______________________________
Postadres: Oostsingel 6
Opvangadres: Linnaeuspad 5
De exploitatiekosten van de
2612HB Delft
Delft
Vogel- en Egelopvang Delft e.o. bedragen zo’n € 3.200,- per maand.
DE
PENNEVEER
Donaties zijn onze enige bron van inkomsten hiervoor. Ook U kunt ons steunen door een gift over te maken op rekeningnummer:
NL30INGB0002 7 0 3 8 4 0 N.B. bij online bankieren graag uw postcode en huisnummer als kenmerk vermelden!
Dank U wel. _________________________________________________________
______________________________
No: 43
e
22 jaargang,
Voorjaar 2014
Onze doelstellingen zijn: • •
De verzorging van uit het wild afkomstige dieren op een zodanige manier dat hun terugkeer in de natuur mogelijk en verantwoord is. Het publiek voorlichten over het belang van een verantwoorde omgang met de natuur en het milieu.
De Vogel- en Egelopvang Delft en omstreken is onafhankelijk en daardoor geheel op zichzelf aangewezen Door die onafhankelijkheid behouden wij onze identiteit, waardoor wij goed aan onze doelstellingen kunnen vasthouden. Wij beschikken over een heel netwerk van goede contacten en relaties waar wij zo nodig gebruik van kunnen maken (o.a. Vogelbescherming Nederland te Zeist, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren en hun afdelingen, alle vogel- en egelasielen in Nederland en specialisten voor de verzorging van bijzondere diersoorten). Wij ontvangen geen subsidies en onze exploitatie drijft geheel op uw donaties en giften. U kunt onze stichting ook steunen in de vorm van nalatenschappen en legaten. Onze stichting is door de Belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
COLOFON De Vogel- en Egelopvang Delft e.o. is ingeschreven bij de K.v.K. Delft als Stichting Vogelasiel Delft, nr: 41145885 Postadres: Oostsingel 6, 2612 HB, Delft Opvangadres: Linnaeuspad 5, Delft (zijstraat Korftlaan) Telefoon: (015) 2157838, b.g.g. (015) 2142852 of 06-12251768 Bank: ING, IBAN-rekeningnummer NL30INGB0002703840 www.vogelopvangdelft.nl –
[email protected] Het bestuur van de stichting: Voorzitter: W. de la Rambelje-Mergler 015-2142852 Penningmeester: A. Hess Secretaris: A.W.C. Hulsbergen-van den Berg Lid (HR zaken): J. Wick Lid: M. van den Boogert Lid: L. Mergler Lid: J. Mastbroek De redactie: Redactieadres:
M. van den Boogert & W. de la Rambelje Oostsingel 6, 2612 HB Delft
INHOUDSOPGAVE 4
Van de voorzitter
9
Vleermuizen in de opvang
13
De Houtsnip (gedicht)
14
Dierenoverzicht 2012-2013
15
Concept financiën 2013
17
Verslag project renovatie slootkooien
21
Bezoek aan de opvang
24
Oproep donateurs
25
Advertenties
Onze Openingstijden: Wij zijn iedere dag, ook op zaterdag en zondag, vanaf 8:00 uur `s morgens open. We sluiten om 20:00 uur, behalve in de zomermaanden wanneer afhankelijk van de drukte verlengde openingstijden gelden. Voor het brengen van dieren in de avonduren en spoedgevallen ’s nachts bel om te horen op welk adres u terecht kunt! tel. nr.: 015-2157838, b.g.g. 015-2142852 of 06-12251768 Is er tussendoor onverwachts een vrijwilliger korte tijd afwezig dan staan er altijd opvangbakken klaar voor uw gevonden dier. De acceptgiro, voor onze vaste donateurs, geeft de mogelijkheid de jaarlijkse bijdrage te spreiden. Wij hanteren geen minimumbedrag. Iedere bijdrage, ook een éénmalige gift is van harte welkom! Mocht u via internet (online bankieren) geld doneren, wilt u dan uw postcode en huisnummer als kenmerk vermelden! Wij danken iedereen die ons steunt uit de grond van ons hart.
