Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA)
„Talentontwikkeling‟
BSO
De Kleine Planeet Juni 2011
PPA Kleine Planeet
Pagina 1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE
2
INLEIDING
3
PEDAGOGISCH PLAN BSO KLEINE PLANEET
4
THOMAS GORDON
4
Ik boodschappen Actief luisteren Overlegmethode Ruzies tussen kinderen
4 4 5 5
Marianne Ricksen Bieden van emotionele veiligheid Bevorderen van de persoonlijke competentie Bevorderen van de sociale competentie Kinderen helpen bij het zich eigen maken van waarden en normen
5 6 6 7 8
HET PEDAGOGISCH THEMA VAN DE KLEINE PLANEET
9
ALGEMENE ZAKEN
10
Basisgroepen Buitenruimte Feesten
10 10 10
HUISREGELSHUISREGELS KLEINE PLANEET
12
HUISREGELS KLEINE PLANEET
12
Voor de Ouders Algemeen Tijdens de vakantie
12 12 12
Voor de kinderen Algemeen Eten Buiten
13 13 13 13
GLOBALE DAGINDELING TIJDENS EEN MIDDAG BUITENSCHOOLSE OPVANG 14 Reguliere dag
14
Woensdagmiddag opvang
14
Vakantieopvang
14
PPA Kleine Planeet
Pagina 2
Inleiding Als kinderopvang organisatie nemen wij zorg uit handen, maar we nemen niet de zorg van u als ouder over; we doen het samen. Het contact met u als ouder is dan ook heel belangrijk. Zo krijgt uw kind niet alleen thuis, maar ook bij ons de zorg en aandacht die het nodig heeft. Wij willen rekening houden met de behoeften van uw kind en inspelen op zijn belevingswereld en speelbehoeften. Denk hierbij aan dingen leren, samen spelen, leuke dingen doen zodat de kinderen met elkaar een fijne dag hebben. Elk kindercentrum heeft een eigen Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA), dat gebaseerd is op de Pedagogische Visie van de SRK. Het wettelijk kader voor de kinderopvang wordt gevormd door de Wet Kinderopvang (2005) en de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang. Hierin staan vier pedagogische basisdoelen, waaraan de opvoedingstheorie van Professor J.A.M. Riksen-Walraven ten grondslag ligt. Deze doelen vormen de basis voor onze Pedagogische Visie. Onze pedagogische doelstellingen (SRK):
het bieden van emotionele veiligheid het bevorderen van de persoonlijke competentie het bevorderen van de sociale competentie kinderen helpen bij het zich eigen maken van normen en waarden.
De pedagogische doelstelling van de SRK organisatie luidt als volgt: Het stimuleren van kinderen om zich op eigen unieke wijze en tempo te ontwikkelen tot zelfstandige individuen. Wij willen kinderen helpen zich te ontwikkelen tot zelfstandige en sociale volwassenen, die respectvol met hun medemensen omgaan. Wij willen de kinderen met name leren oog te hebben voor diversiteit, kenmerkend voor de hedendaagse samenleving. De werkwijze van elke locatie is beschreven in het Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA). Dit PPA is dus locatie specifiek en komt tot stand in samenspraak met het team van pedagogisch medewerkers van de locatie en de oudercommissie. Het pedagogisch plan van aanpak is geen statische beschrijving, maar is constant in ontwikkeling. Dit betekent dat er minimaal 1 keer per jaar in het team wordt gediscussieerd over de pedagogische uitgangspunten en dat getoetst wordt of het handelen in de praktijk hierop aansluit. Waar nodig leidt dit tot bijstelling. Nieuwe medewerkers kunnen op basis van het PPA lezen hoe de werkwijze is op de locatie om zo de continuïteit in het handelen te waarborgen. Ik wens u veel leesplezier bij het doornemen van het PPA. Met vragen kunt u altijd terecht bij de pedagogisch medewerkers. Juni 2011 Tim van Pagee (Clustermanager)
PPA Kleine Planeet
Pagina 3
Pedagogisch Plan BSO Kleine Planeet De Kleine Planeet is een BSO voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar. Het is gehuisvest tussen de 4 Planetenflats (Neptunes, Uranus, Saturnus en Jupiter) op de P. Voûtestraat 1. Per dag is er plaats voor 40 kinderen. In het PPA staat beschreven hoe wij met de kinderen omgaan. Het omgaan met kinderen is onze belangrijkste bezigheid, vandaar dat wij hierover goed nagedacht hebben onze visie hebben gebaseerd op 2 vooraanstaande pedagogen. We werken op de locatie namelijk volgens de communicatiewijze van Thomas Gordon en pedagogische basisdoelen van Marianne Ricksen. Wij hebben hieronder de visie en de basisdoelen van Marianne Ricksen en Thomas Gordon toegelicht.
