Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Abeltje ‘De rupsen’
Auteur: Michèle Goeman Laatst gewijzigd: 11 november 2013
Meijhorst peutergroep 1,5 tot 3 jaar Meijhorst 60-02 6537 KT Nijmegen Tel: 024-3434537
Inhoudsopgave
1. Inleiding en visie
Pag. 3
2. Wat biedt Kinderdagverblijf Abeltje 2.1. Emotionele veiligheid van de kinderen 2.2. Ontwikkeling persoonlijke competentie 2.3. Ontwikkeling sociale competentie 2.4. Overdracht van normen en waarden
4 4 5 7 7
3. Werkwijze 3.1. Werkwijze stamgroep 3.2. Opendeurenbeleid 3.3. Wenbeleid 3.4. Maximale omvang stamgroep 3.5. Leeftijdsopbouw stamgroep 3.6. Verlaten stamgroep 3.7 Pedagogisch medewerker-kind/ratio (PKR) 3.8. Afname (extra) opvang 3.9. Ondersteuning beroepskrachten 3.10. Speelgoedbeleid 3.11. Voedingsbeleid 3.12. Belonen en straffen 3.13. Buitenspelen 3.14. ‘Gebaren maken met je kind’
9 9 10 10 11 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14
4. Veiligheid en gezondheid 4.1. Veiligheid 4.2. Gezondheid en medische zorg 4.3. Hygiëne 4.4. Vierogenprincipe 4.5. Meldcode kindermishandeling en huishoudelijk geweld
16 16 16 16 16 17
5. Nawoord
18
2 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
1. Inleiding en visie Kinderdagopvang wordt gezien als een aanvulling op de opvoeding thuis. Het is daarom van belang dat er goede zorg wordt verleend aan de kinderen. Omdat dit bij ons voorop staat hebben wij onze pedagogische visie uitgewerkt in een pedagogisch beleidsplan. Er wordt gewerkt vanuit ons pedagogisch beleidsplan, waarbij aan de communicatie met ouders veel waarde wordt gehecht. Kinderdagverblijf Abeltje heeft zich als doel gesteld om kwalitatieve, pedagogisch verantwoorde evenals betaalbare kinderopvang te verlenen in de wijk Dukenburg, waarin veel aandacht is voor beweging en muziek. Naast dagopvang voor baby’s en peuters biedt kinderdagverblijf Abeltje ook buitenschoolse opvang voor oudere kinderen aan. De kinderen zullen hun dag moeten besteden zonder hun ouders, en wij hebben als doel gesteld om die kinderen die veilige plek te geven waarin dat mogelijk is. We willen kinderen een veilige basis geven, waarin het contact met de ouders wordt gestimuleerd, maar waarin ook aandacht wordt besteed aan de scheiding tussen ouder en kind, in de periode dat deze op het kinderdagverblijf doorbrengt. Dit speelt een rol in het ontwikkelingsproces van het kind naar zelfstandigheid. De belangrijkste doelstelling van Kinderdagverblijf Abeltje is om kinderen ongestoord en in een veilige en gezonde omgeving te laten spelen en te ontspannen. Hierin vervullen bewegen, muziek en gezonde voeding een grote rol.
3 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
2. Wat biedt Kinderdagverblijf Abeltje Ieder kind kan zich in zijn of haar eigen tempo op emotioneel, lichamelijk, cognitief, sociaal en creatief gebied ontwikkelen. De mate en het tempo waarin deze ontwikkeling plaatsvindt is gedeeltelijk afhankelijk van de omgeving waarin het kind opgroeit. Kinderdagverblijf Abeltje zorgt ervoor dat ieder kind optimale ontplooiingskansen krijgt aangeboden. Dit doen we door er in het kinderdagverblijf voor te zorgen dat: • Ieder kind zich veilig en geborgen voelt bij de leiding en in de groep. • Het kind in staat gesteld wordt relaties aan te gaan met andere kinderen en volwassenen. • Het kind zich in zijn eigen tempo emotioneel, lichamelijk en cognitief, sociaal en creatief kan ontwikkelen. • Het kind ervaringen kan opdoen en leert omgaan met personen en gewoonten met diverse (etnische) achtergronden. Als begeleiders op Abeltje vervullen wij hierin een begeleidende rol. Wij geven de kinderen de ruimte om zelf naar oplossingen te zoeken voor problemen en vragen die zij tegenkomen. Dit maakt de kinderen minder afhankelijk in het dagelijks leven. Wij stimuleren de kinderen tijdens hun ontdekkingsfase en ondersteunen het kind ook wanneer het hulp nodig heeft. Wij zetten de kinderen aan tot zelfstandigheid. De manier waarop wij dit doen is per kind verschillend. Kinderen zijn immers allemaal uniek. Wij willen dat ieder kind zich ontwikkeld tot een persoon die op een respectvolle wijze met zichzelf en ieder ander omgaat. Om tot dit einddoel te komen hebben we enkele concrete subdoelen opgesteld. We zullen deze toelichten, eventueel met enkele voorbeelden. Wij willen: • De kinderen graag een veilige omgeving bieden. • De persoonlijke competentie van de kinderen ontwikkelen door het stimuleren van zelfstandigheid. • De sociale competentie van de kinderen ontwikkelen, waarin ook de taalontwikkeling een belangrijke rol speelt. • Normen en waarden overdragen, waarbij de kinderen leren respect te hebben voor zichzelf, anderen en hun omgeving. 2.1 Emotionele veiligheid van kinderen Om te beginnen willen wij kinderen een veilige omgeving bieden, waarin zij zoveel mogelijk worden gestimuleerd in hun ontwikkeling, individueel, evenals in een groep. Het gevoel van veiligheid is een basis om open te kunnen staan voor iedere stimulans, zowel van binnenuit als van buitenaf. Deze veilige omgeving is de elementaire basis voor het kind. Is deze er niet, dan zal het kind zich verder ook niet kunnen ontwikkelen. Een veilige omgeving is dus een vereiste voor de ontwikkeling van het kind, daarom zetten we dit op de eerste plaats. Deze veilige omgeving proberen wij te creëren door: 4 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