Van de voorzitter De nieuwe Penneveer is weer gemaakt en valt bij u op de mat of bereikt u digitaal. Hoe dan ook, we hopen nu ook weer dat u zult genieten van de inhoud van ons donateursblad. We vertellen graag iets uit en over ons werk. Deze keer wordt de Penneveer mede gemaakt door nieuwe redactieleden. Het zijn Johan Mastbroek en Miranda van den Boogert, beide personen zijn ook sinds een paar maanden nieuw in het bestuur. Daarnaast zal Judith Kuik als commissielid PR de Penneveer mee gaan maken. Bouw/verbouw/renovatie Eind maart is eindelijk de laatste hand gelegd aan de renovatie van onze slootkooien. Het talud loopt nu veel prettiger glooiend af naar de sloot. Het is voor de watervogels een stuk makkelijker zich uit het water op te heffen en de kant op te lopen en voor de verzorgers is dit zwak glooiend talud veel veiliger. Er zijn tussen de kooien onderling nieuwe gazen wanden geplaatst met een fijnere maas waardoor de dieren elkaar wel kunnen zien maar niet aanraken. Het ziet er prachtig uit en is gelukkig op tijd klaar voor het jonge vogel-seizoen aanbreekt en de slootkooien zich vullen met opgroeiende eendjes, zwaantjes, meerkoeten en waterhoentjes. Inmiddels kijken we al weer uit naar de volgende verbeteringen van onze accommodatie. De twee hele grote vliegvolières die wij uitwen nr. 9 en nr. 10 noemen, zijn toe aan herinrichting. De ooit geplaatste houten huisjes in deze kooien zijn allang verteerd, verrot en er uit gehaald. Nadeel is dat we nu in deze volières slechts over een kleine ren met vast dakje beschikken waar de dieren in kunnen schuilen. 4
Vooral jonge merels en turkse tortels die nog nooit buiten waren, zijn erg gevoelig voor zomerse stortbuien en moeten droog kunnen zitten. Wij houden daar rekening mee door ze voorzichtig te wennen aan regen maar het is niet handig dat ze niet automatisch naar een schuilplaats kunnen uitwijken als het regent. Het plan is om 4 nieuwe volières met nachthok en deels afgedekt te bouwen in deze 2 grote vliegkooien. Het resultaat is dat niet twee maar zes nieuwe ruimtes zullen ontstaan die nog steeds redelijk groot zijn en voldoende vliegruimte geven aan de jonge dieren of ex-patiënten. De fondswerving hiervoor gaat nu van start maar de eerste gesprekken met een geschikte kooienbouwer en de offerte voor deze nieuwbouw hebben we al in handen. Als dit alles achter de rug is, komen er nieuwe projecten aan de beurt die ook heel erg hard nodig zijn, zoals een aparte ruimte om egels en andere zoogdieren te verzorgen. Zoals het nu gaat, is het goed maar niet meer ideaal. Dit project valt samen met het weghalen van de alleroudste buitenvolières. Die zijn al in 1996 gebouwd en zijn helemaal op. Ze dragen de namen uitwen 1, 2, 3 en 4. Nr. 1 is al opgeofferd aan onze pauzeruimte. Nr. 2 is onbruikbaar geworden door de bouw van de pauzeruimte maar nr. 3 en 4 zullen ons voorlopig nog wel van dienst kunnen zijn. Dierendingen De zachte winter is wel apart. Zaten we vorig jaar lang te worstelen met nachtvorst, weinig eetbare diertjes voor de vogels en egels in de natuur en een kale vegetatie, zo weelderig is het nu. We hebben al sinds 18 maart een jonge blauwe reiger in huis. Hij is gezond en groeit als kool. De hoeveelheid jonge haasjes lijkt dit jaar veel groter te zijn dan andere jaren. Twee met de fles grootgebrachte diertjes zijn al vrij, in een van onze uitwenvolières zitten de 2 volgende al te wachten op vrijlating en op dit moment heb ik thuis 7 haasjes aan de fles en eentje die wat groter is zit erbij. Bij een andere vrijwilligster (Yvonne) zitten alweer 5 jonge wilde konijntjes. 5
Ze hadden de oogjes al open en waren daarom ongeveer 14 dagen oud bij aankomst. Geboren rond de eerste helft van maart. Voor haasjes is het normaal dat die vroeg in het jaar worden geboren. De eerste komt vaak al in januari maar konijntjes komen meestal eind april. Die zijn duidelijk vroeger geboren. Konijntjes worden bijna altijd terecht opgepakt door passanten. Tijdens werkzaamheden op industrie- of bedrijventerreinen stuit men soms op een nest dat onbedoeld verstoord wordt en ook komt het nogal eens voor dat er een nestje in de zandbak van een speeltuin en op sportvelden wordt aangetroffen. Kleine wilde konijntjes willen ook weleens overdag het hol uit huppelen op avontuur. Dat wordt ze vaak fataal. Menig konijntje is het kattenluik ingesleept voor het bij ons kwam. De haasjes is een ander verhaal. Die zijn bijna altijd ten onrechte opgepakt. Hoewel er dit jaar een paar waren die in de buitenbak van een manege, een grote zandbak waar paarden dagelijks in galopperen, werden aangetroffen en er zouden er een paar op een voetbalveld zijn gevonden. Plekken waar het levensgevaarlijk is voor zulke kleine diertjes. Maar bij haasjes zouden we toch liever zien dat ze terug worden gezet. In een paardenbak of op een voetbalveld is niet zo’n goed idee, maar misschien kan het er vlak bij? Moeder haas zit nooit bij de jongen. De kleintjes, een stuk of vijf, verstoppen zich overdag in een ondiep holletjes of achter een graspol. Daar houden ze zich doodstil zodat ze niet opvallen voor hongerige andere dieren die zich o.a. met kleine zoogdieren voeden. In de schemering komt de moeder terug en de hazenbaby`s komen vanachter hun schuilplekjes vandaan om gevoed te worden. Daarna verdwijnt de moeder weer. Haasjes zijn nestvlieders. Dat betekent dat ze bij de geboorte al kunnen zien, horen, lopen en rennen en hebben een prachtige dikke vacht . Konijntjes wonen in een hol waar de moeder ze warm houdt. Ze zijn blind en kaal bij de geboorte. De oogjes gaan open als ze al 14 dagen oud zijn. Haasjes van 1 dag oud wegen rond de 100 gram, konijntjes van 1 dag wegen ongeveer 50 gram. Vandaar het misverstand over de soort. Een haasje van nog geen 24 uur oud ziet er uit als een konijntje van ongeveer 3 weken oud. 6
