Paul Schnabel Ter gelegenheid van 1ste MBO Koplopers Overleg op 25 oktober 2011
Ik ga u wat vertellen over de algemene ontwikkelingen. Laat ik u een beeld geven hoe het met de Nederlandse samenleving als geheel staat, waar we staan, of dat positief is, in de Ode-sfeer en waar de zorgen zitten en die zorgen die zult u vanmiddag, als het gaat over mantelzorg, als het gaat over armoede of als het gaat over achterstand in het onderwijs, die zult u met elkaar bespreken en daar mooie ideeën over ontwikkelen en misschien ook verder ontwikkelen wat er al gebeurt op dat gebied, want dat is toch wel erg veel moet ik zeggen, maar er zijn toch nog dingen die misschien goed zijn om als achtergrond mee te nemen. Dus ik dacht, u bent koplopers vandaag, we gaan eens kijken of we daar iets moois bij kunnen voegen wat u in uw discussies mee kunt nemen. En het was de bedoeling om even naar de toekomst te kijken, dus ik dacht laat ik gewoon beginnen om u iets over 2020 te vertellen, welke ontwikkeling wij in Nederland doormaken en dan ziet u onze bevolking blijft groeien, laat ik dat maar meteen zeggen, het beeld is dat we krimpen, er zijn heel veel landen waar krimp is, maar niet in Nederland. Niet alleen dat de mensen steeds zwaarder en steeds groter worden maar we nemen in aantal ook toe Er komen zo’n 30/40.000 mensen per jaar in Nederland bij, dus de bevolking blijft groeien en daar zit wel een verandering in. Het aandeel ouderen in de bevolking wordt groter. Het beeld wat u wel eens hoort, er zijn geen jongeren meer straks is echt onzin. Er zijn wat minder jongeren in absolute zin in de komende jaren dan in het verleden, maar wat er vooral meer zijn, dat zijn ouderen, de 65 plussers, die groep groeit snel. Dat komt omdat de babyboomgeneratie vanaf 1945 die gaat nu 65/66 worden en dat is een grote generatie met heel veel mensen erin en dat betekent dat onze vergrijzing nu snel gaat. Is dat een groot probleem? Nou u ziet, het wordt bijna 20% in 2020. Dat is het op dit moment al in Duitsland, dat is het in Italië en dat is het in Zweden en in Japan is het zelfs al 25%. Nederland is nog altijd één van de jongste landen van Europa. De beeldvorming is, we hebben een enorm probleem met de ouderen. Alle andere landen zouden zeggen, of zoals ze het in Duitsland zouden zeggen “Deine Problemen möchte ich haben“. Je hebt eigenlijk geen probleem je hebt er heel goed voor gezorgd en het zijn er eigenlijk nog niet zo veel, dat komt nog, duurt nog eventjes en dan ziet u ook dat het aantal jongeren wel wat minder wordt, 200.000 minder dan op dit moment, maar dat valt eigenlijk best mee, er zijn nog steeds jongeren en ze gaan ook aan het werk mogen wij hopen. U ziet ook niet-westerse allochtonen, zoals wij dat noemen, Turken, Marokkanen, Antilianen, Surinamers, Somaliers, Afghanen enz, dat stijgt ook nog maar dat stijgt nauwelijks meer door immigratie, dat is heel beperkt . Dat is omdat het nog een jonge groep is en daar zit nog een behoorlijke groei in door jonge kinderen die daar geboren worden . Onze levensverwachting neemt toe, nog steeds. Bij mannen en bij vrouwen. Bij mannen gaat het de goede kant op omdat steeds minder mannen roken, bij vrouwen gaat het iets minder snel de goede kant op omdat steeds meer vrouwen zijn gaan roken in het verleden, dus heel onverstandig, niet doen. Alle andere dingen die u voor uw gezondheid doet en u rookt ook nog, dan zou ik zeggen, geniet verder gewoon van het leven, vergeet al die gezonde dingen, want zolang u rookt heeft het geen enkele zin om verder iets aan uw gezondheid te doen, gewoon vergeefse moeite, ik zou zeggen, geniet er dan maar van want het einde zal vreselijk zijn. Wat wij ons heel weinig realiseren in Nederland maar als u om u heen kijkt , zou u dat moeten zien, is dat wij het land in Europa zijn waar de bevolkingsgroei het hardste is geweest gedurende 100 jaar. In 1900 waren er 5 miljoen mensen in Nederland en nu 16,7 miljoen. België had toen veel meer inwoners dan Nederland en België komt nu niet verder dan 10,6 miljoen. Wij zijn wat vrolijker geweest in ons gedrag en hebben dus wat meer kinderen geproduceerd maar daarom is onze bevolking dus heel snel gegroeid. Dat zal nu wat minder worden maar we blijven groeien.
