1
Pedagogisch beleid Het Keizertje Pedagogiek en ontwikkeling bij kinderdagverblijf Het Keizertje
Titel:
Pedagogisch beleid Het Keizertje
Auteur:
Ayse Ceyhan
Datum:
30-05-2013 (2 versie)
Plaats:
Den Haag
e
2
Inhoudsopgave H 1 Inleiding
BLZ 3
H 2 Pedagogische basisdoelen van de opvoeding 2.1 Onze pedagogische visie en doelstelling 2.2 Emotionele veiligheid 2.3 Groepsindeling 2.4 Achterwachtregeling 2.5 De verticale groep 2.6 RIV en RIG 2.7 Het vierogenprincipe 2.8 De groepsleiding 2.9 Leidster-kind interactie 2.10 Signaleren van problemen 2.11 Meldcode kindermishandeling 2.12 Medezeggenschap-Positie ouders 2.13 De inrichting van de ruimte 2.14 Incidentieel afnemen extra dag 2.15 Structureel afnemen extra dag 2.16 Het wenbeleid 2.17 Open deurenbeleid 2.18 Het dagelijkse praktijk
4 4 4 5 6 7 7 8 9 10 10 11 11 12 12 13 13 15 15
H 3 Persoonlijke ontwikkeling 3.1 Persoonlijke competentie 3.2 Praktijkvoorbeelden 3.3 Het activiteitenaanbod / dagritme
16 16 17 18
H 4 Sociale vaardigheden 4.1 Gezamenlijke momenten 4.1.2 Vriendschap 4.1.3. Concurrentie 4.1.4. Conflicten 4.1.5. Plagen en pesten 4.1.6 Spel en speelgoed
20 20 20 20 21 21 22
H 5 Overdracht van normen en waarden 5.1 Regels 5.2 Enkele voorbeelden
23 23 24
3
1 Inleiding Dit is het pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Het Keizertje. Met het pedagogisch beleidsplan krijgen ouders en medewerkers inzicht en duidelijkheid over aard en werkwijze van kinderdagverblijf Het Keizertje en kunnen zich hierin verdiepen. Het beleidsplan is ontwikkeld en geschreven door de leidsters van Het Keizertje in samenspraak met een orthopedagoog die werkzaam is op de kinderopvang en later ook met enkele leden van de oudercommissie. Het is van belang dat het beleidsplan regelmatig met de medewerkers en leden van de oudercommissie regelmatig geëvalueerd wordt en zo nodig bijgesteld wordt. Het pedagogisch beleidsplan gaat o.a. in op de ondergenoemde punten, zoals deze genoemd is in de Memorie van Toelichting van de Wet Kinderopvang: Algemene definities kinderopvang / pedagogische visie Pedagogische basisdoelen van de opvoeding: - emotionele veiligheid - persoonlijke ontwikkeling - sociale vaardigheden - overdracht van normen en waarden. Opvoedingsmiddelen: - de groep - de leidster-kind interactie - de fysieke omgeving - het activiteitenaanbod /spelmateriaal De praktische invulling binnen Het Keizertje. NB. Binnen Het Keizertje is de volgende onderverdeling in de kinderopvang gemaakt: Met de term ouders worden ook verzorgers bedoeld. Omwille van de leesbaarheid hebben wij dit plan in de “hij-vorm” weergegeven. De naam Het Keizertje staat voor het kinderdagverblijf Het Keizertje. Met de term leidsters bedoelen wij de groepsleiding. Binnen Het Keizertje toetsen wij onze inzichten aan - en maken wij gebruik van inzichten en elementen uit diverse pedagogische stromingen, waar mogelijk is dit in de betreffende hoofdstukken aangegeven.
4
2 Pedagogische basisdoelen van de opvoeding. 2.1 Onze pedagogische visie en doelstelling De visie van het Keizertje is om kinderen tussen 0-4 jaar zoveel mogelijk kennis en basisveiligheid- en vertrouwen te bieden zodat zij zich hieruit verder kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, sociale mensen met zelfvertrouwen, verantwoordelijkheidsgevoel en respect voor zichzelf, voor anderen en voor de leefomgeving. Om deze visie te verwezenlijken hebben wij ervoor gekozen om vóóral tijdens de wenperiode veel aandacht te geven én adequaat te handelen tijdens de eenkennigheid. De beste manier van omgang is o.a. het kind rustig bloot te stellen aan de situaties die het als eng ervaart. Door het kind te steunen en te begeleiden leert het kind uiteindelijk omgaan met de aanwezigheid van onbekende en de afwezigheid van de ouders. Ook hecht het Keizertje belang aan ondersteuning in verschillende opvoedmilieus: namelijk thuis en op ons kinderdagverblijf. Het Keizertje zal onder meer werken met de VVE methode (Voor- en vroegschoolse educatie) en het Van Dale pakket. Wij gaan er vanuit dat de kinderen binnen deze leeftijdscategorie zeer sensitief en voorzichtig benaderd moeten worden. Onderzoek toont namelijk aan dat de hersenactiviteit van een driejarig kind ongeveer 2.5 keer actiever is dan de hersenen van een volwassene! De hersenactiviteit tot ongeveer zes jaar blijkt twee keer zoveel te zijn dan de hersenactiviteit die een professor vertoont! Een kind dat op zeer jonge leeftijd voorschoolse educatie aangeboden heeft gekregen blijkt bijvoorbeeld sneller te lezen en schrijven. Onze doelstelling is het kind eerst een veilig en vertrouwd gevoel te geven waarna we ons kunnen richten op de ontwikkeling van onderstaande punten. • Taalontwikkeling • Psychische ontwikkeling • Sociale ontwikkeling • Emotionele ontwikkeling • Cognitieve ontwikkeling Hiervoor is het belangrijk veel uitleg en informatie te geven en een duidelijk structuur te hanteren. Hiervoor zullen we een aantal punten verder toelichten.
2.2 Emotionele veiligheid Het bieden van een gevoel van veiligheid is de belangrijkste basisdoelstelling voor alle vormen van kinderdagverblijf. Kinderen die zich veilig voelen, kunnen zich (binnen hun eigen mogelijkheden) op alle gebieden (sociaal, emotioneel, motorisch, cognitief, lichamelijk) optimaal ontwikkelen. Binnen de opvang zijn er drie bronnen van veiligheid te onderscheiden: - de groep: aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes. - vaste en vertrouwde verzorgers die de kinderen structuur, veiligheid, vertrouwen en spelmogelijkheden kunnen bieden. - de inrichting van de omgeving. Een uitvoerige beschrijving van deze bronnen zult u verder in het beleidsplan lezen.
