PEDAGOGISCH PLAN VAN AANPAK BSO HET TORENTJE
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie november 2014.
Inhoudsopgave Pedagogisch plan van aanpak Inleiding Hoofdstuk 1 Onze vestiging De groepen Samenvoegen groepen Opvang op een andere groep Extra dag of ruildag Pedagogische visie Veiligheid en hygiëne en vier ogenprincipe Hoofdstuk 2 De kinderen: persoonlijke competenties Wenproces: extern wennen en intern wennen Veiligheid en geborgenheid Welbevinden Dagritme van de groepen Hoofdstuk 3 De pedagogisch medewerkers Professioneel en persoonlijk Overleg. scholing en opleiding Kwaliteitshandboek Overige ondersteuning op de vestiging Hoofdstuk 4 De groep: sociale competenties Je welkom voelen Meertaligheid Kinderparticipatie Samen eten Hoofdstuk 5 Ruimte en inrichting De pedagogische kracht van de ruimte Beschrijving van de ruimte Buitenspelen Hoofdstuk 6 Samenwerken met ouders Partner in opvoeden en verzorgen Kennismakingsgesprekken Brengen en halen Contact met ouders Oudercommissie Problemen en klachten Feesten Zieke kinderen Achterwacht Scheiden van ouders Bijlagen:
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
1
Inleiding In dit pedagogisch plan van Aanpak (PPA) werken we onze pedagogische visie uit. We beschrijven hoe we met de kinderen werken, hoe de ruimte is ingericht en hoe er met de ouders wordt samengewerkt. Hiermee maken we ons pedagogisch handelen zichtbaar en toetsbaar. Jaarlijks wordt dit plan van aanpak besproken met medewerkers en oudercommissie en zo nodig bijgesteld. Onze doelstelling is: het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen in de groep te bevorderen. De kinderen staan centraal. Wij bouwen met ieder kind een vertrouwensrelatie op zodat het kind zich veilig voelt. Dit vormt de basis voor een goed pedagogisch klimaat in onze groepen. We werken deze doelstelling verder uit met behulp van de – wetenschappelijk ontwikkelde- vier aspecten die het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen kunnen bevorderen:
emotionele veiligheid; autonomie; structuur; uitleg en informatie.
Deze aspecten komen in ieder hoofdstuk van ons pedagogisch plan van aanpak terug. Zij vormen de leidraad van ons pedagogisch denken en doen. Het PPA is voor ouders en medewerkers een instrument om de werkwijze zichtbaar te maken. De afkorting PPA staat voor Pedagogisch Plan van Aanpak. De afkorting pm-er staat voor pedagogisch medewerker (m/v).
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
2
Hoofdstuk 1: Onze vestiging Onze BSO maakt onderdeel uit deel uit van kindercentrum ‘het Torentje’ aan de Vissershavenstraat in Scheveningen. Wij gebruiken een ruimte op de eerste verdieping achter het pand van Welzijn Scheveningen aan de Keizerstraat , met een ingang aan de Nieuwe Laantjes 44. We hebben een gang en keuken, een grote groepsruimte, die met een schuifwand in tweeën kan worden gesplitst. Achter het gebouw is een speelplaats voor de kinderen. Daarnaast maken wij gebruik van het grote speelplein aan de Dr. De Visserstraat. Het strand waar wij graag naar toegaan met de kinderen is op 5 minuten loopafstand. Ook de kinderboerderij en de openbare bibliotheek, waar wij boeken kunnen lenen en regelmatig een voorleesbijeenkomst bezoeken, is op loopafstand van de BSO-locatie. Onze BSO is gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer: tramlijn 1 stopt bij het begin van de Keizerstraat en het eindpunt van lijn 11 is vlakbij. De scholen waarmee wij samenwerken zijn: Openbare Basisschool “Het Volle leven” en de franse school “Lycée van Gogh”. Onze vestiging ligt op loopafstand van deze scholen. Kinderen van andere scholen zijn van harte welkom bij ons op de BSO, maar deze kinderen kunnen niet door ons worden opgehaald van school. Hier is de ouder verantwoordelijk voor het vervoer van school naar de BSO. De BSO is geopend na schooltijd en op alle dagen dat de kinderen vrij zijn van school (vakanties, margedagen van de Franse School en het Volle leven) tot 18.00 uur. Uitgezonderd de erkende feestdagen : Tweede Kerstdag, Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Koningsdag, Hemelvaartdag en Tweede Pinksterdag. De groepen De buitenschoolse opvang is voor kinderen vanaf 3,5 jaar (aangezien kinderen van de Franse school starten in het jaar waarin zij vier worden) tot en met 12 jaar/einde