Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Abeltje ‘De Winnie de Pooh groep’
Auteur: Michèle Goeman Laatst gewijzigd: 12 februari 2015
Babygroep 0 tot 2 jaar (met voornamelijk 0-1 jarigen) Meijhorst 60-02 6537 KT Nijmegen Tel: 06-47874042
Inhoudsopgave
1. Inleiding en visie
Pag. 3
2. Wat biedt Kinderdagverblijf Abeltje 2.1. Emotionele veiligheid van de kinderen 2.2. Ontwikkeling persoonlijke competentie 2.3. Ontwikkeling sociale competentie 2.4. Overdracht van normen en waarden
4 4 5 6 6
3. Werkwijze 3.1. Werkwijze stamgroep 3.2. Opendeurenbeleid 3.3. Wenbeleid 3.4. Maximale omvang stamgroep 3.5. Leeftijdsopbouw stamgroep 3.6. Verlaten stamgroep 3.7. Beroepskracht-kind/ratio (BKR) 3.8. Afname (extra) opvang 3.9. Ondersteuning beroepskrachten 3.10. Speelgoedbeleid 3.11. Voedingsbeleid 3.12. Belonen en straffen 3.13. Buitenspelen 3.14. ‘Gebaren met je kind’
7 7 7 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 11 13
4. Veiligheid en gezondheid 4.1. Veiligheid 4.2. Gezondheid en medische zorg 4.3. Hygiëne 4.4. Vierogenprincipe 4.5. Meldcode kindermishandeling
13 13 13 13 14 15
5. Nawoord
16
2 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
1. Inleiding en visie Kinderdagopvang wordt gezien als een aanvulling op de opvoeding thuis. Het is daarom van belang dat er goede zorg wordt verleend aan de kinderen. Omdat dit bij ons voorop staat hebben wij onze pedagogische visie uitgewerkt in een pedagogisch beleidsplan. Er wordt gewerkt vanuit ons pedagogisch beleidsplan, waarbij aan de communicatie met ouders veel waarde wordt gehecht. Kinderdagverblijf Abeltje heeft zich als doel gesteld om kwalitatieve, pedagogisch verantwoorde evenals betaalbare kinderopvang te verlenen in de wijk Dukenburg, waarin veel aandacht is voor beweging, muziek en gezond eten. Naast dagopvang voor baby’s en peuters biedt kinderdagverblijf Abeltje ook buitenschoolse opvang voor oudere kinderen en een peuterarrangement met VVE-programma aan. De kinderen zullen hun dag moeten besteden zonder hun ouders, en wij hebben als doel gesteld om die kinderen die veilige plek te geven waarin dat mogelijk is. We willen kinderen een veilige basis geven, waarin het contact met de ouders wordt gestimuleerd, maar waarin ook aandacht wordt besteed aan de scheiding tussen ouder en kind in de periode dat hij of zij op het kinderdagverblijf doorbrengt . Dit speelt een rol in het ontwikkelingsproces van het kind naar zelfstandigheid. De belangrijkste doelstelling van Kinderdagverblijf Abeltje is om kinderen ongestoord en in een veilige en gezonde omgeving te laten spelen en te ontspannen. Hierin vervullen bewegen en muziek ook een rol.