• • •
• • • •
• • • •
De kinderen bij binnenkomst te verwelkomen. We streven ernaar ieder kind hierin individueel aandacht te geven. Samen met de kinderen, op een prettige manier, afscheid te nemen van de ouders, wanneer deze weggaan. De ruimte uitnodigend in te richten in kindvriendelijke kleuren waarbij alles zoveel mogelijk op reikhoogte van het kind is neergezet, zodat ze zelf speelgoed kunnen pakken. Het aanbieden van structuur door een vast dagprogramma en duidelijke regels voor de kinderen. Zoveel mogelijk klaar en open te staan voor de kinderen. Wij zijn de vaste aanspreekpunten; lachpunten en troostpunten. Kinderen zoveel mogelijk in hun waarde te laten, door begrip te tonen voor zijn of haar emoties. Het voorstellen van nieuwe kinderen tijdens het eten en het oefenen van elkaars namen. Het leren van elkaars namen is een manier om de sociale cohesie in de groep te versterken. De kinderen de pedagogisch medewerk(st)ers met de voornaam aan te laten spreken, dit geeft de kinderen het gevoel meer op gelijke hoogte te staan. De ruimte zo veilig mogelijk in te richten. Ieder jaar wordt er een risico-inventarisatie gedaan van alle ruimtes waartoe de peuters toegang hebben. Een goede communicatie met de ouders over het kind, maar ook over bijzonderheden thuis, zodat thuis en het kinderdagverblijf hier zo goed mogelijk bij elkaar aansluiten. Het hebben van vaste groepskrachten. Als er invallers zijn, zorgen we dat er ook altijd een vaste kracht op de groep staat, een bekend gezicht waar kinderen zich bij thuis voelen.
2.2. Ontwikkeling persoonlijke competentie Als het gaat om de ontwikkeling van de persoonlijke competenties denken wij aan brede persoonskenmerken zoals zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Door middel hiervan willen wij een kind in staat stellen om diverse typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Wij vinden het van belang dat de zelfstandigheid van kinderen wordt aangemoedigd. Kinderen vinden het leuk om dingen zelf te doen. Iets wat lukt, geeft hen zelfvertrouwen en zorgt ervoor dat ze zelf initiatieven gaan nemen. Wij zijn van mening dat het een gevoel van eigenwaarde ontwikkelt wanneer het wordt gewaardeerd, gerespecteerd en uitdagingen overwint. Elk kind heeft zijn eigen tempo en ontwikkelt zich op het ene gebied sterker en sneller dan op het andere gebied. Wij besteden daarom op persoonlijke wijze aandacht aan de ontwikkeling van het kind. Veel gebeurt spontaan en intuïtief. Buiten dat zijn er kinderen die extra aandacht nodig hebben om zich te ontwikkelen, ook hier besteden wij aandacht aan. Zo krijgt ieder kind bij ons de kans om zijn of haar persoonlijke competentie te ontwikkelen op het desbetreffende 5 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
niveau. Vanaf de leeftijd van 3 jaar splitsen wij de groep in tweeën waarin de kinderen tot 3 jaar (rupsen) apart activiteiten doen van de groep kinderen vanaf 3 jaar (vlinders). Dit om beter tegemoet te komen aan het ontwikkelingsniveau van de kinderen van beide groepen. Wij vinden het belangrijk dat de creativiteit en fantasie van het kind in verschillende activiteiten tot hun recht komen. Met verf, papier, potloden en plaksel maken kinderen de wereld nog mooier. Wij bieden voldoende activiteiten aan die passen bij de leeftijd, aard en ontwikkeling van het kind. We bieden verschillende activiteiten aan waarbij er ook ruimte is voor eigen inbreng van het kind, waardoor de creativiteit wordt gestimuleerd. Ook krijgt het kind voldoende de ruimte om zich lichamelijk te ontwikkelen. Ze kunnen klauteren, kruipen, springen en op de buitenspeelplaats krijgen de peuters de kans om te leren fietsen, maar ook om andere behendigheden te ontwikkelen. Hierbij kunt u denken aan het zelf leren schommelen en huppelen. Ons speelgoed, zowel binnen als buiten, is op de ontwikkeling en ontplooiing van de lichamelijke mogelijkheden deze leeftijdscategorie afgestemd. Maar er wordt natuurlijk ook aandacht besteed aan de cognitieve ontwikkeling. Dit doen we door zoveel mogelijk in te gaan op vragen van het kind. Daarbij zorgen wij ervoor dat er genoeg uitdagende activiteiten worden georganiseerd, waarbij de kinderen worden gestimuleerd inzicht en begrip te krijgen voor de manier waarop sommige dingen in elkaar zitten. Je kunt hierbij denken aan het bouwen met blokken, het oefenen met vormen en kleuren en het werken in allerlei thema’s waarin aandacht wordt besteedt aan de manier waarop dingen werken. Ook geven we uitleg over wat ze zien en meemaken. De taalontwikkeling van het kind bevorderen wij door met het kind te praten, boekjes te lezen, plaatjes te bekijken en door liedjes te zingen. De kinderen leren ruimtelijk inzicht te krijgen door het bouwen met blokken en er wordt geoefend met kleuren en vormen. Voorbeelden van activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van de persoonlijke