basisschool. Vanaf 3,5 jaar kunnen kinderen bij de BSO geplaatst worden. We hanteren dan een aangepaste leidster-kindratio voor de 3,5 jarigen. Bij een volledige bezetting zijn maximaal 20 kinderen aanwezig, verdeeld over twee stamgroepen. De eerste groep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 3,5 t/m 12 jaar. De tweede groep telt maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. De BSO-groep heet ‘de Grasshoppers’ (Sprinkhanen). Wij hebben deze naam gekozen omdat er veel anderstalige kinderen aanwezig zijn. Ons team bestaat uit twee pedagogisch medewerkers, die samen op de groep staan. Zo nodig werken wij met een vaste invalkracht. Samenvoegen groepen Omdat het aantal kinderen dat wij opvangen per dag sterk kan wisselen, bekijken we per dag of de groepen bij elkaar aan tafel kunnen zitten of verdeeld worden over twee groepen, waarbij wij de groepsruimte scheiden met behulp ban de scheidingswand. Na het eten mogen de kinderen zelf kiezen waar zij spelen en verdelen ze zich over de ruimte. De pedagogisch medewerkers bieden activiteiten aan en houden toezicht op de speelhoeken. Per dag bekijken we of we activiteiten met de hele groep doen of dat we de groep splitsen. Dit hangt af van het aantal aanwezige kinderen: als het druk is, splitsen we de groep en op rustige dagen voegen we samen. We houden daarbij altijd de wettelijke leidster-kind ratio aan: twee pm-ers met maximaal 16 kinderen als er 3,5 jarigen zijn; twee pm-ers met maximaal 20 kinderen van vier tot twaalf jaar. Eén pm-er met maximaal acht kinderen als er 3,5 jarigen zijn; Één pm-er met maximaal 10 kinderen van vier tot twaalf jaar.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
3
Extra dag of ruildag, marge- en vakantie dagen Als ouders een kind incidenteel een extra dag willen brengen of een dag willen ruilen, is dit is mogelijk zolang de wettelijke leidster-kindratio dit toelaat. Wij bieden tijdens de marge- en vakantiedagen hele dag opvang aan vanaf 08.00 uur tot 18.00 uur. Wij vragen ouders om van te voren aan te geven of hun kind tijdens deze dagen op de BSO aanwezig zal zijn. Ouders kunnen zich ook inschrijven voor dagen dat zij normaal geen gebruik van de opvang maken. Wij kijken dan of opvang mogelijk is binnen de wettelijke leidster-kind ratio. Pedagogische visie Wij werken met de kinderen vanuit de volgende pedagogische gedachten: Respect, vertrouwen en vergeven zijn kernbegrippen in de visie van de Joods-Poolse artspedagoog Janusz Korczak (1878 – 1942). Door het kind respectvol te benaderen, leert het andere mensen te respecteren. Korczak verwoordt zijn ideeën over respect in drie grondrechten voor kinderen: 1. Recht op een eigen bult: het kind leert van vallen en opstaan, van zelf dingen uitproberen, uiteraard binnen veilige grenzen; 2. Recht op de dag van vandaag: wij jagen kinderen niet op in hun ontwikkeling, maar zorgen voor voldoende uitdaging in het spel en een breed activiteitenaanbod. Wij werken met een Activiteitenhandboek, waarin verschillende thema’s worden uitgewerkt in activiteiten op het gebied van taal, zintuigen, sport, muziek, natuur, techniek en beeldende vorming. 3. Recht op te zijn zoals het is: wij accepteren ieder kind zoals het is, met al zijn unieke eigenschappen. Ieder kind begint een nieuwe dag met een schone lei. Een kind heeft behoefte aan ruimte, vrijheid en een plekje voor zichzelf. Ook in de groep wil een kind wel eens even ‘op zichzelf’ zijn om te kijken of te spelen. Wij dwingen het kind niet om aan activiteiten mee te doen. (pedagoog: Korczak) De PM’er geeft het kind de ruimte om zelf te onderzoeken en te experimenteren. Dit komt tot uiting in onze inrichting, waarbij kinderen de ruimte krijgen om in de diverse ruimten te spelen en op onderzoek uit te gaan. (pedagoog: Korczak) In onze BSO zitten kinderen van allerlei verschillende nationaliteiten. Veel kinderen spreken thuis een andere taal dan Nederlands. Wij houden hier rekening mee bij het communiceren met de kinderen en hun ouders. Aan tafel spreken wij Nederlands met de kinderen, maar in hun spel kunnen zij hun eigen taal spreken met elkaar. We letten erop dat kinderen elkaar niet buitensluiten en dragen uit dat we de diversiteit binnen onze groep positief waarderen. Als kinderen (of ouders) geen respect tonen voor elkaar, dan gaan we hierover met ze in