Thomas Gordon Thomas Gordon (overleden in 2002) was een Amerikaanse psycholoog die sinds de jaren zestig oudercursussen organiseerde (de Gordon training). Gebaseerd op deze training is er ook een geschreven speciaal voor pedagogisch medewerkers. Gordon had als doel dat mensen kinderen beter leren begrijpen door duidelijker te communiceren met hen: op zo’n manier praten dat kinderen het begrijpen en op zo’n manier luisteren dat kinderen zich begrepen voelen. Het hebben van respect voor elkaar is hierbij uitgangspunt. Wij willen dat iedereen het naar zijn zin heeft op de opvang. Toch zullen op de Kleine planeet wel eens conflictsituaties voorkomen op de groep: Kinderen krijgen ruzie of willen niet doen wat pedagogisch medewerkers vragen (hun speelgoed opruimen). De manier van oplossen van deze conflicten bepaalt de tevredenheid van de kinderen. In plaats van een systeem van corrigeren en belonen toe te passen („als je niet samen met de vrachtauto kunt spelen ga jij er zelf ook maar niet meer mee spelen‟ en „als je nu helpt opruimen mag jij straks een voorleesboek kiezen‟) kiezen de medewerkers van de Kleine planeet voor een andere benaderingswijze. Het corrigeren en beloonsysteem is namelijk niet altijd een prettige manier om met kinderen om te gaan. Bovendien leert het een kind niet hoe hij/zij deze situaties in de toekomst kan voorkomen. Wat doen pedagogisch medewerkers dan wel?
Ik boodschappen In het dagelijks leven wordt veel gebruik gemaakt van jij-boodschappen: „Houd eens op met dat getrek aan mijn broek; ik ben in gesprek‟. Een ik-boodschap is: „Ik vind het erg vervelend dat je steeds aan mijn broek trekt. Nu kan ik niet goed luisteren naar wat de moeder van Melvin vertelt. Ik zal straks naar jou luisteren‟. Het is belangrijk om altijd vanuit jezelf te praten: je bent duidelijk, anderen kunnen begrijpen wat er in je omgaat en kunnen er rekening mee houden.
Actief luisteren Deze vaardigheid houdt in dat je probeert te luisteren naar wat een kind werkelijk wil zeggen. Je probeert het gevoel van het kind te verwoorden door het stellen van vragen. Als een kind zegt „ik wil een boekje‟ kan dit betekenen: ik ben een beetje moe, ik heb behoefte aan een rustig moment met de leidster, lekker hangen in de leeshoek met wat andere rustige kinderen. Een opmerking als „dan zoek je er toch een uit en ga je lekker aan een tafeltje lezen‟ zal niet de juiste reactie zijn. Door het
PPA Kleine Planeet
Pagina 4
(door)vragen wordt vaak de werkelijke (achterliggende) behoefte van een kind duidelijk.
Overlegmethode Dit is een methode om bij (dreigende) conflictsituaties te onderzoeken welke behoeftes er bij beide partijen zijn. Daarna worden beide partijen uitgenodigd om actief oplossingen te bedenken die aan beide behoeftes tegemoet komen. Wanneer een kind merkt dat zijn mening telt en serieus wordt genomen is hij meer gemotiveerd een afspraak na te komen.