competentie zijn: • Het tafelritueel bij het fruit ’s ochtends en ’s middags, bij de boterham en bij het drinken ’s middags. Er wordt een verhaal voorgelezen, gezongen en met elkaar gepraat. Hier grijpen we ook de mogelijkheid aan om elkaars namen te leren door middel van verschillende liedjes. • Knutsel- of tafelactiviteiten binnen (puzzels, bouwen, klei, verf, kleuren, domino) waarbij kinderen leren spullen te delen en de fijne motorische ontwikkeling wordt gestimuleerd. Buiten kan ook gespeeld worden met zand en water. We proberen hierbij zoveel mogelijk de creativiteit en fantasie van de kinderen in naar voren te laten komen. Kinderen worden hiertoe ook uitgedaagd door ons. • Activiteiten waarbij de grove motoriek gestimuleerd wordt. Hierbij moet gedacht worden aan zaken als buiten fietsen, schommelen, glijden, springen en balspelen 6 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
•
beoefenen. Binnen wordt er gedanst, liedjes gezongen (met uitbeeldingen en dansjes) en spelletjes gespeeld. Lezen met de kinderen, of de kinderen kunnen zelf lezen. Ook hierbij wordt aandacht besteed aan de taalontwikkeling, maar ook aan persoonlijke verhalen en/of interpretaties van een boek. Er wordt iedere dag voorgelezen waarbij vragen worden gesteld en veel wordt herhaald voor de inprenting van nieuwe woorden en betekenissen.
2.3. Ontwikkeling sociale competentie Naast het stimuleren van zelfstandigheid vinden wij het ook belangrijk om de sociale competenties van kinderen te ontwikkelen. Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden. Door de interactie met leeftijdsgenoten te sturen en kinderen deel te laten nemen aan groepsgebeurtenissen, bieden wij de kinderen een leeromgeving waarin ze sociale contacten kunnen aan gaan met pedagogisch medewerk(st)ers en leeftijdsgenoten. Voor ons zijn de contacten en interacties tussen de kinderen erg belangrijk. Het kind wordt gestimuleerd om gezonde, sociale banden te ontwikkelen met anderen. Kort gezegd, we vinden dat het kind de ruimte moet krijgen om op zijn eigen tempo zichzelf te ontwikkelen. Opvoeders kunnen hier een helpende rol in spelen als dat nodig is. Ons uitgangspunt is dat opvoeders moeten stimuleren en niet opdringen. Natuurlijk zijn er ook sociale vaardigheden waarvan wij het belangrijk vinden dat die aan bod komen, namelijk dat kinderen: zich kunnen verplaatsen in anderen, kunnen samenwerken, op verschillende manieren kunnen communiceren, leren anderen te helpen leren conflicten te voorkomen en/of oplossen. Sociale vaardigheden zoals wachten en delen worden bijvoorbeeld bij het brood eten gestimuleerd. Er wordt samen met de kinderen een tafelritueel gedaan en pas daarna wordt er begonnen met eten. We leven in Nederland in een multiculturele samenleving waarin de kinderen continu met mensen van andere culturen in aanraking zullen komen. Ons kinderdagverblijf is een afspiegeling van de samenleving en hierin willen we laten zien dat alle mensen gelijk zijn. Door de kinderen met elkaar te laten spelen, willen we vooroordelen op latere leeftijd voorkomen. 2.4. Overdracht van normen en waarden Hoe jong peuters ook zijn, het overdragen van normen en waarden kun je het beste zo vroeg mogelijk beginnen. In eerste instantie is dit iets wat vanuit thuis wordt meegegeven, maar wij vinden dat wij hier als kinderdagverblijf ook een belangrijke rol in vervullen. Het feit dat onze samenleving multicultureel is, betekent ook dat er verscheidene etnische groeperingen vertegenwoordigd zijn op ons kinderdagverblijf. Wij willen hier rekening mee houden door de normen en waarden van de ouders en van het kind in gedachten te houden. Het kan zijn dat allochtone ouders andere normen en waarden hebben dan autochtone ouders en daardoor andere ideeën hebben over hoe hun kind opgevoed moet worden. Als de ouders specifieke wensen hebben, wordt hier mee rekening gehouden. Het kind moet de mogelijkheid 7 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
hebben om zich de normen en waarden van zijn eigen cultuur eigen te maken. Onze voertaal blijft wel altijd Nederlands. Bovendien zal dit kind, door interactie met leeftijd genoten en deelname aan groepsactiviteiten en gebeurtenissen, ook de normen en waarden die ons kinderdagverblijf hanteert leren. Een van deze normen en waarden is dat kinderen moeten leren respect te hebben voor elkaar en de pedagogisch medewerk(st)ers. Doet een kind iets wat niet mag, dan heeft dit consequenties. Het kind zal worden aangesproken op zijn of haar gedrag en er wordt gevraagd of uitgelegd dat het ook op een andere manier kan. Blijft een kind ongewenst gedrag vertonen, dan wordt het apart gezet en kan even niet meer mee doen met het groepsgebeuren. Blijft een kind intolerant gedrag vertonen dan gaan wij hier natuurlijk ook over in gesprek met de ouders. Wat wij ook belangrijk vinden is dat er geleerd wordt om samen te spelen en delen. Heel je leven zul je nog met andere mensen moeten samenwerken, dus om hier op jongere leeftijd al mee leren om te gaan kan alleen maar van pas komen. Specifiekere gedragsregels zul je hieronder vinden bij de omschrijving van onze werkwijze.
