PensioenPraat 28
www.ge-pensioenfonds.nl
UITGAVE VAN HET GE-PENSIOENFONDS
INHOUD 1 3 4 5 5 6 8 9 10 12 12 12
Nieuwe zorgverzekering komt eraan Afscheid van Jan Aerts Aangesloten ondernemingen Verhuisbericht Profielschets TKP Pensioen Uitleg pensioenbrief Mailbox Pensioenfonds Aanpassingen Reglement 2005 De risico’s van de WIA In Memoriam Vic de Leeuw Pensioenpraat kort GE Healthcare
Nr. 28 - NOVEMBER 2005
Secretariaat bestuur Postbus 117 4600 AC Bergen op Zoom
Administratie AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen
Redactie Jan Aerts, Jan Boesveld, Fred Bos, Debbie Hameetman, Sjoerd Hoogterp
Vormgeving Kreateam Communicatie bv, Wouw PensioenPraat is bestemd voor alle actieve en nietactieve belanghebbenden. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Bepalend is het Pensioenreglement.
1
imagination at work
Op 1 januari 2006 verandert het zorgstelsel in Nederland. Vanaf die datum verdwijnt het verschil tussen de ziekenfonds- en particuliere verzekering. Daarvoor in de plaats komt één zorgverzekering, met een wettelijk vastgelegd basispakket dat voor iedereen gelijk is. Omdat op dit moment nog niet alles definitief en duidelijk is, geldt voor het onderstaande het voorbehoud van mogelijke afwijkingen.
Verschil tussen particulier en ziekenfonds verdwijnt
Nieuwe zorgverzekering komt eraan Iedereen die in Nederland woont of werkt, ontvangt vóór half december 2005 van de eigen zorgverzekeraar een aanbod dat overeenkomt met de huidige verzekeringsdekking, inclusief (eventuele) aanvullende verzekeringen. Het staat iedereen vrij om op het aanbod in te gaan, of over te stappen naar een andere verzekeraar. Het is dus zaak dat u zich goed informeert. Zorgverzekeraars zijn verplicht om iedereen die zich aanmeldt voor de nieuwe basisverzekering te accepteren, ongeacht leeftijd, geslacht of gezondheid. Kinderen tot 18 jaar zijn gratis meeverzekerd. Voor aanvullende
PensioenPraat 28 • november 2005 SUMMARY ENGLISH
verzekeringen die niet in het basispakket zitten, heeft de verzekeraar geen acceptatieplicht. Wel hebben de zorgverzekeraars met elkaar afgesproken dat in 2006 iedereen zondermeer wordt geaccepteerd voor aanvullende verzekeringen, als men bij de huidige verzekeraar een soortgelijke verzekering heeft.
Premie De nieuwe wet kent twee soorten premie: de nominale premie en de inkomensafhankelijke bijdrage.
INCLUDED FOR SOME OF THE ARTICLES
Lees verder op pagina 2
1
VERVOLG NIEUWE ZORGVERZEKERING Nominale premie De nominale premie voor de nieuwe verzekering (het basispakket) komt naar verwachting uit op circa 1.100 euro per jaar. Deze premie betaalt iedereen rechtstreeks aan de verzekeraar. Zorgverzekeraars kunnen voor het basispakket een aanbod doen met een eigen risico tussen 100 en 500 euro. De hoogte van het eigen risico bepaalt een kortingspercentage op de nominale premie. Voorts is er sprake van een noclaim constructie: wie in een bepaald jaar geen zorgkosten maakt, kan een bedrag tot 255 euro terug ontvangen.
Inkomensafhankelijke bijdrage Daarnaast is iedereen die een belastbaar inkomen geniet tevens een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. Deze bedraagt 6,5% over een maximumbedrag van w 31.360 per jaar (in 2006). De werkgever is verplicht deze inkomensafhankelijke bijdrage volledig te vergoeden voor degenen bij hem in dienst zijn. Naar verwachting geldt dit ook voor diegenen die van de werkgever een uitkering, zoals VUT, ontvangen. De werkgever draagt de verplichte bijdrage rechtstreeks af aan de Belastingdienst.
Wat betekent de nieuwe zorgverzekering voor diegenen die een uitkering van het GE Pensioenfonds ontvangen? Iedereen betaalt de nominale premie van circa w 1.100 per jaar. Daarnaast geldt: ■ voor gepensioneerden, dat over de AOW-uitkering eveneens een inkomensafhankelijke bijdrage van 6,5% verschuldigd is; de minister van Sociale Zaken zal daar echter bij de vaststelling van de hoogte van de AOW rekening mee houden. Over het aanvullende pensioen dat zij van het pensioenfonds ontvangen,
dient het fonds een bijdrage van 4,4% in te houden, waarbij weer het maximumbedrag van w 31.360 geldt. Deze bijdrage wordt door het pensioenfonds niet vergoed. ■ voor weduwen/weduwnaars met een partnerpensioen van het pensioenfonds geldt dezelfde systematiek; dus 6,5% over de eventuele Anwuitkering (die daarop wordt aangepast) en 4,4% over het partnerpensioen van het pensioenfonds (geen vergoeding). ■ voor mensen met een WAO-uitkering: eveneens 6,5% bijdrage over de WAOuitkering. Het UWV zal deze bijdrage compenseren. Over het aanvullende arbeidsongeschiktheidspensioen dat het pensioenfonds uitkeert, is – zoals over alle aanvullende pensioenen – 4,4% bijdrage verschuldigd over maximaal w 31.360 per jaar (zonder vergoeding).
Zorgtoeslag Voor veel mensen, vooral de huidige ziekenfondsverzekerden, is de nieuwe nominale premie hoger dan de premie die ze nu aan hun ziekenfonds betalen. Deze mensen kunnen in aanmerking komen voor een zorgtoeslag. Deze financiële tegemoetkoming is bedoeld om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de persoonlijke situatie en het inkomen per huishouden. De Belastingdienst betaalt de toeslag rechtstreeks per maand aan de betrokkenen uit. Alleenstaanden met een inkomen van minder dan w 25.000 bruto per jaar of samenwonenden met een gezamenlijk inkomen van minder dan w 40.000 bruto per jaar, komen in aanmerking voor deze toeslag. Als het goed is hebben deze groepen in september van de Belastingdienst
een aanvraagformulier zorgtoeslag ontvangen. Als men geen formulier heeft ontvangen en toch van mening is dat men hiervoor in aanmerking komt, dan kan dit formulier bij de Belastingdienst (www.toeslagen.nl) worden aangevraagd. Het ingevulde aanvraagformulier dient vóór 1 november bij de Belastingdienst binnen te zijn.
Ingangsdatum Zoals gezegd, ontvangt iedereen uiterlijk half december 2005 een aanbod van zijn/haar huidige verzekeraar. Wie hierop voor 1 januari 2006 nog niet gereageerd heeft, is vanaf die datum automatisch verzekerd voor de zorgverzekering zoals die door de huidige verzekeraar zal zijn aangeboden. Tot 1 maart bestaat het recht tot opzegging en kan voor een andere verzekeraar worden gekozen. Iedereen moet echter uiterlijk 1 mei 2006 verzekerd zijn. Vervolgens kan ieder jaar per 1 januari van zorgverzekeraar worden gewisseld. Premiebetaling voor de nieuwe verzekering gaat in alle gevallen in per 1 januari 2006.
