PensioenPraat UITGAVE VAN HET GE-PENSIOENFONDS
INHOUD
2 2 3
PensioenPraatjes Contactpersonen AZL Geflex Individueel bij Delta Lloyd 3 Pensioenbriefjes 3 De nieuwe pensioenregeling 3 Jan Boesveld herbenoemd in bestuur 4 AOW-bedragen in 2002 4 AOW en het buitenland 4 Bestuursleden 4 Aangesloten ondernemingen 5 GEFLEX-regeling bevroren 5 Constanten per 1 januari 2002 6-9 Verkort jaarverslag 2000 10-12 Beleggingen Nr. 20 - FEBRUARI 2002 Secretariaat
Postbus 117 4600 AC Bergen op Zoom Administratie
AZL Beheer Postbus 4471 6401 CZ Heerlen Redactie
Jan Aerts Jan Boesveld Dion van Tilburg Productie
Kreateam Communicatie bv, Wouw PensioenPraat is bestemd voor alle actieve en niet-actieve deelnemers. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Bepalend is het Pensioenreglement.
Nieuwe pensioenregeling en nieuw pensioenreglement
Pensioenpremiesbijdragen werknemers Met ingang van de nieuwe pensioenregeling en de inwerkingtreding van het nieuwe pensioenreglement is het niveau van de premieinhoudingen op het salaris niet langer meer een pensioenfondsaangelegenheid, maar dient dit door iedere aangesloten onderneming apart vastgesteld te worden.
Het maximale premiebedrag van de werknemer aan de werkgever is 7% van de pensioengrondslag, dat is ongeveer 6% van het salaris. Regels
Tot en met 31 december 2001 golden de volgende regels: ■ 6% premie over het brutosalaris boven ƒ 153.501. Voor het jaar 2002 wordt dit 6% van het salaris boven 1 72.574 (ƒ 159.932). ■ Geflex premie voor 42 plussers (alleen voor hen die aan Geflex deelnamen): 3% over het brutosalaris, waarvan tenminste 1,6% via inbreng van 4 ATV-dagen). Volgens de CAO van GE Plastics zou de eigen bijdrage voor Geflex in 2002 naar 2% gaan. ■ Verplichte inbreng in de individuele Geflex-spaarmodule door de 42 minners van 4 ATV-dagen (= 1,6%). GE Plastics en ondernemingen die vallen binnen de CAO van GE Plastics hebben met de sociale partners afgesproken dat de premie voor de werknemers in 2002 gelijk zal zijn aan die in 2001, minus een reductie
van 1% van het salaris voor 42 plussers (verlaging Geflex-bijdrage), doch plus 1% van het salaris voor de gehele populatie, als tegemoetkoming voor loonindexering in plaats van prijsindexering van de opgebouwde rechten. Premie-inhoudingen
De salarisadministratie (GE Global Business Services) heeft in januari de volgende premieinhoudingen laten plaatsvinden. Voor werknemers in de 62 plus regeling: ■ 6% premie over het brutosalaris boven 1 72.574 (ƒ 159.932). ■ 3% premie over het brutosalaris voor 42 plussers, waarvan tenminste 1,6% via inbreng van 4 ATV dagen. Voor ploegendienstmedewerkers bedroeg dit percentage 2%. ■ 1,6% over het brutosalaris in de vorm van ATV dagen voor 42 minners; 2% voor ploegendienst-medewerkers. Voor werknemers in de 65 plus regeling: ■ 6% premie over het brutosalaris boven 1 72.574 (ƒ 159.932).
■ met ingang van februari 2002 (retro 1 januari 2002) zal 1% premie worden ingehouden over het brutosalaris voor de gehele populatie. De salarisadministratie zal het bovenstaande in de volgende maanden bestendigen, tenzij aangesloten ondernemingen hun premiepolicy willen wijzigen en bijgevolg andere instructies met betrekking tot bovenvermelde premieheffing gaan geven. Mocht dit het geval zijn, dan worden deze ondernemingen aangeraden eerst met Jan Aerts van het pensioenbestuur overleg te plegen. JAN AERTS 1
○ ○
○
○
○
PensioenPraatjes
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
De contactpersonen bij de administratie van AZL zijn gewijzigd. Sander Janssen heeft AZL verlaten en is opgevolgd door Rob Meyer (telefoon 045-5763256) en Maurice de Bruijn (telefoon 045-5763461) Het e-mail adres bij AZL is
[email protected]
○ ○
○
De rekenrente is de rentevoet waarmee bij het vaststellen van de tarieven en de voorziening pensioenverplichtingen rekening wordt gehouden. Een korte toelichting.
○
○
○
○
○
○
Rekenrente
Voor inlichtingen over uw pensioensituatie wijzen wij er op dat u daarvoor rechtstreeks contact moet opnemen met AZL. Daar zijn alle gegevens opgenomen in de pensioensystemen.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
onderbrengt bij het nieuwe pensioenfonds. Op grond daarvan kunt u de keuze maken voor waardeoverdracht, ja of nee. Wettelijk bent u dus te laat met uw aanvraag. Het wil nog wel eens lukken ook na twee maanden nog pensioen over te hevelen (zeker als de nieuwe werkgever u niet op tijd over het wettelijk recht op waardeoverdracht heeft geïnformeerd). Daarvoor hebt u de instemming nodig van beide pensioenuitvoerders.
