Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
Partnergeweld en Alcoholmisbruik
A. L. H. Bruinsma 5803918 A. Dudink Programmagroep Klinische Psychologie Juni 2010 Aantal woorden: 4.845
Abstract Partnergeweld is een ernstig maatschappelijk probleem. De gevolgen voor de slachtoffers zijn enorm. In dit literatuuroverzicht wordt gekeken naar een belangrijke risicofactor voor partnergeweld, namelijk alcoholgebruik. Eerst is gekeken naar de relatie tussen alcoholgebruik en de partnergeweldpleger. Hieruit bleek dat hoe hoger de mate van alcoholgebruik, des te groter de kans op partnergeweld. Vervolgens is gekeken naar de relatie tussen alcoholgebruik en het slachtoffer. Er kwam naar voren dat het eigen alcoholgebruik de kans verhoogt slachtoffer te worden van partnergeweld. Daarnaast is gekeken wat de invloed van alcohol op de recidivekans is. Alcoholgebruik van de geweldpleger bleek de kans op recidive te vergroten. Om de recidivekans te verlagen is het dus van belang in partnergeweldtherapie tevens alcoholtherapie op te nemen.
2
Inhoudsopgave
Abstract
p. 2
Partnergeweld en de Risicofactoren
p. 4
Alcohol en Geweldpleging
p. 6
Alcohol en Slachtofferschap
p. 9
Alcohol en Recidive
p. 11
Conclusie
p. 14
Literatuurlijst
p. 16
3
Partnergeweld en de Risicofactoren Partnergeweld is een opvallend alledaags en ernstig maatschappelijk probleem. Het komt in alle milieus en culturen voor en vergt vele slachtoffers. Verscheidene studies hebben uitgewezen dat 20 tot 30 procent van de vrouwen het slachtoffer zijn van partnergeweld gedurende hun leven (Straus & Gelles 1986; Tjaden & Thoennes 2000, aangehaald in HuthBocks & Hughes, 2007), waarbij in een willekeurig jaar gemiddeld 15 tot 20 procent partnergeweld ervaren (Schafer, Caetano, & Clark, 1998, aangehaald in Flas-Stewart, Leonard, & Birchler, 2005). Van de mannen ervaren in een willekeurig jaar gemiddeld 7 procent partnergeweld. In totaal heeft 12 procent van de Nederlanders er ooit mee te maken gehad (Van Dijk, Flight, Oppenhuis, & Duesmann, 1997). In 2008 zijn 63.841 partnergeweldincidenten geregistreerd door de Nederlandse politie. Naar schatting wordt echter slechts 10 tot 20 procent van de incidenten gemeld, dus het daadwerkelijke cijfer ligt aanzienlijk hoger (Ferwerda, 2009). De gevolgen voor de slachtoffers van partnergeweld zijn enorm. Fysiek letsel, langdurige psychische klachten zoals een negatief zelfbeeld, angsten en depressie, functioneringsproblemen als concentratiestoornissen en psychosomatische klachten zoals hoofd- en maagpijn zijn veelvoorkomende gevolgen die de slachtoffers ondervinden. Sommigen vluchten in verslavend gedrag (Rys, 2010). Slachtoffers voelen zich daarnaast onveiliger en minderwaardiger, hebben meer gezondheidsklachten en problemen met intimiteit en seksualiteit en onderhouden minder sociale contacten dan mensen die geen slachtoffer zijn van partnergeweld (Van der Linden & Steketee, 1999). Bovendien zijn er hoge economische kosten verbonden aan de bemoeienis van politie, justitie en gezondheidszorginstellingen, oplopend tot 150 miljoen euro op jaarbasis (Korf, Mot, Meulenbeek, & Van den Brandt, 1997). Geweldpleger en slachtoffer maken daarbij, anders dan bij andere geweldvormen, deel uit van elkaars leefomgeving. Mede hierdoor is het recidivepercentage onder plegers hoog, gemiddeld rond 45 procent (Ministerie van Justitie, 2002). Vanwege deze hoogfrequente recidive is het belang van een effectieve behandeling voor plegers van partnergeweld groot. Onder partnergeweld valt elke vorm van dwingend of intimiderend gedrag dat wordt uitgeoefend tegenover de persoon waar de geweldpleger een intieme relatie mee heeft. Partnergeweld kan verschillende vormen aannemen, namelijk fysiek, seksueel, psychisch en omgevingsgericht. Er is sprake van fysiek geweld als de geweldpleger direct of indirect het lichaam van het slachtoffer raakt, met de bedoeling hem of haar te verwonden of pijn te doen. Onder seksueel geweld wordt ongewild seksueel contact, verkrachting en aanranding 4
verstaan. Psychisch geweld bestaat uit het emotioneel mishandelen van de partner door hem of haar onder andere te domineren, isoleren, negeren, vernederen, uit te schelden of te kleineren. Bij omgevingsgericht geweld is er sprake van het beschadigen van persoonlijke eigendommen, het bedreigen van derden, het mishandelen en doden van huisdieren en economisch geweld. Economisch geweld is financieel of materieel misbruik, wat zich vooral uit in het controleren van uitgaven (Gemeentelijke Gezondheidsdienst, 2010). Uit onderzoek is gebleken dat er allerlei risicofactoren zijn voor het ontstaan en voortduren van partnergeweld. