ParticipatiePasPoort Handleiding voor Trainers Deel III Uitgebreide training Blok 1 t/m 12
Deze activiteit kwam tot stand met steun van:
Het ParticipatiePasPoort is de naam van een methodiek, de methodiek die draait om het gebruik van een portfoliomap met dezelfde naam. De portfoliomap is in het bezit van de deelnemer aan participatieactiviteiten. De map geeft een overzicht van zijn of haar kwaliteiten, vaardigheden en ervaring op het gebied van opleiding en werk. Ook wordt in de map beschreven welke resultaten de deelnemer heeft behaald bij alle organisaties waarmee hij of zij te maken heeft (gehad). Hierdoor is het ParticipatiePasPoort, op individueel niveau als portfolio en breder als methodiek, een uitstekend middel om het aanbod van organisaties op elkaar af te stemmen en gericht door te verwijzen. Medewerkers van welzijnsorganisaties gebruiken het ParticipatiePasPoort in hun gesprekken met de deelnemer. Het werken met het ParticipatiePasPoort maakt de begeleiding effectiever. Het ParticipatiePasPoort is in de eerste plaats bedoeld voor de deelnemer zelf en de begeleiders waar hij of zij in het participatietraject mee te maken krijgt. De deelnemer krijgt een duidelijk overzicht van alles wat hij of zij al heeft gedaan en krijgt daardoor een beter beeld van zijn of haar mogelijkheden, beperkingen en wensen. Voor de begeleider helpt dat overzicht om snel tot een effectieve werkrelatie te komen. De begeleiding wordt zo effectiever en de deelnemer zal zijn of haar doelen sneller bereiken. Organisaties kunnen het ParticipatiePasPoort onderling goed gebruiken als overdrachtsinstrument. Voor organisaties, beleidsmakers en politiek levert het ParticipatiePasPoort objectieve informatie op met betrekking tot de instroom en de participatiegraad van deelnemers, het gebruik van het aanbod of de doorverwijzing naar een andere organisatie.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-1-
De trainershandleiding voor het ParticipatiePasPoort bestaat uit drie delen. Dit eerste deel geeft informatie over het doel en de uitgangspunten van de methodiek en beschrijft de verschillende fasen daarin. Deze informatie zal u helpen om samen met deelnemers aan hun activiteiten een portfolio samen te stellen, het portfolio dat als basis dient voor een op maat gemaakt participatietraject. Deel II van de trainershandleiding beschrijft een basistraining en deel
III beschrijft een uitgebreide training
ParticipatiePasPoort. Zowel de basistraining als de uitgebreide training kunnen individueel en in groepsverband gegeven worden.
Deel I :
Trainersinformatie ParticipatiePasPoort
Deel II:
Basistraining ParticipatiePasPoort: een training van twaalf dagdelen, voor deelnemers met een 1
instaptrede 1 t/m 5 van de participatieladder . Deel III: Uitgebreide training ParticipatiePasPoort: een training van twaalf blokken van elk drie dagdelen, voor deelnemers met een hoger instapniveau.
U kunt er ook voor kiezen deelnemers eerst de basistraining aan te bieden en deze aan te vullen met onderdelen van het uitgebreide programma.
1
De participatieladder is het meetinstrument dat als basis dient voor het ParticipatiePasPoort als methodiek . De participatieladder meet de mate waarin iemand in de samenleving participeert, per trede. Op trede één staan mensen die volledig geïsoleerd leven. Deelnemers op trede tien hebben betaald werk, maar behoefte aan begeleiding om door te kunnen stromen. Zie paragraaf 1.3 van deel 1.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-2-
Inhoudsopgave
Het ParticipatiePasPoort........................................................................................................................................... 1 Blok 1: Kennismaking en voorstellen ............................................................................................................. 5 Les 1.1 Kennismaking: jezelf voorstellen ................................................................................... 7 Les 1.2 Kennismaking: Het levenskunstspel .......................................................................... 10 Les 1.3 Kennismaking: Moodboards
.......................................................................................... 13
Blok 2 Veranderingen ............................................................................................................................................ 15 Les 2.1 Kwaliteiten en vaardigheden ........................................................................................... 16 Les 2.2 Luisteren en samenvatten ................................................................................................. 19 Les 2.3 Leerpunten benoemen ......................................................................................................... 21 Blok 3 Inzicht in belemmeringen .................................................................................................................... 23 Les 3.1 inzicht in belemmeringen................................................................................................... 25 Les 3.2 Sociale netwerkcirkel ........................................................................................................... 27 Les 3.3 Belemmeringen ........................................................................................................................ 28 Blok 4. Doelen stellen en plannen maken .................................................................................................. 30 Les 4.1.Leefgebieden ........................................................................................... 31 Les 4.2 Interview .................................................................................................. 33 Les 4.3 Actieplannen maken ............................................................................... 34 Blok 5 Dagbesteding – vrijwilligerswerk ........................................................................ 37 Les 5.1 Vrijwilligersorganisaties ......................................................................... 38 Les 5.2 Excursie ................................................................................................... 39 Les 5.3 Portfolio ................................................................................................... 40 Blok 6 Functioneren in de praktijk.................................................................................. 42 Les 6.1 ................................................................................................................... 43 Les 6.2 Levenslijn ................................................................................................ 44 Les 6.3 Omgaan met instanties ........................................................................... 46 Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-3-
Blok 7 Portfolio en bewijsstukken .................................................................................. 48 Les 7.1 Portfolio en bewijsstukken ..................................................................... 50 Les 7.2 Vaardigheden en kwaliteiten .................................................................. 51 Les 7.3 Individuele afspraken .............................................................................. 52 Blok 8 Van Klacht naar kracht ........................................................................................ 53 Les 8.1 Draagkracht – draaglast.......................................................................... 54 Les 8.2 Gezonde activiteit ondernemen ............................................................. 55 Les 8.3 Gezondheidsvoorlichting ....................................................................... 62 Blok 9 Werknemersvaardigheden................................................................................... 63 Les 9.1. Intro sollicitatiebrief en cv ..................................................................... 64 Les 9.2 Oefenen sollicitatiegesprekken .............................................................. 69 Les 9.3 Werkbezoek aan UWV of reïntegratiebedrijf .......................................... 70 Blok 10 Snuffelstage.......................................................................................................... 71 Blok 11 Opkomen voor jezelf (assertiviteitstraining) ...................................................... 72 Les 11.1 Opkomen voor jezelf ............................................................................. 73 Les 11.2 Afnemen interview / voeren lastig gesprek ......................................... 74 Les 11.3 Reflecteren op hun eigen gedrag en handelingen .............................. 75 Handout Feedback regels .................................................................................... 76 Blok 12 Aan de slag ........................................................................................................... 77 Les 12.1 Overdrachtsgesprekken ....................................................................... 78 Les 12.2 Uitnodigen netwerk- of uitstroomorganisaties.................................... 79 Les 12.3 Eindpresentaties en certificaatuitreiking ............................................. 80
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-4-
Blok 1: Kennismaking en voorstellen
Achtergrondinformatie voor trainers: Als trainer geef je de eerste ochtend uitleg over het project ParticipatiePasPoort. Een ParticipatiePaspoort is een methodiek maar ook een portfolio. En dat portfolio is een map met daarin een overzicht van alles wat je al kunt en waar het goed in bent. Er staat in wat je op school, op het werk of thuis hebt geleerd, in Nederland of in een ander land. Leren doe je niet alleen op school. Je legt uit dat de deelnemers voor zichzelf een participatiepaspoort gaan maken, met ondersteuning van een begeleider. Je geeft ook kort uitleg over inhoud van het programma en duur van het project: twaalf blokken van drie bijeenkomsten, over theorie, praktijk en bewijsstukken. Vergeet niet om praktijkvoorbeelden te gebruiken. Bijvoorbeeld: Stel, je wilt een opleiding volgen, maar dat kan alleen als de sociale dienst toestemming geeft. Met het ParticipatiePaspoort kun je laten zien wat je allemaal al gedaan hebt en wat je zou willen. Als de opleiding die je wilt doen aansluit bij wat in je ParticipatiePasPoort staat, dan is de kans dat je toestemming krijgt veel groter. Of als je ergens vrijwilligerswerk wilt doen of solliciteert naar een betaalde baan, dan kun je met je ParticipatiePasPoort laten zien welke ervaring je al hebt. Ook zo vergroot je je kansen! Maar voor het zover is, maak je met de groep een aantal afspraken en laat je de deelnemers uitgebreid met elkaar kennismaken. Je kunt naar eigen inzicht en voorkeur afspraken maken over de gang van zaken tijdens de training. Houd daarbij de volgende aandachtspunten in gedachte: Aandachtspunten: o o o o o o o o o
Bereikbaarheid: namen en telefoonnummers uitwisselen Checken NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) Afspraken over afmelden als je ziek bent of om andere redenen niet kunt komen Mobiele telefoons uit Niet in en uit lopen tijdens de training Zorg dat de deelnemers de ruimte hebben om opmerkingen te maken Wat in de groep besproken wordt, blijft in de groep Laat elkaar uitpraten en elkaar met respect benaderen. Elke les heeft een korte pauze. Bepaal aan de hand van de sfeer, spanningsboog en het onderwerp wanneer je de pauze inlast.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-5-
Bewijsstukken voor in het portfolio: -
Contract Zelfportret Foto moodboard
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-6-
Les 1.1 Kennismaking: jezelf voorstellen
Algemene doelen van les 1:
De deelnemer maakt kennis met de andere deelnemers en de trainer. De deelnemer kent de globale inhoud van de cursus. De deelnemer raakt vertrouwd met het praten over zichzelf in een groep. De deelnemer weet waarom het belangrijk is om zijn of haar vaardigheden te kunnen bewijzen. De deelnemer ziet in waarom het belangrijk is om zichzelf te kunnen presenteren. De deelnemer maakt kennis met verschillende vormen van brainstormen.
