__________________________________
Nieuwsbrief september 2007, Jaargang 2 - vol. 8
Pensioenwet – Premieovereenkomst met beleggingsvrijheid en wijziging daarvan Bij de uitvoering van een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid is de pensioenuitvoerder verantwoordelijk voor de beleggingen (artikel 52, lid 1 Pensioenwet) Dat betekent dat hij daarbij handelt overeenkomstig de in artikel 135 Pensioenwet vastgelegde ‘prudent-person’ regel. Deze regel geldt blijkens artikel 135 alleen voor pensioenfondsen. In het kader van premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid geldt deze prudent-person regel kennelijk ook voor verzekeraars. De regel legt artikel 52 Pensioenwet alleen op aan pensioenuitvoerders en daaronder vallen op grond van de definities niet buitenlandse verzekeraars, noch pensioeninstellingen uit een andere lidstaat. Voor deze laatste instellingen geldt de prudentperson regel evenwel direct op basis van artikel 18 van de pensioenfondsenrichtlijn (richtlijn EG 2003/41). Het kan echter zijn dat DNB in haar toezicht een specifieke nationale invulling geeft. Buitenlandse verzekeraars moeten aan nationale financiële eisen voldaan, die wel vergelijkbaar zullen zijn met de eisen die gelden op grond van de Wet financieel toezicht.
Colofon Het Expertisecentrum Pensioenrecht doet onderzoek naar en adviseert de pensioenwereld, overheden en het bedrijfsleven over juridische en fiscale aspecten van pensioenen en verzorgt daarover publicaties en organiseert studiemiddagen en leergangen.
Adresgegevens: Expertisecentrum Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Fac. der Rechtsgeleerdheid Prof. dr. Erik Lutjens De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam tel 020 5986268 mobiel 06 52 418408 fax 020 5986280 e-mail
[email protected] w: www.rechten.vu.nl/expertisecentrum Overnemen beleggingen Op grond van artikel 52, lid 2 Pensioenwet moet de pensioenuitvoerder de deelnemer en de gewezen deelnemer in een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid de mogelijkheid gegeven de verantwoordelijkheid van de beleggingen over te nemen (opting-out). Opting-out betekent dat er een adviesrelatie komt tussen pensioenuitvoerder en de (gewezen) deelnemer. Ook deze verplichting tot het aanbieden van opting-out geldt niet voor buitenlandse verzekeraars en pensioeninstellingen uit een andere lidstaat. Richtlijn 2003/41 bevat 1
voor pensioeninstellingen uit een andere lidstaat evenmin een overeenkomstige verplichting tot het aanbieden van optingout. Wijziging bestaande regelingen Wat betekent artikel 52 voor bestaande premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid? Vooraf zij opgemerkt dat het artikel in werking treedt op 1 januari 2008, maar ten aanzien van voordien bij een verzekeraar ondergebrachte pensioenregelingen is het artikel vanaf 1 januari 2009 van toepassing. Op dergelijke reeds voor 1 januari 2008 bestaande premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid is artikel 52 dus vanaf 2009 ook bij verzekeraars van toepassing. Indien zo’n bestaande regeling beleggingsvrijheid voor de deelnemer of gewezen deelnemer kent, is er het recht de beleggingen over te nemen en ontstaat de genoemde adviesrelatie. De verzekeraar die dat wil voorkomen zal de pensioenregeling moeten wijzigen. Een dergelijke wijziging betekent niet alleen een wijziging van de verzekeringsovereenkomst met de werkgever, maar heeft ook invloed op de rechten van de deelnemers en kan tevens invloed hebben op hun aanspraken. Een zodanige wijziging zonder instemming van de deelnemer acht ik daarom uitgesloten, waarbij instemming natuurlijk wel in gedragingen (zoals niet protesteren tegen aanbod tot wijziging van de overeenkomst, de zogenaamde negatieve optie) besloten kan liggen. Aan de wijziging van de verzekeringsovereenkomst ligt ook een besluit van de werkgever tot wijziging van die overeenkomst ten grondslag. Derhalve zal hier tevens sprake zijn van instemmingsrecht van de Ondernemingsraad op grond van artikel 27 Wet op de Ondernemingsraden, naast het door artikel 22 Pensioenwet geïntroduceerde hoorrecht van de vereniging van pensioengerechtigden. Dit geldt althans bij een oude PSW-B-polis. Bij een C-polis is de werknemer verzekeringnemer en zal hijzelf rechtstreeks met wijziging
daarvan moeten instemmen. Hoe dan ook, een goede juridische begeleiding van dit traject is van groot belang. Het vraagstuk van wijziging is besproken tijdens de pensioenlunch van de Verenging van Pensioenjuristen. De Vereniging van Pensioenjuristen is de vereniging van cursisten en oud-cursisten die de titel CPL of CPC hebben behaald van de Leergang Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Informatie over Leergang: zie website Expertisecentrum Pensioenrecht: www.rechten.vu.nl/expertisecentrum.