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat er een relatie is tussen negatieve affectiviteit en partnergeweld. Hogere niveaus van hostiliteit, angst en depressie bleken gerelateerd aan partnergeweldpleging (Davidovich, 1990; Magdol et al., 1997; Tolman, & Bennet, 1990, aangehaald in White & Chen, 2002; Leonard, 2000). Tevens is aangetoond dat partnergeweld tegen vrouwen gerelateerd is aan rolpatroonverwachtingen (Crossman et al., 1990; Finn, 1986, aangehaald in White & Chen, 2002). Daarbij lopen vrouwen die vasthouden aan het traditionele vrouwelijke rolpatroon een groter risico slachtoffer te worden van partnergeweld (Nutt, 1999; Walker, 1989, aangehaald in White & Chen, 2002). Als kind blootgesteld worden aan huiselijk geweld blijkt tevens een sterke voorspeller van partnergeweld (Straus & Kantor, 1994, aangehaald in White & Chen, 2002). Zowel het zien van geweldpleging tussen ouders als het ervaren van fysiek misbruik tijdens de jeugd voorspellen partnergeweld gedurende de volwassenheid (Capaldi & Clark, 1998; Hastings & Hamberger, 1988, aangehaald in White & Chen, 2002). Persoonlijkheidsstoornissymptomen blijken eveneens een sterke risicofactor voor partnergeweld (Ehrensaft, Cohen, & Johnson, 2006). Verder heeft onderzoek uitgewezen dat een laag opleidingsniveau en inkomen (Chermack et al., 2001; Murphy et al., 2001) en werkeloosheid bijdragen aan een partnergeweldrisico (Benson, Fox, DeMaris, & van Wijk, 2003; Caetano, McGrath, Ramisetty-Mikler, & Field, 2005; Melzer, 2002). Naast de genoemde factoren blijkt ook alcohol een zeer sterke risicofactor voor het ontstaan en voortduren van partnergeweld. De relatie tussen partnergeweld en alcoholgebruik is vastgesteld bij gewelddadige koppels in behandeling (Rosenbaum & O’Leary, 1981; Telch & Lindquist, 1984, aangehaald in Stuart, Moore, Kahler, & Ramsey, 2003), partnergewelddadige mannen in de gemeenschap (Julian & McKenry, 1993; Leonard, Bromet, Parkinson, Day, & Ryan, 1985; Van Hasselt, Morrison & Bellack, 1985, aangehaald in Stuart et al., 2003; Cunradi, Caetano, & Schafer, 2002; Johnson, 2001; Römkens, 1992) voorhuwelijkse steekproeven (Leonard & Senchak, 1996; Heyman, O’Leary, & Jouriles, 1995, aangehaald in Stuart et al., 2003), een militaire steekproef (Pan, Neiding, & O’Leary, 5
1994, aangehaald in Stuart et al., 2003) en Eerste Hulpafdelingen (Grisso et al., 1999; Kyriacou et al., 1898, aangehaald in Stuart et al., 2003). Gezien de overweldigende samenhang wordt in dit literatuuroverzicht verder gekeken naar de relatie tussen partnergeweld en alcohol. Daarvoor zal worden gekeken naar de relatie tussen partnergeweldpleging en alcohol. Dit zal worden gedaan in de eerste paragraaf. In de tweede paragraaf zal vervolgens de relatie tussen slachtofferschap van partnergeweld en alcohol beschouwd worden. Daarna zal gekeken worden wat de invloed van alcohol op de recidivekans van partnergeweld is.
Alcohol en Geweldpleging In vele onderzoeken is de samenhang tussen partnergeweld en alcohol vastgesteld. Leonard (2000) constateerde dat alcohol betrokken is in tussen 25 tot 50 procent van alle partnergeweldincidenten. De relatie tussen alcoholgebruik en partnergeweld zou kunnen verschillen voor de geweldpleger en het slachtoffer. In deze paragraaf zal daarom worden gekeken naar de relatie tussen alcohol en de geweldpleger. Daartoe wordt nagegaan of alcohol een kenmerkende factor is voor een verhoogde kans om geweldpleger te worden. In een aantal van de geraadpleegde onderzoeken is tevens gekeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. Dalton (2001) rapporteerde dat er bij 49 procent van de steekproef van alle geweldplegers die aan het onderzoek deelnamen aanwijzingen van alcoholmisbruik waren. Excessief drankgebruik verhoogt de kans om zich gewelddadig te gedragen tegenover de partner, zo blijkt uit onderzoek van Leonard (2000). Reductie in het nuttigen van alcohol bij alcoholisten vermindert partnergeweldpleging. Fals-Stewart (2003) heeft daartoe de kans op partnergeweldpleging op dagen dat alcohol geconsumeerd wordt onderzocht. Het experiment werd gedaan met 137 mannelijke proefpersonen in een huiselijk geweld behandeling en 135 mannelijke proefpersonen in een alcoholisme behandelprogramma. De mannen en hun vrouwelijke partners dienden hiertoe vanaf het begin van de therapie gedurende 15 maanden beide een dagboek bij te houden met betrekking tot het alcoholgebruik en geweldpleging van de man. Gedurende de 15 maanden werden beiden tevens vier keer apart geïnterviewd met behulp van de Timeline Followback Spousal Violence Interview om de episodes waarin geweldpleging plaatsvond te beoordelen en de Timeline Followback Interview om de episodes van alcoholgebruik van de man te beoordelen. Voor het begin van de behandeling, het bijhouden van het dagboek en de interviews werd bovendien eerst eenmalig een aantal vragenlijsten afgenomen. De Conflict Tactics Scale werd gebruikt om de frequentie en de 6
mate van geweldpleging te bepalen. Hiermee werd ook onderscheid gemaakt tussen verbale agressie, algemeen geweld en ernstige vormen van geweld. Een gecombineerde zelf- en partnerrapportage werd toegepast, waardoor slechts één van de partners aan hoefde te geven dat geweld had plaatsgevonden om de man als gewelddadig te coderen. Om de mate van alcoholgebruik van de man vast te stellen, werd de Michigan Alcoholism Screening Test bij de mannen afgenomen. Tevens werd hiervoor gebruikgemaakt van de module voor Alcoholabuse and Dependence van het Structured Clinical Interview for DSM-IV. Vervolgens completeerden beide partners de Dyadic Adjustment Scale om de algemene relatie-instelling en tevredenheid te bepalen. Uit de resultaten bleek dat de kans op partnergeweld 10 tot 19 keer groter was op een dag dat gedronken was dan op een dag dat niet gedronken was. Het drankgebruik van mannen speelt een belangrijkere rol in bijdrage tot partnergeweld dan het drankgebruik van vrouwen (White & Chen, 2002). Testa, Quigley en Leonard (2003) hebben koppels onderzocht die aangaven dat de man zowel dronk als geweldpleegde en concludeerden uit de rapportage van zowel de man als zijn vrouw dat alcoholgerelateerde episodes gekenmerkt waren door specifiekere en ernstigere agressieve daden dan niet alcoholgerelateerde episodes. Voor zowel mannen als vrouwen geldt echter hoe meer alcoholgebruik, des te groter de kans op partnergeweldpleging (Stuart et al., 2003; Stuart, Moore, Ramsey, & Kahler, 2003). Stuart et al. concludeerden dit voor mannen in onderzoek waarin werd gekeken naar 150 voor geweldpleging gearresteerde mannen, door de rechter toegewezen aan een huiselijk geweld behandeling. Stuart et al.