5
2.3 Groepsindeling Kinderdagverblijf Het Keizertje is een kleinschalige dagopvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar, verdeeld in verticale groepen. Groep 1 kan maximaal 12 kinderen opvangen, en groep 2 kan maximaal 9 kinderen opvangen. De groepen zijn als volgt ingedeeld: 1. Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen wordt bepaald op basis van de ratio’s in tabel 1 (conform artikel 5, zevende lid van deze regeling). 2. De voorwaarden met betrekking tot de maximale grootte van de stamgroep zijn in tabel 1 verwerkt: een stamgroep bestaat uit maximaal twaalf kinderen bij een groep met alleen kinderen van 0-1 jaar en maximaal zestien kinderen bij gemengde leeftijdsgroepen van 0-4 jaar, waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar (conform artikel 5, eerste lid, van de regeling). 3. In een situatie waarin het toevoegen van een kind leidt tot een kleiner aantal benodigde beroepskrachten, wordt het aantal benodigde beroepskrachten met 1 verhoogd. 4. Aan één kind worden ten hoogste drie vaste beroepskrachten toegewezen, waarvan per dag ten minste één beroepskracht werkzaam is in de groep van het kind. Deze beroepskrachten zijn tevens aanspreekpunt voor de ouders van het kind. De koppeling van vaste pedagogische medewerkers aan kinderen geldt behoudens ziekte, (bij)scholing, verlof of vakantie. 5. Inzichtelijk is in welke stamgroep het kind zit en welke vaste pedagogisch medewerkers bij welke groep horen. De koppeling van vaste medewerkers aan kinderen geldt behoudens ziekte, (bij)scholing, verlof of vakantie. 6. Een kind maakt ten hoogste gebruik van twee verschillende stamgroepruimtes. Ouders zullen hier altijd van op de hoogte worden gesteld. Streven is het zo veel mogelijk plaatsen van kinderen in een vaste stamgroep. Activiteiten in het kader van open deurenbeleid kunnen buiten deze ruimtes plaatsvinden. 7. In principe hebben alle kinderen een vaste groep. Wel kan worden besloten om, aan het begin –en aan het eind van de dag, kinderen in een andere ruimte te ontvangen of weer op te halen waarbij een vaste pedagogisch medewerker van de betreffende stamgroep aanwezig is. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte dit is. 8. Indien het kindaantal het toelaat (bv tijdens vakantie en dagen met een structureel lage bezetting), kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep waarbij in principe een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is, uitgaande van een kloppende leidster-kindratio. Voor zowel kinderen als ouders is inzichtelijk welke ruimte en welke groep dit is.
6
9. Voor de flexibiliteit in de kinderopvang is het mogelijk dat ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet dan volgens de leidster -kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de benodigde aantal leidsters. Is er in zo een situatie slechts één leidsters in de opvang, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene als achterwacht in het gebouw aanwezig. Afwijken van de leidster– kind ratio is niet toegestaan tussen 09:30 uur en 12:30 uur en tussen 15:00 uur en 16:30 uur. Voor 09:30 uur en na 16:30 uur mag de afwijking van de leidster -kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12:30 uur en 15:00 uur niet langer dan twee uren aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uren. Dit wordt ook wel de “drie-uursregeling” genoemd. Tabel 1. Berekening van de leidster-kindratio en maximale groepsgroottes bij groepen in de dagopvang Minimaal Leeftijd aantal kinderen beroepskrachten Gemengde 0 tot 4 leeftijdsgroepen
1
Minimaal Maximaal Maximaal aantal aantal aantal beroepskinderen kinderen krachten 4
5 /6
5
2
9 6 / 10 7 / 11 8/12 9
Minimaal aantal beroepskrachten
Maximaal aantal kinderen
3
16 1
1
Waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar. Bij een groep met vier kinderen van 0 jaar. 5 Bij een groep met drie of minder kinderen van 0 jaar. 6 Bij een groep met acht kinderen van 0 jaar. 7 Bij een groep met zeven kinderen van 0 jaar. 8 Bij een groep met zes kinderen van 0 jaar. 9 Bij een groep met vijf of minder kinderen van 0 jaar. 4
Voor exacte berekening zie ook: www.1ratio.nl
2.4 Achterwachtregeling
Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is op Het Keizertje en de leidster-kindratio wordt niet overschreden (zoals tijdens de drie-uursregeling het geval is), dan is er een achterwacht van toepassing. Een achterwacht is iemand die in geval van nood ten alle tijden ingeschakeld kan worden. Een achterwacht moet duidelijk geregeld zijn zodat een leidster hierop terug kan vallen in geval van calamiteiten binnen het kindercentrum. Deze achterwacht hoeft niet altijd in het pand zelf aanwezig te zijn, maar moet binnen 15 minuten ter plekke aanwezig kunnen zijn. Naast de pedagogische medewerker op de groep is de achterwacht als tweede persoon aanwezig op de opvang. Dit is de manager, A. Ceyhan en is in het bezit van de EHBO en BHV diploma (bedrijfshulpverlener). Tevens is mevr. H. Cakmak de achterwacht en ook zij is in het bezit van een BHV diploma. Indien nodig kan de directrice, E. Eraslan, als arts ook geraadpleegd worden. Het is immers van belang dat minimaal 1 medewerker op de hele opvang een BHV diploma heeft en minimaal een leidster boven de groep een EHBO diploma heeft. Wij geven hier extra aandacht voor en streven er ook naar dat de leidsters een EHBO diploma hebben. Vrijwilligers en stagiaires zijn een welkome aanvulling en kunnen boventallig worden ingezet.
7
2.5 De verticale groep Op kinderdagverblijf het Keizertje beginnen we met een verticale groep. Dit houdt in dat baby´s tot twee jaar en peuters van 2 tot 4 jaar samen een groep vormen. Voordelen van een verticale groep zijn dat de jongere kinderen leren van de oudere en dat de oudere kinderen zorgzaamheid ontwikkelen voor de jongere kinderen. Voor sommige broertjes/zusjes is het ook een “exposure” om samen in een bepaalde omgeving te functioneren, en daarnaast kan het gewenningsproces versnellen. Nadeel van deze groepsindeling kan zijn dat de jonge kinderen het spel van de oudere kinderen storen of dat de oudere kinderen te overheersend zijn in de groep. In praktijk Kinderen en leidsters zijn continu op zoek naar een goede balans tussen eigenbelang en groepsbelang. Het is de taak van de leidster ervoor te waken dat ieder kind letterlijk en figuurlijk voldoende ruimte krijgt en dat de kinderen deel kunnen nemen aan activiteiten die passen bij hun interesses en ontwikkelingsniveau. Bij de activiteitenaanbod en tijdens de groepsmomenten houden leidsters zoveel mogelijk rekening met deze indeling, bijvoorbeeld door twee verschillende activiteiten tegelijkertijd aan te bieden. Een leidster gaat bijvoorbeeld naar buiten met de grotere kinderen terwijl de andere leidsters bezig zijn met de baby´s of juist andersom. Het eten / drinken is afhankelijk van de leeftijd en kan bijvoorbeeld aan tafel. Baby’s met borst- of flesvoeding kunnen deze ook toegediend krijgen op de bank.
2.6 Risico inventarisatie veiligheid (RIV) en risico inventarisatie gezondheid (RIG) De risico-inventarisatie (RIV) en evaluatie laat zien wat kinderen kan overkomen, hoeveel en welke ongevallen er met kinderen zijn geweest, wat Het Keizertje hieraan doet of heeft gedaan en wat dat heeft opgeleverd. Deze gegevens zijn openbaar voor ouders en medewerkers en bevindt zich ter inzage in de hal. De risico-inventarisatie (RIG) beschrijft het gezondheidsbeleid, waarin bestaande wet- en regelgeving in acht worden genomen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de handelingen en evaluaties om de gezondheidsmilieu van de kinderen zo optimaal mogelijk te voorzien. Denk hierbij aan handen wassen voor het eten.