3 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
2. Wat biedt Kinderdagverblijf Abeltje Bij Abeltje wordt er vanuit gegaan dat ieder kind zich in zijn eigen tempo emotioneel, lichamelijk, cognitief, sociaal en creatief kan ontwikkelen. De mate en het tempo waarin deze eigen mogelijkheden zich ontwikkelen zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de omgeving waarin het kind opgroeit. Abeltje draagt er zorg voor dat ieder kind optimale ontplooiingskansen wordt geboden door in het kinderdagverblijf ervoor te zorgen dat: • Ieder kind zich veilig en geborgen voelt bij de leiding en in de groep. • Het kind in staat gesteld wordt relaties aan te gaan met andere kinderen en volwassenen. • Het kind zich in zijn eigen tempo emotioneel, lichamelijk en cognitief, sociaal en creatief kan ontwikkelen. • Het kind ervaringen kan opdoen en leert omgaan met personen en gewoonten met diverse (etnische) achtergronden. Als pedagogisch medewerk(st)ers op Abeltje vervullen wij hierin een begeleidende rol. Wij vinden dat kinderen veel ruimte moeten krijgen om zelf oplossingen te vinden voor problemen en vragen die zij tegenkomen. Het is niet goed om kinderen zogezegd alles voor te kauwen, omdat dit kinderen alleen maar bevordert om een afhankelijke levensstijl te ontwikkelen. Wij proberen op het juiste moment kinderen te stimuleren tot het zelf ontdekken, maar ook te ondersteunen als het kind daadwerkelijk hulp nodig heeft. Wij zetten kinderen aan tot zelfstandigheid, maar de manier waarop dit gebeurd is per kind verschillend. Kinderen zijn immers allemaal uniek. Zoals eerder gezegd, willen wij het kind stimuleren zodat het zich ontwikkeld tot een persoon die op een respectvolle wijze met zichzelf en anderen leert om te gaan. Om tot dit abstracte einddoel te komen, hebben we enkele concrete subdoelen opgesteld, die we hier zullen toe lichten, eventueel met enkele voorbeelden. Wij willen: • De kinderen graag een veilige omgeving bieden. • De persoonlijke competentie van de kinderen ontwikkelen door het stimuleren van zelfstandigheid. • De sociale competentie van de kinderen ontwikkelen, waarin ook de taalontwikkeling een belangrijke rol speelt. • Normen en waarden overdragen, waarbij de kinderen leren respect te hebben voor zichzelf, anderen en hun omgeving. 2.1 Emotionele veiligheid van kinderen Om te beginnen willen wij kinderen een veilige omgeving bieden, waarin zij zoveel mogelijk worden gestimuleerd in hun ontwikkeling, individueel, evenals in een groep. Het gevoel van veiligheid is een basis om open te kunnen staan voor iedere stimulans, zowel van binnenuit als van buitenaf. Deze veilige omgeving is de elementaire basis voor het kind. Is deze er niet, dan zal het kind zich verder ook niet kunnen ontwikkelen. 4 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
Een veilige omgeving is dus een vereiste voor de ontwikkeling van het kind, daarom zetten we dit op de eerste plaats. Deze veilige omgeving proberen wij te creëren door: • De baby’s bij binnenkomst te verwelkomen. We streven ernaar ieder kind hierin individueel aandacht te geven. • Samen met de baby’s, op een prettige manier, afscheid te nemen van de ouders, wanneer deze weggaan. • De ruimte uitnodigend in te richten in kindvriendelijke kleuren waarbij alles zoveel mogelijk op reikhoogte van het kind is neergezet, zodat ze zelf speelgoed kunnen pakken. • Zoveel mogelijk klaar en open te staan voor de kinderen. Wij zijn de vaste aanspreekpunten; lachpunten en troostpunten. • Kinderen zoveel mogelijk in hun waarde te laten, door begrip te tonen voor zijn of haar emoties. • De baby’s en kinderen de pedagogisch medewerk(st)ers met de voornaam aan te laten spreken, dit geeft de kinderen het gevoel op gelijke hoogte te staan. • De ruimte zo veilig mogelijk in te richten. Ieder jaar wordt er een risico-inventarisatie gedaan van alle ruimtes waartoe de baby’s toegang hebben. • Een goede communicatie met de ouders over het kind, maar ook over bijzonderheden thuis, zodat thuis en het kinderdagverblijf hier zo goed mogelijk bij elkaar aansluiten. • Het hebben van vaste pedagogisch medewerk(st)ers. Als er invallers zijn, zorgen we dat er ook altijd een vaste kracht op de groep staat, een bekend gezicht waar kinderen zich bij thuis voelen. 2.2. Ontwikkeling persoonlijke competentie Zelfstandigheid, en hierdoor onafhankelijkheid, stimuleren bij baby’s vinden wij erg belangrijk. Door minder afhankelijk te zijn van anderen kunnen ze zelfvertrouwen ontwikkelen en lekker in hun vel komen te zitten. Dit draagt bij aan de veilige hechting van het kind. We stimuleren het zelfvertrouwen van de baby’s door ze te stimuleren in de zone van de naaste ontwikkeling. Dit is het niveau waarop een baby een taak bijna onafhankelijk kan uitvoeren met de hulp van een pedagogisch medewerk(st)er. Een voorbeeld hiervan is wanneer een baby al enkele stapjes zelf kan zetten, hij of zij met hulp van de pedagogisch medewerk(st)ers een stukje verder loopt. Het verkrijgen van zelfrespect is ook een voorwaarde voor het krijgen van respect voor anderen. Als kinderen leren om zelfstandig te worden, leren ze op een positieve manier met anderen en zichzelf om te gaan. Op het kinderdagverblijf worden verschillend speelmateriaal en activiteiten aangeboden. Deze activiteiten helpen allemaal bij het leren omgaan met de andere baby’s. In deze activiteiten leren de baby’s en kinderen ook samen te spelen en te delen.
