Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Buitenpret B.V. Locatieadres: Prinses Margrietstraat 5 4023AD Rijswijk 0345-502536
Peuterspeelleergroep Pim&Pom BSO De Lispeltuut Kochpad 12 4111LD Zoelmond 06-37406883
Van piepklein tot best al groot, allemaal zijn ze welkom op Buitenpret 1
Inhoud Voorwoord
pagina 3
1. Pedagogisch beleid
pagina 3
2. Visie op groepsopvang
pagina 4
2.1 De visie vanuit de organisatie
pagina 4
2.2 De functie van groepsopvang
pagina 4
3. Ontwikkeling van kinderen
pagina 4
3.1 visie op ontwikkeling
pagina 4
3.2 de rol van de groepsopvang bij de ontwikkeling
pagina 5
3.3 visie op opvoeding
pagina 5
3.4 opvoeding in de groepsopvang
pagina 5
3.5 opvoedingsdoelen van de groepsopvang 3.5.1 sociaal emotionele veiligheid 3.5.2 sociale vaardigheden 3.5.3 persoonlijke vaardigheden 3.5.4 waarden en normen
pagina 6 pagina 6 pagina 6 pagina 6 pagina 6
4. Pedagogische basisdoelen 4.1 4.2 4.3 4.4
sociaal emotionele veiligheid sociale vaardigheden persoonlijke vaardigheden waarden en normen
pagina 7 pagina 7 pagina 7 pagina 7 pagina 8
5. Groepsgrootte van de groepsopvang
pagina 8
6. Leidster-kin ratio
pagina 8
7. Achterwacht
pagina 9
8.Volwassen ondersteuning
pagina 10
9. vierenogen principe
pagina 10
10. Het beleid t.a.v. extra dagdelen
pagina 11
11. Doorstromen naar de volgende groep
pagina 12
12. Werkplannen bij het pedagogisch beleidsplan
pagina 12
2
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kinderdagverblijf Buitenpret. Met dit beleid geven we inzicht in:
Onze visie op groepsopvang, Onze visie op de ontwikkeling van kinderen, Onze opvoedingsdoelen, De manier waarop we onze doelen willen bereiken, De wijze waarop de relatie met ouders/verzorgers wordt ingevuld met betrekking tot de opvoeding.
Het pedagogisch beleid is het raamwerk van waaruit het team van kinderdagverblijf Buitenpret werkt. Een uitgebreide omschrijving is voor groepsopvang van zowel het kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang als peuterspeelleergroep in aparte werkplannen beschreven. Het pedagogisch beleid en de werkplannen helpen de pedagogisch medewerkers steeds bewust te zijn van het eigen pedagogisch handelen en dat van de collega’s.
1 Pedagogisch beleid In de Wet Kinderopvang wordt richting gegeven aan wat er in het pedagogisch beleid moet komen te staan. Het pedagogisch beleid is van toepassing op alle vormen van groepsopvang die bij ons geboden worden. Het pedagogisch beleidsplan is geschreven voor alle pedagogisch medewerkers die direct met de kinderen werken, inclusief vrijwilligers en stagiaires. Het pedagogisch beleid ligt aan de basis voor het zeker stellen van een goede ontwikkelingssfeer en ontwikkelingsruimte voor de aan ons toevertrouwde kinderen. We gaan in het pedagogisch beleid uit van de vier basisdoelen die in de Wet Kinderopvang staan beschreven. De vier basisdoelen zijn:
Het bieden van emotionele veiligheid, Het stimuleren van de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden, Het leren omgaan met verschillende waarden en normen, Het stimuleren van de ontwikkeling van sociale vaardigheden.