Aanvullende informatie Op de website www.denieuwezorgverzekering.nl en www.postbus51.nl is de meest recente informatie over de zorgverzekering te vinden. Op de eerst genoemde website vindt u onder het kopje ‘Financiële gevolgen’ vele rekenvoorbeelden. Op de website www.toeslagen.nl vindt u informatie over de zorgtoeslag en kunt u berekeningen voor de zorgtoeslag maken. Een overzicht van alle zorgverzekeraars met hun voorwaarden en aanbiedingen komt in december beschikbaar via de website www.kiesbeter.nl. TKP
2
PensioenPraat 28 • november 2005
Pensioenfondsdirecteur Jan Aerts met pensioen
Afscheid met een knipoog Met een drukbezochte afscheidsreceptie in ‘De Schakel’ in Bergen op Zoom hebben GE en het GE Pensioenfondsbestuur de pensioenfondsdirecteur Jan Aerts in stijl uitgezwaaid. Jan Aerts geniet officieel al sinds 1 augustus van zijn pensioen, maar zijn echte afscheid vond pas plaats op 8 september. Volgens een grapje van Jan Aerts was dat niet voor niets: “Ik wilde niet het risico lopen vlak voor mijn pensioendatum ontslagen te worden vanwege de uitspraken die ik tijdens mijn afscheidsreceptie zou kunnen doen.” Zijn liefde voor goede wijn, het Bourgondische leven, de kleine boekjes waarin hij steevast zijn zakelijke aantekeningen en persoonlijke dromen noteerde en zijn enorme deskundigheid op pensioengebied. Vier ‘typische’ Jan Aerts-zaken die regelmatig terugkeerden in de vele speeches die tijdens de receptie zijn gehouden.
Alles duur Het eerste woord was aan Olaf Tant, de voorzitter van het GE Pensioenfondsbestuur. Hij memoreerde eerst de tijd waarin Jan nog Treasurer was bij GE. “Jan vindt alles duur. Maar dat is een goede eigenschap voor een Treasurer. Het wordt echt interessant als je met Jan in de auto zit. Op de ring van Antwerpen kwamen we bijna zonder benzine te staan. Maar denk maar niet dat Jan dan bij het eerste benzinestation gaat tanken. Die was hem te duur.” Zijn liefde voor het pensioenvak werd Olaf Tant ook duidelijk in de auto. “Als je dan met hem over pensioenen sprak verminderde hij al pratende vaart. Voor je het wist reed hij geen 120 kilometer per uur meer, maar slechts 70.”
Vakman pur sang Opvolger Sjoerd Hoogterp heeft prettige herinneringen aan de vijf maanden waarin Jan Aerts hem heeft ingewijd in de ‘geheimen van het Pensioenfonds’. “Je bent een vakman pur sang. Je werkt hard en lang. Je wilt altijd het naadje van de kous weten, je gaat tot het gaatje. Je zult hoe dan ook verbonden blijven aan het Pensioenfonds.” Verder deelde Sjoerd wat ‘Jan’proza met de receptiegasten, waaronder ‘this is really pissing me off’ en ‘dit is weer een lijk in de pensioenkast’.
Oprechte excuses Erwin Lebon maakte Jan zijn oprechte excuses voor ‘wat GE van jou heeft gemaakt’. Een referentieformulier van zijn vorige werkgever sprak over een man die erg precies is en daardoor weinig output heeft. Ook moest Jan wel eens gestimuleerd worden, hij vertoonde weinig initiatief. “Ik heb Jan Aerts in 1993 leren kennen en ik moet zeggen ‘he grows on you’. Hij is erg precies in de omgang en weet de vinger op de zere plek te leggen. Jan deed altijd mee tijdens discussies. Daarom
wil ik hem van harte bedanken voor 36 jaar bij onze company.”
Wie is Jan Aerts? Oud-collega Chris Gray vroeg zichzelf af: wie is Jan Aerts? Zijn antwoorden. 1. Een prima leraar in de basisprincipes van Treasury (laag inkopen, hoog verkopen). 2. Een man met een visie (chauvinistisch en soms had hij heel veel geluk. Of was het toch wijsheid?). 3. Iemand die het culinaire leven erg waardeert (maar wel gebruikmaakt van een drie jaar oude Michelingids en daardoor voor gesloten restaurantdeuren komt te staan). 4. Een man die zich keurig aan de wet houdt (uitgezonderd die keer dat hij op snelweg reed met zijn zieke hond op de achterbank. De hond moest overgeven en Jan parkeerde zijn auto op de vluchtstrook om het braaksel op te ruimen. De agent vond dit geen noodgeval, Jan wel. De rechtbank moest uitspraak doen. Jan kreeg gelijk). 5. Een perfecte beheerder van informatiebestanden (hij had zijn eigen systeem en wist altijd zijn mappen te vinden). Samenvattend kon Chris Gray maar één ding concluderen: Jan Aerts is een geweldige man.
Jan en vrouwen ‘Jan en vrouwen’ was het thema van de speech van Debbie Hameetman. Ze memoreerde niet alleen wat ‘gewaagde’ uitspraken van Jan Aerts op dit gebied, maar blikte ook terug op de speciale band die de hoofdrolspeler heeft met ‘tante’ Ineke en ‘tante’ Carla, zijn secretaresses. “Zij hebben je tijdens je werk altijd deskundig ondersteund. Ze hebben je bovendien gecoacht, gestuurd en gecorrigeerd.”
Deelnemersraad Namens de deelnemersraad van het Pensioenfonds nam Gerrit op den Dries het woord. “Als je in de deelnemersraad zit, dan komen er heel veel begrippen op je af waarvan je nog nooit gehoord hebt. Dankzij jouw uitleg snapten we veel meer. Het mooiste was dat je verLees verder op pagina 4
PensioenPraat 28 • november 2005
3
VERVOLG AFSCHEID JAN AERTS volgens zei: als jullie dit onthouden, weten jullie meer dan een gemiddeld lid van het Pensioenfondsbestuur.” Gerrit merkte verder op dat Jan Aerts nooit zijn mening onder stoelen of banken stak. “Met één rake opmerking haalde je de angel uit de discussie.”
mijn vak niet zonder, maar ik ben nooit de man van het boeken geweest.’ Jan Aerts benadrukte tenslotte dat hij met veel plezier heeft gewerkt voor GE. En, geheel in zijn stijl, nam Jan met een afsluitende grap echt afscheid van zijn werkende leven.
Opvoedmethodes
IN DE WANDELGANGEN
Aangesloten ondernemingen ■ Azdel BV ■ Financial Insurance Group Services Ltd ■ GE Bayer Silicones BV ■ GE Betz BV
De laatste gastspreker was Ineke van Wijk, tot haar eigen afscheid bij GE twaalf jaar de secretaresse van Jan Aerts. “Ik had moeite met je opvoedmethodes voor je zoon Olof. Ik vond jou veel te streng voor dat ‘lieve’ jongetje. Olof belde me soms op. ‘Ien, kun jij mijn pa alvast voorbereiden?’. Dan was zijn bromfiets gestolen of hij had problemen op school.“ Maar Ineke herinnert zich ook dat Jan Aerts eens met een doornat pak terugkwam van een lunchafspraak bij een bank. “Je wandelde samen met de bankmedewerker buiten toen het begon te regenen. Maar je had maar één paraplu bij je, eentje van de ABN AMRO. Je vond het niet erg gepast om die op te steken bij iemand van een concurrerende bank. Dan maar een nat pak.” Ineke heeft Jan hoog staan. “Ik waardeer je eerlijkheid en humor.”
‘Bikinispeeches’ Uiteraard kwam ook de hoofdrolspeler zelf nog even aan het woord. Hij had wat ‘bikinispeeches’ voorbereid voor een aantal mensen met wie hij zich bijzonder nauw verbonden heeft gevoeld tijdens zijn ruim 36-jarige carrière bij GE. ‘Bikinispeeches are speeches that, like bikini’s, only cover the main points of interest’, aldus Jan. Tijdens één van zijn speeches onthulde hij nog een goed bewaard geheim. ‘Ik haat boekhouden. Helaas kon ik in
Ron van der Wal “Ik ken Jan Aerts al van Borg Warner Chemicals in Amsterdam. Ik ben daar in 1966 in dienst gekomen, hij iets later. Jan heeft me vaak geholpen met mijn pensioenzaken. Ik heb bijvoorbeeld drie jaar in het buitenland gewerkt. Het hele pensioenverhaal wordt dan al snel lastig. Jan stond altijd voor me klaar met raad en daad.”
