katholieke Kerk te schenken, omdat de bisschop er een trainingscentrum voor ceremonieel werk van wil maken. Het eerste kerkje wordt er gebouwd en vooral Mary’s moeder, An Dinger, raakt intens betrokken bij deze ontwikkeling. Later zal zij bij de huidige kapel meehelpen bij de steenlegging. Na enkele jaren wordt het gebied in handen gegeven van de Theosofische Vereniging, waarbij de verbinding met de Vrij Katholieke Kerk blijft. De kleine Mary wordt op 14 Augustus 1930 gedoopt, waarbij Mary van Eeghen Boissevain haar peettante is. Ze wordt ook naar haar vernoemd, dit als een vorm van dank om op die bijzondere plek te mogen wonen en zoveel mee te mogen maken. Heel opmerkelijk is dat 81 jaar later op 14 augustus 2011, het eerste kleinkind wordt gedoopt in het kerkje van de Vrij Katholieke Kerk op het Centrum. Het blijkt dezelfde datum te zijn!
Het werd pas opgemerkt toen Mary haar eigen doopbekertje als een geschenk gaf. Als Mary’s ouders in 1938 uit elkaar gaan, verlaten ze het mooie huis dichtbij het Centrum en Mary en haar moeder verhuizen naar Bussum. Het zijn de oorlogsjaren en Mary wisselt veel scholen en slaagt met een HBS-B diploma, waarna ze naar de kweekschool gaat in Hilversum om dan Montessori-leidster te worden. Na de oorlog vindt er vernieuwingsonderwijs plaats en gedurende 9 jaren geeft Mary les op een particuliere school in Amsterdam. Hierna wil ze wat meer van de wereld zien en krijgt de kans om een jaar in Ceylon les te geven, allereerst in een Nederlands gezin met 4 kinderen en daarna op een Convent School waar ze in de 4e klas Engelse kinderen les geeft.
Daar haar visum geen verlenging krijgt, moet ze het land verlaten en gaat ze voor 6 weken naar het Theosofisch Centrum Adyar bij Madras in India. Dit Centrum is verbonden met het Centrum in Naarden en daardoor heel vertrouwd voor Mary. Van hieruit vertrekt zij naar het Noorden van India, om kinderen van Tibetaanse vluchtelingen die in Road Camps leven, les te geven. In deze tijd ontmoet ze tijdens een audiëntie in 1961 de Dalai Lama. Na een jaar breekt er een opstand uit onder de leerlingen, gericht tegen het corrupte Indiase hoofd van de school. Voor Mary wordt het dan tijd om naar Nederland terug te keren en ze kan weer les gaan geven op haar oude school in Amsterdam. Kennelijk heeft zij genoten van al haar ervaringen buiten Nederland, zodat zij na een tijdje een nieuwe mogelijkheid ziet om nu naar Karachi in Pakistan te gaan om daar op een Nederlandse School te gaan doceren als enige leerkracht voor 6 klassen. Ook deze ervaring is voor een periode en hierna zal Mary in Amsterdam-Buitenveldert op een Montessorischool verder haar loopbaan als lerares vervolgen. Zo heb ik de lijn beschreven van het werkzame leven van Mary. De rode draad van de Theosofie loopt natuurlijk door dit alles heen. Als Mary van haar buitenlandse ervaringen terugkeert, zien we dat ze steeds het Centrum in Naarden blijft bezoeken. In deze tijd is de verbintenis met de kerk heel intens en dus ook voor Mary. Zij zegt mij dan ook dat een kind afgaat op atmosfeer, op datgene wat het kind voelt. Ook Mary is een heel gevoelig kind dat alleen opgroeit in de natuur en die eenheid daar ervaart en zich zo heel bewust ontwikkelt. Ze is vanaf haar zevende jaar lid van de Tafelronde en ontmoet zo veel gelijkgestemden. Nu nog steeds herinnert zij zich de atmosfeer bij het slapen gaan en het wakker worden als kind, waarbij ze altijd, als gebedje, de woorden zegt van de invocatie van Annie Besant, welke haar moeder haar had geleerd: O verborgen Leven, trillend in elk atoom O verborgen Licht, stralend in ieder wezen O verborgen Liefde, alles omvattend in Eén-Zijn Moog’ ieder, die één zich voelt met U Zich daarom één ook weten met elk ander. Op het Centrum ontmoet Mary haar toekomstige echtgenoot Siegfried en in 1970 trouwen ze en gaan in Duitsland wonen, net over de grens in Nordhorn, waar de 2 dochtertjes geboren worden. Mary gaat nu les geven op een 2 mans Nederlandse school in Denekamp, terwijl haar echtgenoot les geeft op een school in Nordhorn, en later in Bochum, waar zij 28 jaar wonen. De kinderen gaan daar naar de Vrije School, waar Mary actief betrokken is bij het schoolgebeuren. Als ik het gesprek breng naar het kerkje, hoor ik Mary zeggen, dat ze vroeger het liefst ceremonieel mee had willen doen. Het is een plekje waar ze graag terugkomt voor de atmosfeer en het opladen van haar gevoelens. Van kindje alleen, richtte ze zich naar meer kindertjes. In haar vrije tijd werd het ook de padvinderij, waar ze haar liefde voor planten en de vogels kon uitdelen. Later is het ook het kamperen met het hele gezin op het terrein van het Centrum, waar ook zomerkampen en ontmoetingen zijn met vrienden. Ze maakt een intensieve trainingsperiode mee, waarbij Professor van der Stok de inspiratiebron is. Hij keek helderziend hoe de uitwerking van het ceremonieel was met betrekking tot de Tafelronde en ook met betrekking tot de kerkdiensten. Zijn studie: ”De Hemelse Machten achter het Kerkelijk Jaar” wordt nog altijd bestudeerd en gebruikt als diepe waarneming. Nu woont Mary hoog op de 7e etage en als luchtteken zoals zij mij zegt, is zij daar heel gelukkig. Haar wereld reikt vanuit dit plekje, ver over de horizon. Hoewel haar echtgenoot haar enkele jaren geleden is ontvallen, zie
ik Mary als een hele blije persoonlijkheid, die gelukkig in zichzelf is. De foto laat haar zien in deze mooie omgeving. Ook nu weer een prachtige ontmoeting. Mianne Bakker
Stukjes uit periodiek 1 april t/m 20 mei De kerkelijke dagen in de komende periode Palmzondag Op zondag 1 april is het Palmzondag. Op deze dag wordt gevierd dat Jezus op een ezeltje als Koning Jeruzalem binnengehaald werd. Hij werd met palmtakken bejubeld. De mensen begrepen niet dat Jezus geestelijk koning was en hadden er een wereldse voorstelling van. De palmtakken staan symbool voor de aardse vergankelijkheid en uiteindelijk verdorren ze. Het geestelijk Koningschap is voor eeuwig. Tijdens de H.Mis worden palmtakken gezegend en uitgedeeld, waarna ze op Aswoensdag 2013, bijna een jaar later, verbrand worden. Stille week en Pasen De Stille week begint op donderdag 5 april.(Witte Donderdag). Witte donderdag begint met een H.Mis om 10.30 uur. Hierbij wordt het Heilig Avondmaal, de instelling van het Heilig Sacrament herdacht en er wordt een Hostie geconsacreerd voor het komende jaar. Deze Hostie wordt in de monstrans geplaatst als er een Heilig Lof opgedragen wordt, of als het Sacrament uitgesteld wordt. Om 19.30 hebben we de avondviering met de Completen. Hierna wordt het altaar “ontluisterd”. Het hele altaar wordt leeggemaakt en de tabernakel wordt opengezet. De stilte die daarna volgt symboliseert de stilte en de eenzaamheid die Jezus in de Hof van Gethsemane meemaakte. Dit is een heel bijzonder moment. Goede vrijdag, vrijdag 6 april, wordt gevierd met een Completen om 19.30 uur. Tijdens deze viering vindt de “verering van het kruis“ plaats. Stille Zaterdag, zaterdag 7 april, vindt om 19.30 uur “de Wijding van het Vuur” plaats. Een bijzondere gebeurtenis met een prachtig ceremonieel. Heel kort gezegd staat het symbool voor het geestelijk licht dat ontbrandt na de overwinning van Jezus. Het staat symbool voor het Christuslicht dat eeuwig brandt. Op zondag 8 april is het dan Pasen. Met het binnenbrengen van het H. Sacrament, vlak voorafgaand aan de H.Mis, vieren we de opstanding van onze Heer. Het feest van de geestelijke wedergeboorte. Na de dienst hebben we samen een gezellige potluck, waarbij we genieten van het eten dat we voor elkaar meebrengen. Hemelvaartsdag is op donderdag 17 mei. Om 10.30 uur wordt de H. Mis opgedragen en de Paaskaars, die 40 dagen gebrand heeft, wordt gedoofd. Pinksteren is op zondag 27 mei. De dag erna, op maandag 28 mei, vindt de traditionele jaarlijkse Landdag plaats, met een H. Mis om 11.00 uur in onze kapel en daarna gezellig samenzijn, een middagprogramma en het H. Lof met processie naar de Rozentuin. pr. P. van Gessel De Stille Week Pasen is het feest van de geestelijke wedergeboorte. In ons kerkelijk jaar een van de belangrijkste vieringen. Als mens zijn wij aan het werk en door vallen en opstaan bezig aan onze weg naar de Goddelijke Volmaaktheid. Anders gezegd: wij volgen allemaal een diep verlangen naar eenwording met God. Op de een of andere manier is dit ergens begonnen. Wij willen allemaal een "beter" mens worden. Kennelijk vinden wij onszelf dus niet goed genoeg. Wat is "beter"? Wat zijn onze voorbeelden? Verdraagzaamheid, liefde, het begrijpen van onze medemens, vrede stichten, onderscheidingsvermogen. Dit zijn naast vele andere allemaal eigenschappen die wij in onszelf willen ontwikkelen. Op deze weg is Jezus ons voorgegaan. Hij is als zoon van God voor ons het voorbeeld van persoonlijke uitdrukking van het Goddelijk volmaakt mensprincipe. Een voorbeeld dat wij met vallen en opstaan proberen te
volgen. Een heel lange weg en het is voorstelbaar dat wij in één leven dit niet kunnen redden. Verreweg de meesten in onze kerkgemeenschap geloven dan ook in reïncarnatie. Voor het bereiken van Goddelijke Volmaaktheid is een lange reeks van levens nodig. Om te leren ultieme kwaliteiten in onszelf te ontwikkelen, moeten wij vaak offers brengen. Liefde betrachten, bijvoorbeeld, is leuk naar mensen toe die wij aardig vinden. Maar als het iemand betreft die ons wat aangedaan heeft wordt het al gauw wat minder. Liefde en offers brengen ons nader tot elkaar. Nader tot elkaar komen betekent God steeds meer tussen ons in en bij ons vinden. Wij leren God inwonend in ons en in de ander herkennen. Het is hierom, dat het Heilig Avondmaal gehouden werd. Het is hierom dat wij het in de kerk nog steeds vieren. Het brood staat voor het geestelijk brood. Door dit samen te eten vieren en gedenken wij de eenwording met elkaar en met God. Jezus stond voor de Goddelijke principes. Als je stand wilt houden om deze principes te handhaven, word je vaak niet meer begrepen en kom je helemaal alleen te staan. Je volgt dan je eigen eenzame weg. En lijden valt je ten deel. Vallen, opstaan, vallen, opstaan en tenslotte val je niet meer. Levens lang werken wij eraan om te ontsnappen aan het rad van leven en dood. Jezus werd niet meer begrepen, hij werd verraden en men ontkende hem. Om dat ultieme offer te brengen zoals hij dat deed, is zoveel moed en vertrouwen nodig, dat dat alleen kan als je alle fasen van ontwikkeling doorlopen hebt. Je bent dan in staat om je aan God over te geven. De eenzaamheid en de angst is dan zo groot, dat het ondraaglijk is. In vroeger jaren en ook nu nog begeren mensen het om als martelaar de geschiedenisboeken in te gaan. Er werd zelfs geprovoceerd om maar martelaar te kunnen worden. Men meende dan Jezus na te volgen. Echter, de eenzaamheid van de hof van Gethsemane was zo groot, dat niemand dat aan kan. "Laat deze beker aan mij voorbij gaan, maar niet mijn wil, maar de uwe geschiede". Volledige overgave was het thema. Als elk begeren verdwenen is, kan men ook niet meer in een lichaam leven. De kruisiging vindt dan plaats. Het opgeven van de gehele persoonlijkheid. Het kruis staat symbool voor het gevoelsbewustzijn. Het verticale deel symboliseert de Goddelijke doorstroming van Goddelijk leven. Het horizontale deel staat voor de kracht van de menselijke begrenzing, het lichamelijke. Na het sterven aan het kruis volgt de grote Stilte. Stilte met een hoofdletter is dieper dan de zee, er is geen grens aan, Het is onpeilbaar. De Stilte kunnen wij soms voelen voor zover het voor ons als individuele sterveling dragelijk is. Als de Stilte onpeilbaar diep is, brengt het vanuit het duister nieuwe creativiteit voort. Er ontstaat nieuw Licht. Dit Licht is Goddelijk en Heiligmakend. Het is de opstanding. De verrijzenis. De dood is overwonnen. Het is dan Pasen. De gebeurtenissen die hierboven geschetst zijn, vormen in onze kerk de "Stille Week". Elk jaar weer keert dit terug. Elk jaar kunnen wij in de kerkdiensten die gehouden worden ons bezinnen op de gang die Jezus ging. Wij kunnen in dit licht onze eigen weg zien en werken aan de Goddelijke Vervolmaking in ons. Stapje, voor stapje. Bij een goede bezinning en het bijwonen van de diensten kunnen wij heel veel leren en stappen zetten op ons eeuwig leerproces. Pr. Parcival van Gessel. Berichten van uw e.a. priester Buitenlandse training in onze Kapel Van 23 maart 2012 t/m 1 april 2012 zal er een training plaatsvinden van Griekse VKK-geestelijken. De Griekse VKK bevindt zich in de beginfase en training van de geestelijkheid is dus heel belangrijk. Deze trainingen staan onder leiding van de Duitse Priester Johannes van Driel en er zullen H.Vormsels en lagere wijdingen plaatsvinden. Mgr. Peter Baaij zal de wijdingen verrichten. Meer dan een week zal onze kapel voor deze trainingen openstaan. Op de zondagen 25 maart en 1 april zijn de buitenlandse gasten in Amsterdam en Den Haag. Op 25 maart treft u op het prikbord in de kerk een programma met daarop de tijden van de diensten die deze week zullen plaatsvinden. Op een nieuw spoor Op 23 februari was het dan zover. Ik vierde mijn afscheid bij mijn werk-gever in Amsterdam. Op 29 februari werd mijn vrouw Mies geopereerd en ik mag nu 6 weken voor haar zorgen. Het gaat prima met haar.