gesprek. Zie verder Hoofdstuk 4: De groep. Veiligheid en hygiëne en vier ogenprincipe Naar aanleiding van de zedenzaak in een kindercentrum in de Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar rapport de term ‘vier ogenprincipe’ geïntroduceerd. Het vier ogenprincipe is voor convenantpartijen (Brancheorganisatie en Belangenvereniging Ouders in de Kinderopvang) de basis voor veiligheid in de kinderopvang. Het gaat om risicobeperkende mogelijkheden; ongeregeldheden zijn nooit voor 100 % uit te sluiten. Binnen onze organisatie hebben we dit per vestiging uitgewerkt in de Pedagogische plannen en aan de ouders voorgelegd. Hoewel het wettelijk niet voor de BSO geldt, hebben we het wel besproken in ons team en aangepast aan de situatie in de BSO.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
4
Hieronder beschrijven we hoe dit in de dagelijkse praktijk van de BSO gestalte krijgt: Een professioneel werkklimaat, waarbij werknemers elkaar op hun gedrag aanspreken. We werken met de landelijke meldcode ‘Kindermishandeling en Huiselijk Geweld’, waarin ook een deel is opgenomen over preventie van grensoverschrijdend gedrag door een beroepskracht. De pedagogisch medewerkers verdelen zich over de ruimte en zijn alert op onveilige situaties binnen de BSO. Seksualiteit en intimiteit Kinderen in deze leeftijdsfase zijn nieuwsgierig en onderzoekend, ook op het gebied van seksualiteit en intimiteit. Ze komen vaak spontaan met vragen en verhalen. Wij maken hier geen taboe van en staan open voor de signalen die de kinderen geven. Hierbij letten we op dat kinderen geen ‘schuttingtaal’ gebruiken We hanteren duidelijke grenzen en regels op dit gebied, bijv. je laat je broek alleen op de w.c. zakken, niet in de groep. Je mag elkaar aanraken mits die ander dat prettig vindt, je mag gewoon zeggen als je het niet prettig vindt om een knuffel of een aai te krijgen. Dat geldt ook voor de pedagogisch medewerkers, die geven duidelijk hun grenzen aan naar de kinderen. Voor de veiligheid op de vestiging zijn tal van wettelijke regels en is er toezicht van de brandweer en de GGD (afdeling TOKIN: toezicht op de kinderopvang), die onze BSO regelmatig komen inspecteren. Minimaal eens per jaar doen wij een ontruimingsoefening met de kinderen. Ouders zullen hierover achteraf worden geïnformeerd via het mededelingenbord in de gang. Bij calamiteiten kunnen wij een beroep doen op de medewerkers in het kantoor van welzijn. Jaarlijks wordt de hygiëne en veiligheid geïnventariseerd door middel van de RIE: Risico Inventarisatie en Evaluatie. Deze RIE bestaat uit twee onderdelen, te weten de RIE gezondheid en de RIE Hygiëne/ Veiligheid. De RIE wordt afgenomen per vestiging en per groep(sruimte). Daarnaast letten wij continue op de veiligheid van de kinderen, bijvoorbeeld in ons voordeurbeleid, het toezicht op de kinderen en de veiligheid van het spelmateriaal. Mocht er ondanks alle maatregelen toch een ongelukje gebeuren, dan zijn er altijd pedagogisch medewerkers met een geldig (kinder) EHBO /BHV diploma aanwezig op de vestiging.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
5
Hoofdstuk 2
De kinderen: persoonlijke competenties
Het wenproces Het wenproces begint met een kennismakingsgesprek met de ouders. Het is belangrijk dat het kind hierbij aanwezig is. Dit is belangrijk omdat het kind dan in aanwezigheid van de ouder(s) de groep kan verkennen. Tijdens de kennismaking wisselen we informatie uit over de opvoeding thuis en de gang van zaken in de groep. Extern wennen: We maken met de ouder de volgende wenafspraken voor de eerste twee dagen: De eerste dag halen wij samen met de ouder het kind van school op. Daarna drinkt de ouder een kopje thee mee op de groep en het kind eet mee aan tafel (als het kind dit wil). De tweede dag halen wij het kind op van school en vragen de ouder het kind om een uur of half vijf op te halen. Door deze opbouw kan het kind langzaam wennen aan het ophalen van school en aan de groep. Als een kind meer tijd nodig heeft om te wennen, overleggen we met de ouder wat de mogelijkheden zijn. Het wennen begint op het moment dat het contract is ingegaan, vanaf dit moment telt het kind ook mee in de leidster-kind ratio. Veiligheid en geborgenheid Op allerlei manieren werken we aan een prettig klimaat in de groep, waar de kinderen zich veilig