○
U moet inderdaad binnen twee maanden vanaf het moment dat u aan de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever deel-
neemt, een aanvraag indienen bij de nieuwe pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij). Uw nieuwe werkgever is overigens verplicht om u op tijd over het wettelijk recht op waardeoverdracht te informeren. De aanvraag verplicht u nog tot niets. U krijgt van het oude pensioenfonds te horen wat de waarde van het daar opgebouwde pensioen is. Uw nieuwe pensioenuitvoerder stuurt u vervolgens een offerte waarin staat hoeveel uw oude aanspraken waard zijn als u ze
○
De volgende vraag bereikte het pensioenfonds: ‘Drie maanden geleden ben ik bij een andere werkgever in dienst getreden en ik wil nu de waarde van mijn pensioen overhevelen naar het nieuwe pensioenfonds. Het pensioenfonds weigert dit omdat ik te laat ben met mijn verzoek. Is dat juist?’
○
○
○
○
○
○
Pensioenoverdracht
Contactpersonen AZL zijn gewijzigd
Correspondentie over pensioenzaken kunt u als volgt adresseren: Stichting GE-Pensioenfonds p/a AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
Omdat de toekomstige rendementen niet bekend zijn, zijn alle verzekeringsinstituten en pensioenfondsen geneigd uit veiligheidsoverwegingen een lage rentevoet in te schatten. Dit heeft ertoe geleid dat vrijwel alle berekeningen op een maximale rente van 4% per jaar worden uitgevoerd. Gevolg van deze praktijk is dat de Pensioen- & Verzekeringskamer in feite een hogere rekenrente niet toestaat, hoewel dit wettelijk niet is vastgelegd.
In geval telefonisch contact gezocht wordt met de administratie, kan elk van de beide personen benaderd worden. Als eenmaal een persoon aan een zaak werkt is het aan te raden bij de volgende contacten bij voorkeur dezelfde persoon te benaderen.
2
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
boeken een reserve wordt aangehouden boven de beurswaarde van de beleggingen in aandelen en obligaties voorzover deze de voorziening pensioenverplichtingen dekt. Voor obligaties bijv. 5% en voor aandelen kan dat oplopen tot 40% en zelfs hoger. Een deel van deze extra reserve kan in slechte beleggingsjaren (zoals in 2000-2001) gedeeltelijk worden gebruikt om de gevolgen van koersverliezen op te vangen.
○
betering van de pensioenen en/ of voor het toekennen van zogenaamde rentekortingen op de te betalen premies en koopsommen. Wanneer het werkelijke rendement echter in een jaar onder de rekenrente van 4% komt, zullen door de verzekeringsinstituten en pensioenfondsen maatregelen getroffen moeten worden. Het is dan ook voorschrift van de Pensioen- & Verzekeringskamer dat er in de
○
Aangezien de werkelijke rendementen op de kapitaalmarkt de afgelopen 15 à 20 jaar gemiddeld aanzienlijk hoger zijn geweest, is er een grote tegenstelling opgetreden tussen werkelijkheid (7 à 9% per jaar) en theorie (4% per jaar). Het belang van de rendementsoverschotten is thans veel groter dan vroeger. Deze overschotten komen tevoorschijn als rentewinst. Die kan worden aangewend voor bijv. waardevastheid van pensioenen, ver-
○
Tegenstelling
Het bestuur van het GEPensioenfonds wenst u een voorspoedig 2002
Over het nabestaanden-pensioen binnen de nieuwe pensioenregeling zijn door de deelnemers veel vragen gesteld. Hieronder hebben we er drie beantwoord.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Binnen de nieuwe pensioenregeling ontstaat alleen recht op nabestaandenpensioen zolang u actief deelneemt aan de pensioenregeling. Het nabestaanden pensioen is namelijk op risicobasis verzekerd. Als uw actief deelnemerschap eindigt (bijv. omdat u ergens anders gaat werken of omdat u de pensioengerechtigde leeftijd bereikt) vervalt dat recht. Overlijdt u daarna, dan wordt er aan uw nabestaanden geen pensioen uitgekeerd. Er wordt weliswaar geen nabestaandenpensioen opgebouwd maar toch is er op de pensioenleeftijd een nabestaandenpensioen van 70% van het ouderdomspensioen omdat dan een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen wordt omgeruild in nabestaandenpensioen, tenzij u met toestemming van uw partner daarvan afwijkt.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
De pensioenopgaven in 2002 zullen vóór november 2002 worden verzonden. Dat is deze keer verlaat vanwege de invoering van de nieuwe pensioenregeling in de administratie van AZL en door de aankomende verplichting om pensioenopgaven uit te breiden met een overzicht inzake de fiscale ruimte.
○
○
○
Pensioenbriefjes
○
○
○
○
○
○
Op de pensioneringsdatum wordt dit ouderdomspensioen wel (als onderdeel van het totale ouderdomspensioen) ingeruild voor nabestaandenpensioen.
Als ik kom te overlijden krijgen mijn nabestaanden dan een uitkering en zo ja, hoeveel en hoe lang?
○
○
Het saldo wordt geheel omgezet in ouderdomspensioen. Bij overlijden voor de pensioendatum wordt hierover geen nabestaandenpensioen uitgekeerd. Indien men Geflex Individueel niet heeft ingebracht en men komt te overlijden dan wordt voor zover mogelijk het bedrag bij Delta Lloyd Bank aangewend voor het aankopen van nabestaandenpensioen.
○
○
○
De huidige spaarregeling wordt per 31 december 2001 afgesloten. Degenen die hebben gekozen voor overbrenging van het gespaarde kapitaal naar het pensioenfonds, geldt dat de beleggingen worden verkocht. De verkoopwaarde is bepaald op de beginkoers van de laatste beursdag van het jaar 2001, 28 december 2001.
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
Vraag en antwoord over nabestaandenpensioen Geflex Individueel De nieuwe pensioenregeling bij Delta Lloyd bent er bij overlijden een navoor de 65-jarige leeftijd huwt bestaandenuitkering volgt. krijgt met terugwerkende kracht Bank recht op nabestaandenpensioen
Op welke wijze kan ik dan wel voor nabestaandenpensioen zorgen?