* stelden dit vast voor vrouwen in een vergelijkbaar onderzoek, echter ditmaal uitgevoerd met 35 voor geweldpleging gearresteerde vrouwen die door de rechter toegewezen waren aan een huiselijk geweld behandeling. Het onderzoek bestond uit een aantal vragenlijsten, welke eenmalig werden afgenomen tijdens een van de sessies waaraan de proefpersonen toegewezen waren. Gevraagd werd deze vragenlijsten te beantwoorden op basis van de éénjarige periode voor het begin van de behandeling. Om demografische gegevens te verkrijgen werd de Demographics Questionnaire afgenomen. De Revised Conflict Tactics Scale werd gebruikt om de frequentie en de mate van geweldpleging te bepalen. Hiermee werd ook onderscheid gemaakt tussen verbale agressie, algemeen geweld en ernstige vormen van geweld. Algemene geweldpleging tegen bij voorbeeld vrienden, bazen, kennissen, vreemden en politieofficieren werd beoordeeld met de General Violence Conflict Tactics Scale. Met de Short Marital Adjustment Test werden aanpassingen aan de partner vastgesteld. Alcoholgebruik werd gemeten met behulp van de Alcohol Use Disorders Identification Test, de Alcohol Dependence Scale en de Alcoholsubschaal van de Psychiatric Diagnostic Screening Questionnaire. Om eveneens het 7
alcoholgebruik van de partner vast te stellen dienden de proefpersonen de Alcohol Use Disorders Identification Test behalve voor zichzelf ook voor hun partner in te vullen. De relatie tussen alcoholgebruik en geweldpleging werd vastgesteld met de Alcohol Use and Violence Research Questionnaire. De Short Inventory of Problems werd gebruikt om negatieve consequenties van alcoholgebruik voor de proefpersoon vast te stellen. Uit de resultaten van het onderzoek van Stuart et al. kwam naar voren dat wanneer de man vaker en grotere hoeveelheden drinkt, er een grotere kans is dat de man geweld pleegt tegen zijn partner. Uit de resultaten van het onderzoek van Stuart et al.* kwam naar voren dat wanneer de vrouw vaker en grotere hoeveelheden drinkt, er een grotere kans is dat de vrouw geweld pleegt tegen haar partner. De mate van het alcoholgebruik van één van de of beide partners is vaak een van de belangrijke onderwerpen binnen relationele conflicten (Murphy, Winters, O’Farrell, Fals-Stewart, & Murphy, 2005). Alcoholgebruik verhoogt dan ook de kans op partnergeweld, zoals blijkt uit Stuart et al. (2003) en Stuart et al.* (2003). Andersom is echter ook het geval. Partnergeweld verhoogt op zijn beurt het alcoholgebruik. Hierdoor belanden veel koppels in een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is (Chase et al, 2003). De mate waarin alcohol bijdraagt als oorzaak van partnergeweld verschilt afhankelijk van de motivaties of risicofactoren voor partnergeweld van een individu. In de afwezigheid van motivaties om agressief te worden, heeft alcohol weinig effect. Zo blijkt uit onderzoek van Leonard (2000) dat enkel alcohol er niet voor kan zorgen dat iemand die er niet vatbaar voor is gewelddadig wordt. Voor individuen die van nature ver onder de agressiedrempel zitten, heeft alcoholgebruik weinig impact met betrekking tot partnergeweld, aangezien het niet aannemelijk is dat alcohol de drempel zo ver verlaagt. Er is tevens weinig impact op individuen die zonder het gebruik van alcohol reeds op of boven de drempel zitten. Alcohol heeft echter wel een grote impact op degenen die sober net iets onder de agressiedrempel zitten (Fals-Stewart & Stappenbeck, 2003; Leonard, 2000). Dronkenschap verlaagt de agressiedrempel aanzienlijk doordat alcohol de inhibities voor agressief gedrag verzwakt door de effecten op het cognitief functioneren van het individu. Fals-Stewart en Stappenbeck (2003) vonden dat er een hogere drempel is voor ernstige geweldpleging dan voor nieternstige geweldpleging. Individuen die net iets onder de drempel voor niet-ernstige geweldpleging zitten, wordt na het nuttigen van alcohol niet-ernstige geweldpleging voorspeld. Voor individuen die reeds boven deze drempel zitten heeft alcohol weinig impact op de mate van niet-ernstige geweldpleging. De drempel voor ernstige geweldpleging wordt hierdoor echter wel verlaagd, waardoor er een grote kans is van deelname in ernstige gewelddelicten. 8
Echter niet alleen het alcoholmisbruik van de geweldpleger is van invloed op partnergeweld. Stevig drinken door één of beide partners voorspelt partnergeweld, wat betekent dat in sommige gevallen tevens het slachtoffer alcohol gebruikt. De alcoholproblemen veroorzaken of verergeren namelijk relatieconflicten, of het gebruik nou door de geweldpleger of het slachtoffer is, welke vervolgens leiden tot partnergeweld (Leonard, 2000).