5 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
2.3. Ontwikkeling sociale competentie Naast het stimuleren van zelfstandigheid vinden wij het ook belangrijk om de sociale competentie van kinderen te ontwikkelen. Door de interactie met leeftijdsgenoten te sturen en kinderen deel te laten nemen aan groepsgebeurtenissen, bieden wij de kinderen een leeromgeving waarin ze sociale competenties kunnen aan gaan met pedagogisch medewerk(st)ers en leeftijdsgenoten. Voor ons zijn de contacten en interacties tussen de kinderen erg belangrijk. Het kind wordt gestimuleerd om gezonde, sociale banden te ontwikkelen met anderen. Kort gezegd, we vinden dat het kind de ruimte moet krijgen om op zijn eigen tempo zichzelf te ontwikkelen, en opvoeders moeten daarop aansturen als dat nodig is. Ons uitgangspunt is dat opvoeders moeten stimuleren en niet opdringen. Natuurlijk zijn er ook vaardigheden die worden gestimuleerd en waar echt op wordt aangestuurd. Sociale vaardigheden zoals speelgoed delen worden gestimuleerd tijdens het samen spelen met andere baby’s. Er wordt geleerd niks van elkaar af te pakken en gezamenlijk met speelgoed te spelen. We leven in Nederland in een multiculturele samenleving waarin de kinderen continu met mensen van andere culturen in aanraking zullen komen. Ons kinderdagverblijf is een afspiegeling van de samenleving en hierin willen we laten zien dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Door de kinderen met elkaar te laten spelen, willen we vooroordelen op latere leeftijd bestrijden. 2.4. Overdracht van normen en waarden Hoe jong kinderen ook zijn, met het overdragen van normen en waarden kun je het beste zo vroeg mogelijk beginnen. In eerste instantie is dit iets wat vanuit huis wordt meegegeven, maar wij vinden dat wij hier als kinderdagverblijf ook een belangrijke rol in vervullen. Het feit dat onze samenleving multicultureel is, betekent ook dat er verscheidene etnische groeperingen vertegenwoordigd zijn op ons kinderdagverblijf. Wij willen hier rekening mee houden door de normen en waarden van de ouders en van het kind in gedachten te houden. Het kan zijn dat allochtone ouders andere normen en waarden hebben dan autochtone ouders en daardoor andere ideeën hebben over hoe hun kind opgevoed moet worden. Als de ouders specifieke wensen hebben, wordt hier mee rekening gehouden. Het kind moet de mogelijkheid hebben om zich de normen en waarden van zijn eigen cultuur eigen te maken. Bovendien zal dit kind, door interactie met leeftijd genoten en deelname aan groepsactiviteiten en gebeurtenissen, ook de normen en waarden die ons kinderdagverblijf hanteert leren. Onze voertaal blijft wel altijd Nederlands. Een van deze normen en waarden is dat kinderen moeten leren respect te hebben voor elkaar en de pedagogisch medewerk(st)ers. Doet een kind iets wat niet mag, dan heeft dit consequenties. Al van jongs af aan proberen we kinderen aan te spreken op zijn of haar gedrag: wat wel of niet mag. Kinderen begrijpen dingen al veel eerder dan dat ze zelf kunnen praten, dus al voor de leeftijd van 1,5 jaar speelt dit een rol. Wat wij ook belangrijk vinden is dat er geleerd wordt om samen te spelen en delen. Heel je leven zul je nog met andere mensen moeten samenwerken, dus om hier op jongere leeftijd al mee leren om te gaan kan alleen maar van pas komen. Specifiekere gedragsregels zul je hieronder vinden bij de omschrijving van onze werkwijze. 6 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