Twee pijlers. Iedere inwoner van Nederland valt automatisch onder de Algemene nabestaandenwet (Anw). Deze wet is een zogeheten volksverzekering. Wie voldoet aan bepaalde voorwaarden heeft recht op een Anw-uitkering. De hoogte van een volledige Anw-uitkering is gekoppeld aan het minimumloon. Dit is dus een basisvoorziening en wordt de eerste pijler genoemd. De tweede pijler is het recht op nabestaandenpensioen van de onderneming. Per 1 januari 2002 is het nabestaandenpensioen bij ons pensioenfonds verzekerd op risicobasis. Dat wil zeggen dat u zolang u in actieve dienst van de onderneming
Ik heb per einde 2001 26 deelnemersjaren bij GEP opgebouwd en heb mijn Delta Lloyd kapitaal naar het pensioenfonds laten overboeken. Tot en met het jaar 2001 heb ik in de ‘oude’ regeling nabestaandenpensioen opgebouwd? Blijven deze rechten gehandhaafd? Zo ja, hoe groot zijn deze dan? Ik wil namelijk in module 2 van de nieuwe regeling extra gaan sparen.
De opgebouwde rechten in de oude regeling blijven onverkort gehandhaafd. Dat geldt dus ook voor het nabestaandenpensioen opgebouwd tot 1-1-2002. Het is zelfs zo dat iemand die huwt (en daarmee bedoelen we kortheidshalve ook iemand die een geregistreerd partnerschap aangaat) na 1-1-2002 en voor pensioendatum nog deelnemer is, met terugwerkende kracht nabestaandenpensioen opbouwt in de oude regeling. Zelfs iemand die uit actieve dienst als deelnemer met pensioen gaat en
in de oude regeling. Het nabestaandenpensioen in de oude regeling is 70% (wezen 14%) van het ouderdomspensioen opgebouwd in de oude regeling. Dit wordt jaarlijks met de loonindex verhoogd. Het kan de moeite waard zijn nog voor extra nabestaandenpensioen te sparen in de nieuwe regeling, bijv. als men in het verleden een pensioentekort heeft opgelopen. Er kunnen nog meer redenen zijn om voor nabestaandenpensioen bij te sparen zelfs als men geen partner heeft. Wilt u daarover meer weten dan is het belangrijk het bijspaarreglement aandachtig te lezen. SPAARMODULES
In de loop van februari zullen de deelnemers mededelingen ontvangen met betrekking tot de vrijwillige spaarmodules. Daarbij zullen ook de deelnameformulieren verstrekt worden.
Jan Boesveld herbenoemd in bestuur GE-Pensioenfonds Jan Boesveld was aftredend deelnemersbestuurslid. Er hebben zich binnen de daarvoor gestelde termijn geen andere kandidaten verkiesbaar gesteld.
Jan is door het bestuur herbenoemd onder opschortende voorwaarde als deelnemersbestuurslid en secretaris. De verplichte toetsing door de Pensioen-& Verzekeringskamer zal nog
plaatsvinden. Daarna zal informatie over de definitieve herbenoeming worden gegeven.
3
Bestuursleden Pensioenfonds
Hieronder staan de AOW-
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Roger Muys - voorzitter Jan Aerts - plv. secretaris Yvonne den Bakker Peter van der Geest
○
Gekozen door deelnemers
Jan Boesveld - secretaris Dion van Tilburg vice-voorzitter Anneke Proost Frans van Tatenhove
Guldens
1 1.077,54 1 55,87
ƒ 2.374,59 ƒ 123,12
598,07 31,04
ƒ 1.318,08 ƒ 68,40
○
ƒ 1.915,55 ƒ 95,75
Directie
Jan Aerts
○ ○
1 1
○
○
Vakantiegeld
ƒ 1.318,08 ƒ 68,40
○
598,07 31,04
○
ƒ 2.635,95 ƒ 136,81
○
1 1.196,14 1 62,08
○
1 1
■ ■
○ ○ ○ ○
AOW en het buitenland
○
○
○
○
○
○
Vakantiegeld
■ ■ ■ ■ ■
○
■ Gehuwde zonder toeslag
○
○
jonger dan 65 jaar Vakantiegeld
○
■ Gehuwde met volledige toeslag voor een partner
Aangesloten ondernemingen
○
■ Gehuwde (partner ook 65 jaar)
○
○
Vakantiegeld
○
■ Alleenstaande ouder met kind(eren) jonger dan 18 jaar
○
○
○
Vakantiegeld
869,24 43,45
1 1
○
■ Alleenstaande zonder kind(eren) jonger dan 18 jaar
○
○
Euro’s
○
○
○
○
○
AOW-bedragen per 1 januari 2002
Benoemd door de onderneming
○ ○ ○ ○
andere afhankelijk van het inkomen van uw partner. De AOW wordt maandelijks uitbetaald.
○
Daarnaast kunt u als AOWgerechtigde in aanmerking komen voor een toeslag als uw (huwelijks-) partner nog geen 65 jaar is. Deze toeslag is onder
bedragen vermeld die gelden vanaf 1 januari 2002. Het gaat om bedragen van het volledige pensioen, dus voor iemand die voor 100 procent verzekerd is geweest. Alle bedragen zijn bruto maandbedragen in euro. Erachter zijn nog de guldenbedragen vermeld omdat het nog wel even wennen is.
○
De AOW kent verschillende pensioenbedragen voor alleenstaanden, voor mensen met een (huwelijks-) partner en voor mensen die de zorg hebben voor één of meer kinderen jonger dan 18 jaar.
○
○
○
○
○
○
AOW bedragen 2002
4
○ ○ ○ ○
○
○
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
■
○ ○ ○ ○ ○
Mogelijkheden om AOWpensioen mee te nemen naar het buitenland zijn beperkt.