Wij zouden graag willen dat de vinders eerst met onze specialisten bellen voor ze worden gebracht. Misschien kunnen we daar mee voorkomen dat sommige diertjes ten onrechte worden weggehaald. Bijzonder is dat we tegenwoordig een regiofunctie hebben voor de opvang van wilde konijnen en hazen. Het is niet onze opzet geweest maar sinds het invoeren van de nieuwe flora en faunawet en de daarbij behorende ontheffingen zijn een aantal wildopvangen gestopt met het verzorgen van deze diersoorten. Gevolg is dat de diertjes ergens heen moeten en dan blijken wij de dichtstbijzijnde opvang te zijn. Wij zouden graag zien dat er weer een of meerdere opvangplekken komen in Zuid-Holland Zuid om die taken weer op te pikken maar omdat dit probleem niet makkelijk opgelost schijnt te kunnen worden hebben we de stoute schoenen aangetrokken en zijn op visite gegaan bij de Dierenbescherming Rijnmond. Daar kregen we een prettige ontvangst en veel begrip voor het probleem. Het opstarten van gekwalificeerde opvangen voor dit doel was nog niet mogelijk gebleken hoewel het wel de aandacht heeft van de dierenbescherming aldaar. Wel werd ons een financiële bijdrage beloofd van € 1500,00 zodat we de extra verzorgkosten die we moeten maken voor de grote toestroom van de haasjes en konijntjes enigszins kunnen dekken. Publiciteit Het afgelopen jaar hebben we hard gewerkt aan het vernieuwen van onze website en zijn begonnen met Facebook en Twitter. De website zelf is gemaakt en wordt bijgehouden door een van onze vrijwilligsters, Linda. Ze is inmiddels voor enkele jaren naar IJsland vertrokken maar van daar uit houdt ze de website bij. Linda heeft een staaltje van grote professionaliteit laten zien met het bouwen van de vernieuwde website. Het resultaat mag er zijn. Veel mensen raadplegen de website voordat ze ons benaderen om bijvoorbeeld zich op te geven als donateur of vrijwilliger of om een vraag te stellen die niet al te veel haast heeft. De vragen komen bij mij. Ik heb er plezier in ze te beantwoorden. Maar soms komt er een vraag over een dier in nood, dat is jammer want dan gaat er teveel tijd verloren tussen de melding en het hulp bieden. Daar is de telefoon toch veel handiger voor! Facebook doen we zelf. Er komen leuke reacties op. Op onze website kunt u ons uitgebreide jaarverslag en beleidsplan vinden. 7
Fondswerving In tegenstelling tot voorgaande jaren is het in 2013 gelukt om inkomsten en uitgaven met elkaar in balans te krijgen. Dit was hoognodig om dagelijkse kosten zoals energie, telefoon, verzekeringen, onderhoud gebouw en kooien en alle voer en verdere verzorging en niet te vergeten de dierenarts te kunnen blijven betalen. Daarom willen we u heel hartelijk danken voor alle grote en kleine donaties die we in 2013 weer hebben mogen ontvangen. Een spontane actie ondervonden we van de kinderen van de Vrije School Widar in Delft. Ze brachten € 150,-- bijeen voor de verzorging van de dieren in onze opvang. Een behoorlijk bedrag, fantastisch zo'n initiatief ! Aanvullende inkomsten komen mede dankzij allerlei kleinere en grotere acties van onze fondsenwervers Mariska en Annemieke. Zo staat er sinds oktober 2013 een giftenpot van ons bij Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Pas hebben we die voor het eerst geleegd. Er zat ruim €175,-- in waar we natuurlijk heel blij mee zijn. Weet u nog een goede plek voor een giftenpot, dan horen wij het graag. Een ander initiatief is het financieel adopteren van onze kooien. Het Goeie Doelenwinkeltje uit Delft en Hezelburcht BV hebben allebei al een buitenkooi geadopteerd in 2014, maar we hebben nog veel meer kooien ter adoptie. Wie wil? De Grote Clubactie is sinds vorig jaar toegankelijk voor alle goede doelen. Via Stichting Dierenlot gaan we dit najaar lootjes verkopen van de Grote Clubactie voor €3,-- per stuk (geen minimum afname). Hierbij komen alle inkomsten vanuit de lotenverkoop direct ten goede aan onze opvang!!!! Tevens hebben we ons ingeschreven voor de Rabobank sponsorfietstocht op zaterdag 21 september 2014. Voor iedereen die het rondje van 30 km mee fiets, sponsort de Rabobank ons met € 10,--. In augustus horen we of we mee mogen doen. Lijkt het u ook wat om gezellig mee te fietsen of om lootjes te (ver)kopen, laat het ons weten. Meer informatie over al deze zaken kunt u krijgen van Annemieke, via telefoonnummer 015-2142852 of per post: Oostsingel 6, 2612 HB Delft of mail naar
[email protected] . Ik wens u veel leesplezier!