voelen. Wij bouwen met ieder kind een persoonlijke relatie op, zodat het kind zich thuis gaat voelen in de groep. Wij groeten ieder kind en laten merken dat het welkom is. Door vriendelijk tegen het kind te spreken met een rustige stem, houding, mimiek en lichaamstaal, leert het kind dat het veilig is bij ons. We benoemen vaak de namen van de kinderen, zodat ze zich persoonlijk aangesproken voelen. Nieuwe kinderen van de groep leren zo de namen kennen. Wij observeren het kind goed om te zien welke behoeftes het kind heeft, zodat wij kunnen inspelen op deze behoeftes. Zie verder Hoofdstuk 4. Door een vast ritme leren de kinderen wat er komen gaat: wanneer we gaan eten, spelen en wanneer ze worden opgehaald. Rituelen geven de kinderen houvast in de groep, bijvoorbeeld een liedje zingen voor het eten. De kinderen kunnen op hun eigen manier meedoen met het ritueel. Vaste regels geven de kinderen ook een gevoel van veiligheid. Spelenderwijs leren de kinderen wat de regels zijn. Ze kunnen erop vertrouwen dat alle pedagogische medewerkers dezelfde regels hanteren en hier consequent mee om gaan, bijvoorbeeld tijdens het eetmoment moeten de kinderen Nederlands praten, maar in hun spel mogen zij zelf kiezen welke taal zij spreken. Als een kind nog geen Nederlands spreekt, vragen wij een ander kind te vertalen wat er gezegd is. We kijken en luisteren goed naar de kinderen en gaan serieus in op wat ze aangeven. Hierdoor voelt een kind zich gerespecteerd en ontwikkelt het zelfvertrouwen. Welbevinden Wij willen dat de kinderen zich bij ons op de BSO prettig voelen. Wij observeren ieder jaar het welbevinden van de kinderen in de groep: bewegen ze zich vrij door de ruimte, maken ze contact met andere kinderen, kunnen ze opgaan in hun spel? Aan de hand van deze observatie nodigen wij de ouders minimaal 1x per jaar uit voor een oudergesprek. Dagritme van de groepen De kinderen kunnen maximaal 10 uur per dag worden opgevangen. De reguliere openingstijden van de BSO liggen tussen 15.00 tot 18.00u op de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, op woensdag is dat tussen 11.00 tot 18.00u.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
6
De openingstijden voor de BSO in de vakantie en op margedagen liggen tussen 8.00 en 18.00 u. De kinderen van BSO starten in principe op hun eigen groep, uitzonderingen hierop zijn mogelijk als dit vanwege de personele bezetting noodzakelijk is en de kindaantallen dit toestaan. Als er minder dan tien kinderen zijn, eten we met elkaar in één groepsruimte. Het dagritme dient als leidraad voor de dag. Het is bedoeld als houvast voor de kinderen en pedagogische medewerk(st)ers om ervoor te zorgen dat er voldoende tijd overblijft voor vrij spel en/of groepsactiviteiten. Het ophalen van de kinderen gebeurt lopend of met de bakfiets. De kinderen worden door de pedagogische medewerkers bij hun klas opgehaald. De kinderen worden begroet en er word gevraagd naar hun dag op school. Als alle kinderen zijn opgehaald lopen wij met de hele groep twee aan twee in de rij terug naar de BSO. De pedaogogisch medewerkers houden de verkeersveiligheid in gaten en leren dit ook aan de kinderen. Het dagritme voor de BSO ziet er als volgt uit op een maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag in een normale schoolweek: 14.45-15.30u: Kinderen worden van school opgehaald. 15.30-15.45u: Kinderen komen op de BSO aan. 15.45-16.30u: Samen aan tafel wordt er groente en/of fruit gegeten. 16.30-18.00u: Vrij spelen binnen of buiten. Activiteiten zoals voorlezen, puzzelen, spelletjes of knutselen worden aangeboden. Rond 17.30: wordt er opgeruimd in de poppenhoek en de bouwhoek. Vaak zitten we dan met elkaar aan tafel en spelen de kinderen een spelletje met elkaar of met de PM’ers of knutselen de kinderen. Op woensdag ziet het dagritme er anders uit: 11.00-11.30u: Kinderen van de Franse school worden opgehaald. 11.30-13.00u: Kinderen van de Franse school komen op de BSO aan. Vrij spelen binnen of buiten. Activiteit zoals voorlezen, puzzelen of knutselen worden aangeboden. 12.15-12.45u: Kinderen van de Nederlandse school worden opgehaald. 12.45-13.00u: Kinderen van de Nederlandse school komen op de BSO aan. 13.00-13.45u: Samen aan tafel voor de broodmaaltijd. 13.45-15.15u: Vrij spelen, binnen of buiten. Nu is er meer ruimte voor gerichte activiteiten, zoals sport en spel, uitstapjes, activiteiten rond een thema. 15.30-16.00 u.: Samen aan tafel wordt er groente en/of fruit gegeten. 16.00-18.00 u: Vrij spelen binnen of buiten. Activiteiten zoals voorlezen, puzzelen of knutselen worden aangeboden. Rond 17.30 wordt er opgeruimd in de poppenhoek en de bouwhoek. Vaak zitten we dan met elkaar aan tafel en spelen de kinderen een spelletje met elkaar of met de PM’ers of knutselen de kinderen.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