De wilde momenten met alle plannen die ik maakte zijn een beetje voorbij. Het klussen in het nieuwe huis van mijn zoon is ook bijna klaar en er liggen 3 mooie taken klaar om verder aan te gaan bouwen. Ik heb meer tijd voor mijn gezin en kleinkinderen. Heerlijk. Ik werk nu als geestelijk verzorger voor 2 zorgcentra in Almere. Ik doe dat 2 dagen in de week. In 2003 richtte ik samen met anderen de Stichting Lumen op. Een stichting voor spirituele stervensbegeleiding. Een heel lang traject van studie en opleidingen was begonnen. Over en weer konden de VKK en de stichting elkaar zeer van dienst zijn. Het ideaal om voor mensen die ook buiten een kerkelijk kader zitten een spirituele bijdrage te kunnen geven rond het sterven kreeg steeds meer vorm. Nu heeft de stichting een degelijk bestuur en 5 begeleiders. Binnen de zorg in Almere hebben we als stichting goede aansluiting. Kijkt u eens op www.stichtinglumen.nl. Ook in het Gooi kunnen wij onze diensten aanbieden. Regelmatig kan ik ook de Sacramenten die wij in onze kerk gebruiken aanwenden. De stichting is echter geen verlengstuk van de kerk. Jarenlang heb ik last gehad van het feit dat ik niet genoeg tijd voor de kerk, voor gezin en andere dingen had. Eigenlijk voor niets voldoende tijd. Vooral in de weekeinden speelde dat een frustrerende rol. Te weinig tijd voor voorbereiding en veel tijdverlies aan reizen van en naar Amsterdam. En dikwijls was ik in het weekeinde voor het werk elders en regelmatig gewoon te moe. Die uren zijn nu allemaal weggevallen. Het is een heel fijn gevoel om veel meer bezig te zijn met geestelijke zaken. De hele transitie zoals ik die hierboven beschreef, heeft ongeveer 2 jaar geduurd. Ik hoop u dus meer van dienst te kunnen zijn en u vaker te kunnen ontmoeten. Kerkelijk wil ik meer bijdragen in de PR van onze kerk, meer themabijeenkomsten, een sterker pastoraat en contacten met andere kerken. Heel veel ligt gewoon “op de plank” om te kunnen gaan uitvoeren. Ik hoop op een voor iedereen sprankelende periode. Pr. Parcival
Het veilige huis Dit verhaal gaat over Passant. Passant is een man van een jaar of 35 en hij woont alleen. Hij heeft heel erg veel meegemaakt. Hij heeft zoveel meegemaakt, dat hij graag alleen wil zijn. Passant heeft veel ervaringen gehad, maar van een onuitsprekelijk lijden is bij hem nooit echt sprake geweest. Hij begrijpt veel, heel veel en dat scheelt. Hij woont in een piepklein huisje op een stuk grond waar hij niets aan doet. Er hangt een enkel schilderijtje aan de muur en er staat een houtkachel en een luie stoel. Een kruis en een Boeddhabeeld en wat kaarsen duiden erop dat hij wat verder kijkt en denkt dan zijn neus lang is. Verder is er een keukentafel met 2 stoelen en wat keukengerei. Hij heeft geen inkomen, geen elektra, en als hij eten nodig heeft gaat hij in de omgeving wat klusjes doen. Hij is iemand die helemaal van zichzelf is. Niet dat hij niet van mensen houdt hoor. Af en toe mengt hij zich wel eens onder de mensen die in het parkje op een bankje zitten en een enkele keer, als hij wat over heeft gaat hij in het café een biertje drinken. Hij gaat wel eens naar de kerk en biedt er dan zijn diensten aan als hij nodig is. Soms gaat hij naar de ene kerk, dan weer naar de andere. Bij voorkeur op klusdagen. Hier zit namelijk bijna altijd een hap eten aan vast. Zo gauw als er een claim op hem komt is hij weg. Hij is van zichzelf. Zijn heilige gevoel zit niet in de kerk, maar diep in hemzelf. Hij volgt het leven zoals het tot hem komt. Soms komt hij iemand tegen op straat en raakt dan altijd snel in gesprek. Een grapje, een praatje en hij wordt dan uitgenodigd om een kop koffie te komen drinken. Net zoals hij met grote teugen de koffie drinkt, drinken de mensen zijn woorden in. Hij is wijs en kan mensen goed verder helpen. “Iedereen is van zichzelf”, zegt hij “en zo gauw mensen aan mij gaan hangen of me claimen, ben ik weg”. Zijn kleine huis ademt net zoals hij een enorme vrijheid en ingetogenheid uit. Hij heet niet alleen Passant, hij voelt zich ook een passant.
Als het donker wordt steekt hij het hout in de kachel aan en gaat in zijn luie stoel zitten. Hij drinkt een glas thee, of soms een glas wijn. Hij zit dan te mijmeren. Uren lang kan hij mijmeren. Lezen doet hij niet. Hij denkt na, hij filosofeert en soms schrijft hij dingen op. Heel, heel veel dingen die Passant ontdekt en leert, zijn ontstaan doordat hij ze zelf meegemaakt en overdacht heeft. Zijn vraagstukken bespreekt hij echter wel met anderen. Dat kan iedereen zijn. Hij gooit gewoon zijn gedachten ergens op tafel en kijkt dan waarheen het gesprek voert. Uit dat gesprek distilleert hij weer zijn eigen mening, die vervolgens ook altijd maar tijdelijk is. Zo heeft hij het gevoel dat hij steeds meer kennis krijgt van iets wat kennelijk diep in hem zelf zit. Hij heeft het idee dat iedereen alles weet, maar het niet herkent. De oorzaak van alle ellende zoals hij dat al zoveel gezien heeft. Op een dag wordt hij wakker en voelt zich onrustig. Hij weet niet waarom. Ineens lukt het hem ook niet goed om zo in zichzelf bezig te zijn. Hij wil iets ondernemen, iets buiten zijn huis. Hij besluit om de volstrekt overwoekerde tuin rond zijn huisje te gaan bebouwen. Hij wil zelf wat groenten verbouwen en iets fysieks tot stand brengen. Al gauw heeft hij een leuk groententuintje en bij de eerste oogst teveel om zelf op te gebruiken. Hij brengt zijn groenten rond bij mensen die zelf niet veel hebben en de rest verkoopt hij op de markt. Het blijkt dat hij een goede verkoper is. De mensen kopen graag bij hem. Van zijn overbuurman mag hij een extra stukje land gebruiken. Zo verkoopt hij steeds meer en wil groenten gaan invriezen. Hij koopt een grote vrieskist en laat zich aansluiten op het elektriciteitsnet. Zo komt er een auto, een afwasmachine en hij ontmoet nog een leuke vrouw ook. Het kan niet op. Hij verkoopt nog meer groenten en zijn vrouw legt zich toe op biologische delicatessen. Dag en nacht zijn ze aan het werk. Ze worden steeds meer door van alles geclaimd. Zo erg zelfs dat er een diepe innerlijke onrust ontstaat. Op een dag krijgt Passant een aardige man aan de deur, die hem aanbiedt even mee te helpen met oogsten. Hij hoeft er alleen maar wat eten voor te hebben, want hij woont in een klein huisje verderop. Een aardige man. Met een grote innerlijke wijsheid. Terwijl Passant in de schuur bezig is om gereedschap te pakken, roept hij tegen de man buiten: “hoe heet je eigenlijk”. De man antwoordt: ”Ik heet Passant en ik ben helemaal van mijzelf”. Verbijsterd komt Passant de schuur uit en hij ziet niemand. Hij loopt nog een rondje, maar de man is verdwenen. Hij vertelt het verhaal aan zijn vrouw. “Zó , dat is bijzonder! Je bent jezelf tegengekomen”. Op een dag ontdekt hij dat hij niet meer bezig is met wat echt belangrijk is, maar met het in stand houden van zijn bezittingen. Hij is niet meer van zichzelf, maar een ondergeschikte van reclame, van maatschappelijke status. Een slaaf. Zij besluiten het tij te keren. Maak zelf dit verhaal af en wordt echt gelukkig……… Ik hoor graag welke oplossingen jullie gevonden hebben! Pr.Parcival.
Kenniservaring - openhartige gedachten In de rubriek interview met Mianne deze keer: Mianne over Mianne. Hele mooie momenten zijn er als in de koffiekamer een uitwisseling van gedachten ontstaat. Gedachten die elkaar bevestigen of elkaar op andere gedachten kunnen brengen, of gedachten die nog even moeten rusten om er later wat meer helderheid in te krijgen. De onderwerpen liggen ons allemaal aan het hart, anders zouden er niet zoveel inspringende gedachten of uitspraken te voorschijn komen. Voor mij als nieuweling in de materie van de hele cultuur waar ik zo onvoorwaardelijk via diepe ervaringen in ben gestapt, is dit iets om langer over na te denken. Theosofie, antroposofie, Michaël, Vrij-Katholieke kerk, Professor van der Stok, King’s week…Tot een tijdje gelden kennis-begrippen, maar nog geen kennis-ervaringen en dat moet het voor mij altijd worden. Via veel lezen, heb ik wel enige kennis in mij, die in het geheel niet zomaar spontaan naar boven kan komen. Wel kan ik het opzoeken en dan begint bij mij de ervaring vanuit het lezen weer op te lichten. Helaas ben ik niet gezegend met een fotografisch geheugen om zo onmiddellijk de materie boven te halen. Mijn bijzondere ervaringen kan ik wel vlijmscherp en nauwkeurig zien, ook die van vele jaren terug. Het is als een werkelijkheid in het Nu. Ik weet de plaats, de lichtinval, de mensen er omheen. Ik zie daarbij in beelden. Voor mij is dat het kostbaarste, omdat het dan mijn kennis-ervaring is geworden, die mij raakt, mijn ziel raakt, het diepst in mij raakt en daarom als een speciaal pakketje altijd zichtbaar blijft. Theologie studeren betekende
voor mij, alleen kennis tot me nemen en slechts de kennis die mij beroert heb ik onthouden, en de rest, het overgrote gedeelte, kan ik nu opzoeken. Mijn hart werd al 35 jaar geleden geleid naar de esoterische kant van het Christendom. Eveneens las ik werken vanuit de Tao, het Boeddhisme, het Hindoeïsme en veel andere richtingen van denken. Ze raakten mijn ervaringswereld niet, hoewel ik me in de stilte het dichtst bij het Boeddhisme en de Tao kon zien. De diensten in de kapel op het theosofisch centrum brengen me woorden die een diepe gevoelservaring oproepen en me bij een uitzonderlijke ervaring brachten. Het ging niet ineens, er ging anderhalf jaar overheen, maar die bijzondere ervaring gaf mij het inzicht dat dit mijn weg is en dan sla ik ook met grote vreugde die weg verder in. Dan kan ik delen en dan ga ik leren en meer ervaren. Ik neem er veel tijd voor, mijn passie ligt er dan. De Nag Hammadi Geschriften heb ik al een hele lange tijd in huis en ik las er af en toe in. Ik herinner me nog heel goed, dat ik rond 1990 naar een symposium ging, waar Professor Quispel en nog vele andere autoriteiten vanuit hun eigen speciale kennis spraken over het onderwerp ”mystiek”. Mijn bevlogenheid lag daar heel intens en ik greep deze gelegenheid met beide handen aan om te voelen hoe al deze mensen overkwamen op mij met deze kennis. Het was zo intens en mijn uitwisseling in de groep voelde dit kennelijk ook, dat een van de medecursisten mij vroeg waarom ik geen theologie had gestudeerd. Mijn antwoord was dat ik dit graag had gewild, maar er nooit tijd voor had in kunnen ruimen. Vanuit dit intense gevoel heb ik de volgende dag alles in actie gezet en ben direct met de studie begonnen. De studie was al een trimester aan de gang, maar ik heb dat het 2e jaar in weten te halen. Keihard werken om al die kennis tot mij te nemen. Ik, die moet voelen en die het lastig vind om alles te moeten onthouden en daar eigenlijk totaal geen verbinding mee heeft en het liever in grote lijnen ziet. Vanaf het begin wist ik dat mijn afstudeerscriptie zou worden, het openstaan voor mystiek, een onderwerp dat niet erg theologisch is in die kringen. Ik gaf er een theologische draai aan, het was het enige waar over ik kon en wilde schrijven. Dan vliegt de tekst uit mijn pen en hoef ik het slechts goed te sorteren en het enigszins te onderbouwen. Nu sta ik dan hier in de kapel met eenzelfde bevlogenheid, want het heeft mijn hart geraakt. Ieder woord in de liturgie heeft mij op die diepe weg van ervaring gezet. Ik volg de dienst als een geleide meditatie, elk woord leeft in mij. Ik spreek elk woord als het ware uit, vanuit mijn binnenste, naar mijn hart toe. Ik sta daar, ik vergeef mijzelf mijn onvolkomenheden. Ik zing het allesomvattende Mysterie toe, geholpen door al die krachten, die daar tegelijkertijd aanwezig zijn om dit bijzondere rituaal mee te vieren. Ik zie beeldend de Christus-energie in mij afdalen en daar verblijven als ik de handwassing zie. Ik zie in de onderdompeling in de Jordaan, het openscheuren van de hemel boven mij, waardoor de Christusgeest in Jezus kon afdalen en daarom ook in mij omdat ik me daarmee verbind. Ik bied mijn lichaam aan bij de Consecratie, ik bied mijn geest aan. Nooit gedacht dat ik deze totaal andere werkelijkheids-ervaringen kon hebben en die ook nog met jullie allen ga delen. Ik kan niet anders, het is me dierbaar. Zo wil ik ook de Nag Hammadi Geschriften en de Apocriefen en de Corpus Hermeticum gaan ervaren. Kenniservaring opdoen in de kapel, waar ik voel dat ik gedragen wordt door de krachten die er intens aanwezig zijn, tijdens de verschillende ritualen, het Misoffer en het H.Lof. Deze diepe krachten helpen mij, mijn bewustzijn te verruimen, zodat de kennis, de Wijsheid, zelf haar werk gaat doen in mij. Tijdens de H.Mis is deze grootste kracht voor mij, voelbaar aanwezig. Er geen betere plaats om een stapje verder te gaan en het aan te durven om niet alleen vanuit het Testament van de exoterische kerk te lezen, maar ook de moed, durf en uithoudingsvermogen te hebben om de esoterische kerk, die zoveel eeuwen verborgen moest blijven, een kans te geven en mijzelf hiervoor open te stellen. Deze teksten geven heel veel inzichten en die moeten we gaan ervaren en gaan begrijpen. Het zal een leerweg zijn, waar we klaar voor moeten en willen zijn. Onze geestelijke ontwikkeling gaat altijd in stappen. 35 jaar geleden werd ik op het theosofische en antroposofische pad gezet. Ik ging in een verpleeghuis werken als vrijwilligster en een totaal verlamde vrouw, die aan het einde van haar leven was, gaf me boeken. Ik nam kennis tot me, maar de ervaringen kwamen toen nog niet. Er moest kennelijk eerst een rijpingsproces plaats vinden. Ik las over Rudolf Steiner. Het zei me op 35 jarige leeftijd niet veel, ik kende de naam, maar er kwam geen ervaring overheen. Nu word ik overspoeld met ervaringen vanuit die richting en begin ik nu pas echt de kennis tot me te nemen en de ervaringen beginnen heel langzaam iets te doen.