■ GE Capital BV ■ GE Capital Commercial Finance BV ■ GE Capital Finance BV ■ GE Capital Modular Space BV ■ GE Fanuc Automation Benelux BV ■ GE Fanuc Automation Europe SA Netherlands Branch ■ GE Captal Aro Lease (voormalig Fleetservices) ■ GE International Benelux BV ■ GE International Inc.
Nardi Boekestijn “Als ik aan Jan Aerts denk, dan denk ik aan zijn kleine boekjes. Daar schreef hij alles in op. Of hij alles ook nagelezen heeft, weet ik niet. Maar daar heeft hij nu natuurlijk alle tijd voor.”
■ GE Healthcare IT (GE Medical Systems Information Technologies Nederland BV) ■ GE (Healthcare (GE Medical Systems Nederland BV) ■ GE Power Controls Nederland BV
Lau de Smet
■ General Electric Plastics BV
“Samen met Jan Aerts heb ik in 2000 in het kader van y2k alle banken doorgelicht. We hebben heel wat afgelachen. Zeker omdat Jan ontelbare vragenlijsten van banken moest invullen. En als Jan ergens een hekel aan heeft....”
■ LNP Engineering Plastics Europe BV ■ Stichting GE-Pensioenfonds ■ TIP Services BV ■ TIP Trailer Rental BV Nieuw aangesloten ondernemingen
Ineke van Wijk
■ Bently Nevada BV
“Af en toe leek het een huwelijk ‘made in hell‘, vaak tot grote hilariteit van de afdeling. Jan Aerts is als baas geen gemakkelijke. Maar andersom mocht ik ook best wat tegen hem zeggen. En humor heeft hij wel. Privé zijn we niet voor niets vrienden geworden.”
■ Datex Ohmeda BV ■ Druk Nederland BV ■ GE Jenbacher BV ■ GE Commercial Distribution Finance BV ■ GE Energy Europe BV ■ Panametrix BV ■ Universal Picture International BV Ondernemingen met premievrije aanspraken ■ TIP Trailer Rental (Key Leasing) ■ Nuove Pignone International & Services ■ GE Plastics ABS BV ■ GE Information Services BV ■ GEIS International Inc. ■ GE Fanuc Eberle Automation GmbH
Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in. Jan Aerts en Olaf Tant, voorzitter van het GE-Pensioenfonds
4
PensioenPraat 28 • november 2005
Contactpersonen AZL Voor inlichtingen over uw pensioensituatie kunt u rechtstreeks contact opnemen met AZL . Daar zijn alle gegevens opgenomen in de pensioensystemen. De contactpersoon bij de AZLadministratie is Sebastiaan de Reede (tel. 045-5763 495). Het e-mail adres van AZL is
[email protected] In geval telefonisch contact gezocht wordt met de administratie kan deze persoon benaderd worden. Correspondentie over pensioenzaken stuurt u naar: Stichting GE-Pensioenfonds p/a AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen
Verandering van adres, wel of niet doorgeven? Als een werknemer verandert van adres krijgt de administratie daarvan bericht via het gemeentelijk administratie kantoor (GBA), waarop de pensioenadministratie is aangesloten. Dus de deelnemer hoeft AZL geen adreswijziging te sturen. Als een ex-werknemer verhuist binnen Nederland krijgt AZL eveneens bericht van het GBA. Ook in dit geval is een adreswijziging niet nodig. Als een ex-werknemer naar het buitenland verhuist is het wel noodzakelijk om adreswijzigingen te sturen naar AZL. Als een werknemer van GE naar het buitenland verhuist en aldaar voor GE gaat werken en toekomstige pensioenrechten behoudt in het fonds, is het noodzakelijk om een adreswijziging te sturen naar AZL. Vanuit de optiek van
het pensioenfonds is zo iemand een exwerknemer en geen deelnemer meer in het fonds, maar een gewezen deelnemer (slaper).
Pensioenfonds op internet Naast de pensioensite op Intranet is er onder de naam www.gepensioenfonds.nl op Internet de eigen website van het GE-Pensioenfonds te bekijken. Iedereen die over een computer beschikt met een internetaansluiting, kan daar nu ook veel informatie vinden over ons pensioenfonds. Het
bestuur wil met de internetsite met name de communicatie met gewezen deelnemers, afvloeiers en gepensioneerden verbeteren.
NIEUWS
Nieuwe pensioenuitvoerder GE-Pensioenfonds
Profielschets TKP Pensioen U heeft er al eerder over kunnen lezen in de mei-uitgave van Pensioenpraat: vanaf 1 januari 2006 is TKP Pensioen de nieuwe pensioenuitvoerder van de Stichting GE-Pensioenfonds. TKP Pensioen is een 100% dochteronderneming van AEGON Nederland en gevestigd in Groningen. Het verzorgt voor een aantal pensioenfondsen de pensioenadministratie en de bestuursondersteuning. TKP heeft ongeveer 223.000 deelnemers in administratie en verzorgt maandelijks voor 41.000 personen een uitkering. Tot de klanten van TKP behoren ondermeer de pensioenfondsen van KPN, TNT, UWV en Wegener. Daarnaast beheert TKP Pensioen voor verschillende fondsen het vermogen met een totale waarde van circa w 8,5 miljard.
PensioenPraat 28 • november 2005
TKP heeft 165 medewerkers. De organisatie hecht sterk aan een goede dienstverlening, onder meer waar het de communicatie met deelnemers betreft. Op de website www.tkppensioen.nl vindt u meer informatie over de organisatie en klanten van TKP Pensioen. Vanaf januari 2006 kunt u met uw vragen over de pensioenregeling terecht bij TKP Pensioen. In januari ontvangt u daarover verder bericht. Alle uitkerenden zullen in die maand een toelichting op hun uitkeringsspecificatie van de nieuwe uitvoerder ontvangen. Tot die tijd voert de huidige administrateur
Het pand van TKP Pensioen aan het Stationsplein in Groningen.
AZL de regelingen van het GE-Pensioenfonds uit. Heeft u op dit moment vragen over de pensioenregeling, dan kunt u daarvoor nog bij AZL terecht.
5
Hoe moet u de pensioenbrief lezen? De bedoeling van dit artikel is om kort aan te geven hoe pensioenbrieven van ons pensioenfonds te lezen. Velen die een pensioenbrief ontvangen lezen die niet, maar stoppen hem weg, of, erger nog, gooien de brief in de prullenbak. Daarmee wordt over het hoofd gezien dat pensioen over een, hopelijk, vrij groot aantal jaren, de vrijwel enige inkomstenbron is, zoals dat nu het salaris is, met dien verstande dat de pensioengenieter er dan niet meer voor hoeft te werken. Het is dus van belang er aandacht aan te schenken. Velen denken: pensioen, daar wordt door de werkgever en het pensioenfonds goed voor gezorgd. Dat is waar. Maar toch is het van belang dat de werknemer zichzelf, via de pensioenbrief, op de hoogte stelt van wat het pensioen op pensioeningangsdatum zal zijn, hoe dit zich verhoudt tot het huidige salaris, hoe het zit met het pensioen voor de nabestaanden ingeval van overlijden en of het wellicht wenselijk is maatregelen te treffen, als het toekomstige pensioen, dat in uitzicht is gesteld, tegenvalt. Ten slotte is het van belang dat de algemene gegevens die op de pensioenbrief staan, nagekeken worden. Als het pensioenfonds per abuis, of wegens verkeerd door de werkgever verstrekte gegevens, uitgaat van foutieve gegevens (hetgeen best nog wel eens is voorgekomen), dan is het in het belang van de werknemer dat hij die fouten door het pensioenfonds laat herstellen.