Alcohol en Slachtofferschap Gebleken is dat alcohol van invloed is op de pleger van het partnergeweld. Hoe meer alcoholgebruik, des te groter de kans op partnergeweldpleging. De relatie tussen alcoholgebruik en partnergeweld zou kunnen verschillen voor de geweldpleger en het slachtoffer. In deze paragraaf zal daarom worden gekeken naar de relatie tussen alcohol en het slachtoffer. Daartoe wordt nagegaan of alcohol een kenmerkende factor is voor een verhoogde kans om slachtoffer van partnergeweld te worden. In een aantal van de geraadpleegde onderzoeken is tevens gekeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen. Slachtofferschap van vrouwen is afhankelijk van hun partners alsmede hun eigen drankgebruik (White & Chen, 2002). De meest kritieke factoren die vrouwelijke slachtoffers onderscheidt van vrouwelijke niet-slachtoffers zijn het drankgebruik van de partner en de eigen drankproblemen (Chase, O’Farrell, Murphy, Fals-Stewart, & Murphy, 2003; Kantor & Straus, 1989, aangehaald in Chase, et al., 2003). Chase et al. concludeerden dit in een onderzoek met 103 vrouwelijke alcoholpatiënten en hun partner. De koppels werd gevraagd een aantal vragenlijsten in te vullen en aan enkele interviews deel te nemen. De Conflict Tactics Scale werd gebruikt om de frequentie en de mate van geweldpleging te bepalen. Hiermee werd ook onderscheid gemaakt tussen de verschillende vormen van geweldpleging. Het Timeline Followback Interview werd afgenomen om de episodes van alcoholgebruik van beide partners vast te stellen. Daarbij werd het koppel hiervoor gevraagd de QuantityFrequency items in te vullen. Om de mate van het alcoholgebruik te bepalen werd de module voor Alcoholabuse and Dependence van het Structured Clinical Interview for DSM-III-R, de Michigan Alcoholism Screening Test, de Alcohol Dependence Scale en de Drinker Inventory of Consequences afgenomen. De eerste twee werden door beide partners ingevuld, de laatste twee enkel door de vrouw. Vervolgens completeerden beide partners de Dyadic Adjustment Scale om de algemene relatie-instelling en tevredenheid te bepalen. De Areas of Change Quesionnaire werd afgenomen om de hoeveelheid gewenste veranderingen van de partner te bepalen. Met de Marital Status Inventory werden de intenties, plannen en acties om de relatie 9
te beëindigen vastgesteld. De positieve emoties tegenover de partner werden gemeten met de Positive Feelings Questionnaire. De relatie tussen alcoholgebruik en geweldpleging werd vastgesteld met de door beide partners in te vullen Alcohol Use Inventory en de enkel door de vrouw in te vullen Inventory of Drinking Situations en de Situational Confidence Questionnaire. Deze laatste twee beoordelen de attributies ten opzichte van de kans alcohol te hebben gebruikt in eerdere relationele conflicten en de kans alcohol te gebruiken in komende relationele conflicten. Uit de resultaten bleek dat vrouwen met drankproblemen een grotere kans hadden slachtoffer te worden van partnergeweld dan vrouwen zonder drankproblemen. Alcoholgebruik van de partner zorgde eveneens voor een grotere kans dat de vrouw slachtoffer werd dan wanneer de partner geen alcohol gebruikte. Parks (2000) stelde vast dat vrouwen meer dronken, zich meer beschonken voelden en een hogere alcoholconcentratie in hun bloed hadden op dagen dat ze slachtoffer waren van hun gewelddadige partner dan op dagen dat dit niet het geval was. Hierbij geldt in het geval van psychologisch geweld hoe meer alcoholmisbruik van de vrouw, des te groter de kans op slachtofferschap. Dit gaat echter niet op voor fysiek geweld (Stuart et al., 2003). De kans dat een vrouw letsel oploopt na partnergeweld is groter wanneer haar partner alcohol heeft gedronken ten tijde van het incident dan wanneer dit niet zo is. Het drankgebruik van het vrouwelijke slachtoffer zelf is niet van invloed op de mate van letsel (Thompson & Kingree, 2006). Stevig drinkende vrouwen hebben wel een grotere kans dat de partner ook alcohol gebruikt (Stuart et al., 2003). Het risico op letsel voor de man is ongerelateerd aan het drankgebruik van de partnergeweldplegende vrouw. Hoe hoger de frequentie van geweldpleging tegen een vrouw, des te groter haar risico van letsel. Als een vrouwelijk slachtoffer bang is dat haar eigen leven of dat van iemand uit haar naaste omgeving in gevaar is, is de kans op lichamelijk letsel drie keer zo groot dan wanneer dit niet zo is. Voor mannelijke slachtoffers is in dit geval de kans op lichamelijk letsel twee keer zo groot. Mannelijke slachtoffers waarvan de partner gedurende het incident een wapen