PEDAGOGISCHE WERKPLAN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding Pedagogisch beleidsplan SKSG Onze visie Beleid in ons dagelijkse werk Ons team Samenwerking met ouders Bijlage: handige kaart
1. Inleiding Pedagogisch beleidsplan „Het mooiste dat je kunt worden is jezelf‟ is de titel van ons pedagogisch beleidsplan. In dit beleidsplan staan de uitgangspunten voor onze dagelijkse omgang met de kinderen binnen onze kindercentra en onze gastouderopvang. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven wat wij doen en waarom we dat zo doen. Dit beleidsplan wordt aan u opgestuurd. Het beleidsplan is ook te downloaden via onze website: www.sksg.nl
Pedagogisch werkplan In dit pedagogisch werkplan vertellen we, met in ons achterhoofd de pedagogische uitgangspunten, wat onze specifieke visie is en hoe we werken. We beschrijven hoe we omgaan met kinderen in de dagelijkse praktijk. Dit werkplan biedt dus inzicht in onze werkwijze en is een praktische uitwerking van onze uitgangspunten.
Bijwerken Dit pedagogisch werkplan is niet voor „eeuwig‟ vastgelegd. Omdat ons werk in ontwikkeling is, de maatschappij verandert en inzichten in de loop van de tijd kunnen veranderen, houden wij ons werkplan regelmatig up- to- date. Een keer per 3 jaar lopen we ons werkplan weer na en wordt de inhoud eventueel aangepast. Naast onze medewerkers hebben ook ouders, die zitting hebben in de oudercommissie, invloed op de inhoud van dit werkplan. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over onze werkwijze, ons pedagogisch beleidsplan of dit werkplan, dan horen we dat graag! Team SKSG Bruintje Beer
2. Pedagogisch beleidsplan SKSG In ons pedagogisch beleidsplan vertellen we wat wij doen en waarom we dat zo doen. We vatten kort onze pedagogische uitgangspunten samen.
’n Veilig en vertrouwd gevoel.’ Kinderen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen als zij zich veilig en vertrouwd voelen. Door o.a. herkenbaarheid in dagritme, inrichting van ruimten en duidelijke regels en vaste rituelen geven we kinderen houvast en continuïteit.
‘Dat kan ik zelf!’ Kinderen hebben uitdagingen nodig om te kunnen groeien en leren. Om zelfredzaam en zelfstandig te worden, leren we kinderen al vroeg op hun eigen niveau keuzes maken. Dat geeft een goede basis voor later.
‘Iedereen is welkom’ Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillen in onze samenleving en we denken dat je daar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen.
‘Samen spelen, samen delen’ Kinderen ontmoeten elkaar in het spel en de dagelijkse activiteiten. Op deze manier leren zij spelenderwijs met elkaar omgaan. In dit contact, met andere kinderen en pedagogisch medewerkers, leren zijn zichzelf beter kennen en ook de ander. Dit vinden wij een belangrijke meerwaarde en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van.
‘Lekker spannend’ Uitdaging en spanning zijn belangrijk voor kinderen, mits binnen de grenzen van veiligheid en vertrouwen. Wij nodigen kinderen uit om zelf op verkenning te gaan, zodat zij op zichzelf leren te vertrouwen en zich daardoor verder kunnen ontwikkelen.
3. Onze visie In de Indische Buurt en omgeving wonen mensen uit zeer uiteenlopende milieus en culturen. Deze verscheidenheid vinden we terug op ons kindercentrum en daar zijn we blij mee. Wij vinden het belangrijk dat kinderen al vroeg leren om respectvol met elkaar om te gaan ongeacht afkomst, levensovertuiging of cultuur. Op SKSG Bruintje Beer staat het kind centraal, d.w.z. dat wij het kind met respect benaderen en dat we uitgaan van de eigenheid van elk kind. Door te kijken en te luisteren naar wat het kind aangeeft kunnen we het begeleiden, stimuleren of op het goede moment een stapje terugdoen. Op de babygroep en bij baby‟s werken wij vanuit de visie van Emmi Pikler. Dit houdt in grote lijnen in dat elk kind de kans krijgt zich in zijn of haar eigen tempo te leren bewegen, onderzoeken en spelen. Voor de oudere kinderen gebruiken we het Voor- en Vroegschoolse educatieprogramma Piramide. SKSG Bruintje Beer neemt deel aan Vensterschool Koorenspoor en heeft regelmatig overleg met de basisscholen, peuterspeelzalen en andere bij de Vensterschool betrokken instanties in de wijk zoals het Centrum Jeugd en Gezin. Binnen de Vensterschool wordt gewerkt met het Piramideprogramma. Een voorbeeld daarvan is dat we de themaplanning op elkaar afstemmen. De onderwerpen van de thema‟s worden elk jaar herhaald, maar dan telkens op een hoger niveau. Het is dus herkenbaar voor de kinderen, het geeft ze een vertrouwd gevoel. Maar ze worden tegelijkertijd ook uitgedaagd om nieuwe dingen te leren. Opvang binnen een kindercentrum is anders dan thuis. Het bijzondere van kinderopvang is dat de kinderen bij ons binnen een groep samenspelen en samenleven. Hierdoor krijgen kinderen niet alleen de individuele aandacht die zo belangrijk is, maar maken we ook gebruik van de meerwaarde van de opvang in de groep. Een kindercentrum is een ontmoetingsplaats voor kinderen, een fijne plek om samen te spelen en te leven. Wij menen dat kinderen zich veilig en vertrouwd gaan voelen wanneer er sprake is van vaste rituelen, bekende gewoonten en gebruiken. Daarnaast natuurlijk wanneer kinderen met regelmaat dezelfde kinderen en dezelfde pedagogisch medewerkers tegenkomen en de gelegenheid krijgen daarmee een band op te bouwen. Omdat veel kinderen enkele dagdelen per week komen en ook veel pedagogisch medewerkers parttime werken zien de kinderen veel verschillende mensen in het kindercentrum. Daarom is het extra van belang dat in de zorg en de opvoeding een consequente en duidelijke lijn wordt gevolgd. De pedagogisch medewerkers zijn natuurlijk verschillend van aard, maar er is wel een gezamenlijke manier van omgang met de kinderen ontwikkeld. In de omgang met kinderen vinden wij het belangrijk dat dit vanuit een positieve sfeer gebeurt. Dit is een basis voor ontwikkelen en samenwerken. Gewenst gedrag belonen heeft vaak een gunstiger effect op het gedrag dan het geven van straf. Het effect is dat de kinderen zich gewaardeerd voelen, een positief zelfbeeld ontwikkelen en het komt de positieve sfeer ten goede. De kinderen worden beloond door het geven van een compliment, in de groep te benoemen wat er gezien is, door te knuffelen, een aai over de bol te geven en toe te lachen. Er zijn een aantal regels, zoals opruimen waar het kind mee heeft gespeeld, aan tafel blijven zitten tijdens het eten en niet op de glijbaan lopen. Deze regels zijn er om de veiligheid en de rust te waarborgen, zelfstandigheid te stimuleren en duidelijk grenzen aan te geven. Op deze wijze weten de kinderen waar ze aan toe zijn. Sancties in de zin van uit de groep zetten, slaan of uitingen van woede worden niet gebruikt. Corrigeren wordt gebruikt als uiting van consequent handelen van de pedagogisch medewerkers. Wij vinden het belangrijk om duidelijk te benoemen welk gedrag niet acceptabel is en niet het kind als persoon af te wijzen. Oudere kinderen krijgen uitleg over waarom iets niet mag, jongere kinderen krijgen korte duidelijke aanwijzingen.