Het pedagogisch beleid en de daaraan gekoppelde werkplannen zijn terug te vinden op elke groep. De pedagogische doelen worden bij wet aangepast. Werkplannen worden geëvalueerd en indien nodig bijgesteld als blijkt dat de praktijk en theorie niet met elkaar overeenkomen. Naast de voortdurende eigen toetsing wordt het pedagogisch klimaat ook jaarlijks getoetst door de inspecteur van de GGD. 3
2 Visie op groepsopvang 2.1 De visie vanuit de organisatie Wij bieden een aanbod aan van kwalitatief hoogwaardige zorg, aandacht, begeleiding en activiteiten voor de aan ons toevertrouwde kinderen. Het kind staat centraal. Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige mensen die hun eigen talenten onderkennen en benutten. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de individuele behoefte van het kind. We willen een sfeer bieden waarin het kind voor zichzelf kan opkomen en respect ontwikkelt en hopen dat het later sociaal vaardig is, positief, zelfstandig in de maatschappij kan staan. Het aanbod van kinderdagverblijf Buitenpret bestaat uit:
Het verzorgen van professionele opvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar in groepen, te weten: dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelleergroep, Samenwerkingspartner van de ouder / verzorger in de opvoeding van kinderen, Een kindvriendelijke omgeving waar kinderen zich kunnen ontwikkelen volgens de vier pedagogische basisdoelen.
2.2 De functie van groepsopvang
Op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Een aanvulling zijn op de opvoeding van het kind. Voor werkende en studerende ouders de combinatie van maatschappelijke activiteiten en zorg mogelijk maken. Het realiseren van een grotere arbeidsparticipatie in de maatschappij.
3 Ontwikkeling van kinderen 3.1 Visie op ontwikkeling Binnen het kinderdagverblijf en de peuterspeelleergroep staat het kind centraal. Kinderen moeten de ruimte krijgen om op eigen wijze en in eigen tempo de wereld om hen heen te verkennen. Het kind ontwikkelt zich in wisselwerking met de omgeving. Kinderen, ouders, pedagogisch medewerkers en andere volwassenen maken hier deel van uit. Enerzijds biedt de omgeving veiligheid en anderzijds de uitdaging om ervaringen op te doen. Het welbevinden van het kind staat centraal. De ontwikkeling van kinderen wordt onderscheiden in drie ontwikkelingsgebieden:
4
De lichamelijke ontwikkeling Het leren bewegen, grove en fijne motoriek en beheersing van de spieren. De verstandelijke ontwikkeling Het ontwikkelen van de taal, het denken en de zintuiglijke en creatieve ontwikkeling. De sociaal emotionele ontwikkeling De ontwikkeling van het gevoelsleven en het zelfstandig deelnemen aan de omgeving.
3.2 De rol van de groepsopvang bij de ontwikkeling Wij zien het als onze taak om binnen de diverse opvangvormen een situatie te creëren waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de verschillende ontwikkelingsgebieden. De ruimte en het spelmateriaal passen bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind. Daarnaast wordt de zelfstandigheid van het kind gestimuleerd, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van het betreffende kind. De pedagogisch medewerker luistert actief naar het kind en gaat in op wat het kind zelf aangeeft. Alle medewerkers hebben een pedagogische opleiding en ervaring met kinderen in een specifieke leeftijdsgroep. Zij zijn daarom in staat om tijdig eventuele achterstanden in de ontwikkeling van kinderen te signaleren en hier deskundig en adequaat op te reageren. Wanneer er sprake is van ontwikkelings- of opvoedingsproblemen bij een kind kan een pedagogisch medewerker in overleg met de ouders van het kind en de teamleidster een beroep doen op de pedagogisch coach van kinderdagverblijf Buitenpret. Door observatie, gesprekken met de medewerkers en / of ouders verzamelt de coach gegevens over het desbetreffende kind om zo tot de juiste hulp voor het kind en / of ondersteuning van de pedagogisch medewerker te komen. Alle kinderen in de dagopvang van kinderdagverblijf Buitenpret worden gevolgd via een observeersysteem. Daarnaast is er een overgangsgesprek met ouder en pedagogisch medewerker zodra het kind overgaat naar een volgende groep. 