AOW-pensioen meenemen. Wie in een niet verdragsland gaat wonen, krijgt alleen het bedrag van het AOW-pensioen voor een gehuwde (zonder toeslag) uitbetaald.Met wonen wordt gelijkgesteld langer dan drie maanden verblijven in een land.
○
U bent al 65 jaar (geweest)
Dat is het gevolg van de Wet Beperking Export Uitkeringen (BEU), die sinds 1 januari 2000 geldt. Geen beperking geldt voor EU/EER-landen, de Nederlandse Antillen, Aruba en verdragslanden. Alleen naar deze landen kunt u het gehele opgebouwde
○
De verzekering houdt meestal op wanneer u buiten Nederland gaat wonen en/of werken. Dit betekent dat u straks minder AOW-pensioen ontvangt. Voor elk jaar tussen 15 en 65 jaar dat u niet verzekerd bent, wordt het AOW-pensioen met 2% gekort. Het is dus van belang om in een voorkomend geval na te gaan of het verlies aan AOW door het buitenlandse pensioenstelsel wordt afgedekt. Ook kan men door extra premiebetaling het verlies aan AOW opbouwjaren voorkomen.
○
Als u nog geen 65 jaar bent
■ ■ ■ ■ ■
General Electric Plastics B.V. GE Plastics ABS B.V. GE International Inc. GEIS International Inc. GE Medical Systems Nederland B.V. GE Fanuc Automation Europe S.A. Netherlands Branch GE Fanuc Eberle Automation GmbH- Netherlands Branch GE International Benelux B.V. TIP Trailer Rental B.V. TIP Services B.V. Azdel B.V. GE Capital Modular Space Europe B.V. GE Fleet Services B.V. (Headquarters) GE Power Controls Netherlands B.V CFI ( Consolidated Financial Insurance Group B.V.) GE Bayer Silicones B.V. GE Capital Commercial Finance B.V. GE Information Services B.V. GE Capital B.V. Keyleasing B.V. Stichting GE-Pensioenfonds
Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in.
Switchen blijft mogelijk
GEFLEX-regeling bevroren Op 1 januari van dit jaar is de nieuwe pensioenregeling van de Stichting GE-Pensioenfonds in werking getreden. Binnen de nieuwe regeling is gekozen voor een andere vorm van aanvullend sparen met de naam GESAVE.
Als gevolg van de nieuwe pensioenregeling wordt de GEFLEX-regeling als het ware bevroren. Dit betekent dat er geen bedragen meer gestort worden op uw GEFLEXrekening. De gespaarde en belegde gelden, die u nu op uw rekening heeft staan, blijven daar gewoon op staan. U houdt de mogelijkheid om stukken te switchen. Switchen
kan te allen tijde gebeuren en geschiedt door invulling, ondertekening en toezending van het switch-formulier aan de administratie van het pensioenfonds. Omdat er geen maandelijkse stortingen meer plaatsvinden, ontvangt u in principe één keer per jaar een overzicht van Delta Lloyd Bank met de waarde van uw portefeuille. Als er wordt ge-
switched, krijgt u ook een overzicht. Delta Lloyd Bank
Constanten per 1 januari 2002 PENSIOENREGELING VÓÓR 01-01-2002
■ Franchise (AOW) oude regeling ■ WAO-hiaat franchise ■ Indexatie ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken ■ Bijdrage franchise (o.v. van goedkeuring werkgever) ■ Maximaal premiebedrag WAO-hiaat
1-1-2002
1-1-2001
1 13.205,00 ( ƒ 28.468,00 x 1,0222/2,20371)* 1 15.294,00 (ƒ 32.971,54 x 1,0222/2,20371)
ƒ 28.468,00 ƒ 32.971,54
4,19%**
3,22%
1 72.574,00 (ƒ 153501,00 x 1,0419/2,20371) 1 41.499,00 (261 x Euro159.00)
ƒ 153.501,00 ƒ 87.057,00
* Stijging minimumloon tussen 1-1-2001 en 1-1-2002. ** Consumentenprijsindex hoog tussen oktober 2000 en oktober 2001 (116,8-112,1)/112,1x100%= 4,19%.
PENSIOENREGELING VANAF 2002
■ Franchise 1 10.785,00 ■ WAO-hiaat franchise 1 13.205,00 (Euro12.918,00 x 1,0222) ■ Indexatie ingegane pensioenen en premievrije pensioenen 4,19 %* ■ Indexatie opgebouwde aanspraken op levenslang ouderdomspensioen tijdens deelnemerschap 4,79%** ■ Bijdragefranchise n.v.t. (wordt per onderneming geregeld) ■ Maximale premie WAO-hiaat 1 41.499,00 (261xEuro 159,00) 87.957,00 ■ Premiepercentage WAO-hiaat 0,25%
1 10.085,00 1 12.918,00 n.v.t. n.v.t.
0,25%
* Consumentenprijsindex (CPI), werknemersgezinnen met een hoog inkomen tussen oktober 2000 en oktober 2001 (116,8-112,1)/112,1 x 100% = 4,19%. ** Indexcijfer CAO-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen tussen oktober 2000 en oktober 2001 (140,0-133,6)/133,6 x 100% = 4,79%.