3. Werkwijze Er wordt op deze groep vooral rekening gehouden met het ‘ritme van het kind’. Iedere baby heeft een ander voedingsschema. Ook kan het dat de wat oudere baby’s al wel meer een zelfde dagritme aanhouden met een fruit-/groentehapje en brood. Deze kinderen eten dan ook al meer volgens een vast dagritme samen. Hieronder volgen de gedragsregels die gelden voor de kinderen. De regels blijven niet beperkt tot deze, want wanneer een kind iets anders doet waar we het niet mee eens zijn, zal er ook op gereageerd worden. Natuurlijk zijn er ook situaties te bedenken waarin afgeweken wordt van deze regels. 3.1. Werkwijze stamgroep In de regel zijn echter de volgende zaken van toepassing: • Kinderen gaan op een goede manier met elkaar om, pakken geen speelgoed af en slaan of bijten elkaar niet. Dit wordt vooral de oudere baby’s al geleerd. • Bij de baby’s wordt er al gestimuleerd dat ze zelf opruimen waar ze mee gespeeld hebben, behalve als een ander kind ermee wil spelen. Er wordt soms tussendoor opgeruimd als het speelgoed dat op de grond ligt de kinderen belemmert om vrij te spelen. • De kinderen mogen niet gillen in de ruimte. Het is maar een kleine ruimte en ieder kind moet zich daar prettig in voelen, geluiden zijn al snel hard. • Bij de broodmaaltijd krijgen bepaalde kinderen een boterham en anderen twee. Dat ligt net aan wat ze eten. De boterhammen worden in kleinere of grote stukken aangeboden, hierbij wordt ook gelet op de motoriek; wat kunnen ze aan. • Na iedere verschoning wordt de verschoontafel schoongemaakt (bij ontlasting ook met 70% alcohol) en wast de pedagogisch medewerk(st)er haar handen. Dit ook in verband met de hygiëne. • Kleine knutselactiviteiten (iets maken voor een verjaardag van een familielid bijvoorbeeld) worden aan tafel gedaan. • De ruimte wordt ’s avonds altijd netjes opgeruimd, gezogen en gedweild. Deze regels gebruiken we met het oog op respect voor elkaar en het materiaal, op de veiligheid van de kinderen, de structuur en de hygiëne. Natuurlijk krijgen de kinderen ook een beloning als ze iets goed doen. Als de kinderen een probleem weten op te lossen of op een andere manier weten om te gaan met een moeilijke situatie, zullen ze op verbale wijze door de pedagogisch medewerk(st)ers beloond worden. 3.2. Opendeurenbeleid Het opendeurenbeleid wil zeggen dat kinderen structureel de gelegenheid krijgen om buiten de eigen groepsruimte met andere kinderen te spelen. Concreet komt dit op het volgende neer: - Kinderen worden op een stamgroep geplaatst. 7 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
- Aan een kind worden maximaal 3 (vaste) pedagogisch medewerkers gekoppeld. - Per dag is er altijd minimaal een van de vaste pedagogisch medewerkers aanwezig (uitzonderingen bij ziekte, verlof of vakantie). - Het kind maakt, gedurende de week, gebruik van maximaal twee stampgroepruimtes. In het geval van deze babygroep is dat de dreumesgroep ernaast. Wanneer er structureel gebruik gemaakt wordt van een andere stamgroepgruimte voor een kind worden ouders hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Speciale activiteiten mogen wel plaatsvinden buiten de groep. - Het samenvoegen van stamgroepen gebeurt wanneer er maximaal 5 kinderen aanwezig zijn op de baby- en dreumesgroep samen, waarbij er maar 1 beroepskracht nodig is. * Bij dit alles wordt de Beroepskracht-Kind/Ratio (BKR) in acht gehouden. 