8 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
3. Werkwijze De dagen hebben min of meer een vaste structuur. De kinderen kennen deze structuur, dit biedt hen duidelijkheid en daardoor veiligheid. Met de tijden wordt flexibel omgegaan, indien dit de kinderen ten goede komt. Vrij spel, dans en gerichte activiteiten wisselen elkaar af, waardoor zowel eigen interesse als nieuwe activiteiten aan bod komen. Hieronder volgen de gedragsregels die gelden voor de kinderen. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij er afgeweken wordt van onderstaande regels. 3.1. Werkwijze stamgroep In de regel zijn echter de volgende zaken van toepassing: • Kinderen mogen elkaar geen geweld aandoen of uitschelden, er wordt respectvol met elkaar omgegaan. • De kinderen moeten zelf opruimen waar ze mee gespeeld hebben, behalve als een ander kind ermee wil spelen. Opruimen wordt iedere keer voor een activiteit ook samen gedaan met de groepsleidsters met behulp van een liedje. • De kinderen mogen niet rennen en schreeuwen in de zaal. • Met brood eten blijven de kinderen in de regel aan tafel zitten, voor er iets wordt gegeten worden er altijd eerst handen gewassen. De kinderen leren vanaf ongeveer 2 jaar om zelf het brood te smeren. Uiteraard wordt hierbij geholpen door de pedagogisch medewerk(st)ers. • Bij de broodmaaltijd, eten de kinderen eerst een boterham met smeerkaas of smeerworst inclusief korsten op, dan mogen ze daarna een boterham met zoet. • Tijdens het naar de w.c. gaan, wordt er goed op gelet of handelingen, zoals handen wassen en doorspoelen, zijn verricht. In verband met de hygiëne. • Na iedere verschoning wordt de verschoontafel schoongemaakt (bij ontlasting ook met 70% alcohol) en wast de pedagogisch medewerk(st)er haar handen. Dit ook in verband met de hygiëne. • Bij activiteiten als knippen, plakken of kleien blijven de kinderen met de materialen aan tafel. • De zaal wordt ’s avonds altijd netjes opgeruimd, gezogen en gedweild. Deze regels gebruiken we met het oog op respect voor elkaar en het materiaal, op de veiligheid van de kinderen, de structuur en de hygiëne. Natuurlijk krijgen de kinderen ook een beloning als ze iets goed doen. Als de kinderen een probleem weten op te lossen of op een andere manier weten om te gaan met een moeilijke situatie, zullen ze op verbale wijze door de pedagogisch medewerk(st)ers beloond worden.