4. Beleid in ons dagelijkse werk In een eerder hoofdstuk hebben we al de pedagogische uitgangspunten van SKSG beschreven. In dit onderdeel lees je hoe we deze uitgangspunten in de praktijk brengen.
‟n Veilig en vertrouwd gevoel. De groepen en indeling Groepsleiding Op SKSG Bruintje beer werken we met vaste pedagogisch medewerkers op de groepen. In geval van ziekte of vakantie zetten we onze vaste invalmedewerkers in. Daarnaast kunnen we een beroep doen op de invalmedewerkers van SKSG. (Stam)groepen Om de kinderen een vertrouwde en vaste omgeving te bieden gaan zij naar een vaste stamgroep. Dat wil zeggen dat de kinderen een aantal vaste momenten en activiteiten binnen een bepaalde groep samen doen. We denken dan bijvoorbeeld aan samen eten en drinken, een verjaardag vieren, slapen. Elke stamgroep heeft zijn eigen pedagogisch medewerkers, dit zijn ook de pedagogisch medewerkers waar de ouders door geïnformeerd worden en die met hen overleggen over hun kind. Dus op verschillende momenten van de dag ontmoeten de kinderen dezelfde pedagogisch medewerkers en dezelfde kinderen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te “buurten” bij een andere stamgroep. De deuren tussen de groepen staan regelmatig open, zo kunnen de kinderen zelf kijken waar en met wie ze willen spelen. Ook kunnen de kinderen deelnemen aan verschillende activiteiten, ook bij een andere groep. Voor ons betekent dit dat we ook kunnen werken met één leeftijdsgroep (bijvoorbeeld alleen 3-jarigen). Voor baby‟s vormt de eigen stamgroep de vertrouwde plek. Daar wordt het kind door vaste groepsleidsters verzorgd en krijgt hij/zij individuele aandacht. We kijken goed naar de behoeften van het kind en gaan daar adequaat op in zodat het kind zich veilig voelt. Vanuit dit gevoel van veiligheid is het kind op een gegeven moment in staat om zich te ontwikkelen en op onderzoek en verkenning uit te gaan. Dit kan eerst in de eigen groepsruimte, maar als het kind eraan toe is, kan dit ook in een van de andere stamgroepen zijn. We hebben de volgende stamgroepen: Koala‟s; voor kinderen van
0-2 jaar
Panda‟s; voor kinderen van
0-4 jaar
Wasberen; voor kinderen van
2 -4 jaar
De leeftijdsindeling van de groepen is een indicatie van het moment dat kinderen naar een andere groep gaan. Uitgangspunt bij de overgang is altijd de ontwikkeling van het kind zelf en de samenstelling van de groepen. Van hieruit wordt bekeken wat het beste moment is voor ieder individueel kind om over te gaan. Leidster-kind ratio Het aantal medewerkers dat op de groep werkt is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd. We werken volgens het wettelijk vastgestelde leidster-kind ratio, hetgeen betekent dat één pedagogisch medewerker aanwezig is voor:
vier kinderen verzorgen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar of
vijf kinderen verzorgen in de leeftijd van 1 tot 2 of
zes kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 verzorgen of
acht kinderen verzorgen in de leeftijd van 3 tot 4
tien kinderen begeleiden in de leeftijd van 4 tot 12.
Voor SKSG Bruintje Beer houdt dit in dat er op de Koala‟s maximaal 9 kinderen aanwezig zijn met twee pedagogisch medewerkers, op de Panda‟s maximaal 12 kinderen met twee pedagogisch medewerkers en op de Wasberen maximaal 13 kinderen met twee pedagogisch medewerkers. Omdat wij met een opendeuren-beleid werken wijken we daar gedurende de dag soms van af om kinderen de gelegenheid te bieden ook op andere groepen te spelen. Ook kan het voorkomen dat de maximale groepsgrootte tijdelijk overschreden wordt, doordat een kind wat later doorstroomt omdat het nog niet toe is aan de andere groep. Dan passen we het aantal pedagogisch medewerkers aan het aantal kinderen. Daarnaast is er een aantal wettelijke regels over onder andere de aanwezigheid van minimaal twee mensen in een gebouw en de tijd die een pedagogisch medewerker alleen in een groep mag staan op het moment dat er meer kinderen aanwezig zijn. Deze regels staan in de beleidsregels zoals die door de minister van SZW is vastgelegd en die door kindercentra kunnen worden nageleefd. SKSG heeft er voor gekozen deze beleidsregels integraal over te nemen en na te leven. In het contract met de ouders wordt verwezen naar het convenant dat is afgesloten tussen de landelijke oudervereniging Boink en de werkgevers in de kinderopvang. Dagritme In het dagritme wordt gekeken naar de behoefte van de kinderen aan eten, slapen, rust en actief zijn. Ons dagritme ziet er als volgt uit: Tussen 7.30 en 9.15 uur worden de kinderen gebracht. We beginnen allemaal samen op de Panda‟s. De kinderen kunnen vrij spelen, een puzzel maken, nog even bijkomen of rennen op de gang. De groepen splitsen als er meer kinderen zijn. Om 9.30 uur is het tijd om fruit te eten, eerst gaan we opruimen en dan aan tafel. Het fruit wordt geschild en het drinken wordt ingeschonken. Eet smakelijk! Na het fruit eten en het drinken zingen we een paar liedjes. Daarna tellen en spelen maar! Als het 11.15 uur is, gaan we opruimen en gaan we een broodje eten. Handen wassen en aan tafel. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze op hun broodje willen. We laten de belegsoorten rouleren, zodat de kinderen iedere dag kunnen kiezen uit een aantal soorten. Als iedereen een broodje heeft, zingen we samen “smakelijk eten”. Tijdens het eten kiezen de kinderen wat ze willen drinken; melk of yoghurt. Het is inmiddels 12.00 uur en de eerste kinderen worden nu naar bed gebracht. Andere kinderen gaan rustig spelen of rusten uit op een matrasje. Tussen 12.30 en 13.00 uur worden de ochtendkinderen opgehaald, ze hebben grote verhalen over wat ze hebben beleefd op SKSG Bruintje Beer. Al snel worden ook de middagkinderen gebracht (12.45-13.30). Om 14.00 uur drinken we een beker appelsap of roosvicee. Daarna worden de meeste kinderen weer wakker. Aankleden, schone luier en spelen op de groep. De kinderen mogen vrij spelen, maar kunnen ook
een spelletje doen met de pedagogisch medewerkers of we doen een activiteit. Ook gaan we naar buiten in onze ruime en ontdekkende tuin. Om 15.30 uur gaan we voor de laatste keer aan tafel om wat te eten en drinken, deze keer een cracker, een koekje of een soepstengel met sap of roosvicee. We zingen nog een liedje en dan gaan we tellen. De eerste ouders komen al binnen, het is 16.00 uur. De kinderen kunnen vrij spelen of doen mee met een activiteit. Tussen 16.00 en 18.00 uur worden alle kinderen opgehaald om naar huis te gaan. Voor de baby‟s geldt dat we zoveel mogelijk rekening houden met hun eigen ritme. Tijdens de kennismaking en de dagelijkse overdracht bepreken we dit met u.