Winanda de la Rambelje-Mergler (asielhoudster)
8
Vleermuizen in de opvang Bij de Vogel- en Egelopvang in Delft zijn soms vleermuizen te gast. Uit de gegevens van 2002 tot en met 2012 blijkt dat er, in die periode van elf jaar, in totaal 109 dwergvleermuizen en 6 laatvliegers bij de opvang zijn gebracht. Ruige en gewone dwergen Het is niet verwonderlijk dat er voornamelijk dwergvleermuizen bij de opvang worden aangeleverd, want de gewone dwergvleermuis is verreweg de meest algemene soort in Nederland. De dwergvleermuis doet zijn naam eer aan, het is een ukkepuk met een lichaamslengte van circa 5 centimeter en een spanwijdte van maximaal 24 centimeter (formaat huismus). In Nederland komt naast de gewone dwergvleermuis ook nog de ruige dwergvleermuis voor. Vooral in de wintermaanden komen er veel ruige dwergen uit het noordoosten van Europa om in ons land te overwinteren, soms vliegen ze hiervoor wel meer dan duizend kilometer. Van de 109 dwergvleermuizen die we in de opvang hebben gehad, zijn er 18 geregistreerd als ruige dwergvleermuis. Het onderscheid tussen de ruige en de gewone dwergvleermuis is echter niet eenvoudig en de asielhoudster is er niet zeker van of de vleermuizen correct zijn gedetermineerd. In het algemeen zijn ruige dwergen iets forser gebouwd dan gewone dwergen, maar dat verschil is moeilijk te zien als je geen vergelijkingsmateriaal bij de hand hebt. Bovendien zijn er behoorlijke individuele verschillen in formaat, onder andere door leeftijdsverschillen en variatie binnen de soort. Je kunt de ruige en de gewone dwergvleermuis het best van elkaar onderscheiden door de lengte van de derde vinger (middelvinger) en de vijfde vinger (pink) op te meten. Bij de ruige dwerg is de derde vinger 5766 mm lang en de vijfde 40-48 mm, terwijl bij de gewone dwerg de derde vinger 43-58 mm lang is en de vijfde 34-41 mm. Omdat er een beetje overlap zit in deze vingerlengtes, levert ook dit kenmerk niet altijd zekerheid op. De vingers van een vleermuis zijn goed ontwikkeld en verhoudingsgewijs lang. Ze geven stevigheid aan de vlieghuid, zoals de latjes in een vlieger. Het opmeten van de vingers is een klusje dat vleermuizen niet zo kunnen waarderen en omdat het voor de verzorging niet noodzakelijk is om precies te weten welke soort het is, worden deze metingen zelden 9
uitgevoerd in de opvang. Verder zal ik in dit verhaal alle dwergvleermuisgegevens ‘op een hoop gooien’ en in het midden laten welke van de twee soorten het precies betreft. Verdeling over de maanden Bij het inschrijven van de dieren noteren we altijd de datum en daarmee kun je achterhalen in welke maanden van het jaar wij de meeste vleermuizen in ontvangst nemen. Tabel 1: Aantal dwergvleermuizen in de opvang gebracht tussen 2002 en 2012, verdeeld over de maanden van het jaar januari 7 mei 7 september februari 6 juni 16 oktober maart 16 juli 9 november april 11 augustus 9 december
13 5 3 7
Wat opvalt in tabel 1 is dat er in alle maanden van het jaar dwergvleermuizen bij de opvang worden gebracht, maar het meest in maart en juni en het minst in november. Wellicht komen in maart de eerste vleermuizen uit hun winterslaap en zijn ze aanvankelijk nog kwetsbaar, waardoor ze meer kans lopen om in de opvang te belanden. Maar ook toevallige gebeurtenissen, die niets te maken hebben met het seizoen, kunnen zorgen voor extra aanvoer van vleermuizen. Zo werden er op 3 maart 2008 vier dwergvleermuizen bij de opvang gebracht, die men tijdens werkzaamheden had aangetroffen onder de dakpannen van een woonhuis in Delft. Deze dieren waren in goede conditie en ze zijn dezelfde dag nog vrijgelaten. Het is trouwens gebruikelijk dat vleermuizen niet lang in de opvang verblijven. Ongeveer de helft van alle vleermuizen die we binnenkrijgen kan snel in vrijheid worden gesteld, de andere helft is bij aankomst al dusdanig verzwakt dat ze binnen enkele dagen doodgaan. De ‘piek’ in juni zou mogelijk verklaard kunnen worden door het feit dat in deze maand de jonge dwergvleermuizen de kraamkolonies verlaten waarin ze geboren zijn. In de gegevens staat niet altijd vermeld of het om jonge of volwassen dieren gaat. Jonge dwergvleermuizen zijn tot na hun eerste winter donkerder en grauwe van kleur dan de volwassen dieren, maar dit kenmerk is zonder vergelijkingsmateriaal moeilijk te beoordelen. Overigens zijn bijna alle vleermuizen als volwassen ingeschreven. Slechts eenmaal, op 1 juni 2009, werd er een jonge dwergvleermuis gebracht, die nog zo klein was dat ie met melk moest worden grootgebracht door de asielhoudster. Na een maand intensieve verzorging kon het diertje worden vrijgelaten. 10