9 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
3.2. Opendeurenbeleid Het opendeurenbeleid wil zeggen dat kinderen structureel de gelegenheid krijgen om buiten de eigen groepsruimte met andere kinderen te spelen. Concreet komt dit op het volgende neer: - Kinderen worden op een stamgroep geplaatst. - Aan een kind worden maximaal 3 (vaste) pedagogisch medewerkers gekoppeld. - Per dag is er altijd minimaal een van de vaste pedagogisch medewerkers aanwezig (uitzonderingen bij ziekte, verlof of vakantie). - Het kind maakt, gedurende de week, gebruik van maximaal twee stampgroepruimtes. Speciale activiteiten mogen wel plaatsvinden buiten de groep. - Het samenvoegen van stamgroepen is dus mogelijk als het groepen betreft met dezelfde leeftijdscategorie. * Bij dit alles wordt de Pedagogisch medewerker-Kind/Ratio (PKR) in acht gehouden. 3.3. Wenbeleid Er wordt onderscheid tussen een intern wenbeleid en extern wenbeleid. Het intern wenbeleid betreft kinderen die doorstromen naar een andere groep, binnen het kinderdagverblijf. Dit kan zijn van baby- naar peutergroep. Of van peutergroep naar 3+groep. In dit geval betreft het een doorstroom van baby- naar peutergroep vanaf 18 maanden waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden. Kinderen van 18 maanden moeten: Motorisch zodanig ontwikkeld zijn dat ze goed kunnen lopen, niet snel vallen en dus stevig op de beentjes staan. ‘Uitgespeeld’ zijn op de babygroep en toe zijn aan nieuwe uitdagingen en moeilijker spel. Met actiever en intensiever spel en gedrag van andere kinderen kunnen omgaan. Regels kunnen opvolgen, zoals rustig aan tafel zitten of een puzzel maken. Met ouders wordt overlegd of zij voorkeur hebben voor een overgang naar de peutergroep de ‘rupsen’ of de ‘bijtjes’. Vervolgens wordt er gekeken of daar ook plek voor is. Wanneer kinderen 2 worden en nog niet aan bovenstaande voorwaarden voldoen is er vaak iets aan de hand. Een zorg coördinator is dan meestal al in beeld en geeft ook advies over de overgang naar de peutergroep. Bij het wennen op een nieuwe groep wordt rekening gehouden met de aantal uren dat het kind went en hoeveel wenkinderen er tegelijk zijn. Beiden is in overleg met ouders en er wordt gekeken naar wat de situatie toelaat. Het extern wenbeleid betreft kinderen die instromen bij het kinderdagverblijf. Dit kunnen kinderen zijn die nog niet eerder op een kinderopvang verbleven of kinderen die van een ander kinderdagverblijf of peuterspeelzaal af komen. 10 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
Ook hier zullen de kinderen gaan ‘wennen’ op de stamgroep waar ze in geplaatst worden. Dit is een afspraak die gemaakt wordt bij het intake-gesprek in overleg met ouders. Er wordt dan afgesproken wanneer het kind komt wennen en voor hoeveel uur. Dit wordt vastgelegd in de plaatsingsovereenkomst. Buitencontractueel wennen mag maximaal twee keer boventallig zijn en voor maximaal een dagdeel per keer. 3.4. Maximale omvang stamgroep Een stamgroep is de groep waarin het kind normaliter verblijft. Voor alle groepen hebben wij duidelijk omschreven welke kinderen er op welke dag zijn en welke pedagogisch medewerk(st)ers op welke dagen werken. Er zijn baby- en peutergroepen. Deze stamgroep bevat maximaal 16 kinderen per dagdeel. Deze kinderen zijn in de leeftijd van ongeveer 18 maanden tot 3 jaar. Vanaf 3 jaar kunnen zoveel mogelijk kinderen naar de ‘Vlinders’: de 3+ groep waarin extra aandacht wordt besteed aan VVE. Op basis van het aantal kinderen worden er pedagogisch medewerkers ingezet. 3.5. Leeftijdsopbouw stamgroep De kinderen van deze groep zitten dus in de leeftijdscategorie van 18 maanden tot ongeveer 3 jaar. Op 3-jarige leeftijd gaan de kinderen in principe door naar de ‘Vlinders’. Als kinderen 18 maanden zijn en in de babygroep worden opgevangen, dan schuiven zij in principe door naar de peutergroep. Voldoen zij nog niet aan het aantal, onderstaande voorwaarden dan blijven ze nog wat langer in de babygroep. Per kind wordt dit beoordeeld en met ouders besproken. Er moet dus worden voldaan aan de volgende voorwaarden. Als kinderen van 18 maanden: Motorisch zodanig ontwikkeld zijn dat ze goed kunnen lopen, niet snel vallen en dus stevig op de beentjes staan. ‘Uitgespeeld’ zijn op de babygroep en toe zijn aan nieuwe uitdagingen en moeilijker spel. Met actiever en intensiever spel en gedrag van andere kinderen kunnen omgaan. Regels kunnen opvolgen, zoals rustig aan tafel zitten of een puzzel maken. Deze stamgroep bestaat dus het grootste deel van de week (behalve als er heel weinig kinderen zijn) uit twee groepen, waarin de kinderen tot 3 jaar gesplitst worden van de kinderen tussen 34 jaar. Kinderen die nog geen 3 zijn, maar al wel toe zijn aan meer cognitieve uitdaging kunnen, in overleg met de ouders, ook al doorschuiven naar de ‘Vlinders’. 3.6. Verlaten stamgroep De meeste activiteiten vinden plaats in de peuterruimte of buiten op de speelplaats. Activiteiten waarbij de stamgroep wordt verlaten zijn: Wandelen buiten het speelterrein, naar een speeltuin, supermarkt of vijver. 11 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
Uitjes naar de bibliotheek.