Ruzies tussen kinderen Als er ruzie is tussen kinderen worden m‟s daar vaak bij betrokken: kinderen komen actief bij groepsleiding „klagen‟ of de pmw vindt de manier waarop een ruzie „uitgevochten‟ wordt niet acceptabel. Niemand vindt ruzie leuk dus al snel bestaat de neiging om je er dan mee te gaan bemoeien. Pmw van de Kleine Planeet zijn in deze situaties vooral begeleidend aanwezig. Ingrijpen door pmw‟s geeft kinderen geen kans te leren hoe ze ruzies kunnen oplossen. Kinderen leren dus ook niet dat zijzelf een verantwoordelijkheid hebben bij het oplossen. Pmw geven kinderen de gelegenheid om hun eigen oplossing te bedenken (ook al lijkt de oplossing niet ideaal). Soms voegen pmw‟s oplossingen toe aan de oplossingen die de kinderen zelf hebben bedacht. Gecheckt wordt of kinderen elkaar goed begrijpen („Marieke zegt dat zij naast jou komt zitten zodat jullie tegelijkertijd de verf kunnen gebruiken‟) en of ze ook allebei tevreden zijn met de gekozen oplossing („Vind jij dat ook een goed idee of heb jij een andere oplossing?‟). De Gordon vaardigheden houden in dat het oplossen van conflicten zo gebeurt zonder dat iemand het gevoel heeft te verliezen. De hierboven genoemde vaardigheden hebben allen tot doel het bevorderen van plezier en evenwicht in relaties tussen kinderen onderling en kinderen en pmw‟s!
Marianne Ricksen In haar ontwikkelingstheorie gaat Marianne Ricksen er vanuit dat kinderen zich tijdens hun ontwikkeling vooral richten op het onderzoeken van hun omgeving, vanuit een gevoel van veiligheid en geborgenheid én op het communiceren met anderen. Door de omgeving actief te ontdekken en door hierover te communiceren, ontwikkelen zij hun persoonlijke en sociale competenties. Bij de opvoeding van kinderen worden door haar vier pedagogische basisdoelen benoemd. Deze zijn: 1. het bieden van emotionele veiligheid 2. het bevorderen van de persoonlijke competentie 3. het bevorderen van de sociale competentie 4. kinderen helpen bij het zich eigen maken van normen en waarden.
PPA Kleine Planeet
Pagina 5
Bieden van emotionele veiligheid Veilig “op avontuur” Basis van al het handelen van de Pedagogisch Medewerkers is het bieden van fysieke en emotionele veiligheid aan het kind. Veiligheid draagt niet alleen bij aan het welbevinden, maar is ook een belangrijke voorwaarde voor een positieve ontwikkeling van het kind. Pas als een kind zich veilig voelt, durft het namelijk “op avontuur” te gaan. Hiervoor moeten kinderen een vertrouwensband kunnen opbouwen met een aantal vaste personen. Die moeten het kind respecteren, accepteren en waarderen als een uniek persoon. Als zij op het juiste moment gehoor geven aan de behoefte van het kind, leert het kind op zijn omgeving te vertrouwen. Op de BSO willen wij een gevoel van vertrouwen en veiligheid creëren. Dit willen wij doen door op de volgende manieren te werken: De medewerkers van de BSO willen vertrouwen van het kind winnen door tijd voor uw kind te maken, om zodoende het kind te leren kennen. Nieuwe kinderen worden bij ons in de kring voorgesteld. De kring wordt dagelijks gevormd als het tijd is om te gaan drinken. Een nieuw kind mag iets vertellen over zichzelf. De andere kinderen stellen zich ook voor. Bij binnenkomst wordt iedereen gegroet. Kinderen bouwen op hun eigen tempo een band op met de leiding. Iedereen komt aan de beurt (kortom: wil een kind wat vertellen of zeggen, krijgt hij/zij daar alle gelegenheid voor) regels handhaven (voor ieder is duidelijk wat er (niet) mag en wat er verwacht wordt) de groepsleiding is consequent en trekken één lijn (wordt veel overlegd tussendoor en er worden tijdens vergaderingen uitgebreid over consequentheid afspraken gemaakt) overleg en communicatie tussen de leiding (belangrijke informatie uitwisselen over de kinderen, zowel mondeling als schriftelijk) kinderen stimuleren en complimenteren (Goed zo! Prima! Duimen omhoog). Gezamenlijk eten (knusse activiteit, met rustmoment) stimuleren van persoonlijke hygiëne (handen wassen na toiletbezoek, uitleg verzorging)kinderen mee laten helpen –vinden ze erg leuk- (worst uit de koelkast pakken).