Consultatie door AFM over zorgplicht bij premieoveeenkomst met beleggingsvrijheid Op grond van artikel 36 Besluit uitvoering Pensioenwet houdt de AFM toezicht op de naleving van artikel 52 Pensioenwet. Op grond van artikel 2 van dat Besluit moet in de startbrief informatie worden gegeven over onder meer het karakter van de pensioenregeling en over de risico’s. Voor premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid voor de deelnemer kan de AFM nadere regels stellen met betrekking tot de risico’s die de deelnemer bij zo’n overeenkomst draagt. Bij brief van 17 september 2007 heeft de AFM een consultatiedocument gepubliceerd met vragen die de AFM als leidraad zal hanteren bij haar toezicht op naleving van de zorg- en informatieplicht. De belangrijkste vragen daarbij zijn de volgende: is er een solide klantprofiel opgemaakt?; wordt de deelnemer geadviseerd? is het beleggingsrisico voldoende begrensd naarmate de pensioendatum nadert? heeft de pensioenuitvoerder de nodige zorgvuldigheid in acht genomen bij premieovereenkomsten daar waar het gaat om de communicatie? 2
is de verstrekte informatie feitelijk juist, begrijpelijk en niet misleidend? is de beleggingsvrijheid voldoende begrensd en aansluitend bij het gemiddeld profiel van de populatie; is het aantal geboden keuzemogelijkheden niet te groot; bewaakt de pensioenuitvoerder het klantprofiel dat is opgesteld voldoende en wordt rekening gehouden met veranderde omstandigheden van de deelnemer.
paraplu” uitgebreid met een faciliteit om via een geblokkeerde spaarrekening bij een bank of een beleggingsrecht bij een beheerder van een beleggingsinstelling individueel een (aanvullende) oudedagsvoorziening en nabestaandenvoorziening in de derde pijler op te bouwen. Het wetsvoorstel is tijdens de behandeling in de Tweede Kamer uitgebreid met een spaarfaciliteit ten aanzien van de aflossing van een eigenwoningschuld. Kenmerken van de fiscale facilitering
Op het consultatiedocument kan voor 12 oktober een reactie bij de AFM worden ingediend. Het document is gepubliceerd op de site van de AFM: /www.afm.nl/marktpartijen/default.ashx?D ocumentId=9964.
Wetsvoorstel fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw of aflossing eigenwoningschuld bij Eerste Kamer Aanleiding Op initiatief van PvdA Kamerlid Staf Depla en VVD Kamerlid Stef Blok is een voorstel van wet ingediend dat strekt tot het geven van fiscale facilitering aan banksparen ten behoeve van pensioenopbouw of aflossing eigenwoningschuld (Kamerstukken 30 432). Het wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer en inmiddels ingediend bij de Eerste Kamer. De reden voor dit voorstel is onvrede met de beperkte mogelijkheden individueel, fiscaal ondersteund, bij te sparen voor een oudedagsvoorziening. Dit kan momenteel slechts bij een verzekeraar of – in beperkte mate – bij pensioenfondsen. De indieners betogen dat de uitvoeringkosten bij verzekeraars hoog en ondoorzichtig zijn. Met het voorstel wordt de “oudedags-
Analoog aan de mogelijkheid om een lijfrentekapitaal op te bouwen komt er met het wetsvoorstel een mogelijkheid om via stortingen op een geblokkeerde bankrekening of met een beleggingsrecht een kapitaal op te bouwen. Met dit kapitaal kan op een later tijdstip het recht op periodieke uitkeringen worden aangekocht bij een verzekeraar. Het kapitaal kan ook, in plaats daarvan, in termijnen worden uitgekeerd door een bank of beleggingsinstelling. De uitkeringsperiode is afhankelijk van de leeftijd waarop de eerste termijn tot uitkering komt. Ook het