Pedagogisch werkplan buitenschoolse opvang Pedagogisch beleid in praktijk op Partou BSO Emily Brontesingel 1A
Versie basiswerkplan
november 2013
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan
F2.18 Pedagogisch werkplan bso
© Copyright 2014, Partou B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Partou.
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
Partou, november 2013 Dit pedagogisch werkplan is bedoeld voor pedagogisch medewerkers en voor de ouders van ons kinderverblijf. Schrijfwijze Voor de leesbaarheid schrijven we hij als het gaat om een kind en zij als het gaat om een pedagogisch medewerker. We schrijven ouders waar het gaat om één of meer ouders of verzorgers.
Handtekening regiomanager:
Handtekening manager
………………………………..
…………………………….
Handtekening voorzitter oudercommissie
…………………………………..
Pagina 2 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
Inhoudsopgave 1
Beleid in praktijk
5
2
De interactieprincipes als leidraad voor ons pedagogisch handelen
5
2.1
Initiatieven waarnemen en volgen
5
2.2
Initiatieven ontvangen (verbaal en non-verbaal)
5
2.3
Benoemen
5
2.4
Beurtverdeling
6
2.5
Leidinggeven, leiding nemen
6
2.6
Ik-benoeming
6
3
Vestiging
7
3.1
Groepsindeling
7
3.2
Samenwerking tussen de groepen aan het eind van de dag
7
3.3
Gebruik ruimtes (open deuren beleid)
8
3.4
Samenvoegen van groepen
8
3.5
Mentorschap
8
3.6
Vierogenprincipe
9
3.7
Extra dag(delen)
9
3.8
Ruilen van dagen
9
3.9
Medische hulp
9
3.10 Voertaal
10
3.11 Samenwerkingsverbanden
10
3.12 Huisregels
10
3.13 Contact met scholen
10
3.14 Vervoer
11
4
Begeleiding
11
4.1
Wennen
11
4.2
Daginvulling
11
4.3
Maaltijden en tussendoortjes
11
4.4
Traktaties
11
4.5
Zieke kinderen
12
4.6
Medicijnen
12
5
Seksuele ontwikkeling
12
6
Activiteitenaanbod
13
6.1
Verschillen tussen jongens en meisjes
13
6.2
Vallen en opstaan
13
6.3
Meer van hetzelfde
13
6.4
Het doen telt
14
6.5
Zelfredzaamheid
14
6.6
Opbouw activiteiten
14
Pagina 3 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
6.7
Verhalen
15
6.8
Uitstapjes
15
6.9
Buitenspelen
15
6.10 Natuur & milieu
16
6.11 Creativiteit
16
6.12 Gebruik televisie en computer
16
6.13 Muziek
16
6.14 Huiswerk
17
6.15 Vakantieactiviteiten
17
7
Sfeer op de groep
17
7.1
Ruimte: indeling en aankleding
17
7.2
Bijzondere momenten
18
7.3
Belonen en corrigeren
18
7.4
Kinderparticipatie
19
7.5
Regels en afspraken
19
7.6
Pesten
19
7.7
Vriendjes
20
8
Oudercontacten
20
8.1
Het doel
20
8.2
Breng- en haalmomenten
20
8.3
Gesprekken
20
8.4
Schriftelijke informatie
21
8.5
Oudercontact momenten
21
8.6
Website
21
8.7
Oudercommissie
22
8.8
Exit enquête
22
9
Borging van de kwaliteit
22
9.1
Personeel en opleiding
22
9.2
Ondersteuning op de groep door andere volwassenen
22
9.3
Werkinstructies/protocollen
22
9.4
Niet tevreden? Vertel 't ons.
23
9.5
Observatie welbevinden en ontwikkeling van het kind
23
9.6
Analyse van de pedagogische kwaliteit
24
9.7
Veiligheid en gezondheid
24
9.8
Deskundigheidsbevordering
24
Pagina 4 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
1
Beleid in praktijk
Het algemeen pedagogisch beleid van Partou vormt het uitgangspunt voor de manier waarop wij dagelijks met de kinderen omgaan. Op basis hiervan stellen we in samenspraak met de oudercommissie dit pedagogisch werkplan samen. Hierin laten we zien hoe wij, de pedagogisch medewerkers, het algemeen pedagogisch beleid van Partou in praktijk brengen op onze vestiging. Wij stellen de behoefte van het kind steeds centraal. Jaarlijks kijken we opnieuw samen met de oudercommissie naar dit werkplan en passen het waar nodig aan. Dat doen we ook bij wijziging van het algemeen pedagogisch beleid.
2
De interactieprincipes als leidraad voor ons pedagogisch handelen
Zoals in ons Algemeen pedagogisch beleidsplan beschreven, gaan we uit van vier pedagogische basisdoelen voor de opvoeding. Wij zorgen ervoor dat kinderen zich emotioneel veilig voelen (1), geven ze de gelegenheid zich persoonlijk (2) en sociaal (3) te ontwikkelen en om zich de normen en waarden van onze samenleving eigen te maken (4). Om deze doelen te verwezenlijken en zo goed mogelijk aan te sluiten bij zowel de individuele ontwikkeling en belevingswereld van een kind als bij het groepsproces, passen we de methodiek van de interactieprincipes toe. Deze zes principes draaien om de initiatieven die kinderen nemen. We beschrijven ze hieronder.
2.1 Initiatieven waarnemen en volgen Het kind neemt van nature initiatieven om zich te ontwikkelen en om contact met anderen te krijgen. Het daadwerkelijk waarnemen van deze initiatieven is van groot belang om in contact met elkaar te komen. Je kunt immers alleen reageren op wat je hoort en ziet. Door heel gericht te kijken en te luisteren naar kinderen, kunnen we deze initiatieven waarnemen en volgen. Overigens hebben jonge kinderen meer tijd nodig om opgedane indrukken te verwerken en hierop te reageren dan oudere kinderen.
2.2
Initiatieven ontvangen (verbaal en non-verbaal)
Ingaan op een initiatief (ontvangen), ondersteunt de ontwikkeling van een kind. We laten een kind door middel van een ontvangstbevestiging merken dat we belangstelling hebben voor de initiatieven die het neemt. Een ontvangstbevestiging kan zijn: je toewenden, oogcontact maken, op vriendelijke toon verbaal reageren, vriendelijke gezichtsuitdrukking, vriendelijke houding, meedoen, jaknikken, ja zeggen, herhalen wat een kind zegt. Zo’n positieve ontvangst stelt een kind gerust; het merkt dat de volwassene hem begrijpt en voelt zich dan gezien, bevestigd en emotioneel veilig. En een kind dat zich emotioneel veilig voelt, durft meer initiatieven te nemen en kan zo zijn persoonlijke en sociale competentie verder ontwikkelen.
2.3
Benoemen
Benoemen wil zeggen: taal geven aan ons eigen handelen en aan datgene wat we zien bij de kinderen. Door te benoemen wat we horen of zien, krijgen we contact met het kind. Daarnaast ondersteunt het benoemen de
Pagina 5 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
taalontwikkeling (persoonlijke competentie) van kinderen. Benoemen is verwoorden van eigen initiatieven, initiatieven van een kind, gebeurtenissen in de omgeving, alles wat er te zien is. De pedagogisch medewerker zegt (benoemt) wat ze doet of gaat doen. Door het geven van informatie weet het kind wat er gaat gebeuren; dit schept duidelijkheid en geeft rust. Zo bevordert ‘benoemen’ ook de emotionele veiligheid. Bij het benoemen kunnen we ‘sfeercommunicatie’ toepassen: het benoemen van initiatieven, emoties, gebeurtenissen van een kind en dit terugkoppelen naar de hele groep. Hierdoor raken kinderen bij elkaar betrokken en maken we ze sociaal attent op elkaar. Bijvoorbeeld: “Marco, ik zie dat je Patrick aan het helpen bent; je bent een kanjer!“ Door Marco in de groep een compliment te geven, wordt de aandacht op zijn initiatief gevestigd (een compliment wil iedereen immers graag horen). Kinderen zien dat Marco sociaal wenselijk gedrag toont. Zo wordt de ontwikkeling van de sociale competentie gestimuleerd door wenselijk gedrag uit te vergroten. Tegelijkertijd zorgt dit voor overdracht van normen en waarden.
2.4
Beurtverdeling
In contact met kinderen is het wisselen van beurten belangrijk, zodat iedereen aan de beurt komt. De betrokkenheid van de kinderen duurt langer, als een kind weet dat het aan de beurt komt. Door andere kinderen bij een gesprek te betrekken, maken we kinderen sociaal attent op elkaar. Door te zorgen voor een goede beurtverdeling helpen we het kind zich te ontwikkelen. We geven het kind de tijd en zorgen voor de ruimte en rust die het nodig heeft om te reageren; dit nodigt hem uit om meer initiatieven te nemen.