Voeding Voeding en traktaties Op ons kindercentrum zijn alle voedingsmiddelen aanwezig, dit houdt in dat u in principe geen voeding mee hoeft te nemen. Wij bieden kinderen zoveel mogelijk verse producten aan. Zo pureren wij bijv. zelf het fruit en maken zo min mogelijk gebruik van kant- en klare producten. Wij streven ernaar om zoveel mogelijk gezonde en gevarieerde voeding aan te bieden en vragen ouders hier rekening mee te houden bij traktaties. Binnenkort verschijnen er traktatiekaarten op SKSG Bruintje Beer. Onder „gezonde‟ voeding verstaan wij een gevarieerde voeding met weinig toegevoegde suikers en kunstmatige kleurstoffen en zo min mogelijk vet. We maken ook gebruik van biologische producten. Wij denken dan aan fruit, brood, hartig broodbeleg in de vorm van (smeer)kaas en vleeswaren. Maar ook appelstroop, jam en hagelslag. Wij stimuleren de kinderen om gevarieerd te eten. De kinderen krijgen op verschillende momenten van de dag iets aangeboden. ‟s Ochtends een beker sap, water of roosvicee met wat fruit, tussen de middag een broodmaaltijd met regelmatig een extraatje in de vorm van een kopje soep, een warm knakworstje, een gebakken ei of tonijnsalade. De kinderen kunnen daarnaast kiezen voor een beker melk of yoghurt en we passen onze voeding aan aan onze piramide thema‟s. ‟s Middags is er ook altijd iets te drinken en te eten. Appelsap, water, roosvicee of thee met melk met een cracker, rijstwafel of soepstengel. Natuurlijk houden we rekening met dieetvoorschriften of cultureel bepaalde voedingsvoorschriften. Wij gaan er in die situatie vanuit dat de ouders ons zo goed mogelijk informeren over wat een kind wel en niet mag eten en drinken. De voeding voor de baby‟s wordt in overleg met de ouders bepaald. De ouders van baby‟s zorgen zelf voor de flessen en de spenen. Voor de moeders die borstvoeding geven is er een rustige ruimte om borstvoeding te geven. Tevens kunnen ouders afgekolfde melk voorzien van sticker bij SKSG Bruintje Beer in de koelkast achterlaten. Traktaties: Binnen SKSG Bruintje Beer zijn traktatiekaarten aanwezig. Hierop staan verschillende gezonde en leuke traktatie-ideeën.
Rituelen en gebruiken Kinderen houden van herhalen ‘nog een keertje hetzelfde verhaaltje, nog een keer hetzelfde versje’ Herhaling geeft houvast en biedt hen de veiligheid die ze nodig hebben om nieuwe dingen te ontdekken. Daarom zorgen wij voor dat houvast en vinden we het belangrijk te weten welke rituelen thuis gelden. Wat heeft het kind bijvoorbeeld nodig om rustig te gaan slapen? „Het‟ speentje, „de‟ knuffel, „het‟ liedje, kortom allemaal heel belangrijke zaken in een kinderleven. Zo hebben wij ook onze rituelen. We zingen altijd hetzelfde liedje als we een boterham gaan eten. De andere tafelmomenten (fruit/cracker eten) worden afgesloten met het tot 10 tellen. Na het fruit eten zingen we samen een liedje. Als een kind jarig is, hangen we slingers op. Zo weten alle kinderen dat er een feestje is die dag. De jarige mag trakteren, hij/zij krijgt een muts en mag grabbelen uit de grabbelton. Als een kind vier jaar wordt, is het nog een beetje extra bijzonder, hij/zij neemt dan ook afscheid van SKSG Bruintje Beer en gaat naar de basisschool. Aan het eind van de laatste dag verzamelen we ons allemaal in de gang. We zwaaien de vierjarige uit en zingen er een liedje bij “dag lieve…”. Dit doen we ook als het kind afscheid neemt vóór het vierde jaar. Andere rituelen die terugkomen zijn de feesten verspreid over het jaar zoals Pasen, Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst. Naast alle rituelen hebben we een vast dagritme. Wij werken met dagritmekaarten om kinderen meer inzicht te geven in tijd. We merken dat de kinderen het prettig vinden om te weten wat er gaat komen. “Eerst gaan we fruit eten, daarna een broodje en na de cracker komen papa en mama”. We wijken natuurlijk wel eens af van het dagritme, maar gebruiken het als een rode draad door de dag. We vinden het belangrijk dat de kinderen afscheid nemen van de ouder (halen/brengen). Samen met de pedagogisch medewerkers zwaaien de kinderen de ouders uit.