Wat heel belangrijk is en dat is ook voor vanmiddag, als u bijvoorbeeld denkt aan mantelzorg, is dat niet alleen de bevolking groeit maar dat het aantal huishoudens zo is toegenomen. Zo rond 1950 telde een Nederlands huishouden ongeveer 4,5 personen. Nu is dat 2,2 en de tendens is dalend. Dat zie je in alle westerse en welvarende landen, huishoudens worden kleiner, het worden steeds meer 1-persoons huishoudens. In zo’n stad als Amsterdam is elke tweede huishouden is maar e 1 persoon. Je kunt in Amsterdam niet helemaal zeggen elke 2 voordeur wat, want als je ziet wat voor lijsten met namen op die voordeuren staat dan begrijpt u wel dat meer mensen die ene voordeur moeten delen, maar er zitten vele huishoudens achter. Meer dan de helft van die huishoudens bestaat maar uit 1 persoon en eigenlijk zijn het een soort mercedessterren 1/3 van de huishoudens bestaat uit 1 persoon, 1/3 uit twee personen en 1/3 van de huishoudens uit meerdere, huishoudens met kinderen meestal en de snelste groeier, daardoor wordt die mercedesster, de 1-persoons huishouden, dat zijn er nu dus ongeveer 40% van die 7,3 miljoen huishoudens en dat gaat snel doorstijgen naar bijna 40% daarvan, het is nu 35% ongeveer. En binnen die huishoudens zie je ook de individualisering, iedereen heeft zoveel mogelijk alles zelf, dat is een hele interessante ontwikkeling , waarbij iedereen zijn eigen spulletjes heeft en zijn eigen leefstijl kan uitoefenen. En als mensen dat niet kunnen wordt dat gezien als armoede beleefd. Als je geen mobiele telefoon hebt, geen laptop dat is niet meer een kwestie van luxe, dat zijn de dingen die je vandaag de dag nodig hebt, al was het maar om te kunnen twitteren enzo. We hebben te weinig huizen, met name in de Randstad omdat de bevolking zich steeds meer concentreert in dit deel van Nederland, waarbij de Randstad steeds meer een handstad aan het worden is, de uitlopers richting Alkmaar, richting Zwolle richting Apeldoorn en de hele Brabantse stedenrij, dat hoort langzamerhand allemaal bij de Randstad. Daar vindt de grote samenballing van de bevolking, daar vindt de grote economische activiteit plaats en als u de A2 neemt van Amsterdam naar Eindhoven dan heb je eigenlijk de as waar Nederland economisch omheen draait, dat is waar de meeste vitaliteit en de meeste activiteit zit en dat trekt mensen aan. Dat trekt mensen aan uit het Groningse, uit de Achterhoek, uit zuid-Limburg, uit Zeeland en dat zijn de gebieden waar inderdaad met name in Oostelijk Zuid-Limburg, Heerlen, Kerkrade, waar de bevolking aan het teruglopen is. Dat zijn echte grote veranderingen in onze samenleving en daarom is bijvoorbeeld de armoede en de vergrijzing gaat zich dus in die gebieden dus sterker voordoen met name in de Oostelijke mijnstreken, want die blijven achter in die gebieden, dat zijn de mensen die niet weg kunnen of niet meer weg hoeven omdat ze al oud zijn of omdat ze niet weg willen omdat ze toch niets kunnen vinden in het westen van het land, waar zij belang bij hebben, geen werk en geen fatsoenlijk huis. Je ziet dan die gebieden, die lopen niet alleen leeg omdat jongeren weg gaan omdat er geen werk of geen goede scholing is, maar vooral ook omdat degenen die achter blijven toch degenen zijn die minder te makken hebben gemiddeld en dat maakt die regio’s dus heel kwetsbaar, maar dat speelt hier in de stad Amsterdam binnen de gemeentegrenzen speelt het wel omdat Amsterdam door een niet altijd verstandig beleid er voor heeft gezorgd dat mensen uit de middenklasse niet in Amsterdam willen of kunnen wonen, want Nederlanders willen op de grond wonen in een huis met een tuin voor en een tuin achter. Dat kan in Amsterdam alleen als je rijk bent en daarnaast moet je dan op 60m2 of 80m2 op een bovenhuisje zitten. Dat willen gezinnen niet meer en