3.7. Pedagogisch medewerker/Kind-Ratio (PKR) De Pedagogisch medewerker/Kind-Ratio (PKR) houdt in dat er wordt gekeken hoeveel pedagogisch medewerkers er werkzaam zijn op een bepaald aantal kinderen. Vanzelfsprekend is dat er een minimum aantal pedagogisch medewerkers werkzaam moet zijn bij een bepaald aantal kinderen. De PKR wordt uitgerekend via www.1ratio.nl. Deze rekentool is goedgekeurd door het Rijk. Met deze rekentool wordt uitgerekend hoeveel pedagogisch medewerkers er minimaal nodig zijn bij een aantal kinderen (variërend in verschillende leeftijden). Deze uitkomst wordt altijd gebruikt om te roosteren en wordt altijd in acht gehouden. Er kan worden afgeweken van de PKR binnen de volgende regels: - Per dag wordt er maximaal 3 uur met minder pedagogisch medewerkers gestaan dan het PKR aangeeft. - De 3 uur zijn nooit aaneensluitend. - Er wordt nooit met minder dan de helft van het personeel gestaan dan de PKR aangeeft. - Er wordt niet van de PKR afgeweken tussen 9.30-12.30u en 15.00-16.30u. - Voor 9.30u en na 16.30u wordt er niet langer dan 1,5 uur aaneen van de PKR afgeweken. - Tussen 12.30-15.00u wordt er niet langer dan 2 uur aaneen van de PKR afgeweken. 3.8. Afname (extra) opvang Ouders hebben altijd de mogelijkheid om extra opvang af te nemen. Dit kan structureel en incidenteel. Wanneer dit incidenteel is wordt er in eerste instantie gekeken of het kind gewoon op de stamgroep kan verblijven waar het normaal gesproken zit. Wanneer dit niet mogelijk is wordt er met ouders overlegd of het een mogelijkheid is het kind in een andere stamgroep op te vangen waar wel ruimte is. Indien ze hiervan gebruik willen maken zullen ouders hier een toestemmingsformulier voor moeten tekenen. Wanneer er structureel extra opvang wordt afgenomen wordt dit in de plaatsingsovereenkomst aangepast. Er wordt weer in eerste instantie gekeken of het kind gewoon op de stamgroep kan verblijven waar het normaal gesproken zit. Wanneer dit niet mogelijk is wordt er met ouders overlegd of het een mogelijkheid is het kind in een andere stamgroep op te vangen waar wel ruimte is. Ouders moeten hier schriftelijk toestemming voor geven. Daarbij moet de plaatsingsovereenkomst worden aangepast en wordt er vastgelegd wanneer het kind verblijft op de andere groep en vanaf wanneer er weer plek is op de eigen stamgroep en het kind daar geplaatst wordt. Bij kinderen met flexibele opvang wordt er ook met de regels van het ‘opendeurenbeleid’ 12 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
gewerkt en worden de kinderen in een stamgroep geplaatst, met maximaal drie vaste pedagogisch medewerkers die aan dit kind gekoppeld worden en zullen de kinderen in maximaal twee stamgroepen verblijven per week. 3.9. Ondersteuning beroepskrachten Iedere groep op kinderdagverblijf Abeltje heeft een hoofdleidster en een aantal vaste, gediplomeerde pedagogisch medewerk(st)ers. Deze pedagogisch medewerk(st)ers worden bijgestaan door stagiaires en groepshulpen. Zij zijn er om te leren en dienen daardoor dus puur voor de ondersteuning. 3.10. Speelgoedbeleid Omdat er op de peutergroep al kinderen rondlopen vanaf 1,5 jaar is het belangrijk dat er extra gelet wordt op de veiligheid van het speelgoed. Speelgoed mag niet te klein zijn, zodat kinderen hierin zouden kunnen stikken. Er wordt regelmatig nieuw speelgoed aangeschaft en kapot speelgoed wordt weggegooid. In verband met de hygiëne wordt al het speelgoed ook goed schoongemaakt. Knuffels en verkleedkleren worden maandelijks gewassen, speelgoed dat in de mond gaat wordt dagelijks schoongemaakt en de rest wordt ook wekelijks gepoetst. 3.11. Voedingsbeleid In de babygroep wordt het voedingsschema van iedere baby nog per kind afgesteld. In de peutergroep gaat dit anders, daar eten en drinken alle kinderen gezamenlijk. Wij vinden het belangrijk dat kinderen gezond eten en goed bewegen. Er wordt ’s ochtends en ’s middags fruit gegeten en tussen de middag een boterham. Tussendoor wordt er ruimte gemaakt om (vooral in de zomer, veel) te drinken. In mei 2011 is er een voorlichtingsavond gegeven op ons kinderdagverblijf door Nutricia over gezond eten voor peuters: ‘Eet compleet’. Ons personeel en een aantal belangstellende ouders hebben informatie gekregen over gezond eten voor peuters. Het voedingsbeleid bij Abeltje is sindsdien aangepast en dat bracht de volgende maatregelen met zich mee: * Er wordt op Abeltje gebruik gemaakt van gezond broodbeleg: (smeer)kaas, (smeer)worst, appelstroop en jam. * De kinderen krijgen wanneer ze een koekje krijgen een tarwebiscuitje of een stukje peperkoek. * Er wordt aan ouders vriendelijk verzocht alleen gezonde traktaties te trakteren en mee te geven naar huis. Met de pedagogisch medewerk(st)ers kan worden besproken wat hier wel en niet onder valt wanneer hier onduidelijkheden over zijn.