Waarom ik dit alles schrijf als een openhartige uiting van mijzelf, is, dat ik als ik iets zeg, kennis probeer tot me te nemen, het daar laat rusten en als die kennis meer met mij gaat doen, dan merk ik dat ik daarna ga luisteren diep in mijzelf en zo heel langzaam kan er iets van beroering ontstaan en kan ik door vaak langere ervaringen, ineens zien, wat de betekenis ervan is. De weg er naar toe vind ik de schoonheid, juist als ik er helemaal niets in zie, dan wacht ik af, want ik weet dat er zoveel sluiers achter zitten. Zo ga ik de weg, die ik geen waarheid noem, maar wijsheid die iets met mij doet, die me raakt. Dan pas kan ik de kennis-ervaring als een kostbare ervaring meedragen. Mijn weg is die van vele ontdekkingen, die als maar aan het doorgaan is en waar ik de diepe vreugde van het leven in ervaar.
Mianne Bakker
Stukjes uit periodiek januari februari 2012 2012 een bijzonder jaar? Als ik dit schrijf is het 7 december 2011 en ik vertrek vanavond met het schip van mijn zoon naar een tot nu toe onbekende bestemming. Ik zou veel eerder gaan, maar dat lukte niet eerder vanwege allerlei activiteiten. Zulke dingen moet je maar laten gebeuren, dat is het beste. Als je bezig bent om iets op te bouwen en je voelt dat je de stroom mee hebt, zit je lekker in je energie. Soms gebeurt het ook dat je tegen de stroom in moet als je aan het opbouwen bent, dan sta je ook in je kracht. (levende vissen zwemmen ook tegen de stroom in, dode vissen drijven alleen maar mee.) Soms ben je met dingen bezig die maar niet lijken te lukken, tobben en zwoegen vallen je ten deel en als je dan goed kijkt, blijkt dat je na jaren niets bent opgeschoten. Dat kan aan van alles liggen. Maar dikwijls ligt het ook bij jezelf. Oftewel de vraag van een bekende cabaretier : ”waar zijn wij nu helemaal mee bezig”. In het voorjaar van 2011 kwam ik tot de conclusie dat ik bij mijn werkgever in Amsterdam niet meer op mijn plaats was. Het werk heeft een aantal aspecten, die je iemand van 60 niet meer aan moet doen. De verstandhouding met de werkgever en de collega’s zijn prima, maar ik word zeer regelmatig geconfronteerd met agressie en heel veel werkdruk en heb daar geen zin meer in. De uitdaging van vroeger begint nu een last te worden. Ik zag mijzelf uiteindelijk als een “stervende zwaan” ten onder gaan en aan dat ballet doe ik niet mee. Ondertussen werden mij kansen geboden als geestelijk verzorger bij een andere werkgever, die ik graag wilde aanpakken. Pensioen was niet mogelijk door allerlei wetgeving. Dan zwem je wat rond. Al die maanden, tot eind september toe was ik bezig om na te denken hoe ik dit probleem kon lossen. Toen kreeg ik een bericht van mijn ABP adviseur dat de wet veranderd was en dat ik in het kader van ouderenparticipatie nu wel mag blijven bijverdienen. Dan ga je rekenen. En nog eens rekenen. En praten, advies inwinnen, wat als dit…., wat als dat…. Een looplijstje maken met vragen en stappen die je wilt zetten. Corresponderen met het ABP. Langzaamaan worden alle vinkjes langs het looplijstje groen. Er ontstaat een heel positieve energie. Een zorgcentrum dat heel blij is als ik daar wat meer ga werken en snel daarop het contract. De berichten van het ABP die alleen maar positief uitvallen. De gesprekken thuis en met mijn vertrouwelingen vertonen alleen maar een groen licht. En voor mijzelf alleen maar opluchting en nieuwe energie. Het besluit is gevallen. In april 2012 valt het doek in Amsterdam en begin ik een nieuw leven. 42 jaar zijn weggetikt alsof het de dag van gisteren was. Resultaat? Een enorme rugzak met ervaring, waar ik nog heel veel mensen mee kan dienen. Een paar maanden lang bestook ik mijn geliefden met de meest krankzinnige toekomstplannen. Oh ja, dàt is ook nog leuk om te gaan doen en dàt en dàt. En dan kijk ik naar de wereld om mij heen. Iedereen kijkt vol verwachting uit naar 2012. Het jaar waarop de Mayakalender af loopt. Allerlei doemscenario’s komen weer bij mensen naar boven. Het einde der tijden, de grote verandering. Ik heb daar niet zoveel mee. Mogelijkheden tot positieve veranderingen en een doorbraak daarin? Ik heb daar meer mee, maar dat willen we elk jaar toch? Dat we met de wereld in een lastig parket zitten, dat is wel duidelijk en hoe het zo gekomen is, ook wel. Dat de boel dan uiteindelijk vastloopt, daar hebben we echt geen Mayakalender voor nodig. Vanavond vertrek ik naar zee. Ik zal daar een paar weken rond varen. Ik weet nog niet met welke vracht en waarheen. De zee stemt tot nadenken. Lonkend naar het komende jaar 2012 biedt het mij de gelegenheid om (terugkerend naar het begin van dit verhaal) te schouwen op welke momenten en waar en in welke positie ik het beste in mijn energie zit.
En zo vergaat het niet alleen mij, maar iedereen. IJkmomenten in je leven. Wat is je diepste motivatie waarom je doet wàt je doet. Geven we gehoor aan die Stem in ons diepste binnenste. Ik wens u de komende periode zeer goede en bezielende ijkmomenten toe. Voor u en uw geliefden een heel fantastisch 2012 toegewenst. En dit spreek ik natuurlijk ook uit namens het bestuur en de geestelijkheid. Pr. Parcival van Gessel De kerkelijke dagen in de komende periode Nieuwjaar (1 januari) Nieuwjaar is geen echte kerkelijke feestdag. Toch vieren wij deze dag in onze kerk omdat de jaarwisseling ook in de profane wereld een belangrijk moment is. Nieuwjaar is tevens de octaafdag van Kerstmis, dat wil zeggen de 8e dag. Daarmee is Nieuwjaar een soort herhaling van het Kerstfeest op een ander niveau. Het is een feit dat de jaarwisseling voor velen een stimulans is om af te rekenen met de fouten uit het verleden en een “nieuw begin” te maken. Een nieuw jaar brengt nieuwe hoop en nieuwe verwachtingen. Wij zijn het zelf die deze verwachtingen waar moeten maken. Maar wij hebben ook nog iets als een kinderlijk geloof in het “wonder”, in een totale omwenteling die ons leven op deze aarde mooier en beter zal maken. De toekomst zal het leren en wij maken mede die toekomst. Driekoningen (6 januari / dienst 8 januari) Het feest van Driekoningen, veel mooier “Epiphanie” of “Openbaring” genoemd, is terug te voeren op het verhaal van de Ster, die straalde in de stille nacht. Deze wonderlijke ster leidde de 3 wijzen uit het Oosten naar de plek waar het Christuskind verborgen lag. Deze Ster van voor de andere mensen, zelf voor de koning (Herodes), niet zichtbaar. De wijzen uit het Oosten waren de eersten die de Ster volgden en het Christuskind herkenden als Goddelijke Openbaring in deze wereld. De Ster van Bethlehem is niet als een astronomisch verschijnsel op te vatten, maar als een symbool of als een geestelijke werkelijkheid. Zo bezien is de Ster een voortdurend stralend - maar moeilijk zichtbaar - geestelijk baken, dat ons tot gids kan zijn bij onze eigen zoektocht naar het Christuslicht. Als wij in onszelf de “Koninklijke” kwaliteiten tot ontwikkeling weten te brengen, dan zal deze Ster ook voor ons zichtbaar worden. Dan zullen wij in aanraking komen met het Licht der mensen. Dan zal onze ziel verlicht worden door Hem, die het Licht der wereld is. Doop van Onze Heer (15 januari) Op Driekoningen openbaart de Heer zich nog steeds aan de Wijzen, maar bij zijn Doop treedt hij in de volle openbaarheid. Het Evangelie van Mattheus vertelt ons hoe Johannes de Doper door Jezus werd benaderd om zich te laten dopen in de Jordaan, zoals dat onder gelovigen gebruikelijk was. Johannes wilde hem tegenhouden met de woorden: “Ik heb uw doopsel nodig en Gij komt tot mij?” Daarop antwoordt Jezus: “laat het zo gebeuren, want het past om alles wat is vastgesteld te volbrengen”. Ook al had Jezus dit doopsel voor de geestelijke ontwikkeling niet nodig, vanwege het feit dat hij als mens tussen de mensen geïncarneerd was, onderwierp hij zich aan dezelfde wetten, die ook voor de andere mensen golden. De Doop van Onze Heer kunnen wij dus zien als een volledig bewuste erkenning en aanvaarding van de Wet; niet alleen de Wet die gold voor de mensen ten tijde van het leven van Jezus, maar de Wet die van alle tijden is, en waaraan iedereen - van het nietigste schepsel tot de volmaakte mens - onderworpen is. Hier wordt ons een groot voorbeeld voorgehouden van nederigheid en gehoorzaamheid. En nadat hij gedoopt was, ging de hemel open en daalde de Geest Gods neer in de gedaante van een duif en een stem vanuit de hoge sprak: ”Dit is mijn geliefde Zoon in wie ik welbehagen heb”.
3e Zondag na Driekoningen (22 januari) De 3e Zondag na Driekoningen heeft als intentie: Oprechtheid en beheersing van de tong. Deze intentie heeft betrekking op de voorbeeld-functie van onze Heer, in Zijn tijd én in onze tijd.
Oprechtheid is een eigenschap waarin wij alleen onszelf kunnen toetsen. Elke spirituele scholing begint met het ontwikkelen van oprechtheid. De beheersing van de tong is een “bijproduct” daarvan. Dit is een stokoude waarheid, die nogal eens uit het oog verloren wordt. Aan de ene kant floreert het fundamentalisme in grote delen van de wereld. Aan de andere kant is spirituele ontwikkeling een commercieel product geworden dat in de supermarkt “te koop” is. Beide verschijnselen zijn een belemmering voor het ontwikkelen van oprechtheid. Het citaat uit Mattheus 23 zegt het overduidelijk: “Hij die zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar hij die zichzelf vernederd zal verhoogd worden”.
Verheerlijking van onze Heer (25 januari / dienst 29 januari) De Verheerlijking van onze Heer vertelt ons in een visionair beeld, door de mond van de apostelen , hoe onze Heer op de top van de berg Tabor wordt opgenomen in een stralend licht, met aan zijn zijden de wetgever Mozes en de profeet Elia. Ook bij deze gelegenheid klinkt de stem van de Goddelijke Vader met dezelfde woorden als bij de Doop (15 januari). De leerlingen werden door een hevige vrees bevangen, omdat zij getuige waren van een uitstorting van Goddelijke energie, die zij zelf niet konden bevatten. Zij mochten er van de Heer ook niet met anderen over spreken. Mogen wij ons, zoals de apostelen, laten inspireren door deze prachtige spirituele gebeurtenissen. Laten ook wij trachten geliefde zonen en dochters van God te zijn, door zijn voorbeeld na te volgen, door te werken aan onszelf en te voldoen aan onze verplichtingen – tegenover God, onze medemensen en ons eigen geweten. Opdracht van onze Heer in de Tempel / Maria Lichtmis (2 februari / dienst 5 februari) Dit feest, op de 40e dag na Kerstmis, markeert het einde van de Kerstperiode. De Bijbelse achtergrond van dit feest is te vinden in het Lucas-evangelie (hoofdstuk 2). Jozef en Maria gaan met hun eerstgeboren zoon naar de tempel om het daar volgens aloud gebruik aan God op te dragen. Het kind wordt door Simeon, een oude man, herkend als de Christus. Simeon heeft op dit moment gewacht en hij spreekt de prachtige lofzang uit: “Laat nu O Heer Uw dienstknecht in vrede gaan…”, ook bekend als “Nunc Dimitis” en als zodanig opgenomen in onze Completen. Dit feest staat helemaal in het teken van het Licht, het Christuskind, dat op deze dag volop gaat schijnen in de wereld. Liturgisch wordt dit prachtig tot uitdrukking gebracht door het uitdelen van brandende kaarsen en door de uitstelling van het H. Sacrament gedurende de H.Mis. De intentie van deze dag kunnen wij op verschillende manieren beleven:
Vanuit het standpunt van Simeon, die een directe ervaring van verlichting heeft. Hij heeft het Licht gezien en daarmee is het doel van zijn leven vervuld. Vanuit het standpunt van de ouders - Jozef en Maria - die hun kind moeten afstaan ter wille van een hogere Goddelijke Doelstelling. Zij zijn echter wél degenen die het kind hebben voortgebracht. Het is prachtig om op deze manier een bijdrage te mogen leveren aan de evolutie van de mensheid. Vanuit het standpunt van de “navolgers” van Christus. Ook wij kunnen onszelf opdragen in de Tempel van de Heer om betere dienaren van de mensheid te worden.
Pr. R.van Roggen (†2002)
De 12 dagen na Kerstmis De mystieke geboorte en het pad van Inwijding (Dit is het vervolg van de (enigszins gecomprimeerde) voordracht door C.W. Leadbeater, waarvan het eerste deel – over Kerstmis - in het vorige Naarder Licht verscheen) Gedurende de periode van Kerstmis en de dagen daarna is het voor ons belangrijk om te streven naar de Nieuwe Geboorte, om een stap te zetten in de richting van die Inwijding, die toegang geeft tot het Koninkrijk der Hemelen waarvan het evangelieverhaal van de geboorte het speciale symbool is.