Benodigde materialen
Moodboards A3 papier, tijdschriften (liefst glossies), lijm, scharen, kleurpotloden en -stiften, enz. Ansichtkaarten flipover + stiften Levenskunstspel
Onderdelen van les 1.1 1.1.1 Introductie en welkom (20 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer kent de globale inhoud van de cursus. De deelnemer kent de globale inhoud van les 1. Tijdens de introductie stellen jezelf en je eventuele collega-trainer zich voor en doe je huishoudelijke mededelingen. Je legt kort de opbouw en de werkwijze van het lesprogramma uit. Verder vertel je wat er tijdens de eerste les aan bod komt: kennismaken op verschillende manieren, introductie van de begrippen, het uitdelen en bekijken van de portfoliomappen, het tekenen van de contracten en een vragenrondje. Benadruk dat dit een echte doe-cursus is en dat het dus de bedoeling is dat iedereen zich actief opstelt. Doe dat als trainer ook. Gebruik de volledige ruimte, gebruik het bord of flip-over. Laat de deelnemers hun naam op een bordje zetten en doe dat zelf ook. Vervolgens schrijf je de belangrijkste afspraken op de flip-over. (zie aandachtspunten).
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-7-
1.1.2. Opdracht sleutelbos (30 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemers maken kennis met elkaar. De deelnemers vertellen iets persoonlijks op een manier die ze niet gewend zijn. Je vraagt iedereen om zijn of haar sleutelbos tevoorschijn te halen en aan de hand daarvan iets over zichzelf te vertellen. Denk aan: ‘Deze sleutel is van mijn huis. Ik was heel blij toen ik deze sleutel kreeg, omdat we lang op een grotere woning hebben moeten wachten.’ Of: ‘Zoals je ziet heb ik veel sleutels: ik heb de sleutel van het buurthuis waar ik gastvrouw ben bij koffieochtenden, de flat, mijn huis, de kelder en drie fietsen. Ik fiets graag.’
1.1.3. Opdracht zelfportret (45 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemers maken kennis met een nieuwe manier om naar zichzelf te kijken. De deelnemers gebruiken viltstiften en leren dat ze hun gedachten en gevoelens kunnen visualiseren. De deelnemers kunnen zichzelf presenteren. De deelnemers zien in waarom het belangrijk is om open te staan voor nieuwe ervaringen. Je deelt blanco A4-tjes uit en legt viltstiften klaar. Vervolgens vraag je of de deelnemers een bijzonder ‘zelfportret’ willen maken. Uit de tijdschriften mogen ze plaatjes en woorden knippen waarmee ze iets over zichzelf kunnen vertellen. Verder mogen ze papier en viltstiften gebruiken. Ze mogen echter geen woorden schrijven en niet hun gezicht tekenen. Ga niet in op vragen of gebrom uit de groep. Ervaring leert dat veel deelnemers het nut van deze opdracht niet inzien en opmerkingen maken in de trant van ‘Ik kom hier om te leren en niet om te spelen.’ Geef aan dat er na de oefening tijd is om kritiek te spuien en laat de deelnemers zich concentreren op de opdracht. Maak zelf ook een zelfportret. Zo geef je het goede voorbeeld en leid je de deelnemers af. Loop verder rond, geef complimenten en spoor de deelnemers aan om niet te snel tevreden te zijn met wat ze hebben gemaakt. Laat ze zich bijvoorbeeld herinneren wat ze als kind belangrijk vonden. Hoe gekker hoe beter. Hang de zelfportretten dwars door de ruimte op en laat de groep raden van wie welk portret is. Nodig de deelnemers vervolgens uit om te vertellen over elkaars en hun eigen werk. Zoek daarna, samen met de deelnemer, naar wat de kern is van het portret dat hij of zij heeft gemaakt. Bloemen, bijvoorbeeld of liefde, speelsheid, techniek. Geef aan dat deze werkwijze typerend is voor de cursus. Leren doe je niet alleen uit een boek en leren over jezelf al helemaal niet. Om het ParticipatiePasPoort te kunnen gebruiken, moeten we zoeken naar wat jou triggert en blij maakt. Dat is het doel van deze cursus. Om dat doel te bereiken, gebruiken we zoveel mogelijk verschillende middelen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-8-
1.1.4. Introductie portfolio (45 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemers verkennen de inhoud van de map. De deelnemers maken kennis met nieuwe begrippen: portfolio, bewijsstukken en vaardigheden. De deelnemers ondertekenen het contract. Deel de mappen uit en vertel in het kort wat een portfolio is. Ga nog niet te uitvoerig op de opdrachten en de inhoud van de map in – dat komt in de volgende bijeenkomsten. Maak de deelnemers duidelijk dat zijzelf verantwoordelijk zijn en blijven voor de inhoud van het portfolio. Het is belangrijk dat zij in de loop der tijd de waarde van het ParticipatiePasPoort leren inschatten. Vertel hen dat zij het portfolio voortaan elke lesdag mee moeten nemen. Maak een vergelijking met huissleutels en belangrijke papieren: deze zijn persoonlijk, geef je niet aan anderen en raak je het liefst niet kwijt. Originele documenten horen niet in het portfolio thuis, daar zijn kopieën voor. Vervolgens deel je de gemaakte zelfportretten en contracten uit. Dit zijn de eerste twee bewijsstukken in het portfolio. De deelnemers vullen hun eigen NAW-gegevens in. De les wordt afgesloten met een korte samenvatting en vragenrondje.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-9-
Les 1. 2 Kennismaking: Het Levenskunstspel: Hoe breng ik balans in mijn leven?
Doelen van les 1. 2
De deelnemer kan gedachten en gevoelens verwoorden. De deelnemers gaan met elkaar in gesprek over elkaars manier van leven. De deelnemer weet dat er verschillende soorten groepen zijn. De deelnemer weet dat iedereen verschillende rollen heeft. De deelnemer kan groepsregels noemen en in kaart brengen. De deelnemer maakt samen met andere deelnemers groepsregels.
Benodigdheden les 1. 2 Het Levenskunstspel Hoe breng ik balans in mijn leven?
2
Onderdelen van les 1. 2 1.2.1 Introductie en welkom (10 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer krijgt de gelegenheid om op- of aanmerkingen te maken. De deelnemer herinnert zich de lesstof van les 1. De deelnemer kent de globale inhoud van les 2.
1.2.2 Opdracht Levenskunstspel (60 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemers gaan met elkaar in gesprek over elkaars huidige manier van leven. De deelnemers leren elkaar beter kennen De deelnemer leert gevoelens en gedachten hardop te benoemen. Het Levenskunstspel leert de deelnemers op een veilige en speelse manier om aan anderen te vertellen over hun gedachten en gevoelens. Verschillende onderdelen van het spel komen in de loop van de cursus terug. Lees voor de speelwijze en een overzicht van verschillende toepassingsmogelijkheden de spelhandleiding. Speel het spel eerst zelf, zodat je weet wat het effect ervan kan zijn. Om het spel optimaal te kunnen benutten en het groepsproces goed te kunnen begeleiden, is het belangrijk om over coachingservaring 2
2005, Peter Gerrickens, Marieke Verstege, Zjev van Dun. ISBN 9074123155
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-10-
te beschikken. Het spel vraagt van de spelers enig vermogen tot (zelf-)reflectie. Dat is iets dat mensen moeten leren en daar is tijd voor nodig. Een voorwaarde om prettig met dit spel te kunnen werken is ook dat de persoon die centraal staat, bereid is om anders naar zijn of haar situatie te kijken dan tot dan toe. Je vraagt de deelnemers in een kring te gaan zitten en legt de regels en doel van de opdracht uit. Herinner de groep aan afspraken zoals elkaar laten uitpraten, respect tonen en alles wat besproken wordt in de groep te houden. Zorg voor een rustige en ontspannen sfeer. Laat iedereen om beurten een kaart trekken. Op de kaart staat een vraag. Laat eerst degene die de kaart getrokken heeft de vraag beantwoorden. Daarna mogen ook anderen een antwoord geven.
Bijlage: Het spel Levensweg. Met de groep een spel spelen dat je nog nooit hebt gespeeld. De groep heeft twee opdrachten: 1. Uitvinden wat de spelregels zijn en waar het spel over gaat 2. Als groep samenwerken en alle leden van de groep bij het spel betrekken. Toelichting: □ Benodigdheden: het spel Levensweg, tafels en stoelen die zo opgesteld staan dat de groep bij elkaar zit. □ De groepsleider observeert de groep, om na het spel feedback te kunnen geven. □ De trainer geeft geen spelregels. Er zit een boekje bij het spel, maar het is aan de groep om een manier te vinden om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. □ Na het spel geeft de groepsleider feedback op wat er gebeurd is, in de groep als geheel en bij elke deelnemer afzonderlijk. AANDACHTSPUNTEN: iedereen is vooral met zichzelf bezig. Hoe gedraagt elke deelnemer zich? Is er sprake van samenwerking? Welke rollen zijn er? Wordt iedereen bij het spel betrokken? Wanneer wordt het spel leuk?