2.5
Leidinggeven, leiding nemen
Leidinggeven is kindvolgend. We geven het kind de leiding door het te volgen, bijvoorbeeld wanneer het een gewenst initiatief neemt. We moedigen hem aan meer initiatief te nemen door het positief te benoemen. Leiding nemen is kindsturend. We nemen de leiding om een kind bij te sturen, bijvoorbeeld omdat het een ‘ongewenst’ initiatief neemt. Omdat een kind meer leert van positieve bekrachtiging dan van een negatieve afwijzing, doen we dit op een positieve, respectvolle manier: het ‘ongewenste’ initiatief wordt op een neutrale manier ontvangen; daarna kiezen we een positieve benadering om het initiatief naar ‘gewenst’ om te buigen. Een voorbeeld: De nieuwe Donald Duck is binnen. Youri grist hem van de tafel en duikt de leeshoek in. Je ziet de teleurstelling op het gezicht van Patrick (waarnemen / volgen); “ Patrick ik zie dat jij ook graag de Donald Duck wilde lezen klopt dat? (benoemen en beurtverdeling) Zullen we samen naar Youri lopen om een oplossing te zoeken?” (leiding nemen)
2.6
Ik-benoeming
In contact met kinderen is het belangrijk dat wij onszelf benoemen als ‘ik’ (en dus niet met onze naam). Het kind leert zo het verschil tussen ’ik’ en ‘jij’ en dat draagt bij aan de ontwikkeling van het zelfbesef. Bovendien druk je door de ik-vorm uit dat je deel uitmaakt van de groep, in de groep staat. De ik-benoeming ondersteunt het leidinggeven en leiding nemen.
Pagina 6 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
3
Vestiging
3.1
Groepsindeling
Binnen onze bso worden kinderen opgevangen in basisgroepen met bij de basisgroep horende vaste pedagogisch medewerkers. Basisgroep
Leeftijdsindeling
Maximaal
Aantal gekwalificeerde
Maximaal
aantal kinderen
pedagogisch
aantal
medewerkers*
stagiaires*
Toverrijk 1
4 tot 6 jaar
20
2
1
Toverrijk 2
6 jaar
20
2
1
Toverrijk 3
7 jaar en ouder
10
1
1
* In het hoofdstuk Borging van de kwaliteit staat beschreven welke opleidingen onze medewerkers hebben gevolgd. Deze informatie is ook te vinden op onze website, evenals de meest recente cao kinderopvang waarin alle kwalificatie eisen zijn opgenomen. Altijd minimaal 2 medewerkers aanwezig op de vestiging Indien er kinderen aanwezig zijn, zijn er te allen tijde minimaal 2 medewerkers van Partou op onze vestiging aanwezig. Er is op onze vestiging dus geen zogenoemde achterwachtregeling. (Een achterwachtregeling is nodig indien een medewerker alleen aanwezig is op een vestiging.) Bij langdurige afwezigheid van de manager is er altijd een vervangende manager op wie de pedagogisch medewerkers een beroep kunnen doen. Dienstroosters Wij informeren ouders en kinderen over welke pedagogisch medewerkers er op welke dagen en in welke groep werken door middel van foto’s bij de groepsdeur. Wij werken met de volgende diensten: tot 17.30u, tot 18.00u en tot 18.30u. Bij elke stamgroep is een vaste pedagogisch medewerker aanwezig tot 18.00u. De precieze tijden van deze diensten worden afgestemd op hoeveel kinderen er aanwezig zijn. De precieze tijden van deze diensten worden afgestemd op hoeveel kinderen er aanwezig zijn. In de ministeriële regeling is vastgelegd dat er per dag maximaal een half uur van de beroepskracht- kind ratio mag worden afgeweken, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal beroepskrachten wordt ingezet. Indien per dag tenminste tien aaneengesloten uren buitenschoolse opvang wordt geboden kan de afwijkende inzet ten hoogste drie uren bedragen, met dien verstande dat tenminste de helft van het benodigde aantal beroepskrachten wordt ingezet en de afwijkende inzet niet plaats vindt tussen 9.30u en 12.30u en 15.00u en 16.30u. Bij het opstellen van de roosters zorgen wij dat wij aan deze normering voldoen. De GGD controleert hierop.
3.2
Samenwerking tussen de groepen aan het eind van de dag
Bij de BSO Emily Brontesingel voegen we na 18.00u de stamgroepen samen, de meeste kinderen zijn dan opgehaald. Er werken twee pedagogisch medewerkers tot 18.30u en we zijn te vinden in het bso lokaal. Op woensdag en vrijdag worden de groepen samengevoegd om samen te eten en activiteiten te doen. Dit omdat er een kleiner aantal kinderen aanwezig is. Er zijn vertrouwde pedagogisch medewerkers aanwezig voor de kinderen.
Pagina 7 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
In vakanties zijn er tevens minder kinderen aanwezig bij de bso dan in de schoolweken. In vakanties werken we daarom ook in 1 groep. Er wordt op die dagen meestal gewerkt met 2 of 3 pedagogisch medewerkers.
3.3
Gebruik ruimtes (open deuren beleid)
Kinderen in de bso-leeftijd worden steeds zelfstandiger. Wij geven ze de vrijheid die ze nodig hebben en aankunnen. Dat geldt ook voor het gebruik van de binnen- en buitenruimte. Wij begeleiden en bewaken dit proces voor ieder kind individueel en voor de groep als geheel. Bij BSO Emily Brontesingel gaan de kinderen uit school wat eten & drinken in de eigen stamgroep. De stamgroepen zijn ingedeeld op leeftijd. Na het eten & drinken gaan we een frisse neus halen mits het weer dit toelaat en daarna worden verschillende activiteiten aangeboden. Kinderen kunnen daaruit zelf een activiteit kiezen. Ze kunnen bijvoorbeeld vrij spelen, gymmen, koken of knutselen. De nadruk ligt bij de BSO op eigen keuze en invulling van hun “vrije tijd”. We proberen zoveel mogelijk naar buiten te gaan.
3.4
Samenvoegen van groepen
Als het aantal kindplaatsen in de basisgroepen niet volledig bezet is worden deze niet volledig bezette groepen samengevoegd. Er is dan altijd voor de kinderen een vaste pedagogisch medewerker aanwezig, en de beroepskracht-kind-ratio blijft volgens de wettelijke richtlijn. Ouders worden over het samenvoegen van de groep van hun kind geïnformeerd door de vestigingsmanager of de pedagogisch medewerkers van de groep. Daarnaast is deze informatie te vinden op de groep. In vakantieperioden wordt er, als er veel kinderen afwezig zijn, een apart rooster gemaakt voor de betreffende week/weken. Ook bij het opstellen van dit rooster gelden bovenstaande werkwijze en richtlijnen. Tijdens de schoolvakanties wordt er gewerkt met één bso groep, omdat er veel minder kinderen aanwezig zijn. Er sluiten in vakanties ook kinderen van BSO Pythagorasstraat bij BSO Emily Brontesingel aan. De pedagogisch medewerkers van die vestiging worden in vakanties bij ons ingezet. Gezamenlijk maken de pedagogisch medewerkers een gevarieerd vakantieprogramma dat de kinderen wordt aangeboden. Daarnaast sluiten op woensdagen en vrijdagen in de vakantieperiode mogelijk enkele kinderen aan van BSO Breezandpad en BSO Venlosingel. Ouders worden op de hoogte gebracht van de samenvoeging in vakantieperiodes tijdens de intake en voorafgaand aan elke vakantie. Indien de kindbezetting hiertoe aanleiding geeft zal de complete basisgroep- indeling (zoals beschreven onder de paragraaf groepsindeling) kritisch bekeken worden en waar nodig worden aangepast. Dit gaat altijd in overleg met de oudercommissie.
3.5
Mentorschap
Bij BSO Emily Brontesingel wordt jaarlijks een evaluatie welbevinden ingevuld voor alle kinderen van de bso. De pedagogisch medewerker vult het formulier in. Onderdeel van de evaluatie welbevinden is het kind bevragen hoe hij/zij de BSO ervaart. Dit is ongeacht de leeftijd van het kind. Aan kinderen van 4 t/m 6 jaar worden echter wel andere vragen gesteld dan aan kinderen van 7 jaar en ouder. Er zijn dan ook twee verschillende evaluatieformulieren welbevinden voor de BSO. Na het invullen wordt een kopie van de evaluatie welbevinden wordt aan ouders gegeven. Ouders wordt de mogelijkheid tot een gesprek aangeboden om de evaluatie welbevinden te bespreken. Ieder jaar wordt de evaluatie welbevinden zoveel mogelijk ingevuld door dezelfde pedagogisch medewerker, omdat een pedagogisch medewerker het kind dan gedurende de jaren kan volgen.
Pagina 8 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
3.6
Vierogenprincipe
Ondanks dat het vierogenprincipe per 1 juli 2013 alleen wettelijk is vastgelegd voor dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar hebben we ook voor onze bso een preventief beleid zonder hierbij de spel- en ontwikkelmogelijkheden te beperken. Het vierogenprincipe houdt in dat bij dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene, om zo het risico op misbruik of mishandeling van kinderen te voorkomen. Binnen onze bso’s proberen we een zo gevarieerd mogelijk aanbod te realiseren. Kinderen kunnen derhalve in kleinere groepjes deelnemen aan activiteiten. Deze activiteiten worden soms ook door externe workshopaanbieders verzorgd. Ook deze externe workshop aanbieders dienen (net als alle andere Partou medewerkers) voorafgaand aan de start van hun werkzaamheden een VOG te overleggen. Bovendien is er altijd een vaste pedagogisch medewerker van Partou aanwezig bij een door een externe aanbieder verzorgde workshop. Preventie Jaarlijks worden de risico’s met betrekking tot misbruik van kinderen op onze vestiging in kaart gebracht aan de hand van een extra inventarisatieformulier behorende bij de risico inventarisatie veiligheid. Eventueel extra te nemen maatregelen met betrekking tot dit onderwerp worden opgenomen in het plan van aanpak en, evenals alle andere onderdelen van de risico-inventarisatie, besproken met het team en de oudercommissie. Daarnaast wordt jaarlijks de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en het protocol ongewenste ‘Omgangsvormen c.q. seksuele intimidatie veroorzaakt door werknemers’ met het team besproken.