De grote Inwijdingen zijn treden die ieder van ons ooit kan beklimmen en die ons leiden van het niveau van de mensheid naar het niveau van Hen die het doel bereikt hebben waarom ze mens geworden zijn, die zijn gestegen naar de staat die we Adeptschap of Heiligheid noemen. Wat wordt er nu bedoeld met de mystieke geboorte? De mens die in staat is de eerste grote Inwijding te ontvangen heeft een duidelijke stap voorwaarts gezet; een stap die hem uittilt boven de gewone mens. Niet opdat hij krachten mag krijgen ten behoeve van hemzelf, maar opdat hij beter in staat zal zijn de gewone mens te helpen. Hij krijgt veel licht en kracht, want bij een Inwijding worden o.a. de innerlijke en de uiterlijke mens één. De Ziel kan zeggenschap hebben over het lichaam als de lagere mens, de persoonlijkheid, dit wil. Laat ons realiseren dat we zielen zijn, gehuld in lagere voertuigen, fysiek, astraal en mentaal. En we weten hoe vaak deze strijden tegen de ziel, een strijd tussen de lagere en de hogere mens. Laat ons herinneren dat wij de hogere zijn en dat onze voertuigen de lagere zijn. We zijn de ziel, maar alleen bij deze grote eerste Inwijding worden de ziel en het lichaam definitief één, zodat de mens daarna nooit meer het lagere laat heersen over het hogere. Natuurlijk vallen we soms terug, want we zijn nog niet volmaakt. Maar na Inwijding kan de mens in staat zijn zich geheel staande te houden in de strijd met het lagere. Dat wordt bedoeld in de verklaring van de geloofsbelijdenis en in het Nieuwe Testament over verlossing. Een veel betere vertaling van het Latijnse “salvus” zou zijn: veilig. Want de mens is inderdaad veilig als hij die eerste stap heeft genomen. Hij kan nog terugvallen, maar hij zal niet totaal terugvallen, teruggaan naar een lagere schoolklas als het ware en later weer terug moeten komen. Hij is veilig, zodat hij voort kan gaan met deze grote evolutionaire golf van de mensen die hun doel hebben bereikt, die één zullen worden met Christus. In India zeggen ze: de ingewijde is de stroom ingegaan, hij mag er tegen vechten maar hij wordt er door meegenomen; en bovendien heeft hij de buitenste rand bereikt van de Grote Witte Broederschap, de Broederschap die de wereld regeert en de evolutie van de mens leidt, de Broederschap die bestaat van eeuwigheid tot eeuwigheid. Dat wordt bedoeld in de bijbel met “het binnengaan van het koninkrijk der hemelen”. Maar voor de kandidaat een lid kan worden van deze grote Broederschap, moet hij een plechtige gelofte afleggen dat hij zich zal wijden aan het welzijn van de wereld, dat zij leven alleen zal bestaan uit liefde, zoals het leven van Christus alleen liefde is. Hij verbindt zich op dat moment om de geest van Kerstmis gedurende zijn hele leven uit te dragen en altijd de houding van hulpvaardigheid en dienst aan te nemen, om altijd de Werkelijkheid te voelen en niet afgeleid te worden door de uiterlijke verschijning van dingen. De meeste mensen in de wereld zijn als kinderen die aan een buitenkant van de Werkelijke Wereld spelen en nooit doordringen in de echte Werkelijkheid, nooit iets weten over de grote waarheden achter het werkelijke doel van hun leven, en van wat zij zouden moeten doen. Maar bij de Inwijding opent zich die innerlijke wereld voor het verbaasde gezicht van de mens en hij ziet ten volle, waarlijk en helder, wat Gods bedoeling is dat hij doet en is. We kunnen die vergelijking beter omkeren. Zo heb ik op Java het wajang- of schaduwspel gezien. Men kijkt naar een verlicht laken, in de opening van een grot als het ware en kijkt daar naar binnen; en men ziet het spel van de schaduwen die bewegen in het oude, traditionele drama. 2500 jaar geleden leerde Plato ons al dat de meeste mensen gedurende hun hele leven kijken naar het spel van de schaduwen van het Werkelijke, terwijl ze nooit het echte leven aanraken. Maar als ze zich zouden omdraaien en uit de grot in het zonlicht zouden stappen, dan zouden ze de Werkelijke Wereld zien. Dan zullen zij de pracht en de glorie van God aanschouwen en begrijpen wat Hij wil dat ze doen en zijn. De werkelijk wereld is vol licht, niet vol schaduwen. Er schijnt een Licht over, dat alle menselijke lampen doet verbleken. Iemand die de Werkelijke Wereld kan binnengaan, ziet het werkelijke doel van het leven. Vele jaren dacht hij dat hij zo druk en verstandig bezig was met al het werk dat hij deed en al de kennis die hij had opgeslagen. En toch heeft hij al die tijd naar schaduwen gekeken. Laten we ons omkeren en naar de Werkelijkheid kijken als we de betrekkelijkheid van het belang van dingen willen zien. (uit de Lange Vorm van onze H. Mis: “Wend ons o Heer en belevendig ons” – HH) Vanuit Onderscheidingsvermogen zien we het betrekkelijk belang van dingen. Dat is een eerste vereiste op het pad van Inwijding. De ingewijde dient het onderscheidingsvermogen in zijn hele leven in stand te houden; altijd alert te zijn op keuzes tussen het beste en datgene wat, ofschoon het goed is, niet zo nuttig is, niet zo effectief in het Grote Werk. Dat onderscheidingsvermogen is noodzakelijk om hem voor te bereiden op zijn Inwijding en voor zijn verdere ontwikkeling.
Het bewustzijn van de Ingewijde is ook één geworden met het bewustzijn van de Grote Broederschap. Maar hoeveel hij naar beneden kan brengen hangt van hemzelf af. Bij de eerste Inwijding worden schitterende krachten gegeven aan de Kandidaat, maar of hij ze wil gebruiken hangt van hemzelf af. Het bewustzijn van de Ingewijde is één met dat van de Broederschap, maar we dienen ons te herinneren dat dat bewustzijn is wat de psychologie het onderbewuste noemt, het bewustzijn onder de drempel. Het moet boven de drempel gebracht worden in het waakbewustzijn en de Ingewijde dient te leren bewust te zijn en niet alleen onbewust. De Christus is in het hart van ieder van ons geboren. Maar herinner je, dat Hij dient te groeien in ons opdat we de maat van Zijn volheid bereiken, en wij dienen te luisteren naar Zijn stem. Laten we altijd letten op het gefluister van de Christus-in-ons, echt luisteren om te zien wat Hij ons wil vertellen wat we moeten doen, om te zien wat voor innerlijke intuïtie bij ons boven komt. Het heeft weinig waarde voor ons als de Christus slaapt in ons hart. Laten we de Christus-in-ons wekken en voortdurend naar Zijn stem luisteren, altijd alert zijn om de Innerlijke intuïtie waar te nemen, zodat we kunnen profiteren van Zijn Wijsheid. Dat is het Christus-leven, en dat is ons enige echte leven dat de moeite waard is geleefd te worden. Laat die gedachte bij ons zijn gedurende Kerstmis en de 12 dagen daarna tot het feest van Driekoningen, laat alle streven in deze periode erop gericht zijn te denken aan de Christus-in-ons en hoe dat moet leven en groeien in ons, totdat de Innerlijke Christus één wordt met de machtige Christus buiten ons. Mgr. Ch.W. Leadbeater † Een nieuw jaar, een nieuw begin In het vorige artikel in dit Naarder Licht sprak Mgr. Leadbeater in het kader van de Kerstperiode over het streven naar de eerste grote Inwijding en het uiteindelijk mogelijk bereiken van het Adeptschap en Heiligheid. Het zijn grote woorden die hij gebruikt, maar we kunnen ons er wel door laten inspireren voor het eigen spirituele pad dat wij allen gaan. Over dat pad wil ik het hieronder wat nader hebben, en dan in het kader van Nieuwjaar. “Een nieuw jaar, een nieuw begin”, zeggen we wel eens. Het begin van een nieuw jaar zien we vaak als een mogelijkheid om met een schone lei te beginnen. We nemen ons voor om te stoppen met allerlei slechte gewoonten, meer aandacht aan onze familie of onze vrienden te schenken, beter aan onszelf te gaan werken, en met meer mededogen naar de tegenstellingen in onze wereld te kijken. Nieuwjaar heeft een specifieke plaats in het kerkelijk jaar. Prof. Van der Stok zegt over Nieuwjaarsdag dat deze dag hoort bij het grote christelijke feest van Kerstmis, maar dat het deels ook een nieuw begin is. Op oudejaarsavond is vanuit de grote Hiërarchie een soort absolutie aan de wereld geschonken, waarmee de wereld gelouterd werd. Daarna ontstaat een soort vervulling, een verzoening en éénmaking, waardoor een spontane schepping, een “creatio spontanea” kan plaatsvinden. Bij het begin van het nieuwe jaar wordt dan de grondslag gelegd op het hoogste geestelijke gebied. Het is de bedoeling dat wij helemaal vrij zijn van zelfzucht, dat wij besef krijgen van de fundamentele noden en de glorierijke mogelijkheden van de mensheid, en dat we beseffen dat dit veel belangrijker is dan onze persoonlijke behoeften. Als we in staat zijn te “versterven” ter wille van de mensheid, dan zullen we de Christus aanschouwen en zullen we in staat zijn onze plaats in te nemen in de uiteindelijke werkelijkheid van het Absolute. Het licht laten schijnen voor de mensen is iets wat we leren op ons spirituele pad. We vergeten het wel eens, en dan nemen we ons met Nieuwjaar voor om hier toch weer beter op te gaan letten. Maar eigenlijk is ons hele spirituele pad van jaar tot jaar een pad zonder begin en (voorlopig) zonder eind. Het is alsof we spiraalsgewijs een berg beklimmen en bij elke afgeronde cirkel weer op een hoger punt op die berg zijn gekomen. Soms rusten we onderweg even uit. En soms struikelen we of glijden we uit en dan schuiven we zó via de kortste weg een of twee ommegangen naar beneden. Dan vervolgen we vanaf dat punt gewoon weer opnieuw de spiraalweg omhoog... Alle intenties en leidende gedachten die we gedurende het hele kerkelijk jaar elke week meekrijgen, kunnen ons helpen die weg te gaan. Zo is er geen begin of einde van elke ronde van de ommegang. De Heer de Christus in ons is zo altijd bij ons, en zo zouden we eigenlijk elke week onze Heer kunnen bezingen als het begin en het einde, de Alfa en de Omega, zoals we op Nieuwjaarsdag in het Te Deum hebben gezongen. Een zin uit een gebed dat we wel eens horen, is: Onze Vader in de hemel, maak alles nieuw. Als we met nieuwe ogen, met nieuwe moed, met een nieuwe en meer (zelf)bewuste blik naar onze weg kunnen kijken, kunnen we de ervaringen uit het verleden een betere plaats in ons leven geven. Elke dag is een nieuwe dag, en elk moment is een nieuw moment. Er is een soort formule, die luidt: “verleden + heden = toekomst”. Het verleden is voorbij, een gelopen weg. We kunnen de ervaring uit het verleden meenemen om in het huidige moment, in het Nu, iets wezenlijks te doen,
een wezenlijke verandering in onszelf aan te brengen en daarmee ook een nieuwe toekomst te creëren. Voor onszelf. Iedereen kan alleen bij zichzelf iets veranderen. En dat heeft altijd invloed op de wereld om je heen. Ik zou daarom zeggen: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Zo kunnen we weer een stapje verder komen op ons spirituele pad, op ons pad van Inwijding in de richting van Adeptschap of Heiligheid zoals Mgr. Leadbeater het hierboven noemde. En daarbij kunnen we ook zeker wat hebben aan de Eerste Straals Zegen die de priester ons regelmatig geeft aan het eind van onze H. Mis. Wij zouden deze zegen voor ons zelf ook kunnen zien als een affirmatief gebed: “Mogen de Heiligen, wier leerling ik tracht te worden, mij het Licht doen zien dat ik zoek. Mogen zij mij de krachtige steun geven van Hun mededogen en Hun wijsheid. Ik weet dat er een vrede is die elk begrip te boven gaat, die woont in het hart van hen, die in het eeuwige leven. Ik weet dat er een alles vernieuwende kracht is die beweegt in hen, die het Zelf kennen als één. Moge die vrede mij omzweven, die kracht mij opheffen, tot ik ooit daar sta waar de Ene Inwijder wordt aangeroepen en ik Zijn ster zie stralen”. Henry Hagen
Over het leven van… Annette van Genderen Mianne Bakker laat ons nader kennis maken met de spirituele tochten van leden en belangstellenden die onze kerk al dan niet regelmatig bezoeken. Ze voert gesprekken met hen en geeft de weerslag ervan weer in dit blad. (uiteraard met toestemming!)