5
Verkort Jaarverslag 2000 Pensioenvermogen
Mutaties pensioenvermogen
Grootte en samenstelling van het pensioenvermogen
Mutaties in het pensioenvermogen
per 31 december 2000 (in duizenden guldens)
(in duizenden guldens)
2000
1999
2000
1999
Beleggingen Toevoegingen aan het
Onroerende zaken: • Aandelen vastgoed
pensioenvermogen
8.328
11.983
• Aandelen
290.898
349.590
Indirecte beleggingsopbrengsten
• Obligaties
263.484
201.099
Bijdragen van werkgevers en
19.316
24.041
–––––––
–––––––
Financiële beleggingen:
Directe beleggingsopbrengsten
• Leningen op schuldbekentenis
17.276
17.088
-/- 6.185
92.838
36.532
-/- 7.690
werknemers
• Deposito’s
Saldo van overdrachten en
4.000 582.026
rechten
-/-
Herverzekering 590.713
Beleggingen inzake Geflex
50.447
43.951
Herverzekering
45.332
42.885
256
-/-
2.865
Overige baten
572 131
-
1
–––––––
––––––– 50.232
101.796
Onttrekkingen aan het pensioenvermogen
Vorderingen en overlopende activa
11.975
Liquide middelen
10.502
1.709
5.292
-/- 2.910
-/- 2.474
Pensioenuitkeringen
-/- 4.937
-/- 3.984
Overige voorzieningen
-/-
360
-/- 3.921
Kosten van vermogensbeheer
-/-
834
-/-
-/-
957
administratiekosten Langlopende schulden
-/- 1.632
Overige lasten
-/- 2.000 –––––––
Kortlopende schulden en overlopende passiva
-/- 11.384
755
Pensioenuitvoerings-en
––––––– -/- 7.088
-/- 12.292
43.144
89.504
-/- 63.677 Saldo mutaties in het
Overige voorzieningen: • WAO-hiaat
pensioenvermogen -/- 10.815
-/- 10.455
• Invaliditeitsrisico’s
-/- 3.000
-/- 2.000
Stand pensioenvermogen
• Geflex
-/- 50.447
-/- 43.951
per 31 december
–––––––
––––––– -/- 64.262
Vorig boekjaar -/- 57.406 Stand pensioenvermogen
Totaal pensioenvermogen
612.933
569.789
Totaal pensioenverplichtingen
486.378*
429.689*
per 31 december Lopend boekjaar
* Bij de berekening van de pensioenverplichtingen is rekening gehouden met het treffen van een voorziening ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met een mogelijke aanpassing van de overlevingstafel in de toekomst. In 2000 bedroeg deze voorziening ƒ 3.620.680 (1999: ƒ 2.137.756)
VOLLEDIGE JAARVERSLAG 2000 Dit verkort jaarverslag is samengesteld door Jan Boesveld. Het volledige jaarverslag is gereed en wordt alleen op verzoek van de deelnemer uitgereikt.
6
569.789
480.285
–––––––
–––––––
612.933
569.789
Toelichting op de grootte en samenstelling van het pensioenvermogen per 31 december
Kasstroomoverzicht (in duizenden guldens)
2000
(in duizenden guldens)
1999
36.747
-/- 3.638 -/- 1.099
-/- 2.966 -/- 894
-/-
-/-
205
35
-/- 1.907 -
-/- 1.812 -/- 846
-/- 1.714 -/- 170 –––––––
-/- 1.409
-/- 7.962
15.787
15.787
344.907 –––––––
214.706 ––––––– 361.055
Mutaties geldmiddelen Saldo geldmiddelen 1 januari Saldo geldmiddelen 31 december
OVERIGE MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN
De overige mutaties in het pensioenvermogen, genoemd onder toevoegingen en onttrekkingen, worden opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen.
INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
–––––––
Uitgaven: • Aankopen beleggingen -/- 342.405 • Kosten van vermogensbeheer -/735
DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden alle interesten dividendopbrengsten van de beleggingen verantwoord alsmede alle overige interestopbrengsten van liquide middelen, rekening-courant en waardeoverdrachten.
-/- 8.733 Beleggingsactiviteiten Ontvangsten: • Directe beleggingsopbrengsten • Verkopen en aflossing en beleggingen
Alle beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde.
32.337 1.691 2.719 ––––––– -/- 12.768
Uitgaven Uitgekeerde pensioenen: • Pensioenen • Loonheffing • Sociale premies en andere inhoudingen Wegens overgedragen pensioenverplichtingen Premies herverzekering Pensioenuitvoerings-en administratiekosten Overige
aandelen, aandelen vastgoedmaatschappijen, obligaties, leningen op schuldbekentenis en deposito’s. • Boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis. • Valutaverschillen met betrekking tot deposito’s en bankrekeningen in vreemde valuta en valutatermijntransacties.