3.7
Extra dag(delen)
Indien ouders dit wensen dan kan er een verzoek tot het afnemen van een extra dag(deel) worden ingediend. Indien het gaat om incidenteel een dag extra, dan kan dit rechtstreeks aan de pedagogisch medewerkers van de groep worden gevraagd. Als het gaat om structureel een extra dag dan kan dit worden aangevraagd via de website of de klantenservice. Indien ouders dit wensen kan er eventueel ook een extra dag(deel) worden afgenomen op één andere basisgroep (eventueel ook van een andere vestiging) dan de eigen basisgroep, indien er op de eigen basisgroep geen plaats is. Ouders dienen hiervoor wel vooraf schriftelijk toestemming te verlenen.
3.8
Ruilen van dagen
Alle vestigingen van Partou hebben dezelfde mogelijkheden voor het ruilen van opvangdagen. Ouders die op vaste dagen opvang afnemen, kunnen een opvangdag omruilen. Hiervoor kunnen ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak maken met de groepsleiding of de vestigingsmanager. Ruilen is mogelijk twee weken vóór tot twee maanden na de opvangdag dat uw kind er niet is.
3.9
Medische hulp
Er zijn altijd één of meerdere medewerkers aanwezig, die opgeleid zijn tot bedrijfshulpverlener (BHV). De BHV- er volgt elk jaar een herhalingstraining. In kantoor is een overzicht te vinden van alle pedagogisch medewerkers op de vestiging met een BHV certificaat. Daarnaast hebben een aantal pedagogisch medewerkers een speciaal kinder-EHBO diploma. De kinder-EHBO cursus wordt elke 2 jaar herhaald. Indien consultatie door een arts voor een kind nodig is dan nemen we contact op met de ouders. Alleen in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld als we ouders onverhoopt niet kunnen bereiken) beslist de
Pagina 9 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
vestigingsmanager om contact op te nemen met de huisarts van het kind. De gegevens van de huisarts staan vermeld op het kindgegevensformulier. Soms kan het noodzakelijk zijn om direct medische hulp in te roepen. In die gevallen gaan wij naar de dichtstbijzijnde EHBO-post of bellen we 112. Uiteraard bellen wij de ouders dan zo snel mogelijk. De dichtstbijzijnde EBHO-post bij BSO Emily Brontesingel is de poli Zuid.
3.10 Voertaal In ons kindercentrum is de voertaal Nederlands. Het beheersen van de Nederlandse taal is de eerste stap naar een succesvolle (school)loopbaan. In onze kinderverblijven wordt door alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding Nederlands gesproken en wordt een zo omvangrijk mogelijk en goed taalaanbod gerealiseerd.
3.11 Samenwerkingsverbanden Lea Dasbergschool Samen met de Lea Dasbergschool zijn we in dit gebouw gevestigd. We delen enkele gezamenlijke ruimtes in het gebouw, zoals het speellokaal en de keuken. Daarnaast sluiten we soms ook aan bij een activiteit van school, zoals bij het bezoek van Sinterklaas. Regelmatig heeft Nancy van der Veen ‘vestigingsmanager’ een gebruikersoverleg met de directie van school om o.a. de samenwerking af te stemmen. Daarnaast is er regelmatig onderling contact tussen leerkrachten en pedagogisch medewerkers om dingen af te spreken, bijv. rondom activiteiten. Siza Waar mensen door een handicap belemmeringen ondervinden, biedt Siza ondersteuning; met deskundigheid en ervaring. En voor wie het gewone van alledag niet aan de orde kan zijn, zoekt Siza op aangepaste wijze naar verbindingen met de maatschappij. Siza is gevestigd in o.a. Rijkerswoerd met woningen en een activiteitencentrum. Vanuit het activiteitencentrum komen drie cliënten wekelijks of maandelijks naar de bso van Allio. Eén van de cliënten komt wekelijks een uurtje helpen in de huishoudelijke taken bij de bso. Twee andere cliënten komen maandelijks een uur meedoen met de activiteit. De kinderen van BSO Emily Brontesingel kunnen daarnaast op enkele middagen gebruik maken van de columbus(speel)tuin van Siza gelegen bij het activiteitencentrum. Of deelnemen aan activiteiten (bijv. met Pasen).
3.12 Huisregels De huisregels staan apart beschreven. Ouders ontvangen de huisregels in de informatiemap bij een rondleiding of intake. Voor kinderen zijn de huisregels aanwezig in de groepsruimte. Deze regels zijn bij de bso samen met de kinderen opgesteld.
3.13 Contact met scholen Nagenoeg alle kinderen die naar BSO Emily Brontesingel komen, worden opgehaald bij de Lea Dasbergschool. Samen met deze school zijn we gevestigd in het pand. Kinderen worden boven aan de trap bij de aula opgehaald om naar de bso te gaan. De oudste kinderen komen zelfstandig van het klaslokaal naar de bso. Enkele kinderen worden met de auto of bakfiets opgehaald bij de andere vestiging van de Lea Dasbergschool aan de Pythagorasstraat.
Pagina 10 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
3.14 Vervoer Vanaf de Pythagorasstraat worden de kinderen met een auto of bakfiets opgehaald. Via de Marga Klompélaan wordt van en naar BSO Emily Brontesingel gereden (kinderen lopen of fietsen niet zelfstandig naar de bso). De pedagogisch medewerker die de kinderen gaat ophalen draagt een Partou-jas en is daarmee goed herkenbaar. Er wordt verzameld bij het hek van de kleuterklas. Voor pedagogisch medewerkers is er een werkinstructie te vinden in het kwaliteitshandboek m.b.t. het vervoer van kinderen.
4
Begeleiding
4.1
Wennen
Voordat een kind naar de bso komt, nodigen we hem samen met de ouders uit in de groepsruimte, om alvast kennis te komen maken met de pedagogisch medewerker en de andere kinderen. Toch kan de eerste dag op een bso nog een grote overgang zijn voor een kind. Daarom spreken we tijdens de kennismaking met ouders en kind af of er behoefte is aan een wenperiode. Als de beroepskracht-kind-ratio dit toelaat kan een kind komen wennen voor de officiële plaatsingsdatum. Een aantal weken voor aanvang van de opvang wordt een intakegesprek en wenafspraak gepland. In dit gesprek komen de regels en richtlijnen van Partou kinderopvang en onze vestiging aan bod. Tevens worden de bijzonderheden van het kind (zoals bijvoorbeeld allergieën, hobby’s e.d.) en gegevens van diens ouders (telefoonnummers, werk, noodnummers) besproken. Deze worden doorgesproken en schriftelijk vastgelegd. De kindgegevens worden bewaard in een klapper, welke op een vaste plek op de groep aanwezig is. Zo kunnen alle pedagogisch medewerkers ten alle tijden de gegevens van het kind opzoeken. Afhankelijk van de behoefte komen kinderen 1 of 2 keer wennen. Natuurlijk wordt het kind tijdens het wenmoment wegwijs gemaakt op de bso. Tevens wordt het kind voorgesteld in de stamgroep. Vaak zijn er bekende kinderen vanuit school en dat geeft een vertrouwd gevoel aan het nieuwe kind.
4.2
Daginvulling
Het programma op de bso verloopt in een ritme met dagelijks terugkerende eet- en drinkmomenten en activiteiten voor de kinderen. Zo weten de kinderen wat er gaat gebeuren en kunnen ze hier op anticiperen. Dat geeft hen een gevoel van emotionele veiligheid. Oudere kinderen hebben behoefte aan meer vrijheid. Wij zorgen ervoor dat de mate van vrijheid aansluit bij de behoeften van het kind. Waar nodig, overleggen wij met de ouders en stemmen ons handelen hierop af.
4.3
Maaltijden en tussendoortjes
Eten en drinken met kinderen is een ontspannen, sociale activiteit. Bij warm weer en lichamelijke inspanning letten we er extra op dat ze voldoende drinken. Bij het samenstellen van de maaltijden en de tussendoortjes die wij aanbieden, hanteren we de richtlijnen van het Voedingscentrum en volgen wij de hygiënecode voor kleine instellingen. Hebben ouders bepaalde voedingswensen voor hun kind, vanwege een dieet of om culturele of religieuze reden, dan houden we daar rekening mee. Bij BSO Emily Brontesingel vinden we gezonde voeding van belang, hiermee wordt bijv. rekening gehouden bij het aanbod van broodbeleg. Daarnaast wordt er vooral fruit en groenten als tussendoortje aangeboden.
4.4
Traktaties
Bij vieringen mogen kinderen trakteren. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie.