Wat kan men doen als het toekomstige pensioen, bijvoorbeeld door opgetreden pensioengaten in het verleden, laag uitvalt? Men kan dan mogelijk een aantal maatregelen treffen om de situatie te verbeteren. Zo kan men het bestedingspatroon ombuigen, zodat men na de pensioendatum niet in de problemen raakt, men kan extra sparen, zodat die spaargelden na pensioeningang een aanvulling kunnen vormen op het pensioen, men kan gaan pensioensparen (in Gesave), ‘Levensloop’ kan mogelijk helpen en men kan voor nabestaanden een overlijdensrisicoverzekering sluiten, eventueel via de collectieve GE regeling. Als blijkt dat, na lezing van de pensioenbrief, het pensioen best wel meevalt, dan is dat een geruststelling; ook dat is belangrijk. Een advies: gooi nooit de pensioenbrief weg. Bewaar alle pensioenbrieven, ongeacht hoe oud die zijn, op een goede plaats, bij voorkeur in een apart pensioendossier. Je weet maar nooit hoe zo’n brief nodig kan zijn. Wij hebben meer dan eens meegemaakt dat (ex)werknemers met succes pensioenrech-
6
ten konden opeisen omdat ze aan de hand van pensioenbrieven konden aantonen dat er pension is opgebouwd. Bewaar vooral ook goed de pensioenbrieven van vorige werkgevers. Ook in geval van een waarde-overdracht van vorige werkgevers is het van belang dat alle documenten goed worden bewaard.
Uitleg pensioenbrief De pensioenbrief is opgebouwd uit twee hoofddelen. Op de eerste twee pagina’s worden a. de persoonlijke gegevens vermeld en b. de totale pensioenbedragen opgegeven die tot nog toe (per 1 januari van dit jaar) zijn opgebouwd en de pensioenen die zullen zijn opgebouwd als men met pensioen gaat, uitgaande van het huidige salaris. Op de daarop volgende pagina’s worden de bedragen, die op de eerste twee pagina’s zijn verstrekt, verder gespecificeerd. Op die manier kan de werknemer zien hoe het pensioen is opgebouwd uit de verschillende componenten.
De twee overzichtpagina’s Men kan volstaan met het tot zich nemen van de persoonlijke gegevens en de pensioenbedragen die op de eerste twee pagina’s zijn opgegeven. Daarmee weet men in een oogopslag wat het te bereiken pensioen is. Bovendien worden de AOW bedragen opgegeven, ingaande 65 jaar. Die AOW bedragen moeten bij het GE pensioen worden opgeteld om het volledige pensioen op 65-jarige leeftijd te kennen. Als men het GE pensioen plus de AOW deelt op het salaris, weet men wat het pensioen is als percentage van het salaris. Alleen als er nog gelden zijn uit hoofde van GEFLEX individueel en/of Gesave, zullen die opgegeven bedragen uiteindelijk nog moeten worden verhoogd. Bij de pensioenbrief is een toelichting verstrekt. Daarin worden ook met name de persoonlijke gegevens toegelicht. Dat hoeven we hier dus niet meer te doen. Controleer of de naam
correct is weergegeven, de juiste werkgever is opgegeven, de pensioenregeling klopt (62 of 65 jaar), of de geboortedatum klopt (het gebeurt dat werknemers pas na jaren erachter komen dat de vermelde geboortedatum niet juist is!) en de burgerlijke staat (gehuwd, ongehuwd, geregistreerd partnerschap, notarieel verleden partnerschap) correct is weergegeven. Onder ‘datum aanvang regeling vóór 2002’ kan het voorkomen dat 1-1-1990 is ingevuld, hoewel men al voor die datum bij GE in dienst was. De reden is dat de regeling van vóór 2002 op 1-1-1990 van kracht geworden is. Overigens, in de komende pensioenbrieven zal dit zo worden aangepast dat de datum waarop men bij GE in het pensioenfonds is getreden wordt opgegeven. Controleer ook of het percentage dienstverband klopt. Check of het salaris per 1 januari van het jaar correct is opgegeven. Pas op: als het pensioenfonds van een te laag salaris per 1 januari van het jaar uitgaat leidt dit tot een te laag pensioen! De franchise is voor alle mensen gelijk. De franchise houdt er rekening mee dat men, naast het ondernemingspensioen, ook AOW krijgt. Als er niet met een franchise zou worden gewerkt, dan Lees verder op pagina 7
PensioenPraat 28 • november 2005
VERVOLG PENSIOENBRIEVEN zouden de mensen in feite gedeeltelijk een dubbel pensioen genieten; een deel van de overheid en een werknemerspensioen. De franchise moet dus van het salaris worden afgetrokken om te komen tot het deel van het salaris waarover pensioen van de onderneming wordt opgebouwd. Men noemt dit de pensioengrondslag. Elk jaar bouwt men 2,1% van de pensioengrondslag op. In de 62 jaar regeling kan men dus, mits men met 22 jaar in dienst treedt, in totaal 40 keer een jaaropbouw van 2,1% realiseren. In de 65 jaar regeling is dat 43 keer. Ook wordt het aantal bereikte pensioenjaren opgegeven, zowel onder de huidige als de vorige regelingen. Let op: als het percentage dienstverband bijvoorbeeld 50% is en men heeft 10 jaar bij GE gewerkt, dan wordt niet 10 jaar maar 5 jaar opgegeven. Verder kan het gebeuren dat er in het verleden waardeoverdracht van het pensioen van een vorige werkgever of vorige werkgevers heeft plaatsgevonden. Dat leidt tot extra z.g. fictieve dienstjaren. Die fictieve dienstjaren zijn ook in het opgegeven aantal bereikte pensioenjaren begrepen. Er wordt ook opgegeven wat het aantal opgebouwde pensioenjaren t.b.v. TOP is. TOP staat voor Tijdelijk Ouderdomspensioen (alleen 62 jaar regeling). Waarom wordt er een tijdelijk ouderdomspensioen opgebouwd? Omdat men op leeftijd 62/63 en 64 nog geen AOW ontvangt. Daarom wordt tussen leeftijd 42 en 62 een z.g. TOP opgebouwd; elk jaar 5,5% van de franchise en dit wordt als extra pensioen uitgekeerd op leeftijd 62, 63 en 64. Als iemand, bijvoorbeeld, 10 jaar TOP opbouwt en een dienstverband heeft van 50%, dan wordt 5 jaar opgegeven als te bereiken aantal jaren TOP. Het is ook van belang het ploegentoeslag percentage te controleren. Hoe hoger dit percentage hoe meer pensioen men opbouwt.