gebruikte hadden een drie keer grotere kans op letsel dan mannen waarvan de partners geen wapen gebruikte. Voor vrouwelijke slachtoffers maakte wapengebruik van de partner weinig verschil. Dit valt toe te schrijven aan het feit dat de man andere manieren heeft om een vrouw te pijnigen gezien zijn relatieve grootte en kracht. Dit bleek uit de resultaten van het onderzoek van Thompson en Kingree (2006). Dit onderzoek werd gedaan met 501 mannen en 1765 vrouwen, die deel waren geweest van een partnergeweldsincident. Dit was vastgesteld met behulp van de Conflict Tactics Scale. Het onderzoek bestond uit een drietal vragen, gesteld door middel van computergeassisteerde interviews via de telefoon. Ten eerste werd 10
gevraagd of er letsel was overgehouden aan het partnergeweld. Ten tweede werd gevraagd of de proefpersoon alcohol gebruikte op het moment van een partnergeweldsincident. Vervolgens werd gevraagd of de partner alcohol gebruikte op het moment van het partnergeweldsincident. Het alcoholgebruik van de vrouw wordt door mannelijke geweldplegers vaak voorgehouden als één van de oorzaken van de problemen in de relatie. Door de vrouwelijke slachtoffers zelf wordt het eigen alcoholgebruik ook als één van de oorzaken van de problemen in de relatie gezien of worden de relatieproblemen als oorzaak gehouden van het alcoholmisbruik (Chase, et al., 2003). Thompson en Kingree (2006) concludeerden echter dat niet het alcoholgebruik van het slachtoffer, maar het alcoholgebruik van de geweldpleger een sterke voorspeller was van partnergeweld. Zeker in het geval van vrouwelijke slachtoffers bleek het drankgebruik van de geweldpleger de kans op letsel aanzienlijk te vergroten. Omwille van het slachtoffer is het derhalve van belang dat de geweldpleger passende therapie krijgt om de frequentie en ernst van de incidenten te verminderen tot voorkomen. Het recidivepercentage van partnergeweldplegers ligt echter hoog. Wanneer daarbij bovendien sprake is van alcoholproblemen stijgt de kans op recidive enorm. Dientengevolge dient hier rekening mee gehouden te worden.
Alcohol en Recidive Gebleken is dat alcohol van invloed is op de pleger van het partnergeweld. Hoe meer alcoholgebruik, des te groter de kans op partnergeweldpleging. Verder blijkt dat met betrekking tot het slachtofferschap geldt, dat het eigen alcoholgebruik de kans verhoogt slachtoffer te worden van partnergeweld. Alcohol speelt dus een belangrijke rol bij het ontstaan en voortduren van partnergeweld. In deze paragraaf is gekeken wat de invloed van alcohol op de kans te recidiveren na geslaagde gedragsverandering is. Daartoe wordt nagegaan wat recidive en het veranderproces wat hiertoe leidt, inhouden en wordt gekeken naar de rol die alcoholgebruik speelt in het recidiveren. Zoals eerder genoemd, liggen er allerlei verschillende factoren ten grondslag aan partnergeweld. In antwoord op deze multicausale aard van het probleem, zijn er verscheidene interventie en preventie benaderingen ontwikkeld. Factoren als psychiatrische, biofysiologische, psychische, sociologische en familie interactie invloeden worden benadrukt in de verschillende programma’s. Alhoewel er geen consensus is over de beste benadering om te zorgen dat partnergeweldplegers minder tot niet meer gewelddadig zullen zijn tegenover hun partner, slagen sommigen erin om positief te veranderen en hun gewelddadige gedrag te 11
beëindigen (Edleson & Grusznki, 1989; Gondolf, 1997, aangehaald in Begun, Shelley, Strodthof, & Short, 2001). Het recidivepercentage ligt echter hoog, gemiddeld rond 45 procent (Ministerie van Jusitie, 2002). Vanwege deze hoogfrequente recidive is het belang van een effectieve behandeling voor plegers van partnergeweld groot. Wanneer daarbij bovendien sprake is van alcoholproblemen stijgt de kans op recidive enorm (Hamberger & Hastings, 1990; Hamberger & Hastings, 1990; Neavins et al., 1999 aangehaald in Stuart, et al., 2003). Recidive is het terugvallen in gedragingen en ervaringen eerder in of voor het veranderproces van het individu. Het veranderproces bestaat volgens Begun et al. (2001) uit vijf stadia. Het eerste stadium bestaat uit precontemplatie, waarin het probleem wordt ontkent of onderschat. Door druk uit de omgeving en eigen besef van de ernst van de situatie kan het individu in het volgende stadium geraken. Het tweede stadium bestaat uit contemplatie, waarin het probleem wordt onderkent, er serieuze intenties zijn er iets aan te doen, maar nog geen concrete actie is ondernomen. Door in te zien wat de totale kosten en baten zijn van het veranderproces en