Wennen op de groep en observaties Wennen en elkaar leren kennen Kinderen en ouders die voor het eerst bij ons komen, krijgen alle gelegenheid om aan ons te wennen en andersom geldt dat natuurlijk ook. We trekken meestal een aantal dagdelen uit voor het wennen op de groep. Dit is afhankelijk van hoe het kind zich voelt op de groep, het ene kind heeft meer tijd nodig dan het andere. Eerst komt het kind een dagdeel bij ons met één van de ouders. Zo kunnen ouders zien hoe wij werken en kan het kind vanuit zijn eigen veilige omgeving (de ouders) wennen aan ons. Na dit eerste dagdeel maken we een afspraak voor nog een aantal van deze momenten. Bij de eerste kennismaking tijdens deze wenperiode krijgen de ouders een gesprek met de groepsleiding, zo krijgen wij informatie over het kind en kunnen de ouders alles vragen wat ze willen weten. Overgaan van de ene groep naar de andere groep of school Wanneer kinderen overgaan van de ene naar de andere groep besteden we altijd aandacht aan het wennen. De meeste kinderen spelen gelukkig al regelmatig bij de andere groepen en zijn daardoor al bekend met andere groepsleidsters en kinderen. Daardoor gaat het wennen in een nieuwe groep al een stuk gemakkelijker. Maar we staan er altijd bij stil. We maken een “wenrooster” voor het kind, zo weten de
groepen wanneer het kind op de nieuwe groep komt spelen. Op deze manier kunnen we ook bekijken of het kind verschillende momenten van de dag meemaakt op de nieuwe groep. Een keertje spelen, een keertje fruit eten, een keertje slapen. De overgang wordt zo niet al te groot. De eerste keer wennen op de nieuwe groep doet het kind samen met een voor hem bekende groepsleidster, zo maken we voor het kind een veilige omgeving. Bij de overgang van baby‟s naar een andere groep houden we rekening met een aantal zaken:
kunnen we het kind in de huidige groep voldoende uitdaging bieden en in hoeverre is het kind er aan toe om naar een andere groep te gaan
hoe is de samenstelling van de groep (zijn er veel kinderen van dezelfde leeftijd, hoe is de combinatie van kinderen)
Voor de overdracht naar de basisschool gebruiken wij het daarvoor bestemde overdrachtsformulier. De bevindingen die hierop staan worden van te voren met u besproken. Dit geldt ook voor de toetsen en observaties die gebruikt worden bij het Piramideprogramma. Hier komen we in de volgende alinea op terug. In overleg met of op verzoek van de ouders kan ook een mondelinge overdracht naar de basisschool gedaan worden.
Hoe volgen wij het kind in de groep De ontwikkeling van elk kind wordt regelmatig in een groepsbespreking aan de orde gesteld. Eén keer per jaar wordt elk kind intensief geobserveerd. Wij observeren met een instrument dat speciaal voor de kinderopvang is ontwikkeld. Voor elke leeftijdsgroep wordt een aan de ontwikkeling van het kind aangepaste vragenlijst gebruikt. Wij kijken naar de volgende aspecten om het welbevinden van het kind te kunnen onderzoeken:
Het kind zelf: staat het open voor nieuwe dingen, is het nieuwsgierig, levenslustig, tevreden en ontspannen, heeft het kind zelfvertrouwen, is het evenwichtig.
De relatie van het kind met de pedagogisch medewerker: staat het kind open voor de pedagogisch medewerker, kan deze het kind gemakkelijk uitdagen om iets nieuws te proberen, durft het kind ondeugend te zijn en grapjes te maken, is het kind rustig en ontspannen in het contact, laat het kind emoties, zoals verdriet, pijn, vreugde of boosheid zien aan de pedagogisch medewerker.
De relatie van het kind met andere kinderen: staat het kind open voor contact, is het actief gericht op andere kinderen, geniet het kind van het samenzijn met andere kinderen, gaat het kind op in gezamenlijke bezigheden.
Het verslag van de observaties en de toetsuitslagen worden in het kinddossier bewaard. Uiteraard brengen wij de ouder(s) van het betreffende kind op de hoogte van het resultaat van de observaties van het betreffende kind. Als het kind het kindercentrum verlaat geven we de ouders het kinddossier mee. Daarnaast wordt ieder kind individueel getoetst door een pedagogisch medewerker. De toetsen zijn in spelvorm gegoten, ze gaan over taal en ordenen. Het toetsmoment wordt ervaren als een leuke activiteit voor het kind en er is tijd voor individuele aandacht. Wij toetsen de kinderen twee keer: als ze net drie jaar zijn geworden en als ze bijna vier zijn.
De gegevens van de toetsen leveren een goed beeld op van de ontwikkeling van een kind. Eventuele knelpunten in de ontwikkeling worden sneller duidelijk. Op basis hiervan kan de pedagogisch medewerker gerichte activiteiten aanbieden die de peuter stimuleren in zijn/haar ontwikkeling. Als de peuter bijna naar de basisschool gaat wordt opnieuw getoetst. Op deze manier wordt duidelijk hoe de peuter zich het afgelopen jaar ontwikkeld heeft. Met deze informatie stelt de tutor overdrachtsinformatie op voor u en de basisschool. Vervolgobservatie, signaleren en opvallend gedrag Wanneer wij goed kijken naar kinderen en naar hun spel, dan valt ons soms op dat een kind zich anders ontwikkelt dan verwacht. Dat hoeft echt niet zorgwekkend te zijn, maar het is voor ons wel een teken dat wij wat vaker en meer gestructureerd naar het kind gaan kijken. Het kan zijn dat we besluiten om het kind een aantal keren extra te observeren. Natuurlijk leggen wij onze eventuele zorg en onze vragen ook aan de ouders voor, dat staat voorop. Indien nodig overleggen wij met de ouders en met elkaar en vragen we advies aan onze pedagogisch deskundige. Samen bespreken we een eventuele aanpak van het kind in de groep als dat nodig zou zijn en zoeken we naar andere mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk in zijn ontwikkeling te ondersteunen. We hebben een protocol ontwikkeld „Opvallend gedrag en/of ontwikkelingsproblemen‟. Hierin wordt uitgebreid beschreven hoe wij handelen in de hiervoor beschreven situaties. Dit protocol is op te vragen bij de locatiemanager. Observatie van de groep kinderen Eén van de meest bijzondere en waardevolle kenmerken van een kindercentrum is, dat de opvang plaats vindt in groepen zodat een kind andere kinderen en volwassenen kan ontmoeten. Elk jaar observeren wij het welbevinden van de groep als geheel. Ook deze observaties worden met het „Klein kapitaal‟-instrument gedaan. Wij onderzoeken de sfeer in de groep, het spelen, de activiteiten, het gebruik van de ruimte, de relaties van de kinderen onderling en hun betrokkenheid op elkaar, de structuur in de groep en de regels. „Dat kan ik zelf!‟ In het spel en de dagelijkse activiteiten vinden kinderen aan de ene kant herkenning en vertrouwdheid, maar ook spanning en uitdaging. Kinderen leren hun eigen grenzen kennen, zowel geestelijk als lichamelijk. Wij nodigen kinderen uit zelf op verkenning te gaan, zodat zij leren op zichzelf te vertrouwen en zich daardoor weer verder te kunnen ontwikkelen.