moment van overlijden van de partner of gewezen partner kan bepalend zijn voor de aanvang van de uitkeringstermijn. Een klein kapitaal kan ineens tot uitkering komen indien de waarde van het kapitaal lager is dan de afkoopgrens van artikel 66 Pensioenwet. Hiertoe wordt de Wet inkomstenbelasting 2001 gewijzigd. Het begrip lijfrente wordt aangepast zodat ook een aanspraak op het tegoed van een lijfrentespaarrekening of de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht onder het begrip lijfrente in de Wet IB 2001 valt. Voordelen en nadelen De indieners verwachten dat vooral zelfstandig ondernemers, zzp-ers en freelancers baat hebben bij het pensioengedeelte van de voorgestelde regeling. Het zijn voornamelijk deze groepen die aangewezen zijn op
3
pensioenopbouw in de derde pijler. De verwachting is tevens dat voorzien wordt in een behoefte naar producten ter heling van een pensioengat. De hoop van de initiatiefnemers is dat de regeling tot meer transparantie en lager kosten zal leiden omdat er meer aanbieders toegelaten worden. Gevreesd wordt dat de omzetting van een pensioenverzekering naar een bankspaarproduct niet eenvoudig zal zijn vanwege de verschillende fiscale regimes. Vanwege het ontbreken van een verzekeringscomponent in een bankspaarproduct is bij de vergelijking met een verzekeringsproduct oplettendheid geboden. Een consument zal moeten beseffen dat, indien deze overlijdens- of arbeidsongeschiktheidsrisico wil verzekeren, in aanvulling op het bankspaarproduct een aparte verzekering moet sluiten. Toekomst Indien de Eerste Kamer goedkeuring aan het voorstel verleent, is banksparen voor een pensioenvoorziening mogelijk vanaf 1 januari 2008. Bij de parlementaire behandeling van het voorstel is een motie aangenomen waarin de regering verzocht is voor 5 januari 2008 met een voorstel te komen waarmee voor een individu in één oogopslag duidelijk is hoe hoog de kosten van een hypotheek of individueel pensioenproduct zijn. Tevens is de regering verzocht samen met de branche de kosten van deze producten te monitoren. Deze bijdrage over banksparen is geschreven door Mr. Sijbren Kuiper, die werkzaam is als onderzoeker Pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en verbonden aan het VU Expertisecentrum Pensioenrecht. Tevens is hij werkzaam als jurist bij SNS REAAL.
Pensioenopbouw door zelfstandigen Bij brief van 7 september 2007 informeert de minister van SZW de Tweede Kamer over de mogelijkheden voor pensioenopbouw door zelfstandigen. De bruikbaarheid van bestaande mogelijkheden voor pensioenopbouw is sterk afhankelijk van de omstandigheden en de positie die de zelfstandige inneemt. De thans bestaande mogelijkheden zijn: Tweede pijler: verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds, vrijwillige voorzetting van die deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds, verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling. Derde pijler: lijfrente, fiscale oudedagsreserve Ondernemer).
(voor
IB
De minister ziet geen aanleiding tot verruiming van de bestaande mogelijkheden voor pensioenopbouw maar wil wel onderzoeken of waardeoverdracht naar de derde pijler kan worden ondersteund indien er een solidaire derde pijler pensioenregeling tot stand zou komen. De mogelijkheden van pensioenopbouw voor de zelfstandige komt aan de orde op de lezing en pensioendiner georganiseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam en het Expertisecentrum Pensioenrecht op 21 november a.s. Zie voor nadere informatie het slot van deze Nieuwsbrief.