Bevorderen van de persoonlijke competentie “Jezelf leren kennen en een positief zelfbeeld“ Competentie is een combinatie van kennis (weten), vaardigheden (kunnen) en houdingen. Met de term persoonlijke competentie bedoelen we dat het kind leert wie het is, wat het kan, welke interesses het heeft en welke vaardigheden er nodig zijn in bepaalde situaties. We helpen kinderen zichzelf te leren kennen en een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Persoonlijke competentie heeft ook te maken met weerbaarheid, zelfvertrouwen, eigenwaarde, flexibiliteit en creativiteit in het omgaan met verschillende situaties.
PPA Kleine Planeet
Pagina 6
De kinderen worden vrijgelaten om te ontdekken zolang het veilig blijft voor de kinderen, de groepsleiding en de omgeving. Groepsleiding stelt hier grenzen in en deze zijn voor de kinderen ook duidelijk, omdat deze regelmatig besproken worden (kring is een prima moment hiervoor). De kinderen worden door de groepsleiding gestimuleerd waar ze mee bezig zijn. Dit kan een creatieve activiteit zijn, maar ook een kind die bijvoorbeeld klimmen eng vindt, zal gesteund en geholpen worden door de groepsleiding. Wij helpen hierbij door de kinderen, naarmate zij ouder worden, te begeleiden naar zelfstandigheid. U kunt hierbij denken aan het Kind-Oudercontract. Het team van BSO hecht grote waarde aan het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Wij proberen deze ontwikkeling te stimuleren door de kinderen veel te laten spelen en het aanbieden van verschillende workshops.
Bevorderen van de sociale competentie “Actie en reactie“ Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht, maar in de kinderopvang heeft ook de groep een belangrijke functie. Onze kindercentra bieden opvoeding in de groep en bij gastouderopvang gebeurt dit binnen het gezinsverband. Kinderen leren hoe zich te gedragen in een groep; wachten op je beurt, elkaar helpen, respecteren van anderen, opkomen voor je eigen belang, samenwerken en samen feest vieren. Het zijn allemaal ervaringen die kinderen dagelijks meemaken in een groep. Een kind leert dat zijn gedrag bepaalde reacties bij anderen uitlokt. Dagelijkse activiteiten die plaatsvinden en bijdragen aan de ontwikkeling van sociale competenties zijn: (voor)lezen Knutselen Opruimen en de kinderen leren zelf op te ruimen (taakjes worden uitgedeeld) Spelletjes doen (zowel groepsleiding met kinderen, als kinderen met elkaar) Ontspannen en relaxen Vrij spelen Kinderen leren bij ons zelf conflicten op te lossen en voorkomen. De Pedagogisch medewerker stuurt kinderen in de goede richting om het zelf te kunnen, door middel van het goede voorbeeld geven en te helpen. Kinderen leren bij ons zelf te vertellen wat er aan de hand is. Veelal gebeurt het dat als er een conflict is tussen twee kinderen, de groepsleiding ingrijpt. Dit doen we door de kinderen hun zelfvertrouwen, te stimuleren. De groepsleiding stimuleert dit proces en let goed op of de kinderen meer zelfvertrouwen krijgen om dit goed onder de knie te krijgen. Kinderparticipatie is een methode om de kinderen actief mee te laten denken en doen aan het gebeuren in de BSO. Kinderparticipatie kan op allerlei manieren en bij allerlei situaties worden toegepast, hierbij kan gedacht worden aan de inrichting van het lokaal.