3.3 Visie op opvoeding Opvoeden is een menselijke interactie, waar kind en opvoeder samen vorm aan geven en waar beide een aandeel in hebben. In het contact met kinderen is er altijd sprake van interactie. Bewust of onbewust wordt er door verbale en non-verbale communicatie een boodschap naar het kind en/ of groep gezonden. De interactie tussen kind en opvoeder wordt ook beïnvloed door de cultuur en samenleving waarin ze leven. 3.4 Opvoeding in de groepsopvang De opvang kan plaats vinden binnen het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang of peuterspeelzaalleergroep. De groepsopvang heeft ten aanzien van de opvoeding de taak om aanvullend en verbredend te zijn. De groepsopvang kan een meerwaarde hebben ten aanzien van de opvoeding thuis vanwege de volgende aspecten:
Er zijn meerdere kinderen aanwezig. De ruimte van de groepsruimtes zijn speciaal op kinderen en hun behoeftes ingericht. Er is specifiek ontwikkelingsmateriaal aanwezig. Er zijn meerdere pedagogisch medewerkers aanwezig. Er kunnen andere regels en leefgewoonten zijn dan thuis.
De ouders blijven vanzelfsprekend de eerste verantwoordelijken in de opvoeding van hun kind, ook als de opvoeding en verzorging wordt gedeeld met anderen. Ouders kunnen hun vragen en ervaringen delen met de pedagogisch medewerkers waardoor de groepsopvang tevens een ondersteunende functie heeft. In bijzondere situaties ten aanzien van het individuele kind kan de 5
pedagogisch coach van Kinderdagverblijf Buitenpret of de pedagoog van de jeugdgezondheidszorg worden ingeschakeld. In het belang van het kind is een goede afstemming belangrijk en kan door een goede en gestructureerde communicatie plaatsvinden. 3.5 Opvoedingsdoelen van de groepsopvang In de Wet Kinderopvang staat omschreven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: verantwoorde kinderopvang draagt bij aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. Om dit te bereiken onderscheidt de Wet 4 pedagogische basisdoelen waar elke kinderopvangorganisatie zich aan moet houden en op schrift en in de praktijk moet laten zien hoe hier invulling aan wordt gegeven. De pedagogische basisdoelen van de opvoeding van kinderen in de kinderopvang zijn: 3.5.1 Sociaal emotionele veiligheid Dit is de basisdoelstelling voor alle vormen van groepsopvang. Een onveilige situatie zou alle andere opvoedingsdoelen in de weg staan. Vaste medewerkers, de aanwezigheid van leeftijdsgenootjes, de manier van omgang met de pedagogisch medewerkers en kinderen onder elkaar, de inrichting en de ruimte leveren een bijdrage aan het gevoel van geborgenheid. 3.5.2 Sociale vaardigheden Het kind leert samenwerken, conflicten oplossen, verantwoordelijkheid dragen, anderen te helpen, zich te verplaatsen in een ander en met anderen te communiceren. De interactie met de pedagogisch medewerkers en het deelnemen aan de groep biedt het kind oefening en ervaring. Hierdoor kan het sociale vaardigheden ontwikkelen. Ook hierbij zijn de inrichting van de ruimte, het aanbod van spelmateriaal, de vaardigheden van de medewerkers en het samenspelen met andere kinderen van belang. 3.5.3 Persoonlijke vaardigheden Het kind ontwikkelt vaardigheden zoals zelfvertrouwen, zelfstandigheid, flexibiliteit en creativiteit. De interactie in de groep met andere kinderen en de pedagogisch medewerkers bieden het kind de oefening en ervaring aan om deze vaardigheden te ontwikkelen. 3.5.4 Waarden en normen Naast cultuuroverdracht die plaats vindt in het gezin, de school en de buurt, speelt ook de groepsopvang een belangrijke rol in de overdracht van normen en waarden. Groepsopvang is een verbreding van de leefomgeving, met eigen mogelijkheden om dit opvoedingsdoel vorm te geven. De medewerkers hebben hierin een voorbeeldfunctie.