8
2.7 Het vierogenprincipe Omwille van de veiligheid van de kinderen maar ook om de kwaliteit van de opvang te garanderen, is het van belang dat pedagogisch medewerkers zo min mogelijk voorspelbaar lang met een kind alleen zijn. Om dit te voorkomen is (vanuit de commissie Gunning*) de term ’vierogenprincipe’ geïntroduceerd. Het 4 ogen principe is dat er altijd minimaal 2 volwassen, in een bepaalde vorm, toezicht houden op de groep. Medewerksters dienen elkaar goed te kunnen zien op elk moment van de dag. Het 4 ogen principe is vanaf juli 2013 verplicht in de wet. Het doel van het 4 ogen principe is meer ogen en oren op de groep en transparantie van de ruimtes. Kinderdagverblijf het keizertje handelt over het algemeen al volgens het 4 ogen principe. Camerabewaking is een extra aanvulling die kinderdagverblijf Het Keizertje biedt. Hier beneden leest u meer informatie over de vormgeving aan het vier ogen principe: *De commissie Gunning heeft een rapport geschreven met aanbevelingen voor de kinderopvang m.b.t. voorkomen van misbruik.
•
Transparantie en bouwkundig voorziening
Kinderdagverblijf Het Keizertje is voorzien van veel ramen, de groepen en de slaapkamers zijn goed te zien van buitenaf. Op kinderdagverblijf Het Keizertje zijn momenteel twee verticale groepen van 04 jaar. Beide groepen zijn transparant en zichtbaar vanwege o.a. de vele ramen en de deuren van beide groepen die op elkaar via tussenliggende toiletten uitkijken. De transparantie willen wij graag optimaal benutten door geen werkjes en mededelingen meer te plaatsen op de ramen en deuren. Iedereen ( medewerksters, stagiaires, ouders, etc.) die langslopen moeten naar binnen kunnen kijken. •
Open deuren beleid
Kinderdagverblijf Het Keizertje heeft meerdere ruimtes. 2 van de 3 groepen zijn met elkaar verbonden. Leidsters van deze groepen kunnen elkaar goed zien en elkaar aanspreken op bepaalde handelingen. De leidsters van Het Keizertje staan open voor feedback. Op deze manier proberen wij met elkaar te streven naar de maximale veiligheid en zorg van onze kinderen. Ook mogen de ouders van Het Keizertje op elk moment van de dag binnenlopen in de groep of slaapkamer waar haar of zijn kind zich bevind. Uit veiligheid voor de andere kinderen moet er toch altijd een medewerkster meelopen. Hierbij is wel voorzichtigheid geboden, zodat andere kinderen niet gestoord worden. •
Gedurende de dag…
Kinderdagverblijf Het Keizertje is door de weeks geopend van 7.30-18.00 uur. Van 7.30-9.00 uur komen ouders binnen met hun kind. Zij zijn samen met de pedagogisch medewerker de 4 ogen. Gedurende de dag van 9.00-13.00 uur en van 14.00-17.00 uur werken de pedagogisch medewerkers samen met hun collega. Tijdens de pauze van 13.00-14.00 uur staat één pedagogisch medewerker op iedere groep en als het de veiligheid toestaat staan de deuren ook open. De wakkere peuters spelen op hun groep. De medewerkers gaan om de beurt maximaal een half uur met pauze. Als er met drie medewerkers op een groep wordt gewerkt is er overlap tijdens de pauzetijden. De medewerkers die met pauze gaan zitten op kantoor en kunnen vanaf daar de groepen en slaapkamers goed horen en eventueel zien.
9
Er wordt gebruik gemaakt van babyfoons, óók als een medewerker een kind in bed legt en/of in de slaapkamer is. Om de 10 á 15 minuten controleren we de slapers. Om 17.00 uur gaan de vroege diensten naar huis, medewerkers staan dan niet lang alleen op de groep omdat de ouders in en uitlopen. Zij zijn samen met de pedagogisch medewerker de 4 ogen. In principe staat een medewerker nooit een hele dag alleen op de groep. Bij lagere kindaantallen houden we twee medewerkers per groep. Als het kindaantal veel lager is kunnen de groepen samengevoegd worden met een medewerker minder. Mits het voldoet aan het leidster-kind ratio. Als een medewerker in uitzonderlijke gevallen de hele dag alleen staat (i.v.m. halve groep), roepen we de hulp in van een stagiaire of een collega loopt regelmatig naar binnen. Een minder bekende invalkracht wordt nooit alleen op de groep ingeroosterd. •
Camera’s
Naast het open deuren beleid, de transparantie en babyfoons komen er op kinderdagverblijf Het Keizertje camera’s. Door o.a. de veeltallige ramen in onze ruimtes, voldoen wij al aan het 4 ogenprincipe. Toch hebben wij er voor gekozen om daarnaast extra camera’s te plaatsen. Het doel van de extra camera’s is om optimaal veiligheid te waarborgen. Zo kijkt er altijd iemand vanuit een andere groep mee en behouden wij altijd het toezicht op de kinderen. Dus ook tijdens momenten dat leidsters kortdurend de groep verlaten. De camera’s worden geplaats in iedere groep. In verband met privacy kunnen deze beelden niet aan iedereen worden getoond. Deze maatregelen zijn allemaal bedoeld voor de veiligheid van de medewerksters en het kind. I.v.m. privacy zal informatie nooit aan derden worden verstrekt zonder schriftelijke toestemming van de ouders.
2.8 De groepsleiding Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang van de MO groep is opgenomen, te weten minimaal MBO-niveau 3. Tevens is minimaal 1 van de beroepskrachten die die dag werkzaam zijn in het bezit van een EHBOdiploma en is er te allen tijde een gediplomeerd BHV-er op het pand aanwezig. Alle beroepskrachten hebben voor de indiensttreding een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegd. De VOG toont aan dat een persoon geen strafbare feiten op zijn naam heeft staan die een belemmering vormen voor het werken in de kinderopvang. Vanaf 1 maart 2013 wordt daarom alle medewerkers continu gescreend op strafbare feiten. Op www.rijksoverheid.nl staat een uitgebreide digitale folder met de afspraken die zijn gemaakt over de manier waarop continue screening werkt in de dagelijkse praktijk. De leidsters werken zo veel mogelijk op vaste dagen op de groep. Kinderen, leiding en ouders raken op deze manier snel vertrouwd met elkaar. Tijdens de intake worden ouders en kinderen geïnformeerd over de groepsindeling. Beroepskrachten kunnen ondersteund worden door vrijwilligers en stagiaires, die alvorens ook een VOG overhandigd moeten hebben. Deze kunnen dus boventallig naast de vaste medewerkers worden ingezet. Ouders zullen hiervan zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gesteld worden.