1.2.3 Opdracht: Groepen en groepsregels (60 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemer weet dat er verschillende soorten groepen zijn. De deelnemer weet dat iedereen verschillende rollen heeft. De deelnemer kan groepsregels benoemen en in kaart brengen. De deelnemer kent het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels. De deelnemer maakt samen met andere deelnemers groepsregels. Leg uit dat er verschillende soorten groepen zijn, met elk een andere functie. Nodig de deelnemers uit om verschillende soorten groepen op te noemen en schrijf deze onder elkaar op een flip-over. Denk eraan dat er uiteindelijk drie kolommen op een vel komen te staan.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-11-
Voorbeelden van groepen zijn: vrouwen, mannen, kinderen, uitkeringsgerechtigden, werknemers, nationaliteiten, studenten etc. etc.
echtgenotes,
moeders,
Vervolgens leg je uit dat verschillende groepen mensen verschillende rollen hebben. En dat er ‘regels’ zijn voor het gedrag dat iemand vanuit die rol vertoont (het verwachtingspatroon). Bijvoorbeeld: bij de groep moeders hoort de moederrol en vanuit die rol mag je het gedrag verwachten dat iemand goed voor haar kinderen zorgt. Nodig de deelnemers uit om per groep een rol te noemen en schrijf die achter de naam van de groep in de middelste kolom op de flip-over. Vraag daarna welk gedrag bijvoorbeeld bij die rol hoort en schrijf dat in de rechter kolom. Probeer de deelnemers zo concreet mogelijke vaardigheden te laten benoemen per rol.
MOEDERS- MOEDERROL- ETEN KOKEN, DE WAS DOEN, AANDACHT VOOR KIND Werkenden werknemer op tijd zijn, het werk afmaken, vragen stellen
Leg vervolgens het verschil uit tussen geschreven en ongeschreven regels en laat de groep daarna de eigen regels opstellen en opschrijven. Hang die regels duidelijk zichtbaar op in het lokaal.
1.2.4 samenvatting en vragenrondje De trainer benoemt wat er in deze bijeenkomst geleerd is en vat de ervaringen van de deelnemers samen. Herhaal de regels die de groep met elkaar opgesteld heeft. Tot slot houdt de trainer een vragenrondje waarin de vraag centraal staat, hoe de deelnemers de bijeenkomst ervaren hebben. Wat hebben ze er persoonlijk van geleerd en wat ze van elkaar geleerd hebben.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-12-
Les 1. 3 Kennismaking: Moodboards maken -------------------------Algemene doelen van les 1.3:
De deelnemer maakt een ‘moodboard’ waarop dromen, wensen, gedachten en gevoelens worden gevisualiseerd op de acht leefgebieden. De deelnemer kent inspirerende voorbeelden die geloven in de kracht van het persoonlijk leiderschap, zoals Michelle Obama, Ophrah Winfrey. De deelnemer begrijpt dat het goed is om te dromen en om je door je dromen te laten inspireren De deelnemer begrijpt dat je inspiratie en motivatie nodig hebt om je doelen te kunnen bereiken
Benodigdheden les 3 Blanco moodboards Tijdschriften, kranten Scharen lijm Flap-over met stiften en vellen Digitale fotocamera
Onderdelen van les 3 1. Introductie en welkom (10 minuten Doelen van dit onderdeel: De deelnemer krijgt de gelegenheid om op- of aanmerkingen te maken. De deelnemer herinnert zich de lesstof van les 2 De deelnemer kent de globale inhoud van les 3.
2. Opdracht Moodboards maken (120 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer maakt een moodboard waarin hij of zij zijn of haar dromen, wensen, gedachten en gevoelens visualiseert op de acht leefgebieden. Geef alle deelnemers een moodboard en nodig hen uit om het leven dat ze voor zichzelf wensen te vertalen in plaatjes en teksten die zij uit tijdschriften knippen. Maak duidelijk dat dit niet zomaar een knip- en plakwerkje is. De veranderingen die zij in hun leven willen bereiken, beginnen met dit moodboard. Een foto van het moodboard komt in het ParticipatiePasPoort dat zij tijdens hun hele participatietraject zullen blijven gebruiken.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-13-
Leg uit wat een moodboard (of visualisatiebord of poster-bord) is: Het is een bord waar je plaatjes op plakt. Je maakt een collage met verschillende plaatjes uit magazines en bladen. De gedachte erachter is dat je jezelf omringt met afbeeldingen die jou een goed gevoel geven en inspireren in wie je wilt zijn en hoe je wilt leven. Het zal je helpen om jouw levenswensen te vervullen. Leg uit dat in de mode en in de reclame vaak met visualisaties gewerkt wordt. Daarnaast dat bekende namen als Michelle Obama en Ophrah Winfrey geloven in “the law of attraction”. (the Secret).
Stappenplan Stap1: Ga door een stapel magazines en scheur of knip hier afbeeldingen uit die te maken hebben met jouw wensen en dromen. Kies alleen afbeeldingen die jou een goed gevoel geven. Laat de lijm nog even staan! Heb vooral plezier in het ontdekken van de plaatjes waar jij je mee verbonden voelt. Maak een grote stapel van de afbeeldingen. Stap 2: Bekijk alle afbeeldingen die je hebt uitgekozen en leg je favorieten op het bord. De plaatjes waar je geen goed gevoel meer bij hebt, gooi je weg. Nu gebruik je, misschien wel zonder dat je daaraan denkt, je intuïtie en creativiteit. Kijk, terwijl je jouw plaatjes op het bord legt, welke onderwerpen met elkaar te maken hebben (bijvoorbeeld gezondheid, werk, liefde, plezier). Stap 3: Plak de plaatjes op het bord, maar houdt het midden vrij. Je mag er woorden en zinnen bijschrijven om jouw visualisatie compleet te maken. Gebruik je fantasie en gebruik al het decoratiemateriaal dat je nodig hebt. Stap 4: Zoek een mooie foto van jezelf, waar je vrolijk op staat. Deze plak je op de lege plek in het midden.
3. Opdracht: presentatie moodboards (20 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer kan gedachten en wensen met betrekking tot zijn of haar toekomst verwoorden. Zet de moodboards dwars door het lokaal en vraag de deelnemers om een korte presentatie te geven over hun eigen moodboard. Stimuleer hen door dóór te vragen. Zorg ervoor dat elke deelnemer na de presentatie een kernwoord heeft gevonden dat passend is voor zijn of haar situatie, bijvoorbeeld kracht, doorzetten etc. Na afloop maakt de trainer een foto van de moodboards, als bewijsstuk voor in het portfolio. Leg als trainer de nadruk op INSPIRATIE en DROMEN. En leg uit dat je vanuit je DROMEN de stap kunt zetten naar PLANNEN MAKEN en DOEN. Probeer de deelnemers ertoe te verleiden om te vertellen over hun intrinsieke motivatie: wat willen ze zelf, ongeacht wat anderen daarvan zeggen?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-14-
Blok 2: Veranderingen
Achtergrondinformatie voor trainers: Als trainer leg je uit dat het gebruik van het ParticipatiePasPoort draait om leren. Leren staat centraal. In het portfolio brengen de deelnemers hun competenties en vaardigheden in kaart. ‘Competentie’ is een abstracte term die zeker binnen deze doelgroep voor veel verwarring zorgt. Daarom gebruiken we liever de begrippen ‘kwaliteiten’ en ‘vaardigheden’. Een kwaliteit is iets wat je bent en een vaardigheid is iets wat je kunt. In dit blok gaan we van start met het onderzoeken wat ieders kwaliteiten en vaardigheden zijn. In dit blok oefenen de deelnemers voor het eerst met het maken van invulopdrachten. Het strekt tot de aanbeveling om de deelnemers oefeningen te laten uitschrijven op flip-over vellen en deze vellen door de deelnemers te laten bewaren in de ParticipatiePasPoorten. Zo kunnen zij nalezen wat zij eerder hebben bedacht en daar telkens op voortborduren. Uit de praktijk weten we dat het meestal weinig zin heeft om huiswerkopdrachten te geven. De deelnemers putten zich uit in excuses om geen huiswerk te kunnen maken. Vaak hebben zij letterlijk moeite met (lezen en) schrijven. Vandaar dat we aanraden om de deelnemers in de klas opdrachten te laten maken en deze uitgebreid klassikaal te bespreken. Tot nog toe is dat veel effectiever gebleken dan het werken met huiswerkopdrachten. Onderdelen van Blok 2 zijn: Les 2.1.: Les 2.2.: Les 2.3.:
Kwaliteiten en vaardigheden benoemen Leerpunten benoemen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-15-
Les 2.1. Kwaliteiten en vaardigheden
Algemene doelen van les 2.1: De deelnemer kent de basistechnieken van luisteren en samenvatten. De deelnemer kent de begrippen ‘kwaliteiten’ en ‘vaardigheden’ en de verschillen tussen die twee. De deelnemer kan vaardigheden en kwaliteiten van zichzelf benoemen. De deelnemer heeft een ingevulde lijst met kwaliteiten en vaardigheden. De deelnemer heeft een start gemaakt met het benoemen van eigen leerpunten.
Benodigde materialen gedicht op papier om uit te delen flap-over en stiften (voor elke deelnemer)
Bewijsstukken Ingevulde lijst kwaliteiten en vaardigheden.