Na de persoonlijke gegevens worden de bereikte en te bereiken pensioenen vermeld. Dit zijn totaalbedragen die voortkomen uit de pensioenen uit de vorige en de huidige regeling tezamen. Voor de 65 jaar regeling worden de pensioenen vermeld in één kolom, voor de 62 jaar regeling in twee kolommen, één voor de periode van 62 tot en met 64 jaar en één voor de periode m.i.v. 65 jaar. In de 62 jaar regeling zijn de pensioenen in de periode 62 tot en met 64 jaar niet gelijk aan die in de periode ingaande 65 jaar. De reden is dat in de periode 62 tot en met 64 jaar geen AOW genoten wordt en er daarom een compensatie daarvoor plaatsvindt in de vorm van een tijdelijk ouderdomspensioen (TOP) en bovendien dat er overgangsmaatregelen zijn die teruggaan naar de GEFLEX-periode die in de periode 62 tot en met 64 jaar anders uitwerken dan in de periode daarna. In een eerste box worden de opgebouwde rechten uit hoofde van ouderdomspensioen opgegeven. Dat zijn pensioenen, ingaande op pensioendatum, indien men op 1 januari van dit jaar uit dienst zou zijn getreden. In een tweede box wordt opgegeven wat de totale pensioenrechten zullen zijn, uitgaande van het salaris op 1 januari van dit jaar, als men blijft doorwerken bij GE in Nederland tot pensioendatum. De pensioenen worden opgegeven per jaar en per maand. De informatie per maand is van belang omdat men die makkelijk kan vergelijken met het huidige maandsalaris om een gevoel te krijgen voor de mate waarin het pensioen toereikend zal zijn in verhouding tot de huidige situatie. De pensioenbedragen worden opgegeven vóór en na uitruil van nabestaan-
denpensioen. Dit vereist enige uitleg. In de huidige regeling wordt alleen ouderdomspensioen opgebouwd. Er wordt dus geen nabestaandenpensioen opgebouwd. Dat gebeurde wel in de oude regeling. Er is wel een nabestaandenpensioen verzekerd op risicobasis. Net zoals men zich ook verzekert voor ziekte. Word je niet ziek dan heb je achteraf voor niets betaald. Zoiets dergelijks geldt ook voor een nabestaandenpensioenverzekering op risicobasis. Als men niet als werknemer overlijdt, is er door de onderneming voor niets premie betaald en wordt er niets uitgekeerd. Als nu iemand met pensioen gaat is er geen nabestaandenpensioen opgebouwd (in de huidige regeling). De risicoverzekering beëindigt dan. Toch is het wenselijk dat er een pensioen is voor nabestaanden na ingang van het ouderdomspensioen. Dat wordt bereikt door van het opgebouwde ouderdomspensioen een deel af te splitsen waardoor het ouderdomspensioen lager wordt en waarvoor een nabestaandenpensioen wordt gereserveerd. In het overzicht wordt nu opgegeven wat het pensioen is vóór uitruil en na uitruil voor nabestaandenpensioen en tevens wordt het bedrag van het nabestaandenpensioen opgegeven. Overigens, als er geen nabestaandenpensioen is wordt geen uitruil toegepast en blijft het hogere ouderdomspensioen van kracht. Men kan ook afwijken van de normale regels voor uitruil, door een lager nabestaandenpensioen of helemaal geen nabestaandenpensioen te accepteren. Daar is dan wel een schriftelijke instemming van de partner voor nodig. Vandaar dat er in de pensioenopgave gesproken wordt van standaard uitruil. Op pagina 2 worden de AOW bedragen ter informatie vermeld. De AOW bedragen moeten bij het pensioen op 65 jarige leeftijd geteld worden om het totale verwachte pensioen te berekenen van de werkgever en de overheid.
De pagina’s met de details In de eerste paragraaf worden de premievrije aanspraken opgegeven die voortvloeien uit de oude regeling, waaraan op 1-1-2002 een einde kwam. Daar wordt ook opgegeven wat eventueel, indien van toepassing, is opgebouwd in GEFLEX collectief, hetgeen tot uitbetaling komt tussen 62 en 65 jaar. Lees verder op pagina 8
PensioenPraat 28 • november 2005
7
VERVOLG PENSIOENBRIEVEN De rechten uit de oude basisregeling worden uiteraard niet meer verder opgebouwd, omdat de regeling beëindigd is. Wel worden de rechten jaarlijks met de loonindex geïndexeerd. Let op: de hier opgegeven rechten in de 62 jaar regeling hebben betrekking op een uitkering op 65-jarige leeftijd. Echter, de uitkering begint al op 62jarige leeftijd. Omdat er dus 3 jaar langer moet worden uitgekeerd wordt op die uitkering gekort. Het kortingspercentage is 17,1%. Dat is de reden waarom, in geval van de 62 jaar regeling, in paragraaf 3 een lager bedrag wordt weergegeven dan in paragraaf 1. Tevens wordt het nabestaandenpensioen uit hoofde van de oude regeling weergegeven, dat tot uitkering komt na overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum. Dit nabestaandenpensioen is 70% van het daarboven weergegeven ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd. De tweede paragraaf wordt opgedeeld in een sectie van bereikte rechten en te bereiken rechten. Eerst, in sub-paragraaf a, de bereikte rechten (op 1 januari van dit jaar). Die bestaan uit rechten uit hoofde van normaal loon en bovendien, indien van toepassing, uit hoofde van genoten ploegentoeslag. Elk jaar wordt dit bedrag met een jaarlaag verhoogd. Die jaarlaag wordt als volgt berekend: Stel het jaarsalaris is w 41.366. Daar wordt dan de al eerder toegelichte franchise vanaf getrokken. In 2005 is die franchise w 11.366. De pensioengrondslag is het verschil tussen die twee, dus w 30.000.Elk jaar wordt 2,1% van de pensioengrondslag als pensioen opgebouwd. In dit voorbeeld dus 2,1% van w 30.000 = w 630. Als men de pensioenopgave van het vorig jaar neemt en de hier gevonden uitkomst daarbij optelt en de gevonden uitkomst met het toegepaste indexatiepercentage verhoogt, dan moet er het bedrag uitkomen dat op de huidige pensioenopgave is vermeld. Er zijn, indien van toepassing, nog additionele pensioenbedragen in de 62 jaar regeling. Op de eerste plaats het al eerder genoemde tijdelijk ouderdomspensioen. Dat bedraagt 5,5% van de franchise per jaar in de leeftijd tussen 42 en 62 en wordt opgebouwd en berekend over het laatste salaris per 1 januari.
8
Dan kunnen er nog overgangsmaatregelen zijn (regeling 62 jaar). Deelnemers die op 31-12-2001 al deelnemer waren, krijgen op pensioendatum drie extra jaren pensioen, hoewel die niet gewerkt werden. Die drie jaren worden tussen leeftijd 42 en 62 evenredig opgebouwd. Vervolgens wordt het nabestaandenpensioen uit de huidige regeling opgegeven. Dit nabestaandenpensioen wordt, zoals gezegd, niet opgebouwd, maar is verzekerd op risicobasis. Het bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen, als weergegeven in sub-paragraaf b. In het volgend staatje wordt opgegeven wat men als pensioen op 62jarige leeftijd in handen zal krijgen als de uitruil voor nabestaanden pensioen, als hiervoor al besproken, heeft plaatsgevonden. Die uitruil vindt alleen plaats als men een tot nabestaandenpensioen gerechtigde partner heeft. Voor de uitruil worden factoren gehanteerd die door de actuaris berekend zijn. In sub-pagagraaf b worden de pensioenrechten vermeld, op basis van het huidige salaris, die zullen gelden op pensioendatum, mits tot die datum in dienst bij GE in Nederland. De indeling is gelijk aan die in sub-paragraaf a. Alleen worden hier ook de toekomstige dienstjaren in de pensioenberekening betrokken. De bedoeling van die opgave is om te laten zien op welk pensioen uit de huidige regeling kan worden gerekend als men met pensioen gaat. In paragraaf 3 worden de resultaten van paragraaf 1 en 2, voor wat betreft de op pensioendatum te bereiken pensioenrechten, bij elkaar opgeteld, om zodoende het totale in het vooruitzicht gestelde pensioen te kunnen zien. Die bedragen vindt men ook bij de overzichtsopgave op pagina 1 terug.
pensioen vóór pensioeningangsdatum. Dit komt doordat vóór pensioendatum het nabestaandenpensioen (verzekerd op risicobasis) gelijk is aan 70% van het ouderdomspensioen dat nog niet gekort is voor uitruil ten behoeve van een nabestaandenpensioen. Op pensioendatum moet een deel van het ouderdomspensioen worden opgeofferd ten behoeve van een gereserveerd (dus niet op risicobasis verzekerd) nabestaandenpensioen. Dat nabestaandenpensioen is 70% van het verlaagde ouderdomspensioen. Jan Aerts
Mailbox pensioenfonds Hoe kunt u per e-mail contact opnemen met de helpdesk van de administratie van het pensioenfonds bij AZL? Dat kan op de onderstaande manieren. 1 Gebruik het e-mailadres:
[email protected] 2 Ga naar GE-adresboek in Outlook en typ in ‘pensioenfonds’ en klik dit aan, enz. Deze e-mail wordt dan automatisch doorgelinkt naar de helpdesk van het pensioenfonds bij AZL. 3 Door het e-mail adres:
[email protected] te gebruiken. Ook dan wordt er automatisch doorgelinkt naar de helpdesk van het pensioenfonds bij AZL.