10
2.9 Leidster-kind interactie Wij verwachten van alle volwassenen op de groep dat zij in staat zijn een vertrouwensband met de aan hen toevertrouwde kinderen op te bouwen. In het contact met de kinderen staan wederzijds respect en verdraagzaamheid centraal. De houding van de volwassenen is hierin doorslaggevend, zij dienen sensitieve en responsieve opvoeders te zijn. Wij bedoelen hiermee dat de leidsters gevoelig zijn voor wat kinderen aan signalen geven over hun behoeften en verlangens en dat zij daarop begrijpend en helpend reageren. Hoe responsiever de leidster, hoe meer zij door een kind wordt gewaardeerd. Het kind gaat zijn signalen en positieve gevoelens op haar richten en zich aan haar hechten. Kinderen uiten zich door het tonen van verschillende emoties, zoals blijheid, verdriet, pijn boosheid, zij willen ons hier altijd iets mee zeggen. De leidsters van Het Keizertje nemen gevoelens van de kinderen op de volgende manieren serieus: • • • • • • • • •
Wij “vertalen” de gevoelens van het kind door onder woorden te brengen wat het ons laat zien met lichaamstaal (gezichtsuitdrukkingen, houding) en horen (huilen, praten, schelden, stil) en zoeken op die manier naar de oorzaak van het gedrag. Wij proberen samen met de kinderen een oplossing te zoeken die voor beide partijen acceptabel is. Wij reageren daarbij met respect en aandacht voor ieder kind, zonder voorkeuren of antipathie. Wij zijn ons ervan bewust dat ieder kind een eigen karakter heeft en dat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt Wij volgen de kinderen in hun ontwikkeling, leren hen daardoor beter kennen en kunnen gaandeweg steeds beter op hen inspelen. Wij maken hierbij gebruik van onze “observatieformulier”. Wij zijn ons bewust van onze eigen grenzen en mogelijkheden en bespreken die open en eerlijk met elkaar, met de kinderen en met hun ouders. De leidster neemt het verdriet van een kind serieus en besteedt er ook aandacht aan. Belangrijk hierbij is dat het kind getroost wordt en dat er gezocht wordt naar een oplossing. De leidster handelt in gevallen van ziekte volgens onze ziekteprotocol en indien nodig wordt hierbij het formulier “overeenkomst toediening medicatie” toegepast.
2.10 Signaleren van problemen Kinderdagverblijf Het Keizertje beschouwt het als haar verantwoordelijkheid om in samenwerking met de school en de ouders mogelijke ontwikkelingsproblemen te signaleren. De tijd die een kind op het kinderdagverblijf doorbrengt is echter te beperkt om hier een belangrijke rol in te spelen en het kinderdagverblijf heeft in principe dan ook geen verwijsfunctie. Leidsters zijn alert op veranderingen in het gedrag van kinderen. Een kind dat zich niet op zijn gemak lijkt te voelen in de groep of dat zich (plotseling) anders gedraagt dan gebruikelijk, wordt besproken met de collega’s. Herkennen zij het probleemgedrag dan wordt het besproken met de ouders. Leidsters hebben de verantwoordelijkheid hun bezorgdheid met ouders te delen en zullen samen met hen naar oplossingen zoeken. De leidsters maken een plan van aanpak, voeren dit uit en evalueren het. Mocht blijken dat de gekozen aanpak niet werkt en ouders niet meewerken, dan kan in goed overleg met de ouders besloten worden de opvang te beëindigen. Bij een vermoeden van kindermishandeling, werken wij
11
volgens het protocol vermoeden kindermishandeling. Wij zijn officieel verplicht om bij een vermoeden van kindermishandeling een melding te maken.
2.11 Meldcode kindermishandeling Het Keizertje heeft een meldcode voor kindermishandeling waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die aantoonbaar gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Dit vermoeden kan betrekking hebben op de thuissituatie van het kind of op de opvangsituatie. Dit is ter inzage in de hal. Het meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling beschrijft drie routes. Er is een route ontwikkeld die aangeeft hoe te handelen wanneer er signalen zijn die kunnen duiden op huiselijk geweld of kindermishandeling in de huiselijke sfeer. Daarnaast bevat de meldcode een route hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling gepleegd door een beroepskracht. De derde route beschrijft hoe te handelen wanneer er sprake is van seksueel overschrijdend gedrag van kinderen onderling. De routes beschrijven stappen die gevolgd worden indien een dergelijke situatie zich voordoet, inclusief de taken en verantwoordelijken binnen een kinderopvangorganisatie. Afstemming met een organisatie als het Advies –en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is hierin wenselijk.
2.12 Medezeggenschap – Positie ouders De wet regelt dat een kinderdagverblijf een oudercommissie moet hebben, ofwel aantoonbaar moeite moet doen om te bevorderen dat er een actieve oudercommissie is. De vorm van het overleg met de oudercommissie moet passen bij de organisatievorm van het bedrijf en haalbaar en doelmatig zijn voor ouders. Ouders worden goed geïnformeerd over de gang van zaken en wordt ook advies gevraagd in belangrijke wijzigingen. Niet alle handelingen van Het Keizertje valt onder de medezeggenschap van ouders. Het gaat er dan uiteindelijk om een voor alle partijen een werkbare situatie te creëren die recht doet aan de gerechtvaardigde belangen van ouders èn aan de eigen verantwoordelijkheid van de aanbieders voor een goede bedrijfsvoering. In gevallen van klachten is het belangrijk om goed gehoor aan de ouders te kunnen geven. Wij adviseren om bij een klacht eerst met diegene te communiceren om wie het gaat. Als het om de pedagogische medewerker gaat is het handig om het probleem in goed overleg op te lossen. Het is immers in het belang van de kinderen als de ouders en pedagogische medewerkers plezierig contact met elkaar hebben. Voldoet het gesprek niet aan de verwachtingen, dan kunnen de ouders altijd praten met de manager en/of de directie. Is het klacht naar het oordeel van de ouder nog niet op een bevredigende manier opgelost dan kan de ouder zich respectievelijk wenden tot de oudercommissie en de externe klachtencommissie. Het Keizertje is aangesloten bij Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Dit betekent dat alle ouders ook lid zijn van SKK. Voor algemene informatie kunt u terecht op www.klachtkinderopvang.nl.
12
2.13 De inrichting van de ruimte Aan de ruimte(n) en de inrichting worden de volgende eisen gesteld: • De ruimte is uitnodigend voor de kinderen; • De ruimte is multifunctioneel ingericht, zodat er verschillende activiteiten plaats kunnen vinden, bv. zit/leeshoek, speelhoek, eethoek etc. • De ruimte biedt veiligheid en uitdaging. Kinderen kunnen zich terugtrekken in aparte hoekjes, maar de leiding heeft wel rechtstreeks zicht op wat er gebeurt. • Het kinderdagverblijf heeft twee slaapruimtes tot beschikking. • Het speelgoedaanbod is uitdagend, gevarieerd en geschikt voor de verschillende leeftijdsgroepen. • Kinderen kunnen zelf een keuze maken uit het speelgoedaanbod wegens makkelijk toegankelijkheid van de kasten. • Speelgoed wordt niet sekse specifiek aangeboden. • Er zijn voldoende kasten en bergruimten. • De buitenruimte is groot genoeg voor grof motorisch- en sociaal spel. • Voor de jongere kinderen is er een duidelijk en veilig afgebakend speelterrein, namelijk omheining van twee hekken. • Het buitenterrein moet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.