Onderdelen les 2.1
2.1.1 Introductie en welkom (10 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer krijgt de gelegenheid om op- of aanmerkingen te maken. De deelnemer herinnert zich de lesstof van les 2. De deelnemer kent de globale inhoud van les 3.
2.1.2 Opdracht Manager van het gezin (30 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemers herkennen verschillende vaardigheden die het moederschap met zich meebrengt. Lees het onderstaande gedicht van de bijlage voor. Nodig vervolgens de groep uit om beroepen en vaardigheden op te noemen en schrijf deze zichtbaar op een flip-over.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-16-
2.1.3 Opdracht Vaardigheden en Kwaliteiten (45 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer kent de begrippen en het verschil tussen kwaliteiten en vaardigheden. De deelnemer kan vaardigheden en kwaliteiten van zichzelf benoemen. De deelnemer leert de basisbeginselen van Mindmappen. De trainer gaat verder met de begrippen kwaliteiten en vaardigheden. De deelnemers krijgen een flipover vel en viltstiften. De trainer nodigt de deelnemers uit om in het midden van het vel hun voornaam op te schrijven. Vervolgens is het de bedoeling dat de deelnemers zoveel mogelijk eigenschappen van zichzelf opschrijven. De meeste deelnemers zijn dit niet gewend, dus enige aanmoediging is gewenst. Laat de deelnemers teruggaan naar hun kindertijd: wat vonden zij leuk om te doen? Waar waren zij goed in? Maar denk ook aan hobby’s, mantelzorg en andere vormen van tijdsbesteding. De trainer legt uit dat deze vorm van werken tot snelle antwoorden leidt. ‘Mindmappen’ komt in de loop van de cursus vaker voor.
2.1.4. Opdracht: invullen Lijsten kwaliteiten en vaardigheden (45 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer heeft ingevulde lijsten kwaliteiten en vaardigheden. Verwijs naar het portfolio en vraag de deelnemers hun eigen kwaliteiten en vaardigheden te beoordelen. Zij kunnen gebruik maken van de invullijsten in het portfolio.
2.1.5 Afronden en vragenrondje Herhaal de begrippen die in deze les geleerd zijn zoals vaardigheden en kwaliteiten. Leg nog een keer uit wat mindmapping is. Vraag de deelnemers in één woord weer te geven wat zij van de bijeenkomst vonden.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-17-
BIJLAGE bij bijeenkomst 2.1
GEDICHT
Manager van het gezin Ik ben de glazenwasser en de wasserij. Ik ben de tuinman, ‘k hou het netjes bij. Geloof mij; heel dit radarwerk staat stil, wanneer mijn moede arm eens niet meer wil. Ik ben gepromoveerd: psychologie. Gewoon aan huis kreeg ik de theorie. Soms is het mij, alsof ik angstig droom want: ‘k ben ook pedagoog en econoom. Ik ben de schouder om op uit te huilen, Ik ben de keeper, ik vang alles op. Alle missers vallen op mijn kop. Ik ben gezinshulp in mijn eigen huis. Ik ben allround verpleegster zonder kruis. Ik ben de strijkmachien, de poetsmachien. Ik ben de zoek-es-op-ik-zie-het-niet-machien. Ook ben ik kok en kook met variatie, maar niemand vindt dit eigenlijk een prestatie. Je staat verbaasd waar een mens nog tijd voor vindt, want ik kreeg zo nu en dan ook nog een kind. En ik paste ‘t weer in het programma in, want ik werd de babysitter en de min. Ik ben de huiswerkcursus (onbetaald), dus heb ik al mijn talen opgehaald. En soms moet ik een vlotte spreekbeurt maken. Dat zijn dan de meer interessante taken. U hoort het wel: ik ben mij goed bewust van de verantwoordelijkheid die op mij rust. Ik ben uniek, mijnheer, en nimmer te vervangen, Achter beroep vul ik dus even in: MANAGER VAN HET GEZIN in plaats van “ZONDER” om mijn nek te hangen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-18-
Les 2.2 Luisteren en samenvatten
Algemene doelen van les 2.2:
De deelnemer heeft een start gemaakt met het benoemen van eigen leerpunten. De deelnemer oefent met het stellen van vragen, samenvatten en luisteren.
Benodigdheden les 2
Flip-over, stiften werkblad kwaliteiten en vaardigheden uit Portfoliomap, hand-out van het gedicht Manager van het Gezin
Onderdelen les 2.2 2.2.1 Introductie en welkom (10 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer krijgt de gelegenheid om op- of aanmerkingen te maken. De deelnemer herinnert zich de lesstof van les 2.1. De deelnemer kent de globale inhoud van les 2.2.
2.2.2 Opdracht: interview vaardigheden en kwaliteiten. (45 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer heeft een start gemaakt met het benoemen van eigen leerpunten. De deelnemers geven antwoord op- de volgende vragen: Wat wil je in deze twaalf blokken leren? Welke vaardigheden wil je versterken/aanleren? In tweetallen gaan de deelnemers elkaar interviewen.
2.2.3 Opdracht: oefenen gespreksvaardigheden (60 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer oefent met het stellen van vragen, samenvatten en luisteren. Zorg ervoor dat alle deelnemers ruimschoots aan bod komen. Geef het voorbeeld door zelf mee te doen aan een rollenspel. Zo werken zij op een luchtige manier aan de vaardigheden luisteren, samenvatten en vragenstellen. Schrijf tips en aandachtspunten die zij leren puntsgewijs op de flip-over.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-19-
2. 2.4 Nabespreken van de rollenspellen. (20 minuten)
Doelen van dit onderdeel: De deelnemer leert om te gaan met feedback. De deelnemer kent zijn of haar eigen leerpunten met betrekking tot gespreksvaardigheden. De trainer maakt tijdens de interviews aantekeningen en schrijft leerpunten per deelnemer op. De trainer zorgt voor feedback en concrete leerpunten per deelnemer. De leerpunten worden op een positieve manier gepresenteerd aan de deelnemers. 2.2.5
Afsluiting
De trainer vraagt de deelnemers te benoemen wat zij als prettig ervaren hebben in deze bijeenkomst en wat zij mee naar huis nemen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-20-
Les 2.3 Leerpunten benoemen
Algemene doelen van les 2.3 Doelen van dit onderdeel: De deelnemer leert onderwerpen te rangschikken op belangrijkheid De deelnemer heeft een keuze gemaakt van vijf vaardigheden en/of kwaliteiten die hij of zij het belangrijkst vindt om tijdens de lessen aan te werken. De deelnemer kan situaties benoemen waarin hij of zij die vaardigheden/kwaliteiten kan oefenen.
Benodigdheden les 2.3
Flip-over, viltstiften hand-out Kwaliteiten
2.3.1 Introductie en welkom (10 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer krijgt de gelegenheid om op- of aanmerkingen te maken. De deelnemer herinnert zich de lesstof van les 2 De deelnemer kent de globale inhoud van les 3.
2.3.2 Opdracht het kiezen van werkpunten (80 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer leert zelfstandig te kiezen welke vaardigheden voor hem of haar belangrijk zijn. De deelnemer leert die eigen keuzes te verantwoorden. Vraag de deelnemers om de vaardigheden waaraan zij willen werken te rangschikken op mate van belangrijkheid (één voor de belangrijkste, vijf voor de minst belangrijke vaardigheid). Stimuleer de deelnemers om na te denken over hun keuzes en over de manier waarop zij uitleggen waarom zij die keuze hebben gemaakt. Leg de relatie tussen verantwoordelijkheid nemen en communicatieve vaardigheden. Vervolgens gaan de deelnemers in tweetallen brainstormen. Met een viltstift schrijven zij zoveel mogelijk situaties op waarin zij hun vaardigheden kunnen oefenen en waar zij van toepassing kunnen zijn.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-21-
2.3.3 Opdracht oefenen in de praktijk (30 minuten) Doelen van dit onderdeel: De deelnemer brengt de geleerde gesprekstechnieken in de praktijk Stuur de tweetallen de straat op met de opdracht om een van de geleerde vaardigheden te oefenen. Denk aan: Spreek iemand aan, vraag de tijd, stel een vraag bij een balie. Zorg ervoor dat zij zich haalbare, behapbare doelen stellen, zodat de kans op een succeservaring groot is.
2.3.4 Nabespreken (20 minuten) Doel van dit onderdeel: De deelnemers krijgen de gelegenheid om ervaringen te delen.
2.3.4. Afsluiting Vraag de deelnemers in een woord te benoemen wat ze vandaag prettig vonden en wat ze als minder prettig ervaren hebben.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-22-
Blok 3: Inzicht in belemmeringen
Achtergrondinformatie voor trainers: Vat de vorige twee blokken samen. Het is niet gemakkelijk om een doel te stellen, je wensen te realiseren en, kortom, je eigen situatie of gedrag te veranderen. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom het moeilijk is om de juiste beginstap te maken. Blok 3 gaat in op de belemmeringen die veel deelnemers ervaren. Het is essentieel dat deelnemers weten waar die belemmeringen uit bestaan. Als warming-up deel behandel je de weekkaart en de sociale netwerkcirkel.
Aandachtspunten: Bij de bespreking van het onderwerp ‘belemmeringen’ wordt duidelijk welke weerstanden er bij de deelnemers leven. Besteed hier serieus aandacht aan; dat is de enige manier om die weerstanden geleidelijk aan weg te kunnen nemen.