Laatvlieger De laatvlieger is een stuk groter dan de dwergvleermuis, met een lichaamslengte van circa 8 centimeter en een spanwijdte van maximaal 38 centimeter (formaat merel). Laatvliegers staan te boek als vrij algemeen in Nederland, maar ze zijn beduidend minder algemeen dan dwergvleermuizen. In de opvang worden 18x zoveel dwergvleermuizen gebracht als laatvliegers en misschien geeft dit wel een juiste impressie van de verhouding van de aantallen van deze twee soorten in de omgeving van Delft. Daarbij moet worden opgemerkt dat niet alle vleermuizen die we in de opvang krijgen uit Delft afkomstig zijn. In december 2010 kregen we een laatvlieger uit België, het was een jong dier dat uit een schoorsteen was komen vallen. Laatvliegers en dwergvleermuizen wonen zowel in de zomer als in de winter in gebouwen en daarom lopen ze een veel grotere kans om gevonden te worden als ze in problemen komen dan andere inheemse vleermuissoorten, die de bebouwde kom vermijden. Die ‘huiselijkheid’ kan ook problemen opleveren: veel vleermuizen die in de opvang worden gebracht waren ingesloten in een gebouw. De ene keer zitten ze in een badkamer of kledingkast, de andere keer in een supermarkt of TU gebouw. We krijgen bij de opvang regelmatig telefonische vragen over vleermuizen in huis. In 2013 belde een meneer die vaak een vleermuis in huis had en totaal niet begreep hoe deze binnenkwam. Wellicht was er in dat huis een opening vanuit de spouwmuur naar binnen toe, maar dat is niet eenvoudig te achterhalen. Je zou denken dat een vleermuis die ergens binnenkomt, ook wel weer naar buiten kan, maar dat is blijkbaar niet altijd het geval. Bij vleermuisvragen waar ik geen antwoord op heb verwijs ik door naar de asielhoudster of Kees Mostert, de vleermuisdeskundige van de Provincie Zuid-Holland. Aan de grond geraakt Veel vleermuizen die aan onze zorgen worden toevertrouwd zijn op de grond gevonden. De reden waarom ze daar lagen is meestal niet duidelijk. Ze kunnen ziek zijn of verzwakt door voedselgebrek waardoor ze zijn neergestort. Een gezonde vleermuis die per ongeluk op de grond komt kan wel opvliegen als er genoeg ruimte is om de lucht in te komen, vanuit een emmer kunnen ze niet opstijgen. Soms klimmen ze eerst omhoog, bijvoorbeeld tegen een boomstam, om van daaruit wegvliegen. Eenmaal stond bij een inschrijving vermeld dat de vleermuis ergens tegenaan was gevlogen. Vleermuizen maken voor hun nachtelijke oriëntatie gebruik van echolocatie: ze stoten hoogfrequente geluiden uit 11
en door de terugkerende geluiden te beluisteren kunnen ze zich een beeld vormen van de omgeving. Ik heb wel eens gehoord dat vleermuizen op plekken die ze goed kennen minder actief hun echolocatie gebruiken. Als er dan opeens een nieuw object staat op zo’n oude vertrouwde plek, dan kan een vleermuis er tegenaan botsen. Of dit vaak gebeurt weet ik niet. Soms worden vleermuizen door een kat gepakt. Het kan zijn dat de vleermuis eerst aan de grond is geraakt en daarna door een kat naar de baas gebracht, maar katten kunnen ook actief op vleermuizen jagen. Als katten weten waar een uitvliegopening zit, dan kunnen ze tijdens de avondschemering op zo’n plek gaan posten en uitvliegende vleermuizen uit de lucht slaan. We krijgen wel eens vleermuizen met gaten in de vlieghuid. Dat lijkt misschien dramatisch, maar de vlieghuid bestaat uit levend weefsel en bij een gezonde vleermuis kunnen die gaten snel dichtgroeien. In de afgelopen jaren heb ik zelf maar enkele malen een vleermuis in de opvang gezien. Meestal neemt de asielhoudster ze mee naar huis om ze de nodige aandacht en rust te geven. Eenmaal heb ik een dwergvleermuis in ontvangst genomen. Het advies is om vleermuizen niet met de blote hand te pakken, want ze hebben scherpe tanden en kunnen bijten. Dwergvleermuizen zijn dusdanig klein dat ze nauwelijks door de menselijke huid heen komen met hun tanden, maar het is aan te bevelen om voorzichtig te zijn. Vrije vleermuizen Op 14 mei 2006 ben ik met Kees Mostert in de avondschemering gaan vleermuizen zoeken bij de Nootdorpse plassen in Delft. Deze locatie is gekozen omdat de meeste vleermuissoorten bij voorkeur op vliegende insecten jagen langs sloten met oude bomen en struiken er langs. Kees zet de bat-detector aan (bat is het Engelse woord voor vleermuis), een apparaat dat de ultrasone geluiden van vleermuizen omzet in geluiden die het menselijk oor kan horen. We horen als eerste een gewone dwergvleermuis. Die klinkt het luidst tussen 40 en 45 kHz. De tikken zijn snel, klankrijk en onregelmatig. Daarna horen we een laatvlieger, die maakt bij een frequentie van 30 kHz een kletsend geluid alsof iemand in zijn handen klapt met een ritme van ongeveer drie klappen per seconde. Het ritme is duidelijk langzamer dan van de gewone dwergvleermuis. Daarna horen we een snel, regelmatig, droog getik, alsof er een knikker op een stenen vloer stuitert. Dat is het geluid van een watervleermuis. Tot slot horen we bij 20 kHz de trage merkwaardige ploppende en metalig ketsende geluiden van een rosse vleermuis. 12
Al met al horen we die avond vier soorten vleermuizen. In mijn zoogdiergids (KNNV uitgeverij, 1994) staat bij 18 soorten vleermuizen vermeld dat ze in Nederland voorkomen, maar meer dan de helft hiervan is (zeer) zeldzaam of komt alleen als dwaalgast in ons land.
Caroline Elfferich ----------------------------------------------------------------------