Pagina 11 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
4.5
Zieke kinderen
Een ziek kind voelt zich thuis het prettigst; wij kunnen de zieke veelal niet de extra zorg en aandacht geven die het nodig heeft. Als een kind zich duidelijk niet lekker voelt of verhoging lijkt te hebben, nemen we contact op met de ouders om te overleggen. Op een enkele uitzondering na, kan een kind met een besmettelijke ziekte gewoon op de bso komen. Om te bepalen bij welke ziekte en hoe lang een kind eventueel beter thuis kan blijven, houden wij ons aan de richtlijnen van de GGD. Wij vinden het belangrijk te weten óf en om welke besmettelijke ziekte het gaat vanwege onze meldingsplicht aan de GGD. Bovendien kunnen wij dan de andere ouders van het kinderverblijf op de hoogte stellen; vooral voor zwangeren is dit van belang. Als kinderen op onze bso een besmettelijke ziekte hebben (of als er hoofdluis heerst), dan vermelden we dat bij de deur van de groep. Voor meer informatie kunnen ouders terecht bij de manager van ons kinderverblijf.
4.6
Medicijnen
Ouders kunnen aan ons vragen om hun kind bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Dit kunnen geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven en dus 'op recept' en op naam van het kind zijn verkregen. Daarnaast geld dit ook voor (homeopathische) zelfzorgmiddelen, die niet 'op recept' verkregen zijn, bij apotheker en drogist. Wij kunnen alleen aan dit verzoek voldoen als het middel in de originele verpakking met originele (geen kopie) bijsluiter wordt aangeleverd óf als op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe het middel moet worden toegediend. Bovendien vragen we van ouders om een verklaring medicijntoediening in te vullen. Paracetamol en overige koortsverlagende zelf zorg middelen vormen hierop een uitzondering. Koorts is een natuurlijke reactie van het lichaam ten aanzien van een virus/infectie. Door het gebruik van paracetamol wordt deze reactie onderdrukt. Bovendien kan door het gebruik van paracetamol een allergische reactie optreden (huiduitslag, galbulten). Derhalve zijn wij terughoudend met het toedienen van paracetamol om de koorts te onderdrukken. Paracetamol op de bso wordt bovendien alleen toegediend als het kind al twee keer eerder elders paracetamol heeft gehad zodat uitgesloten is dat het kind een allergische reactie krijgt. Ouders dienen, net als bij de overige medicijnen, de paracetamol zelf mee te nemen en een verklaring medicijntoediening in te vullen.
5
Seksuele ontwikkeling
Peuters en kleuters kunnen heel nieuwsgierig zijn naar hun lijfje en dat van anderen. Ze worden zich bewust van de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. ' Doktertje' spelen en ‘vader & moedertje’ zijn favoriet in de peuter- en kleuterleeftijd. Deze spelletjes zijn een normaal onderdeel van de seksuele ontwikkeling. We verbieden het niet, maar kunnen er wel regels aan stellen en begrenzen. Bijvoorbeeld dat we voorzichtig met elkaar moeten zijn, en dat kinderen ‘nee’ mogen zeggen als ze iets niet prettig vinden. Ook zijn we er alert op dat er niets in lichaamsopeningen (mond, oor, neus, vagina, billen) wordt gestopt. Wij hebben hierin een observerende taak, zodat weten wat er bij de kinderen speelt. Kleuters willen alles weten. Dit geldt ook voor seksualiteit. Zwangerschap en geboorte hebben voor kleuters nog geen relatie met seksualiteit. We vinden het wel belangrijk om op hun vragen in te gaan. Dit doen we dan ook zo veel mogelijk. Vanaf een jaar of 6 lijken kinderen minder interesse te hebben voor seksualiteit. Ze stellen minder vragen en tonen minder openlijke belangstelling voor elkaars lichaam. De ontwikkeling gaat wel gewoon door; er gebeurt nu veel meer buiten het gezichtsveld van de volwassenen. Schaamte begint een rol te spelen. De eerste verliefdheden ontstaan. Die kunnen heftige gevoelens teweegbrengen zonder dat daar seksuele gevoelens aan gekoppeld hoeven te worden. We vinden het belangrijk om open over seksualiteit te praten
Pagina 12 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
met kinderen, kinderen serieus te nemen en ze duidelijk antwoord op hun vragen te geven. Daarnaast willen we kinderen mee geven dat het belangrijk is om eigen grenzen aan te geven en rekening te houden met grenzen van andere kinderen. Vanaf een jaar of 8 worden de gevoelens van verliefdheid intenser. De gevoelens van verliefdheid en lichamelijk contact worden nu ook meer aan elkaar gekoppeld. De verliefden zoeken elkaars aanwezigheid op en gaan bijvoorbeeld tegen elkaar aanzitten of lopen hand in hand. De seksuele voorkeur wordt met voorzichtige stappen verkend, hoewel dit een lang proces is. In deze leeftijdsfase worden vaak grapjes over ‘homo’s’ gemaakt. Wij accepteren dit niet, maar gaan hierover in gesprek. We maken geen foto’s of film opnamen van blote kinderen.
6
Activiteitenaanbod
Bij onze buitenschoolse opvang staan plezier en lekker bezig zijn als vrijetijdsbesteding voorop. Met een breed aanbod van activiteiten en materialen dagen we de kinderen uit om te ontspannen door zich in te spannen en zo allerlei vaardigheden te ontwikkelen. Spelenderwijs, op vrijwillige basis en met groot plezier doen ze allerlei ervaringen op en komen sociale vaardigheden, cognitieve en motorische vaardigheden, fantasie en creativiteit aan bod. De kinderen kunnen zelf het initiatief nemen en daarnaast kiezen uit allerhande activiteiten die we ze aanbieden.
6.1
Verschillen tussen jongens en meisjes
We spelen in op de verschillende interesses en behoeften die jongens en meisjes kunnen hebben. Die verschillen hebben deels te maken met de ontwikkeling van de hersenen. De linker hersenhelft ontwikkelt zich langzamer dan de rechter. En door de invloed van het mannelijke hormoon testosteron, verloopt dat proces bij jongens langzamer. Daarom hebben zij meer behoefte aan grof motorische bewegingen, waarbij ze letterlijk de ruimte nodig hebben. Ze kunnen al snel hun interesse verliezen bij activiteiten die een beroep doen op hun fijne motoriek. De ontwikkeling van de fijne motoriek verloopt bij meisjes sneller; daarom zal hun spanningsboog bij dergelijke activiteiten groter zijn dan bij jongens. Om dezelfde reden uiten jongens zich veelal fysieker en stoeien daarom graag met elkaar. We kijken naar het individuele kind en sluiten aan op zijn/haar behoefte ongeacht of het een jongen of een meisje is. Ieder kind krijgt de ruimte die het nodig heeft.
6.2
Vallen en opstaan
Wij geven kinderen de ruimte situaties te oefenen en ervarend te leren. Dit gebeurt soms letterlijk met vallen en opstaan. Kinderen leren zo risico’s in te schatten. Spelen zonder risico kan niet, uiteraard begeleiden wij de kinderen hierin. Vooral de sportlessen zijn hierin belangrijk, daar wordt onderleiding van sportdocenten het bewegen gestimuleerd.
6.3
Meer van hetzelfde
Kinderen willen soms gedurende langere tijd achter elkaar met dezelfde activiteit bezig zijn. Bijvoorbeeld de hele week met kapla of met dinosaurussen spelen. Zo vergroten ze hun concentratie en verdiepen met fantasie hun spel. Alle ervaringen krijgen de tijd om in de hersenen te worden opgeslagen. We geven kinderen die langere tijd met een zelfde activiteit bezig willen zijn daarvoor de gelegenheid en tijd.
Pagina 13 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
6.4
Het doen telt
Voor alle kinderen geldt dat het eindresultaat van hun activiteit niet belangrijk is, maar de weg ernaar toe. Die weg bestaat uit uitproberen en ervaringen opdoen. Zo is het bijvoorbeeld een enorme ervaring als een kind zelfstandig aan de hand van een recept cakejes bakt. Dat vergroot zijn zelfvertrouwen en zelfstandigheid.
