PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN KINDERDAGVERBLIJF HAMERTJE-TIK Atensheerd 1, 9737 TB Groningen
INLEIDING Wij willen u graag informeren over de manier van werken in Kinderdagverblijf Hamertje-tik, locatie Atensheerd. Dat doen we onder andere door middel van dit Pedagogisch Beleidsplan. Het is belangrijk dat u weet waar wij voor staan, hoe we omgaan met de kinderen en waarom we dat zo doen. Omdat alles draait om een goede ontwikkeling van de kinderen die ons kinderdagverblijf bezoeken, streven wij ook naar een goed contact met u als ouders. Ons belangrijkste doel is dat uw kind zich bij ons thuis voelt en daar draagt een goed contact tussen ouders en groepsleiding aan bij. Ervaringen uit de dagelijkse praktijk van Hamertje-tik zijn een belangrijke bron geweest voor het formuleren van dit pedagogisch beleid, naast actuele literatuur over pedagogisch handelen in de kinderopvang. Hamertje-tik streeft ernaar op dit gebied deskundigheid te blijven ontwikkelen en inzetten. Ons pedagogisch beleid zal daarom eenmaal per jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Daarbij zullen zowel het personeel als de oudercommissie worden betrokken. Hebt u vragen en kunt u het antwoord niet vinden in dit beleidsplan, dan kunt u altijd terecht bij de groepsleiding. Tot slot hopen wij dat u en uw kinderen Hamertje-tik zullen ervaren als een prettige en vertrouwde omgeving. Metta Brandsma-Wieringa,
17 oktober 2014
LOCATIE EN ACCOMODATIE Kinderdagverblijf Hamertje-tik bevindt zich op een goed bereikbare plaats (dicht bij de ringweg) in de Groninger woonwijk Beijum. Adresgegevens: Atensheerd 1, 9737 TB Groningen tel. : de Kleurdoos: 06-49677448 (direct contact met de groepsleiding) de Regenboog: 06-49677403 (direct contact met de groepsleiding) e-mail
[email protected] website www.hamertje-tik.nl Kinderdagverblijf Hamertje- tik is met zorg ingericht, met warme kleuren en zo huiselijk mogelijk. Een plek waar ieder kind zich snel thuis voelt en door gezellige hoeken en uitdagend speelgoed gestimuleerd wordt tot spel en ontwikkeling. Ook de ruime buitenspeelplaats draagt hieraan bij. Bij de bouw, verbouw en inrichting is rekening gehouden met alle landelijk gestelde veiligheidsaspecten en inrichtingseisen waaraan een kinderdagverblijf moet voldoen. Alle ruimten en deuren zijn voorzien van ramen, zodat leidsters altijd gezien en/of gehoord kunnen worden door collega’s. Daarmee geven wij tevens invulling aan het vierogenprincipe.
DOELSTELLING Algemene doelstelling Het realiseren van een kinderdagverblijf waar opvang wordt geboden aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Opvang die verantwoord, prettig en vertrouwd is en door kinderen en ouders ook als dusdanig wordt ervaren. Deze doelstelling willen wij mede bereiken door een goede en plezierige werkgever te zijn voor de pedagogische medewerksters die bij ons in dienst zijn en die door hun inzet deze doelstelling mede inhoud geven.
Pedagogische doelstelling Een veilige belevings- en ervaringswereld creëren, waarin enerzijds ruimte wordt gegeven aan de eigen persoonlijkheid van ieder kind, anderzijds aandacht wordt gegeven aan het samen leven en spelen op een zodanige manier dat ieder kind zich prettig voelt en zich optimaal kan ontwikkelen tot een sociaal zelfstandig mens. Om dit te kunnen realiseren werken we met: deskundige begeleiding, (minimale opleiding: SAW3, verder o.a. SPH, PABO en Kraamzorg), een verantwoord pedagogisch beleidsplan, een gevarieerd aanbod van spelactiviteiten en speel- en ontwikkelingsmaterialen, kindvriendelijke speelruimtes en een grote buitenspeelruimte, duidelijke richtlijnen met betrekking tot veiligheid en hygiëne. Dit gebeurt in samenwerking met de ouders, met als basis: wederzijds vertrouwen, openheid en respect voor elkaars mening, ideeën en culturele waarden.