Houtsnip Verblind door het felle zonlicht vloog je je dood Tegen het schone raam, dat je ruim doorzicht bood. Wellicht was je vermoeid op je weg naar warmer streken, Of was je verdwaald en van de normale route afgeweken. We wisten niet eens je naam, moesten je gaan zoeken, Maar vonden je toen spoedig in de ‘geleerde’ boeken. Je kwam me zo bekend voor, toch had ik je nog nooit in het echt gezien, Je was een houtsnip, staat op ons geld, doch niet op een biljet van tien. Zó waardevol ben je, dat je een briefje van honderd ‘siert’, Want je werd mooi geschapen door Hem die het heelal bestiert. Door je schutkleur ziet men je zelden, ben je vrij onbekend, Je leeft in bossen, waardoor je niet snel wordt herkend. Zo groot als een duif, je ogen zitten hoog in je kop, Waardoor je gezichtsveld wel 3 0 breedis, een top Tijdens je vlucht laat je steeds twee geluiden horen, Je snavel kreeg je om naar wormen te boren. Jammer, dat je hier in Pijnacker zo onverwachts je leven liet, De dag begon zo mooi, zo zonnig, maar je zag de valstrik niet. Door de helderheid van het glas werd je domweg misleid, Het Zuiden heb je nooit bereikt, maar wel de Eeuwigheid. C.M. van Rossum-Nieboer, Pijnacker, 27 oktober 1997. 13
Dierenoverzicht 2012-2013 '12 aalscholver 5 agapornis 8 astrilde beo 1 blauwe reiger 12 boerenzwaluw 10 bokje 1 Bont Boertje boomkruiper 2 bosuil buizerd 6 bunzing 1 canadese gans 7 cavia chinese dwergkwartel 1 diamantduif 1 draaihals 1 drieteenmeeuw egel 201 ekster 46 fazant 7 fret fuut 6 gans 6 gans, tam 6 geelwangschildpad gekraagde roodstaart gierzwaluw 12 goudhaantje 6 gouldamandine 2 Goulds Amadine grasparkiet 13 grauwe gans 3
14
'13 '12 2 groene specht 1 1 groenling 3 1 grote bonte specht 4 - grutto 19 haas 41 7 halsbandparkiet 25 1 hamster 3 1 havik 2 3 heggemus 15 2 heilige ibis 1 2 holeduif - houtduif 211 3 houtsnip 26 1 huismuis 10 - huismus 36 5 huiszwaluw 3 - ijsvogel 1 1 kaaps pijltje 3 165 kaapse eend 4 42 kalkoen 9 kanarie 4 1 Karekiet 5 kat 1 - kauw 100 13 kerkuil 3 1 kip 32 1 kip(kriel) 3 12 kleine mantelmeeuw 39 1 knobbelzwaan 30 - kokmeeuw 13 1 konijn 77 8 konijn, tam 1 2 koolmees 113
'13 '12 - koperwiek 1 kramsvogel 3 kropper 11 1 kuifeend 2 29 lachduif 5 16 landschildpad - loodbekje 1 - mantelmeeuw 2 15 marter 1 - meerkoet 95 1 merel 153 222 mol 1 36 muis 5 muis,tam 1 34 Muurhagedis 1 nijlgans 29 - peking eend 9 pijltje 152 6 pimpelmees 58 1 postduif 52 7 putter 7 2 ransuil 1 - rat 1 81 rietzanger 1 1 rijstvogeltje 1 31 rode patrijs 8 roodborst 7 28 roodwangschildpad 1 27 rosella 1 19 salamander 155 scholekster 8 6 sierduif 30 49 siereend -
'13 '12 3 slechtvalk 1 slobeend 1 11 spitsmuis 4 2 spreeuw 26 1 staartmees 1 2 stadsduif 142 - stormmeeuw - tapuit 1 - tjiftjaf 3 75 torenvalk 3 146 turkse tortel 125 4 valkparkiet 5 4 veldmuis 1 - vink 6 1 visdief 23 vlaamse gaai 10 1 vleermuis, dwerg 13 77 vleermuis, ruige dwerg 32 waterhoen 28 45 waterral 1 2 watersnip 3 - wilde eend 78 1 winterkoning 11 1 wintertaling - witgatje 1 witte kwikstaart 6 woelratje 1 1 zanglijster 13 - zebravink 2 1 zilvermeeuw 15 16 zwarte kraai 37 35 zwarte zwaan 1 3 zwartkopje 6 totaal 2327
'13 1 10 22 3 110 5 1 8 112 4 8 1 9 22 1 21 2 1 76 2 1 1 2 16 3 22 52 2 2117
Financiën 2013 (CONCEPT)
2013 € Vaste activa Materiële vaste activa (1) Gebouwen Kooien Apparatuur en Inventaris
€
24.603 845
2012 € 28.603 1.345
25.448 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa (2) Liquide middelen (3)
1.104 23.329
Totaal activa
Eigen vermogen (4) Algemene reserves Resultaat boekjaar
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva (5) Totaal passiva
€
29.948 7.952 23.143
24.433
31.095
49.881
61.043
41.391 (293)
62.067 (20.676) 41.098
41.391
8.783
19.652
49.881
61.043
15
Exploitatierekening over 2013 (CONCEPT) 2013 Inkomsten (6) Subsidie(7)
€
150.929 14.732
Som der kosten Bedrijfsresultaat
€
68.378 15.939 165.661
Totaal baten Personeelskosten (8) Afschrijvingen Verzorgingskosten dieren (9) Overige kosten (10) Overige kosten Plan van Aanpak (11)
2012 €
€
84.317
64.160 5.500 21.096 17.433
51.492 5.000 19.331 17.250
57.506
12.002 165.695
105.075
(34)
(20.758)
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten (12)
(259)
Resultaat
(293)
82 (20.676)
Zoals u kunt zien is 2013 een redelijk goed jaar geweest. De Vogel- en Egelopvang heeft dankzij steun van alle donateurs en verschillende organisaties die ons doel een warm hart toedragen bijna quitte kunnen draaien. Wij hebben met zijn allen ons uiterste best gedaan om de kosten zo laag mogelijk te houden en toch een zo goed mogelijk tehuis te kunnen bieden aan de dieren in de opvang. Wat jullie hierboven zien is een samenvatting waarin verschillende bedragen bij elkaar zijn opgeteld. Het is belangrijk om te weten dat een groot deel van de Personeelskosten (8) en alle Overige kosten Plan van Aanpak (11) zijn vergoed door de Stichting Van Klooster. De 16
grootste kostenpost daarbinnen was de aanbouw van een pauzeruimte. Afschrijvingen betreffen onze gebouwen en inventaris die in het verleden zijn gefinancierd door diverse fondsen. De renovatie van de slootkooien, zie elders in dit boekje, behoort hier ook toe. De bijdragen van onze donateurs, de sponsoring door de N.S.H.D., Stichting Menodi en EkoPlaza en eenmalige giften worden gebruikt voor de verzorgingskosten dieren (9) en de overige kosten (10), zoals water, elektra e.d. Dat is dus voor 2013 mooi gelukt en ik heb er alle vertrouwen in dat we met uw steun dat in 2014 ook weer gaan redden.