die trekken weg , maar in de normale Nederlandse situatie gebeurt dat eigenlijk helemaal niet. Even de Ode. We staan er helemaal niet zo slecht voor in een aantal opzichten We zijn wereldkampioen deeltijdwerk. Mensen als ze alleen nee zeggen, dat is de poedelprijs die je dan krijgt. Maar als u denkt dat het enige land wat bij ons in de buurt komt dat dat Zwitserland is, dan bevind je je dus niet in slecht gezelschap In alle westerse landen zie je steeds meer deeltijdwerk en in Nederland is het nu zo we nu de grens over zijn dat er meer deeltijdbanen zijn dan fulltimebanen en dat is niet omdat er geen werk is maar omdat mensen dat zelf zo willen. Ook mensen die geen kinderen hebben zeggen toch heel vaak dat ze toch graag die ene dag of die twee dagen in de week voor zichzelf willen hebben. Met andere woorden, het gaat niet alleen om het geld, het gaat ook om de levenskwaliteit . Dat is al een luxe als je je dat kunt permitteren en dat is nog wel een probleem bij veel
mensen. We gaan niet meer zo heel vroeg met pensioen, dat begint sterk op te lopen naar 65 en ook daarna, maar u ziet wel, we hebben heel weinig armoede boven de 65. Dat beeld bestaat heel sterk dat de armoede sterk boven de 65 zit Nu is dat in de grote steden wel een beetje zo maar in het algemeen is dat eigenlijk niet zo. Veel ZZP’ers dat zijn dus mensen, zelfstandigen zonder persoon in de gezondheidszorg betekent zorgzwaartepakket , waarvoor gewoonlijk dagelijks leven . . . . . zonder personeel Dat is dus, zij zelf zeggen, zelfstandigen zonder pensioen en daarmee ziet u meteen het probleem van die groep, het is een grote groep, het is een groeiende groep, het is een belangrijke groep, maar ze hebben twee zwakke punten. Eén is ze willen niet groeien, ze willen geen personeel aannemen, dat vinden ze te lastig en het andere is, ze zorgen niet goed voor zichzelf, dus ze hebben meestel niet de middelen of de bereidheid om hun geld in te zetten voor een pensioenregeling of voor een arbeidsongeschiktheidsregeling en dat is toch wel iets wat zorgen baart omdat het over een grote groep gaat en dat is niet goed, daar moet echt nog wat aan gebeuren. Die arbeidsongeschiktheid kom ik dadelijk nog wel op en ook de hoogte van het opleidingsniveau, wat op zich een heel verheugend verschijnsel is. En ook internationaal, ik kan het niet genoeg benadrukken, er hangen zwarte wolken boven ons, een aantal dingen gaan echt niet goed en bedreigen ons ook, maar vergeleken met andere landen zijn we er toch nog goed aan, als u denkt dat de jeugdwerkloosheid zo rond de 10% zit en in Spanje boven de 40%, dan beseft u wel dat het toch een andere wereld is waar je dan over praat. En u ziet hier dat wij op een aantal punten er heel goed voorstaan. Ons inkomen per hoofd van e de bevolking is in de Europese Unie de 2 na Luxemburg, dat is heel erg hoog maar dat heeft een hele speciale reden, heeft niet zoveel te maken met wat de Luxemburgers zelf doen maar meer dat wij ons geld daar brengen. Ons BBP is met 600 miljard zijn we nummer 16 in de wereld. Realiseert u zich wel dat zo’n land als China met tachtig keer zoveel inwoners 8x ons BBP heeft op dit moment, en het e gaat wel snel in China maar er is toch nog een groot verschil. China is de 2 economie van de wereld en maar 8x zo groot in omvang wat geld betreft als de onze. Het klopt niet helemaal als je ook de waarde gaat vergelijken maar het is toch goed om te beseffen dat we zo klein niet zijn. En u ziet het ook in de export , in de Europese Unie zijn wij nr. 2 na Duitsland in omvang. 400 miljard. 