PEDAGOGISCH KLIMAAT Met een pedagogisch klimaat bedoelen we een veilige en vertrouwde omgeving. Om zich goed te kunnen ontwikkelen is het belangrijk dat kinderen zich bij ons veilig en vertrouwd voelen. Daarom : - hebben de groepen vaste, dus voor de kinderen bekende groepsleiding. Dat betekent overigens niet dat de kinderen nooit een ander gezicht voor de groep zien. Omdat de groepsleidsters van het kinderdagverblijf bij afwezigheid voor elkaar invallen is het goed dat de kinderen alle gezichten regelmatig zien. - heeft iedere dag een vaste structuur. - hanteren alle groepsleidsters dezelfde regels en afspraken; deze liggen ter inzage op de locatie. - geeft de groepsleiding vertrouwen door te troosten, te knuffelen, bescherming te bieden en de kinderen serieus te nemen, - wordt ieder kind aan een leidster toegewezen, die er in het bijzonder op toeziet dat het kind zich veilig voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. Opmerking m.b.t. de groepsleiding: Naast de vaste groepsleiding zijn er, in het kader van hun opleiding en ter ondersteuning, stagiaires * aanwezig op de groep. Doorgaans gaat het hierbij om maximaal 2 stagiaires. Zij zijn ook op de hoogte van de regels en afspraken die in ons kinderdagverblijf gelden. Bij bijzondere gelegenheden, b.v. paasmaaltijd, lampionnetjes lopen in de buurt, bezoek aan de kinderboerderij, is er ondersteuning van ouders. (Daarnaast zijn er, in bijzondere gevallen, 2 leidinggevenden gedurende de hele dag telefonisch beschikbaar). * ook bij calamiteiten kunnen zij worden ingezet ter ondersteuning van de groepsleidsters. Indien nodig kan daarnaast nog de hulp worden ingeroepen bij het gezondheidscentrum, op loopafstand gelegen aan de Emingaheerd nr.10, waar huisartsenpraktijk Beijum (dr. Beuger, dr. Luteijn en dr. Tanja) gevestigd is (tel: 050-5415200).
DE ONTWIKKELING Ontwikkelingsaspecten: -
sociaal –emotionele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, taalontwikkeling, motorische ontwikkeling.
Hieronder wordt van elk van de ontwikkelingsaspecten aangegeven wat er onder wordt verstaan; verder wordt onder het kopje “Omgeving en materiaal” en “Houding begeleiding” aangegeven op welke manier daaraan bij Hamertje-tik invulling wordt gegeven.
Sociaal-emotionele ontwikkeling Hieronder verstaan wij: leren adequaat omgaan met zichzelf en met anderen. Aspecten hiervan zijn: het aangaan en onderhouden van sociale relaties; omgaan met verschillen; uiten van emoties; rekening houden met de emoties van anderen; weerbaarheid; omgaan met conflicten; zelfvertrouwen; ontwikkeling van verantwoordelijkheidsbesef. Ook normen- en waardenbesef horen hierbij.
Normen- en waardenbesef: Leren wat wel en niet mag: hoe je sociaal acceptabel te gedragen. Er zijn veel ongeschreven gedragsregels in onze maatschappij en binnen de kinderopvang; je mag een ander geen pijn doen, samen delen, om de beurt etc. De sociaal-emotionele ontwikkeling vinden wij het belangrijkste ontwikkelingsgebied bij opgroeiende kinderen. Het is van grote invloed op andere ontwikkelingsgebieden.
Omgeving en materiaal: Een veilige omgeving waar ruimte is voor het leren hanteren van emoties, alleen of met anderen. Bij de jongsten door aandacht en knuffels, het ontwikkelen van een warme band met de leiding. Bij de grotere kinderen wordt dit onder andere mogelijk gemaakt dmv gezelschapspelen (op je beurt wachten) het voorlezen van verhaaltjes waarmee kinderen zich kunnen identificeren, aanwezigheid van expressiemateriaal zoals klei en verf, maar ook de mogelijkheid tot fantasiespel bijvoorbeeld met verkleedkleren en schmink.