PPA Kleine Planeet
Pagina 7
Kinderen helpen bij het zich eigen maken van waarden en normen “Goed “en “niet goed” leren ervaren Om goed in de samenleving te kunnen functioneren, is het nodig dat kinderen de waarden, normen en regels van de maatschappij waarin zij leven, leren kennen en zich eigen maken. Een aantal gemeenschappelijke waarden en normen zijn bovendien onmisbaar om een goede samenwerking met ouders te hebben. Waarden zijn die zaken (verworvenheden) die “waardevol” gevonden worden, zoals respect en eerlijkheid. Waarden die te maken hebben met rechtvaardigheid en met het helpen van anderen noemen we moreel besef. In termen van jonge kinderen zijn dat waarden die horen bij wat bijvoorbeeld lief en stout, gemeen of aardig is. Het besef van goed en kwaad is de belangrijkste waarde. Normen (afspraken, regels) zijn die waarden waaraan door een groot aantal mensen gelijk belang wordt gehecht. Bijvoorbeeld: je mag niet slaan of je mag niet voordringen als je op de glijbaan wilt. De normen en waarden die wij belangrijk vinden en die wij de kinderen bijbrengen zijn: Respect voor elkaar. Aankijken bij praten. Niet weglopen tijdens een gesprek. Beleefdheidsvorm aanleren (bijvoorbeeld alsjeblieft en dank je wel zeggen). Luisteren naar elkaar / iemand uit laten praten. Elkaar in de waarde laten. Persoonlijke hygiëne toepassen. Stil moment voor het eten. Tevreden zijn met wat er is. Hallo zeggen bij binnenkomst. Gedag zeggen bij vertrek. De waarheid zeggen. Regels pestprotocol toepassen
PPA Kleine Planeet
Pagina 8
Het Pedagogisch thema van de Kleine Planeet Het PPA van de BSO heeft als thema “Talentontwikkeling”. Talent is een bijzonder goed ontwikkelde eigenschap van een bepaald kind. Wij geloven dat ieder kind talent bezit en zich hier graag in ontwikkelt. Onze visie is erop gericht kinderen niets op te dringen. Wij hanteren wel duidelijke regels en kaders, binnen deze kaders hebben de kinderen zelf de keuze wat ze willen ondernemen. Wij motiveren de kinderen wel te ontdekken en te onderzoeken wat hun talenten zijn. Op onze locatie bieden we dagelijks een van de verschillende soorten activiteiten aan; knutselen, bouwen, koken, tekenen en bewegen. De kinderen mogen hieraan deelnemen. Als de kinderen bijvoorbeeld hebben geschilderd, dan vullen we dat in op hun persoonlijke „Talentenkaart‟ en mogen ze voor die activiteit een sticker uitkiezen voor op deze kaart. Hebben ze voor alle soorten een sticker gehad, dan is hun Talentenkaart vol en krijgen ze een diploma. Daarna kunnen ze door voor het volgende diploma, waar we een kleuropbouw voor hebben: Van geel naar blauw, naar rood, etc. Hieronder staan voorbeelden van dagelijkse thema‟s.
PPA Kleine Planeet
Pagina 9
Algemene zaken In dit hoofdstuk zullen we een aantal algemene zaken bespreken die door de GGD voorgeschreven worden en dus ook vastgelegd moeten zijn. De onderwerpen die onder de algemene zaken worden voorzien zijn: Basisgroepen Buitenruimte Feesten
Basisgroepen Binnen de lokatie de Kleine Planeet is ervoor gekozen dat de Pedagogisch Medewerkers in alle drie de lokalen werken. Echter heeft elke Pedagogische medewerker een basislokaal. Een basislokaal is een lokaal waar hij/zij de meeste tijd te vinden is, echter zijn er uitzonderingen mogelijk. Met deze afspraak proberen we voor kinderen structuur en duidelijkheid te creëren. Daarnaast heeft iedere Pedagogisch medewerker een stamgroep van kinderen. Voor deze kinderen is hij/ zij het vaste aanspraakpunt en de Pedagogisch medewerker verzorgt voor dit kind de observaties en de ouder gesprekken. Per kwartaal worden de basislokalen en de stamgroepen besproken. Deze zullen terug te vinden zijn op de groep en als bijlage van dit plan. Het achterwacht principe is van toepassing bij vakantieopvang op de Kleine Planeet. Dit gaat in samenwerking met de Krullevaar die nabij gelegen is. De administratieve kracht houdt hiermee rekening wanneer zij het vakantierooster maakt.