6
4 Pedagogische basisdoelen 4.1 Sociaal emotionele veiligheid Een ‘thuis’ waar kinderen zich kunnen ontspannen, zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn.
De kinderen worden opgevangen in een schone en veilige omgeving. De pedagogisch medewerker heeft een respectvolle houding naar de kinderen, hun ouders / verzorgers en naar de collega’s onderling. De kinderen ontvangen van de pedagogisch medewerker persoonlijke aandacht en begeleiding. De kinderen ervaren een ontspannen, open en liefdevolle sfeer. Er is informatieoverdracht tussen ouders / verzorgers en de pedagogisch medewerker. De kinderen kunnen relaties aangaan met andere kinderen en volwassenen en worden uitgenodigd tot participatie. Er is een duidelijke en overzichtelijke structuur, met om zich heen vaste pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenootjes.
4.2 Sociale vaardigheden Gelegenheid tot het ontwikkelen sociale competenties
De pedagogisch medewerker ondersteunt de kinderen bij het leren om samen te spelen en te delen. De pedagogisch medewerker ondersteunt de kinderen bij het voorkomen en leren oplossen van conflicten. De pedagogisch medewerker ondersteunt de kinderen bij het leren communiceren (verbaal en non-verbaal). De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren, zonder over de individuele grenzen en wensen van het kind heen te gaan. De kinderen leren zorg dragen voor elkaar en vriendschappen op te bouwen.
4.3 Persoonlijke vaardigheden Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
7
De kinderen leren zichzelf ontdekken en vertrouwen. De kinderen worden door de pedagogisch medewerker ondersteund en gestimuleerd in hun ontwikkeling. De kinderen leren dat zij zichzelf mogen zijn en krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen. Er is een goede interactie tussen de pedagogisch medewerker en de kinderen in zowel individueel als in groepsverband.
4.3 Waarden en normen Eigen maken van waarden en normen en cultuur.
De kinderen krijgen het goede voorbeeld van de pedagogisch medewerker door hun spreken en handelen. De pedagogisch medewerker draagt er zorg voor dat de kinderen respect voor elkaar hebben, ongeacht ras, geslacht of beperking. De kinderen maken kennis met rituelen zoals dagritme en feesten. Er worden in de interacties tussen pedagogisch medewerker en kinderen afspraken, regels en omgangsregels gehanteerd. De kinderen worden gestimuleerd, gecorrigeerd en krijgen grenzen aangereikt.
5. Groepsgrootte van de groepsopvang Een stamgroep is een vaste groep kinderen in een passend ingerichte vaste groepsruimte. Bij het bepalen van het aantal kinderen op de stamgroepen wordt de wettelijk voorgeschreven normering gehanteerd, welke terug te vinden is in de cao kinderopvang. Kinderdagverblijf Buitenpret kent de volgende basis stamgroepen:
Kinderdagverblijf Babygroep de Torteltuin: Dreumesgroep De Stampertjes: 3+ groep De Plukkies: Buitenschoolse opvang De Pettefletters 1: Buitenschoolse opvang De Pettefletters 2: Buitenschoolse opvang De Lispeltuut 1: De Lispeltuut sport Peuterspeelleergroep De Krullevaar: Pim & Pom:
(leeftijd 0- 4 jaar) 10 kinderen 16 kinderen 16 kinderen (leeftijd 4 tot 8 jaar) 20 kinderen (leeftijd 8 tot 12 jaar) 10 kinderen (leeftijd 4 tot 12 jaar) 20 kinderen 10 kinderen (leeftijd 2- 4 jaar) 16 kinderen 16 kinderen
6. Leidster-kind ratio Het aantal pedagogisch medewerkers op het aantal kinderen in een groep wordt de leidster-kind ratio genoemd. Deze wordt bij de organisatie Kinderdagverblijf Buitenpret te allen tijde gehanteerd. Hiervoor is een rekenmodule beschikbaar die te vinden is op de site van de ABVAKABO FNV. Bij dagopvang bedraagt de verhouding tussen het aantal pedagogisch medewerkers en het aantal feitelijke aanwezige kinderen tenminste: 8
één pedagogisch medewerker per vier kinderen in de leeftijd tot één jaar.