met behulp van bij voorbeeld therapie een eerste stap te zetten kan het volgende stadium bereikt worden. Het derde stadium bestaat uit voorbereiding, waarin actief specifieke plannen voor het maken van de verandering ontwikkeld worden en binnen een maand de eerste actie ondernomen wordt. In dit stadium kan enige vermindering in probleemgedrag optreden. Wanneer daadwerkelijk actie ondernomen wordt en getracht wordt de gestelde doelen te bereiken is er sprake van het vierde stadium. Dit stadium bestaat uit actie en het individu is actief bezig met het aanpassen van gedrag, het herzien van cognities, attitudes, waarden en normen en het reguleren van de omgeving om de problemen te verhelpen. Als de gestelde doelen bereikt zijn breekt het vijfde stadium aan. Dit is het stadium van behoud, waarin getracht wordt de gedragsveranderingen na de actieperiode te behouden en recidive te voorkomen. Wanneer recidive toch optreedt wordt het veranderproces door zowel de persoon zelf als de omgeving meestal ervaren als een algehele mislukking. Hierdoor raakt de persoon gedemoraliseerd en voelt vaak weinig behoefte nog een poging te wagen om te veranderen. Zelfs individuen met serieuze intenties om te voorkomen dat ze zich opnieuw gewelddadig zullen gedragen, vervallen vaak weer in oude gedragspatronen (Walker, 1979, aangehaald in Begun et al., 2001). Meerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat ook na het volledig voltooien van een behandelprogramma tegen partnergeweld, er een grote kans is dat de persoon opnieuw partnergeweld pleegt (Edleson & Syers, 1990; Edleson & Syers, 1991; Saunders & Azar, 1989; Shepard, 1992, aangehaald in Begun et al., 2001). Er kan enkel gesproken worden van recidive als alle stadia van het veranderproces succesvol doorlopen 12
zijn. Geweldpleging van individuen in eerdere stadia is slechts een doorlopende uiting van het probleem. Recidive is niet het falen in veranderen, maar het falen in het behouden van de positieve verandering die bereikt is. Veel individuen hebben dus niet wezenlijk gefaald in de poging te veranderen, maar zijn meestal teruggevallen in een eerder stadium van hun veranderproces. In dat geval creëert terugval wel de kans om een succesvoller en passender actieplan op te stellen, waarmee vervolgens een langdurige gedragsverandering teweeg kan worden gebracht (Begun et al., 2001). Alcohol vergroot de kans op recidive aanzienlijk (Hamberger & Hastings, 1990; Hamberger & Hastings, 1990; Neavins et al., 1999 aangehaald in Stuart, et al., 2003). Mignone, Klostermann en Chen (2009) onderzochten op de zelfde manier als Fals-Stewart (2003) 294 mannen in een alcoholisme behandelprogramma gescreend op partnergeweldpleging. Uit de resultaten bleek dat de mannen tegen het einde van de therapie minder geweld pleegden tegen hun partner. Wanneer echter recidive in alcoholmisbruik plaatsvond, recidiveerden de mannen ook in geweldpleging. Mannen die recidiveerden in alcoholmisbruik bleken gewelddadiger dan mannen die niet recidiveerden. Voor mannen die terugvielen in alcoholgebruik was de kans op partnergeweldpleging 3,7 keer hoger dan mannen die niet recidiveerden. Tevens bleek de kans op ernstige vormen van partnergeweld zes keer hoger. Caetano, Field, Ramisetty-Mikler en McGrath (2005) deden een longitudinaal onderzoek en onderzochten daarvoor door middel van interviews 1.025 koppels en herhaalden dit vijf jaar later. In de interviews werden de onderwerpen partnergeweld en alcoholgebruik uitgevraagd en de sociodemografische gegevens werden vastgesteld. Dit werd gedaan bij de koppels thuis. Hieruit bleek dat recidive vaker voorkomt in koppels waarbij sprake is van alcoholmisbruik van de vrouw. Verder bleek hoe ernstiger de vormen van geweldpleging, des te groter de kans op recidive. Wanneer er sprake was van alcoholgebruik werden ernstigere vormen van geweldpleging gevonden dan wanneer er geen sprake was van alcoholgebruik. Caetano, McGrath, Ramisetty-Mikler en Field (2005) deden een soortgelijk longitudinaal onderzoek met 1.392 koppels. In dit onderzoek werd tevens vastgesteld dat recidive vaker voorkomt in koppels waarbij sprake is van alcoholmisbruik van de vrouw. Met de resultaten uit dit onderzoek kon dit echter verder gespecificeerd worden. Het bleek dat alcoholmisbruik van de vrouw als geweldpleger de kans op recidive van de vrouw verhoogde. Verder bleek uit dit onderzoek dat dit ook het geval was voor de man. Het alcoholmisbruik van de man als geweldpleger verhoogde de kans op recidive van de man. De kans bleek voor de vrouw als geweldpleger echter groter.