6.5
Zelfredzaamheid
Binnen de buitenschoolse opvang zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid sleutelwoorden. De kinderen krijgen, aansluitend bij hun leeftijd, meer vrijheden. Vanaf achtjarige leeftijd kan een zelfstandigheidcontract worden afgesloten. Dit contract wordt tussen locatiemanager, ouder en kind gesloten. Aan de hand hiervan kan het kind zelfstandig een aantal (handige) activiteiten ondernemen zoals van de buitenschoolse opvang naar school en terug lopen. Of een boodschap doen, bij een vriendje of gewoon buiten spelen. De afspraken die met ouders en kind gemaakt kunnen worden zijn afhankelijk van de vestiging en haar omgeving. Uiteraard wordt dit contract afgesloten op het moment dat het kind er ook echt aan toe is. Bij BSO Emily Brontesingel stimuleren we ook de zelfredzaamheid van de kinderen. Hierbij wordt afgestemd op waar kinderen aan toe zijn. Kinderen hangen bijvoorbeeld zelf hun jas op, gaan zelf naar het toilet en smeren zelf hun boterham. Natuurlijk bieden we hulp waar nodig. Kinderen helpen elkaar ook graag. Een ouder kind loopt bijvoorbeeld even mee naar het toilet of helpt met de rits van de jas. Het oudere kind groeit op deze manier door de verantwoordelijkheid die hij/zij mag dragen en het jongere kind leert ervan en kan het steeds meer zelf. Tevens met betrekking tot spel vinden we zelfredzaamheid voor de kinderen belangrijk. Zo is er allerlei spelmateriaal aanwezig waaruit de kinderen zelf kunnen kiezen. Het spelmateriaal is opgeborgen op kindhoogte waardoor ze ook zelfstandig het speelgoed kunnen pakken. In het contact met elkaar stimuleren we kinderen om ‘conflicten’ zelf op te lossen. Soms blijven we wat meer op de achtergrond om te kunnen kijken hoe kinderen het zelf oplossen. Natuurlijk zijn we er voor de kinderen om te ondersteunen indien nodig. We hebben hierbij aandacht voor alle betrokken kinderen
6.6
Opbouw activiteiten
Het activiteitenaanbod werken we uit volgens drie pijlers: Vrije activiteiten Kinderen kunnen op eigen initiatief, zelfstandig aan de slag met het aanwezige spel of creatief materiaal, dat op de bso aanwezig. Het zij alleen of samen in een groepje. Het spelmateriaal is uitdagend en toegespitst op de leeftijdsgroep. Om het samen spelen te stimuleren, hebben we veel spelmateriaal dat hiertoe uitnodigt. Open activiteiten Wij bieden activiteiten aan. Het kind kiest of het hieraan deelneemt, of iets anders gaat doen. Het aanbod is flexibel en biedt kinderen de ruimte om zelf met initiatieven te komen voor activiteiten of met een eigen inbreng te hebben in de aanpak. Het kan daarom gebeuren dat een door ons voorbereide open activiteit een andere wending krijgt en uiteindelijk wordt afgesloten met bijvoorbeeld een heel ander spel. Extra georganiseerde activiteiten Kinderen kunnen zich inschrijven voor workshops en cursussen van interne en externe specialisten (trainers, instructeurs of pedagogisch medewerkers) die af en toe worden aangeboden. Ze kunnen zo kennis maken
Pagina 14 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
met allerhande activiteiten en ontdekken waar hun talenten liggen. Inschrijven voor deze activiteiten is niet verplicht; we leggen daarvoor het initiatief bij de kinderen. Als kinderen zich eenmaal hebben ingeschreven stimuleren we hen wel om ook daadwerkelijk deel te nemen en de workshops compleet af te ronden. In het pand van BSO Emily Brontesingel is een prachtige gymzaal aanwezig. Bij onze bso werken o.a. 2 pedagogisch medewerkers met een CIOS-diploma en zij geven dagelijks sportactiviteiten op de bso. Regelmatig organiseren we een extra sportworkshop op woensdagmiddagen. Kinderen van de bso zijn hierbij van harte welkom, als ook kinderen uit de buurt of van school die niet structureel naar onze bso komen. Hierop inschrijven kan via de inschrijflijsten die in school opgehangen worden. Meestal worden de workshops een aantal weken achter elkaar georganiseerd, kinderen zijn enthousiast om deel te nemen. De pedagogisch medewerkers denken bij de invulling van de workshop aan de leeftijden van de deelnemende kinderen en stemmen daar het gevarieerde aanbod op af.
6.7
Verhalen
Luisteren naar een verhaal, benoemen waar het over gaat en wat je ervan vindt, stimuleert de taalontwikkeling; de woordenschat wordt groter. Voorlezen is ook vaak een groepsactiviteit; kinderen en pedagogisch medewerkers nemen de beurt en luisteren naar elkaar. Kinderen kunnen ook zelf een boek lezen; dat prikkelt niet alleen hun fantasie, maar kan ook een fijn rustmoment zijn. Bij BSO Emily Brontesingel zijn leesboeken en strips aanwezig waarin de kinderen rustig kunnen lezen en kijken. Ook wordt er af en toe voorgelezen, vooral in de Toverrijk 1. Kinderen genieten dan bijvoorbeeld van een verhaal terwijl ze fruit eten als ze uit school komen.
6.8
Uitstapjes
We maken onder andere uitstapjes tijdens de vakanties. Dat vergroot de wereld van de kinderen; ze doen zo weer nieuwe ervaringen op. Tijdens uitstapjes gelden de veiligheidsvoorwaarden zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Bij BSO Emily Brontesingel gaan we regelmatig naar de kinderboerderij of een speeltuin in de buurt. Tijdens de intake worden ouders hierover geïnformeerd en het komt tevens aan bod in het toestemmingsformulier. In vakanties lenen we vaak een Partou-busje van een andere vestiging om een uitstapje te maken. Bijvoorbeeld naar speeltuin de Leuke Linde of schaatsen in Elst. Ouders worden vooraf geïnformeerd over het vakantieprogramma. Uiteraard wordt er bij de organisatie van de uitstapjes rekening gehouden met toestemming voor de kinderen om deel te nemen. Tijdens uitstapjes zijn we altijd goed herkenbaar door het dragen van een Partou-jas (pedagogisch medewerkers) of hesje (kinderen).
6.9
Buitenspelen
Buitenspelen doen we zoveel mogelijk iedere dag. Daar hebben kinderen letterlijk de ruimte voor grof motorische bewegingen en kunnen ze zich uitleven: klimmen en klauteren, rennen en fietsen. Buiten worden ook activiteiten aangeboden als sport en spel en onderzoeken van de natuur. BSO Emily Brontesingel is gelegen naast het Stuitbos. Hier zijn we regelmatig te vinden met de kinderen. In het bos kunnen ze op onderzoek uit in de natuur of bijvoorbeeld lekker hutten bouwen. We maken daarnaast dagelijks gebruik van het schoolplein om buiten te spelen met de kinderen. Op het plein zijn allerlei activiteiten mogelijk: er is o.a. een voetbalveldje, klimrek, hinkelpad en zandbak. Ook hebben we fietsen, ballen, schepjes en emmertjes e.d. waarmee de kinderen zich kunnen vermaken buiten. Een andere manier waarop de kinderen zich vermaken buiten is met uitstapjes in de omgeving, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij, de Columbustuin bij Siza of een speeltuin in de buurt. Zie voor verdere informatie hierover het hoofdstuk over uitstapjes.
Pagina 15 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
6.10 Natuur & milieu Kinderen krijgen hun normen en waarden overgedragen door hun directe verzorgers. Wij hebben dus een voorbeeldfunctie, ook ten aanzien van het milieu. Vooral de kennismaking met de natuur staat voorop, zodat kinderen deze leren waarderen. De pedagogisch medewerkers zullen de kinderen hiertoe bewust bij de natuur betrekken. De aandacht voor het milieu zal vanuit dit standpunt op een speelse manier en vanuit een voorbeeldfunctie worden meegenomen. Voorbeelden om kinderen bij de natuur te betrekken:
Aandacht voor de seizoenen, bijvoorbeeld door de aankleding van het lokaal, door creatieve activiteiten.
Buiten spelen in alle jaargetijden.
Werken met plantjes en zaadjes. Het maken van een kindertuin.
Aandacht voor diverse diersoorten, door voorlezen en bezoek kinderboerderij.
Bewust omgaan met dieren als slakken en lieveheersbeestjes.
Voorbeelden om kinderen bij het milieu te betrekken:
Mee laten helpen bij het opruimen van papier/glas op het kinderverblijf in de daarvoor bestemde bakken.
Geen afval op straat (laten) gooien.
Zuinig leren omgaan met water bij het handen wassen.
Kosteloos materiaal gebruiken. (Teken)papier optimaal gebruiken.
6.11 Creativiteit We geven ruim baan aan de creativiteit van kinderen door bij elke activiteit de inbreng van kinderen een grote rol te laten spelen. We stimuleren hun creatieve proces door activiteiten aan te bieden die niet van te voren zijn ingevuld of waar niet aan de hand van een voorbeeld wordt toegewerkt naar een bepaald eindresultaat. Spelenderwijs en in gesprek met kinderen komt er iets tot stand. Het gaat niet om het eindresultaat maar om het proces. We maken gebruik van de eigen creatieve oplossingen die kinderen hebben, zowel in het spel als tijdens een knutselactiviteit. We geven kinderen de ruimte allerhande materiaal op hun eigen wijze te gebruiken. Zo wordt het materiaal optimaal onderzocht. Wij voegen hoogstens een element toe aan de activiteit, maar schrijven niets voor en laten kinderen bepalen wat ze met het materiaal doen.
6.12 Gebruik televisie en computer Kinderen komen al heel jong in aanraking met televisie en computer. Partou gaat daar zorgvuldig mee om en heeft een multimedia wijzer ontwikkeld. Wilt u meer hierover weten vraag naar de folder ‘multimedia bij Partou’. Bij BSO Emily Brontesingel kijken de kinderen af en toe naar de televisie. Een filmmiddagje wordt dan opgenomen in het vakantieprogramma, bijvoorbeeld in de herfstvakantie. Incidenteel kijken de kinderen in een schoolweek naar de televisie, bijvoorbeeld bij lang aanhoudend slecht weer. Kinderen kijken altijd onder begeleiding naar de televisie. Bij BSO Emily Brontesingel hebben we geen computer waar kinderen gebruik van maken.
6.13 Muziek Bij het Toverrijk hebben we een radio met cd-speler staan. Hierop luisteren we naar muziek, waarbij we afstemmen op het verzoek van de kinderen (bijvoorbeeld K3). Regelmatig wordt er ook bewogen en/of gedanst op de muziek. Op de achtergrond staat regelmatig de radio aan en dat brengt een gezellige sfeer. We houden er hierbij rekening mee dat er een geschikte radiozender aan staat. Kinderen zingen soms vrolijk mee
Pagina 16 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
met een liedje.