Piramide en Pikler Voor- en vroegschoolse educatie: De Piramide methode Op SKSG Bruintje Beer werken wij met Piramide, een programma van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Piramide is een programma voor kinderen tot 6 jaar. Het richt zich op allerlei ontwikkelingsgebieden zoals: sociaal emotionele ontwikkeling, persoonsontwikkeling en redzaamheid, motorische ontwikkeling en taal- en denk ontwikkeling. Er worden door het jaar heen verschillende thema‟s aangeboden zoals feest, water en herfst. Binnen een thema wordt er op verschillende manieren allerlei aantrekkelijke activiteiten voor kinderen aangeboden. Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, is er tutoring: individuele kinderen of zeer kleine groepjes worden ondersteund en krijgen extra tijd. Maar ook voor kinderen die extra uitdaging en verdieping vragen, is er extra tijd en aandacht om nieuwe dingen te leren.
Door Piramide stimuleren wij de ontwikkeling, terwijl de kinderen spelenderwijs bezig zijn. Door voor te lezen en over de verschillende thema‟s te praten en te zingen wordt hun taalontwikkeling gestimuleerd. Ook zijn er op de 0-4 (Panda‟s) en de 2-4 (Wasberen) groep minimaal 5 leuke en uitdagende hoeken aanwezig, waarin de kinderen kunnen spelen, zoals bijvoorbeeld een poppenhoek en een bouwhoek, maar ook een thematafel/hoek waarin het thema van dat moment goed te zien en te ontdekken is voor de kinderen. Er is dus veel uitdaging voor de kinderen en ze krijgen de ruimte en waar nodig ook de hulp om zich steeds verder te ontwikkelen. Wij vinden het belangrijk de kinderen serieus te nemen en te respecteren. De kinderen hebben gedurende de dag verschillende momenten van vrij spelen. De kinderen kunnen kiezen waar ze mee willen spelen, veel speelgoed kunnen ze zelf pakken en om ander materiaal moeten ze vragen. De kinderen kiezen zelf met wie, wat en waar ze willen spelen. Dit is goed voor de zelfstandigheid. In het vrij spelen wordt begeleiding geboden door de groepsleiding waar nodig. Leren samen spelen, leren kiezen en leren conflicten oplossen horen bij vrij spelen en ook de omgangsnormen komen nu aan bod. Ieder kind is gelijk en het speelgoed is van ons allemaal. Op de gang spelen is voor de oudere kinderen een hele uitdaging, hierbij moet je samen afspraken maken. In kleine groepjes en uit het zicht spelen bevordert de zelfstandigheid. (uit het zicht, maar zeker niet uit het hoofd van de groepsleiding) De kinderen zien in hun eigen groepsruimte dus meestal dezelfde pedagogisch medewerkers, maar zij maken daarnaast ook gebruik van andere ruimten. Hierdoor leren zij niet alleen de pedagogisch medewerkers van de andere groepen kennen maar ook de andere kinderen. Soms nemen wij van verschillende groepen kinderen van dezelfde leeftijd mee om samen een activiteit te doen of buiten te spelen.
Pikler Op de babygroep werken we vanuit de visie van Emmi Pikler. Dat betekent dat we met volle aandacht zijn bij de verzorg- en verschoonmomenten zijn. Verder volgen wij het kind in zijn/haar eigen ontwikkeling en zullen we hem/haar niet in posities houden waar het nog niet aan toe is (bijv. nog niet laten zitten, als het kind dat uit zichzelf nog niet kan). Wat betreft spelmateriaal maken we gebruik van „open‟ materialen, zoals
bijv. kommetjes, borstels, mandjes, bekertjes, stofjes enz., waarmee kinderen zelf kunnen experimenteren en ontdekken. Bewegingsvrijheid is erg belangrijk voor een kind om zich zowel sociaal als motorisch goed te kunnen ontwikkelen. Baby‟s spelen bij ons veel op de grond, waar ze voldoende bewegingsvrijheid hebben om te liggen, te rollen, te kruipen en te leren lopen, waardoor ze zich bewust worden van hun eigen lichaam en hun eigen kunnen. Bovendien komen ze onderweg andere kinderen tegen, waarmee ze contact maken, die ze kunnen voelen, aankijken en waarmee ze kunnen communiceren. Vanuit deze visie mengen wij ons niet constant in het spel van de baby‟s. We voegen dingen toe of halen dingen weg om de ontwikkeling te stimuleren, maar grijpen niet direct in in het spel of als er een klein conflict is tussen de kinderen.
Samen spelen en omgang met elkaar Samenspelen met andere kinderen; onderlinge relaties bevorderen Bij samenspelen komt heel wat kijken. Denk aan samen een spelletje doen, samen knutselen, maar ook verliezen en winnen, conflicten aangaan en oplossen. Wij begeleiden en stimuleren de kinderen om samen te spelen en te delen. De kinderen laten we proberen om zelf initiatieven te nemen, zelf contact te maken met het kind waar het mee speelt of wil spelen. Omgaan met conflicten Bij conflicten laten we eerst het initiatief bij het kind. Vaak roepen ze zelf om hulp als het niet lukt. Anders begeleiden wij daar waar we het nodig vinden. Kinderen leren zo voor zichzelf op te komen en keuzes te maken. De begeleiding bestaat ook uit het bij het spel betrekken van kinderen die het samenspelen nog moeilijk vinden. En eens een andere combinatie van kinderen met elkaar te laten spelen. Gebruik en inrichting van de ruimtes Onze inrichting laat zien dat hier de hele dag kinderen spelen en elkaar ontmoeten, het is degelijk en aantrekkelijk voor kinderen en handig, functioneel en voldoet aan de wettelijke vereisten. Wij willen een sfeer uitstralen die uitnodigt tot ontwikkeling, tot ontdekking van ruimtes en materialen. Maar aan de andere kant bieden we kinderen momenten van rust en de mogelijkheid zich terug te trekken. Zo is de inrichting van het gebouw ondersteunend aan onze pedagogische aanpak. Ons hele gebouw is natuurlijk ingericht op leven en spelen, zowel de groepsruimtes als de gang en de hal. Alle groepsruimtes zijn anders ingericht, in elke ruimte is er rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen die er voornamelijk spelen. Hoewel we steeds praten over groepen en groepsruimtes wil dat niet zeggen dat kinderen de hele dag gebruik maken van een en dezelfde groepsruimte. Kinderen kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten op verschillende plaatsen en tijden binnen het kindercentrum. Zij zijn dan ook al snel vertrouwd met het hele kindercentrum en met de kinderen en de pedagogisch medewerkers. Ziek zijn Als een kind zich ziek voelt, met of zonder koorts, is de groep vaak te druk en dan is het eigen bed thuis het prettigst. Wanneer een pedagogisch medewerker merkt dat een kind verhoging of koorts heeft plegen we overleg met de ouders. In overleg wordt besloten het kind op te halen. Wij volgen hierbij de richtlijnen zoals vermeld in ons protocol zieke kinderen. Het is belangrijk dat ouders op tijd aan de pedagogisch medewerkers doorgeven dat hun kind een besmettelijke ziekte heeft, zodat andere ouders gewaarschuwd kunnen worden.