Doelen: Inzicht in eigen belemmeringen helder krijgen
De deelnemers denken na over mogelijke oplossingen voor een probleem of belemmering De deelnemers weten hoe ze een probleem of belemmering kunnen oplossen De deelnemers oefenen met brainstormen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-23-
Bijlage bij les 3.1.
WEEKKAART MAANDAG
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-24-
Les 3.1 Inzicht in belemmeringen
Algemene doelen van les 3.1. Doelen van dit onderdeel: De deelnemers leren helder inzicht te krijgen in de eigen belemmeringen. De deelnemers formuleren mogelijke oplossingen voor de belemmeringen. De deelnemers weten hoe ze een probleem op kunnen lossen.
Benodigdheden les 3.1. stiften, flip-over, hand-out weekkaart Les 3.1 : Weekkaart (30 minuten) Lesbenodigdheden: Flip-overvellen voor brainstormsessies en invullen weekkaarten
3.1.1 Intro en welkom -
Terugblik op het geleerde in het vorige blok. Vooruitblik op hetgeen geleerd wordt in blok 3.
Uitleg over: Gebruik van de weekkaart: De deelnemer maakt kennis met de weekkaart en het bijhouden van een agenda. Introductie van het begrip weekkaart en de voordelen ervan. Deel de weekkaarten uit en licht deze toe. Het gebruik van de weekkaart kan deelnemers helpen om op een andere manier te kijken naar de manier waarop je je tijd besteedt. Ze leren om ‘gaten’ in hun dagbesteding op te sporen en krijgen zo meer structuur en meer overzicht over hun eigen activiteiten.
3.1.2 Opdracht: weekkaart: invuloefening (60 minuten) Gezamenlijk wordt de eerste weekkaart ingevuld op basis van een fictieve week van de huismoeder. Vervolgens krijgt elke deelnemer de opdracht hun eigen afgelopen week in de weekkaart in te vullen. De trainer ondersteunt deelnemers bij het invullen. Tijdens de opdracht wordt niet te veel gepraat om ieder gelegenheid te geven rustig na te denken over welke activiteiten ze in de weekkaart in vullen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-25-
3.1.3 Plenair bespreken van de ingevulde weekkaarten: (30 minuten) De weekkaarten worden besproken. Deelnemers krijgen de gelegenheid om te reflecteren op de manier waarop ze hun week besteden. Hoeveel tijd aan familie, kinderen, huishouden besteed wordt.
3.1.4 Samenvatten en vragenrondje De trainer vat samen wat de deelnemers aan ervaringen uitgewisseld hebben. Veder vraagt de trainer de deelnemers om aandacht te besteden aan hun dagbesteding en hoeveel aan bepaalde taken besteed wordt. 3.1.5. Afsluiting De trainer vraagt de deelnemers in één woord uit te drukken wat ze van de bijeenkomst vonden.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-26-
Les 3.2: Sociale netwerkcirkel
Doelen les 3.2.1: De deelnemers krijgen inzicht in hun eigen netwerk De deelnemers krijgen overzicht van ‘gaten’ in hun eigen netwerk De deelnemers gaan beseffen dat de weekkaart en inzicht in hun sociale netwerk hen helpen om inzicht te krijgen in hun sociale belemmeringen en oplossingen. Benodigdheden voor de les: Flap-over en stiften Hand-out Netwerk cirkel
Inhoud les : Deel de sociale netwerkcirkel uit een geef een korte toelichting op de items: van hulpverleners tot familieleden en van mede-deelnemers tot buren/buurtgenoten. Leg uit dat iedereen een sociaal netwerk nodig heeft om te kunnen participeren in de maatschappij; het zijn je hulptroepen. Elke sociale netwerkcirkel ziet er anders uit en is anders samengesteld. De deelnemers leren na te denken wie of wat ze in hun eigen netwerkcirkel nog missen en waar ze aan zouden kunnen/willen werken.
3.2.1 intro en welkom (10 minuten) * * *
Terugblik op hetgeen in de vorige les besproken is. vooruitblik op hetgeen in deze les aan de orde komt. uitleg over de sociale netwerk cirkel
3.2.2 Inzicht krijgen in het eigen netwerk (30 minuten) Sociale netwerkcirkel invullen (hand-out) (45 minuten) Invulopdracht te gebruiken in Portfolio (30 minuten) zie uitleg boven.
3.2.3 Plenair nabespreken: (30 minuten) Leg uit dat de sociale netwerkcirkel en wat de deelnemers daarin nog missen, de basis vormen voor het onderwerp Belemmeringen.
3.2.4 Samenvatten en afronden De trainer vat de bijeenkomst samen. En vraagt de deelnemers naar hun gevoelens bij dit onderwerp. Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-27-
Les 3.3 : Belemmeringen
Doelen les 3.3.1 De deelnemers krijgen helder inzicht in hun eigen belemmeringen De deelnemers oefenen met brainstormen De deelnemers denken na over mogelijke oplossingen voor de belemmeringen De deelnemers weten hoe ze een probleem of belemmering kunnen oplossen Benodigdheden voor de les: flip-over en stiften Vragenlijst met belemmeringen
3.3.1 intro en welkom (10 minuten) * Terugblik op de vorige les * De trainer vraagt of er nog met huisgenoten over de les gesproken is. * Uitleg over wat er in deze les aan de orde komt. 3.3.2 Opdracht: invuloefening Belemmeringen (45 minuten) De deelnemers krijgen een vragenlijst. Licht de belangrijkste begrippen toe. Iedereen is zich vaak meer bewust van belemmeringen dan van weerstanden. Er kunnen allerlei belemmeringen zijn om aan het werk te gaan en meestal kun je die ook wel voor je eigen situatie aangeven. Als een vrouw jonge kinderen heeft, dan kan dat voor haar een belemmering zijn om hele dagen te gaan werken. Net zoals een zieke moeder een belemmering kan zijn om op vakantie te gaan. Bij de beslissing om (weer) te gaan werken, zal je zowel met weerstanden als met belemmeringen te maken krijgen. Het is belangrijk dat je je daarvan bewust bent. Dat je weet welke belemmeringen je in je hebt. Alleen dan kun je ze aanpakken of terzijde schuiven. Vaak blijkt dat iemand iets als een belemmering ziet, terwijl dat bij nader onderzoek geen belemmering hoeft te zijn. Een vrouw kan bijvoorbeeld aannemen dat haar kinderen een belemmering vormen om weer aan het werk te gaan. Maar misschien vinden die kinderen het helemaal geen probleem om naar de naschoolse opvang te gaan en is deze verandering voor hen zelfs positief. Veel hangt af van haar eigen houding. Als zij haar kinderen van begin af aan bij haar besluiten betrekt, kunnen zij erin groeien. Op die manier zullen er bij de kinderen minder weerstanden zijn en valt bij die deelnemer een belemmering weg. Omgaan met veranderingen Als er dingen veranderen, dan is het normaal dat er zo nu en dan weerstanden de kop opsteken. Door steeds voor jezelf helder onder woorden te brengen wat precies je angst is en wat je precies als een belemmering ziet, kun je jezelf helpen om dit proces gemakkelijker te doorlopen. Angst en onzekerheid horen erbij. Deze gevoelens komen en gaan. Door te praten met anderen en met mensen die dichtbij Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-28-
jou staan, word je vaak op ideeën gebracht en zo kun je misschien toch oplossingen voor je problemen vinden. Weet in ieder geval dat je dit alles niet alleen hoeft te doen. Er zijn genoeg instanties die je kunnen ondersteunen bij het nemen van je beslissingen.
3.3.3 Plenair en uitvoerig nabespreken (30 minuten) Voorzichtig over mogelijke oplossingen praten
3.3.4
Opdracht: problemen oplossen (30 minuten)
Invuloefening Plenair uitvoerig nabespreken
3.3.5 Bewijsstukken verzamelen en aftekenen: (30 minuten) indien nog tijd over. Sociale netwerkcirkel invullen Invullijst belemmeringen Invullijst problemen oplossen
3.3.6 samenvatten en afronden (10 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-29-
Blok 4: Doelen stellen en Plannen maken
Achtergrondinformatie voor trainers: Houd de deelnemers de volgende wijsheid voor: Fouten maken moet! In dit blok wordende acht leefgebieden geïntroduceerd: wonen, werken, leren, hobby/vrije tijd, familie, geld, netwerk/sociaal en gezondheid. De leefgebieden (en vaardigheden die daarin van pas komen) vormen de basis van het portfolio.
Doelen van Blok 4: De deelnemers krijgen inzicht in eigen doelen met betrekking tot één of meer leefgebieden De deelnemers krijgen inzicht in hun eigen prioriteiten De deelnemers leren plannen te maken De deelnemers werken aan eigen Aktieplan
Aandachtspunten voor trainers: Fouten maken moet!