Buitenruimte De buitenruimte bij de Kleine Planeet is vrij klein, maar wel overzichtelijk. Het is kindvriendelijk ingericht met een aantal speeltoestellen, om de speelruimte voor de kinderen uitdagend te maken. Daarnaast hebben we voldoende speelmateriaal aanwezig. De verschillende fietsen en loopauto worden door de kinderen veel gebruikt. Bewust hebben we ervoor gekozen om een speeltoestel (rups) eind 2009 weg te laten halen om meer ruimte te creëren voor de kinderen. We hebben ook ruimtes gecreëerd om in kleine groepjes te spelen. In de zandbak mogen maximaal 4 kinderen en we zijn voornemens een moestuin te maken. Wij motiveren de kinderen buiten te spelen en indien ze aangeven een uitdaging te zoeken buiten onze buitenspeelruimte, voldoen wij aan deze wens indien er ruimte voor beschikbaar is. We gaan dan naar de nabij gelegen speeltuinen. Indien we gebruik maken van andere buitenruimte dan degene die omliggend is bij de Kleine Planeet is het uitstapjesprotocol BSO van toepassing (deze is te vinden in deel 3 van de documentenwijzer).
Feesten Op de Kleine Planeet is het eigenlijk elke dag feest! Echter er zijn een aantal momenten die extra aandacht krijgen. Verjaardagen worden gevierd in de kring en er wordt gezonken door de kinderen. Er wordt indien geregeld ook uitgedeeld door de jarige en wij zorgen voor een klein cadeau.
PPA Kleine Planeet
Pagina 10
Het sinterklaasfeest wordt ieder jaar gevierd. Mede omdat er voor dit feest al veel aandacht is kiezen wij er veel voor om 1 dag de sint centraal te stellen. Hoe wij deze dag inrichten bespreken wij in een voorafgaande vergadering. Wij kopen of een groot cadeau voor de groep of voor ieder kind een kleinigheid (of combinatie). Tijdens de kerst richten wij ons met name op het knutselen van kaarten en kerstwerkjes.
PPA Kleine Planeet
Pagina 11
Huisregels Kleine Planeet Voor de Ouders Algemeen Wij willen graag dat U zelf de kinderen ophaalt. Uit veiligheidsoverweging sturen wij geen kinderen naar de auto toe. Graag horen wij van u als uw kind(eren) door iemand anders word(t)(en) opgehaald. Afmelden van kinderen moet op het hoofdbureau van de SRK voor 14:00 en op woensdag voor 11:00 uur. Het telefoonnummer is 088-0017100. Indien uw telefoonnummer of adres wijzigt, vergeet dit dan niet door te geven aan ons. Speelgoed van thuis mag worden meegenomen. Bij kwijtraken of kapot gaan van het speelgoed kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden. De BSO is tot 18:30 uur geopend. Wilt u laten weten als u om dringende reden later komt? Wilt u ons op de hoogte stellen als u kind last van hoofdluis heeft. Dit om verspreiding te voorkomen. Kinderen mogen geen snoep van huis op de opvang eten. Dit blijft indien van toepassing in de tas zitten en mag niet worden opgegeten in het bijzijn van andere kinderen.
Tijdens de vakantie De kinderen dienen voor 10:00 uur gebracht te worden. Wij verzoeken u ons telefonisch op de hoogte te brengen wanneer uw kind later komt of eerder wordt opgehaald. Dit in verband met mogelijke uitstapjes die wij kunnen maken en u voor een gesloten deur staat.