200 miljard maken we zelf en 200 miljard verplaatsen we, dan zijn wij dus de transporteurs, de handelaren, de opslagers ervan, dat is onze taak. En in de landbouw zijn wij nr. 2 in de wereld na de VS. En dat komt gewoon omdat we kostbare producten maken in de landbouw waar veel op verdiend wordt, zoals u in Aalsmeer kunt zien. Dat zijn dingen waar hoge technologie speelt, goede marketing speelt en een interessant aanbod wat de wereld graag wil hebben en zelf niet kan maken. En dan willen we ook als kennisecomomie bij de eerste 5 horen, we staan nu nummer 7 en bij die eerste 5 zijn vier kleine landen, dat is zo interessant , dus daar zouden wij bij moeten kunnen horen, bij zo’n land als Zwitserland of Denemarken, Singapore die staan bij de eerste 5 en de VS, maar niet China en niet Frankrijk en niet Italië, enz. die staan allemaal ver ver onder ons. En we zijn nr. 1 wat de arbeidsparticipatie betreft, er werken dus nergens zoveel mensen als in Nederland in de Europese Unie . Als u het stuk hebt gelezen in de krant dan weet u wel dan we minder uren werken maar daar verdienen we dan kennelijk toch heel veel mee en we hebben de laagste of de hoogste score, het is maar net hoe je het bekijkt, maar we staan nr. 1 op de misère-index, dat wil zeggen dat we de minste misère van allemaal hebben, dat is een samengestelde index waar van alles in zit, armoede, ziekte en dat soort dingen dus, het is altijd wat moeilijk of je moet zeggen, zijn we nu de laagste of de hoogste score . In ieder geval van nr. 1 in de zin van heel weinig misère in dit land. Daar gaat u vanmiddag wel over praten. Er is dus misère, maar je moet het wel zoeken natuurlijk. Wat moet er veranderen. U ziet wel als je kijkt wat de Nederlanders vinden, dat is heel interessant, dat is niet de economie, niet de werkloosheid niet het inkomen als eerste problemen aangeven, maar altijd hoe we met elkaar omgaan, onze waarden en normen. Nederland is het enige land in Europa waar daar bezorgdheid over bestaat . Nu zijn de omgangsvormen in Nederland niet echt om over naar huis te schrijven, zeker niet om naar huis in ander landen over te schrijven, want wij
zijn vrij berucht voor onze omgangsvormen. U weet wat Nederlanders als eerlijk beschouwen wordt in elk ander beschaafd land als onbeschoft en “rude” beschouwd en dat doe je niet, maar wij wel. Maar je ziet dat we belangrijk vinden dat de oudedagvoorziening goed blijven, die zijn naar verhouding al erg goed, er zijn nauwelijks landen die ons overtreffen op dat gebied, bestrijding van de criminaliteit, de criminaliteit daalt in Nederland maar dat gelooft niemand, maar het is toch zo. Oorlog en terrorisme is dan het enige internationale thema wat naar voren komt en u ziet de gezondheidszorg, minder honger op de wereld vinden we ook wel prettig, minder armoede in Nederland, wat echt van een andere orde is. U ziet wel, het is een mengsel van interne problemen en vraagstukken die voor een deel beeldvorming en voor een deel realiteit zijn, maar mensen hebben dus vooral het gevoel dat dus die normen en waarden heel belangrijk zijn en dat vinden ze dus niet iets waar de overheid aan moet doen maar dat moeten de mensen zelf doen . U ziet het hier ook wat zijn nu sterke punten en wat zijn zwakke punten van de Nederlanders, die samenleving . . . . vindt de één een zwak punt en de ander vindt het juist een sterk punt en bij die sterke punten ziet u daar komt de persoonlijke vrijheid, die men dus wel bedreigd ziet, de goede zorg en de zorg voor de ouderen komt naar voren en het sociale zekerheidsstelsel, maar u ziet dat dat aan de andere kant heeft men ook problemen rond zaken die meer te maken hebben met de manier waarop we leven en de manier waarop we geregeerd worden. Het internationale perspectief speelt in Nederland, in het denken van de mensen helemaal geen rol eigenlijk dat staat inderdaad ver van hun bed en dat geldt ook voor de Europese problematiek, die voelt men dichterbij komen maar men is daar absoluut niet blij mee. En hier ziet u ook dat veel