één pedagogisch medewerker per vijf kinderen in de leeftijd van één tot twee jaar. één pedagogisch medewerker per acht kinderen in de leeftijd van twee tot drie jaar. één pedagogisch medewerker per acht kinderen in de leeftijd van drie tot vier jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundige gemiddelde berekend, waarbij naar boven kan worden afgerond. Bij de buitenschoolse opvang bedraagt de verhouding tussen de pedagogisch medewerker en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de basisgroep tenminste:
één beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. één beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij dagopvang vindt de opvang plaats in stamgroepen, met dien verstande dat in een groep:
in de leeftijd tot 1,5 jaar gelijktijdig ten hoogste 9 kinderen aanwezig zijn. in de leeftijd tot 3 jaar gelijktijdig ten hoogste 16 kinderen aanwezig zijn. In de leeftijd tot 4 jaar gelijktijdig ten hoogste 16 kinderen aanwezig zijn. In de leeftijd 4 tot 8 jaar gelijktijdig ten hoogste 20 kinderen aanwezig zijn. In de leeftijd 8 tot 12 jaar gelijktijdig ten hoogste 10 kinderen aanwezig zijn.
De pedagogisch medewerker deelt de ouder en het kind mee tot welke stamgroep het kind behoort en welke pedagogisch medewerkers op welke dag aan welke groep zijn toegewezen. Aan een kind worden ten hoogste drie vaste pedagogisch medewerkers toegewezen, waarvan per dag tenminste één beroepskracht werkzaam is in de groep van dat kind. Deze pedagogisch medewerkers zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind. Een kind maakt gedurende de week gebruik van ten hoogste twee verschillende stamgroep ruimtes. Indien één pedagogisch medewerker in het kinderdagverblijf wordt ingezet, dient ter ondersteuning van deze pedagogisch medewerker tenminste één andere volwassene in het kinderdagverblijf aanwezig te zijn. Indien één pedagogisch medewerker in een kinderdagverblijf aanwezig is, dan dient de ondersteuning van deze pedagogisch medewerker door een andere volwassene in geval van calamiteiten te zijn geregeld.
7. Achterwacht pedagogisch medewerkers Het kan voorkomen dat een pedagogisch medewerker alleen op een van de stamgroepen staat. Dit valt onder de maximale tijd van 3 uur per dag (direct na opening, tijdens pauze en vlak voor sluiting). Dan staat men met minder pedagogisch medewerkers op de groep dan het toegestane leidster-kind ratio. Voor deze momenten hebben wij een achterwacht. De leidinggevende is de achterwacht, woont op het terrein van het kinderdagverblijf en kan mede ingezet worden bij opening, tijdens pauze en bij sluiting. In Zoelmond is één groep gevestigd. Ter ondersteuning aan de achterwacht regeling heeft Buitenpret de volgende afspraken gemaakt met de pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerker draagt de draadloze telefoon bij zich in deze telefoon staan de 9
volgende nummers geprogrammeerd
112 (algemene hulpverleningsnummers) 06-21923391, leidinggevende Buitenpret, 5 minuten rijden van locatie
8. Volwassen ondersteuning Bij het kinderdagverblijf is een technische dienst voor de ondersteuning van het verzorgen van het buitenterrein en de klussen in het gebouw. Ook is er ondersteuning in schoonmaakwerkzaamheden door een schoonmaakbedrijf. De huisarts in Beusichem is bekend met het kinderdagverblijf en is, indien nodig, binnen 5 minuten ter plaatsen. Binnen kinderdagverblijf Buitenpret B.V. is een pedagogisch coach werkzaam, deze ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij het uitvoeren van hun pedagogische taken. Op elke stamgroep is een stagiaire aanwezig, deze staat boventallig op de groep maar zijn volwassen ondersteuning voor de gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Dit door het mede uitvoeren van alle voorkomende werkzaamheden op de stamgroep.