PPA Kleine Planeet
Pagina 12
Voor de kinderen Algemeen De leiding gedag zeggen als je binnen komt, zodat zij weten dat je er bent. De leiding gedag zeggen als je naar huis gaat, zodat zij weten dat je weg bent. Als je buiten wilt spelen moet je dit eerst aan de leiding vragen. Bij ruzie eerst proberen het probleem met elkaar op te lossen, lukt dit niet dan mag je naar de leiding komen. Zet altijd je naam op je tekening of knutselwerk. Al je klaar bent met tekenen of knutselen berg je, je spullen op in je map of in je rugzak als je ze mee naar huis neemt. Als het koud of slecht weer is doe je altijd je jas aan als je naar buiten gaat. Bij uitstapjes blijf je altijd bij de groep lopen. Niet rennen in de hal en de lokalen. Niet schreeuwen en geen lelijke woorden gebruiken. Op de opvang wordt alleen de Nederlandse taal gesproken. Netjes met de spullen en het speelgoed omgaan. Er wordt niet geslagen of geschopt. Als je met iets wilt spelen, vraag je het eerst aan de leiding. Als je klaar bent met een spel, ruim je het eerst op voordat het nieuw speelgoed vraagt. Je moet aan de leiding vragen of je op de Wii of de computer mag. Er mogen niet meer dan 3 kinderen tegelijk op de Wii of de computer. De kinderen mogen niet de voordeur voor iemand openen.
Eten Voor het eten van boterhammen, fruit, crackers eerst de handen wassen. Eerst wordt een bruine boterham met hartig beleg gegeten, daarna mag je zoet op je brood. Er wordt niet met beleg gespeeld. Je blijft aan tafel zitten totdat iedereen klaar is met eten.
Buiten Niet de glijbaan oprennen, alleen afglijden. Niet op de rubberen tegels fietsen. Het zand in de zandbak laten, en niet mee gooien of strooien. (max. 4 kinderen). De tractors en kleine fietsen zijn voor de peuterspeelzaal, niet voor de BSO. Niet met de fietsen tegen elkaar botsen. Samen met de leiding worden de spullen uit de schuur gehaald.
PPA Kleine Planeet
Pagina 13
Globale dagindeling tijdens een middag buitenschoolse opvang Reguliere dag 14.15 uur: 14.45 - 15.30 uur: 15.45 uur:
16.15 uur:
17.00 uur:
18.30 uur:
Groepsleiding maakt de lokalen „speelklaar‟. De kinderen worden van school gehaald. Alle kinderen zijn binnen en nu wordt gestart met de kring. Hier worden verhaaltjes verteld en krijgen de kinderen wat drinken en wat lekkers. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze gaan doen. Kinderen staan tijdens het uitzoeken en het doen van activiteiten onder toeziend oog van de groepsleiding, zodat indien nodig er bijgestuurd kan worden. Vanaf ongeveer deze tijd worden de kinderen opgehaald (mag eerder) en is er tussen ouders en groepsleiding tijd voor een overdracht. Alle kinderen zijn opgehaald en de locatie gaat dicht.
Woensdagmiddag opvang 11.30 uur: 12:00 uur: 12:30-13:00 uur: 13:00-15:30 uur: 15:30-16:00 uur: 16:00-17:00 uur: 17.00-18.30 uur:
Groepsleiding maakt de lokalen „speelklaar‟. Kinderen worden van school gehaald. Lunch. Vrij spelen of activiteit. Fruit eten. Vrij spelen. Alle kinderen zijn opgehaald en de locatie gaat dicht.
Vakantieopvang 7:30-10:00 uur: 10:00 uur: 10:00-12:00 uur: 12:00-13:00 uur: 13:00-16:00 uur: 16:00-16:30 uur: 16.30-18:30 uur:
Kinderen worden gebracht door de ouders/verzorgers. Er wordt gezamenlijk een koekje gegeten en limonade gedronken. Vrij spelen of activiteit. Gezamenlijke lunch. Vrij spelen of activiteit. Fruit eten. Vanaf ongeveer deze tijd worden de kinderen opgehaald (mag eerder) en is er tussen ouders en groepsleiding tijd voor een overdracht.
Tijdens vakantie opvang wordt het vakantieprogramma tijdig gecommuniceerd aan de ouders. Gedurende de hele dag mogen de kinderen vragen om limonade.
PPA Kleine Planeet
Pagina 14