dingen over een periode van 20 jaar, dat daar weinig beweging in zit. Het is wel hoe hoger het cijfer is hoe minder de prioriteit, het is een beetje lastig om te zien maar in dit geval is een 5,6 is echt heel goed en een 6,0 of een 8,0 dat het minder prioriteit heeft en ook hier ziet u toch weer een aantal thema’s naar voren komen die we net ook al zagen. Hier ziet u bijna het regeringsprogramma, we hebben dat aan de mensen gevraagd voor dat het regeringsprogramma er lag. Waar zou minder geld aan moeten worden uitgegeven en waar zou meer geld aan moeten worden uitgegeven. U ziet veel minder aan integratie van de minderheden minder aan kunst en cultuur, dat kan wel gehalveerd worden maar veel meer voor de wegen, veel meer voor de veiligheid op straat en ook wel wat meer voor de woonwijken en stadsvernieuwing. Dat doet het kabinet niet, alle andere dingen komen ongeveer overeen met dit wensenlijstje van de onderbuik van de Nederlandse bevolking . En dit ziet u dus ook, dit zijn dus de dingen waar voor een deel van de zorg van de samenleving over gaat, dat er allerlei dingen gaan spelen met name voor mensen die in niet zo’n goede situatie zitten waardoor een negatieve cumulatie, als dat zou kunnen bestaan, gaat optreden. Minder zorgtoeslag, minder kinderopvangtoeslag, minder huurtoeslag, minder positie in sociale werkplaatsen, minder geld voor de bijstand, afsluiten van de Wajong voor de jongeren, dat zijn grote bedragen voor mensen met name die toch al aan de onderkant van de samenleving zitten. Dat zijn de groepen die het nu, in de komende jaren, wel moeilijker gaan krijgen, waarschijnlijk zal de armoede dan ook wel toenemen. Wat weer verheugend is, is dat gelukkig het onderwijsniveau van de Nederlandse bevolking nog steeds heel snel stijgt. Als u kijkt bij de 25 tot 34-jarigen dan ziet u dat van de mannen 35% een opleiding op Bachelor of op Master niveau heeft en bij de vrouwen is dat zelfs al 40% gepasseerd. Vrouwen doen het beter in het onderwijs dan jongens en dat is overal te zien, dat is heel interessant, dat is in Nederland te zien maar ook elders. En dat betekent ook dat er steeds meer mensen zijn die eigenlijk onder hun officiële opleidingsniveau werken, dus het opleidingsniveau gaat sterk omhoog maar je ziet dus ook dat er een soort verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt waardoor het voor mensen met minder opleiding moeilijker wordt om een goede plek te vinden. Schooluitval is in die zin echt een punt, het beperkt de kansen op de arbeidsmarkt enorm als je niet een goede scholing hebt gehad en zeker als je geen diploma kan laten zien , dat is echt één van de zorgen. Het gaat beter op dat gebied maar nog altijd zien we met name in beroepsonderwijs, dat 16,17, 18 jaar dat de uitval uit dat onderwijs, dat mensen zonder diploma’s weggaan, zonder startkwalificaties, zoals dat officieel heet, dat dat echt een punt is en dat het echt een groot punt van zorg is en daarom zijn er ook zulke
activiteiten die proberen juist de kinderen in het beroepsonderwijs vast te houden en te inspireren voor het onderwijs, dat is ontzettend belangrijk. e
En heel interessant, als we naar de 2 generatie gaan kijken dan ziet u, de T staat voor Turken, de M voor de Marokkanen, de S staat voor Surinamers, dan ziet u, dan lijkt het alsof ze sterk achterblijven in het HAVO en VWO maar als u kijkt naar de instroom in het hoger onderwijs in 2010 dan ziet u hoge cijfers en wat zit daar nu tussen, daar zit het MBO tussen, het Middelbaar Beroepsonderwijs. Dat is een hele belangrijke factor met name als een emancipatiemachine voor de etnische minderheden dat je dus van het VMBO naar het MBO en dan naar het HBO, dat is voor hen een hele belangrijke route, die wel problemen oplevert want die opleidingen sluiten niet echt op