3.3. Wenbeleid Er wordt onderscheid tussen een intern wenbeleid en extern wenbeleid. Het intern wenbeleid betreft kinderen die doorstromen naar een andere groep, binnen het kinderdagverblijf. Dit kan zijn van baby- naar dreumesgroep. Of van dreumes- naar peutergroep. In dit geval betreft het een doorstroom van baby- naar dreumesgroep rondom de 12 maanden waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden. Kinderen van ongeveer 12 maanden moeten: Motorisch zodanig ontwikkeld zijn dat ze goed kunnen lopen, niet snel vallen en dus stevig op de beentjes staan. ‘Uitgespeeld’ zijn op de babygroep en toe zijn aan nieuwe uitdagingen en moeilijker spel en nieuwe activiteiten op de dreumesgroep. Met actiever en intensiever spel en gedrag van andere kinderen kunnen omgaan. Regels kunnen opvolgen, zoals rustig aan tafel zitten. Sociaal emotioneel toe zijn uitdagendere activiteiten. Met ouders wordt overlegd wanneer kinderen precies gaan oefenen op een andere groep en daarna definitief over gaan. Wanneer kinderen 12 maanden worden en nog niet aan bovenstaande voorwaarden voldoen, kunnen zij dus nog niet overgaan naar de dreumesgroep. Bij het wennen op een nieuwe groep wordt rekening gehouden met de aantal uren dat het kind went en hoeveel wenkinderen er tegelijk zijn. Beiden is in overleg met ouders en er wordt gekeken naar wat de situatie toelaat. Door het gebruik van het opendeurenbeleid en het aantal vaste leidsters dat aanwezig is op de baby- en dreumesgroep, verwachten we een soepele overgang. Kinderen kennen de ruimte, leidsters en kinderen van de andere groep al. Het extern wenbeleid betreft kinderen die instromen bij het kinderdagverblijf. Dit kunnen kinderen zijn die nog niet eerder op een kinderopvang verbleven of kinderen die van een ander kinderdagverblijf of peuterspeelzaal af komen. Ook hier zullen de kinderen gaan ‘wennen’ op de stamgroep waar ze in geplaatst worden. Dit is een afspraak die gemaakt wordt bij het intake-gesprek in overleg met ouders. Er wordt dan afgesproken wanneer het kind komt wennen en voor hoeveel uur. Dit wordt vastgelegd in de 8 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
plaatsingsovereenkomst. Wennen zal ongeveer twee keer (afhankelijk van kind en situatie) zijn en voor maximaal een dagdeel per keer. 3.4. Maximale omvang stamgroep Deze stamgroep bevat maximaal 10 kinderen per dagdeel. 3.5. Leeftijdsopbouw stamgroep De kinderen zitten dus in de leeftijdscategorie van 0 tot ongeveer 1 jaar. De kinderen die 1 jaar oud zijn schuiven in principe door naar de dreumesgroep. Voldoen zij nog niet aan het aantal voorwaarden (zoals beschreven in par. 3.3. Wenbeleid) dan blijven ze nog wat langer in de babygroep. Per kind wordt dit beoordeeld en met ouders besproken in een gesprek rond 1jarige leeftijd van het kind. 3.6. Verlaten stamgroep De meeste activiteiten vinden plaats in de babyruimte. Activiteiten waarbij de stamgroep wordt verlaten zijn: - Spelen op de aangrenzende groep (Bloemetjes) - Wandelen buiten 3.7. Beroepskracht/Kind-Ratio (BKR) De Beroepskracht/Kind-Ratio (BKR) houdt in dat er wordt gekeken hoeveel pedagogisch medewerkers er werkzaam zijn op een bepaald aantal kinderen. Vanzelfsprekend is dat er een minimum aantal beroepskrachten werkzaam moet zijn bij een bepaald aantal kinderen. De BKR wordt uitgerekend via www.1ratio.nl. Deze rekentool is goedgekeurd door het Rijk. Met deze rekentool wordt uitgerekend hoeveel pedagogisch medewerkers er minimaal nodig zijn bij een aantal kinderen (variërend in verschillende leeftijden). Deze uitkomst wordt altijd gebruikt om te roosteren en wordt altijd in acht gehouden. De BKR voor allemaal kinderen onder de 1 jaar is maximaal 4 kinderen per 1 beroepskracht. Er kan worden afgeweken van de BKR binnen de volgende regels: - Per dag wordt er maximaal 3 uur met minder beroepskrachten gestaan dan het BKR aangeeft. - De 3 uur zijn nooit aaneensluitend. - Er wordt nooit met minder dan de helft van het personeel gestaan dan de BKR aangeeft. - Er wordt niet van de BKR afgeweken tussen 9.30-12.30u en 15.00-16.30u. - Voor 9.30u en na 16.30u wordt er niet langer dan 1,5 uur aaneen van de BKR afgeweken. - Tussen 12.30-15.00u wordt er niet langer dan 2 uur aaneen van de BKR afgeweken.