13 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
3.12. Belonen en straffen Omdat kinderen vaak meerdere dagen per week doorbrengen op het kinderdagverblijf zien wij het als onze taak om ook een opvoedende taak te vervullen. Daarin vinden we het belangrijk dat we een veilige omgeving zijn voor kinderen om met behulp van volwassenen, samen met andere kinderen, zoveel mogelijk te leren en genieten. Kinderen een positieve stimulans geven moedigt aan tot het zich beter ontwikkelen. Belonen is daarom iets wat wij zoveel mogelijk proberen te doen. Jammer genoeg wil dit niet zeggen dat het nooit nodig zal zijn om een kind ook te corrigeren. Ongewenst gedrag zoals: slaan, schoppen, spugen, etc. wordt niet getolereerd. Er zijn afspraken en regels (zie huisregels) en als kinderen hier niet naar luisteren dan zorgt dit voor consequenties. Die consequenties verschillen per kind en per situatie. 3.13. Buitenspelen Op ons kinderdagverblijf wordt zoveel mogelijk buiten gespeeld. Ook in de winter doen we ons best iedere dag even naar buiten te gaan. De peuters hebben een speelplaats met een glijbaan, zandbak, watertafel, schommels en diverse fietsjes e.d. om zich buiten mee te vermaken. Soms wordt er met de kinderen gewandeld naar een speeltuin of vijver in de buurt. Dit natuurlijk altijd onder begeleiding van genoeg personeel. 3.14. ‘Gebaren maken met je kind’ Al voordat je kind kan spreken kun je een “gesprekje” voeren door gebaren te gebruiken. Hoe wonderlijk het misschien ook klinkt maar het is mogelijk om op een leuke en betekenisvolle manier met je kind te communiceren voordat je kind kan praten. Dit kun je doen door je baby gebaren te leren en te gaan gebruiken met je kind. Het gebruik van gebaren heeft veel voordelen voor je kind en het is ontzettend leuk om op die manier met je kind bezig te zijn. Een Amerikaanse doventolk, Joseph Garcia, heeft ontdekt dat kinderen van dove ouders eerder hun behoeften en wensen aan hun ouders konden duidelijk maken dan kinderen van horende ouders. Hij heeft er vervolgens onderzoek naar gedaan en in 1986 zijn proefschrift geschreven. Zijn conclusie is dat kinderen gemiddeld vanaf een maand of 8 (sommige eerder, anderen later) in staat zijn om via gebaren te communiceren met hun ouders. Dus voordat je kind kan praten heeft het kind een manier om zich te uiten. + Behalve dat je kind een manier van uiten heeft, dus niet alleen maar huilen, wegdraaien of boos worden, zijn er nog meer voordelen. + Je kind leert over het algemeen sneller praten omdat het taalverwervingsproces eerder wordt gestart. Een kind dat met gebaren opgroeit leert eerder dat een teken (woord of gebaar) staat voor een voorwerp of een actie. + Een kind dat jong gebaren leert breidt eerder zijn woordenschat uit en blijkt ook nog op 4 jarige leeftijd een voorsprong te hebben op kinderen die niet met gebaren zijn opgegroeid. Zo blijkt uit onderzoek van de universiteit van Berkeley. 14 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
+ Een kind leert al vroeg woorden en gebaren te combineren en te gebruiken. Het kennen en gebruiken van zo’n concept (gebaren en woorden hebben eenzelfde betekenis) komt later ook van pas tussen taal en schrijven. Het bovenstaande vertelt over de cognitieve en taalkundige voordelen die het gebruik van gebaren heeft maar natuurlijk begin je met het leggen van de eerste contacten in de vorm van gesprekjes. Je kind zal zich minder snel gefrustreerd voelen en eerder in staat om jou iets duidelijk te maken. Gebaren zorgen niet voor vertraging in het spraak-taalproces maar juist voor versnelling van dit proces. Je blijft natuurlijk altijd praten tijdens het maken van de gebaren. Je geeft je kind iets in handen waardoor het zich al veel vroeger kan uiten. Hierdoor ontwikkelt je kind ook meer zelfvertrouwen. De gebaren brengen kinderen die thuis verschillende talen horen dichter bij elkaar. De gebaren zijn voor iedereen hetzelfde. Op het kinderdagverblijf geeft het gebruik van gebaren de kinderen de mogelijkheid om met elkaar te communiceren. Begeleiders van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen hebben aangegeven dat er minder sprake is van bijten, slaan en schreeuwen omdat er minder frustratie is bij de kleintjes. Gebaren geeft kinderen op jonge leeftijd de mogelijkheid om een gespreksonderwerp te kiezen en hun eigen, unieke interesses kenbaar te maken. Dit geeft de begeleiders de kans om daar op in te spelen. Wanneer moet je nu beginnen met de gebaren? Begin zo vroeg mogelijk maar na 6 maanden kunnen baby’s de gebaren beter onthouden en zijn ze motorisch vaardig om zelf ook gebaren te maken. De een uiteraard wat eerder dan de ander. Een baby moet het geheugen, de handigheid en het begrip ontwikkelen om gebaren te herkennen, te begrijpen en zelf te maken.1’ Al onze medewerkers zijn hiervoor geschoold door middel van een cursus bij Nannie Blankenaauw, logopedist bij het Paramedisch en Kindercentrum de Lankforst www.logopediecoachingblankenaauw.nl Vanaf eind 2013 worden de gebaren voor horende kinderen daadwerkelijk geïmplementeerd.