elkaar aan, maar toch hen de kans geeft om toch een hoger opleidingsniveau te bereiken en dat zie je nog duidelijker als je kijkt naar de meest recente cijfers van de instroom in het hoger onderwijs en dan heb e ik het voor de allochtonen beperkt tot de 2 generatie, dus mensen die al in Nederland geboren zijn en dan ziet u dat van de allochtone Nederlanders dat 55% van de mannen en ruim 60% van de vrouwen tussen de 18 en 20 jaar naar een hogeschool of universiteit gaan, maar u ziet ook hoe snel zich dat ontwikkelt bij de Turken, de Marokkanen en de Surinamers. Bij de Antilianen ziet het er ongeveer net zo uit. U ziet het bij de Surinamers, daar hebben de meisjes zelf de Nederlandse meisjes ingehaald. Dat zijn ontzettende ontwikkelingen. U moet zelf maar eens denken hoeveel generaties u zelf moet terugkijken om weer naar ouders te komen die niet meer of zelfs helemaal geen lagere school hebben gehad. Voor de meeste van ons is dat wel drie generaties terug. Wie van u heeft een hogere opleiding dan de ouders? Bijna allemaal. Wie van u heeft een véél hogere e opleiding dan de ouders? Toch ook bijna de helft, dat is toch voor de Turken en Marokkanen van de 2 generatie is dat gewoon standaard. De meeste van hun ouders zijn helemaal nooit naar school gegaan, zeker hun moeders zijn meestal volledig alfabeet en dan zie je dus dat de kinderen in één generatie de stap naarde Universiteit weten te maken. Dat cijfer krijgt u helaas te weinig te zien. Meestal de wordt alle aandacht gegeven aan de schooluitval, de dingen die niet goed gaan maar dit soort ontwikkelingen zijn toch ook heel belangrijk en heel erg hoopgevend en daarom is alle steun die in dat onderwijs gegeven kan worden dat mensen kunnen doorstromen dat is dan heel erg belangrijk. Helaas zien we dat ook bij de Universiteit en de hoge scholen, de uitval juist weer onder de allochtonen toch weer wat hoger is dan de onder de autochtonen, dat is best een zorgelijk. Ik zei u we hebben de hoogste arbeidsparticipatie van de Europese Unie en de laagste werkloosheid. De werkloosheid stijgt op dit moment, dat loopt nu geleidelijk aan naar de 6% en dat komt omdat de overheid aan het bezuinigen is. De overheid als directe of indirecte werkgever begint zich terug te trekken en dan zie je dus dat het aan het veranderen is. Ik kan het ook in mijn eigen instituut zien. vorig jaar hadden we een projectplaats voor twee jaar, dan krijg je 15 brieven, zeg maar oktober 2010. Dit jaar hadden we ook een projectplaats, dat is dus maar voor 1 of 2 jaar, 250 brieven en dat zijn dus allemaal gepromoveerde mensen, met universitaire opleiding, proefschrift en alles. Je merkt gewoon, het krimpt en dat gaat nu voelbaar worden nu de overheid niet meer investeert maar in feite zich op veel terreinen terugtrekt of in ieder geval erop bezuinigt dus ik verwacht dat die werkloosheid toch wel behoorlijk zal gaan stijgen in de komende tijd en met name ook werkloosheid in de wat hogere gekwalificeerde deel van de arbeidsmarkt. En er staan natuurlijk in Nederland veel mensen buiten de arbeidsmarkt. Hier ziet u wat e recente cijfers, met name die Wajong-regeling waarvan je vanaf je 18 al in kan komen. Eigenlijk al als je als kind gehandicapt of ernstig ziek bent, maar het is een toevluchtsoord geworden voor iedereen die niet goed past in het systeem. Dat is heel snel gegroeid, maar daar komt vanuit de overheid een e stop op. Maar het is eigenlijk onaanvaardbaar dat iemand vanaf zijn 18 definitief tot hun AOW in een uitkeringsysteem terecht gekomen zijn en dat zijn toch 215.000 jongeren en niet zo heel jonge e mensen, want je kunt er tot je 65 in zitten. Dat is toch best een zorgelijk iets. We hebben te veel mensen die aan de kant staan waarvan je af moet vragen toch niet kunnen deelnemen aan het werk.