9 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
3.8. Afname (extra) opvang Ouders hebben altijd de mogelijkheid om extra opvang af te nemen. Dit kan structureel en incidenteel. Wanneer dit incidenteel is wordt er in eerste instantie gekeken of het kind gewoon op de stamgroep kan verblijven waar het normaal gesproken zit. Wanneer dit niet mogelijk is wordt er met ouders overlegd of het een mogelijkheid is het kind in een andere stamgroep op te vangen waar wel ruimte is. Indien ze hiervan gebruik willen maken zullen ouders hier een toestemmingsformulier voor moeten tekenen. Wanneer er structureel extra opvang wordt afgenomen wordt dit in de plaatsingsovereenkomst aangepast. Er wordt weer in eerste instantie gekeken of het kind gewoon op de stamgroep kan verblijven waar het normaal gesproken zit. Wanneer dit niet mogelijk is wordt er met ouders overlegd of het een mogelijkheid is het kind in een andere stamgroep op te vangen waar wel ruimte is. Ouders moeten hier schriftelijk toestemming voor geven. Daarbij moet de plaatsingsovereenkomst worden aangepast en wordt er vastgelegd wanneer het kind verblijft op de andere groep en vanaf wanneer er weer plek is op de eigen stamgroep en het kind daar geplaatst wordt. Bij kinderen met flexibele opvang wordt er ook met de regels van het ‘opendeurenbeleid’ gewerkt en worden de kinderen in een stamgroep geplaatst, met maximaal drie vaste pedagogisch medewerkers die aan dit kind gekoppeld worden en zullen de kinderen in maximaal twee stamgroepen verblijven per week. 3.9. Ondersteuning beroepskrachten Iedere groep op kinderdagverblijf Abeltje heeft een assistent leidinggevende en een aantal vaste, gediplomeerde pedagogisch medewerk(st)ers. Deze pedagogisch medewerk(st)ers worden bijgestaan door studenten. Zij zijn er om te leren en dienen daardoor dus puur voor de ondersteuning. 3.10. Speelgoedbeleid Omdat er op de babygroep kinderen rondlopen tot 1 jaar is het belangrijk dat er extra gelet wordt op de veiligheid van het speelgoed. Speelgoed mag niet te klein zijn, zodat kinderen hierin zouden kunnen stikken. Op die jonge leeftijd wordt er nog veel in de mond gestoken. Er wordt regelmatig nieuw speelgoed aangeschaft en kapot speelgoed wordt weggegooid. In verband met de hygiëne wordt al het speelgoed ook goed schoongemaakt. Knuffels en verkleedkleren worden maandelijks gewassen, speelgoed dat in de mond gaat wordt dagelijks schoongemaakt en de rest wordt ook wekelijks gepoetst.
10 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
3.11. Voedingsbeleid In de babygroep wordt het voedingsschema van iedere baby nog per kind afgesteld. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het persoonlijk ritme van ieder kind. In mei 2011 is er een voorlichtingsavond gegeven op ons kinderdagverblijf door Nutricia over gezond eten voor kinderen: ‘Eet compleet’. Ons personeel en een aantal belangstellende ouders hebben informatie gekregen over gezond eten voor jonge kinderen. Het voedingsbeleid bij Abeltje is sindsdien aangepast en dat bracht de volgende maatregelen met zich mee: * Er wordt op Abeltje gebruik gemaakt van gezond broodbeleg: (smeer)kaas, (smeer)worst, kipfilet, appelstroop en jam. * Er wordt aan ouders vriendelijk verzocht alleen gezonde traktaties te trakteren en mee te geven naar huis. Met de pedagogisch medewerk(st)ers kan worden besproken wat hier wel en niet onder valt wanneer hier onduidelijkheden over zijn. 3.12. Belonen en straffen Omdat kinderen vaak meerdere dagen per week doorbrengen op het kinderdagverblijf zien wij het als onze taak om ook een opvoedende taak te vervullen. Daarin vinden we het belangrijk dat we een veilige omgeving zijn voor kinderen om met behulp van volwassenen, samen met andere kinderen, zoveel mogelijk te leren en genieten. Kinderen een positieve stimulans geven moedigt aan tot het zich beter te ontwikkelen. Belonen is daarom iets wat wij zoveel mogelijk proberen te doen. Jammer genoeg wil dit niet zeggen dat het nooit nodig zal zijn om een kind ook te corrigeren. Ongewenst gedrag zoals: slaan, schoppen, spugen, etc. wordt niet getolereerd. Er zijn afspraken en regels (zie huisregels) en als kinderen hier niet naar luisteren dan zorgt dit voor consequenties. 3.13. Buitenspelen Op ons kinderdagverblijf wordt zoveel mogelijk buiten gespeeld door de peuters. Bij de baby’s is dit helaas niet altijd mogelijk. Vooral niet met een beroepskracht op de groep en verschillende slaapritmes van kinderen. Soms wordt er met de baby’s gewandeld of spelen baby’s even buiten op de speelplaats. Dit natuurlijk altijd onder begeleiding van voldoende personeel. 3.14. ‘Gebaren met je kind’ ‘Al voordat je kind kan spreken kun je een “gesprekje” voeren door gebaren te gebruiken. Hoe wonderlijk het misschien ook klinkt maar het is mogelijk om op een leuke en betekenisvolle manier met je kind te communiceren voordat je kind kan praten. Dit kun je doen door je baby gebaren te leren en te gaan gebruiken met je kind.