6.14 Huiswerk Kinderen kiezen zelf wat ze willen doen bij de bso. Uiteraard is er de mogelijkheid om rustig aan huiswerk te werken. Momenteel komt dit niet zoveel voor bij de kinderen van bso. Hierbij speelt waarschijnlijk mee dat er vooral kinderen aanwezig zijn uit de lagere klassen van de basisschool.
6.15 Vakantieactiviteiten Voorafgaand aan een vakantie maken we een gevarieerd programma dat de kinderen wordt aangeboden. Er komen allerlei activiteiten aan bod, zoals sporten, knutselen, koken, spelletjes doen en uitstapjes. Er is voor ieder wat wils te doen. Tijdens de vakantie wordt er rekening gehouden met de inbreng van de kinderen. Zo kan het gebeuren dat een activiteit herhaald wordt of dat er een activiteit komt te vervallen omdat de kinderen liever iets anders doen.
7
Sfeer op de groep
Sfeer is belangrijk op de groep. Een goede sfeer draagt bij aan het gevoel van emotionele veiligheid. Dat is een belangrijke voorwaarde voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen. In dit hoofdstuk worden de aspecten beschreven die van invloed zijn op de sfeer.
7.1
Ruimte: indeling en aankleding
Bso- lokaal Het bso lokaal is de stamgroep van Toverrijk 1. Het is tevens de basisruimte van onze bso. Er is een leeshoek met fijne kussens en een bank waarbij natuurlijk ook (bieb)boeken en tijdschriften aanwezig zijn. Ook staat er een televisie om in vakanties een filmpje te kunnen kijken. Daarnaast staan er tafels met stoelen in het lokaal. Kinderen kunnen hieraan knutselen, een spel doen en gezellig gezamenlijk eten en drinken. Knutselwerkjes zijn te bezichtigen op het prikbord en aan de wand, daar zijn tevens foto’s van activiteiten te zien. Dit geeft een leuk beeld van wat er is gedaan door kinderen bij de bso. In het lokaal zijn ook kasten te vinden met spelmateriaal. Zo is er een knutselkast en spellenkast waaruit kinderen materialen kunnen pakken om mee aan de slag te gaan. Aula De stamgroepen Toverrijk 2 en 3 zitten in de aula. Dit is een ruimte die we delen met school. Er staat een podium in de aula dat gebruikt wordt tijdens vieringen en waar wij ook gebruik van kunnen maken om op te spelen. Er staan kasten in de aula met allerlei spelmateriaal (gekleurd papier, kleurplaten, potloden, scharen, lijm, spelletjes, kapla e.d.) waarmee kinderen gezellig aan de slag kunnen. Vanuit het bso lokaal kan altijd aanvullend spelmateriaal opgehaald worden om mee te spelen, mochten kinderen dat graag willen. Met het spelmateriaal kunnen de kinderen spelen op verschillende plekken in de aula. Zo worden er bijvoorbeeld mooie bouwwerken gemaakt van kapla op het podium of wordt er met de lego gespeeld in een deel van de aula. Er staan tevens hoge tafels in de ruimte met gekleurde stoelen om gezellig aan te eten en om een spelletje te kunnen doen of te knutselen.
Pagina 17 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
In de gang bij de kapstokken van de kinderen hangt informatie voor kinderen en ouders, zoals bijv. het vakantieprogramma, informatie over activiteiten, huishoudelijke mededelingen e.d. Gymzaal In het gebouw zit een mooie gymzaal. Deze gebruiken we dagelijks om sportactiviteiten te organiseren voor de kinderen van BSO Emily Brontesingel. In de gymzaal is een groot aantal gevarieerde materialen aanwezig. Hierbij valt te denken aan ringen, kasten, trampolines, ballen, matten etc. De kinderen nemen graag deel aan de activiteiten in de gymzaal. Spelmateriaal Het spelmateriaal is uitdagend, fantasierijk en past bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Wij dragen waar mogelijk samen met de kinderen, verantwoordelijkheid voor de verzorging, uitstraling en aankleding van de groep. We leren kinderen om op te ruimen waarmee ze gespeeld hebben. Hiermee stimuleren wij de zelfstandigheid, participatie, het groepsgevoel en het verantwoordelijkheidsgevoel. Bovendien blijven ruimtes zo overzichtelijk en voorkomen we dat kinderen overprikkeld raken. Een overprikkeld kind komt moeilijker tot spel, omdat er steeds iets nieuws is wat zijn aandacht vraagt. We vinden geconcentreerd spelen belangrijk, omdat spelen de manier is waarop kinderen leren. Door het uitdagende spelmateriaal, het gevoel van herkenning en de veiligheid van de vaste (stam)groepsruimte stellen we kinderen in staat zich op allerlei gebieden te ontwikkelen.
7.2
Bijzondere momenten
Aan bepaalde gebeurtenissen in het leven van het kind besteden we bijzondere aandacht. We vieren verjaardagen en nemen afscheid van een kind dat overgaat naar een volgende groep. We besteden ook aandacht aan feesten en feestdagen vanuit de culturele achtergrond van de kinderen op onze groep. Een bijzonder moment kan ook een verdrietige gebeurtenis zijn, zoals het overlijden van een opa of oma. We besteden hier aandacht aan, afgestemd op de behoefte van het betreffende kind en de andere kinderen in de groep. Elk feestje kent zijn eigen, vaste rituelen, die ervoor zorgen dat de kinderen weten wat er komen gaat. Zo ervaren ze een gevoel van zekerheid en veiligheid. We vinden het ook belangrijk om bijzondere aandacht te besteden aan het afscheidsfeestje; het kind kan een periode afsluiten en aan een nieuw ‘avontuur’ beginnen. Hij neemt afscheid van de oude groep, van de groepsgenootjes en de pedagogisch medewerkers en van gebruiken en gewoonten. Ook voor de ‘achterblijvers’ is afscheid nemen belangrijk. Zij missen immers een groepsgenootje. Door steeds dezelfde rituelen terug te laten komen, worden kinderen gesteund en begeleid in het zetten van de volgende stap. De betrokkenheid van de kinderen onderling speelt bij de bijzondere momenten een belangrijke rol. Samenwerken, rekening houden met elkaar en respect hebben voor anderen zijn allemaal aspecten van betrokkenheid die aan bod komen. Vanuit die betrokkenheid besteden we bijvoorbeeld ook speciale aandacht aan een kind dat een broertje of zusje heeft gekregen, of een kind dat er niet bij kan zijn omdat hij ziek is. Sensitiviteit is een belangrijke attitude van pedagogisch medewerkers. Wij stellen ons sensitief op en maken vanuit betrokkenheid de kinderen sociaal attent op elkaar. We hebben aandacht voor het individuele kind en voor de groep. Wij herkennen en benoemen emoties en zorgen voor een ontspannen en vrolijke sfeer.
7.3
Belonen en corrigeren
Wij belonen positief en gewenst gedrag van kinderen zoveel mogelijk met een compliment. Uitgangspunt hierbij is dat een kind meer leert van belonen dan van corrigeren. Wij spreken kinderen aan op hun gedrag, niet op wat of hoe ze zijn. Als er sprake is van ongewenst of lastig gedrag, dan zullen we proberen te
Pagina 18 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
achterhalen wat de reden hiervan is. Wij staan open voor deze achterliggende gevoelens, zodat we het negatieve gedrag kunnen ombuigen naar positief gedrag. Als kinderen in een conflictsituatie komen, grijpen we niet direct in. We stellen ze in staat de situatie zelf op te lossen, omdat dat belangrijk is voor hun ontwikkeling naar zelfstandigheid. We ondersteunen hen als ze er zelf niet uitkomen of als de veiligheid (fysiek en of emotioneel) in gevaar komt. We brengen de ouders op de hoogte als zij hun kind komen ophalen. We lichten ze in over de voorgevallen situatie en over hoe de pedagogisch medewerker gehandeld heeft. Bij herhaling van gedrag dat tot conflicten leidt, bespreken we met de ouder of ze dit herkennen, hoe zij ermee omgaan en hoe we gezamenlijk met dit gedrag omgaan. Wij handelen bij een conflictsituatie volgens het stappenplan dat staat beschreven in de werkinstructie ‘Corrigeren en conflicthantering‘.
7.4
Kinderparticipatie
Wij vinden het belangrijk dat kinderen zelf keuzes kunnen maken. Kinderparticipatie is daarom essentieel voor onze manier van werken. We volgen daartoe zoveel mogelijk de behoeftes en initiatieven van het kind. Dit betekent o.a. dat kinderen ideeën kunnen aandragen voor activiteiten. Tijdens kringmomenten praten we regelmatig over allerlei zaken die de bso aangaan. Zoals: regels, welke spelletjes ze leuk vinden, omgang met elkaar. Bij het samenstellen van het activiteitenaanbod en de aanschaf van materiaal, hebben de kinderen natuurlijk een stem. We luisteren goed naar hun behoefte en meningen en kijken daarbij naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Wij ondersteunen kinderen in het kenbaar maken van hun wensen en creëren een sfeer waarin zij zich veilig voelen. We ontvangen hun initiatieven en spelen hierop in. We helpen kinderen keuzes te maken als ze dit moeilijk vinden. We stemmen onze manier van handelen telkens af op het ontwikkelingsniveau van het individuele kind en hanteren daarbij heel bewust de interactieprincipes.