4
Rechtspraak Centrale Raad van Beroep 12 juli 2007 – geen leeftijdonderscheid in FPUarrangement Deze uitspraak betreft de speciale vertekregeling – het FPU-arrangement – voor Rijksambtenaren van de belastingdienst. Het arrangement voorziet in kort gezegd een aanvulling op de FPUuitkering, maar staat alleen open voor werknemers geboren vóór 1 januari 1948. Aldus maakt de regeling leeftijdonderscheid. Een aantal ambtenaren die wegens hun leeftijd – jonger dan 57 jaar – niet voor het arrangement in aanmerking komt, is daartegen in beroep gegaan. De Centrale Raad acht het onderscheid niet in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd. Het doel is uitstroming met zo min mogelijk ontslagen, hetgeen de Raad een legitiem doel acht. Volgens de Raad is aannemelijk gemaakt dat verruiming van de leeftijdsgrenzen tot te grote uitstroom zou leiden. Goede alternatieven acht de Raad niet aanwezig. Derhalve acht de Raad het leeftijdonderscheid objectief gerechtvaardigd. In eerste aanleg had de rechtbank nog beslist dat de vertrekregeling als pensioenregeling aangemerkt moest worden en de uitzondering van artikel 8 Wet gelijke behandeling leeftijd van toepassing was. De Centrale Raad laat dit punt in het midden, nu hij oordeelt dat het onderscheid wegens de rechtvaardigingsgrond toch niet verboden is.
Rechtbank Rotterdam 3 januari 2007 – gebondenheid aan intentieverklaring ondanks andere tekst van arbeidsovereenkomst Bij zijn indiensttreding is ten behoeve van de werknemer een intentieverklaring opgesteld, onder meer inhoudende:
‘pensioenverzekering […] nader te bepalen, met bedoeling dezelfde rechten te bewaren als bij de huidige werkgever’. In de schriftelijke door de werknemer getekende arbeidsovereenkomst staat onder meer dat van toepassing is het uitgereikte pensioenreglement. Het reglement dat de werkgever in dat verband hanteert wijkt af van de regeling van de vorige werkgever (aangeduid met huidige werkgever in de intentieverklaring) van de werknemer. De rechtbank overweegt dat het reglement niet aan de werknemer is verstrekt of op andere wijze bekend had kunnen worden, zodat de werknemer er op mocht vertrouwen dat een regeling conform de intentieverklaring zou worden getroffen. De werkgever wordt derhalve veroordeeld dienovereenkomstig een pensioenregeling tot stand te brengen.
Cursussen Op 21 november a.s. vindt plaats de lezing pensioenactualiteiten en het pensioendiner. Op het programma staat: 1. pensioen voor de DGA, civiele en fiscale aspecten en. 2 pensioenopbouw voor zelfstandigen. Sprekers zijn: Mr.drs. M. Schijlen, Fiscaal juridische medewerker bij Generali Levensverzekeringmaatschappij N.V. te Diemen Drs. J.M.J. Holtermans, partner bij Hendrikx en Bakker Fiscaal Adviseurs te Tilburg Mr. J.M. Tielman, Cordares Holding N.V. Mr. M. Pikaart, Alternatief voor Vakbond
Zie voor een verdere beschrijving en aanmeldingsmogelijkheid de bijlage bij deze Nieuwsbrief.
Nieuwsbrieven Archief Eerder verschenen exemplaren van de Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht zijn te raadplegen op de site van het Expertisecentrum: www.rechten.vu.nl/expertisecentrum. __________________________________ 5
Bijlage Woensdag 21 november 2007: lezing Actualiteiten Pensioenrecht: De DGA en de ZZP’er in het fiscale Pensioenrecht en de Pensioenwet en Pensioenrechtdiner 2007
De DGA en de ZZP’er in het fiscale Pensioenrecht en de Pensioenwet Middagprogramma: de DGA In twee lezingen met discussiemogelijkheid wordt de pensioenpositie van de DGA uitgediept. De Directeur-grootaandeelhouder is geen werknemer in de zin van de Pensioenwet. De studiemiddag richt zich op de vraag wat daarvan de gevolgen zijn. Aan de orde komen vragen als: wat zijn de gevolgen voor de bescherming van de pensioenaanspraken, welke verzekeringsmogelijkheden heeft de DGA, welke keuzeopties met welke gevolgen zijn er voor de DGA, wat moet de DGA dit jaar in ieder geval nog doen, hoe is de fiscale behandeling van het DGA-pensioen geregeld. Onderwerpen en sprekers • De DGA in de Pensioenwet en verzekeringsmogelijkheden. Mr.drs. M. Schijlen, Fiscaal juridische medewerker bij Generali Levensverzekeringmaatschappij N.V. te Diemen • De DGA in de Pensioenwet en het fiscale recht. Drs. J.M.J. Holtermans, partner bij Hendrikx en Bakker Fiscaal Adviseurs te Tilburg