En het lukt toch om dingen te veranderen. Verandering in regelgeving, verandering in financiering daarvan, verandering in houding in de samenleving, het verandert echt, ook op macro niveau. Kijkt u maar naar het ziekteverzuim in Nederland, de andere regels daarvoor, grotere verantwoordelijkheid van de werkgever, het heeft geholpen, het werkt. De instroom van de WAO willen we beperken en het is gelukt om dat te doen. En de bijstand is ook heel sterk terug gelopen, begint nu weer op te lopen door de werkloosheid en de langere werkloosheid en dan kom je uiteindelijk in de bijstand terecht. Maar het is dus best mogelijk om dingen te veranderen, dat blijkt iedere keer weer. En dit is dus wel triest want als je dan kijkt dat van die 215.000 mensen in de Wajong, daar werkt dus maar 1/3 van. Dat betekent dat een groot deel daarvan thuis zit. Dat zijn de dingen waar je zorgen over hebt. Moeten we niet proberen om toch veel meer ook van die jongeren begeleid aan het werk te krijgen, zeker als ze nog jong zijn, zodat ze toch een rol kunnen spelen in de samenleving, zelfvertrouwen kunnen krijgen, en zelf hun gevoel kunnen verhogen maar ook inderdaad dat ze zinvol een activiteit vervullen, daar zit nog wel winst te behalen. En we willen ook dat het beter wordt want we zien ook wel op een aantal terreinen geen verbetering. Ik liet u net een paar fantastische ontwikkelingen zien, maar als je kijkt van wie gezond aan het werk is dan zie je dat de groei daarvan niet heel erg groot is. Als je kijkt wie er aan het werk is met een chronische aandoening, het percentage van het aantal mensen met een chronische aandoening is niet hoger geworden in het afgelopen decennium en als je kijkt naar die Wajong instroom dan zie je dat het hoger is geworden en dat is voor een deel de consequentie van het feit dat de bijstand voor jongeren afgesloten is en dan krijg je een soort muizengatgedrag dat men als het ware langs de muur loopt om te kijken of er ergens nog een ontsnappingsgaatje is en men loopt daar samen dat is niet alleen de jongeren, maar dat zijn ook de mensen die moeten beslissen wat er moet gebeuren, ook voor die is het vaak een uitkomst, dan stoppen we hem in een uitkering en dan zijn we er van af. Zo moet het dus eigenlijk niet zijn. En hier ziet u toch wel iets wat een beetje zorgen baart, we zijn er heel goed in geslaagd om die armoede in Nederland, ik ga even niet over de definitie, dat is bij ons de tweede definitie, dat heet bij ons niet veel maar toereikend, u zou er niet van kunnen rondkomen maar volgens de regels van de NIBUD, van het budgethuishoudinstituut moet het wel kunnen. Als ik die cijfers zie, begrijp ik absoluut niet hoe dat kan, maar goed, het schijnt te kunnen, het is niet eens het laagste criterium, maar dan ziet u toch wel, het stijgt en we verwachten voor het komend jaar een verdere stijging en dat is toch wel iets waar rekening mee gehouden moet worden, dat dat toch wel tot spanningen in de samenleving kan leiden. En je ziet het ook, als je kijkt naar de verdeling niet veel maar toereikend, zoals wij dat noemen bij volwassenen en armoede, dan ziet u toch wel hoe dat op dit moment al zit en dan ziet u dit weinig bij werknemers maar bij de zelfstandigen ziet u toch vaak hele lage inkomens, nou zijn die wel vaak kunstmatig laag gehouden maar er zijn toch heel veel zelfstandigen zonder personeel met hele lage inkomens. Mensen met een uitkering zit 1 op de 5 op de armoedegrens en mensen in de bijstand bijna op de helft en ook heel belangrijk, u ziet ouderen zitten heel goed wat dat betreft dankzij het feit dat de AOW boven dit niveau ligt en ze geen e sociale premies meer hoeven te betalen. Maar u ziet wel dat bij de allochtonen van de 1 generatie e het toch wel ongunstig is, bij de 2 generatie gelukkig wel weer wat gunstiger en de zwakste groep in Nederland in de gezinsvormen zijn toch vooral de kinderen en de mensen in een 1-ouder gezin, daar zie je toch dat de financiële problemen het grootst zijn , dat zijn de zwakste groepen in onze samenleving. Dus het is wel goed om u dat te realiseren dat in grote steden juist . . . . En het is dan