Bewijsstukken: ingevulde doelenkaarten Benodigde materialen: interview vragenlijst Voorbeelden van vaardigheden op één of meer leefgebieden
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-30-
Les 4.1. Leefgebieden
Les 4.1. Leefgebieden (60 minuten) 4.1.1 intro en welkom Doelen les 4.1.1 De deelnemers krijgen inzicht in hun eigen doelen met betrekking tot één of meer leefgebieden De deelnemers krijgen inzicht in hun eigen prioriteiten 4.1.2 Theorie Leefgebieden (45 minuten) Leefgebieden zijn (in willekeurige volgorde): Financiën Huisvesting Sociaal Functioneren Psychisch functioneren Zingeving Lichamelijk functioneren Praktisch functioneren Dagbesteding Info voor trainers: Geef een uitgebreide introductie over de inhoud van de leefgebieden en bijbehorende vaardigheden. De manier waarop de deelnemers hun situatie in de verschillende leefgebieden beschrijven, levert informatie op over hun levensloop, hun huidige situatie en de problemen en knelpunten. Met behulp van hun beschrijvingen van de leefgebieden kunnen de deelnemers hun eigen netwerk in kaart brengen. De leefgebieden vormen feitelijk de basis voor de participatieladder. Aan de hand van manier waarop een deelnemer zijn of haar leefgebieden beschrijft, kun je vaststellen waar hij of zij zich op de participatieladder bevindt.
4.1.3 Opdracht: invuloefening Leefgebieden ( 45 minuten) Plenair nabespreken: welke vaardigheden heb je al en welke heb je nog nodig? Met andere woorden: waar wil je aan gaan werken?
4.1.4 Opdracht: Emoticons bij Leefgebieden/vaardigheden koppelen (15 minuten) of Voorbeelden van vaardigheden op één of meer leefgebieden zijn: zie volgende hand-out. Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-31-
BLOK 4: DOELEN STELLEN Onderwerp: Leefgebieden ParticipatiePasPoort en de bijbehorende vaardigheden (voorbeelden) Wonen Rekeningen betalen; administratie op orde houden Werken Tevreden/contract/collega’s of: geen werk Getuigschriften, Ontdekken en solliciteren Werken= leren :I Leren NL leren Kaleoz niveau 1 en 2 Opleiding Zorg afmaken NL praten Hobby/vrije tijd Wandelen; lezen; kinderen en zwemmen Familie 3 opgroeiende kinderen thuis Alleenstaande moeder Familie in Somalië en USA Geld Omgaan met geld : sparen Schulden Netwerk/sociaal Meer contacten 1 vriendin meer mensen praten over je vragen
Gezondheid
Laat de deelnemers dit overzicht voor zichzelf invullen. Uitgangspunt: Fouten maken moet!! Opdracht: invuloefening: Leefgebieden uitschrijven: voor jezelf invullen Leefgebieden en bijbehorende vaardigheden.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-32-
Les 4.2: Interview (120 minuten)
Bewijsstukken: ingevulde doelenkaarten
4.2.1 intro en welkom Algemene doelen interview: De deelnemers krijgen informatie uit de praktijk De deelnemers leren om interviews af te nemen Interviewopdracht: elkaar in tweetallen interviewen over vijf doelen in de leefgebieden Plenair en uitvoerig nabespreken Aandachtspunten voor het gesprek: Hoe ervaart De deelnemer de training tot nu toe? Welke knelpunten ervaart de deelnemer? Kinderopvang Thuissituatie Gezondheid Financiën Anders Ziet de deelnemer in de afgelopen periode ontwikkeling/veranderingen bij zichzelf? Zijn er al stappen gezet in de richting van het zoeken naar oplossingen voor problemen en het wegnemen van belemmeringen? Presentie tijdens de training (verzuim, te laat komen) Gedrag (attitude en inzet/motivatie) Heeft de deelnemer al ideeën voor scholing of beroep? Afspraken over te nemen stappen voor de komende periode.
4.2.3 Nabespreken plenair en op flip-over (30 minuten) tip aan de trainers: bewaar de flip-overbladen en/of eigen aantekeningen
4.2.4 Samenvatten en vragenrondje (15 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-33-
Les 4.3 Actieplannen maken (120 minuten)
4.3.1 Intro en welkom Doelen les 4.3.1.:
De deelnemers krijgen inzicht in eigen doelen met betrekking tot één of meer leefgebieden De deelnemers krijgen inzicht in eigen prioriteiten De deelnemers leren plannen te maken De deelnemers werken aan hun eigen actieplan
4.3.2 Actieplannen maken (60 minuten) Doelen van 4.3.2: De deelnemers gaan werken aan hun eigen actieplannen. Doelen in kleine behapbare stapjes zetten en fouten maken moet! Om vast te stellen wat je nu allemaal te weten bent gekomen en om een keuze te kunnen maken voor werk, maak je een pas op de plaats. Misschien twijfel je tussen twee of meer mogelijkheden. Of je komt erachter dat je informatie mist. Dit is het moment om even stil te staan bij wat je weet, nog moet weten en hoe je verder wilt. Achtergrondinfo voor trainers: Kiezen Geen enkele keuze geeft direct 100% zekerheid. Vaak begint het dan pas. Wanneer je kiest voor bepaald werk of een bepaalde scholing, kan het zijn dat het toch nog een tijd duurt voor je de uiteindelijke functie die je gekozen hebt ook inderdaad uitoefent. Kiezen kan spanning en onzekerheid met zich meebrengen. Garanties zijn er nooit. Belangrijk is daarom om te beseffen dat twijfels en spanning bij het kiezen horen. Het vertrouwen in jezelf en in je kwaliteiten kan je echter de energie geven die nodig is om door te zetten. Laat dit je niet weerhouden om een duidelijke keuze te maken; de beslissing zelf is vaak een moment waarop veel spanning van je afvalt, waarna je daadwerkelijk naar jouw doel toe kunt gaan werken. Je hoeft dan immers geen energie meer te stoppen in het afwegen, je kunt gaan doen! Wanneer je eenmaal een duidelijk doel voor ogen hebt, wordt het gemakkelijker om twijfels die de kop opsteken weg te nemen en vragen op te lossen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-34-
Stappenplan Als je eenmaal een keuze gemaakt hebt, is het handig om een stappenplan te maken. In het stappenplan beschrijf je de doelen die je jezelf stelt. Daarna maak je duidelijk welke stappen je gaat zetten om jouw doelen te verwezenlijken. De stappen kunnen betrekking hebben op: werk of opleiding kinderopvang thuissituatie In het stappenplan komt ook de volgorde te staan van de stappen die je gaat zetten en een tijdsplanning. De bedoeling is om het doel voor jezelf bereikbaar te maken door in overzichtelijke, duidelijke stappen ernaar toe te gaan werken.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-35-
Tips bij het invullen van het stappenplan:
Maak de stappen niet te groot, je raakt dan te snel ontmoedigd en het biedt je te weinig structuur. Dus niet: Stap: solliciteren baan Maar liever: Stap: uitvinden waar en hoe ik vacatures kan vinden Sollicitatiebrieven/CV na laten kijken Kees bellen om te vragen hoe hij aan zijn baan is gekomen Etc. etc. Je kunt niet alle stappen even gedetailleerd beschrijven: dat is niet erg. Soms mis je nog informatie. Zorg in elk geval dat de eerste acties die je gaat ondernemen duidelijk zijn omschreven en uitgewerkt. Je kunt dan later het stappenplan nog bijwerken. Vergeet de tijdsplanning niet. Het lijkt misschien heel moeilijk om in te schatten hoeveel tijd iets gaat kosten, toch kan een tijdsplanning houvast geven. Het houdt je in elk geval gericht op jouw doelen en het geeft veel voldoening wanneer je tussentijds gedaan blijkt te hebben wat je van plan was. Je kunt deze planning uiteraard aanpassen als dat nodig blijkt. Natuurlijk kun je hulp vragen bij het opstellen van het stappenplan. Laat je echter niet verleiden het door heel veel mensen te laten ‘corrigeren’. Het is belangrijk dat het jouw persoonlijke actieplan wordt: jij bent tenslotte degene die het uitvoert. Het kan zijn dat je doelen nog niet helemaal helder omschreven zijn, wanneer je aan het stappenplan begint. In dit geval kun je met jezelf afspreken wanneer je jouw doelen wel helder denkt te kunnen hebben. Dit voorkomt dat je onderweg ‘verdwaalt’. Vergeet ook niet om zo nu en dan terug te kijken op wat je allemaal al bereikt hebt. Vaak geeft dat de nodige energie om een volgende stap te kunnen zetten.
Kiezen Kiezen voor verandering is niet simpel. Weerstanden en belemmeringen kunnen een keuze in de weg staan. Je ziet er tegenop om aan iets nieuws te beginnen of je gaat ervan uit dat het toch niet zal lukken. Of je houdt jezelf voor dat je eigenlijk veel liever voor je kinderen blijft zorgen. Als je dit soort weerstanden bij jezelf bemerkt, heb je meer tijd nodig om dingen uit te zoeken en op een rijtje te zetten. Het heeft weinig zin jezelf onder druk te (laten) zetten. Wel is het belangrijk dat je jouw weerstanden en belemmeringen onderzoekt, zodat je weet waarom het je moeite kost om een keuze te maken of waarom je steeds in dezelfde valkuil stapt. Beschouw dit als een uitdaging en niet alleen als lastig. Kiezen is een proces dat heel spannend kan zijn. De uitkomst staat nooit van tevoren vast. Als je eenmaal een keuze hebt gemaakt, geeft dat nog steeds geen 100% zekerheid. Er zullen altijd vragen blijven waar je niet direct een antwoord op hebt of twijfels die je niet zomaar uit de weg kunt ruimen. Het maken van een keuze voor werk betekent ook niet dat je meteen aan het werk kunt. Pas als je gekozen hebt dat je wilt gaan werken, kun je gericht naar werk gaan zoeken. En dat zoeken kan een heleboel teleurstellingen met zich meebrengen. Het is belangrijk dat je in het hele proces op weg naar vrijwilligerswerk, betaald werk of een cursus voldoende zelfvertrouwen ontwikkelt zodat je jezelf door eventuele teleurstellingen niet uit het veld laat slaan. Dit bereik je door gewoon maar door te gaan en eventuele twijfels te accepteren. Laat je er niet door je twijfels van weerhouden om je doel te bereiken. Na verloop van tijd zul je merken dat je zelfvertrouwen is toegenomen.