Bij noodgevallen maken wij gebruik van onze eigen huisarts. Wij proberen in eerste instantie altijd de ouders te bereiken. Het is dus belangrijk dat ouders bereikbaar zijn! Drie telefoonnummers zijn noodzakelijk: thuis-, werk- en een waarschuwingsnummer. Wijzigingen hierin moeten direct worden doorgegeven aan de pedagogisch medewerkers. Wij vragen ouders om bij een kennismakingsgesprek het vaccinatieboekje mee te nemen. Afspraken tussen ouders en kinderdagverblijf over medicatie leggen we schriftelijk vast. Zindelijkheid Op vaste tijden en als het nodig is worden luiers verschoond. In overleg met de ouders of wanneer het kind er zelf aan toe is gaat het op het potje of de wc. Kinderen zindelijk maken is echter een taak die bij de ouders ligt. Wel kan er, in overleg met de pedagogisch medewerkers, geoefend worden. Wij vinden het belangrijk dat een kind het zelf wil, er aan toe is. We zullen een kind nooit dwingen. De kans dat het op het kinderdagverblijf sneller misgaat dan thuis heeft te maken met het feit dat kinderen intensief aan het spelen zijn. Bovendien kunnen wij, doordat we groepsopvang bieden, nooit alle subtiele signalen van de kinderen opmerken. Belangrijk is het dan ook dat gedurende deze periode extra verschoning wordt meegegeven. Spelbegeleiding De behoeftes van een kind zijn bepalend voor de mate waarin we het begeleiden. De grenzen worden aangegeven door de kinderen zelf en door de pedagogisch medewerkers wanneer dat nodig is. Pedagogisch medewerkers hebben een hierin een voorbeeldfunctie. Door hun stimulerende houding, kennis van leeftijdsfasen en positieve benadering stellen ze de kinderen op hun gemak en helpen het een plekje in de groep te geven. Waar het spel stokt geven zij aan hoe het spel verder kan. Spelmateriaal Wij vinden dat spelmateriaal het kind op de eerste plaats moet uitdagen tot het doen van nieuwe ontdekkingen. Het moet de nieuwsgierigheid van een kind opwekken. Spelmateriaal moet tevens de fantasie, het initiatief en de vindingrijkheid van het kind prikkelen. Het moet passen bij de leeftijd van het kind en zijn ontwikkelingsfasen en aansluiten bij zijn belangstelling. Op de babygroep maken we gebruik van zo veel mogelijk „open‟ speelgoed. Dit is speelgoed dat kinderen uitdaagt tot ontdekken en experimenteren. Voorbeelden zijn lapjes, mandjes, bakjes, bekertjes e.d. Op de groepen wordt het spelmateriaal aangepast aan de wisselende thema‟s. Daar mogen kinderen ook zo veel mogelijk zelf kiezen met welk materiaal ze willen spelen. Daarom staan er open speelgoedkasten met foto‟s van het speelgoed. Kinderen weten op deze manier wat er in de kast staat en waar ze het speelgoed weer terug moeten zetten na het spelen. Op ons kinderdagverblijf voldoet het speelgoed aan de voor de kinderopvang vastgestelde kwaliteitseisen. Buitenspeelruimte De grote verrassing voor iedere ouder, is onze ruime, besloten en zonnige buitenspeelruimte. Door de beschutting kunnen we al snel naar buiten met de kinderen. De tuin is zo ingericht dat de jongste kinderen een eigen gedeelte hebben waar ze ongestoord kunnen spelen en slapen. De al wat grotere kinderen kunnen klimmen en klauteren, graven en taartjes bakken in de zandbak, liggen op het gras, of fietsen over het speciale parcours dat op de tegels is geschilderd. Wij maken dagelijks gebruik van de tuin, weer of geen weer. In de regen buitenspelen is voor de kinderen dikke pret. Wij trekken de kinderen dan natuurlijk wel de laarzen en de regenpakken aan.
Samenwerking in de buurt Hoewel SKSG Bruintje Beer haast een wereldje op zich lijkt, staan we wel degelijk midden in de samenleving. Wij gaan niet alleen de deur uit om de eendjes te voeren of in de speeltuin te spelen, wij werken ook samen met organisaties en instellingen in de buurt. SKSG Bruintje Beer is onderdeel van Vensterschool Koorenspoor. Dit houdt o.a. in dat we contact hebben met andere organisaties die deelnemen aan deze Vensterschool en gebruik kunnen maken van elkaars faciliteiten. We zorgen voor een doorgaande lijn van SKSG Bruintje Beer naar de aangesloten basisscholen. We vullen samen met de ouders een overdrachtsformulier in over de ontwikkeling van hun kind. Dit formulier sturen we op naar de basisschool die het kind gaat bezoeken.
Omgaan met verschillen Elk kind is van harte welkom en wij doen er alles aan om dit te laten merken. Respect hebben voor elkaar hoort daarbij. Multicultureel is bij SKSG Bruintje Beer een sleutelwoord. Kinderen uit verschillende culturen worden bij ons opgevangen. Dit vergt een groot inlevingsvermogen van ons allemaal. Het loslaten van alles zoals wij gewend zijn en kijken naar hoe het anders kan. Kennis van en inleven in, zorgt er voor dat er beter afspraken gemaakt kunnen worden en rekening kan worden gehouden met elkaar. (Wensen met betrekking tot voeding bv. worden in overleg nageleefd.) Maar er zijn meer verschillen bij de kinderen. Denk aan jongens en meisjes. Jongens hebben over het algemeen meer behoefte om te rennen en te springen, kortom om hun energie kwijt raken. Hier springen we op in door op de behoefte in te gaan en de jongens buiten te laten rennen en / of spelen. De meisjes die dit ook nodig hebben, mogen natuurlijk altijd meedoen. Er is een verschil tussen jongens en meisjes en daar houden wij rekening mee, maar er wordt geen onderscheid gemaakt. We willen de kinderen meegeven om respect te hebben voor ieder ander en ook voor de dieren en planten om ons heen. We vinden het belangrijk om de kinderen positief te benaderen. Iedereen heeft het recht om er te zijn.