Houding begeleiding: -
-
-
-
besteedt bijzondere aandacht aan het wennen van het kind en aan de overdracht, ondersteunt het kind waar nodig door het bieden van mogelijkheden waardoor behoeften vervuld, of wensen kenbaar kunnen worden gemaakt, onder andere door natuurlijk lichamelijk contact (warmte geven, knuffelen, stoeien) of door manieren van overleg te laten zien, baby’s: aandacht voor emoties: bij huilen wordt gekeken wat de oorzaak kan zijn: honger, niet goed zittende luier, geschrokken zijn van licht, geluid, etc. Hier wordt troost en bescherming geboden. leert kinderen goed (netjes) en duidelijk te vragen wanneer het iets van een ander gedaan wil hebben, respecteert het kind en begeleidt het bij verschillende emoties en neemt deze serieus, leert de kinderen aan een ander te zeggen wat ze wel en niet prettig vinden. leert kinderen elkaar te helpen. is zich bewust van wat het kind emotioneel aan kan: corrigeert of stimuleert juist, geeft aan wat wel en niet mag. zorgt dat de eigen emoties herkenbaar zijn voor het kind in relatie tot de gebeurtenissen van het moment, heeft oog voor verschillen in cultuur, religies etc. en benadert deze positief, is zich bewust van zijn/haar voorbeeldfunctie (normen- en waardenbesef ) leert kinderen met respect om te gaan met het speelgoed (netjes opruimen) de ander en de spullen van anderen. leert kinderen b.v. netjes aan tafel te zitten bij het gezamenlijk deelnemen aan de maaltijden. herhaalt regelmatig gemaakte afspraken en regels. Probeert voedingstijden enigszins aan te passen, zodat ook baby’s deel uitmaken van het groepsgebeuren. houdt de ontwikkeling van de kinderen bij door te observeren, pikt signalen op. kijkt goed naar de kinderen en ziet daardoor of een kind zich aan regels houdt, hoe een kind omgaat met op de beurt wachten, of het kan delen enz. ( Bij dit alles houdt de begeleiding uiteraard wel rekening met de leeftijd en fase waarin het kind zit. Geeft de ouders/verzorgers informatie, informeert naar opvallende zaken in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.
Cognitieve ontwikkeling Hieronder verstaan wij de ontwikkeling van het leren en het denken. Er zijn individuele verschillen in de manier waarop een kind zich ontwikkelt. De aanleg en de motivatie van het kind spelen een rol in het uiteindelijke niveau dat het zal bereiken. Voor de cognitieve ontwikkeling zijn de waarneming, de taalontwikkeling en het geheugen van groot belang. De omgeving speelt bij dit alles een rol van betekenis.,
Omgeving en materiaal: Uitdagende speelruimten met o.a. speelkleden voor de jongsten, activitycenters, rammels, voelmateriaal, knisperboekjes, etc. Voor oudere kinderen: een knutsel-, bouw- en lees hoek (en een ruime keuze aan leesboeken), een groot aanbod van materialen: puzzels, educatieve spelletjes, constructiemateriaal, etc. Deze materialen zijn afgestemd op de verschillende leeftijdscategorieën binnen de groep.
Houding begeleiding: -
biedt passend materiaal aan, laat het initiatief hiertoe ook over aan het kind, helpt wanneer dit nodig is een kind op weg bij het spelen met onbekend materiaal, heeft een stimulerende houding, accepteert wanneer een kind geen zin heeft om bezig te gaan met bepaald materiaal, tenzij dit veelvuldig voorkomt, gaat in op interesses die het kind aangeeft (werken rondom thema’s) heeft een zo rijk mogelijk verbaal contact met het kind, houdt de ontwikkeling van de kinderen bij door te observeren en bij kinderen van 2,5 tot 4 jaar met behulp van het materiaal van het Peutervolgsysteem, geeft de ouders/verzorgers informatie, informeert naar opvallende zaken in de cognitieve ontwikkeling van het kind.
Opmerking: Vanaf ca. 3 jaar worden kinderen enkele keren getoetst middels het Peutervolgsysteem op het gebied van taal, ruimte en ordenen. Aan de hand van deze toetsen kunnen we zien waar kinderen extra gestimuleerd moeten worden. Informatie hierover wordt met ouders besproken. Als het kind naar de basisschool gaat, wordt een verslag hiervan meegegeven.
Taalontwikkeling Taal is een onmisbare factor in de menselijke communicatie. Door de manier waarop het kind iets zegt kan het duidelijk maken hoe het zich voelt, wat het van iets vindt, of het verdrietig is, etc. Door taal kan het mensen naar zich laten luisteren en leert het nadenken. De wijze waarop het kind zich uitdrukt is afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin het zich bevindt.