7.5
Regels en afspraken
Binnen elke groep gelden er regels en afspraken die de sociale ontwikkeling ondersteunen en daarnaast zorgen voor een emotioneel veilige omgeving. We stellen zoveel mogelijk in samenspraak met de kinderen de (gedrags)regels op over hoe we met elkaar omgegaan en hoe we samen zorgen voor de groepsruimte. Daar horen ook de eventuele consequenties bij voor kinderen die zich hieraan niet houden. We stimuleren de sociale competenties van de kinderen en leren hen waarden en normen door rekening te (leren) houden met elkaar en door te (leren) omgaan met elkaar. Ook maken we afspraken met de ouders over wat hun kind wel of niet zelfstandig mag. Bijvoorbeeld zelfstandig naar huis of de sportvereniging gaan.
7.6
Pesten
Bij pestgedrag handelen we zoals beschreven staat in het protocol ‘Omgaan met pesten’. Dit protocol is opgesteld volgens de methode 'no blame'. Dat wil zeggen, het gaat ons niet om de schuldvraag, maar om het pesten te stoppen. We doen nadrukkelijk een appèl op het inlevingsvermogen van de pester en de eventuele meelopers. We gaan met zowel de pester als de gepeste in gesprek, maar ook met de omstanders als dit een terugkerend patroon is. We vragen naar het waarom van wat er is gebeurd en hoe beiden (pester en gepeste) zich hierbij voelen. We maken de omstanders duidelijk dat zij medeverantwoordelijk zijn. We bespreken met ze hoe het werkt, en dat als zij zich anders op stellen – namelijk het gedrag van de pester afkeuren- zij dit patroon kunnen doorbreken. Als een kind (of de ouders van dat kind) aangeeft dat het gepest wordt op de bso, nemen we dit altijd serieus. Door zorgvuldige observatie en gesprekken met kinderen en de ouders van het kind dat wordt gepest, én de ‘pesters’, zullen wij proberen te achterhalen wat er binnen de groep kinderen speelt.
Pagina 19 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
Uitgangspunt is dat wij actief luisteren en niet bevooroordeeld zijn. Ons doel is een warme, liefdevolle en geborgen omgeving bieden waarin alle kinderen zich emotioneel veilig voelen.
7.7
Vriendjes
De kinderen mogen incidenteel een vriendje of vriendinnetje meenemen. Dit wordt van te voren overlegd tussen ons en de ouders. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de bezetting. Als er een vriendje of vriendinnetje meekomt worden de belangrijkste (contact)gegevens genoteerd op de aanwezigheidslijst.
8
Oudercontacten
8.1
Het doel
Het doel van de oudercontacten is om een vertrouwensband en een goede samenwerking op te bouwen en ervoor te zorgen dat de twee opvoedomgevingen, thuis en de bso, goed op elkaar zijn afgestemd. Dat vereist zoveel mogelijk afstemming tussen de pedagogisch medewerker en de ouders. We leren de kinderen goed kennen en wisselen ervaringen en aanpak uit.
8.2
Breng- en haalmomenten
Op de buitenschoolse opvang spreken wij de ouders voornamelijk bij het ophalen. We vertellen ze dan hoe de middag is verlopen en hoe het kind de middag heeft beleefd. Als er bijzonderheden zijn, bespreken we die ook. Bijvoorbeeld als we merken dat het kind meer vrijheid aan zou kunnen. Natuurlijk bieden we ouders altijd de gelegenheid om een afspraak te maken voor een uitgebreider gesprek. Dit kan op ons initiatief of op initiatief van de ouders (zie ook Oudergesprekken). Tijdens vakantie of studiedagen zullen wij ‘s ochtends vragen of er bijzonderheden zijn. Kortom: wij vragen om informatie die van belang is om de initiatieven van een kind beter te begrijpen en hem zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Als ouders hun kind niet zelf komen halen, dienen ze dit van te voren te laten weten. Uit veiligheidsoverwegingen geven wij kinderen niet zonder toestemming van de ouders mee aan een derde. Om diezelfde reden kunnen kinderen alleen opgehaald worden door iemand boven de 12 jaar. Wanneer er bijzonderheden zijn opgevallen terwijl een kind bij de bso is en het wordt niet opgehaald door een ouder, zullen we telefonisch contact opnemen om een overdracht ervan te kunnen doen. We vinden het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van de belevenissen van hun kind bij de bso en bij bijzonderheden is dit extra van belang.
8.3
Gesprekken
Intakegesprek Wanneer een kind definitief geplaatst is op de bso, nodigen we de ouder uit voor een kennismakings/intakegesprek. Dat doet de manager of een van onze pedagogische medewerkers. Bij voorkeur is hierbij ook het kind aanwezig. Tijdens dit gesprek wisselen we informatie uit en kan het kind alvast kennismaken met groepsgenootjes en groepsleiding. Tevens wordt het kindgegevensformulier ingevuld en kunnen ouders aangeven voor welke zaken zij toestemming verlenen, zoals het maken van foto’s. Een aantal weken voor aanvang van de opvang wordt een intake gesprek en wenafspraak met de ouders gepland. In dit gesprek komen de regels en richtlijnen van Partou kinderopvang en onze vestiging aan bod. Tevens worden de bijzonderheden van het kind (zoals bijvoorbeeld allergieën, hobby’s e.d.) en gegevens van
Pagina 20 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
diens ouders (telefoonnummers, werk, noodnummers) besproken. Deze worden doorgesproken en schriftelijk vastgelegd. De kindgegevens worden bewaard in een klapper, welke op een vaste plek op de groep aanwezig is. Zo kunnen alle pedagogisch medewerkers ten alle tijden de gegevens van het kind opzoeken. Afhankelijk van de behoefte komen kinderen 1 of 2 keer wennen. Oudergesprek Wij nodigen de ouders 1x per jaar uit voor een oudergesprek om bijzonderheden van het kind door te spreken. Dat doen we aan de hand van het observatieformulier. Er kunnen ook andere momenten aanleidingen zijn voor een oudergesprek, zowel op initiatief van de ouders als van een van onze pedagogisch medewerkers. Hiervoor willen we altijd gelegenheid bieden bij BSO Emily Brontesingel. Bijvoorbeeld als er iets voorvalt in de thuissituatie of om afspraken te maken (en vast te leggen) over de zelfstandigheid van oudere kinderen e.d.
8.4
Schriftelijke informatie
Digitaal communicatieplatform ‘Mijn Kind’ Onze pedagogisch medewerkers schrijven op het digitale platform ‘Mijn Kind’ over de belevenissen en activiteiten van de groep. Ouders krijgen toegang tot deze berichten via een button op onze website of via een app op hun telefoon of tablet. Daarnaast kunnen de pedagogisch medewerkers foto’s van de activiteiten plaatsen, vragen stellen aan ouders of andere mededelingen doen. Ouders kunnen de berichten en foto’s direct zien als de pedagogisch medewerker deze heeft geplaatst en hierop reageren. Ook kunnen ouders zelf een foto of bericht plaatsen. Als ouders hun account activeren in ‘mijn kind’ kunnen zij toestemming geven voor het fotograferen van hun kind voor dit platform. Deze keuze is te allen tijde te wijzigen. Nieuwsbrief De vestigingsmanager Nancy van der Veen stelt regelmatig een nieuwsbrief op voor ouders. Deze zijn te vinden in het postvakje van de kinderen. In de nieuwsbrief kunnen bijvoorbeeld personele ontwikkelingen en informatie over activiteiten aan de orde komen. Daarnaast is er informatie voor ouders en kinderen te vinden in de gang bij de kapstokken, bijv. over wokshops die worden georganiseerd, het vakantieprogramma e.d.
8.5
Oudercontact momenten
Jaarlijks organiseren we meerdere momenten waarop ouders worden uitgenodigd bij BSO Emily Brontesingel. Dit kan bijvoorbeeld kijkmiddag bij de gymles of Nieuwjaarsborrel zijn. Tijdens dit moment wordt een indruk gegeven waar de (klein)kinderen worden opgevangen. Ook houden we jaarlijks een gezellig kerstbuffet. Samen met kinderen en ouders eten we een hapje en een drankje en luiden we de feestdagen in. Iedereen neemt iets mee en daarmee wordt een heerlijk buffet gevormd.
8.6
Website
Op www.partou.nl hebben we onze eigen pagina’s. Sommige pagina’s zijn openbaar en geven feitelijke informatie over onze bso (aantal groepen, openingstijden enz.). Daarnaast ontvangen ouders via het digitale communicatieplatform ‘Mijn Kind’, een afgeschermde omgeving, berichten en foto’s over de belevenissen van hun kinderen op het kinderverblijf. Zij krijgen toegang tot dit platform via een button op onze website of via een app op hun telefoon of tablet.
Pagina 21 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
8.7
Oudercommissie
De oudercommissie van ons kinderverblijf behartigt de belangen van kinderen en ouders van onze vestiging, bevordert de communicatie tussen de ouders en de medewerkers en adviseert over onder meer voeding, spel- en ontwikkelingsactiviteiten, veiligheid en gezondheid binnen het kinderverblijf. De bevoegdheden, samenstelling, benoeming en verkiezing verlopen volgens het Reglement Oudercommissies. Bij BSO Emily Brontesingel bestaat de oudercommissie uit zowel leden met kinderen bij het KDV als leden met kinderen bij de BSO. De oudercommissie heeft een postvak dat te vinden is bij de entree van het KDV. Ook hebben zij een mailadres waarop ouders de leden kunnen benaderen.