9. Vierogenprincipe Binnen onze organisatie Tijdens de haal- en brengmomenten worden de kinderen van verschillende groepen enige tijd samen in een groep opgevangen door pedagogisch medewerkers (het vroege begin, 7.00-8.30 uur en het late eind van de dag, 17-18.15 uur). Er zijn dan minimaal twee pedagogisch medewerkers aanwezig op de groep . In de pedagogoische basisdoelen van het pedagogisch beleidsplan, staat beschreven hoe pedagogisch medewerkers omgaan met de kinderen. Mocht een collega zich daar niet aan houden, dan spreekt men elkaar daar op aan. Pedagogisch medewerkers geven elkaar feedback, zowel feedback over de dingen die goed gaan, maar ook dingen die minder goed gaan. Dit maakt dat pedagogisch medewerkers kritisch naar elkaar blijven kijken. Het vierogenprincipe staat regelmatig als punt op de agenda binnen teamvergaderingen. Nieuwe medewerkers mogen pas gaan werken op het moment dat hun VOG goedgekeurd is. Ook leerlingen mogen dan pas aan hun stage beginnen. Kinderdagverblijf Buitenpret B.V. heeft een open-deuren-beleid, daardoor staan de deuren naar de groepen regelmatig open en loopt men makkelijk bij elkaar naar binnen. Activiteiten kunnen plaats vinden in een andere ruimte, met andere kinderen waarbij naast de vaste pedagogisch medewerker ook andere medewerkers betrokken zijn. Dit heeft naast het aanbieden van verschillende activiteiten die aansluiten bij de ontwikkelingsgebieden zo ook een sociale controle functie. Het pedagogisch handelen staat met enige regelmaat op de agenda. Zo besteed men steeds aandacht aan de manier van werken en het pedagogisch kader is hierbij de leidraad. Zo blijft de manier waarop de pedagogisch medewerkers willen werken met kinderen steeds weer onder de aandacht.
10
De slaapruimte van de groepen zijn aangrenzend aan de groepen, als een pedagogisch medewerker de slaapruimte ingaat blijft de deur open. Er wordt gebruik gemaakt van babyfoons. Gedurende de dag is de sociale controle op de pedagogisch medewerkers en kinderen groot. Het grootste gedeelte van de dag zijn er twee pedagogisch medewerkers op de groep. Er zijn meestal meerdere volwassenen in het gebouw aanwezig. Aan het begin en eind van de dag, tijdens de brengen haalmomenten zijn er naast pedagogisch medewerkers ook (veel) ouders aanwezig. Op de beiden locaties lopen pedagogisch medewerkers gedurende de dag regelmatig op elkaars groepen zonder te kloppen en/of te melden De leidinggevende loopt regelmatig de groepsruimtes binnen of komt (onaangekondigd) op de locaties. Ook de indeling of inrichting van de locaties speelt een belangrijke rol als het gaat om openheid en transparantie. De groepen grenzen aan elkaar en zijn ‘open’. Er zijn veel ramen en de deuren zijn voorzien met een glasgedeelte. Men kijkt en loopt makkelijk bij elkaar naar binnen.Op de locatie Zoelmond hebben we glas in de deuren tussen de groepsruimte en verschoonruimte of de (halve) deur blijft open staan, waardoor er zicht is op de groeps- of verschoonruimte.