7
Tijdens de vakanties ziet het dagritme voor BSO er weer anders uit : 8.00-9.30 u: De kinderen worden gebracht en kunnen vrij spelen of doen aan tafel een activiteit. 9.30-10.00 u: Alle kinderen zijn aanwezig. Samen aan tafel wordt er fruit gegeten en wat gedronken. Er is tijd voor een gesprek, het zingen van een liedje en/of het lezen van een boekje. Vanaf 10.00 uur kijken we wat de mogelijkheden zijn wat betreft het weer en het aantal kinderen. We maken een uitstapje of doen activiteiten aan de hand van een thema. We betrekken de kinderen bij het maken van een vakantieprogramma.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
8
Hoofdstuk 3
De pedagogisch medewerkers
Professioneel en persoonlijk De pedagogisch medewerkers zijn de peilers waarop onze kwaliteit rust. Alle pedagogisch medewerkers hebben een professionele opleiding gevolgd of volgen deze. Wij vragen van ze om na te denken over hun pedagogisch handelen en om open te staan voor ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van hun werk. We besteden veel aandacht aan de deskundigheidsbevordering van de medewerkers. Naast kennis, vaardigheden en beroepshouding speelt de persoon van de pedagogisch medewerkers een belangrijke rol. Binnen de kaders van het pedagogisch plan drukken zij hun stempel op het pedagogisch klimaat in de groep en hebben een persoonlijke band met ieder kind. Overleg, scholing en opleiding De vestigingsmanager heeft met iedere groep een maal per acht weken een groepsoverleg. In dit overleg bespreken we hoe het gaat in de groep met de kinderen, de samenwerking en de ouders. Daarnaast zijn er teamvergaderingen met alle pedagogisch medewerkers van het team. Hierin bespreken we het pedagogisch beleid of een pedagogisch thema.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
9
Hoofdstuk 4
De groep
Je welkom voelen In de groep is het anders dan thuis. Daarom vinden we het heel belangrijk dat een kind de tijd krijgt om te wennen. Wij zorgen voor een veilig klimaat en een prettige sfeer waarin ieder kind zich op z’n gemak voelt. Doordat we duidelijke regels en rituelen hebben, weten de kinderen waar ze aan toe zijn : iedere dag is er het ritueel van begroeten, aan tafel gaan en weer afscheid nemen. De kinderen van de groep stellen samen met de PM’ers de groepsregels op. Deze regels worden opgehangen, zodat het voor ieder kind na te lezen is. Hierdoor leren kinderen spelenderwijs de regels van de groep en de omgang met andere kinderen. We formuleren deze regels op een positieve manier, bijvoorbeeld aan tafel prijzen we de kinderen die ‘op hun billen’ op de bank zitten in plaats van kinderen steeds te corrigeren en te verbieden. De kinderen leren veel van elkaar, doordat ze elkaar nadoen. Meertaligheid en diversiteit Bijzonder aan onze groep is, dat het merendeel van de kinderen Franstalig is of meertalig. Zij zitten op de Franse school en spreken thuis ook Frans of een andere taal dan het Nederlands. Op allerlei manieren leren wij de kinderen en ouders verstaan. Met een goede observatie van ieder kind en non-verbale communicatie stellen we ieder kind dat geen Nederlands begrijpt op zijn/haar gemak. Met de ouders spreken we Engels en Nederlands. De voertaal in de groep is Nederlands, we werken veel met foto’s/plaatjes, bijvoorbeeld van het dagritme en de regels, zodat dit voor alle kinderen begrijpelijk is. Daarnaast hebben we een lijstje van ‘basiswoorden’ in het Nederlands, Frans en Engels, zoals: eten, plassen, opruimen, ophalen. Franse kinderen die al wat meer Nederlands begrijpen, leggen alles uit aan de nieuwe kinderen, zodat zij zich beter op hun gemak voelen. In een groep met zo’n diversiteit aan talen en culturen zoeken we naar activiteiten die de groepsband versterken. Knutselen, koken met de kinderen, buitenspelen en sporten zijn activiteiten