Als onderwerp komt aan de orde: pensioenopbouw voor de zelfstandige en overige losse werknemers Voorafgaand aan het pensioendiner worden twee lezingen gehouden over de positie van de zelfstandige en de losse werknemers in het pensioenrecht. Tijdens het diner wordt het debat over deze onderwerpen voortgezet. De zelfstandige is geen werknemer in de zin van de Pensioenwet. Er is een roep om de pensioenverwervingsmogelijkheden voor de zelfstandigen te verbeteren. Wat zijn thans de opties en op welke wijze kan in pensioenopbouw voor zelfstandigen worden voorzien. Dat zijn de thema’s die worden uitgediept. Onderwerpen en sprekers: • De ontwikkeling van een Individueel Pensioen project - Mr. J.M. Tielman, Cordares Holding N.V. • Pensioen voor de zelfstandige en overige losse werknemers - Mr. M. Pikaart, Alternatief voor Vakbond Nadere informatie Cursusprijs:
PE-punten:
Aansluitend: Pensioenrechtdiner 2007 Aansluitend op de pensioenrechtlezing vindt het Pensioenrechtdiner 2007 plaats: een diner waarbij door sprekers van naam het onderwerp nader wordt uitgediept, het debat wordt gestimuleerd en ondertussen kunnen ook de onderlinge contacten verstevigd worden. Voor het Pensioenrechtdiner is afzonderlijke inschrijving nodig.
Locatie:
Lezing Actualiteiten Pensioenrecht: € 175,(inclusief documentatiemateriaal en consumpties). Pensioenrechtdiner: € 295,-; dit is inclusief documentatiemateriaal, consumpties en diner. De cursusprijs voor leden van de Vereniging van Pensioenjuristen en (oud)cursisten van de Leergang Pensioenrecht is € 245,-. De Nederlandse Orde van Advocaten en de Vereniging van Pensioenjuristen hebben 2 PE-opleidingspunten toegekend aan de lezing Actualiteiten Pensioenrecht en 1 PE-opleidingspunt aan het Pensioenrechtdiner. Congrescentrum Amstelveen, Sandbergplein 24 te Amstelveen
6
Programma 21 november 2007: Lezing Actualiteiten Pensioenrecht 13.30 – 14.00 uur: en thee 14.00 – 17.00 uur:
17.00 – 17.30 uur:
Ontvangst met koffie Lezing Mr. Dr. M. Schijlen: de DGA, positie in de Pensioenwet en verzekeringsmogelijkheden Pauze Lezing J.M.J. Holtermans: civiele en fiscale aspecten van pensioen voor de DGA Borrel
Pensioenrechtdiner 17.00 – 17.30 uur: drankje en een hapje 17.30 – 18.30 uur:
18.30 – 18.45 uur: 18.45 - 20.30 uur: sprekers, discussie 20.30 - 20.45 uur:
Ontvangst met een Lezing mr. J.M. Tielman: De ontwikkeling van een Individueel Pensioen project Lezing mr. M. Pikaart: Pensioen voor de dga, zelfstandige en overige losse werknemers Pauze Diner, debat met de
Aanmeldingsformulier Ondergetekende schrijft zich in voor de hieronder aangekruiste cursus(sen) emailing lg PR-nj02/07 O Lezing Actualiteiten Pensioenrecht O Pensioenrechtdiner 2007 Naam: …………………………………V / M Beroep/functie: …………………………………...… Bedrijf: ……………………………………………….. Adres bedrijf: ………………………………………. Postcode / Woonplaats: ……………………………….. Telefoonnummer: …………………………………... Handtekening: ………………………………………… Email:………………………………………… …… O Is lid van de Vereniging van Pensioenjuristen
U kunt dit formulier opsturen naar Vrije Universiteit, VU Law Academy, De Boelelaan 1105, 1081 HV AMSTERDAM Mail:
[email protected].
Koffie en afsluiting
Aanmelding U kunt zich aanmelden door het onderstaande formulier in te vullen en naar ons toe te sturen of te faxen. Aanmelden via internet kan ook (www.rechten.vu.nl/vula). Op onze website vindt u tevens een overzicht van onze overige cursussen. Wij hopen u te mogen ontvangen op woensdag 21 november! Mr. Evelien H. Zwart, Projectleider VU Law Academy
7