Bestuursleden Pensioenfonds
Nog even een toelichting op het nabestaandenpensioen in de 62 jaar regeling. Het nabestaandenpensioen uit de oude regeling is met ingang van de pensioendatum lager dan daarvoor. Dit nabestaandenpensioen wordt namelijk, conform reglementaire bepalingen, met eenzelfde percentage verlaagd als het ouderdomspensioen, om dit van ingangsdatum 65 jaar naar ingangsdatum 62 jaar te brengen.
Benoemd door de onderneming
Het nabestaandenpensioen uit de huidige regeling is na pensioeningang eveneens lager dan het nabestaanden-
Directie
Olaf Tant - voorzitter Jan Aerts - plv. secretaris Yvonne den Bakker André Rekveld
Gekozen door deelnemers Jan Boesveld - secretaris Fred Bos - vice-voorzitter Anneke Proost Debbie Hameetman
Sjoerd Hoogterp
PensioenPraat 28 • november 2005
Aanpassingen reglement 2005 In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de veranderingen in het reglement die in 2005 zijn aangebracht. In een artikel in Pensioenpraat 26 werd al een overzicht gegeven van de veranderingen die toen al gemaakt waren ten opzichte van de oerversie van het huidige reglement. De laatste versie van het reglement is te vinden op de intranet- en internet sites van het pensioenfonds.
ARTIKEL 1 Bij de begripsbepaling PSW (Pensioenen Spaarfondsenwet) is een toevoeging aangebracht. De PSW wordt namelijk binnen afzienbare tijd vervangen door de zogenaamde Pensioenwet. In het artikel wordt aangegeven dat zodra de Pensioenwet van kracht zal zijn, deze zal gelden in plaats van de PSW. Het Circuit is opgeheven en daarom uit de begrippen gehaald. Het Circuit bestond uit aangesloten pensioenfondsen die bindende afspraken gemaakt hebben met betrekking tot waardeoverdracht van pensioenen bij verandering van werkgever. Omdat er duidelijke wettelijke regels zijn inzake waardeoverdracht waar alle pensioenfondsen zich aan moeten houden is het Circuit overbodig geworden en dus opgeheven. Het begrip Circuit is in de begripsbepalingen daarom vervangen door het woord: ‘Waardeoverdracht’. In alle artikelen waarin voorheen het woord Circuit werd gebruikt is dit vervangen door waardeoverdracht.
ARTIKEL 7, LID 3 Aan het einde van dit sub-artikel is toegevoegd: ‘met uitzondering van het bepaalde in art 21.’ (regeling 65 jaar: 20). Dit artikel leek in tegenspraak met het bepaalde in artikel 21 (20). In dat laatste artikel staat dat het bestuur in bepaalde gevallen de pensioenrechten kan aanpassen, nl. als de financiële positie van het fonds dit noodzakelijk maakt.
ARTIKEL 10, LID 2 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 9, LID 2 (REGELING 65 JAAR) Het betreft hier slechts een verduidelijking. Er staat nu helder in het reglement dat tijdens de deelnemersjaren (jaren waarin men dus bij GE werknemer is) het nabestaandenpensioen niet wordt opgebouwd, maar na overlijden van een deelnemer tot uitkering komt op grond van een risicoverzekering.
ARTIKEL 12, LID 3 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 11, LID 3 (REGELING 65 JAAR) In dit artikel was niet duidelijk aangegeven wat er gebeurt met het maximum wezenpensioen als ook degene die nabestaandenpensioen krijgt uitgekeerd komt te overlijden. Simpel gezegd: als beide ouders er niet meer zijn, dan wordt het wezenpensioen verdubbeld. Men spreekt in zo’n geval van dubbele wezen. In het artikel staat
PensioenPraat 28 • november 2005
ook dat het maximum wezenpensioen 70% is. Er is nu expliciet vermeld dat dit maximum ook verdubbelt in geval van dubbele wezen.
ARTIKEL 13, LID 1 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 12, LID 1 (REGELING 65 JAAR) In het artikel is verduidelijkt dat een WAO-excedentuitkering alleen aan de orde kan zijn als degene die in de WAO gaat op dat moment nog daadwerkelijk in dienst van de aangesloten onderneming is.
ARTIKEL 14, LID 1 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 13, LID 1 (REGELING 65 JAAR) Een analoge verduidelijking is gemaakt terzake van pensioendoorbouw bij arbeidsongeschiktheid. Die vindt slechts plaats indien degene die in de WAO gaat op dat moment nog daadwerkelijk in dienst van de aangesloten onderneming is.
ARTIKEL 15 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 14 (REGELING 65 JAAR) In lid 1 zijn slechts woorden aangepast, zonder iets wezenlijks te veranderen. In lid 2 is verduidelijkt dat bij de omzetting van een SFVP bijdrage in geval van werkeloosheid, de pensioenrechten voortvloeiend uit die bijdrage, worden bepaald met gebruikmaking van de actuariële fondsfactoren. Dit betekent dat als er geld binnenkomt van het SFVP (een overheidsinstelling die geld beschikbaar stelt voor pensioenen voor werkelozen) hiervoor een pensioen wordt aangekocht bij het pensioenfonds op grond een van door de actuaris vastgestelde berekening, waardoor de persoon waarvoor de bijdrage ontvangen wordt op een correcte manier het pensioen berekend wordt.
ARTIKEL 21 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 20 (REGELING 65 JAAR) In dit artikel is bepaald, als hiervoor al gesteld, dat het bestuur in bepaalde, zeer bijzondere, gevallen de pensioenrechten kan aanpassen. Zoiets kan gebeuren als de financiële positie van het fonds in een benarde situatie is gekomen. Er is nu een bepaling toegevoegd dat, als (en voor zover) die benarde situatie in een later stadium verdwenen is, de oude rechten weer in ere worden hersteld.
ARTIKEL 23, LID 1 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 22, LID 1 (REGELING 65 JAAR)
positie van de aangesloten ondernemingen is weggelaten, zulks om tegemoet te komen aan de wensen van de toezichthouder (De Nederlansche Bank). Bij de beoordeling of er geïndexeerd kan worden dient het bestuur enkel te kijken naar de financiële positie van het pensioenfonds. Dat die financiële positie in sterke mate afhankelijk is van de financiële positie van de sponsor (de aangesloten ondernemingen) is natuurlijk een duidelijke zaak, maar behoort niet in het reglement te staan. Verder is de CBS index aangepast, omdat de voorheen gebezigde index is komen te vervallen. Dit heeft echter geen materiele gevolgen voor de indexatie.
ARTIKEL 23, LID 2 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 22, LID 2 (REGELING 65 JAAR) In dit sub-artikel werd ten onrechte verwezen naar artikel 6 lid 4. De rechten uit waardeoverdracht worden voor deelnemers jaarlijks onvoorwaardelijk aangepast met de loonindex en niet voorwaardelijk met de prijsindex. Derhalve is de verwijzing naar artikel 6 lid 4 geschrapt.
