Peri-operatieve fysiotherapie
ademhalingsoefeningen en bewegingsactiviteiten
Inleiding Binnenkort ondergaat u een buik- of longoperatie in Orbis Medisch Centrum. Afhankelijk van de soort operatie verblijft u een aantal dagen op de verpleegafdeling. Om uw herstel zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk dat u gedurende uw verblijf een aantal oefeningen uitvoert. Meestal krijgt u rondom de operatie te maken met een fysiotherapeut die u hierin zal begeleiden. Eén van de taken van de fysiotherapeut is u te begeleiden met ademhalingsoefeningen. Dit ter voorkóming of behandeling van eventuele longproblemen. Daarnaast bekijkt de fysiotherapeut samen met de arts en verpleegkundigen hoe u weer het snelste en beste uit bed kunt komen. Uw behandelend arts schrijft een verwijzing voor fysiotherapie. De fysiotherapeut neemt, indien mogelijk de dag voor de operatie en anders de dag na de operatie, zelf de ademhalingsoefeningen uit deze folder met u door. Ook geeft de fysiotherapeut u adviezen over mobilisatie (het uit bed komen) en de lighouding in bed. Wij adviseren u daarom deze folder aandachtig door te lezen voordat u geopereerd wordt. Ingreep Door de operatiesnede die de arts in de buik of borstkas heeft gemaakt, kunt u de eerste dagen na de operatie pijn voelen in het operatiegebied. Ook zult u de eerste dag na de operatie vrijwel niet uit bed komen. Door de pijn na de operatie en een liggende houding in bed kan de ademhaling tijdelijk minder diep zijn. Daarom is het noodzakelijk regelmatig ademhalingsoefeningen uit te voeren. Rondom de operatie zijn er factoren die invloed kunnen hebben op het ontstaan van longproblemen. • operatiegebonden factoren • plaats van de ingreep en de duur van de narcose. • patiëntgebonden factoren • hierbij kunt u denken aan leeftijd, rookgedrag, overgewicht en het hebben van een longaandoening. • postoperatieve factoren • zoals pijn en te weinig beweging. Hoe meer factoren op u van toepassing zijn, hoe groter de kans op longproblemen na de operatie. Houdt u zich echter aan de adviezen, dan wordt de kans op een longprobleem kleiner. Doel van ademhalingsoefeningen Ademhalingsoefeningen hebben als belangrijkste doel de ademhaling te verdiepen. Bovendien wordt door een grotere luchtstroom het normale slijmtransport bevorderd. Slijm ontstaat als een reactie op bepaalde prikkels van de luchtwegen en heeft meestal een wit-grijze kleur. Waar slijm blijft zitten in de luchtwegen, kan zuurstof moeilijk een doorgang vinden. Bovendien kan het slijm een voedingsbodem gaan vormen voor bacteriën, zodat de kans op een infectie groter wordt. In het geval van een infectie is het slijm geel-groen
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
2
gekleurd. Het is noodzakelijk dat u na de instructies van de fysiotherapeut de ademhalingsoefeningen zelfstandig en regelmatig uitvoert om bovenstaande te voorkomen. Instructie ademhalingsoefeningen Na de operatie zult u de oefeningen waarschijnlijk in liggende of halfzittende houding in bed gaan uitvoeren. Het streven is de oefeningen zo snel mogelijk in zittende houding te doen (op rand van bed of in de stoel) • Adem rustig zo diep mogelijk in door de neus, indien dit niet gaat dan door de mond. • Houdt de adem vervolgens 2 tellen vast en adem weer rustig uit door de mond met de lippen losjes op elkaar geperst. U ademt als het ware tegen een lichte weerstand uit. Hierdoor ademt u langer en langzamer uit waardoor er een betere luchtstroom is om het slijm te verplaatsen. • Probeer tijdens het ademhalen de beweging van de buik met de handen te volgen. Tijdens de inademing komt eerst de buik omhoog, daarna zet de borstkas uit, waarbij de flanken (ribben) zijwaarts bewegen en het borstbeen omhoog en naar voren komt. • Tijdens de uitademing gebeurt het omgekeerde. • Herhaal de oefening 9 keer, in series van 3, afgewisseld met een korte pauze en doe dit indien mogelijk ieder uur. • Begin hiermee zo snel mogelijk na de operatie. In sommige gevallen zal de fysiotherapeut u vragen al vóór de operatie te starten met deze oefeningen. Dit geldt met name voor patiënten die reeds een longprobleem hebben. Als de diepte van de ademhaling na de operatie nog onvoldoende blijkt te zijn, dan kan de fysiotherapeut u een hulpmiddel geven om de ademhaling verder te verdiepen. Dit hulpmiddel is een ademvolumetrainer, ook wel ‘triflo’ genoemd. Hiermee kan zowel de diepte van de inademing als van de uitademing gestimuleerd worden. Verwijderen van slijm Er zijn twee manieren om het slijm uit de longen te verwijderen. Dit zijn het huffen en hoesten. Zowel bij het huffen als het hoesten wordt de lucht krachtig naar buiten gestoten. Bij het huffen gebeurt dit minder explosief dan bij het hoesten, waardoor de druk op de buik- of borstwond minder zal zijn. Hierdoor ervaart u minder wondpijn. Indien ondanks de wisselende lighouding in bed, het slijm moeilijk te verwijderen is, dan is er nog een mogelijkheid om slijmverdunnende middelen toe te dienen. In overleg met de behandelend arts zal bekeken worden of u hiervoor in aanmerking komt. Het toedienen van slijmverdunnende middelen gebeurt met een vernevelapparaat. Zowel de fysiotherapeut als de verpleegkundige kunnen u uitleggen hoe u dit moet doen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