Over het leven van Annette van Genderen-Baggerman van Houweninge. Annette is geboren op 26 januari 1929 op het eiland Biliton in Indië. Haar familie draagt een patriciërsnaam en die start tekent haar leven. Het betekent dat ze in haar wereld omringd werd door veel bedienden, eerst in Indië en later ook in het grote huis met landerijen in Soest. Het betekende echter ook dat er veel te leren viel om het dagelijkse leven als zelfstandige jonge vrouw te beginnen. Als klein meisje krijgt Annette in Indië de dodelijke ziekte kindercholera. Ze overleeft het als door een wonder aangeraakt. Haar moeder vertrekt daarom met haar 5 kinderen naar Nederland omdat het herstel van Annette geen kans krijgt in de tropen. Ze zijn met 4 meisjes en een broertje. Haar vader blijft in Indië, op het eiland Billiton en komt tijdens de oorlog in het jappenkamp terecht. Later na de oorlog, bij de hereniging in Nederland, komt er nog een kindje. De angsten en de pijnen van de oorlog komen echter in heftigheid naar boven en ze gaan gescheiden leven. Het wordt een heel moeilijke periode. Als 19 jarig meisje gaat Annette, als onderwijzeres, werken in de zwakzinnigenzorg in Wormerveer, Noord Holland. Het is een heel gelukkige tijd, omdat ze voelt dat ze haar liefde kan geven aan deze kinderen, van wie ze ook veel liefde terug ontvangt. Rond haar 20e jaar begint Annette de andere werkelijkheid te zien. Allereerst is de schok groot, maar na een tijdje raakt ze er mee vertrouwd en ze merkt dat dit iets is wat bij haar hoort. Ze ziet overledenen, die vaak nog in strijd verkeren en daarom niet verder op weg kunnen gaan. Zij communiceert met ze en ze helpt deze overledenen de overgang gemakkelijker te maken. Annette trouwt als ze bijna 29 jaar is en ze gaat wonen met haar man in Putten, midden tussen de landerijen. Ze krijgen 4 zonen. Haar taak ziet ze om overledenen te helpen naar hun bestemming te komen. Haar moeder wordt op 18-jarige leeftijd theosofe in Indië en Annette wordt dit eveneens als 18-jarige als zij in Soest woont. Ze heeft van jongs af aan diep religieuze gevoelens en ze gaat dan ook zelf op zoek naar een kerk die bij haar past. Ze bezoekt veel kerken en religieuze groeperingen. Zo ontstaat er tijdens deze zoektocht een warme vriendschap met veel mensen op het theosofisch centrum. Pascaline Mallet, die in het grote huis De Duinen woont is een van die bijzondere vriendschappen. Zij is Française en Annette vindt het heerlijk om met haar te praten. Haar moeder die met haar man, de vader van Annette, eveneens een zwaar leven heeft, kan moeilijk naar St. Michael komen door de afstand. Annette is daar kind aan huis geworden. Haar wereld met vele gedachten, zoals ook haar geloof in reïncarnatie sluiten hier prachtig bij aan. Annette is een geboren spreekster en vanaf de leeftijd van 35 jaar wordt zij veelvuldig gevraagd om lezingen te geven in protestantse kerken, verspreid over het land. Haar visie over het goddelijke is haar geliefde thema. De Vrij-Katholieke Kerk met de kapel wordt de plek waar Annette helemaal bij zichzelf en het goddelijke is. Ze voelt zich thuis in de diensten en ze geniet van de gezangen. Hier is haar wereld, hier ziet zij de krachten, de
engelen, de mensen in de andere wereld. Die periode heeft 10 jaar geduurd, waarbij Annette op het altaar werkt als misdienaar. Zij zegt tegen mij: “ik heb altijd een relatie met God gehad. Wij zijn in het goddelijke en het goddelijke is in ons.” Annette begint een studie psychologie op haar 49e jaar en ze studeert af als ze 55 jaar is. Haar scriptie met het onderwerp sprookjes krijgt een cum laude beoordeling. Ze begint een psycho-therapeutische praktijk, waarbij ze haar droom om mensen te helpen nog meer in werkelijkheid kan brengen. Haar andere droom is om priester te worden om zo zegeningen, genezingsdiensten te kunnen geven en voor mensen te bidden. Ze heeft haar kapel in haar huis en daar worden ook door andere priesters diensten opgedragen. Ik hoor haar zeggen: “dat haar weg ligt in een weg om mensen te helpen, ook voor hen die niet gezien worden”. Als ik terugkijk naar de weg die Annette heeft afgelegd, dan zie ik dat ze de beloftes aan haar zelf waar heeft kunnen maken. Haar tweede man Herman ziet Annette als een speciaal godsgeschenk. Ze kenden elkaar al vele jaren, maar enkele jaren geleden besloten ze te trouwen en dat geluk is maar van heel korte duur geweest, een jaar en 1 maand . Annette spreekt over deze liefde als iets heel bijzonders, hij is haar nog steeds nabij. Als zij met Herman sprak dan was het meestal over spiritualiteit dat ver van hem verwijderd lag. Ze gingen altijd samen naar de kerk en dit veranderde zijn leven. Oprechtheid, diep inzicht achter de sluiers van het leven, dat mocht ik opmerken en dat draag ik als een bijzonder geschenk mee en de openhartigheid heb ik hartverwarmend ervaren. Ik wil dit stukje over het leven van Annette afsluiten met een gedicht van Rumi: De Herberg Dit mens- zijn is een soort herberg, elke ochtend weer nieuw bezoek. Een vreugde, een depressie, een benauwdheid, een flits van inzicht komt als een onverwachte gast. Verwelkom ze, ontvang ze allemaal gastvrij. Zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt, die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat. Behandel dan toch elke gast met eerbied, misschien komt hij de boel ontruimen om plaats te maken voor extase. De donkere gedachte, schaamte, het venijn, ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns En vraag ze om erbij te komen zitten Wees blij met iedereen die langskomt, de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd om jou als raadgever te dienen. Mianne Bakker
Stukjes uit periodiek 22 februari t/m 25 maart 2012
Aswoensdag Op woensdag 22 februari is het Aswoensdag. Eigenlijk zouden op die dag de palmtakken die we met Palmpasen 2011 ontvingen, verbrand moeten worden. Dit verbranden hebben we verplaatst naar zondag 26 februari 2012. U wordt verzocht om dan uw palmtakken mee te nemen. Deze zullen dan verbrand worden, voorafgaand aan de H. Mis.
Buitenlandse training in onze Kapel Van 23 maart 2012 t/m 1 april 2012 zal er een training plaatsvinden van Griekse VKK-geestelijken. De Griekse VKK bevindt zich in de beginfase en training van de geestelijkheid is dus heel belangrijk. Deze trainingen staan onder leiding van de Duitse priester Johannes van Driel en er zullen H.Vormsels en lagere wijdingen plaatsvinden. Mgr. Peter Baaij zal de wijdingen verrichten. Meer dan een week zal onze kapel voor deze trainingen openstaan.
Gesprek met de zee De afgelopen decembermaand heb ik weer aangemonsterd op het schip waar mijn zoon kapitein is. De avond na de zware storm vertrokken we vanuit IJmuiden. Onder indruk van de hoge golven kwam ik, gelukkig vrij van zeeziekte, boven de Waddeneilanden tot het volgende verhaal.
Gesprek met de zee Eindeloos komen ze onder ons schip doorrollen. De golven. Wíe zijn ze? Boodschappers van onze oorsprong? Als je de golven wilt kennen moet je de zee doorgronden. Is de zee Goddelijk van oorsprong? Zij kan ons eten geven, zij kan ons laten genieten, zij kan ons bang maken, zij kan ons helpen als we willen nadenken. Zij kan ons afkoelen of verwarmen. Zij kan helpen bij het geboren worden en bij het sterven. Zij kan vormen en vernietigen. Is het een vat van diepe wijsheid? De zee is in voortdurend gesprek met de wind. Ik sta op het schip en er zijn hoge golven. Van links komen ze overweldigend op me af. Ze torenen hoog boven me uit. Het schip wordt opgetild als ze er onder door gaan. Aan de rechterkant zie ik ze verdwijnen en we zakken weer de diepte in. Ik ben vervuld van ontzag, maar ook van geluk. Een golf is als een gebeurtenis. Het kan een moment zijn, het kan een periode zijn, het kan een leven zijn of een eeuw, noem maar op. Ik neem als schrijver u mee in mijn beleving en laat de zee haar verhaal vertellen. Het is natuurlijk een weerslag van wat zich in mijn binnenste afspeelt. Ik luister naar de golven in de zee en de zee vertelt haar verhaal: “Hallo, ik kom je wat vertellen als zee. Wat ik je kom vertellen weet je pas als één van mijn golven bij je is. Wees vooral niet bang, je kunt je beter één met me voelen, dan dat je tegen mij aan kijkt. Je kan namelijk ook heel blij met mij zijn. Zo, ik til je op en langzaam kom je in mijn sferen. Je maakt tijdens mijn aanwezigheid iets mee, wat je dichter bij mijn oorsprong, de Wijsheid brengt. Dat hoogtepunt opent in jou deuren voor meer inzicht. Ook als je bang bent kan je meer inzicht krijgen. Of als je door mij verzwolgen wordt. In de eeuwigheid is dat een incident, meer niet. Als ik als golf onder je doorgerold ben, kan je me nakijken. Dat nakijken is tevens evalueren. De ervaring die je gehad hebt, dat wat je meegemaakt hebt kan bezinken en je wijsheid meer voeden. Neem afscheid van me, kijk me na, maar niet voor lang, want ik kom weer langs. Soms met dezelfde boodschap als een mantram, soms voor een heel diepe ervaring. Wees één met mij. Die eenheid vind je als je diep in jezelf gaat. Hoe dieper je gaat hoe meer je de grote eenwording kan ervaren. In die diepte is nog meer ruimte dan buiten jezelf. De diepte is veel dieper dan ik als zee ben. Het “één” geworden zijn, is de plaats waar je met alles en allen verbonden bent. Het grote punt van ordening. De plek waar de eeuwige wetten gestalte krijgen en uitgevoerd worden. Een plaats waar gewone stervelingen eigenlijk met hun verstand niet bij kunnen. Uit onmacht wordt voor die plaats de naam van God gebruikt. Omdat mensen het niet verder kúnnen begrijpen. Het is een vrije keuze om God te personifiëren of te abstraheren, als je maar werkt aan de eenwording van allen en alles. Noem mij, zoals je me noemen wilt. Dat is heel persoonlijk. Ik mag dit als zee met haar golven voor je uitbeelden. Zo komen ook in je leven golven voorbij. Grote en kleine. Daar doet zich hetzelve voor als bij mijn water als zee. Werk met mij samen. Werk ook samen met de golven in je leven. Het maakt je een rijk mens. Een goede samenwerking met datgene wat je lot beïnvloedt, zorgt ervoor dat je ontevredenheid beperkt wordt. Gaandeweg bij de toeneming van de wijsheid zal je ontevredenheid kunnen verdampen. Als je niet ontevreden bent, kan je genieten. Geniet van mij als zee in alle aspecten. Wees gelukkig. Fijn dat je naar mij hebt willen luisteren. Tot spoedig.” Pr. Parcival Aswoensdag als onderdeel van het scheppingsproces Ieder vindt bij het bestuderen van de kerkelijke feestdagen wel iets in het gebodene dat hem aanspreekt waardoor hij zijn wereldbeeld meer waardevol kan maken. Vanuit mijn beperkte kennis van de astrologie meen ik toch een sterke relatie te vinden met de gebeurtenissen die zich in het kerkelijk jaar voordoen.
Juist door het ook al zo lang meewerken in de Internationale Orde van de Tafel Ronde krijg je een bepaalde eigen visie op gebeurtenissen die de loop van een schepping mogelijk maken. Steeds zie je weer dezelfde golfbeweging van zichtbaar en onzichtbaar. Het laatste wil niet zeggen dat er niets gebeurt. (zie de boeken van Henk Dunnewold, hij was een electrotechnisch ingenieur die alles naar energievormen vertaalde.) Bij de ene beweging zet de energie zich uit om alle mogelijke vormen waarneembaar (niet zichtbaar, want dat is maar één van onze vijf bekende zintuigen) te maken, en bij de tweede trekt het zich terug om een nieuwe periode van waarneembaarheid voor te bereiden. Je mag het leven en dood noemen, dag en nacht of in- en uitademing, involutie en evolutie. Vele benamingen zijn mogelijk. De naam is niet belangrijk. De doorgaande beweging is echter wel essentieel voor het leven in de Schepping. Dat principe spreekt mij erg aan en vind ik steeds weer terug in elk rituaal of in elke bijeenkomst, zelfs bij een zogenaamde droge praatbijeenkomst. Het tweede aspect wat me bij die beschouwing aanspreekt (die u wel kent en resulterend in mijn ruimtefiguren) is te ontdekken aan welke wetmatigheden de mens moet voldoen om de mooist denkbare vorm midden op de dag te kunnen realiseren. De mens als evenbeeld op aarde van God onze Schepper. Het is vergelijkbaar met het Zuidelijk Roosvenster in een van de bekende Kathedralen. Het is ook niet voor niets dat de mensen die zich met geestelijke zaken bezighielden in het klooster woonden waarbij de kloostertuin grensde aan de zuidzijde van de kerk. De Aswoensdag is typisch het moment in dat proces waarbij de materie het meest in zichzelf is terug getrokken (noem het 's nachts om 12.00 uur), het einde van de vorige waarneembare periode om weer een nieuwe periode te gaan voorbereiden. Het is in de schepping nooit zo dat alles zich beweegt op een zeer smalle bandbreedte van eenmaal en nooit meer, maar de scheppingsprocessen gaan continu door. Er zijn dus ontelbare fasen van ontwikkeling gelijktijdig bezig. Hier beschouwen we twee elkaar opvolgende bewegingen die elkaar gedeeltelijk overlappen. Dus terwijl de ene beweging nog bezig is zich af te wikkelen, is er al een andere die zich aan het voorbereiden is, om zich verder te ontwikkelen. Om enig zicht te krijgen in dat proces is het goed mogelijk om de uren van de dag in principe vast te houden als referentie voor specifieke punten in dat scheppingsproces. In principe doorloopt een scheppingsproces altijd dezelfde markante punten als bij een afwikkelingsproces. Welke dat zijn daar moeten we zelf naar zoeken.
Enkele feiten Om 6.00 uur 's morgens komt de Zon in het Oosten boven de horizon uit om het leven op aarde van nieuwe energie te voorzien. Om 12.00 uur overdag staat de Zon in het Zuiden zijn grootste hoeveelheid energie af te geven aan de wereld van de materie. Om 6.00 's avonds gaat de Zon in het Westen weer verdwijnen en om 12.00 uur 's nachts doet hij het tegenovergestelde van 12.00 's middags en trekt zich terug tot de kleinst mogelijke vorm van energie. Terwijl het 3e uur weer het geëigende moment is om contact te maken vanuit de stoffelijke wereld met de geestelijke wereld. Het 12e uur geeft de beweging aan van boven in de hemel (de geestelijke wereld) naar beneden in de aarde als het meest stoffelijke punt van de materiële wereld. Op het noordelijk halfrond wordt bij deze twee werelden een relatie gelegd met de Geesten in het Zuiden en de Materie (de reeds tot zijn essentie teruggekeerde stof, dus de dood) in het Noorden. Vroeger werden mensen begraven met het hoofd naar het Noorden. Op het zuidelijk halfrond wordt het precies andersom gezien. Het is dus een aanname van de mensen om een bepaald, niet goed te begrijpen, principe vast te leggen om er mee te kunnen werken. Doodgaan is door middel van oxidatie weer tot stof, tot as terugkeren. Dat kan of door te begraven in de aarde of in of op de rotsen (de aarde), het zeemansgraf (het water), het crematorium (het vuur) of de Torens des Doods, de boom of de vlakte (de lucht). Dat oxideren of verbranden doet zich voor in de periode van voorbereiding die we Quadragesimatijd noemen en waar Aswoensdag zo'n bijzondere plaats in inneemt.