13
Conclusie Er is een duidelijke relatie tussen partnergeweld en alcohol. Met betrekking tot de geweldpleger geldt voor zowel mannen als vrouwen hoe hoger de mate van alcoholgebruik, des te groter de kans op partnergeweld. Voor mannen draagt alcoholgebruik echter meer bij aan partnergeweldpleging dan voor vrouwen. Met betrekking tot het slachtofferschap geldt dat het eigen alcoholgebruik de kans verhoogt slachtoffer te worden van partnergeweld. De gevolgen van het slachtofferschap van partnergeweld verschillen voor mannen en vrouwen. Het risico op letsel voor de man is ongerelateerd aan het drankgebruik van de partnergeweldplegende vrouw. Voor de vrouw is het risico op letsel wel gerelateerd aan het drankgebruik van de partnergeweldplegende man. Het eigen drankgebruik van het vrouwelijke slachtoffer is niet van invloed op de mate van letsel. Het alcoholgebruik van de geweldpleger bleek de sterkste voorspeller van partnergeweld. Vrouwen hebben een grotere kans slachtoffer te worden van partnergeweld, mannen zijn vaker geweldpleger. Verder bleek dat alcoholmisbruik van zowel de man als de vrouw als geweldpleger de kans op recidive verhoogde. De kans bleek voor de vrouw als geweldpleger echter groter. Daarbij bleek alcohol de kans op recidive in ernstigere vormen van partnergeweldpleging te vergroten. Bovenstaand onderzoek heeft een aantal belangrijke beperkingen. Zo is in veel van de onderzoeken gebruikgemaakt van zelfrapportage metingen om het alcoholgebruik en de mate van partnergeweld vast te stellen (onder andere Stuart, 2003; Thompson & Kingree, 2006). De resultaten van de zelfrapportage metingen zijn vervolgens niet bevestigd met andere gegevens. Hierdoor is de mate van gemeten alcoholmisbruik en partnergeweld in verscheidene onderzoeken zeer subjectief en aan verscheidene biases onderhevig. Daarbij is in verscheidene onderzoeken niet duidelijk wie de veroorzaker is van het geweld. Hierdoor is het mogelijk dat de respondenten rapporteerden partnergeweld te ervaren, terwijl zij de veroorzakers zijn en de partner zich enkel probeert te verdedigen (onder andere Thompson & Kingree, 2006; Fals-Stewart et al., 2005). Bovendien is in meerdere onderzoeken enkel gekeken naar de man als geweldpleger (onder andere in Fals-Stewart, 2003; Mignone, Klostermann, & Chen, 2009), waardoor de resultaten met betrekking tot vrouwen als geweldpleger niet door meerdere onderzoekers bevestigd kan worden en voorzichtig met de conclusies omgesprongen dient te worden. In vervolgonderzoek dienen de metingen van de zelfrapportage bevestigd te worden met andere gegevens van bij voorbeeld de partner. Verder dient een vragenlijst opgesteld te worden om te kunnen bepalen wie de veroorzaker is van het geweld. Bovendien is nog niet
14
duidelijk hoe het eigen drankgebruik van het mannelijke slachtoffer van invloed is op de mate van letsel en zou meer onderzoek gedaan kunnen worden naar de vrouw als geweldpleger. De gevolgen voor de slachtoffers van partnergeweld zijn enorm. Partnergeweldplegers dienen daarom geholpen te worden door middel van therapie om verdere incidenten te voorkomen. Aangezien geweldpleger en slachtoffer deel uitmaken van elkaars leefomgeving ligt het recidivepercentage onder plegers echter hoog. Wanneer daarbij bovendien sprake is van alcoholproblemen stijgt de kans op recidive van de geweldpleger enorm zoals blijkt uit geraadpleegde onderzoeken. Daarom is het van belang in behandeling voor partnergeweldplegers te screenen voor alcoholgebruik en wanneer hier sprake van is in combinatie met de behandeling tegen partnergeweldpleging ook een passende behandeling tegen alcoholmisbruik te beginnen. Hiermee vermindert de recidivekans en kunnen de torenhoge kosten die recidiverende geweldplegers met zich meebrengen gedrukt worden.