1
Artikel uit blad ‘De Dukenburger’ van september 2013
15 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
4. Veiligheid en gezondheid Er wordt in ons kinderdagverblijf regelmatig aandacht besteed aan de veiligheid en de gezondheid. Ook komt de GGD jaarlijks controleren hierop, verslagen hiervan worden gepubliceerd. 4.1. Veiligheid Dat de omgeving van het kinderdagverblijf voor kinderen een veilige omgeving moet zijn is logisch. Daarom zorgen wij er voor dat we de risico’s zoveel mogelijk verkleinen dat er zich gevaarlijke situaties voordoen. Er worden jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en veiligheidsverslagen gemaakt. Als er tussentijds blijkt dat er zich onveilige situaties voor zouden kunnen doen, wordt hier wat aan gedaan. 4.2. Gezondheid en medische zorg Ook voor de gezondheid worden jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en gezondheidsverslagen gemaakt. Voor meer informatie over de maatregelen die wij nemen met betrekking tot de gezondheid en medische zorg verwijzen wij u naar de protocollen voor ziekte en geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen. 4.3. Hygiëne Op een kinderdagverblijf lopen veel kinderen rond, wat een bron van bacteriën en ziekten zou kunnen zijn. Om dit, zoveel mogelijk, te voorkomen zorgen wij voor een goede hygiëne. Ook hierbij wordt jaarlijks rekening gehouden met de nieuwe richtlijnen van de GGD. Voor meer informatie over de maatregelen die wij nemen om zo hygiënisch mogelijk te werk te gaan verwijzen wij u naar het protocol voor hygiëne. 4.4. Vierogenprincipe Vanaf juli 2013 geldt het vierogenprincipe, dit is wettelijk vastgelegd en zullen wij dus ook naleven. Het houdt in dat er altijd vier oren of ogen op de groep zijn, minimaal twee personen op het kindercentrum. Er moet altijd iemand kunnen meekijken of meeluisteren en er is op die manier te allen tijde een extra persoon aanwezig bij eventuele calamiteiten. De veiligheid van kinderen wordt op deze manier beter gewaarborgd. De manier waarop hier precies invulling aan gegeven kan worden verschilt per kinderdagverblijf. Wij: 16 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
- Streven naar een zo open mogelijk professioneel werkklimaat waarin de drempel laag is voor personeel om elkaar aan te spreken op bepaalde gedragingen. - Zorgen dat pedagogisch medewerkers, stagiaires en vrijwilligers nog niet aan het werk gaan voordat er een goedgekeurde VOG binnen is. - Hebben een inrichting met veel ramen tussen de groepen (en ook naar buiten) voor een goede transparantie. - Zorgen voor veiligheid doordat ouders en verzorgers die aankomen worden gezien door de deur. Er zit een slot op de deur en de deur moet dus door pedagogisch medewerkers vanuit binnen worden geopend. Zo komen er geen onbekende mensen binnen en kan niemand ongezien binnen komen. - Zorgen voor veiligheid doordat andere personen dan ouders (of vaste opa of oma bv.) zich altijd moeten legitimeren bij het ophalen. Er moet van tevoren dus worden doorgegeven of iemand anders het kind komt halen en wie dit is. Is dit niet het geval dan worden de ouders gebeld voor bevestiging voor een kind wordt meegegeven. - Zetten waar mogelijk extra stagiaires in om het vierogenprincipe na te leven. * Notitie 27-6-2013: Deze invulling is gerealiseerd in samenspraak met de Oudercommissie d.m.v. een adviesaanvraag. 4.5. Meldcode Kindermishandeling en huishoudelijk geweld Als pedagogisch medewerk(st)er moet je er niet aan denken dat je te maken krijgt met kindermishandeling. Jammer genoeg gebeuren dit soort dingen toch en willen wij altijd de veiligheid van het kind zo goed mogelijk waarborgen. Wij zijn volgens de wet genoodzaakt te werken volgens de ‘Meldcode Kindermishandeling’ wat inhoudt dat wij een meldplicht hebben. Wij zijn niet opgeleid om een besluit te nemen of er daadwerkelijk sprake is van kindermishandeling en daarom moeten wij bij twijfel een melding doen bij het AMK. Zij zijn professioneel en opgeleid en zullen onderzoeken of hier sprake van is. Meer hierover is te vinden in het protocollen ‘Kindermishandeling’, ‘Ongewenste intimiteiten’ en ‘Melding AMK’. * Notitie 27-6-2013: Komende tijd krijgt dit deel nog nadere invulling.
17 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013
5. Nawoord Dit pedagogisch beleidsplan zal, wanneer nodig, bijgesteld worden. Enerzijds als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, waarin de visie op de ontwikkeling van kinderen en de visie op het opvoeden van kinderen steeds weer verandert. Anderzijds door evaluatie van het plan door de pedagogisch medewerk(st)ers, ouders en GGD. Wij hopen dat u, door het lezen van ons pedagogisch beleidsplan, voldoende inzicht heeft gekregen in onze werkwijze op KDV Abeltje. KDV Abeltje heeft ook een oudercommissie, indien u interesse heeft kunt u voor informatie bij de leiding terecht, of mail naar:
[email protected] Voor verdere informatie kunt u onze site raadplegen: www.abeltje-kinderopvang.nl
18 Pedagogisch Beleidsplan kinderdagverblijf Abeltje ©2013