4.3.3 Afronden en vragenrondje (15 minuten) Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-36-
Blok 5: Dagbesteding-vrijwilligerswerk
Zoom in op de vele verschillende vormen van vrijwilligerswerk. Benadruk de voordelen ervan. Dit blok is een eerste verkenning van de beroepen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt door beroepenverkenning en uitstapjes naar vrijwilligersorganisaties. Daarnaast is er tijd en aandacht voor computerles buiten de deur: in de bibliotheek, het internetcafé en bij het aanvragen van bijzondere bijstand. Dit blok is praktisch en gericht op excursies, netwerken en het opdoen van andere contacten.
Algemene doelen: De deelnemer maak kennis met informatie over vormen van vrijwilligerswerk De deelnemer kent voor- en nadelen van vrijwilligerswerk De deelnemer krijgt informatie en voorlichting over beroepen De deelnemer doet positieve ervaringen op met vrijwilligersorganisaties en weet deze te vinden
Aandachtspunten: Bewijsstukken verzamelen voor:
Deelname presentaties vrijwilligersorganisaties Vragenlijst/interview beroepenverkenning Bewijs van inschrijving bij vacaturebank voor vrijwilligers (bijvoorbeeld bij het CVD) Invullen beroepenhand Visitekaartjes verzamelen Overzicht van voor- en nadelen van vrijwilligerswerk
Aandachtspunten voor trainers: Laat deelnemers een begroting maken voor reiskosten Regel passend vervoer
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-37-
Les 5.1 Dagbesteding- vrijwilligerswerk
5.1.1 intro en welkom (10 minuten)
Les 5.1.2 Presentaties bijwonen van vrijwilligersorganisaties (120 minuten) Zorg voor een goede voorbereiding van de deelnemers op de presentaties. Eventueel kunnen ze vragen voorbereiden en oefenen met het stellen van vragen. Vraag de vrijwilligersorganisaties om vooraf documentatie en/of voorlichtingsmateriaal toe te sturen
Doelen van les 5.1.2:
De deelnemer maakt kennis met vrijwilligerswerk (promotie activiteiten) De deelnemer ontvangt informatie over vrijwilligerswerk De deelnemer heeft inzicht in voor- en nadelen van vrijwilligerswerk De deelnemer heeft info en voorlichting over beroepen
Intro: Vrijwilligersorganisaties presenteren zichzelf (60 minuten) Dit is een facultatief programma, afhankelijk van sociale kaart en interessegebieden van de deelnemers
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-38-
Les 5.2 Excursie: De deelnemers gaan op excursie samen met de trainer/trajectbegeleiders
Doelen van les 5.2.1
De deelnemers maken kennis met vrijwilligersorganisaties De deelnemers doen ervaring op met interviewen
De deelnemers gaan op excursie samen met de trainer/trajectbegeleiders (120 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-39-
Les 5.3.1 Portfolio: De deelnemers werken aan hun portfolio (120 minuten)
Algemene doelen van les 5.3.1:
De deelnemer doet positieve ervaringen op De deelnemer doet ervaring op met interviewen en het uitwerken daarvan
Inhoud les: De deelnemers werken zelfstandig en met begeleiding aan hun portfolio Invulopdrachten: voor- en nadelen vrijwilligerswerk Invulopdracht Beroepenhand Interview met vrijwilligersorganisatie uitwerken Bijlage bij 5.2.1: voorbeeld van interviewvragen Om een goed beeld te krijgen van het werk of beroep waar je in geïnteresseerd bent, ga je iemand interviewen die dat beroep uitoefent. Zo kun je onderzoeken of je dat beroep of werk zelf ook zou willen uitoefenen. Je kunt iemand interviewen die je kent. Ook kun je een vrijwilligersorganisatie bezoeken en een afspraak maken met iemand die daar werkt.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-40-
HIER VERDER
Hieronder staat een aantal vragen die je kunt stellen. Uiteraard kun je de lijst zelf aanvullen. Wat houdt het beroep in? Wat zijn uw hoofdtaken? Waarom heeft u voor dit werk of beroep gekozen? Wat vindt u leuk/minder leuk aan dit werk of beroep? Welke opleiding heeft u gevolgd? Welke opleiding is volgens u de beste voorbereiding op dit werk of beroep? Is een opleiding noodzakelijk? Over welke kwaliteiten moet je beschikken om dit werk of beroep uit te kunnen oefenen? Hoe bent u op deze plek terecht gekomen? Hoe schat u de kans op werk in voor nieuwkomers in dit beroep? Hoe zijn de werkomstandigheden? (werkplek, gevaarlijk, vuil, lichamelijk/geestelijk zwaar?) Hoe is de sfeer op het werk? Bij betaald werk: Hoe hoog is het aanvangssalaris bij een volledige werkweek? Hoe hoog is het salaris ongeveer na vijf jaar? Wat zijn de doorstroommogelijkheden vanuit of binnen dit beroep? Is parttime werken mogelijk? Betaalt het bedrijf mee aan de kinderopvang? Aparte aandachtspunten: Inzet extra begeleiders regelen; Vervoer en vervoerskosten begeleiders regelen (OV en/of auto); Afspraken maken met vrijwilligersorganisaties (NB in eerder stadium dus opnemen bij blok 1 of 2).
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-41-
Blok 6: Functioneren in de praktijk
Achtergrondinformatie voor trainers: In dit blok Functioneren in de praktijk gaan we het uitgebreid hebben over het begrip Motivatie en in het verlengde daarvan: zeggen wat je wil zeggen in gesprekken met organisaties. Algemeen: Motivatie is een lastig begrip. De De deelnemers zijn niet allemaal bekend en vertrouwd met dit begrip. Als trainer zul je merken dat het beter is om het onderwerp heel “licht” aan te bieden en te werken met eenvoudige bewoordingen en voorbeelden. Trainer schrijft op flipover: MOTIVATIE is dat WAT je GRAAG WIL. INZETTEN voor WAT je WIL. MOTIVATIE heeft betrekking op onderzoeken WAT JE WIL EN KAN. MOTIVATIE slaat op JEZELF en WAAROM je OPSTAAT ‘MORGENS VROEG!!! MOTIVATIE van BINNEN en MOTIVATIE van BUITEN Trainer legt uit dat motivatie van binnen betrekking heeft op aktie ondernemen om weer spontaan en blij te zijn voor mezelf. Voorbeelden van intrinsieke motivatie hebben altijd te maken met actief zijn voor MIJ en ZELFstandig zijn of meer tijd voor mezelf of trots op mezelf kunnen zijn. Daartegenover staat de extrinsieke motivatie of motivatie van buiten die gekenmerkt wordt door druk of dwang of noodzaak van buitenaf. Voorbeelden hiervan zijn iemands kind of gezin waarvoor je het allemaal doet. Of de wens om onafhankelijk van de sociale dienst te leven of geld verdienen voor je gezin, voor je sociale contacten, ervoor gaan voor je collega’s of een voorbeeldfunctie voor je kinderen willen zijn. Bij motivatie van buiten hebben we het vaak over geld en contacten. Bij motivatie van binnen gaat het om tevreden met jezelf zijn en meer tijd voor jezelf willen hebben. Overige aandachtspunten: motivatie verwoorden: oefenen met rollenspel. Invullen Beroepenhand en Levenslijn opdracht: toekomst verkennen. Benodigdheden: Bewijsstukken verzamelen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-42-
Les 6.1: Functioneren in de praktijk
6.1.1 Intro en welkom Doelen les 6.1.1 : De deelnemer leert motivatie helder te krijgen De deelnemer leert motivatie te verwoorden
Inhoud Les 6.1.2. Leren omgaan met instanties en voeren lastige gesprekken (120 minuten)
6.1.3 Intro onderwerp Motivatie (30 minuten) Trainer schrijft Op flipover voorbeelden motivatie van binnen en buiten
6.1.4 Motivatie verwoorden: oefenen met Rollenspel (90 minuten) Doel 6.1.4 De deelnemer leert eigen motivatie in een gesprek toe te lichten. Inhoud Trainer deelt groep in tweetallen en geeft opdracht elkaat te bevragen. Naar motivatie. Werkvorm: korte situatieschets uitdelen. Voorbeelden: vrije dag vragen aan de baas of aan leerkracht; eerder naar huis willen voor ziek kind,
6.1.5 Plenair nabespreken 6.1.6. Samenvatten en afsluiten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-43-
Les 6.2: Levenslijn (120 minuten)
6.2.1 intro en welkom Algemene doelen van les 6.2: De deelnemer leert motivatie helder te krijgen De deelnemer vergroot Inzicht in eigen beroepskeuze De deelnemer begint met toekomst te verkennen De deelnemer leert motivatie te verwoorden
Invulopdracht: Levenslijn (75 minuten) Trainer legt theorie opdracht uit aan De deelnemers:
Levenslijn Op de levenslijn komen we altijd weer opnieuw veranderingen tegen. Je merkt het natuurlijk het meeste van die veranderingen als ze voor jou erg belangrijk zijn. Bijvoorbeeld: verandering van de ene naar de andere school, verandering van werk, verandering van woonplaats, andere partner, veranderingen binnen het gezin, verandering vrije tijd/hobby, enz. 1.Maak voor jezelf een aantal levenslijnen. Je kunt dat doen voor je opleiding, je werk, je hobby’s, woonplaats en gezin. 2. Zet er jaartallen bij. 3. Geef aan wat de overgangen voor jou betekend hebben.