die – los van de taal- de samenhang binnen de groep versterken. In vakanties werken we vaak met het thema landen, waarbij we elke dag of week een ander land centraal stellen en liedjes, spelletjes, knutsels en eten hierop afstemmen. Wij geven de kinderen de ruimte om met elkaar hun eigen taal te spreken, bijvoorbeeld tijdens het vrij spelen in de poppenhoek en de bouwhoek. We hebben ook Franstalige boeken in de leeshoek. Aan tafel vinden vaak gezamenlijke activiteiten plaats, waarbij wij de kinderen laten samenwerken. Kinderparticipatie ‘Kinderen hebben recht op informatie en inspraak' zo staat het in het VN-verdrag voor de rechten van het kind. Kinderen mogen dus meepraten en meebeslissen over hun leefomgeving, thuis maar ook in de kinderopvang. Ze krijgen ruimte om hun mening te uiten en te vertellen wat zij belangrijk vinden. Kinderparticipatie is een uiting van respect voor kinderen en het geeft pedagogisch medewerkers veel informatie over wat kinderen leuk vinden en graag willen doen. Het stimuleert de betrokkenheid van kinderen bij de groep en het stimuleert de communicatieve vaardigheden van de kinderen. De kinderen leren naar elkaar luisteren, hun mening uiten en compromissen aanvaarden. Dit zijn belangrijke waarden in onze democratische samenleving. In de praktijk betekent dit dat je – binnen duidelijk omschreven kaders- kinderen betrekt bij de inrichting van de ruimtes, het aanschaffen van speelgoed en de organisatie van activiteiten, zoals het maken van een vakantieprogramma. Goed kijken en luisteren naar de interesses en belangstelling van de kinderen is daarbij altijd het uitgangspunt. Kinderen de ruimte geven betekent niet dat je als pedagogisch medewerker niets aan zou mogen dragen. Je hebt juist als taak om de wereld en mogelijkheden van kinderen te verbreden en dit doe je door zelf ook ideeën aan te
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
10
dragen. Wij zien kinderparticipatie vooral als een mentaliteit. Het is een rode draad in onze omgang met kinderen. Samen eten Het samen eten is een belangrijk groepsmoment, waarop we als groep bij elkaar zijn. Daarom laten we de kinderen zo mogelijk in hun eigen groep eten: één groep voor de jongere kinderen (ongeveer 3,5 jaar tot 6 jaar ) en één groep voor de oudere kinderen. Hierdoor komen de kinderen beter tot hun recht. Er wordt wat gegeten en gedronken en er wordt met de kinderen gesproken over allerlei onderwerpen, ook onderwerpen die de kinderen aansnijden. De regel is dat wij aan tafel Nederlands spreken, zodat de pm-ers verstaan wat er gezegd wordt. Als de kinderen klaar zijn mogen zij van tafel gaan; dit moeten zij wel eerst vragen aan één van de pedagogische medewerkers. De kinderen ruimen zelf hun bord en beker op. Als er een kind jarig is mag het trakteren bij ons op de BSO (dit is geen verplichting). Wij vragen de ouders om een gezonde traktatie mee te nemen. Tijdens een verjaardag zorgen wij dat de groep leuk is aangekleed met slingers en ballonnen. Wij zingen in verschillende talen verjaardagsliedjes, dit omdat er verschillende nationaliteiten op de BSO aanwezig zijn. De jarige mag zelf de traktatie uitdelen aan de groepsgenoten.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
11
Hoofdstuk 5
Ruimte en Inrichting
De pedagogische kracht van de ruimte De inrichting van de ruimte ondersteunt onze werkwijze en biedt een evenwicht tussen structuur en uitdaging. Door de structuur en de spelmaterialen worden de kinderen ‘geleid’ en ‘begeleid’ in hun spel; het spelen in hoeken verkleint de kans op ‘botsingen’ tussen kinderen. Wij noemen dit de pedagogische kracht van de ruimte. Bij het indelen van de ruimte letten we op de volgende punten: Er zijn geen drukke hoeken naast rustige hoeken, dan krijgen de kinderen in de rustige hoek nooit de kans om zich ook even terug te trekken. Een hoek heeft voldoende speelruimte, waardoor kinderen met en naast elkaar kunnen spelen. Het spelmateriaal is zo neergezet dat het de kinderen uitnodigt om het zelf te pakken. De (familie)foto’s van de kinderen aan de familiemuur geven een gevoel van herkenning; het ‘werk’ van de kinderen dat in de groep wordt getoond versterkt dit gevoel. Beschrijving van de ruimte Zoals in hoofdstuk 4 al beschreven staat: de groep is anders dan thuis. Dat geldt ook voor de ruimte en