ALGEMEEN
Pensioenactiviteiten Bijdragen van werkgevers en werknemers -/- 14.981 Uitkeringen uit herverzekering 813 Wegens overgenomen verplicht. 1.400 –––––––
230.493
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: • Gerealiseerde en niet gerealiseerde koersverschillen van
Verdeling beleggingsportefeuille
-/- 259.506 -/-
2000
(in miljoenen guldens)
686
-/- 343.149 ––––––– -/- 3.586
-/- 260.192 ––––––– -/914
5.295 –––––––
6.209 –––––––
1.709
5.295
f Aandelen vastgoed (onroerende zaken) Aandelen Obligaties Leningen op schuldbekentenis Deposito’s
1999 %
8,3 290,9 263,5 19,3 0,0 –––––– 582,0
1,4 50,0 45,3 3,3 0,0 –––––– 100,0
f 12,0 349,6 201,1 24,0 4,0 –––––– 590,7
% 2,0 59,2 34,0 4,1 0,7 –––––– 100,0
Beleggingen (in duizenden guldens) Categorie Onroerende zaken: • Aandelen vastgoedmaatschappijen Financiële beleggingen: • Aandelen • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis • Deposito’s
Totaal belegd vermogen Liquide middelen: • ABN AMRO bank NV • Postbank
Stand Ultimo 1999
Aankopen Verkopen verstrekkingen uitlotingen (af)lossingen
Gerealiseerde koersverschillen
Niet-gerealiseerde koersverschillen
Stand Ultimo 2000
11.983 ––––––––– 11.983
2.551 ––––––––– 2.551
-/- 8.058 ––––––––– -/- 8.058
1.425 ––––––––– 1.425
427 ––––––––– 427
8.328 ––––––––– 8.328
349.590 201.099 24.041 4.000 _________ 578.730 ––––––––– 590.713
123.292 216.562 _________ 339.854 ––––––––– 342.405
-/- 170.985 -/- 157.632 -/- 4.235 -/- 4.000 _________ -/- 336.852 ––––––––– -/- 344.910
64.090 4.018 9 _________ 60.081 ––––––––– 61.506
-/- 75.089 7.473 -/499 _________ -/- 68.115 ––––––––– -/- 67.688
290.898 263.484 19.316 _________ 573.698 ––––––––– 582.026
5.235 60 _________ 5.295
-/-
1.709 _________ 1.709
7
Voorziening pensioenverplichtingen (in miljoenen guldens) Eigen rekening Stand per 1 januari Mutaties boekjaar Stand per 31 december Rechten uit herverzekering Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december Totaal voorzieningen pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverlichtingen is als volgt verdeeld over de categorieën: • Deelnemers • Gewezen deelnemers • Gepensioneerden Totaal voorziening pensioenverplichtingen
2000
1999
386,8 54,2 –––––– 441,0
340,0 46,8 –––––– 386,8
42,9 2,4 –––––– 45,3
43,0 -/- 0,1 –––––– 42,9
486,4
429,7
310,0 113,9 62,5 –––––– 486,4
284,4 98,4 46,9 –––––– 429,7
Reserves (in miljoenen guldens)
2000
1999
Reserves
126,6
140,1
De beleggingsreserves en de extra reserve zijn in dit verslag samengevoegd en laat een daling van 13,5 miljoen gulden zien ten opzichte van 1999.
Langlopende schulden (in miljoenen guldens) Suppletiefonds
2000
1999
1,4
1,2
Dit betreft het suppletiefonds waarin tekorten en overschotten van de overlijdensrisicoverzekering van werknemers bij een aantal aangesloten ondernemingen worden verrekend. De premie voor deze ver-zekering is vastgelegd in een collectief contract tussen General Electric Plastics BV en Generali. Het suppletiefonds wordt door het pensioenfonds beheerd. Afrekening overgenomen pensioenverplichtingen* Totaal langlopende schulden
1,5 ___ 2,9
1,2 ___ 2,4
* In 2000 is deze post geherrubriceerd. In het jaarverslag 1999 was deze post als kortlopende schuld opgenomen. De vergelijkende cijfers zijn dienovereenkomstig aangepast.
De te passiveren pensioenverplichting is gebaseerd op de stand van de pensioenen per 31 december 2000. De grootte van de contante waarde geeft aan welk bedrag aanwezig moet zijn om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen vol-
doen, uitgaande van de toegepaste actuariële grondslagen en methoden. De GEFLEX-regeling is daarin niet opgenomen, zodat de contante waarde per 31 december 2000 ƒ 486,4 miljoen bedraagt.
GEFLEX Het betreft een individuele spaarregeling die is ondergebracht bij Delta Lloyd Bank. (in miljoenen guldens)
2000
1999
Stand per 1 januari Mutaties boekjaar
44,0 6,4 ––––– 50,4
25,1 14,9 ––––– 44,0
Stand per 31 december
Voorziening WAO-hiaat (in miljoenen guldens)
2000
1999
Stand per 1 januari Gestorte premies Interest Uitkeringen Onttrekking/toevoeging voorziening
10,5 0,6 0,2 - 0,1 - 0,4 ––––– 10,8
7,5 0,6 2,5 - 0,1 ––––– 10,5
Stand per 31 december
Het betreft de WAO-aanvullingsregeling. Met deze voorziening wordt het tekort van de WAO-uitkering ten opzichte van de oorspronkelijke uitkering van 70% aangevuld. De premie wordt geheel door de deelnemers betaald.
Omzet Onder de omzet van een pensioenfonds wordt verstaan het totaal van de in enig verslagjaar verantwoorde bijdragen van werkgevers en werknemers en de directe beleggingsopbrengsten. (in miljoenen guldens)
2000
1999
Directe beleggingsopbrengsten Bijdragen van werkgevers en werknemers
17,3 36,5 ––––– 53,8
117,1 - 7,7 ––––– 109,4
Bijdragen werkgevers en werknemers (in miljoenen guldens) Periodieke premies • Werkgevers en werknemers • WAO-hiaat • Geflex • FVP • Premies ineens Totaal
1999
32,7 0,6 3,5 -/- 0,9 0,6 ––––– 36,5
- 11,8 0,6 3,1 0,4 ––––– - 7,7
Saldo van overdrachten van rechten (in miljoenen guldens)
2000
1999
Overgenomen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen
1,7 -/- 1,9 ––––– -/- 0,2
1,2 -/- 1,8 ––––– -/- 0,6
Totaal
8
2000
Rechten uit herverzekering (in miljoenen guldens)
Beleggingsopbrengsten
2000
1999
45,3
42,9
Rechten uit herverzekering
Herverzekeringen 2000
1999
- 1,0
- 1,2
0,7 0,1 0,6 2,5 ––––– 2,9
0,6 0,1 0,7 -/- 0,1 ––––– 0,1
Premies • Premie kapitaalverzekering Uitkeringen uit herverzekering • Ouderdomspensioen • Weduwe-/weduwnaarspensioen • Wezenpensioen • Uitgekeerde sterftewinst • Mutatie vpv herverzekering Totaal
Stand per 31 december 1999 Mutaties door: • Nieuwe toetredingen • Herintreding • Ontslag met premievrije aanspraak • Waarde-overdrachten • Ingang pensioen • Overlijden • Andere oorzaken Mutaties per saldo Stand per 31 december 2000
Gewezen Pensioendeelnemers gerechtigden
2.656
1.447
302 7
-/-
7
Totaal
0,4 2,9 12,4 1,5 0,4 -/- 0,3 –––––– 17,3
0,4 3,3 11,4 1,8 0,2 0,3 -/- 0,3 –––––– 17,1
Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde resultaten: • Aandelen vastgoedmaatschappijen • Aandelen • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis • Valutaverschillen
1,4 64,1 -/- 4,0 -
41,6 -/- 0,3 0,3 -
0,4 -/- 75,1 7,5 -/- 0,5 –––––– -/- 6,2
- 0,6 67,1 -/- 13,9 -/- 2,6 –––––– 92,8
Niet gerealiseerde resultaten: • Aandelen vastgoedmaatschappijen • Aandelen • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis
Verzekerden bestand Deelnemers
1999
Directe beleggingsopbrengsten Aandelen vastgoedmaatschappijen Aandelen Obligaties Leningen op schuldbekentenis Deposito’s Banken Waarde-overdrachten Suppletiefonds Overige
Voor de per 1 januari 1990 toegetreden Ex-Borg Warner deelnemers, die ingestemd hebben met de overdracht van de rechten bij Generali ondergebrachte pensioenpolissen naar het GEPensioenfonds, worden de reglementaire backservice pensioenen per 31 december 1989 als herverzekerde pensioenverplichtingen in aanmerking genomen.