Omgeving en materiaal: Het materiaal dient aan te sluiten bij de leeftijd van het kind. De taalontwikkeling wordt gestimuleerd door vanaf het prilste begin (baby’s) veel met kinderen te communiceren en door activiteiten die betrekking hebben op taal: vertellen m.b.v. praatplaten, een (kring)gesprek voeren, poppenkast spelen, (voor)lezen, etc.
Houding begeleiding:
spreekt goed en duidelijk Nederlands, eenvoudige en complete zinnen. spreekt veel: onder het verschonen , naar bed brengen, etc. Vertelt wat ze doet: “zo even een schone luier..” (baby’s) benoemt personen en dingen om het kind heen: “kijk, een vlinder…” geeft alleen voor het slapen en voor troost een speen. reageert niet zonder meer op gebaren en aanwijzingen, maar stimuleert tot spreken, hanteert tijdens spel met het kind begrippen en gebaren die betrekking hebben op eigenschappen en kenmerken van het spelmateriaal, stimuleert het kind tot vertellen (kringgesprek), verbetert verkeerd uitgesproken woorden door het goed voor te doen.(niet corrigeren en laten herhalen) stimuleert het kind tot luisteren naar verhaaltjes, kijkt en benoemt plaatjes met de jongsten. corrigeert het kind waar nodig op een vriendelijke, constructieve wijze, houdt de ontwikkeling van de kinderen bij door te observeren en bij de kinderen van 2,5 tot 4 jaar met behulp van het materiaal van het Peutervolgsysteem, geeft de ouders/verzorgers informatie, informeert naar opvallende zaken in de taalontwikkeling van het kind. Mocht het nodig zijn, dan kan een ingeschakelde logopedist in het kinderdagverblijf ondersteuning geven. -
Motorische ontwikkeling Motorische ontwikkeling betreft de ontwikkeling van de lichaamsbeheersing. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fijne en grove motoriek. Een goede motorische ontwikkeling is van belang omdat het kind erdoor in staat wordt gesteld de wereld te ontdekken. Het kind leert zo de eigen mogelijkheden kennen op basis van de eigenschappen van de omgeving. Zelfredzaamheid wordt gestimuleerd, wat bijdraagt aan het groeiend zelfvertrouwen van het kind.
Omgeving en materiaal: Bij de groepsruimten is gelet op: voldoende ruimte om te rollen, kruipen, lopen achter de loopkar (jongsten), dansen, springen, stoeien (oudsten), De speelruimtes bieden gelegenheid tot zowel beweging als geconcentreerd bezig zijn. Bij het aanbod van speelgoed is aandacht voor de stimulerende werking ervan op de grove en fijne motoriek. Materiaal voor de grove motoriek: ballen, rijdend materiaal ( loopauto, driewieler, fiets, duwkar), hoepels, pittenzakken, etc. Materiaal voor de fijne motoriek: kralen rijgen, lego, insteekmozaïek, kleur- en tekenmaterialen, strijkkraaltjes, borduren, etc. Het sluit aan bij de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Het speelgoed en de omgeving (binnen en buiten) zijn veilig en kindvriendelijk.
Houding begeleiding: -
moedigt het kind aan de mogelijkheden van het eigen lichaam te leren kennen, haar/zijn houding is te allen tijde positief en stimulerend, biedt uitdagend materiaal aan en houdt daarbij rekening met de interesses van het kind,
-
let op veiligheid, houdt de ontwikkeling van het kind bij middels observeren. geeft de ouders/verzorgers informatie, informeert naar opvallende zaken in de motorische ontwikkeling van het kind.
Opmerking: Iedere dag gaan we met de kinderen, als het weer het toelaat, naar buiten. Naast spelen op de ruime buitenspeelplaats hebben we voor de kinderen van het kinderdagverblijf de beschikking over een kinderwagen, een 4persoons buggy, bolderkar, waarmee we kunnen wandelen door de wijk. De leiding doet actief mee met buitenspelletjes, zoals balspelen, tikkertje en verstoppertje. Voor het oudere kind zijn competitiespelen aantrekkelijk. De leidster legt hierbij meer de nadruk op het gezamenlijk plezier beleven aan het spel dan op het winnen ervan.