inrichting. De BSO bestaat uit verschillende lokalen waar de kinderen in de verschillende hoeken kunnen spelen. Voorbeelden van hoeken zijn: bouwhoek, poppenhoek, leeshoek enz. De centrale plekken binnen de BSO zijn de tafels waaraan de kinderen eten, kletsen, activiteiten doen en knutselen. Ieder kind heeft ook eigen plekjes: een eigen mandje/laatje, een eigen kapstokje. Dit geeft de kinderen een gevoel van privacy. De kinderen kunnen in hun mandjes/laatjes spulletjes van thuis bewaren. Deze spullen gebruiken wij vaak als gespreksonderwerp. In de groepsruimte zijn spelmaterialen die de verschillende ontwikkelingsgebieden stimuleren. De activiteiten die pedagogisch medewerkers aanbieden prikkelen de kinderen in hun fantasie en hun ontwikkeling. De inrichting daagt kinderen uit tot zelfstandig gedrag: ze kunnen zelf hun eigen spulletjes in hun bakje doen, hun jas ophangen, etc. Het sanitair is op kindhoogte, zodat ze bijvoorbeeld na het toiletgebruik zelf hun handen kunnen wassen. Zelfstandig opruimen van het spelmateriaal stimuleren we door plaatjes en foto’s op de kasten en de opbergdozen; zo leren kinderen waar alles hoort te staan. Buitenspelen De tuin is zo ingericht dat het door de verschillende leeftijdsgroepen gebruikt kan worden. Er is een grote zandbak aanwezig en veel verschillend spelmateriaal. Wij werken aan meer mogelijkheden voor natuurbeleving, zoals het zaaien en laten groeien van bloemen en groenten, die wij dan met de kinderen kunnen ‘oogsten’ en plukken. Als het goed weer is gaan wij met de kinderen naar het Dr. De Visserplein, vlakbij onze BSO. Hier hebben de kinderen alle ruimte om buiten te spelen.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
12
Hoofdstuk 6
Samenwerken met ouders en school
Partner in opvoeden en verzorgen Bij ieder kind zoeken wij naar een goede samenwerkingsrelatie met de ouders. Wij nemen de tijd om de ouders te leren kennen. Wij tonen interesse in de thuissituatie van ieder kind en vragen regelmatig aan ouders hoe het thuis gaat. Door dit contact kunnen ouders en medewerkers elkaar leren kennen en een band opbouwen. Een goede band creëert openheid jegens elkaar en maakt dingen bespreekbaar. Dit maakt de overgang van huis naar de groep voor het kind gemakkelijker. In de groep gaat opvoeden anders dan thuis; wij gaan hierover in gesprek met ouders en proberen samen met hen uit te zoeken wat het beste is voor het kind. Wij werken veel met anderstalige ouders: veel ouders zijn Frans en werken als ‘expat’ in Nederland. Hun kinderen zitten op de Franse school; zij leven in een Franstalige omgeving. Met deze ouders spreken wij Engels of Frans. Kennismakingsgesprekken Dit gesprek is belangrijk voor een goede start van het kind en de ouder. Tijdens het kennismakingsgesprek nemen wij de tijd om de ouders te leren kennen. De ouders kunnen tijdens dit gesprek vertellen hoe hun kind is en informeren de pedagogisch medewerkers over bijzonderheden van het kind en ouders kunnen al hun vragen stellen. Wij leggen uit wat onze werkwijze is en hoe we de wenperiode aan gaan pakken. Na het gesprek krijgen de ouders een informatiemap mee waarin zij alle besproken zaken nog eens rustig kunnen teruglezen. We vertalen zoveel mogelijk informatie in het Frans of Engels. Brengen en halen Wanneer het kind (op marge- en vakantiedagen)door de ouder wordt gebracht, vragen wij hoe het die dag met het kind is en of er nog bijzonderheden zijn. Bij het halen van de kinderen vertellen de pedagogische medewerkers over de dag op de BSO, bijv. wat de kinderen hebben gegeten, aan welke activiteiten het kind heeft deelgenomen en hoe het op school is gegaan. Tijdens het ophalen van de kinderen is er een overdracht van lerares op school met de pedagogische medewerker van de BSO. De lerares van school geeft aan hoe het op school is gegaan, zodat wij dit weer aan de ouder door kunnen geven. Mochten wij specifieke informatie over het kind willen ( bijv. hoe het kind functioneert op school) dan gaan wij met de ouder in gesprek. Contact met ouders Naast deze dagelijkse contacten, houden wij op de volgende manieren contact met de ouders: 1. Oudergesprekken Op een rustig moment, zonder kinderen erbij, organiseren we minimaal één keer per jaar de oudergesprekken over individuele kinderen. Dit zijn gesprekken van ongeveer 15 minuten waarin we