Het bijzondere is dat we op Aswoensdag die stof of as van het afgelopen jaar weer tot leven brengen door er een kruisje mee te maken op ons voorhoofd. Het geestelijk centrum van de mens. Het kruisje gaat van boven (de oorsprong van de geestelijke wereld) naar beneden (de oorsprong van de stoffelijke wereld) en dan horizontaal van links naar rechts, weer van de gevende linkerkant, maar nu in het horizontale vlak, het vlak van de aarde waarop wij leven, het sociale vlak. Zo wordt de dode stof weer tot leven gewekt. Dat kruisje wordt gemaakt op het voorhoofd. Dat is de buitenkant van onze hersenen. De hersenen vormen de plaats waar wij onze geestelijke ideeën proberen vorm te geven om ze later in de materie of door woorden te realiseren. Onze geestelijke krachtbron is de tweede bijzondere krachtbron van de zeven symbolen van energiebronnen die we overal kunnen ontdekken. Om te besluiten wil ik nog eens naar voren brengen dat ieder zijn eigen wereldbeeld moet maken (zijn eigen materiële Mensbeeld) maar ook zijn eigen Godsbeeld (de geestelijke kant van het leven), want beiden maken deel uit van de schepping. Pr. Tom Fokker
Over het leven van… Reinout Kanis Mianne Bakker laat ons nader kennis maken met de spirituele tochten van leden en belangstellenden die onze kerk al dan niet regelmatig bezoeken. Ze voert gesprekken met hen en geeft de weerslag ervan weer in dit blad. (uiteraard met toestemming!)
Over het leven van Reinout Kanis “Selamat Pagi”, zijn donkere ogen kijken mij lachend aan. Reinout is geboren in 1937 in Bandoeng en draagt dit stukje van zijn identiteit graag met zich mee. Ook Bart, mijn echtgenoot is daar geboren. Ik heb jaren zoveel over Bandoeng gehoord en over het leven en de omstandigheden tijdens de Japanse bezetting, dat ik voel dat ons gesprek heel nabij wordt. Ik zie als het ware de omstandigheden in het Indië van weleer, omdat ik ook vele keren daar heb rondgelopen, al luisterend naar alle verhalen. Dat is het boeiende van deze gesprekken die ik mag houden. Ook nu weer mag ik een kijkje nemen in het leven van Reinout. Reinouts moeder is advocaat in Indië, gespecialiseerd in echtscheidingen. Zo ontmoet zij de vader van Reinout. Het zal een roerig huwelijk worden. Het oudste broertje (10 maand oud) sterft aan de gevolgen van een pokkenvaccinatie. Als Reinout 4 jaar is, krijgt hij difterie en is op sterven na dood. Als de oorlog in Indonesië begint en de Japanse bezetting, lukt het zijn moeder om Reinout en zijn zusje uit het jappenkamp te houden. Zijn vader verdwijnt echter van augustus 1942 tot en met 1945 in het jappenkamp en moet aan de Pakan Barulijn werken op Sumatra. Zijn gewicht van 90 kilo wordt 37 kilo en er komen heftige kamptrauma’s, die later altijd weer zullen opkomen en die worden afgereageerd op degene die dichtbij staan. Na de oorlog komen er nog 5 kinderen, deels in Indië en deels in Nederland. Het gezin wordt gerepatrieerd en ze gaan wonen in Bussum. Reinout gaat na de lagere school naar het gymnasium op het Baarns Lyceum. Een tante woont in Brazilië en om zijn dienstplicht te ontlopen, vertrekt hij per boot als 19-jarige jongen in 1956 naar zijn tante. Later komen ook zijn vader en moeder met de andere kinderen. Werk vinden blijkt moeilijk te zijn voor zijn vader. Het gevolg is, dat Reinout het hele gezin met 7 kinderen blijft onder-houden. In de avonduren werkt hij als docent Engels, Duits en Nederlands op een taleninstituut en later ook als tolk/vertaler Portugees, Engels, Nederlands, Duits en Frans bij een Braziliaanse multinational. Hij gaat dan vanaf 1965 geografie aan de universiteit studeren en daar ontmoet hij Danièle, die meteen op hem valt. Ze is dan 22 jaar. Ze trouwen in 1968 en blijven in Brazilië tot 1970. Zijn vader overlijdt in 1962 en zijn moeder in 1967. De politieke situatie in Brazilië wordt vanaf 1964 heel dreigend. Als docent, nu geografie, geschiedenis en algemene beschaving wordt het heel gevaarlijk om te blijven, omdat veel leraren en studenten opgepakt en soms gemarteld worden door het regime. Ze verlaten daarom Brazilië in 1970 en gaan naar Nederland, waar Reinout geografie gaat geven op het Baarns Lyceum. Tevens is hij leraar Portugees en coördinator cursusbegeleider op het tropeninstituut voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers. Hun oudste dochter wordt in Nederland geboren. Vanuit deze stichting wordt hij uitgezonden in 1974 naar Tanzania als directeur van de opleidingsschool voor Europese en Canadese
vrijwilligers. In Tanzania wordt dan hun jongste dochter geboren. Na een jaar wordt hij door de Stichting overgeplaatst naar Zambia, deels als teamleider, deels als cursus begeleider tot september 1976. Dan plotseling uit het niets, vanuit een leven van spreken en communicatie, het doorgeven ervan in vele talen, op plekken wereldwijd verspreid, wordt Reinout in 1976 op 39-jarige leeftijd getroffen door een herseninfarct. Hij wordt naar het hospitaal in Lusaka gebracht. Een eenzijdige verlamming heeft ook zijn spraakvermogen aangetast en het gaat heel slecht met hem en hij zweeft op het randje van de dood. Hij kan niet meer praten en niet meer lopen. Ze moeten in september 1976 naar Nederland teruggaan. Hij wordt eerst in de Valeriuskliniek en daarna in Zonnestraal opgenomen. Er volgt een langdurig en pijnlijk revalidatietraject. Danièle is aanvankelijk met de meisjes bij Reinouts broer in de Bijlmer ingetrokken. In december 1976 krijgen zij hun eigen woning. Een paar jaar later gaat Danièle werken als docente Frans, Portugees en Swahili. Na dit intens indrukwekkende leven, vraag ik hoe Reinout de spiritualiteit heeft beleefd. Zijn vader en moeder zijn beiden Vrij-Katholiek en theosoof, eerst in Bandoeng en later in Nederland. Zo komt er diepgang in zijn opvoeding, die vooral bij Reinout aanslaat. In Brazilië is hij bezig met spirituele yoga en hij mediteert. Later als hij vanuit São Paulo in de binnenlanden gaat werken, op 320 kilometer afstand, wordt het moeilijk die discipline vast te houden. De spiritualiteit blijft sluimerend aanwezig. Het herseninfarct brengt hem heel dicht bij die kracht, die hij kent. Hij heeft een bijna doodervaring, die ik met zijn woorden zal beschrijven: “Ik ging door een tunnel naar een pastelachtige omgeving, waar een drom van mensen was. Aan het einde was er een Boeddha of Christus. Het kon me niets schelen. In die drom mensen waren ook mijn moeder en mijn schoonvader en deze zeiden: jouw leven is niet voorbij. Ga terug. Ik ging moeizaam terug, denkend aan mijn drie meiden, die hebben mij nodig. Ik ging terug door water met vele versnellingen, omhoog, moeizaam”. Toen 2 weken later de neuroloog aan mijn bed zat, hoorde ik hem zeggen: ”het wordt niets met hem”. Reinout wist toen: “nee, anders was ik niet teruggegaan vanwege mijn meiden”. Dit geeft mij kracht. Het is mijn karma, het diepere lot, zowel het goede als het slechte. Wij moeten teruggaan naar het oorspronkelijke, om beter te worden. Als mensen van het paradijs, hebben we geen idee in deze leerschool geworpen te worden en gelouterd te worden. We moeten ons bewust worden wat het verschil is tussen goed en kwaad. Ik voel dat ik priester had willen worden, maar ik loop nu een andere weg naar het hogere. In de kapel, de kerk, daar voel ik me thuis. Ik voel me een gelukkig mens, ik kijk vooruit, ik ben ver-ziend. Soms is een pas op de plaats nodig. Ik wilde emigreren naar Nieuw Zeeland, maar eerst moest ik mijn Master en Doctorschap halen in Engeland. Maar dat werd het allemaal niet… Ik beschouw positief en negatief als hetzelfde, beide kanten die er altijd zijn. Als iemand kwaad doet, dan is het niet kwaad, dan is het onbewust. Ik ben door dit wat me overkomen is, relativerender geworden. Ik heb beter leren luisteren en ik ben mensen die ik ontmoet, duidelijker gaan zien. We leren door schade en schande. Wie niet horen wil, moet voelen. Onze dochter heeft haar spreekbeurt gehouden over logopedie met de titel: communicatie half weg. (afasie) Alle drie, Dani?le en mijn dochters zijn heel trots op mij. Ik heb het een voorrecht gevonden om zoveel kracht te ontdekken en zoveel schoonheid in dit leven. Als we dan een foto nemen onder een Indisch schilderij, dan zie ik weerkaatst, een levensweg, die uiteindelijk een kostbare offergang is geworden aan het hogere, het diepere, het intensere leven.
Zoveel woorden waren nodig om jou, Reinout, te laten groeien voor mij in een herkenbaarheid en pracht. Wat heb je me veel gegeven.
“Terima kassi en sampai bertemu lagi” : Bedankt en tot ziens, woorden die jij iedere keer weer uitspreekt als ik jou ontmoet. Mianne Bakker Stukjes uit periodiek
22 juli t/m 23 september
Kingsweek ! Omdat het volgende Naarder Licht wegens vakantie van de redactie pas eind september verschijnt, kondigen wij nu alvast de jaarlijkse King’s Week aan. Dit is de jaarlijkse “tiendaagse” die helemaal in het teken van de Engelen staat. In onze kapel wordt twee keer op een dag een dienst opgedragen: Op vrijdag 21 september om 19:30 uur H. Lof en vervolgens dagelijks om 10:30 uur H. Mis en 19:30 uur H. Lof. Op maandag 1 oktober sluiten we de King’s Week af met de H. Mis. Pr. Chris de Moraaz verzorgt een inhoudelijk programma, rondom het thema: De weidsheid van de ziel. Dit vindt van donderdag 27 september t/m zondag 30 september elke middag plaats van 14.00 uur tot ca. 16.30 uur. Eventueel ook op donderdag- en vrijdagavond als verdieping, na het Lof. Op deze middagen zullen we teksten van de mystica Margarite Porete (13e - 14e eeuw) en teksten uit de H. Mis m.b.t. de ziel bespreken. Ook leggen we verbindingen met de engelen; het is immers de week van de engelen – het rijk van God. Op zaterdagavond 29 september – feestdag van St. Michael – wordt om 20:00 uur het Zonnerituaal weer uitgevoerd in de Besant Hall. Dit op het theosofische gedachtegoed gebaseerde rituaal handelt over de planeten en de zon – vanuit versterven naar nieuw leven, het nieuwe Licht gesymboliseerd door de zon. Overnachten op het Theosofisch Centrum is mogelijk. Maaltijden zullen we in eigen beheer (onderling) verzorgen. Reservering is mogelijk via Christiaan de Moraaz Imans (
[email protected] of telefoon 035-5262742). Als u alleen aan de themamiddagen wilt deelnemen, kunt u zich ook opgeven via bovengenoemd e-mailadres of telefoonnummer. De Ziel Vanuit het zielsaspect van de mens kan men niet anders dan heel eerlijk de wereld inkijken. Tot hoever moet het ingedaalde Godswezen stijgen om ons te laten werken op een wijze dat onze daden, woorden en gedachten Goddelijk geïnspireerd zijn en Zijn zegen uitspreiden over de mensheid en de natuur? De bewustwording van dit alles is één ding, het “God” zijn is iets heel anders. Zo gauw we een tipje van dat Godswezen in onszelf gewaar worden, kunnen we hier al mee gaan werken. Het gaat maar om een heel klein vonkje. Een vonkje dat gaat gloeien. Dat groeit als we eerlijk naar onszelf durven te kijken. Te kijken naar onze goede dingen en naar onze streken. Het is zaak om een fijne radar te ontwikkelen voor het herkennen van onze streken. Pak ze aan!! Eén voor één. Streken worden met liefde overwonnen en omgevormd. In positieve banen geleid. En die kansen krijgen we. Zo gauw we incarneren. We moeten ze herkennen. Liefde betrachten. Gods liefde uit je laten komen en uitstralen. Elk moment dat je de ogen opslaat. Als je zegent met je handen, als je je arm om iemands schouder slaat, een kus. “Ik houd van je“ zeggen, als ware je God. Voortdurend liefdevolle gedachten toezenden, in een meditatief moment dat zich op elke plaats en in elke situatie kan voordoen. Als je even tijd hebt laat je het gebeuren. Liefde laten doorstromen in kijken, spreken, denken en doen. Liefde kunnen inademen. De Godsenergie herkennen in alles. Iets lelijks voor onze ogen kan van een ontroerende schoonheid zijn. Sla die ontroering, dat moment, op in je hart, want dat laat de Godsvonk groter opvlammen. Zo kom je in het centrum van je geluk terecht en dat is goed toeven. Zo zal Zijn zegen altijd op je rusten. De uitdrukking “Zijn Zegen” is eigenlijk te beperkt. De Moeder is overal. “Zijn “is een verzamelwoord. “Haar” hoort er ook bij.
Geen “zachte Liefdesstroom” heeft zoveel kracht als de Liefde van de Moeder. Misschien is het wel een geheim, dat “Zijn Liefde” eigenlijk “Haar Liefde “is. “Haar” Liefde wordt onvoldoende begrepen. Ook in onze Liturgie is het vrouwelijke in goede balans met het mannelijke aanwezig. Echter zonder studie wordt het niet herkend. “Haar” Liefde wordt dus onvoldoende begrepen, is te kwetsbaar. Daarom is er zoveel ellende in de wereld. De liefde wordt met voeten getreden. Voorzichtig zijn dus, misschien niet teveel uitleggen. Elia hoorde op de berg Horeb het zachte suizen van de stilte. Zo zacht is die liefdestroom. Een extreem mild nevelregentje, waar je drijfnat van wordt. Is de ziel een blauwdruk van ons Godswezen? Dan zijn wij van ons diepste Zelf afgedwaald. Als je het bovenstaande gehoord hebt, verlang je niets liever dan terug te gaan naar die oorsprong. Ik wens ons een liefdevolle reis terug toe. Pr . Parcival.