(in miljoenen guldens)
2000
(in miljoenen guldens)
Totaal
185 -
Pensioengerechtigden
-/- 262 -/- 14 -/- 2 45 –––––– 76
262 -/- 41 -/5 -/5 -/- 23 –––––– 181
41 -/1 -/- 45 –––––– 85
2.732*
1.628
270
• • • •
Ouderdomspensioen Invaliditeitspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen
Totaal
* waarvan 83 deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling
Meerjarenoverzicht Aantallen • Deelnemers • Gewezen deelnemers • Pensioengerechtigden
1999
1998
1997
2.732 1.628 270
2.656 1.447 185
2.570 1.199 212
2.347 1.089 162
569.789 429.689
480.285 382.985
413.091 324.224
31.591 -/- 39.281 ______ -/- 7.960
27.019 -/- 21.058 ______ 5.961
26.636 -/- 10.975 ______ 15.661
4.937
3.984
3.233
2.740
582.026 11.091 1,7%
590.713 109.926 22,4%
453.075 54.868 13,5%
Bijdragen van werkgevers en werknemers • Regulier 36.532 • Winstdeling aangesloten ondern. ______ 36.532
Beleggingen • Belegd vermogen • Beleggingsopbrengsten • Performance
1999
127 60 64 19 ––––– 270
102 15 51 17 ––––– 185
CRITERIUM
2000
Financiële gegevens (in duizenden guldens) • Pensioenvermogen 612.933 • Waarvan pensioenverplichtingen 486.378
• Pensioenuitkeringen
2000
De Stichting GEPensioenfonds voldoet aan het criterium ‘grote pensioenfondsen’ omdat de omzet groter is dan ƒ 6 miljoen. De nieuwe richtlijnen voor grote pensioenfondsen zijn daarom van toepassing.
373.981 62.601 13,1%
De Stichting GE-Pensioenfonds presenteert met ingang van het verslagjaar 1998 de jaarrekening op basis van de pensioenvermogensmethode. Dientengevolge bevat het meerjarenoverzicht slechts vier jaren van de vereiste vijf jaren.
9
Beleggingen in 2000 Het beleggingsjaar 2000 werd gekenmerkt door grote verschillen in performance tussen de verschillende beleggingscategoreën. De obligatieportefetrille liet in het afgelopen jaar een positief rendement zien als gevolg van de daling van de kapitaalmarktrente.
Deze daling van de rente vond in de eerste maanden van het jaar plaats onder invloed van de positieve reactie van de markt op de monetaire verkrapping, die zowel in de Verenigde Staten als in Europa werd doorgevoerd. Later in het jaar speelden bijgestelde verwachtingen door beleggers ten aanzien van de economische ontwikkelingen de hoofdrol, waarbij met name de langver wachte maar uiteindelijk sterker dan gehoopte, groeivertraging in de Verenigde Staten van invloed was. De meest gebruikte obligatiemdex – de Salomon Smith Barney EMU Government bond index voor leningen met een looptijd langer dan 1 jaar – steeg over het gehele jaar 2000 met 7,2 procent.
Aandelenmarkten
Op de aandelenmarkten was opnieuw sprake van een hectisch jaar, waarbij de gunstige ontwikkeling in het eerste kwartaal uiteindelijk meer dan ongedaan werd gemaakt door een sterk negatief vierde kwartaal. Opmerkelijk daarbij was de omslag in koersontwikkeling van de zogenaamde TMTsectoren (technologie, media en telecom), die werd veroorzaakt door veranderende verwachtingen van beleggers ten aanzien van het winstgenererend vermogen van met name de internet- en telecombedrijven. De MSCI Wereldindex liep in 2000, in euro uitgedrukt, met 7,3 procent terug.
stijging was het gevolg van enerzijds het bereiken van de laatste fase van de hoogconjunctuur en anderzijds van de forse vermindering van het verschil tussen de intrinsieke waarde van onroerend goed beleggingsmaatschappijen en de beurskoers.