ARJEN HESS (penningmeester) -*-*-*-
Verslag project renovatie slootkooien Voor de ongeveer 500 watervogels die onze opvang jaarlijks binnenkrijgt, beschikken wij over vier grote buitenvolières die gedeeltelijk in de sloot zijn geplaatst. Op deze manier benaderen de volières de natuurlijke habitat van de vogels het best, hetgeen hun herstel bevordert. Deze volières waren met de tijd echter een aantal gebreken gaan vertonen, waardoor ze sinds 2012 niet meer goed te gebruiken waren. Bij lage waterstand werd de overgang van water naar land te hoog, waardoor de vogels veel moeite moesten doen om de opstap te maken. De hekwerken tussen de kooien sloten niet meer goed aan op de bodem, waardoor kleinere vogels zoals meerkoeten uit de kooien konden ontsnappen. Tot slot waren de hellingen in de kooien te steil, waardoor vogels lastig omhoog kwamen en bij langer verblijf zelfs hun zwemvliezen konden beschadigen. Voor de dierverzorgers en schoonmakers, leverde dit ook een onveilige situatie op, omdat zij hierdoor konden uitglijden en vallen. Figuur 1.
(zomer 2012).
De vier slootkooien voor de renovatie: te steil en aan slijtage onderhevig 17
Om deze buitenvolières weer optimaal te kunnen gaan gebruiken ten behoeve van het herstel van de watervogels was een grote renovatie nodig. Dankzij de hulp van meerdere fondsen en organisaties, konden wij medio 2013 de aannemer opdracht geven om de renovatie te gaan uitvoeren. In oktober 2013 werd gestart met het wegbikken van de bestaande betonnen vloer (figuur 2):
Figuur 2. Wegbikken van de betonnen vloer (17-10-2013). Daarna is het talud afgegraven, zodat het minder steil afloopt (figuur 3):
Figuur 3. Afgraven van het talud (20-10-2013). Vervolgens is een nieuwe betonnen vloer gestort, zie figuur 4 linker foto. De laatste stap was het plaatsen van nieuwe gazen tussenwanden, om van een grote ruimte weer vier aparte kooien te maken. Helaas bleek het juiste gaas niet in voorraad en kende het een lange levertijd. Toen is uit praktische overwegingen besloten de grote slootkooi ruimte alvast in gebruik te nemen in afwachting van het juiste gaas, zie figuur 4 rechter foto. 18
Figuur 4. Nieuwe betonvloer gestort (28-10-2013, L) en de eerste nieuwe bewoners (7-11-2013, R). Uiteindelijk is 20 maart 2014 het juiste gaas geleverd, zodat op 25 maart ook de gazen tussenwanden konden worden geplaatst (figuur 5).
Figuur 5. Juiste gaas geleverd (20-03-2014, L) en tussenwanden geplaatst (25-03-2014, R). Op 29 maart tenslotte konden de kooien weer volledig in gebruik genomen worden (figuur 6). Figuur 6. De renovatie is voltooid en de vier slootkooien zijn weer in gebruik genomen.
19
Via deze weg willen we de volgende organisaties bedanken voor het mogelijk maken van de renovatie van onze slootkooien:
Fonds1818 Moyra Stava Morena Stichting Stichting Dierenlot Manders Brada Stichting Stichting Het Waardige Dier Stichting Dierenrampenfonds Herman en Liska Abraham Stichting Dierenbescherming Haaglanden Hezelburcht B.V. Kringloopwinkel de Wisselbeker (Nootdorp) Gemeente Delft
Annemieke van den Berg -*-*-*-
UITNODIGING Werk 5 keer met ons mee en weet voortaan wat er gebeurt in de vogel- en egelopvang met het dier dat wordt gebracht
Iedereen vanaf 15 jaar is welkom om 5 keer aan de lijve te ondervinden hoe het is om bij ons vrijwilliger te zijn. Een prachtige kans om uitgebreid bij ons binnen te kunnen kijken! Bent u geïnteresseerd of heeft u vragen, dan kunt u contact opnemen met de vogel- en egelopvang, tel: 015-2142852 of 015-2157838 en vraag naar de asielhoudster.
20
Bezoek aan de opvang op 24 april 2014 Het is een vrijdagmiddag in het voorjaar wanneer ik een bezoek breng aan de opvang. Het voorjaar brengt altijd veel drukte met zich mee. De tijd van het jaar dat dieren de drang krijgen zich voort te planten en dat blijft niet altijd zonder gewonde dieren. Volwassen mannetjes die elkaar beconcurreren over vrouwtjes, jongen die achterblijven omdat (een van) de ouders overlijdt, jongen die uit nesten vallen en/of door katten worden gepakt. Veelal jonge dieren die bij de opvang worden binnengebracht. Veel, heel veel monden te voeden dus. Tijdens mijn bezoek heb ik, samen met Winanda, een ronde gemaakt door de gehele opvang. In de eerste ruimte zaten een aantal jonge merels. De een nog kleiner dan de ander. Aan de ene kant sneu te zien dan zulke jonge, hulpeloze dieren al zo’n moeilijke start in het leven krijgen, aan de andere kant mooi om te zien dat ze goed opgevangen worden en er goed voor ze wordt gezorgd. Winanda laat zien dat jonge merels een enigszins gespikkeld jeugdkleed hebben die, naar mate ze volwassen worden, egaal bruin (vrouwtje) of zwart (mannetje) worden. Terwijl dat bij spreeuwen precies andersom is, de jongen zijn egaal van kleur en groeien uit tot prachtige gespikkelde, glanzende vogels. Het gebeurt dus regelmatig wanneer een jonge, egaal gekleurde vogel binnen wordt gebracht, men denkt dat het om een merel gaat maar het een spreeuw blijkt te zijn. En andersom, wanneer het jong gespikkeld is is men vaak in de veronderstelling dat het een spreeuw is. Ook zitten in deze ruimte een aantal houtduiven geduldig op herstel te wachten. Naast hun verwondingen worden de duiven gecontroleerd op ‘het geel’. Een aandoening in de keelholte die, wanneer er niets aan gedaan wordt, ervoor zorgt dat een dier niet meer kan eten en sterft. Hier wordt bij de opvang goed opgelet tijdens het herstelproces, zodat ze uiteindelijk weer als geheel gezonde vogels uitgezet kunnen worden. Ook zitten er momenteel enkele turkse tortels. Deze duivensoort is duidelijk te onderscheiden van de houtduif. Waar de volwassen turkse tortel kleiner is 21