15
Literatuurlijst Begun, A. L., Shelley, G., Strodthoff, T., Short, L. (2001). Adopting a Stages of Change Approach for Individuals Who Are Violent with Their Intimate Partners. Journal of Aggression, Maltreatment & Trauma, 5, 105-127. Benson, M. L., Fox, G. L., DeMaris, A., & Wyk, J. van (2003). Neighborhood disadvantage, individual economic distress and violence against women in intimate relationships. Journal of Quantitative Criminology, 19, 207-235. Ceatano, R., Craig, A. F., Ramisetty-Mikler, S., McGrath, C. (2005). The 5-Year Course of Intimate Partner Violence Among White, Black, and Hispanic Couples in the United States. Journal of Interpersonal Violence, 20, 1039-1057. Caetano, R., McGrath, C., Ramisetty-Mikler, S., & Field, C. A. (2005). Drinking, alcohol problems and the five-year recurrence and incidence of male to female and female to male partner violence. Alcoholism, Clinical and Experimental Research, 29, 98-106. Chase, K. A., O’Farrell, T. J., Murphy, C. M., Fals-Stewart, W., Murphy, M. (2003). Factors Associated with Partner Violence among Female Alcoholic Patients and Their Male Partners. Journal of Studies on Alcohol, 64, 137-149. Chermack, S. T., Walton, M. A., Fuller, B. E., & Blow, F. C. (2001). Correlates of expressed and received violence across relationship types among men and women substance abusers. Psychology of Addictive Behavior, 15, 140-151. Cunradi, C. B., Caetano, R., & Schafer, J. (2002) Alcohol-related problems, drug use, and male intimate partner violence severity among US couples. Alcohol Clinical Exp Res, 26, 493-500. Cunradi, C. B., Todd, M., Duke, M., Ames, G. (2009). Problem Drinking, Unemployment, and Intimate Partner Violence among a Sample of Construction Industry Workers and their Partners. Journal of Family Violence, 24, 63-74. Dalton, B.(2001). Batterer characteristics and treatment completion. Journal of Interpersonal Violence, 16, 1223-1238. Dijk, T. van, Flight, Oppenhuis, S., & Duesmann, B. (1997). Huiselijk geweld: aard, omvang en hulpverlening. Ministerie van Justitie, Den Haag. Ehrensaft, M. K., Cohen, P., & Johnson, J. G. (2006). Development of Personality Disorder Symptoms and the Risk for Partner Violence. Journal of Abnormal Psychology, 115, 474-483. Fals-Stewart, W. (2003). The occurrence of partner physical aggression on days of alcohol consumption: A longitudinal study. Journal of Consult Clinical Psychology, 71, 41-52. 16
Fals-Stewart, W., & Stappenbeck, C. A. (2003). Intimate partner violence and alcohol use: The role of drinking in partner violence and implications for intervention. Family Law Psychology Briefs, 4, http://www.jmcraig.com/subscribers/archives.htm. Ferwerda, H. (2009). Huiselijk geweld gemeten – cijfers 2008. Advies- en Onderzoeksgroep Beke, Arnhem. Gemeentelijke Gezondheidsdienst (2010). Wat is partnergeweld? www.huiselijkgeweld. rotterdam.nl, Rotterdam-Rijnmond. Huth-Bocks, A. C., & Hughes, H. M. (2007). Parenting Stress, Parenting Behavior, and Children’s Adjustment in Families Experiencing Intimate Partner Violence. Journal of Family Violence, 23, 243–251. Johnson, H. (2001). Contrasting views of the role of alcohol in cases of wife assault. Journal of Interpersonal Violence, 16, 54-72. Korf, D. J., Mot, E., Meulenbeek, H., & Brandt, T. van den (1997). Economische kosten van thuisgeweld tegen vrouwen. Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Den Haag. Kroes, S., & Trijsburg, W. (2006). Naar een integratieve behandeling op maat bij partnergeweld. Tijdschrift voor Psychotherapie, 32, 395-416. Leonard, K. (2000). Domestic violence and alcohol: What is known and what do we need to know to encourage environmental interventions. Alcohol and Crime: Research and Practice for Prevention. Linden, P. van der, & Steketee, M. (1999). Daderhulpverlening in Nederland: Inventarisatie van hulpaanbod en preventie voor plegers van seksueel en huiselijk geweld. Transact, Utrecht. Melzer, S. A. (2002). Gender, work, and intimate violence: Men’s occupational violence spillover and compensatory violence. Journal of Marriage and the Family, 64, 820 -832. Mignone, T., Klostermann, K., Chen, R. (2009). The Relationship Between Relapse to Alcohol and Relapse to Violence. Jounal of Family Violence, 24, 497-505. Ministerie van Justitie (2002). Privé-geweld, publieke zaak, een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Ministerie van Justitie, Den Haag. Murphy, C. M., O’Farrell, T. J., Fals-Stewart, W., & Feehan, M. (2001). Correlates of intimate partner violence among male alcoholic patients. Journal of Consulting Clinical Psychology, 69, 528-540.
17
Murphy, C. M., Winters, J., O’Farrell, T. J., Fals-Stewart, W., & Murphy, M. (2005). Alcohol Consumption and Intimate Partner Violence by Alcoholic Men Comparing Violent and Nonviolent Conflicts. Psychology of Addictive Behaviors, 19, 35-42. Parks, K. A. (2000). An event-based analysis of aggression women experience in bars. Psychological Addictive Behavior, 14, 102-110. Römkens, R. G. (1992). Gewoon geweld?. Amsterdam: Swets & Zeitlinger. Rys, B. (2010). Partnergeweld in cijfers. Rol en Samenleving Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, 61, Den Haag. Stuart, G. L., Moore, T. M., Kahler, C. W., & Ramsey, S. E. (2003). Substance Abuse and Relationship Violence Among Men Court-Referred to Batterers’ Intervention Programs. Substance Abuse, 24, 107-122. Stuart, G. L., Moore, T. M., Ramsey, S. E., & Kahler, C. W. (2003). Relationship aggression and substance use among women court-referred to domestic violence intervention programs. Addictive Behaviors, 28, 1603-1610. Testa, M., Quigley, B. M., & Leonard, K. E. (2003). Does alcohol make a difference? Within -participants comparison of incidents of partner violence. Journal of Interpersonal Violence, 18, 735-743. Thompson, M. P., Kingree, J. B. (2006). The Roles of Victim and Perpetrator Alcohol Use in Intimate Partner Violence Outcomes. Journal of Interpersonal Violence, 21, 163-177. White, H. R., & Chen, P. (2002). Problem Drinking and Intimate Partner Violence. Journal of Studies on Alcohol, 63, 205-214.
18