Audiovisuele activiteiten In het kinderdagverblijf en op de B.S.O. zijn video en D.V.D. aanwezig. De leidster gaat gericht om met het aanbieden van deze middelen. Op de B.S.O. worden afspraken gemaakt over de wijze waarop en de tijdsduur waarin ze er gebruik van maken We zijn van mening dat gewelddadige, discriminerende en seksistische programma’s niet thuis horen op de B.S.O.
BELONEN EN STRAFFEN Binnen kinderdagverblijf Hamertje-tik gaan we er vanuit dat een positieve benadering positief gedrag in de hand werkt. Belonen (compliment, aai over de bol of knuffel) is dan ook een heel belangrijk aspect in de omgang met de kinderen. Kinderen horen niet alleen respons te krijgen als ze iets fout doen, maar meer nog als ze iets goed doen. *Meer hierover is te vinden in het protocol “belonen en straffen” op onze website: www.hamertje-tik.nl/protocol_belonen_en_straffen
BIJZONDERE SITUATIES Kinderen die opvallen In het overleg van de groepsleiding worden o.a. kinderen die op de een of andere manier opvallen (b.v. door hun gedrag) besproken. Door observeren en met elkaar over het betreffende kind te praten proberen we tot een juiste begeleiding te komen. Ook met ouders zal er dan zo nodig overleg zijn. Als er na verloop van tijd geen verandering optreedt, zullen we de ouders adviseren contact op te nemen met een externe deskundige.
Kinderen met een handicap Vanuit onze manier van werken wordt elk kind benaderd als een unieke persoonlijkheid en worden kinderen gerespecteerd als mensen met verschillende emoties en verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden. Dit betekent dat er ook plaats is voor gehandicapte kinderen. Daarbij is het noodzakelijk de volgende voorwaarden te stellen:
- dat we het gehandicapte kind voldoende kunnen begeleiden, - dat de leiding voldoende tijd houdt voor de opvang van de andere kinderen. Als aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, zal er in overleg met de ouders en eventueel een externe deskundige, naar een passende oplossing worden gezocht.
Het zieke kind Om verspreiding van besmettelijke ziekten – overeenkomstig de adviezen van de GGD – te voorkomen, en bij een lichaamstemperatuur vanaf 38°C, mogen de kinderen niet naar het kinderdagverblijf worden gebracht. Het is daarbij niet de bedoeling de temperatuur van 38°C heel strikt te hanteren; het kan zijn dat een kind met een temperatuur van 38,1°C zich prima voelt en dus kan blijven; omgekeerd kan een kind met een temperatuur van 37,9°C zich duidelijk niet lekker voelen in de groep, waardoor het beter is dat het kind wordt opgehaald door de ouders. Als een kind ziek op de opvang komt of als het kind gedurende de opvang ziek wordt, dan worden de ouders gebeld en gevraagd om het zieke kind te komen halen. We zijn van mening dat een ziek kind beter thuis verzorgd kan worden. De leidster spreekt af door wie en wanneer het kind wordt gehaald. Gaat er een besmettelijke infectieziekte rond, dan worden ouders hier via de mail van op de hoogte gebracht.. In deze mail wordt tevens verwezen naar een link voor meer informatie rondom deze infectieziekte. (symptomen, behandeling, weren van de crèche, gevaar voor zwangere vrouwen, etc.)
De meldcode De meldcode beschrijft in 5 stappen wat we doen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het betrekken van ouders hierbij is van cruciaal belang. De meldcode van het expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding (JSO) Brancheorganisatie Kinderopvang is aanwezig op de locatie.