10. Het beleid t. a. v. het gebruik maken gedurende van extra dagdelen Indien gewenst kan een ouder extra dagen/dagdelen opvang aanvragen. Dit kan worden aangevraagd via de leidinggevende of bij een pedagogisch medewerker van de stamgroep waarbinnen het kind verblijft. Ruilen kan in principe een week voor of na de dag van afwezigheid, indien de groepsgrootte en personele planning dit toelaat. Wel wordt deze dag extra gefactureerd. Hierbij kan zowel sprake zijn van het ruilen / inhalen van dagen of het aanvragen van extra dagen. Wij hanteren hierbij enkele spelregels, om de rust op de groep en de belangen van de kinderen die normaal deel uitmaken van de groep op die dag te bewaken. Om die reden kunnen ouders een pedagogisch medewerker nooit verplichten om een extra dag opvang te bieden, het is een service die wij bieden en geen recht. Extra dagdelen opvang is mogelijk mits:
11
er plaats is op de stamgroep de samenstelling van de groep dit toelaat beide bovenstaande punten naar inzicht van de teamleidster te bepalen
11. Doorstromen naar de volgende groep De overgang naar de volgende stamgroep kan voor het kind een ingrijpende gebeurtenis zijn. De overgang wordt daarom met zorg gepland en het kind wordt zorgvuldig begeleidt. De pedagogisch medewerker neemt de beslissing om het kind naar de volgende groep te laten overgaan. Zij nemen daarbij de volgende punten in overweging:
Is het kind qua ontwikkelingsniveau toe om door te gaan naar de andere groep? Heeft het kind behoefte aan een nieuwe uitdaging en zou het zich goed staande kunnen houden tussen de wat oudere kinderen? Is er plaats voor het kind in de volgende groep Kunnen er eventueel andere kinderen mee overgaan, zodat het gewenningsproces vergemakkelijkt wordt.
In principe zal het kind overgaan naar de volgende groep als het kind de leeftijd heeft voor de volgende stamgroep. Echter, sommige kinderen zijn al eerder toe aan nieuwe uitdagingen en oudere groepsgenootjes. In overleg met de pedagogisch medewerkers onderling en de ouders kan worden besloten om het kind al iets eerder over te plaatsen naar de volgende stamgroep. Voor de doorstroming wordt er enkele malen proefgedraaid zodat het kind langzaamaan kan wennen aan de volgende stamgroep. Er wordt gekeken naar de behoefte van het kind; sommigen zijn al snel gewend, bij anderen duurt het wat langer.
12. Werkplan bij het pedagogisch beleid Bij dit pedagogisch beleid horen ook de werkplannen pedagogisch beleid voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen. Dit werkplan is een praktische handleiding voor het handelen bij gebeurtenissen op de groep en kan gebruikt worden als naslagwerk of als hulpmiddel bij het inwerken van nieuwe medewerkers en stagiaires op de groep. Ook is het een informatiebron voor ouders en verzorgers. Op welke manier de pedagogische opvoedingsdoelen werkelijk zichtbaar zijn in de dagelijkse omgang met en het opvoeden van de kinderen, is vastgelegd in de observeerbare termen en groepsbeschrijving. Naast inzicht geven deze termen sturing aan het in gesprek blijven met elkaar als pedagogisch medewerkers. Jaarlijks worden het pedagogisch beleid, het werkplan en de observeerbare termen getoetst door de leidinggevende en staan ze structureel op de agenda van het teamoverleg van de pedagogisch medewerkers. Op deze manier wordt het pedagogisch beleid continue gewaarborgd. Voortdurende deskundigheidsbevordering van medewerkers maakt ook deel uit van dit proces. Kinderdagverblijf Buitenpret
12
Kinderdagverblijf
buitenschoolse opvang
peuterspeelleergroep
Locatieadres: Prinses Margrietstraat 5 4023AD Rijswijk 0345-502536 Dependance: Peuterspeelleergroep Pim&Pom BSO De Lispeltuut Kochpad 12 4111LD Zoelmond 06-37406883
[email protected] www.kinderdagverblijfbuitenpret.nl
13