ARTIKEL 23, LID 3 (REGELING 62 JAAR); ARTIKEL 22, LID 3 (REGELING 65 JAAR) Dit artikel handelt over indexering van ingegane pensioenen en van slaperrechten. Daarin staat onder meer dat deze indexering voorwaardelijk is. De financiële middelen van het fonds moeten daartoe toereikend zijn. Daarom is er elk jaar een bestuursbesluit nodig inzake indexering. Er is nu een lid 3 toegevoegd waarin staat dat indien de financiële middelen niet toereikend zijn voor indexering, maar door de ondernemingen additionele middelen aan het fonds ter beschikking worden gesteld, het fonds toch tot gehele of gedeeltelijke indexering kan overgaan.
ADDENDUM (WAO-HIAAT) ARTIKEL 3 LID 1 Hier is voor de duidelijkheid toegevoegd dat om in aanmerking te komen van een WAO-hiaat pensioen men bij de aanvang van de WAO in dienst van een aangesloten onderneming moet zijn. Jan Aerts
De verwijzing naar de financiële
9
Wet Werk in Inkomen naar Arbeidsvermogen
De risico’s van de WIA De Wet Werk in Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer zal de WIA na het zomerreces behandelen. De verwachting is dat ook de Eerste Kamer zal instemmen met het wetsvoorstel. Welke gevolgen heeft de WIA voor werkgevers en werknemers?
De WIA in het kort Als de WIA per 1 januari 2006 in werking treedt (afhankelijk van goedkeuring door de Eerste Kamer), zullen alle werknemers die na 1 januari 2004 ziek zijn geworden en dat op 1 januari 2006 nog zijn, te maken krijgen met de WIA. De WIA is de opvolger van de huidige Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO). De WIA kent twee onderdelen; de Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA).
IVA Het kabinet is van mening dat de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het inkomen van volledig arbeidsongeschikten bij de overheid ligt. Personen van wie wordt ingeschat dat zij volledig (80%-100%) en duurzaam (langer dan 5 jaar) arbeidsongeschiktheid zullen zijn, vallen onder de werking van de IVA. Zij hebben recht op een uitkering van 70% van het laatst verdiende loon tot maximum dagloon (op jaarbasis w 43.770). De IVA-uitkering wordt bij voortdurende arbeidsongeschiktheid tot het 65e jaar verstrekt. De IVA zal in de praktijk alleen open staan voor personen die niet worden geacht ooit nog in staat te zijn tot het verrichten van werk waarmee ze meer dan 20% van hun ‘oude’ inkomen kunnen verdienen. Als de arbeidsongeschikte medewerker een inkomen verdient, wordt dat inkomen voor 70% in mindering gebracht op de IVA-uitkering.
WGA Van personen die gedeeltelijk (tussen 35% en 80%) arbeidsgeschikt zijn, vindt het kabinet dat zij zoveel mogelijk actief moeten blijven in het arbeidsproces. Ze worden dus geacht te werken en hiertoe gestimuleerd. Als de gedeeltelijk arbeids(on)geschikte medewerker zijn restcapaciteit voor ten minste 50% invult, is de inkomensterugval beperkt. Hij ontvangt een uitkering ter grootte van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende loon en het loon dat de medewerker op basis van zijn gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid nog kan verdienen.
10
Na twee jaar ziekte heeft de medewerker die zijn restcapaciteit niet voor ten minste 50% weet te benutten recht op een loongerelateerde WGA-uitkering (mits hij 26 weken uit de laatste 39 weken heeft gewerkt; de referte-eis). De duur van deze zogenaamde loongerelateerde uitkering is, afhankelijk van het arbeidsverleden, 0,5 jaar tot maximaal 5 jaar. Na afloop van de loongerelateerde uitkering ontstaat recht op een WGA-vervolguitkering. De vervolguitkering van gedeeltelijk arbeidsgeschikten die geen of onvoldoende invulling geven aan hun resterende arbeidscapaciteit, bedraagt maximaal 70% van het minimumloon, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. NB: Ook hier geldt dat waar over ‘het loon’ wordt gesproken, wordt gedoeld op het maximum dagloon. Voorbeeld: een medewerker verdient w 40.000. Hij wordt 50% arbeids(on)geschikt. Op basis van zijn resterende arbeidscapaciteit wordt hij geacht nog w 20.000 salaris te kunnen verdienen. Als de medewerker in kwestie zijn 50% resterende verdiencapaciteit invult en dus (minimaal) w 20.000 verdient, ontvangt hij naast dat salaris een WGAuitkering van 70% x w 20.000. Zijn totale inkomen is dan w 20.000 + w 14.000 = w 34.000; 85% van zijn ‘oude’ salaris. Als dezelfde medewerker geen werk vindt waarmee hij zijn resterende verdiencapaciteit kan invullen, valt hij uiteindelijk terug naar 70% van het minimumloon (70% van w 16.392) x 50% (zijn percentage arbeidsgeschiktheid); 70% x w 16.392 x 50% = w 5.737,20 (14,3% van het oude inkomen). Hierbij komt het inkomen dat de medewerker eventueel nog verdient (middels de arbeidscapaciteit die voor minder dan 50% wordt ingevuld). Medewerkers die meer dan 65% arbeidsgeschikt zijn (oftewel minder dan 35% arbeidsongeschikt), hebben geen recht op een uitkering op basis van de WGA. Zij worden dus geacht op een andere manier in hun inkomen te voorzien of genoegen te nemen met een lager inkomen. Dit zal betekenen dat medewerkers vaker zullen moeten accepteren dat zij een lager inkomen
houden dan nu het geval is. In het ergste geval kan een werknemer terugvallen naar 65% van zijn ‘oude inkomen’, zonder dat daar een compensatie tegenover staat. De problematiek rondom deze groep moet voor werkgevers en werknemers niet worden onderschat.
Knelpunten Het feit dat de WIA is aangenomen door de Tweede Kamer betekent dat vrijwel zeker is dat WAO-hiaatverzekeringen hun nut verliezen. Een punt van aandacht is wat er moet gebeuren met de achteraf niet nodige premies die betaald zijn. Sociale partners hebben afgesproken dat de kosten van de WGA voor 50% door werkgevers en voor 50% door werknemers worden betaald. Tot zover lijken zich geen problemen voor te doen bij de wijziging. Er is echter een tweetal concrete knelpunten. Het eerste knelpunt betreft de medewerker die nu gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, bijvoorbeeld 50%. Daarvoor ontvangt hij van de WAO-hiaat verzekeraar een gedeeltelijke uitkering. Na beëindiging van de WAO-hiaatverzekering per 1 januari 2006 zal die uitkering niet meer worden aangepast aan een verhoogd arbeidsongeschiktheidspercentage. Dus als het arbeidsongeschiktheidspercentage van de medewerker als gevolg van dezelfde oorzaak stijgt naar bijvoorbeeld 80100%, zal de WAO-hiaat uitkering niet worden verhoogd. Op basis van zijn Lees verder op pagina 11
PensioenPraat 28 • november 2005
VERVOLG WIA arbeidsvoorwaarden heeft deze werknemer daar waarschijnlijk wel recht op! Hetzelfde gaat op voor een medewerker die arbeidsongeschikt is geweest, op enig moment weer hersteld is, maar na 1 januari 2006 door dezelfde oorzaak als voorheen, weer arbeidsongeschikt wordt. Ook die werknemer zou geen rechten meer kunnen ontlenen aan de (inmiddels beëindigde) WAOhiaatverzekering. Wij menen dat de werkgever in deze gevallen financieel risico loopt, tenzij hierover sluitende afspraken met de verzekeraar worden gemaakt. Het tweede knelpunt betreft de categorie werknemers die ziek is geworden na 1 januari 2004 en dat nog steeds is bij invoering van de WIA. Als deze werknemers (na 1 januari 2006) arbeidsongeschikt bevonden worden en recht krijgen op een WGA-uitkering, kan deze per saldo lager uitvallen dan de ‘oude’ WAO-uitkering, zeker als de medewerker in kwestie minder dan 35% arbeidsongeschikt is. In de arbeidsvoorwaarden van de medewerker die ten tijde van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid van kracht waren, was nog sprake van de oude arbeidsongeschiktheidsregelingen; dus met een vergoeding vanaf 15% arbeidsongeschiktheid. De vraag is hoe daarover geoordeeld zal worden als dit geval zich voordoet.
kant komt er een nieuw soort excedent te verzekeren bij voor de gevallen met een salaris (flink) boven de WAO-loongrens, die met gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid blijven werken. De WIA voorziet voor deze groep in een dekking van 70% van het verschil tussen oude en nieuwe salaris echter tot maximum dagloon. Dit is niet afdoende indien men een salaris heeft dat boven het dagloon ligt. Dat ‘excedentgat’ zal men straks gaan verzekeren in de bestaande excedentverzekeringen. Premietechnisch zou dit mogelijk kostenneutraal uitgeruild kunnen worden; een premieverlaging door veranderde/verlaagde risico valt weg tegen benodigde premie voor het excedentgat.