8.8
Exit enquête
Als de kindplaats is beëindigd, ontvangen ouders een exit enquête met vragen over hun ervaringen met ons kinderverblijf. Deze evaluatie kan input zijn voor verbeteracties.
9
Borging van de kwaliteit
Onze bso is onderdeel van de landelijke organisatie Partou. Partou is een 'formule' bedrijf. Dat betekent dat alle kinderverblijven van Partou weliswaar onderling kunnen verschillen (bijvoorbeeld in gebouw, inrichting, personeelssamenstelling), maar altijd binnen centrale kaders. Die gelden o.a. voor het pedagogisch beleid en de kwaliteit van de dienstverlening. Deze zaken zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek van Partou. Dit geeft ouders de zekerheid dat alle pedagogisch medewerkers op dezelfde deskundige wijze werken en dat de kwaliteit van de opvang is gewaarborgd.
9.1
Personeel en opleiding
Alle pedagogisch medewerkers in ons team zijn gekwalificeerd. De kwalificatie-eisen om als pedagogisch medewerker te mogen werken zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang. Deze cao is op www.partou.nl te vinden voor ouders. Regelmatig worden wij op de groep ondersteund door stagiaires. Zij volgen de opleiding PW3, PW4 of Helpende Welzijn. De stagiaires bieden ondersteuning bij de verzorging van kinderen, bij de uitvoering van activiteiten, maar hebben niet de eindverantwoording. Ook zijn er werknemers die een werk-/leertraject volgen, deze werknemers krijgen gedurende de opleiding steeds meer verantwoordelijkheden. In het BPVbeleidsplan is vastgelegd wanneer een werknemer die een werk-/leertraject volgt bepaalde taken mag uitvoeren. Het BPV-beleidsplan is in te zien op de vestiging. Werknemers die een werk-/leertraject volgen en stagiaires worden ingezet conform de eisen zoals deze zijn beschreven in de CAO Kinderopvang.
9.2
Ondersteuning op de groep door andere volwassenen
In principe maken wij geen gebruik van vrijwilligers. Voor extra activiteiten zoals een workshop, trekken we uitsluitend gediplomeerde krachten aan. Zij moeten net als iedereen die in de kinderopvang werkt een zogenaamde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overleggen voordat ze hun activiteiten bij ons starten. We maken een uitzondering voor bijvoorbeeld een ouder of grootouder die af en toe komt voorlezen of muziek maken.
9.3
Werkinstructies/protocollen
Het algemeen pedagogisch beleid is onderdeel van het kwaliteitshandboek van Partou. Naast het algemeen pedagogisch beleid zijn hier ook allerlei werkinstructies en protocollen in opgenomen, bedoeld om de
Pagina 22 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
veiligheid en gezondheid van de kinderen en de kwaliteit van de leefomgeving op de bso zo goed mogelijk te borgen. Zo zijn er instructies en (veiligheids)eisen bij het ondernemen van een uitstapje en hoe we omgaan met pesten. Deze werkinstructies en protocollen worden continue geëvalueerd en bijgesteld. Niet alleen door aanpassingen van richtlijnen door bijvoorbeeld de GGD of het Voedingscentrum, maar ook door reacties van de pedagogisch medewerkers, managers en ouders.
9.4
Niet tevreden? Vertel 't ons.
Goede samenwerking tussen ouders en medewerkers is in het belang van het welzijn van de kinderen. Daar zetten wij ons van harte voor in. Het kan voorkomen dat u van mening verschilt met een medewerker of ergens ontevreden over bent. Wij vragen u dit bespreken met de betreffende medewerker of met de vestigingsmanager. Ook kunt u de regiomanager vragen te bemiddelen. Zij is bereikbaar via het servicekantoor van Partou. U kunt ook ontevreden zijn over dienstverlening van het servicekantoor. Dan kunt u contact opnemen met de manager van de betreffende afdeling. De contactgegevens van het servicekantoor staan vermeld op de website. Klachtencommissie Meestal komen we er samen wel uit. Is dat niet het geval, of wenst u de klacht direct bij een onafhankelijke klachtencommissie in te dienen, dan kunt u schriftelijk een klacht indienen bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. Geschillencommissie Ook kunnen zowel ouders als Partou een klacht laten beoordelen door de Geschillencommissie Kinderopvang. Meer informatie leest u in de Algemene Voorwaarden, te vinden op onze website. Klachtenreglement Voor meer informatie over de klachtenprocedure en het volledige klachtenreglement verwijzen wij u naar onze website.
9.5
Observatie welbevinden en ontwikkeling van het kind
Kinderen moeten zich voor alles prettig en op hun gemak bij ons voelen. Daarom staan we regelmatig stil bij de vraag of kinderen zich welbevinden. Welbevinden is immers een belangrijke voorwaarde om je goed te kunnen ontwikkelen. In grote lijnen volgen we derhalve ook de ontwikkeling die de individuele kinderen doorlopen. We maken daarbij gebruik van observatieformulieren, als ondersteuning. Minimaal eenmaal per jaar observeren we aan de hand van de observatielijst het gedrag van elk kind. De bevindingen vullen we in op het observatieformulier. Per kind bespreken onze pedagogisch medewerkers en de manager de formulieren en worden er zo nodig acties tot verbetering in gang gezet. Tijdens het oudergesprek bespreken we de formulieren en acties met de ouders. Overigens wordt de privacy van kinderen en ouders beschermd, en worden de formulieren na twee jaar vernietigd. Deze observatie is voor onze pedagogisch medewerkers een aanvullende werkwijze om nog meer inzicht te krijgen in de ervaringen van de kinderen waarmee zij dagelijks omgaan en de wijze waarop zij ze zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Als de ontwikkeling van een kind anders verloopt Niet altijd verloopt de ontwikkeling van een kind volgens verwachting. Soms krijgen we ook te maken met gedragsproblemen, ontwikkelingstoornissen, lichamelijke of verstandelijke beperkingen.
Pagina 23 van 24
Eigenaar
Versie basiswerkplan
afd. Kwaliteit & Processen
november 2013
Vestigingsnaam
Laatste wijziging vestigingsspecifieke inhoud
Partou BSO Emily Brontesingel 1A
december 2013
Bestandsnaam basiswerkplan F2.18 Pedagogisch werkplan bso
Wij hebben samen met de ouders een signalerende rol, maar kunnen niet diagnosticeren. Zodra onze pedagogisch medewerkers zich zorgen maken, wordt dit met de ouders besproken. Wij horen het ook graag van de ouders als die zich zorgen maken. Samen zullen we dan bekijken hoe de zorgen kunnen worden weggenomen en hoe het kind extra kan worden ondersteund en gestimuleerd in zijn ontwikkeling. Ons uitgangspunt is altijd het welbevinden van het kind. We kunnen niet altijd de zorg en aandacht bieden die een kind nodig heeft. Soms komen we tot de conclusie dat een kind niet op zijn plek is bij ons. Wij stellen onszelf daarom altijd de vraag: “Is de plek bij ons op de opvang de beste plek voor het kind?” Vanuit dat oogpunt bekijken we ook of we kinderen met een beperking of ontwikkelingsproblemen goede opvang kunnen bieden. Wat de mogelijkheden zijn hangt echter altijd af van de specifieke situatie.
9.6
Analyse van de pedagogische kwaliteit
Wij analyseren jaarlijks de pedagogische kwaliteit van onze vestiging. Hiervoor gebruiken we de observatielijst kwaliteit van de leefomgeving. Naar aanleiding van de resultaten hiervan stellen we verbeterpunten vast die we opnemen in ons jaarplan. De resultaten van de analyse van de pedagogische kwaliteit wordt besproken met de oudercommissie.
9.7
Veiligheid en gezondheid
Op onze vestiging zijn alle veiligheid- en gezondheidsfactoren in kaart gebracht. Deze, en eventuele nieuwe factoren, worden jaarlijks beoordeeld op basis van de methoden van Stichting Consument en Veiligheid, het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid en de digitale risicomonitor. Deze zogenaamde risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Bij de risico-inventarisatie gezondheid wordt gekeken naar ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De oudercommissie brengt advies uit op het gevoerde beleid ten aanzien van de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak. De risico-inventarisatie gaat uit van normen én van het (soms onvoorspelbare) gedrag van kinderen. Jaarlijks stelt de GGD vast of deze inventarisatie en de hieraan gekoppelde evaluatie op de juiste wijze en volledig is uitgevoerd. De risico-inventarisatie en een afschrift van het inspectierapport van de GGD liggen op onze vestiging ter inzage. Het inspectierapport is ook te vinden via de vestigingspagina's.
9.8
Deskundigheidsbevordering
Zoals benoemd in het algemeen pedagogisch beleidsplan worden onze pedagogisch medewerkers op verschillende manieren ondersteund. Die ondersteuning is afgestemd op de individuele behoefte van elke pedagogisch medewerker. Interactiebegeleiding neemt daarbij een belangrijke plek in, omdat de interactieprincipes de basis vormen van ons pedagogisch handelen. Structureel krijgen pedagogisch medewerkers interactiebegeleiding in contact met kinderen. Daarnaast worden er verschillende pedagogische verdiepingscursussen aangeboden voor pedagogisch medewerkers en vestigingmanagers, afgestemd op de behoefte van de vestiging.
Pagina 24 van 24