2.14 Incidentieel afnemen extra dag Het kan zijn dat ouders incidenteel een extra dag willen afnemen welke buiten de vaste contacturen valt. Dit is alleen mogelijk wanneer de maximale stamgroepsgrootte/basisgroepgrootte evenals het aantal pedagogisch medewerkers gehandhaafd blijft (leidster-kindratio). Indien mogelijk biedt deze incidentele opvangdag in principe binnen de eigen stamgroep/basisgroep van het kind plaats. Immers, geborgenheid en gevoel van veiligheid voor het kind en voor de stamgroep/basisgroep als geheel staan voorop. De mogelijkheid om een extra opvangdag of ruildag buiten de stamgroep/basisgroep af te nemen, indien geen plaats is op de eigen groep, wordt in overleg met de ouders van het betreffende kind besproken en schriftelijk vastgelegd. Voor het afnemen van incidenteel een extra dag berekenen wij extra kosten.
13
2.15 Structureel afnemen extra dag Uitgangspunt is dat bij het structureel afnemen van een extra dag het kind in de oorspronkelijke stamgroep of basisgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dag in deze groep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor die dag tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is schriftelijke toestemming van de ouders nodig. Een kind mag in maximaal één andere groep geplaatst worden, waarbij de eis van maximaal twee stamgroepruimtes (in geval van dagopvang) niet wordt losgelaten. Zodra plaats is in de oorspronkelijke stam- of basisgroep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep. In de (nieuwe) plaatsingsovereenkomst en/of het formulier “structureel afname extra dag” wordt vermeld dat het kind voor die dag in een andere groep wordt opgevangen en per wanneer de het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
2.16 Het wenbeleid Op kinderdagverblijf Het Keizertje vinden wij het erg belangrijk dat een kind eerst een wenperiode krijgt en vervolgens naar het kinderdagverblijf komt. Zo krijgt het kind de kans om op een geleidelijke manier en structurele wijze vertrouwd te raken met de nieuwe omgeving. Hierbij is het belangrijk dat het kind went aan de pedagogisch medewerkers en kinderen. Ook voor de ouders is het prettig om vertrouwd te raken met de situatie en de zorg voor het kind geleidelijk uit handen te geven. Tevens is er tijdens de wenperiode meer kans om even met de pedagogisch medewerkers te communiceren over het welbevinden van het kind. Er zijn dan over het algemeen geen andere ouders bij de groep. De groepsleiding heeft tevens door deze momenten extra de tijd om een kind beter te leren kennen. Na de plaatsing van het nieuwe kind vindt er eerst een kennismakingsgesprek plaats. Het kind kan met verzorgers en/of ouders het kinderdagverblijf en de groep waar ze komen bekijken en afspraken maken over de wenperiode. Ook vragen we door middel van een formulier specifieke gegevens over het kind. Slaapt het kind bijvoorbeeld met een knuffel of speen of mag het bepaalde eetproducten niet doordat het allergieën heeft. Deze wenperiode bedraagt ongeveer twee dagdelen en vindt plaats voordat het kind op het kinderdagverblijf komt. De eerste keer went het kind van 09.00-12.00 uur. De tweede keer van 09.00-14.00 uur. En de derde keer begint het kind de hele dag vanaf de plaatsingsdatum. Tijdens deze twee wenmomenten adviseren we ouders om in ieder geval bereikbaar te zijn. Vanwege het buitencontractueel wennen kan dit zich voor maximaal twee keer boventallig op de stamgroep, voor de duur van maximaal één dagdeel per keer voordoen. Wij proberen op Het Keizertje tijdens het wennen de nieuwe kinderen het gevoel te geven dat ze welkom zijn en zich veilig kunnen voelen, ook al zijn ze in een nieuwe omgeving met andere pedagogisch medewerkers en kinderen. Dit proberen we te bereiken door verschillende technieken toe te passen tijdens de wenperiode van het kind.
14
Een aantal voorbeelden : • De pedagogisch medewerker helpt het kind met spelen door zelf als pedagogisch medewerker mee te spelen. • De pedagogisch medewerker vertoont voorspelbaar gedrag en vertelt duidelijk wat er gaat gebeuren zoals: ‘We gaan nu wat drinken’, ‘We gaan nu je luier verschonen’ etc. Kinderen voelen zich veiliger als ze weten wat er gaat gebeuren. • Als het kind naar zijn papa of mama vraagt of naar pedagogisch medewerkers van de vorige groep, vertellen de pedagogisch medewerkers dat ze hem straks weer komen ophalen en dat papa en mama altijd weer terug komen. Tevens nemen we de tijd om samen met de kinderen kennis te maken met het nieuwe kind door bijvoorbeeld een kennismakingsliedje te zingen aan tafel. • We proberen dan ook een vast dagritme aan te houden zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Ook voor ouders is het vaak een ingrijpende gebeurtenis als hun kind naar Het Keizertje gaat of weer naar een andere groep overgaat. Het kind kan dan meer moeite krijgen met afscheid nemen en ouders weten soms niet hoe ze daarmee om moeten gaan. Als pedagogisch medewerker proberen wij de ouders daarbij te helpen. Dit doen wij bijvoorbeeld door: • Tijd te maken voor de nieuwe ouder en het nieuwe kind • Te helpen bij het afscheid nemen van het kind. Door het kind van de ouder over te nemen en met het kind te gaan zwaaien. Het is belangrijk dat de ouder één keer afscheid neemt en niet elke keer terug komt voor bijvoorbeeld nog een knuffel. Ook al is het voor ouders moeilijk als ze een huilend kind moeten achterlaten. Een duidelijk afscheid maakt het duidelijk voor het kind. • Aan te bieden dat ouders altijd kunnen bellen om te vragen hoe het met hun kind gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een moeilijk afscheid. • Tips te vragen aan ouders over het kind. Bijvoorbeeld over slapen of eten. • Bij ouders informeren hoe het kind het wennen heeft ervaren en of ouders tevreden zijn over de gang van zaken tijdens het wennen. Indien kinderen binnen het kinderdagverblijf doorstromen naar een andere groep, gaat het met de leidster van zijn/ haar huidige groep “kijken” bij de andere groep. De wenperiode wordt naar behoefte steeds meer uitgebreid totdat het kind definitief over kan gaan. De leidsters zullen de ouders op de hoogte houden van het wenproces. De leidster-kindratio kan tijdens het wennen tijdelijk worden losgelaten. De leidter-kind ratio moet in dit geval terug te voeren zijn naar de geldende leidster-kind ratio op betreffende groepen.