WGA-gat-verzekering De grootste terugval in inkomen ontstaat voor een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer die zijn restcapaciteit niet (of niet geheel) benut. Die werknemer valt terug naar een (tijdelijke) WW-uitkering en daarna naar bijstandsniveau. Verzekeraars denken aan het aanbieden van een ‘WGA-gat-verzekering’. Het werkloosheidsrisico zal men bij voorkeur niet verzekeren. Men denkt aan een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een uitkering voor de werkelijke arbeidsongeschiktheid (dus niet voor het niet benutten van de restcapaciteit).
MOGELIJKE OPLOSSINGEN Arbeidsongeschiktheid tot 35% WAO-excedent-verzekering De WAO-excedentverzekering blijft in grote lijnen overeind door de wijziging naar WIA. Het risicoprofiel wordt anders. Het wordt lastiger om (volledig) arbeidsongeschikt te worden en de groepen tot 35% arbeidsongeschiktheid vallen weg. Aan de andere
Voor de werknemers met een arbeidsongeschiktheid lager dan 35% voor wie straks geen recht op uitkering meer bestaat, overwegen arbeidsongeschiktheidsverzekeraars een verzekering met een tijdelijke uitkering aan te bieden, gecombineerd met een mogelijkheid om in natura te helpen bij outplacement. Deze verzekering zal mogelijk alleen worden aangeboden in combinatie met verzuimverzekeringen.
Premievrijstelling De invoering van de WIA heeft ook gevolgen voor de premievrijstelling van pensioenpremies. Premievrijstelling volgt nu in de regel de mate van arbeidsongeschiktheid die door het UWV wordt vastgesteld. Als een werknemer 25% arbeidsongeschikt is, wordt naar rato premievrijstelling verleend voor de pensioenpremie. Na invoering van de WIA is er geen sprake meer van arbeidsongeschiktheid onder 35%. Voor die groep zal dus ook geen premievrijstelling meer worden verleend. Tevens vindt er op dit moment een discussie plaats over het feit of premievrijstelling
PensioenPraat 28 • november 2005
nog wel moet plaatsvinden over het gehele salaris of over slechts 70% daarvan. Dit geldt in feite ook voor het tweede ziektejaar.
Conclusie De wijziging van WAO naar WIA brengt met zich mee dat twee zaken moeten worden gewijzigd. Dat zijn ten eerste de arbeidsvoorwaarden en ten tweede de contracten met risicodragers (pensioenfondsen en/of verzekeraars). Met betrekking tot de bestaande arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en/of -contracten: deze komen te vervallen als het gaat om het WAOhiaat of dienen te worden aangepast aan de nieuwe situatie. Voor wat betreft de arbeidsvoorwaardelijke kant van de zaak: de WIA betekent onherroepelijk dat arbeidsongeschiktheidsregelingen versoberd worden. Men zal minder snel worden ‘afgekeurd’ en als dat al gebeurt, zal men vaker gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden verklaard. Arbeidsvoorwaarden die betrekking hebben op arbeidsongeschiktheid zullen eerder moeten neigen naar het verstrekken van een ‘baangarantie’ (al dan niet bij de bestaande werkgever) bij arbeidsongeschiktheid, dan dat ze uitspraken zullen doen over de hoogte van de uitkeringen en in te kopen verzekeringen. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten zullen mogelijk eerder als facultatieve, door de werknemer te betalen regelingen worden aangeboden dan in de nu gebruikelijke collectieve vorm. De risico’s van de WIA zijn, voor wat betreft de werknemer, gelegen in het feit dat hij eerder genoegen zal moeten nemen met een lager inkomen bij arbeidsongeschiktheid, dan wel zélf meer maatregelen zal moeten nemen om niet ver terug te vallen in inkomen bij arbeidsongeschiktheid. De werkgever zal zich (in overleg met werknemersvertegenwoordigers) moeten buigen over de arbeidsvoorwaarden en de vraag moeten beantwoorden in hoeverre hij bereid en/of in staat is om arbeidsvoorwaardelijke toezeggingen te doen aan medewerkers in geval van arbeidsongeschiktheid. In een jaar waarin hij ook te maken krijgt met discussies over levensloop, prepensioen en de invoering van de basisverzekering, legt dat een groot beslag op de capaciteiten van de werkgever. Drs. T.E. Bindels Overgenomen uit PensioenBulletin van AON.
11
IN MEMORIAM
Vic de Leeuw overleden Op 16 juli jl. is Vic de Leeuw overleden. Vic was één van de pioniers die vanuit Arnhem met General Electric Plastics naar Bergen op Zoom kwam. Hij was lang op de afdeling Inkoop werkzaam en daarnaast ook een goed verteller van reisverhalen. Vic was tot zijn overlijden lid van de Deelnemersraad van ons pensioenfonds. Namens het bestuur van het pensioenfonds wensen wij de familie veel sterkte met het verlies
Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in.
PENSIOENPRAAT KORT
Ombudsman Pensioenen Als u een probleem hebt met uw pensioen kunt u dit voorleggen aan de Ombudsman Pensioenen. Kijk eerst op www.ombudsmanpensioenen.nl Het adres is: Ombudsman Pensioenen Postbus 93560 2009 AN Den Haag Telefoon (070) 3338965 Fax (070) 3338900
TIP
www.pensioenkijker.nl De website www.pensioenkijker.nl is een onafhankelijke, niet commerciële informatiebron. Er staat een groot aantal organisaties achter. Zij doen dit, omdat ze vinden dat ‘de Nederlander’ meer moet nadenken over zijn pensioen.
AANGESLOTEN ONDERNEMINGEN
GE Healthcare Op deze plaats willen we regelmatig één van de - bij het GE-Pensioenfonds aangesloten ondernemingen nader belichten. Dit keer GE Healtcare. GE Healthcare is onderdeel van de General Electric Company en heeft een omzet van 14 miljard dollar per jaar. Het hoofdkwartier is gevestigd in Engeland en is actief in meer dan 100 landen. GE Healthcare biedt aan 42.000 mensen werk. In Nederland is GE Healthcare Information Technologies actief. GE Healthcare levert medische technologie met een nieuwe visie op de zorg voor patiënten. De medische expertise omvat informatietechnologie, diagnostiek, patiëntvolgsystemen, onderzoek, medicijnontwikkeling met als doel ziektes vroegtijdig te ontdekken en de patiënt een behandeling op maat te geven. GE Healthcare biedt een breed scala aan producten om de productiviteit in de gezondheidszorg
12
te verbeteren. Daarnaast zorgt het voor de middelen om een betere diagnose, behandeling en begeleiding
van patiënten te bewerkstelligen. Kijk voor meer informatie op www.gehealthcare.com
PensioenPraat 28 • november 2005