onze observaties van het welbevinden bespreken en dieper in kunnen gaan op vragen van ouders. Wanneer wij ons zorgen maken over het gedrag of de ontwikkeling van een kind, laten wij dit altijd aan ouders weten. Zo nodig maken we een afspraak voor een extra gesprek. Wij proberen tot een gezamenlijke aanpak te komen, eventueel in samenwerking met het consultatiebureau (Centrum voor Jeugd en Gezin). Wij zullen de ouder altijd om toestemming vragen als we het kind met een medewerker van het CJG willen bespreken. Bij een vermoeden van kindermishandeling of huislijk geweld zullen we volgens het stappenplan van de verplichte meldcode werken en zo nodig contact opnemen met het Advies- en meldpunt Kindermishandeling (AMK). Tegelijkertijd proberen we de samenwerking met de ouders op een goede mannier voort te zetten.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
13
2. Telefonisch contact en contact via e-mail De medewerkers nemen telefonisch contact op als een kind ziek is, of om bijvoorbeeld een wenafspraak te maken. Wij vragen ouders om (wijzigingen in) hun e-mailadres door te geven, zodat we nieuwtjes en mededelingen per e-mail kunnen sturen. 3. Ouderavond Jaarlijks organiseren we een ouderavond over een pedagogisch onderwerp. We zien dit als een goede gelegenheid om elkaar als ouders beter te leren kennen en in gesprek te gaan met de pedagogisch medewerkers. Oudercommissie De oudercommissie heeft een adviserende rol als het gaat om bijvoorbeeld veiligheid en het pedagogisch beleid. De oudercommissie vormt een brug tussen alle ouders en de medewerkers van de vestiging. Ouders kunnen bij de oudercommissie terecht als zij een bepaald onderwerp graag willen bespreken of als zij een idee hebben voor een ouderavond. De leden van de oudercommissie zijn voor iedereen zichtbaar aangegeven op het mededelingenbord in de hal en bereikbaar via de e-mail. Problemen en klachten Eventuele problemen willen we graag met elkaar oplossen. Wij vragen de ouders om voor hun wensen, problemen of klachten een afspraak te maken met de pedagogisch medewerker. Indien dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, kan een afspraak worden gemaakt met de vestigingmanager. Feesten Jaarlijks organiseren we – in samenwerking met de oudercommissie- een (zomer)feest, waarbij we met elkaar eten en drinken, spelletjes doen en elkaar in informele sfeer kunnen ontmoeten. Zieke kinderen Ons beleid ten aanzien van zieke kinderen is gebaseerd op de richtlijnen en adviezen van de GGD. Zieke kinderen die niet meekunnen komen met het dagritme kunnen niet gebracht worden of moeten worden opgehaald. Voor een ziek kind is de groep geen geschikte omgeving; het is er druk en wij kunnen een ziek kind niet de zorg bieden die het nodig heeft. Achterwachtregeling De achterwacht (een volwassene die ingezet kan worden in geval van calamiteiten) is als volgt geregeld: Opvangadres: st. Welzijn Scheveningen, Keizerstraat 71C Wanneer er (in de vakanties aan het begin van de dag en)aan het eind van de dag een pm-er alleen staat op de vestiging, geldt een achterwachtregeling, waarin per dag staat aangegeven wie als achterwacht beschikbaar is. Eerste achterwacht voor de BSO-locatie op de Nieuwe Laantjes 44 zijn de medewerkers van Kinderopvang Het Torentje aan de Vissershavenstraat 83, deze locatie is op 500 meter afstand van de locatie aan de Nieuwe Laantjes. Daarnaast is de vestigingsmanager achterwacht, dit is Nicole Jannink, tel. 06-19347601. Scheiden van ouders Wanneer ouders gescheiden zijn of gaan scheiden, moeten wij hiervan op de hoogte worden gebracht. Wij zijn namelijk wettelijk verplicht om beide ouders met ouderlijk gezag te informeren over hun kind(eren). In het contact met beide ouders stellen wij ons neutraal
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
14
op, dat wil zeggen: wij praten over het kind en niet over de andere ouder. Dit om te voorkomen dat wij in een eventueel conflict tussen ouders betrokken worden. Wanneer één ouder het gezag heeft over het kind en er geen omgangsregeling is, richten wij ons tot de ouder die het gezag heeft. Wij vragen de ouder zo nodig naar een rechterlijke beschikking.
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
15
Bijlage 1 : Vaststelling van dit PPA:
Pedagogisch Plan van Aanpak BSO het Torentje Versie december 2014
16