15
2.17 Open deurenbeleid Naarmate kinderen ouder worden hebben zij, naast veiligheid en geborgenheid, behoefte aan een grotere leefomgeving. Daarom geven de pedagogisch medewerkers de kinderen regelmatig de gelegenheid om hun omgeving buiten hun eigen groep te verkennen. Als hierbij ook een ontmoeting met de kinderen van andere groepen wordt geïnitieerd, wordt gesproken over open deurenbeleid. Open deurenbeleid draagt positief bij aan de ontwikkeling van kinderen. Kinderen worden in vaste groepen opgevangen. Het is hierbij mogelijk dat kinderen andere ruimtes ontdekken en andere kinderen ontmoeten. De pedagogisch medewerker/leidster-kindratio (PKR) op groepsniveau kan tijdens het open deuren beleid tijdelijk worden losgelaten. De leidster-kindratio moet in dit geval op locatieniveau kloppen en terug te voeren zijn naar de geldende leidster-kindratio op groepsniveau. Een open deurenbeleid kan dus niet gebruikt worden om een niet kloppende leidster-kindratio op groepsniveau te compenseren. Structureel georganiseerde activiteiten worden beschreven in het pedagogisch beleidsplan bij het open deurenbeleid. Voor niet structurele activiteiten zal de pedagogisch medewerker na moeten gaan of deze voldoen aan de richtlijnen van de organisatie aangaande veiligheid, sociale competentie, persoonlijke competentie en/ of van overdracht van normen en waarden.
2.18 Het dagelijkse praktijk Kinderdagverblijf Het Keizertje is nauw lettend in alle details van top tot teen gerenoveerd volgens het welbevinden van onze kinderen en medewerkers. Hierbij hebben wij bijvoorbeeld rekening gehouden met de kleur, inrichting, ventilatie, lichtintensiteit en natuurlijk de veiligheid. Het Keizertje is gesitueerd in de rustige woonwijk Morgenstond met veel groen. In de buurt bevindt zich enkele basisscholen, het Winkelcentrum Leyweg, het nieuwe gemeentegebouw en de tweede grootste bibliotheek van Den haag. De snelweg A4 is tevens snel en makkelijk te bereiken. Onze kinderen zullen ook regelmatig gebruik maken van educatieve programma’s die in deze omgeving aangeboden worden. Dit natuurlijk onder streng toezicht en begeleiding van onze medewerkers. Voor het creëren van een veilige en gezonde omgeving moet o.a. voldoen zijn aan het volgende: • Per kind moet minimaal 3,5 vierkante meter bruto oppervlak in het centrum beschikbaar zijn; • Ruimtes die met andere groepen gedeeld worden, tellen mee voor het aantal m2 dat per kind beschikbaar is. Het totaal aantal beschikbare m2 moet worden gedeeld door het aantal kinderen dat er gebruik van maakt; • Er is voldoende slaapruimte aanwezig; • Er is een aangrenzende, toegankelijke en veilige op de leeftijd afgestemde buitenspeelruimte beschikbaar met een bruto oppervlak van circa drie tot vier vierkante meter per kind.
16
3. Persoonlijke ontwikkeling Vanaf hun geboorte streven mensen en dus ook kinderen naar de bevrediging van drie basisbehoeften, te weten: • de behoefte aan veiligheid en acceptatie; • de behoefte zichzelf als bekwaam (competent) te ervaren; • de behoefte aan autonomie (zelfstandigheid);
3.1 Persoonlijke competentie Met het begrip “persoonlijke competentie” worden brede persoonskenmerken als zelfstandigheid, zelfvertrouwen, creativiteit, flexibiliteit en veerkracht bedoeld. Deze eigenschappen stellen een kind in staat, allerlei problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid In de periode op de basisschool begint voor ieder kind de ontwikkeling naar zelfstandigheid. Kinderen die gestimuleerd worden tot zelfredzaamheid ontwikkelen gevoelens van zelfvertrouwen, competentie en motivatie en staan actief in het leven. In de praktijk betekent dit dat er binnen het kinderdagverblijf een gezellige en vrije sfeer heerst, waarin kinderen -binnen door de leiding vastgestelde grenzen - zelf bepalen welke activiteiten ze doen en met wie. De leiding nodigt de kinderen uit en stimuleert ze mee te doen, maar meedoen is geen verplichting. De leiding biedt de kinderen leeftijds- en ontwikkelings adequate activiteiten aan en gaat bij de keuze van activiteiten zoveel mogelijk uit van de initiatieven van het kind. Ontspannen en met plezier bezig zijn is belangrijker dan presteren. Ontwikkelen naar zelfstandigheid betekent ook verantwoording dragen voor het eigen handelen. Leidsters voeren op afstand de regie. Waar nodig is begeleiden zij de kinderen in het zoeken naar activiteiten en/ of het oplossen van conflicten.
17
3.2 Praktijkvoorbeelden Verveling Op kinderdagverblijf het Keizertje bieden we verschillende activiteiten aan o.a. buiten spelen, gezelschapsspelen, lezen, knutselen, bouwen, helpen met huishoudelijke karweitjes etc. Op de buitenruimte hebben we geen grote speeltoestellen. Hier hebben we bewust voor gekozen, omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen de ruimte hebben zich vrij te kunnen bewegen zonder zich te kunnen bezeren aan grote toestellen. Ook kunnen ze op de buitenruimte gezamenlijke spellen doen. Een kind dat nergens aan mee wil doen, mag zich van ons ook “vervelen” op voorwaarde dat de andere kinderen en volwassenen er geen last van hebben. Meestal duurt dit vervelen niet lang en vinden kinderen toch een bezigheid die ze leuk vinden en dat levert hen dan weer een complimentje van de leiding op. Samen spelen, samen delen. Het speelgoed is voor iedereen. Soms willen kinderen er graag alleen mee spelen. Leidsters respecteren deze behoefte en spreken daarom een tijdslimiet af en noteren wie er aan de beurt is. Kinderen die klok kunnen kijken, mogen zelf de tijd bewaken. De leidster zelf houdt dit ook in de gaten. Seksualiteit en het eigen lichaam Seksualiteit en het eigen lichaam zijn bespreekbaar op het kinderdagverblijf als de kinderen met vragen of problemen komen. De manier waarop dit aangepakt wordt, is afhankelijk van de leeftijd van de betrokken kinderen. De verantwoordelijkheid voor seksuele voorlichting ligt bij de ouders. Leidsters gaan – met inachtneming van hun eigen grenzen - open en niet gecompliceerd in op vragen die gesteld worden. Daarbij rekening houdend met de leeftijd van het kind en het moment wanneer de omgeving geschikt of ongeschikt is.