dan de houtduif, en een egaal beige-grijs verenpak met een zwarte nekband heeft, heeft de houtduif een overwegend grijs verenkleed. Wat me opviel bij de vooral hele jonge duifjes is dat ze, in verhouding, een grote snavel hebben waarmee ze gemakkelijk het voedsel uit de bek van hun ouders kunnen halen. Verderop, in de stilteruimte zitten een aantal eenden. Veelal slachtoffers van de paardrift of van de onderlinge concurrentiestrijd die vaak heftig kan zijn. Hierdoor worden ze ook vaak verkeersslachtoffers. Ook komen er nu meer pijltjes, jonge eendjes, de opvang binnen. Zij zijn vaak achtergebleven wanneer moeder-eend om verschillende redenen er niet meer voor ze kan zijn. Mooi om te zien is dat de jonge dieren bij elkaar kunnen worden gezet. Zo zitten er verschillende jonge eendjes samen met jonge (Nijl)-gansjes of samen met hele jonge meerkoeten. Ze houden elkaar lekker warm en er valt geen onvertogen woord. Ook zitten er in deze ruimte nog enkele egels die rond deze tijd wat actiever worden. Overigens heeft de zachte winter ervoor gezorgd dat er over het algemeen minder egels deze winter zijn opgevangen dan anders. Met vrolijke namen als ‘Touwtje, Netje en Sjors’, worden ze goed verzorgd. In de warmtekooi laat Winanda twee nestjes met jonge mezen zien. Echt heel, heel klein nog. Zodra Winanda ze benaderd, worden de nekjes omhoog gestoken en de bekjes wijd open gesperd. Want eten gaat er altijd wel in. Ook in deze ruimte zit een jonge reiger geduldig te wachten op zijn verhuizing naar het buitenverblijf. Ondertussen slaat hij alles gade en zet zo af en toe de veren op zijn kop omhoog daarbij een geluid makend om te laten weten, “je komt te dichtbij” Door naar de buitenverblijven. In een van de slootkooien staat een prachtige tamme gans. Een gedomesticeerde vorm van de grauwe gans. Deze gans is begin april binnengebracht met nekletsel en een kapotte vleugel, opgelopen door een hondenbeet. 22
Wanneer ik naar hem sta te kijken gaat de gans naar het water en begint zich uitgebreid te wassen. Niets wordt overgeslagen. En wanneer alles gewassen is slaat hij zijn goede vleugel helemaal uit.
Wat een machtig dier eigenlijk. Goed om te zien dat hij, ondanks zijn verwondingen, toch zelfverzekerd rondstapt en goed voor zichzelf zorgt. In een van de uitwenverblijven stapt een kievit parmantig rond. Zwart grijs met een groene gloed over zijn verenkleed, hoog op zijn poten en zo’n prachtige kuif op zijn hoofd. De kuif van een vrouwtje is overigens kleiner dan die van een mannetje. Leuk om te weten is dat in de natuur een kievit bij naderend gevaar doet alsof ie een gebroken vleugel heeft om zo zijn vijanden van het nest weg te lokken. Winanda vertelt dat hij inmiddels redelijk hersteld is maar tot op heden nog niet heeft gevlogen. Dit wordt bij de opvang goed in de gaten gehouden want dat is natuurlijk wel een voorwaarde om te kunnen overleven in de vrije natuur. (bij het verschijnen van deze Penneveer is bekend dat de kievit toch weer heeft gevlogen en inmiddels in goede gezondheid in het wild is uitgezet.) Er zitten nog veel meer gewonde dieren in de opvang, allen te wachten tot ze genoeg zijn hersteld of groot genoeg zijn, om te kunnen worden vrijgelaten. Dat dit kan is natuurlijk te danken aan het vele werk dat met grote toewijding door de mensen die daar werken wordt gedaan.
Miranda van den Boogert
23
WILT U OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET WEL EN WEE VAN ONZE OPVANG? Word dan donateur! U ontvangt 2x per jaar ons blad ‘de Penneveer’, met daarin informatie over de dieren die bij ons verblijven, hoeveel en welke soorten er jaarlijks worden gebracht èn hoe we er financieel bij staan. Hoe wordt u donateur? Maak een bedrag over naar ons rekeningnummer: IBAN NL30INGB0002703840, t.n.v. Stichting Vogelasiel Delft o.v.v. uw naam. N.B. bij online bankieren graag uw postcode en huisnummer als kenmerk vermelden! Of stuur een brief met uw naam en adresgegevens naar ons postadres: Oostsingel 6, 2612 HB Delft, o.v.v. donateur. Wij nemen u dan op in onze donateursadministratie, de rest volgt vanzelf. Vriendelijk dank! Wilt u eenmalig een gift storten? Dat kan! Geef aan op uw overschrijving dat het gaat om een eenmalige gift, dan vallen wij u verder niet lastig met informatie. Wij danken u alvast van harte, want ook eenmalige giften zijn mèèr dan welkom!
24
25
26
27
28
29
P. van Mullem Diervoeders Voor alle diervoeders en benodigdheden Wij zien u graag tegemoet op het volgende adres; Rotterdamseweg 13 2628 AH Delft 015-2578575
30