Onroerend goed
Onroerend goed beleefde in 2000 een mooi jaar: de koers-
Vastrentende waarden
De Europese obligatie-
markten hebben in 2000 onder invloed gestaan van pogingen van de centrale banken om het inflatiegevaar – verband houdend met de sterke stijging van olieprijzen – te bedwingen door verhogingen van de korte rente. Dit beleid gaf beleggers vertrouwen waardoor de lange rente het grootste deel van het jaar een zeer lichte daling liet
7.0
7.0
6.5
6.5
6.0
6.0
5.5
5.5
5.0
5.0
4.5
4.5
4.0
4.0
3.5
3.5 J
F
M
A
M
J
J
A
S
Amerikaanse 10-jaars rente
O
N
D
J
F
M
M
J
J
Nederlandse 10-jaars rente
Figuur 1 • Amerikaanse en Nederlandse kapitaalmarktrente sinds begin 1999
10
A
A
S
O
N
D
J
F
13,0
20 15
Q4 7,9
10
YTD
2,4
2,2
5
- 2,2
- 4,2 - 6,9
- 7,3
- 4,8
- 14,3
- 15
- 11,8
- 9,9
- 10
- 5,5
- 5,6
- 4,8
-5
- 2,8
0
- 20,3
- 25
- 23,3
- 20
- 30 Frankrijk
Duitsland
Japan
Nederland
Zwitserland
VK
VS
Wereld
Europa
Figuur 2 • Performance aandelenmarkten 2000 (in eurotermen; in %)
zien; pas in het vierde kwartaal gaf het vooruitzicht op een afnemende groei aanleiding tot een sterkere daling. Aandelen
De euforie op de aandelenmarkten die vooral het vierde kwartaal van 1999 kenmerkte hield in het eerste kwartaal van 2000 onverminderd aan. Twijfels over de realiteit van de hooggespannen verwachtingen, met name met betrekking tot de IT- en telecomsector, deden
de markten aan het eind van het eerste kwartaal echter vrij plotseling omslaan, met name voor de zogenaamde nieuwe economie aandelen. In het pensioenfonds werd in het eerste kwartaal een groot deel van het in deze sectoren belegde vermogen teruggetrokken1 waarna een defensiever beleid binnen de aandelencategorie werd gevoerd. Dit kon niet voorkomen dat in het vierde kwartaal toch een vrij forse teruggang moest worden ge-
ïncasseerd, waardoor de jaarresultaten negatief uitkwamen. Regionaal bezien liet met name de Japanse markt een sterke teruggang zien. In de grafieken hieronder (figuur 3 en 4) wordt de positie
van de aandelenportefeuille van het pensioenfonds weergegeven met betrekking tot zowel de bedrijfstakverdeling als de geografische verdeling ten opzichte van de gehanteerde benchmark ultimo 2000.
Energy Materials Industrials Cons. goods other
Europe Consumerstaples Health care
America
Financials Japan Inf. Technology Telecom Asia other Utilities
0
10
20
Portefeuille
30
40
50
Benchmark
Figuur 3 • Regionale verdeling aandelenportefeuille
60
70
0
5
10
Portefeuille
15
20
25
30
Benchmark
Figuur 4• Bedrijfstakverdeling aandelenportefeuille
11
Portefeuille
Op de portefeuille werd in marktwaarde gemeten over geheel 2000 een resultaat behaald van 1,7 procent. Dit ligt in de buurt van het rendement van het WM Universum voor Nederlandse pensioenfondsen dat over dezelfde periode een resultaat van + 2,6 procent inclusief onroerend goed en 1,0 % exclusief onroerend goed liet zien. Het feit dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar minder in onroerend goed en meer in aandelen was belegd dan het WM Universum was een belangrijke oorzaak voor de afwijking van het resultaat ten opzichte van het WM Universum. Ten opzichte van de benchmark (50
Asset categorie
31 december 1999
30 juni 2000
31 december 2000
Vastrentende waarden
38,1 %
40,0 %
48,6 %
Aandelen
59,2 %
57,1 %
50,0 %
Onroerend goed
2,0 %
1,8 %
1,4 %
Liqiditeiten
0,7 %
1,1 %
0,0 %
Figuur 5 • Verloop van de samenstelling van de portefeuille gedurende 2000
procent vastrentende waarden en 50 procent aandelen) werd een zeer lichte (0,2 %) outperformance behaald. In het gevoerde beleggingsbeleid is het percentage aandelen gedurende het eerste kwar-
taal verder gestegen door oplopende aandelenkoersen. In de loop van het jaar werd het aandelenpercentage teruggebracht, ongeveer naar de neutrale positie van 50 procent; per saldo werd een bedrag van ruim ƒ 47,7 miljoen aan
aandelen verkocht, welk bedrag in vastrentende waarden werd herbelegd.
Performance
Grote delen van het jaar werd binnen de categorie vastrentende waarden de gemiddelde duur relatief kort gehouden; in november werd de duration fors verlengd tot boven het marktgemiddelde. Dit kon niet voorkomen dat de performance van de vastrentende portefeuille met 6,6 procent ruim een half procent achterbleef bij de benchmark; deze achterstand werd ook veroorzaakt door oplopende renteverschillen tussen niet-staats- en staatsleningen, waar de benchmark uitsluitend staatsleningen bevat.
12
Performance overzicht
2000
Laatste 3 jaar
Laatste 5 jaar
Pensioenfonds
1,7 %
12,2 %
14,8 %
WM Universum
2,6 %
10,3 %
12,3 %
Figuur 6 • Performance 2000 ten opzichte van de laatste 3 en 5 jaar
In de aandelenportefeuille werd aanvankelijk een forse voorsprong ten opzichte van de benchmark, (60 procent MSCI Europa index / 40 procent rest van de wereld) opgebouwd, maar in het laatste kwartaal ging deze voorsprong weer
teloor. Uiteindelijk bedroeg de performance -/- 4,8 procent, 0,2 procent minder dan de benchmark. Het kleine onroerend goedsegment liet na verschillende teleurstellende jaren een forse
stijging zien van 20,4 procent, terwijl de benchmark met 14,6 procent steeg.