18
3.3 Het activiteitenaanbod / dagritme Er wordt gewerkt volgens een dagritme, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. De kinderen krijgen alle ruimte (binnen en buiten) om zich te ontwikkelen en er is voldoende educatieve materiaal aanwezig die tussendoor ook aangeboden wordt. Baby’s hoeven niet strikt de dagindeling te volgen. We moeten ons kunnen aanpassen aan het ritme dat de baby’s thuis gewend zijn. Het kind krijgt eten, gaat slapen of wordt verschoond op het moment dat een baby daar aan toe is. Naarmate het kind ouder wordt, wordt het ritme van de baby geleidelijk aangepast tot het ritme van de dreumesen en peuters. Ouders die willen dat hun baby’s ook op onze kinderdagverblijf borstvoeding krijgen, dienen dat tijdens de intake ook kenbaar te maken. Afhankelijk van ieder kind zal worden gekeken hoe dit het beste kan worden aangeboden. Er zijn op een dag vaste momenten waarop er gezamenlijk wordt gegeten en geslapen. Ook krijgen de kinderen vaste tijden om buiten te spelen. Voor de oudere kinderen worden er diverse activiteiten georganiseerd. Onze pedagogische medewerkers zullen o.a. veel werken met verschillende taalprogramma’s zoals Mijn Eerste van Dale waarbij de eerste 1000 woordjes die peuters moeten kennen worden geleerd middels een voorleeswoordenboek, luisterwoordenboek en interactief, memo en Liedjesbingo, peutertaaltest en praatplaten, kleurplaten van illustraties uit Mijn eerste Van Dale animatiekaarten. Onze kinderen zijn van harte welkom op onze kinderdagverblijf op werkdagen (maandag t/m vrijdag), met uitzondering van algemeen erkende (feest)dagen zoals vastgesteld in de CAO kinderopvang. Het kinderdagverblijf is 10.5 uur per dag geopend, van 07.30-18.00 uur. Tussen 7.30-9.00 uur worden de kinderen door hun ouders naar Het Keizertje gebracht. De jassen en schoenen worden uitgedaan, slofjes aan en de dag kan beginnen. Kinderopvang Het Keizertje biedt opvang voor kinderen tussen de 0-4 jaar, ingedeeld naar leeftijd: baby’s, dreumesen, en peuters. Alle groepen worden begeleid door 1, 2 of 3 gediplomeerde pedagogisch medewerksters. Dit is afhankelijk van de groepsgrootte en de transparante omgeving waarin de kinderen zich bevinden. Op de volgende bladzijde kunt u de dagindeling van de verticale groep zien.
19
Dagindeling 7.30 -9.15
Kinderen worden gebracht. Vrij spelen.
9.15
Aan tafel om fruit te eten met sap. Tijdens fruithapje lezen met alle kinderen.
10.00- 12.00
Kinderen worden verschoond, gaan plassen en de baby’s <1,5 jaar gaan slapen. De wat oudere kinderen doen activiteiten. Met het warm weer wordt er buiten gespeeld.
11.30
Lunch: Kinderen eten lichtbruin brood met 1 soort hartig beleg, daarna warm eten met sap.
11.30- 12.00
Baby’s < 1.5 jaar uit bed halen, verschonen en daarna eten (ook lichtbruin brood met 1 soort hartig beleg, daarna warm eten met sap).
12.30- 14.30
Oudere kinderen > 1,5 jaar gaan slapen. De baby’s die uit bed zijn gaan vrij spelen en activiteiten doen zoals puzzelen, boekje lezen of knutselen. Om 13.00 uur wordt er gelezen voor baby’s < 1.5 jaar.
14.30- 15.15
Baby’s <1,5 jaar gaan cracker of koekje, vla enz. eten met melk. Voor slapen gaan worden ze verschoond.
14.30- 15.15
Oudere kinderen < 1,5 jaar worden wakker en worden verschoond. Daarna gaan ze aan tafel en eten crackers of koekje vla etc met melk.
15.30-16.00
Lezen kinderen >1,5 jaar
16.00- 16.15
De baby’s <1,5 jaar worden wakker , worden verschoond, aangekleed en mogen spelen totdat ouders ze komen ophalen.
16.30-18.00
Lezen alle kinderen en zit men aan tafel voor bv een puzzel
20
4: Sociale vaardigheden Sociale vaardigheid is de menselijke eigenschap om goed met je medemens te kunnen omgaan. Deze vaardigheid kan geleerd worden door onderwijs en opvoeding. Het kind zou zich moeten kunnen plaatsen in een ander. Hij zou moeten kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van verantwoordelijkheid. Het begrip ´sociale competentie` is hier dus een algemeen begrip voor. Het bevat een reeks aan sociale kennis en vaardigheden. Het kind moet een leeromgeving hebben waar hij de sociale competenties kan opdoen. Dit kan verwezenlijkt worden door het kind deel te laten maken van een groep, deel te laten nemen aan groepsgebeurtenissen en in interactie te laten gaan met groepsgenoten. Zo krijgen de kinderen een kans zich optimaal te ontwikkelen tot personen die goed functioneren in de samenleving.
4.1 Gezamenlijke momenten Gezamenlijke momenten zijn zeer belangrijke momenten, omdat een sfeer van saamhorigheid wordt gecreëerd. Het kind leert om te gaan met anderen. De kinderen zitten bijvoorbeeld tijdens het eten aan een tafel en praten met elkaar en de leidster. Dit geldt natuurlijk niet voor de baby´s die fles- of borstvoeding krijgen. Ook tijdens het spelen kunnen kinderen aanleren hoe ze samen kunnen spelen.
4.1.2 Vriendschap Veel kinderen kennen elkaar van school. Op het kinderdagverblijf Het Keizertje kunnen de kinderen ook vriendschappen ontwikkelen. De kinderen krijgen bij ons de ruimte om elkaar uit te zoeken. Kinderen worden niet gedwongen apart of juist samen te spelen als zij dat zelf niet willen. Echte vriendschappen - waarbij sprake is van gelijkwaardigheid -worden bevorderd. Is er echter sprake van een ongelijkwaardige relatie (dominantie – repressie), dan worden kinderen gestimuleerd tot het sluiten van andere of nieuwe vriendschappen. Bovenstaande geldt ook voor kinderen uit hetzelfde gezin. Broers en zussen kunnen vooral tijdens de wenperiode veel steun aan elkaar hebben, maar moeten ook de ruimte krijgen eigen vriendschappen te ontwikkelen.
4.1.3 Concurrentie Binnen kinderdagverblijf het Keizertje wordt door de leidsters een sfeer gecreëerd waarin kinderen zichzelf kunnen zijn. Zij worden gewaardeerd om wie ze zijn en om wat zij kunnen. Bij elk kind is dat uniek. Het ene kind is hulpvaardig, het andere kan goed voetballen, het ene kind kan zich goed concentreren en lang ergens mee bezig zijn en het andere kind kan mooi tekenen. Kinderen in de basisschoolleeftijd concurreren van nature met elkaar. Zij vergelijken hun prestaties. Sommige kinderen hebben behoefte om altijd de beste te zijn (als eerste klaar, de mooiste tekening etc.).
21
De leidsters proberen deze prestigeslag positief te relativeren door verschillende vaardigheden te waarderen. Zij gaan ervan uit dat het bezig zijn net zo belangrijk is als de prestatie. Voor het zelfvertrouwen van ieder kind is het belangrijk dat hij weet dat hij kan 'scoren', ieder kind moet een keer ergens de beste in kunnen zijn en zo ervaren dat niet alleen de sterksten of de snelsten beloond worden. Een “opruimkampioen” verdient net zo goed een compliment als een topscorer.
4.1.4. Conflicten Alle kinderen - ook vrienden - krijgen weleens ruzie. In eerste instantie laten leidsters de kinderen ruzies zelf oplossen. Conflicten leren kinderen voor zichzelf opkomen, onderhandelen en oplossingen zoeken. Leidsters verwachten niet dat kinderen altijd 'verstandig' met elkaar omgaan. Schoppen, slaan en schelden echter zijn uitingen van het onvermogen gevoelens op een andere manier te uiten. Leidsters begrijpen, maar accepteren zulk gedrag niet. Zij grijpen in als een kind het onderspit dreigt te delven, of als kinderen elkaar (letterlijk als figuurlijk) pijn doen. De leidsters helpen de kinderen hun gevoelens te “vertalen” in woorden, en leren hen zo op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Soms is het nodig een kind eerst even “af te laten koelen” en het conflict op een later tijdstip uit te praten.