DE GROEPEN Groepsopbouw Kinderdagverblijf Hamertje-tik heeft twee groepen: De Kleurdoos: kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar De Regenboog: kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar Er is dus voor horizontale groepen gekozen. Voordelen van een horizontale groep zijn: - Materialen zijn afgestemd op de specifieke leeftijd: oudsten – jongsten. - Veiligheid: geen kleine onderdelen (dobbelstenen, kralen, insteekmozaïek) in de buurt van kleintjes ivm verstikking. - Het spelen verloopt beter: oudste kinderen kunnen b.v. een spoor uitleggen zonder dat de jongste kinderen er overheen kruipen, dreumesen kunnen rustig de eerste stapjes doen, - Rustiger: VVE kan ongestoord plaats vinden (geen huilende baby onder het voorlezen, baby’s kunnen rustig “uitbuiken” na de fles)
Groepsgrootte De groepsgrootte is op beide groepen maximaal 16 kinderen. Het aantal leidsters op de groep is afhankelijk van het aantal en de leeftijd van de kinderen. Het aantal beroepskrachten op een groep wordt berekend overeenkomstig www.1ratio.nl *meer informatie over de beroepskracht-kindratio is te vinden onze website: www.hamertje-tik.nl/BKR_rekenregels
VVE VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. We werken met de oudste kinderen (vanaf ongeveer 2½ jaar) rondom thema’s. Thema’s vanuit het kind: mama heeft een baby in de buik!, ik ben jarig!, etc. Thema’s bepaald door de tijd: lente – lammetjes, herfst – bladeren, Koninginnedag, etc. Thema’s vanuit de leiding: kijk eens wat ik heb.....! (een vergrootglas – groot en klein) Met behulp van deze thema’s stimuleren we: de taalontwikkeling (nieuwe woorden leren) de sociaal-emotionele ontwikkeling (samen werken, materialen delen met elkaar ,etc.) de motorische ontwikkeling: grove motoriek, b.v. als kikkertjes springen van het ene blad naar het andere (thema lente), fijne motoriek, b.v. mooie herfstbladeren aan een lijn rijgen (thema herfst), de cognitieve ontwikkeling: kennis vergaren: een eitje wordt rups, cocon en....hoera! een vlinder (thema: rupsje Nooitgenoeg). o o
-
Spelenderwijs vergroten we dus d.m.v. thema’s, zingen, spel en knutselen de wereld van het kind.
PLAATSING KIND Ouders worden ruim voor de plaatsing van hun kind uitgenodigd voor een kennismaking met de groepsleiding en een informatief gesprek. Na een rondleiding en een kennismaking met de groepsleiding wordt alles aangaande het kind en de gang van zaken rondom de opvang besproken. Ouders kunnen kennis nemen van het pedagogisch beleidsplan en daar desgewenst een toelichting op krijgen. Daarnaast wordt er zakelijke informatie verstrekt met betrekking tot de plaatsing. Voor de groepsleiding is het belangrijk dat ouders omgekeerd de nodige informatie over het aan te melden kind verstrekken. Indien het kind bij de aanmelding nog niet is geboren, dan ontvangen we graag een geboortekaartje en wordt voorafgaande aan de opvang een afspraak gemaakt voor een intakegesprek, waarbij informatie over voeding, slaaptijden, etc. wordt uitgewisseld. Daarbij kunnen ook tips gegeven worden over de manier waarop het eerste bezoek aan het kinderdagverblijf het beste kan worden voorbereid (b.v. de overschakeling van borstvoeding naar afgekolfde melk).
GEWENNINGSPERIODE Tijdens het intakegesprek worden er ook afspraken gemaakt over de gewenningsperiode. Het is belangrijk dat nieuwe kinderen in aanwezigheid van de ouders vertrouwen krijgen in de nieuwe omgeving, de groepsleiding en de andere kinderen. Afhankelijk van het kind kan de gewenningsperiode korter of langer duren.
VANAF 2 JAAR: DE STAP VAN JONGSTE NAAR OUDSTE GROEP Als het kind 2 – 2,5 jaar is*, gaat het langzaamaan wennen op de oudste groep: Gedurende de ochtend even aan de andere kant van de verschoonruimte kijken (samen met de leidster van de jongste groep even iets brengen of vertellen…). Een ochtendje – na het fruiteten- meedraaien met de oudste kinderen. Een hele ochtend/middag meespelen. De overstap. *Het ene kind is er eerder aan toe dan het andere kind. Niet alleen ontwikkeling, maar ook karakter spelen hierbij een rol: is het kind verlegen, zoekt nog de veiligheid van het bekende of verveelt het zich bij de jongsten en is het toe aan meer uitdaging…. Bij de bepaling van de precieze datum van overgang van jongste naar oudste groep speelt ook de kindplanning een rol.
Omdat leidsters regelmatig voor elkaar invallen op de beide groepen en groepen wel eens worden samengevoegd (op rustige dagen en in de vakantieperiode) zijn alle leidsters bij de kinderen bekend. Dit maakt de stap naar de volgende groep gemakkelijker.