11 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
Het gebruik van gebaren heeft veel voordelen voor je kind en het is ontzettend leuk om op die manier met je kind bezig te zijn. Een Amerikaanse doventolk, Joseph Garcia, heeft ontdekt dat kinderen van dove ouders eerder hun behoeften en wensen aan hun ouders konden duidelijk maken dan kinderen van horende ouders. Hij heeft er vervolgens onderzoek naar gedaan en in 1986 zijn proefschrift geschreven. Zijn conclusie is dat kinderen gemiddeld vanaf een maand of 8 (sommige eerder, anderen later) in staat zijn om via gebaren te communiceren met hun ouders. Dus voordat je kind kan praten heeft het kind een manier om zich te uiten. + Behalve dat je kind een manier van uiten heeft, dus niet alleen maar huilen, wegdraaien of boos worden, zijn er nog meer voordelen. + Je kind leert over het algemeen sneller praten omdat het taalverwervingsproces eerder wordt gestart. Een kind dat met gebaren opgroeit leert eerder dat een teken (woord of gebaar) staat voor een voorwerp of een actie. + Een kind dat jong gebaren leert breidt eerder zijn woordenschat uit en blijkt ook nog op 4 jarige leeftijd een voorsprong te hebben op kinderen die niet met gebaren zijn opgegroeid. Zo blijkt uit onderzoek van de universiteit van Berkeley. + Een kind leert al vroeg woorden en gebaren te combineren en te gebruiken. Het kennen en gebruiken van zo’n concept (gebaren en woorden hebben eenzelfde betekenis) komt later ook van pas tussen taal en schrijven. Het bovenstaande vertelt over de cognitieve en taalkundige voordelen die het gebruik van gebaren heeft maar natuurlijk begin je met het leggen van de eerste contacten in de vorm van gesprekjes. Je kind zal zich minder snel gefrustreerd voelen en eerder in staat om jou iets duidelijk te maken. Gebaren zorgen niet voor vertraging in het spraak-taalproces maar juist voor versnelling van dit proces. Je blijft natuurlijk altijd praten tijdens het maken van de gebaren. Je geeft je kind iets in handen waardoor het zich al veel vroeger kan uiten. Hierdoor ontwikkelt je kind ook meer zelfvertrouwen. De gebaren brengen kinderen die thuis verschillende talen horen dichter bij elkaar. De gebaren zijn voor iedereen hetzelfde. Op het kinderdagverblijf geeft het gebruik van gebaren de kinderen de mogelijkheid om met elkaar te communiceren. Begeleiders van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben aangegeven dat er minder sprake is van bijten, slaan en schreeuwen omdat er minder frustratie is bij de kleintjes. Gebaren geeft kinderen op jonge leeftijd de mogelijkheid om een gespreksonderwerp te kiezen en hun eigen, unieke interesses kenbaar te maken. Dit geeft de begeleiders de kans om daar op in te spelen. Wanneer moet je nu beginnen met de gebaren? Begin zo vroeg mogelijk maar na 6 maanden kunnen baby’s de gebaren beter onthouden en zijn ze motorisch vaardig om zelf ook gebaren te maken. De een uiteraard wat eerder dan de ander.
12 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
Een baby moet het geheugen, de handigheid en het begrip ontwikkelen om gebaren te herkennen, te begrijpen en zelf te maken.1’ Al onze medewerkers zijn hiervoor geschoold door middel van een cursus bij Nannie Blankenaauw, logopedist bij het Paramedisch en Kindercentrum de Lankforst www.logopediecoachingblankenaauw.nl Vanaf eind 2013 zijn de gebaren voor horende kinderen daadwerkelijk geïmplementeerd.