4.1.5. Plagen en pesten Elk kind op kinderdagverblijf het Keizertje is anders. 'Anders-zijn' heeft niet alleen te maken met de culturele achtergrond, maar ook met andere gewoonten thuis of uiterlijke verschillen. Zij worden soms in verlegenheid gebracht als zij daar niet aan (denken te) voldoen. De houding van de leidster is bepalend voor de sfeer in de groep, zij geven het voorbeeld hoe er met elkaar wordt omgegaan. De leidsters zijn zich bewust van hun eigen houding en taalgebruik tijdens deelname aan activiteiten. Praten de leidsters onderling dan houden zij rekening met de kinderen die meeluisteren. Grappen in de groep zijn leuk, maar kinderen worden gekwetst door opmerkingen of grappen over henzelf die zij niet begrijpen of die hun zelfvertrouwen ondermijnen. Het verschil tussen plagen en pesten is niet altijd duidelijk. Bij plagen is er sprake van gelijkwaardigheid. Een kind plaagt een ander en wordt soms terug geplaagd. Leidsters moeten wel alert op zijn hoe kinderen, m.n. kinderen die nog aan het wennen zijn reageren op plagen. Kinderen die hun plekje gevonden hebben en zich vertrouwd voelen binnen het kinderdagverblijf kunnen over het algemeen goed omgaan met plagen. Bij pesten is er sprake van ongelijkwaardigheid.
22
4.2 Spel en speelgoed Kinderen hebben van nature een innerlijke drang om op ontdekking uit te gaan en alles zelf te willen doen. Spelen daagt kinderen uit tot het verkennen van mogelijkheden, het verleggen van grenzen en het opdoen van (zintuiglijke) ervaringen. Het biedt volop kansen tot leren in de breedste zin van het woord. Door te spelen leren kinderen zichzelf en de wereld om hen heen kennen, ze oefenen hun motoriek en waarneming, ze leggen sociale contacten en leren rekening te houden met elkaar en samen te spelen. Onder spelmateriaal wordt alles verstaan wat kinderen kunnen gebruiken om mee te spelen. Van officiële legostukjes en kosteloos materiaal tot kleden, kussens, zand, klei en dergelijke. Speelgoed is speciaal voor kinderen gemaakt om mee te spelen. Spelmateriaal en speelgoed op het kinderdagverblijf moeten aan veel eisen voldoen. Daarnaast moet het er leuk en aantrekkelijk uit zien, moet het uitlokken tot ontdekken, veilig en aansluiten bij de ontwikkeling, interesse en cultuur van de kinderen. De leidsters hebben kennis van de verschillende ontwikkelingsstadia en spelen hierop in door de kinderen spelmateriaal en activiteiten aan te bieden die bij deze ontwikkelingsniveau passen.
23
5. Overdracht van normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen, de “cultuur” eigen te maken van de samenleving waaruit zij deelmaken. Kinderdagverblijf het Keizertje kan gezien worden als een belangrijke aanvulling op het gezin omdat het bestaat uit een bredere samenleving dan het gezin. Er zijn voldoende leermomenten binnen de groep bijvoorbeeld bij conflicten tussen kinderen, bij verdriet of pijn. Ook speelt het gedrag van de leidsters een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. De leidsters geven niet alleen richting en correctie aan het gedrag van kinderen, maar worden door de kinderen ook gekopieerd in hun eigen gedrag naar andere kinderen en volwassenen. Leidsters hebben een voorbeeldfunctie en een belangrijke invloed op de ontwikkeling van empathie (inlevingsvermogen) en prosociaal gedrag Onze kinderen zijn ieder erg bijzonder en worden ook als een Keizer-kindje gewaardeerd. Wij vinden het daarom ook belangrijk dat onze kinderen een adequate zorg en ontwikkeling aangeboden krijgen. De leidster, als gehechtheidsfiguur, zal haar kinderen daarom deskundig en liefdevol moeten benaderen. Daarvoor is ook belangrijk dat ons personeel voldoet aan de kwaliteitsvoorschriften zoals de diploma-eisen, de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en een EHBO certificaat. Dit betekent dat niet iedereen die bevoegd is ook direct wordt aangenomen om bij Het Keizertje te werken. Op de groep worden er te allen tijde minimaal twee vaste medewerkers ingezet. Deze zijn afgestemd op het aantal aanwezige kinderen over de beschikbare ruimte en de transparantie waar de kinderen zich bevinden. Door vaste medewerkers in te zetten wordt er een goede hechtingsrelatie opgebouwd waardoor het kind zich veilig en geborgen voelt en zich ook beter kan ontplooien. Er is altijd een manager aanwezig. Daarnaast hebben wij een arts en een orthopedagoog in dienst. Dit alles om kwalitatief hoogwaardige opvang te bieden en een gezonde organisatie te garanderen voor onze kinderen, ouders en personeel.
5.1 Regels Kennis van regels en het omgaan met regels, inclusief het overtreden ervan, vormen een belangrijke basis voor de emotionele zekerheid en de sociale vaardigheden van kinderen. De regels binnen Het Keizertje hebben betrekking op veiligheid, hygiëne, regelmaat, structuur en het omgaan met elkaar en worden gehanteerd om kinderen en volwassenen duidelijkheid te geven. De regels geven de pedagogische medewerkers of leidsters ook houvast zodat het hun helpt om succesvol te kunnen werken in een groep. Regels zijn voor ons een middel, geen doel, ze worden consequent toegepast en zo nodig bijgesteld of afgeschaft. De belangrijkste afspraken zijn schriftelijk vastgelegd
24
5.2 Enkele voorbeelden Omgangsvormen: • bij binnenkomst en vertrek groeten wij elkaar vriendelijk • wij tonen belangstelling voor elkaar • wij spreken Nederlands; geen dialect • grof taalgebruik, schuttingtaal en discriminerende opmerkingen worden niet getolereerd Maaltijden: • voor het eten plassen / handen wassen • tijdens het eten blijft iedereen rustig zitten • toestemming vragen om van tafel te gaan • op elkaar wachten tot iedereen uitgegeten is • de eerste boterham is hartig beleg (uitzondering; dieet of op verzoek van de ouders) • er wordt met bestek gegeten • er wordt niet met volle mond gepraat • vragen worden netjes geformuleerd; mag ik… • er wordt rustig op ieder zijn beurt gewacht Toiletbezoek: • kinderen aanleren toiletbril of pot niet aan te raken • de jongens plassen zittend • niet teveel toiletpapier gebruiken • handen wassen na het plassen • handen afdrogen aan papieren wegwerpdoekjes Spelen: • elkaars speelgoed wordt niet afgepakt, er wordt om de beurt gespeeld. • samen spelen / samen delen • er is ruimte genoeg, benut hem maar • geen onnodig lawaai maken (schreeuwen) • op elkaar wachten en bij elkaar en de leidster blijven • respect tonen voor elkaar. Elkaar niet slaan, maar ook geen pijn doen met woorden. De kinderen spelen altijd, dus zowel binnen als buiten, onder direct toezicht van een leidster.