Veiligheid Risico-inventarisatie en inspectierapport GGD Jaarlijks voeren we een risico-inventarisatie uit op het gebied van veiligheid en hygiëne. De uitkomsten van de risico-inventarisatie worden besproken met de oudercommissie. De GGD controleert of we voldoen aan de eisen die gesteld worden binnen de Wet Kinderopvang. Het inspectierapport van de GGD ligt ter inzage bij het publicatiebord in de gang en wordt gepubliceerd op Internet. Deskundigheid We hebben vanuit onze opleiding kennis van de dagelijkse veiligheid en goede verzorging van kinderen. Daarnaast is een aantal van ons opgeleid voor het kinder-EHBO diploma en is een wettelijk aantal van ons opgeleid tot Bedrijfshulpverlener. Intern wordt geoefend met het uitvoeren van calamiteitenplannen. En als er dan eens een ongeluk(je) gebeurt? Bij kleine ongelukjes volstaat doorgaans de kennis en kunde van de EHBO pedagogisch medewerkers en de inhoud van onze EHBO doos. Maar we weten ook wanneer we een arts moeten inschakelen voor advies of medisch handelen. Afhankelijk van de ernst van de zaak bellen we eerst met de ouders of rijden we
direct naar de dichtstbijzijnde Eerste Hulppost. Dat is bij ons het UMCG. Uiteraard bellen we direct 112 wanneer er sprake is van een levensbedreigende situatie en bieden we de noodzakelijke eerste hulp. Calamiteiten Met regelmaat oefenen wij het calamiteitenplan, dit calamiteitenplan is goedgekeurd door de brandweer. We hebben geleerd wat te doen als de plaatselijke sirenes hun alarm laten loeien en we oefenen jaarlijks voor het geval er brand uitbreekt of een andere crisissituatie ontstaat. Dit calamiteitenplan ligt ook voor ouders ter inzage bij onze locatiemanager. Achterwachtregeling Op SKSG Bruintje Beer worden altijd minimaal twee beroepskrachten ingeroosterd zodat pedagogisch medewerkers niet alleen op de locatie aanwezig zijn. Mocht het bij uitzondering voorkomen dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is, bijv. door ziekte of andere calamiteiten, dan wordt er een achterwacht geregeld. Materiaal en meubilair Ons (speel)meubilair, zowel binnen als buiten, voldoet aan de wettelijke eisen. Niet alleen op het moment van aanschaf, ze worden regelmatig gecontroleerd op veiligheid zoals wettelijk is voorgeschreven. Ook proberen we zelf de risico‟s te beperken. Zo hebben we eind 2010, begin 2011 onze hele tuin vernieuwd en voorzien van nieuwe speelmaterialen. Medische gegevens Wij houden in een map de algemene en specifieke medische gegevens van de kinderen bij. Daar horen bijvoorbeeld ook de afspraken over medicijnen bij en of uw kind ingeënt wordt volgens het vaccinatieschema.
5. Ons team Pedagogisch medewerkers en locatiehulpen Alle pedagogisch medewerkers hebben minimaal een (kindgerichte) MBO-opleiding afgerond. Zij hebben de verantwoordelijkheid voor de kinderen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. De pedagogisch medewerkers observeren, begeleiden en verzorgen naar de individuele behoefte van de kinderen. Bij ons op het kindercentrum zorgen de pedagogisch medewerkers voor een goede sfeer, een heldere dagindeling en een leuk, spannend en uitnodigend activiteitenaanbod. Samen met de ouders stemmen zij de zorg voor het kind af. Ook is er op locatie een senior pedagogische medewerkster aanwezig. Tevens is er een locatieassistent aanwezig. De locatieassistent is een belangrijke ondersteuner van de pedagogisch medewerkers. Zij zorgt voor de hygiëne en de voeding en heeft daarnaast nog een aantal andere huishoudelijke taken.
Locatiemanager De locatiemanager geeft leiding aan het team van pedagogisch medewerkers, senior pedagogische medewerker en locatieassistent. De locatiemanager heeft de eindverantwoordelijkheid over de dagelijkse gang van zaken en zij begeleidt haar medewerkers in het uitoefenen van hun functie. Veel van onze medewerkers werken in deeltijd, ook de locatiemanager.
Kwartaalmedewerkers De kwartaalmedewerkers zijn de vaste invalmedewerkers die voor een bepaald aantal uren aan Bruintje Beer zijn verbonden en worden ingezet bij ziekte of verlof van de vaste medewerkers op de groep. Daarnaast kunnen wij voor vervanging een beroep doen op het interne uitzendbureau van SKSG. Voor de invalmedewerkers gelden dezelfde opleidingseisen als voor de vaste groepsleiding. Indien er invalmedewerkers moeten worden ingezet, trachten we veelal dezelfde invallers te krijgen. Op elke groep hangt bij de deur een lijst waarop aangegeven is welke pedagogisch medewerkers op de groep aan het werk zijn gedurende de dag.
Invalkrachten Tijdens vakantie, vrije dagen, scholingsdagen en ziekte worden de vaste pedagogisch medewerkers vervangen door onze eigen invalmedewerkers. Deze gekwalificeerde medewerkers zijn vast aan de locatie verbonden en dus bekend met de kinderen en de werkwijze op SKSG Bruintje Beer. Daarnaast kunnen we nog een beroep doen op de invalmedewerkers van het eigen uitzendbureau van SKSG.
Stagiaires SKSG is een erkend leerbedrijf. Wij vinden het belangrijk om aankomende pedagogisch medewerkers bij ons ervaring te laten opdoen. Ook Bruintje Beer biedt de mogelijkheid praktijkervaring op te doen aan stagiaires die een kindgerichte MBO -opleiding volgen. Ze blijven minstens een half jaar en maximaal een jaar, uitzonderingen daar gelaten. De stagiaires zijn boventallig op de groep en dragen geen eindverantwoordelijkheid voor de kinderen.
Pedagogische werkbegeleiding en orthopedagoog In sommige situaties wordt door de medewerkers een beroep gedaan op een van de pedagogen die aan SKSG verbonden zijn. De pedagogen zijn geschoold in het opnemen en analyseren van interactie en communicatie tussen medewerkers en kinderen. De werkbegeleiders kunnen tijdens hun werkzaamheden gebruik maken van video- opnames. De beelden worden gebruikt om de pedagogisch medewerkers te ondersteunen bij hun werkontwikkeling. Daarnaast kan in voorkomende gevallen een beroep worden gedaan op een orthopedagoog. Dit gebeurt alleen in en na overleg met ouders.
Video Interactie Ondersteuning Op de groepen worden regelmatig video-opnames gemaakt door speciaal daarvoor opgeleide pedagogisch medewerkers. Deze opnames worden gebruikt bij de pedagogisch werkoverleggen ter ondersteuning van het werken op de groepen. Nadat de opnames besproken zijn worden ze vernietigd.