3
Huffen Leg het kleine hoofdkussentje op de buik met de handen erop. Indien u een longoperatie heeft ondergaan, leg het kussentje dan op het wondgebied. Duw vervolgens de handen tegen het kussen aan zodat er een druk tegen de buik of tegen de ribben ontstaat. Dit is noodzakelijk om de wond te ondersteunen tijdens het huffen. Adem rustig diep in door de neus, open vervolgens de mond en stoot de lucht krachtig naar buiten, als een harde zucht. Indien er slijm zit komt dit in de keel terecht en kunt u het uitspugen. Afslikken kan geen kwaad, maar heeft niet de voorkeur. Lukt dit niet meteen de eerste keer herhaal het huffen dan nog een keer. Komt het slijm er niet uit probeer dan pas te gaan hoesten. Hoesten Leg het kleine hoofdkussentje op de wond (buik of ribben), met de handen erop. Duw vervolgens de handen tegen het kussen aan zodat er een druk tegen de buik of ribben ontstaat. Dit is noodzakelijk om de wond te ondersteunen tijdens het hoesten. Adem vervolgens rustig diep in door de neus, maak de mond een beetje open. Hoest vervolgens de lucht weer krachtig uit. Ook hierbij komt het slijm in de keel, waarna u het kunt uitspugen. Ook bij hoesten geldt dat het slijm niet in een keer omhoog hoeft te komen. Herhaal het hoesten dan nog een keer. Kort samengevat: Verbeteren diepte van de ademhaling • Maximale inademing, liefst door de neus. Enige seconden vasthouden. • Uitademing liefst via de mond. Lucht zachtjes tussen de lippen door uitblazen. Bevorderen verwijderen van slijm Gebruik de huf- en/of hoesttechniek. Steunen van de wond met behulp van een klein kussentje, het dekbed, of de handen. Advies Start de ademhalingsoefeningen zo spoedig mogelijk na de operatie. Adem 9 keer (in series van 3) achter elkaar diep in en uit. Herhaal dit ieder uur. Probeer het slijm zoveel mogelijk op te huffen en/of te hoesten om de longen schoon te houden en infecties te voorkomen. Mobilisatie uit bed Naast ademhalingsoefeningen is ook een vroege mobilisatie van belang om de functie van de longen op een positieve manier te beïnvloeden. Hoe meer u beweegt, hoe meer de ademhaling gestimuleerd wordt. Mobilisatie houdt het volgende in: • houding in bed: niet volledig plat liggen, hoofdsteun iets omhoog en wissel regelmatig van houding. • mobilisatie naar de stoel: de verpleging en/of fysiotherapeut zal proberen u de eerste dag na de operatie in de stoel te laten plaatsnemen. Hoe lang en hoe vaak kan voor iedereen verschillend zijn.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
4
• lopen: onder begeleiding van fysiotherapeut of verpleegkundige eventueel met behulp van een loophulpmiddel. Het streven is dat u zo snel mogelijk weer zelfstandig zult lopen op de kamer en op de gang. • traplopen: indien noodzakelijk voor de thuissituatie zal de therapeut inschatten of dit samen met u geoefend moet worden. Pijn na de operatie Indien u veel last heeft van pijn na de operatie (postoperatieve pijn), veroorzaakt dit niet alleen ongemak, maar kan dit ook het uitvoeren van de ademhalingsoefeningen en het mobiliseren bemoeilijken. Om de pijn zoveel mogelijk te bestrijden wordt er tijdens de operatie al een start gemaakt met pijnbestrijding. Indien u door teveel pijn niet goed gemobiliseerd kunt worden en u uw ademhalingsoefeningen niet goed kunt uitvoeren kunt u dit melden aan uw verpleegkundige. Deze zal dan beoordelen en indien nodig overleggen met de arts, of de pijnmedicatie aangepast moet worden. Praktische tips • Rokers hebben meer risico op het krijgen van longproblemen. Dit risico is 6 keer groter dan bij niet-rokers. Aangeraden wordt om minimaal 8 weken voor de operatie te stoppen met roken om overmatige prikkeling van de longen tijdens en na de operatie zoveel mogelijk te voorkomen. • Opbouw van dagelijkse activiteiten mag pas gestart worden 2 tot 6 weken na de operatie. Voorwaarde hierbij is dat de operatiewond goed geheeld moet zijn. Luister naar uw lichaam en bouw rustig op. Houd rekening met eventuele klachten en/of pijn. • Heeft u specifieke vragen over bepaalde bewegingen of (sport)activiteiten, stel deze dan aan uw arts of fysiotherapeut. Indien u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u bellen naar de afdeling fysiotherapie en vragen naar een fysiotherapeut uit het proces chirurgie. U kunt ook tijdens de opname uw vragen stellen aan de fysiotherapeut die bij u aan bed komt.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
5
© 07-2012
Internet www.orbismedischcentrum.nl
583
Fysiotherapie Meldpunt West 07 (Revalidatie) Telefoon: 088 - 459 77 30