OVERLEG TUSSEN LEIDING EN OUDERS Tussen 07.00 en 9.00 uur kunnen de kinderen worden gebracht. Er is een mogelijkheid van zgn. “verkorte” opvang: kinderen worden dan ná 07.30 uur gebracht en uiterlijk 18.00 uur opgehaald. Bij binnenkomst worden ouders en kinderen door de groepsleiding verwelkomd en wordt er – eventueel onder het genot van een kopje koffie of thee – informatie uitgewisseld. Ouders kunnen hun kinderen even op weg helpen bij het spel. Baby’s kunnen eventueel door de ouder zelf naar bed worden gebracht. Als de ouder aangeeft dat hij gaat vertrekken, neemt de groepsleiding de verantwoordelijkheid voor het kind over en zwaaien zij samen de ouder uit. Heeft de ouder wat meer haast, dan wordt dit bij binnenkomst aangegeven en nemen we de zorg voor het kind bij de deur over en wordt de ouder bij de deur uitgezwaaid. De ochtend duurt van 07.00 – 12.45 uur of 07.30 - .13.00 uur. De middag duurt van 12.45 – 18.30 of 12.30 - 18.00 uur. Als kinderen alleen ‘s middags komen, gaan we ervan uit dat ze thuis al hebben gegeten. Aan het eind van de middag kunnen de kinderen tussen 16.00 en 18.30 uur worden opgehaald. Zowel bij het brengen als bij het halen kunnen de ouders altijd terecht bij de groepsleiding voor vragen en opmerkingen. Voor een goede overdracht is het belangrijk dat ouders ruim voor sluitingstijd aanwezig zijn. Daarnaast:
voor de 0-jarigen: het keerschriftje, waarin de groepsleidsters en u als ouders dagelijks de belangrijkste informatie over uw kind opschrijven; dit wordt vaak als leuk aandenken bewaard aan het eerste jaar op het kinderdagverblijf, vanaf 1 jaar: we houden een plakboek bij met werkjes, foto’s en verhaaltjes over uw kind,
Eenmaal per jaar worden er 10-minuten gesprekken gevoerd, waarbij de ouders alle belangrijke informatie krijgen over de ontwikkeling en het wel en wee van hun kind. Ouders kunnen zelf, als zij daar behoefte aan hebben, een tussentijds oudergesprek aanvragen bij de groepsleidster. Daarnaast wordt er ook minimaal eenmaal per jaar een ouderavond georganiseerd, waarbij aandacht wordt besteed aan algemene zaken aangaande het kinderdagverblijf, maar ook aan onderwerpen, die belangrijk zijn bij de opvoeding en begeleiding van kinderen in het algemeen. Het karakter van de avond is overwegend informatief, maar er is voor ouders ook gelegenheid om elkaar beter te leren kennen. Vier keer per jaar verschijnt er een krantje (Kwetternieuws). Hierin wordt kort een aantal zaken op een rijtje gezet van de afgelopen 3 maanden en worden afspraken, plannen, belangrijke data en verdere informatie voor het voor het komende kwartaal aan de ouders doorgegeven.
Eindevaluatie Zodra het kind het kinderdagverblijf verlaat volgt er een eindevaluatie. Ouders krijgen de gelegenheid om hun ervaringen met de kinderopvang te vertellen en samen met de leidster terug te kijken op deze periode.
ETEN EN DRINKEN Eten wordt door de ouders in het kinderdagverblijf zelf verzorgd (voor drinken zorgt het kinderdagverblijf). - ’s-morgens wordt er met de kinderen fruit gegeten met drinken., - tussen de middag worden broodjes gegeten met melk, karnemelk, etc., - ’s-middags is er tijd voor een tussendoortje met drinken. De voeding voor de baby’s zal in overleg met de ouders op de met hen afgesproken tijden worden gegeven. Voor luiers, slaapzakken, slabbetjes, etc. zorgt het kinderdagverblijf..
MEDICIJNGEBRUIK Indien er medicijnen aan een kind moeten worden toegediend, wordt daarvoor door de ouders een overeenkomst ingevuld, waarin de naam van het medicijn, de dosis en wijze van toediening etc. worden aangegeven.
SLAPEN IN HET KINDERDAGVERBLIJF
In overleg met de ouders wordt een slaapschema afgesproken. Baby’s hebben hun eigen slaapritme en gaan vaak meerdere keren per etmaal naar bed. Tot ongeveer 1 jaar kunnen kinderen in babyhuisjes buiten slapen. Er wordt rekening gehouden met eventuele slaaprituelen van het kind (knuffels, speen, slaaphouding, etc.) Indien ouders graag willen dat hun kind wordt ingebakerd of op de buik te slapen wordt gelegd, wordt hiervoor door de ouders een overeenkomst ingevuld, waarmee de ouder aangeeft hiervoor te kiezen, en op de hoogte te zijn van eventuele risico’s die dit met zich meebrengt.