4. Veiligheid en gezondheid Er wordt in ons kinderdagverblijf regelmatig aandacht besteed aan de veiligheid en de gezondheid. Ook komt de GGD jaarlijks controleren hierop, verslagen hiervan worden gepubliceerd. 4.1. Veiligheid Dat de omgeving van het kinderdagverblijf voor kinderen een veilige omgeving moet zijn is logisch. Daarom zorgen wij er voor dat we de risico’s zoveel mogelijk verkleinen dat er zich gevaarlijke situaties voordoen. Er worden jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en veiligheidsverslagen gemaakt. Als er tussentijds blijkt dat er zich onveilige situaties voor zouden kunnen doen, wordt hier wat aan gedaan. Omdat er voor jonge kinderen (tot 1,5 jaar) een extra grote kans is op wiegendood hebben wij om dit risico te minimaliseren hier een protocol voor ontwikkeld. Zie ‘Protocol veilig slapen en wiegendood’. 4.2. Gezondheid en medische zorg Ook voor de gezondheid worden jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en gezondheidsverslagen gemaakt. Voor meer informatie over de maatregelen die wij nemen met betrekking tot de gezondheid en medische zorg verwijzen wij u naar de protocollen voor ziekte en geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen. 4.3. Hygiëne Op een kinderdagverblijf lopen veel kinderen rond, wat een bron van bacteriën en ziekten zou kunnen zijn. Om dit, zoveel mogelijk, te voorkomen zorgen wij voor een goede hygiëne. Ook hierbij wordt jaarlijks rekening gehouden met de nieuwe richtlijnen van de GGD. Voor meer
1
Artikel uit blad ‘De Dukenburger’ van september 2013
13 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
informatie over de maatregelen die wij nemen om zo hygiënisch mogelijk te werk te gaan verwijzen wij u naar het protocol voor hygiëne. 4.4. Vierogenprincipe Vanaf juli 2013 geldt het vierogenprincipe, dit is wettelijk vastgelegd en zullen wij dus ook naleven. Het houdt in dat er altijd minimaal vier oren of ogen op het kindercentrum zijn. Er moet altijd iemand kunnen meekijken of meeluisteren en er is op die manier te allen tijde een extra persoon aanwezig bij eventuele calamiteiten. Dit is ook de manier waarop wij het invullen. Er kan ten alle tijden een andere medewerker op de groep binnenlopen of meekijken. De veiligheid van kinderen wordt op deze manier beter gewaarborgd. De manier waarop hier precies invulling aan gegeven kan worden verschilt per kinderdagverblijf. Wij: - Streven naar een zo open mogelijk professioneel werkklimaat waarin de drempel laag is voor personeel om elkaar aan te spreken op bepaalde gedragingen. - Zorgen dat pedagogisch medewerkers, stagiaires en vrijwilligers nog niet aan het werk gaan voordat er een goedgekeurde VOG binnen is. - Hebben een inrichting met veel ramen tussen de groepen (en ook naar buiten) voor een goede transparantie. - Zorgen voor veiligheid doordat ouders en verzorgers die aankomen worden gezien door de deur. Er zit een slot op de deur en de deur moet dus door pedagogisch medewerkers vanuit binnen worden geopend. Zo komen er geen onbekende mensen binnen en kan niemand ongezien binnen komen. - Zorgen voor veiligheid doordat andere personen dan ouders (of vaste opa of oma bv.) zich altijd moeten legitimeren bij het ophalen. Er moet van tevoren dus worden doorgegeven of iemand anders het kind komt halen en wie dit is. Is dit niet het geval dan worden de ouders gebeld voor bevestiging voor een kind wordt meegegeven. - Gebruiken ook stagiaires om het vierogenprincipe na te leven. * Notitie 27-6-2013: Deze invulling is gerealiseerd in samenspraak met de Oudercommissie d.m.v. een adviesaanvraag. 4.5. Meldcode Kindermishandeling Als pedagogisch medewerk(st)er moet je er niet aan denken dat je te maken krijgt met kindermishandeling. Jammer genoeg gebeuren dit soort dingen toch en willen wij altijd de veiligheid van het kind zo goed mogelijk waarborgen. Wij zijn volgens de wet genoodzaakt te werken volgens de ‘Meldcode Kindermishandeling’ wat inhoudt dat wij een meldplicht hebben. 14 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
Wij zijn niet opgeleid om een besluit te nemen of er daadwerkelijk sprake is van kindermishandeling en daarom moeten wij bij twijfel een melding doen bij het AMK. Zij zijn professioneel en opgeleid en zullen onderzoeken of hier sprake van is. Meer hierover is te vinden in het protocollen ‘Kindermishandeling’, ‘Ongewenste intimiteiten’ en ‘Melding AMK’.
15 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015
5. Nawoord Dit pedagogisch beleidsplan zal, wanneer nodig, bijgesteld worden. Enerzijds als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, waarin de visie op de ontwikkeling van kinderen en de visie op het opvoeden van kinderen steeds weer verandert. Anderzijds door evaluatie van het plan door de pedagogisch medewerk(st)ers, ouders en GGD. Wij hopen dat u, door het lezen van ons pedagogisch beleidsplan, voldoende inzicht heeft gekregen in onze werkwijze op KDV Abeltje. KDV Abeltje heeft ook een oudercommissie, indien u interesse heeft kunt u voor informatie bij de leiding terecht, of mail naar:
[email protected] Voor verdere informatie kunt u onze site raadplegen: www.abeltje-kinderopvang.nl
16 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2015