Sint Albanus – Johannes de Doper Onderstaande overweging kon pr. Tom Fokker helaas wegens tijdgebrek niet brengen in de dienst op zondag 24 juni. Daarom hieronder de integrale tekst. Naar aanleiding van de herdenking van Sint Albanus en Johannes de Doper op de 3e Zondag na Heilige Drievuldigheid op 24 Juni 2012 wil ik iets vertellen over deze twee belangrijke symbolen die beiden staan voor een vernieuwend inzicht. “Albanus” wordt in de Theosofische kringen gezien als een van de vorige incarnaties van Christiaan Rosenkreuz en de latere St. Germain. Albanus was als jonge Edelman door de Romeinen naar Rome gebracht om na zijn studie terug te gaan naar Engeland om de Keltische Christenen te bewegen wel het Romeinse Betuur te aanvaarden, de zogenaamde Pax Romana. In Rome had hij kennis gemaakt met het Christendom. Toen Albanus na vele jaren als Romeins Officier terugkeerde om Engeland te pacificeren ontmoette hij daar een groep mensen die hij gevangen moest nemen. Toen hij deze als Christenen herkende richtte hij zich tegen zijn soldaten om de Keltische Christenen te beschermen en werd daarbij gedood. Hierdoor wordt hij beschouwd als de eerste martelaar in Engeland. De volgende informatie is overgenomen uit een artikel van Pr. Wil Burger in 1940 uit zijn Indische tijd op Java. “Christian Rosenkreuz werd beschouwd als een der grootste figuren van de Middeleeuwen. Hij was de Stichter van de Orde der Rozenkruisers. Christian Rosenkreuz was geboren in 1378 en trad al heel jong toe tot een klooster. Als jongen ondernam hij reeds reizen naar Egypte en Arabië, waar hij op zijn zestiende jaar door Arabische Wijzen ontvangen werd als een gelijke en waar hij onderwezen werd in de geheimen der geestelijke Alchemie. Later ging hij naar Spanje, waar hij zijn kennis aanbood aan de geleerden van die tijd, maar zij lachten er om zoals zo velen ook in deze dagen lachen om de Oude Wijsheid die hen niet aanspreekt. Hij vertrok daarop naar Duitsland, waar hij zeer voorzichtig zijn werk begon onder de monniken die hij speciaal uitkoos en aan wie hij geleidelijk zijn geheime kennis mededeelde. Zo begon de Orde der Rozenkruisers en deed haar zegenrijk werk in Europa. Het schijnt dat deze Orde nu nog bestaat; men moet haar echter niet verwarren met de Rozenkruisers, welke in verschillende openbare lichamen aanspraak maken op dezelfde naam als de Orde van Christian Rosenkreuz. De ware Rozenkruisers werken in het verborgene. Er zijn in de Middeleeuwen nog vele andere geheime genootschappen geweest. Christian Rosenkreuz zelf was volgens verklaringen van hen die het weten kunnen, niemand anders dan de Heilige Albanus in een eerdere incarnatie. Hij incarneerde telkens en telkens weer in latere eeuwen en zette zijn werk voort, de kennis omtrent de oude Mysteriën in Europa verbreidend en tevens arbeidend aan de bevordering der Kunsten en Wetenschappen en aan de opbouw der Europese cultuur. Het meest is hij bekend onder de naam van de Graaf de St. Germain, die vooral in hoge hofkringen in Europa werkte en van wie zulke merkwaardige verhalen verteld werden.” Deze werkzaamheid gaat erg langzaam en is voorlopig nog niet voltooid als de Broederschap niet voor alle levende mensen geldt. Als Graaf de St. Germain heeft hij zich ingezet als vernieuwer van de Maatschappij door het onrecht dat er in 17e Eeuw was te proberen op te heffen doordat de Bestuurders in Maatschappelijk en Geestelijk opzicht de
minder ontwikkelde bevolking onderdrukte. Van hem is het motto bekend van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Het tweede thema voor deze Zondag was “Johannes de Doper”. Wetenschappers menen etymologisch gevonden te hebben dat de naam Johannes afkomstig zou zijn van de Egyptische naam Anubis. Deze god was aanwezig bij het wegen van het Hart van een Farao ten opzichte van een Veer. Was het Hart zwaarder dan de Veer dan werd het hart opgegeten door Anubis opdat er later een nieuw mens kon ontstaan. Op afbeeldingen is hij te zien als zwanger van nieuw leven. Hij is te beschouwen als de Heer van Leven en Dood. De Veer kan dan een symbool zijn voor het leven in de geestelijke wereld en als Anubis het Hart verorbert dan gaat het stoffelijk levende orgaan terug naar de aarde om in een volgend leven op aarde weer de levensenergie in Horus als de Zoon van de Vader te kunnen laten stromen. Ook de twee feesten van Johannes kunnen in verband gebracht worden met zowel het leven in stoffelijke als in geestelijke zin. Het feest van Johannes wordt twee maal per jaar gevierd. In de Zomer bij de Zonnewende als deze zich op de Steenbokskeerkring omkeert naar het Zuiden en de Zomer begint. In de Winter als de Zon bij de Kreeftskeerkring is aangekomen en zich weer omkeert om terug te keren naar het Noorden. Dan begint de Winter en wordt het geestelijke Licht uit de Kosmos weer geboren als een Kind. In het Christelijke verhaal als Jezus bij zijn moeder Maria - wat een Latijns woord is en Zeeën betekent - en in Egypte wordt in de Tempel van Luxor in 1600 voor Christus, in de naam van Horus die geboren wordt bij zijn moeder Isis. De gebeurtenis van de terugkeer naar de wereld is hetzelfde, alleen zijn de namen in de verschillende culturen niet meer hetzelfde. Toch is er een relatie te vinden als Anubis door de eeuwen heen veranderd is in Johannes. Anubis gaf leven in geestelijke zin als de Horus na een juist leven op aarde als een Osiris werd opgenomen als de helderste ster in de Gordel van het sterrenbeeld Orion. Johannes is in zekere zin een boodschapper geworden voor de Aardse en Geestelijke of Hemelse levengevende krachten. Als Jezus door Johannes wordt gedoopt in de Jordaan, verkrijgt hij de levengevende krachten uit de Rivier de Jordaan. De Jordaan was net als de Nijl een symbool voor de voedende krachten voor het leven op Aarde. Zo zijn er vele Heilige Rivieren die hetzelfde verzinnebeelden. Een rivier komt uit onbekende diepten van de Aarde uit een bron en vormt met bijkomende rivieren een krachtige stroom die de mineralen van de aarde naar de Zeeën of de Oceaan brengen. Maria was de meervoudsvorm van het Latijnse woord Mare. Uit de Oceaan ontstaat het nieuwe lichaam van de nieuwe Lichtbrenger. Wanneer de Zon bij het begin van de Zomer weer teruggaat naar zijn oorsprong in het geestelijke Zuiden ontstaan in de wereld de stoffelijk levende vormen als planten, dieren en mensen. De Steenbok heeft astrologisch de eigenschap kennis te hebben betreffende de Aarde. Hij staat boven op de berg, de grens naar de Hemel, door een stevig contact met de Aarde. Wanneer de Zon op de Kreeftskeerkring het verst verwijderd is van de aardse vormen kunnen we dat de geestelijke wereld noemen. In de Adventstijd wordt vaak het lied gezongen van “de Oceanen roepen u”. Dat zijn dan geen aardse maar “Hemelse Oceanen”. Toch heeft dat symbool ook weer met de Aarde te maken want de Kreeft leeft in het Water op het zand van de Zee. Deze Johannes brengt als Evangelist de boodschap dat het Levenslicht weer op Aarde geboren gaat worden. pr. Tom Fokker
Een dag uit het leven van Evalidja van Woerekom Het volgende artikel is een persoonlijke impressie van deze dag van ons lid Mianne Bakker. Maandag 18 Juni, een dag waar Evalidja naar heeft uitgekeken en waar ze al haar liefde voor alle namen van God heeft willen uitzingen, heeft willen neerzetten en heeft willen delen. Heel diep in haar is zij verbonden met vele klanken vanuit verschillende religieuze tradities, zoals de Kelten, de Soefi’s, het Jodendom en het Christendom. Zij wil als een geschenk laten voelen dat onze kapel ook een muzikale kerk mag zijn op het Centrum, waar meer religieuze uitingen hun plaats hebben. Evalidja beweegt zich in een wereld, waar religieuze dans, religieuze zang steeds weer met elkaar gevierd wordt. Ook haar liefde voor de aarde past daar helemaal bij. Haar zusters en broeders waarmee zij zich verbonden weet waren bij deze bijzondere middag in de kapel aanwezig om haar 70 jarige geboortedag te vieren.
Het is een heel bijzonder feest en de kapel voelt als een bijzondere ontmoetingsplaats om het meest diepe in ons te laten resoneren. De muziek van klankschalen, sitar en fluit brengt mij diep in mijn wezen, een muziekspel, de Tibetan Moon genaamd. De Bezinning op de Wijsheid vertaalt deze klanken, waarna een Keltisch gebed, gewijd aan Moeder Aarde mij laat bidden in de vertalende woorden: Hail Mother Earth full of grace the light fills thee blessed is thy form and blessed is the fruit of thy Womb My heart is Christ. Het Wees Gegroet Maria resoneert zo mede in mij en de klanken doen hun werk en openent mijn hart nog verder. Evalidja verbindt de gedachten met haar woorden en hierna klinkt een Gregoriaanse gezang over de psalm,’ Mijn God is mijn Herder’, gezongen door Servaes v.d. Mullen en begeleid door zijn viool, een bijzonder gezang dat de ruimte vult. We bewegen daarna op klanken die het Onnoembare willen laten voelen in de beweging en in de kring van vrienden; mensen die elkaar niet altijd kennen, maar waartussen de eenheidsgedachte zijn werk doet. Het Zonnelied van St.Franciscus kwam in het Italiaans in klank ook heel dichtbij. Evalidja sluit het prachtige programma voor de pauze af met twee eigen gemaakte liederen, waarbij zij zichzelf begeleidt op de gitaar. De stukken na de pauze volgen deze klanken maar ik kon daar helaas niet meer bij zijn. Het was een diepgaand feest, waarbij me vooral de diepe liefde van Evalidja bij blijft om ons mee te nemen op haar reis, die voor haar de meest innige reis in al haar betekenissen is en die zij heel graag wil uitdragen. De bijzondere tekst van Hildegard von Bingen werd later in de middag gezongen door Lydia Schaap en waarvan ik de woorden wil weergeven: “O Kracht van de Wijsheid, jij die in een kringloop door gaat door alles te omvatten in één weg Jij die het leven in je hebt met drie vleugels Waarvan één omhoog zwaait en de tweede vochtig is van de aarde En de derde overal naar toevliegt, Jou wordt de lof gebracht, O wijsheid, die jou toekomt.” De prachtige middag werd afgesloten met een pot-luck maaltijd. Een middag om ons er aan te herinneren dat er veel meer is om op weg te gaan naar het samen ervaren en het samen krachtig laten worden van een geloofsgemeenschap die voor veel meer mensen betekenisvol kan zijn, door de werkelijke ontmoeting. Mianne Bakker Stukjes uit periodiek
11 November t/m 31 December
Advent, start van het nieuwe kerkelijke jaar Tijdens de advent wordt een aanvang gemaakt met het nieuwe kerkelijk jaar. Wij evalueren het afgelopen jaar en bereiden ons voor op het komende jaar. In kerkelijke begrippen kijken we naar ons geestelijk welzijn, ons Goddelijk geïnspireerd leven. Hoe staat het er spiritueel met ons voor en waar willen we in het komende jaar naar toe! De richting die wij op gaan, het pad dat voor ons ligt, wordt verlicht met het nieuwe Licht van Kerstmis. Het is een licht dat als een gloeiende vonk begint en langzaam in de loop van Advent steeds feller wordt. Dit vinden we symbolisch terug in de kerkzaal, waar de adventskrans hangt. Er steken vier kaarsen in en elke zondag wordt er weer een kaars aangestoken, te beginnen met 1 op de eerste zondag van advent enz.
Dit gaat door totdat het felle schitterende licht op Maria Lichtmis in februari is bereikt. Als wij onze geestelijke ervaringen, onze lessen, geëvalueerd hebben, kristalliseren de ingrediënten uit die wij nodig hebben voor het bereiden van onze nieuwe maaltijd. Wij kokkerellen tot aan Maria Lichtmis. Die maaltijd geeft ons energie om ons voor te bereiden op het Paasmysterie. De maaltijd is voor iedereen anders. Je kunt dat op vele manieren zichtbaar maken. Je kunt kijken naar een persoon, een groep, een kerkgemeente, een stad, een natie, kosmisch enzovoort. In de kerk bidden we voor elke ontwikkeling. Dat bidden is: “energie geven aan”. God kan niet zonder ons en wij niet zonder hem. Ons innerlijk Goddelijk bewustzijn werkt alleen maar in samenwerking met God. Naarmate je de aanwezigheid van God in jezelf meer ervaart, wordt de drang om een samenwerkingsverband aan te gaan groter. Ik ben er van overtuigd dat mensen die niet geloven in een samenwerking met God, toch een zeer geïnspireerd en spiritueel leven kunnen leiden. Echter wij herkennen dat werk als Goddelijk geïnspireerd en zij ontkennen dat. Het “Werk” gebeurt echter toch en daar gaat het om. Deze gedachte zet misschien het bestaansrecht van religieuze instelling behoorlijk op scherp. Echter, een religieuze instelling heeft bestaansrecht op grond van het feit dat mensen behoefte hebben aan een veilig huis of een dak boven hun hoofd. In onze kerk hebben de mensen behoefte aan de ontwikkeling van hun geestelijk geïnspireerd leven. Het kerkelijk ritueel helpt om inzicht te krijgen op de Goddelijke weg die wij hebben te gaan. De adventstijd is tweeledig. Hij is evaluerend en zet de toon voor onze lessen in het komende jaar. Hoe zou het komende jaar eruit kunnen zien? Ik wens u een goede adventstijd toe. Pr. Parcival
Gaudete, Christus est natus! De derde zondag van de Adventperiode is het Gaudete, met de bijzondere roze liturgische kleur. Oorspronkelijk was Gaudete (Latijn voor Verheugt u) een Gregoriaans introïtusgezangvoor de H. Mis van de derde zondag van de Advent. In de 16e eeuw werd in het Latijn een kerstgezang Gaudete gecomponeerd. Het werd gepubliceerd in de Piae Cantiones, een collectie van Fins-Zweedse kerkgezangen uitgegeven in 1582. De term 'Gaudete' is ontleend aan een vers uit de Brief van Paulus aan de Filippenzen (4:4), waarin de apostel Paulus de gemeenschap oproept tot vreugde: Gaudete in Domino semper. Iterum dico: Gaudete! Laat de Heer uw vreugde blijven. Ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd! Vertaald in het kerstgezang is de eerste zin geworden: “Gaudete, Gaudete, Christus est natus ex Maria virginae, Gaudete!” Het is een van de meest indringende en pakkende Kerstgezangen die ik ken, het is in allerlei meerstemmige varianten met en zonder begeleiding opgenomen door zowel klassieke ensembles als modernere groepen. Om een indruk te krijgen van de inhoud is het prettig een vertaalde tekst te hebben. Een Nederlandse heb ik niet kunnen vinden, maar met de onderstaande Engelse tekst komen we ook een heel eind.