REGELS EN AFSPRAKEN -
-
-
Omdat wij hygiëne in het kinderdagverblijf heel belangrijk vinden, wordt ouders gevraagd om bij binnenkomst hoezen over de schoenen te doen. Bij het brengen neemt de groepsleiding de verantwoordelijkheid voor het kind over op het moment dat de ouder aangeeft het kinderdagverblijf te gaan verlaten, en de verantwoordelijkheid overdraagt aan de groepsleiding, Bij het ophalen neemt de ouder de verantwoordelijkheid voor het kind over op het moment dat de ouder het kinderdagverblijf binnenkomt en met het kind is herenigd, Als het kind door iemand anders dan een van de ouders zal worden opgehaald, dient dit door de ouders van tevoren te zijn gemeld bij de groepsleiding. Dat geldt ook als het kind wordt opgehaald door opa’s, oma’s, ooms of tantes of andere “bekenden”. Enige uitzondering op deze regel: het kind dat door een ander wordt gebracht kan die dag ook weer door die ander worden opgehaald, Het kinderdagverblijf zorgt voor luiers en voor schone kleding na een “ongelukje”. Die kleding verwachten we enkele dagen na gebruik graag weer gewassen van de ouders terug, Als een kind door ziekte of om een andere reden niet naar het kinderdagverblijf kan komen, geeft de ouder dit door aan de groepsleiding, Afwezigheid en vervanging van een groepsleidster wordt door ons, indien mogelijk voortijdig, doorgegeven middels een bericht op het mededelingenbord in de gang, In het kinderdagverblijf en dus ook in de buitenspeelruimte geldt een rookverbod, Huisdieren zijn in het kinderdagverblijf niet toegestaan. (uitzondering hierop is dierendag en lammetjes in het voorjaar, dan wel in overleg met de ouders).
EXTRA DAG(DEL)EN OPVANG Het is mogelijk, naast de gebruikelijke dagen, gebruik te maken van (incidentele) extra dag(del)en. Dit uiteraard alleen als er ruimte is op de eigen groep. In het andere geval kan het kind eventueel op de andere groep meedraaien.
PRIVACY Informatie over kinderen, die in vertrouwen aan de groepsleiding is verstrekt, of waarvan het duidelijk is dat het om vertrouwelijke informatie gaat, wordt door de groepsleiding niet met anderen gedeeld, maar blijft vertrouwelijk binnen de groepsleiding. In het kinderdagverblijf worden af en toe foto’s gemaakt. Dat kan gebeuren door leiding of stagiaires, maar ook door ouders (bijvoorbeeld bij verjaardagen). Het kan daardoor voorkomen dat foto’s waarop
een kind staat afgebeeld in andermans fotoalbum terechtkomen. Indien een ouder dat ongewenst vindt, dan kan dat schriftelijk kenbaar gemaakt worden bij de groepsleiding.
GGD Het toezicht op kinderdagverblijven is in handen van de GGD, die ook regelmatig een bezoek brengt aan ons kinderdagverblijf en daarbij kijkt naar verschillende aspecten uit dit pedagogisch beleidsplan. Op onze website wordt altijd de meest recente versie van het inspectierapport geplaatst, ter inzage voor ouders en belangstellenden.
KLACHTENAFHANDELING Kinderdagverblijf Hamertje-tik is aangesloten bij SKK (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang). Indien er klachten/problemen zijn, en ouders en groepsleiding kunnen, ondanks inzet van beide kanten, niet tot een oplossing komen, doet bovenstaande klachtencommissie uitspraak over de gegrondheid van de klacht. U kunt ook zonder onze tussenkomst een klacht indienen bij SKK. Wij stellen het echter op prijs om eerst zelf kennis te kunnen nemen van uw klacht, zodat wij samen met u kunnen proberen tot een oplossing te komen. Het spreekt voor zich dat wij er ons best voor zullen doen, dat uw kind het leuk vindt om naar Hamertjetik te gaan en dat u tevreden bent over de opvang en over de omgang van de leiding met uw kind. Kinderdagverblijf Hamertje-tik BV, Metta en Wytse Brandsma