merkwaardig om te zien dat wij vaak zo ontevreden zijn in dit land en dat je tegelijkertijd ziet dat als we onze eigen scores vergelijken met andere landen dat we er heel goed uitkomen. U ziet hier de samenvatting, we zijn heel tevreden met het eigen leven, wat minder tevreden met de samenleving, daarom vinden we ook dat de anderen moeten veranderen, niemand heeft zorgen over zijn eigen normen en waarden, je hoort nooit mensen, wel over hun portemonnee zorgen hebben, maar nooit over hun eigen normen en waarden, het is altijd die van anderen. Toen ik een keer las dat in een tijdschrift een artikel was gepubliceerd dat ging over dat de kinderen strenger opgevoed moesten worden, toen heb ik het even nageslagen en toen bleek het te gaan over de kinderen van de buren, dat maakt de samenleving er niet gezelliger op, dat voortdurend kijken naar
de ander en vinden dat de ander moet veranderen. Bij mij is alles in orde maar de rest deugt niet. We willen heel graag de dingen voor onszelf houden, dat is toch wel de houding die je in meer welvarende landen ziet zoals Zwitserland, Oostenrijk in Duitsland en Denemarken, liever niet te veel delen met degenen buiten en degenen die van buiten naar binnen willen, eigenlijk alles toch voor ons zelf houden. En in heel veel dingen zien we duidelijk een scheiding in het denken en opvattingen tussen mensen met een hogere opleiding en mensen met een lagere opleiding, dat is echt de tweedeling in de moderne samenleving. En dat is dus best iets wat aandacht verdient. Dit denken we heel vaak. Mensen in het begin van de 21e eeuw hebben toch het gevoel dat hun kinderen het niet meer beter zullen krijgen dan zij zelf en dat zou wel zo eens kunnen zijn, hoewel tot nu toe in een land als Nederland er eigenlijk niet zoveel is wat daar op wijst, maar dat gevoel is er wel en het gevoel ook dat we voor het slechte gedrag van anderen moeten betalen, dat is erger geworden de afgelopen weken, dat begrijpt u ook wel en een sterk gevoel van de overheid kan geen geluk maken maar de overheid kan wel straffen wie zich niet aan de regels houdt, dat betekent wel altijd voor de Nederlanders weer dat het om anderen gaat die zich niet aan de regels houden want wij bepalen meestal wel zelf, als u naar wegmisbruikers kijkt, wat wij vinden wat de regel had mogen zijn. Ik kom hier altijd, ik weet precies hoe deze weg in elkaar zet enz. dus ik kan hier snel rijden , ja maar misschien vinden die andere weggebruikers dit niet prettig, ja dan moeten ze hier niet zijn, u kunt het allemaal zien. Het idee dat het vroeger beter was , het beroemde voorbeeld dat je in de jaren vijftig de keukendeur open kon laten staan, een diep verlangen in de Nederlandse samenleving. Heel simpel, ten eerste was in de jaren vijftig moeder altijd thuis want die mocht nog niet werken. Gehuwde vrouwen werden ontslagen als ze gingen trouwen en in deze tijd moet ik studenten vertellen, het niet trouwen en samenwonen was geen optie in de jaren vijftig, dan werd je überhaupt ontslagen er was niks te halen in die huizen in de jaren vijftig , we waren arm. Dus idealiseer vooral dat verleden niet u zou eens moeten kijken wat we werkelijk hadden in die tijd, u zou er echt niet naar terug willen, ik kan er over meepraten. U ziet wel, count your blessings, zou ik zeggen, maar let toch ook op de plekken waar echt nog wat te doen valt en waar het echt belangrijk is dat het ook door vrijwillige inzet van mensen gebeurt, de kracht van de samenleving zoals in de Nederlandse maar ook van de Deense, de Zweedse en de Finse is toch dat heel veel dingen niet door de overheid alleen worden gedaan maar door het initiatief van burgers gedragen worden en ook uit de bereidheid van burgers om zich voor anderen in te zetten tot stand komen en dat is een waarde die zit niet in het lijstje van waarden en normen maar die hoort daar natuurlijk wel heel sterk bij dat is een grote waarde van wat genoemd wordt, the civil society de samenleving zoals wij die in de afgelopen 400 jaar hebben kunnen opbouwen en die het inderdaad waard is om vast gehouden te worden en verder uitgebouwd te e worden voor de 21 eeuw.