Gaudete! gaudete! Christus est natus ex Maria Virgine: Gaudete! Rejoice! Rejoice! Christ is born of the Virgin Mary: rejoice!
Tempus adest gratiae, Hoc quod optabamus; Carmina laeticiae Devote redamus. The time of grace has come, This that we have desired; Verses of joy, Let us devoutly return.
Gaudete! gaudete! Christus est natus ex Maria Virgine: Gaudete! Deus homo factus est, Natura mirante; Mundus renovatus est, A Christo regnante. God has become man, Nature marveling; The world has been renewed, By the reigning Christ. Gaudete! gaudete! Christus est natus ex Maria Virgine: Gaudete! Ezechiellis porta Clausa pertransitur; Unde lux est orta, Salus invenitur. The closed gate of Ezechiel is passed through; Whence the light is born, Salvation is found. Gaudete! gaudete! Christus est natus ex Maria Virgine: Gaudete! Ergo nostra concito Psallat iam in lustro; Benedicat Domino: Salus Regi nostro. Therefore let our gathering, Now sing in brightness Let it give praise to the Lord: Greeting to our King. Gaudete! gaudete! Christus est natus ex Maria Virgine: Gaudete! Henry Hagen De eerste Kinderdienst
Iedere eerste zondag van de maand is er een kinderdienst. Zondag 7 oktober jl. was de eerste kinderdienst in het teken van dierendag. Alle kinderen en volwassenen mochten een knuffel meenemen. Achtergrond van dit idee was om zo wat makkelijker contact met elkaar te maken. Het was een geslaagde zondag. De kinderen kwamen met de geestelijkheid in processie naar binnen. Er volgde een aangepast ritueel van kaarsen aansteken, waarin de betekenis van Maria en haar altaar, Rafael en zijn altaar, het hoofdaltaar en de betekenis van de kaarsen en straalkruizen werden uitgelegd. Daarna begon de eigenlijke dienst, waar mogelijk mochten de kinderen de dienaar helpen. Na het Gloria gingen de kinderen, deels met ouders samen met mij naar de koffiekamer. In de koffiekamer is er enthousiast gekleurd. De kleurplaten die ik van hond, kat, konijn, cavia, vis en schildpad had gevonden, vielen zo in de smaak, dat er niet goed gekozen kon worden, de tijd vloog om en het was bijna jammer om weer naar de dienst terug te keren bij het “Onze Vader”. Na afloop van de dienst heb ik het eerste hoofdstuk van een boekje voorgelezen. Tijdens de volgende kinderdiensten, o.a. op 4 november en 2 december wordt er steeds een hoofdstuk voorgelezen tijdens de kinderactiviteit in de koffiekamer. Het boekje “De poëzie van de stenen” is geschreven door Susanne Weissenrieder en Wolfgang Halder en gebaseerd op edelstenen. In het eerste hoofdstuk maakten wij kennis met het Rozenkwartsland. Het leven in dit land verloopt heel gelukkig en tevreden zolang de bewoners trouw blijven aan het verspreiden van Liefde. De tweeling Rosa en Rosander worden geboren en zij trekken op 12-jarige leeftijd de wereld in met een rugzakje gevuld met rozenkwarts om de liefde onder de mensen te verspreiden. Het begin van een spannende reis waarin zij een boel stenen vrienden gaan ontmoeten. Ik kijk nu al uit naar de volgende kinderdienst op 4 november a.s. In de koffiekamer gaan wij herfstlantaarns maken. Komen jullie ook? Helen Wieman
Over het leven van…. Mary-Jane de Moraaz Imans Mianne Bakker laat ons nader kennis maken met de spirituele tochten van leden en belangstellenden die onze kerk al dan niet regelmatig bezoeken. Ze voert gesprekken met hen en geeft de weerslag ervan weer in dit blad. (uiteraard met toestemming!)
Vorig jaar zomer las ik het prachtige gebed van Mary Jane in het tijdschrift Reflectie. Een gebed dat zij op een ochtend om 3 uur “moest” opschrijven. Het verwoordt haar gevoel over God in haar leven: God, onmetelijke Kracht van Liefde Gij die in ons en om ons heen Eeuwig aanwezig zijt, Leer ons bewust te zijn van dit moment. Laat ons de ontelbare mogelijkheden van Uw Liefde niet meer versluieren En de hemel op aarde aanvaarden, opdat Uw Waarheid ons Vrede zal geven. Amen Wat mij vooral raakt is de zin: “Laat ons de ontelbare mogelijkheden van Uw Liefde niet meer versluieren.” Ik geef er mijn woorden aan: Laat die kostbare schat aan ons zien, zodat ook wij ons bewust worden dat de hemel hier op aarde zichtbaar kan zijn…er al is. Met deze gedachten begin ik een gesprek met Mary Jane. Het boeit me om te horen welke levensweg zij bewandeld heeft om uiteindelijk deze woorden te horen die haar ziel raken. De woorden, die mij ook raakten en die ik niet kon vergeten. Mary Jane is een vrouw die ik wil ontmoeten omdat zij inspirerend werkt, maar tegelijkertijd voor mij zo onzichtbaar is. Al pratende zie ik door haar hele leven heen een moeilijke weg en een verdiepende weg, een weg van spiritualiteit. Niets wordt haar aangereikt, ze zet alles zelf in werking. Ze is een kind dat vragen stelt en op onderzoek uitgaat, en daarbij haar geheel eigen koers volgt. Ze wil alles onderzoeken met een groot gevoel voor rechtvaardigheid en respect voor haar omgeving. Geboren in Batavia op 5 november 1942, komt ze al snel in het jappenkamp met haar moeder. Daar zal ze 3½ jaar zijn en ze wordt door dit moeilijke leven heel snel een zelfstandig kindje. Na 1945 woont ze op Bali, in Soerabaja en Makassar. Ze maakt kennis met de R.K. Kerk waar de sfeer haar aanspreekt en als ze naar een nonnenschool gaat, ervaart ze veel liefde. Het is een gelukkige tijd. In 1950 moeten ze echter alles achterlaten en binnen een jaar zijn ze in Nederland. Het leven is niet meer gemakkelijk. Ze noemt het een open gevangenis, vol angst en onveiligheid in haar persoonlijke leven. Ze voelt zich vaak niet begrepen. Haar leven speelt zich af rond 2 vaders, waarvan haar stiefvader bedreigend voor haar wordt. Ze kan goed leren en een verdwijntruc is ook het vele lezen, het zo vertoeven in een andere wereld. Vanaf haar geboorte heeft Mary Jane een gehoorhandicap en ze leert liplezen en ze past zich aan om alle woorden en indrukken toch goed binnen te laten komen. In 1960 voltooit ze de H.B.S. in Amersfoort. Haar religieuze zoektocht gaat via verschillende kerken, waarbij ze uiteindelijk geïnspireerd wordt door dominee Elderenbosch, die in de Bergkerk in Amersfoort de oecumenische gedachten volgt, wat dichtbij haar belevingswereld ligt. Haar inspiratiebron is Jezus Christus, die ze via de bijbelverhalen leert kennen. Ze blijft vragen stellen rond de onfeilbaarheid van de paus, over de maagd Maria en de vele dogma’s. Ze dacht toen al, we zijn allemaal priester van ons eigen leven. Na haar H.B.S. slaagt ze met hoge cijfers voor chemisch analiste. Ze gaat zelfstandig wonen en begint te werken vanuit dit vakgebied. Ze ervaart deze periode als een hele leuke tijd. Als een rode draad door haar leven zijn er de bescherm/bewaarengelen, die haar steeds hebben ondersteund en met wie zij voelbaar leeft. Chris, haar echtgenoot, ontmoet ze in deze periode. De ontdekkingstocht van haar leven gaat ook nu weer via de kerken, wat uiteindelijk ook een weg van loslaten wordt. Het leven geeft hen een prachtige zoon en dochter. Het werkzame leven wordt ook een harde weg van weer meer loslaten en spanning, moeizaam en droevig. Uiteindelijk vindt Mary Jane een kerkje die haar engelen een eigen plek geven, het kapelletje in Naarden. Haar leven voltrekt zich nu, samen met Chris, op een prachtige plaats in Huizen op de 7e etage met een uitzicht over de bossen aan de ene kant en de winkels aan de andere kant. Chris gaat zijn weg als priester in de Vrij Katholieke Kerk, eerst in Naarden en nu in Utrecht.
Mary Jane zegt me: ons huis is een punt in het engelennetwerk, in een krachtnetwerk, dat is voelbaar. Voor Mary Jane is dit haar plekje geworden. In de bijgevoegde foto’s staan haar dierbare voorwerpen die allemaal een eigen verhaal hebben. Tijdens de King’s Week vorig jaar was het Mary Jane die prachtige engelenkaartjes had gemaakt met teksten die precies weergaven wat wij nodig hadden. Ik lees enkele die ze weer heeft klaar gemaakt voor de King’s Week, dit jaar: --Accepteer wat is, niet hoe je wilt dat is. --Je bent uniek, waardevol en belangrijk omdat jij in deze wereld een spoor kan aanbrengen dat Jij alleen kunt achterlaten. Dat heb ik bij Mary Jane ervaren, ze liet mij haar spoor zien, een heel bijzonder spoor. Voor mij blijft weerklinken haar grote liefde voor engelen… en vlak voor het einde van het gesprek leest ze me de tekst voor: Ik ben bij je dag en nacht en ik ben daar waar je mij het minst verwacht Waar je ook heengaat en wat je ook doet Weet dat ik altijd over je waak en je zal beschermen wanneer het moet. Dat ervaart Mary Jane en dat geeft haar kracht om die kostbare schat aan ons te laten zien. Zodat wij er zelf voor gaan zorgen dat de hemel hier op aarde zichtbaar is. Weten we werkelijk altijd dat wij die kostbare schat zelf zijn en dat wij aan elkaar dit steeds weer kunnen, mogen en willen uiten om zo de echte Ware Liefde te beleven? Mianne Bakker
De King’s Week: een tijd van intens licht Een terugblik op de King’s Week 2012 in Naarden.
“Rust begint bij onze ziel. Ons innerlijk moet tot rust komen. Dan zal de rust ook doorwerken in ons lichaam. Wie zijn ziel als goed ervaart, gelooft ook in het goede in de ander”, een tekst die ons op weg neemt naar de King’s Week. Vanaf Vrijdag 21 September, gedurende 10 dagen is dit de weg die wij tezamen met onze ziel zullen gaan. De engelenmeditaties, het kaarslicht, het gezang, het voelbare van de verdieping in de ritualen van het H. Lof in de avonden en de H. Mis in de ochtenden, brengen een geopend “worden” van ons wezen tot stand, een bezieling die in werking wordt gezet. Het is voelbaar, er is een onzichtbare verbinding die opent en heelt. Vanaf donderdagmiddag zal de verdieping verder uitgroeien, via de teksten van de mystica Margarete Porete, die waarschijnlijk als begijn leeft, half 13e, begin14e eeuw. Haar zielenleven spreekt ze uit in “de Spiegel der eenvoudigen Zielen”. Ook wij gaan via de teksten met haar op weg en dalen af in onze eigen belevingswereld. Door het delen van onze indrukken, gebeurt er iets heel wezenlijks in ons. We worden aangeraakt, geraakt, ieder op eigen wijze. Margarete begint de proloog met de woorden: “Jullie theologen en anderszins ontwikkelden Jullie zullen niet tot verstaan komen, Hoe scherp je denkvermogen ook is, Als jullie je niet deemoedig gedragen En als jullie niet beide Liefde en Geloof Boven Verstand laten uitstijgen…….” Wat we zien is, dat de Liefde inderdaad de overhand krijgt en de Ziel laat spreken, vol Vertrouwen, omdat Zij, Vertrouwen en Liefde is. Vanuit een andere invalshoek, maar met evenveel intensiteit, schetst Bisschop Gert Jan een beeld van verschillende lagen van werkelijkheid, binnen en buiten ons, waarbij het thema, de Ziel en Zijn Bezieling centraal staan. Het gevoel, dat onze Ziel zo dichtbij is en ons zo leidt, brengt ons later naar de viering van het Zonnerituaal op Zaterdagavond. Ook daar is er een tempel neergezet, waar de ritualen plaats vinden met een diepere beleving.
Het verbindende is ook de inbreng van meerdere priesters uit andere kerkgemeenten. Zo wordt het Centrum in Naarden een grotere plek, waar de spiritualiteit van deze bijzondere King’s Week gevierd en beleefd wordt. In het bijzonder hebben priester Chris en zijn echtgenoot Mary Jane de engelenenergie heel speciaal doorgegeven. Zondag 30 September is dan de herdenking van de kerkwijding in de kapel in Naarden met een H. Mis, gecelebreerd door bisschop Peter. In de avond is er dan het H. Lof van de 10e dag en tijdens de meditatie worden de woorden uitgesproken, waar wij gedurende al deze dagen naar toe zijn gegroeid: “O Gij, die de Drager Zijt van het Heelal Uit Wie alle dingen voortkomen en In wie alle dingen wederkeren, Ontsluier voor ons het Aangezicht van de ware geestelijke Zon, Dat voor ons verborgen is door een schijf van Gouden Licht, Opdat wij de Waarheid mogen kennen En onze plicht volledig mogen vervullen op weg naar Uw Heiligen Voeten”. We hebben ervaren dat ons innerlijk tot rust is gekomen, waarbij we anders zijn gaan kijken, omdat al deze ervaringen meegedragen worden. Zo komen we verder tot bloei, omdat we door deze ervaringen bezield zijn geraakt. Mianne Bakker