6. Samenwerking met ouders De relatie van SKSG met de ouders Ouders zijn onze klanten en de ouders van de kinderen waarvoor wij gedurende de dag mogen zorgen. Ouders hebben enerzijds hun individuele belang bij de goede opvang van hun kind en aan de andere kant zien wij ouders ook als een groep belanghebbenden en gebruikers van onze dienstverlening. In beide situaties hebben ouders bij ons grote invloed op onze dienstverlening. Onze informatie uitwisseling gebeurt vaak mondeling, maar ook schriftelijk wordt er het nodige uitgewisseld. Ieder kind heeft bij ons een eigen mandje voor kleding, knuffels en dergelijke. Maar dit mandje gebruiken wij ook voor de communicatie. Dat wil zeggen dat wij nieuwsbrieven, uitnodigingen, tekeningen van de kinderen in het mandje doen en dat wij van de ouders verwachten dat zij met regelmaat „de brievenbus legen‟.
De individuele relatie Ouders zijn uiteraard altijd de eindverantwoordelijke waar het hun kind en zijn of haar opvoeding betreft, wij zien onszelf als medeopvoeder. Een goede afstemming, plezierig contact en veel overleg met elkaar is daarvoor een voorwaarde, denken wij. Ouders geven aan welke aanpak zij voor hun kind willen, zij lichten ons in over de individuele behoeften en wensen van hun kind en van zich zelf. Binnen onze algemene kinderopvang kaders doen wij er alles aan om aan die wensen tegemoet te komen. In de paragraaf informatie-uitwisseling komen we hier uitgebreid op terug.
Als groep belanghebbenden Wij zien de ouders ook als groep, een groep klanten die inspraak hebben op onze dienstverlening. Het gaat dan niet om de individuele belangen, maar om algemene zaken. De zaken waarop ouders collectief invloed hebben, zijn in de wet vastgelegd en worden hierna beschreven onder het kopje Oudermedezeggenschap.
Gesprekken Er zijn diverse mogelijkheden om met ouders in gesprek te komen. We noemen er een aantal: -
kennismakingsgesprek in dit gesprek maken ouders kennis met het kindercentrum en de locatiemanager of een van de pedagogisch medewerkers, daarna volgt een kennismaking met de groepsleiding
-
evaluatiegesprek drie maanden nadat het kind op de groep is gekomen krijgen ouders vanuit de organisatie een vragenlijst opgestuurd waarin naar de mening over de opvang wordt gevraagd. Daarnaast vragen we ouders om een vragenlijst van de groepsleiding in te vullen zodat we zo snel mogelijk kunnen reageren op opmerkingen en/of wensen.
-
overgangsgesprek bij een nieuwe overgang van de ene groep naar de andere groep vindt een gesprek plaats tussen ouders en leiding
-
gesprek n.a.v. observatie 1 x per jaar vindt er een individuele observatie plaats, daarna worden alle ouders uitgenodigd om bij te praten over het kind en informatie te krijgen over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Ook de toetsen worden dan besproken.
-
afsluitend gesprek als het kind het kindercentrum verlaat wordt in een exit- gesprek het verblijf van het kind geëvalueerd. Hiervoor maken we gebruik van een exit-formulier.
Informatie-uitwisseling over het kind Dagelijks vindt er tijdens het halen en brengen een mondelinge overdracht plaats tussen ouders en groepsleiding. In deze overdracht komt aan de orde; de stemming van het kind, waar en met wie het kind heeft gespeeld, bijzonderheden, leuke gebeurtenissen en informatie over de ontwikkeling van het kind. Voor ons is het belangrijk om te weten wat er thuis gebeurd is. Dit stelt ons in staat om het gedrag van het kind te begrijpen en zo kunnen we inspelen op situaties (bijv. de eerste logeerpartij, bezoek aan de dierentuin, maar ook minder leuke gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op het kind zijn belangrijk.) Een ander aspect van de overdracht kan ondersteuning van de ouders zijn. Wij hebben door opleiding en ervaring inzicht in de ontwikkelingsfasen van deze leeftijdsgroep en wij kunnen de ouders hierover informeren. Voor kinderen tot 1 jaar oud schrijven we indien mogelijk elke dag in een schriftje, leuk om te bewaren en nog eens na te lezen. Op het moment dat ouders of wij behoefte hebben aan een wat uitgebreider gesprek kan hier altijd een afspraak voor worden gemaakt
Oudercommissie Ons kindercentrum heeft een oudercommissie (oc) waar ouders plaats in kunnen nemen. Deze commissie behartigt de belangen van ouders op locatieniveau. Deze oc heeft een adviserende rol. Op het prikbord in de gang wordt meer info gegeven over de oc en hangt een overzicht van ouders die deel uitmaken van de oc. Notulen van deze vergadering zijn te vinden op het prikbord en op de subsite. De oudercommissie vergadert regelmatig (1 keer per 6 weken); de locatiemanager en een pedagogisch medewerker zijn hierbij aanwezig. De locatiemanager informeert de o.c. over de gang van zaken op het kindercentrum. Ouders die belangstelling hebben om lid te worden van de o.c. kunnen hiervoor contact opnemen met de voorzitter van de o.c. of mailen naar:
[email protected].
Ouderavonden Eenmaal per jaar organiseren we een ouderavond, de oudercommissie heeft een belangrijke rol bij het aangeven van de thema‟s en bij de organisatie.
Nieuwsbrieven en kwartaalberichten Ouders ontvangen van SKSG viermaal per jaar een kwartaalbericht. In het kwartaalbericht komen verschillende zaken aan bod. Het gaat dan over zaken die belangrijk zijn voor de kinderopvang in het algemeen of achtergrond informatie over zaken die spelen binnen SKSG. Twee a drie maal per jaar krijgen de ouders een nieuwsbrief of crèche krant over SKSG Bruintje Beer. Hierin komen actuele zaken aan bod, zoals activiteiten op het kinderdagverblijf, personele zaken, bijzondere gebeurtenissen en andere informatie omtrent SKSG Bruintje Beer.
Klachtenregeling Het kan voorkomen dat ouders een klacht hebben. Wij vragen ouders om dit allereerst met de desbetreffende persoon of diens leidinggevende te bespreken. Dit neemt niet weg dat u zich rechtstreeks kan wenden tot de SKK (Stichting Klachten Kinderopvang) Onze interne klachtenprocedure schrijft voor dat er altijd een klachtformulier ingevuld wordt en dat de klacht in behandeling wordt genomen. Mocht dit niet tot een bevredigende oplossing leiden dan staat de externe klachtenprocedure open. Beide procedures zijn na te lezen op onze website.
Privacy reglement Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen het kindercentrum en mag alleen worden uitgewisseld tussen medewerkers onderling als dat in het belang van het kind is. Regels en afspraken rondom privacy gevoelige gegevens zijn vastgelegd in het privacy reglement. Dit reglement is op te vragen bij de locatiemanager. Welke regels/ afspraken hanteren jullie omtrent publicatie van foto‟s? Wanneer vindt er overdracht van informatie plaats en onder welke condities?
Protocollen Onze protocollen liggen ter inzage op het kindercentrum. U kunt de locatiemanager te allen tijde om een exemplaar vragen.