Opleiding ________x______________________x___________________________x_____________________
Woonplaats ____________x_______x__________________________________x______________x_____
Relatie x
x
x
x
Werk ________________x_____________________x________________x_______x__________
6.2.2 Plenair nabespreken ( 30 minuten) Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-44-
Trainer legt uit dat toekomstdromen te koppelen zijn aan doelen en vaardigheden. Tip: Trainer geeft eventueel voorbeeld uit eigen ervaring.
6.2.3 Samenvatten en afronden
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-45-
Les 6.3 : Omgaan met instanties
6.3.1 intro en welkom Doelen van les 6.3.1:
De deelnemers leren omgaan met organisaties en het voeren lastige gesprekken De deelnemer leert zeggen wat hij/zij wil De deelnemer gaat door met Bewijsstukken te verzamelen
6.3.2 Bezoek brengen aan instantie (120 minuten) Inhoud les: Bezoek brengen aan ‘lastige” instelling bijvoorbeeld arts, consultatiebureau, enz. Eventueel bij terugkomst van De De deelnemers nabespreken en ervaringen uitwisselen.
6.3.3 Werken aan Portfolio (zie Blok 7) (30 minuten) Bewijsstukken: verslag interview Ingevulde levenslijn balk Aandachtspunten voor ‘moeilijke ‘gesprekken Wat is de machtssituatie in het rollenspel (in de les) en/of het gesprek. - Wat vond je lastig? - Welke aanpak of strategie heb je gevolgd?
Bouwplan voor interview of lastig gesprek: Als trainer maak je samen met de De deelnemers een zogenaamd bouwplan voor het gesprek/interview. In het bouwplan is het handig om de volgende stappen te volgen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wie: met wie ga je praten: bereid je daarop voor; verdiep je in de persoon. Waarom: heb je dit gesprek? Wat is jouw doel; wat wil je bereiken? Wat: waar moet het volgens jou over gaan in het gesprek? Hoe: hoe moet/zal het gesprek verlopen volgens jou? Waar: de plaats van het gesprek: thuis- of uitwedstrijd? Wanneer: de tijd of timing is belangrijk: wat heeft jouw voorkeur?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-46-
Tip: De deelnemers kunnen als extra oefening van te voren elkaars bouwplannen beoordelen en met elkaar oefenen. Bijvoorbeeld in 2-tallen of 3-tallen oefenen. Plenair kort nabespreken en vraag als trainer naar de bevindingen.
6.3.4 Samenvatten en afsluiten (15 minuten).
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-47-
Blok 7: Portfolio en bewijsstukken
Achtergrondinformatie voor trainers: Als trainer geef je nogmaals uitleg over wat een portfolio is en wat bewijsstukken zijn en waar die voor dienen. Je geeft aandacht aan het begrip bewijsstuk en gaat in op voorbeelden uit de groep. Je legt uit dat het vooral gaat om het bewijzen van vaardigheden. Bewijsstukken zijn: 1. opdrachten uit de les en 2. Bewijzen of documenten uit de praktijk (op flip-over)
Algemene doelen:
De deelnemers begrijpen wat bewijsstukken zijn De deelnemers begrijpen waarom deze nuttig zijn in het portfolio De deelnemers weten hoe ze het portfolio kunnen gebruiken De deelnemers weten welke vaardigheden zij willen bewijzen in hun top-3
Benodighdheden
Flipover en stiften Portfolio Kopieerapparaat
Bewijsstukken (handleiding): Persoonlijke gegevens; NAW gegevens, kopie paspoort, ID, enz, Belangrijke contactpersonen; visitekaartjes coach CVD, Klantmanager; naam en telefoonnummers; SoZaWe en UWV Consulent OK bank en/of maatschappelijk werker. Verder: psycholoog, advocaat, servicepunt. Algemeen: langs gaan; vragen, bellen en officiële post. Bewijs van deelname Portfolioproject= contract opleiding Brieven en gegevens contactpersoon Opleiding/cursus > contract/overeenkomst > diploma’s en certificaten. Tip: diploma’s laten vergelijken en vertalen naar NL. Werkervaring> getuigschriften> foto’s> contracten > loonstroken Vaardigheden en kwaliteiten (zie blok 2) Doelen (zie ook blok 4)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-48-
Bewijsstukken: Drie ingevulde referenties (zie map) Lijst met belangrijke contactpersonen (netwerklijst) Bewijs van deelname diverse cursussen Kopie diploma’s Getuigschriften
Programma Blok 7: Portfolio en bewijsstukken
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-49-
Les 7.1. Portfolio en bewijsstukken
7.1.1 Intro en welkom (10 minuten) Doelen les 7.1.1 De deelnemers begrijpen wat bewijsstukken zijn De deelnemers weten waarom deze nuttig zijn in het portfolio De deelnemers weten hoe het portfolio kan gebruiken De deelnemers weten welke vaardigheden zij willen bewijzen
Les 7.1.2: Intro onderwerp Portfolio en bewijsstukken (45 minuten) Info over voordelen en nut van bewijsstukken. Trainer kan putten uit eigen ervaringen. De trainer gaat uitgebreid in op de bewijsstukken uit de groep (45 minuten) De portfoliomap wordt uitvoerig besproken. De deelnemers geven elkaar tips over hun portfolio en hoe die te vullen met bewijsstukken. Er is ruimte voor discussie en eigen invulling.
7.1.3 Plenair bespreken uitkomsten (30 minuten) Huiswerkopdracht: laat De deelnemers thuis zoveel mogelijk bewijsstukken verzamelen en meenemen naar de les.
7.1.4 Samenvatten en vragenrondje (10 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-50-
Les 7.2. Vaardigheden en Kwaliteiten (90 minuten)
7.2.1 Intro en welkom (10 minuten) Algemene doelen les 7.2.1 De deelnemers weten welke vaardigheden ze willen bewijzen
Les 7.2.2: opdracht doelen stellen De deelnemers gaan aan de slag met de (van huis meegenomen) bewijsstukken. Hiervoor gebruiken ze de hand-out. Ze kiezen uiteindelijk 3 vaardigheden/kwaliteiten en gaan daarvan bewijsstukken verzamelen. Eventueel gaan De deelnemers letterlijk de straat op om bewijsstukken te verzamelen. Bijvoorbeeld: een bezoek aan het UWV of naar oude school om een bewijsstuk op te vragen.
7.2.3 : Kiezen van 3 vaardigheden/kwaliteiten en bewijsstukken verzamelen De deelnemers gaan aan de slag met bewijsstukken (hand-out) zie Portfolio Samenvatten op flip-over en plenair nabespreken (30 minuten)
Zelfbeoordeling (uitleg trainer) De deelnemer kiest in overleg met de begeleider/trainer minimaal drie vaardigheden die wil bewijzen. Deze vaardigheden kunnen bijvoorbeeld van belang zijn in een toekomstige werksituatie of functie. Een bewijsstuk kan gelden voor verschillende vaardigheden. Een bewijsstuk kan zoals gezegd een schriftelijke verklaring van een werkbegeleider, trajectbegeleider, docent of een voormalig werkgever zijn. Zie verder het EVC portfolio.
7.2.4 Samenvatten en met vragenrondje afsluiten (15 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-51-
Les 7.3 : Individuele afspraken met De deelnemer over invullen en aanleveren welke bewijsstukken (120 minuten)
Doel les 7.3.1 De deelnemers weten welke vaardigheden/kwaliteiten ze willen bewijzen Inhoud les: De deelnemers vullen lijsten in en committeren zich hieraan De deelnemers verzamelen bewijsstukken Individuele gesprekken inplannen. Eventueel werken De deelnemers individueel verder aan het verzamelen van bewijsstukken en vullen van hun portfolio. Trainer is fysiek aanwezig in het leslokaal en steeds aanspreekbaar en beschikbaar voor de De deelnemers. Trainer wisselt individuele gesprekken af met plenair voorbeelden of tips bespreken.
7.3.2 Samenvatten en afsluiten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-52-
Blok 8: Van Klacht naar Kracht (gezondheid)
Achtergrondinformatie voor trainers: In dit blok staan we stil bij de gezondheid van de De deelnemers. Begrippen als draaglast en draagkracht passeren de revue. Als trainer geef je De deelnemers handvatten om positieve keuze te maken. We gaan dieper in op begrippen gezond leven en ongezond leven. Gezondheid heeft veel te maken met stressoren en andere ongemakken. Ook leren we De deelnemers hoe ze zich het beste kunnen ontspannen.
Doelen : De De deelnemer leert begrippen draagkracht en draaglast De De deelnemer krijgt handvatten om betere keuzes te maken De De deelnemer weet hoe eigen gezondheid te verbeteren Flip-over Gezond leven versus ongezond leven Wat betekent gezond leven voor jou persoonlijk; wat betekent gezondheid voor jou? Ongezond leven: stressoren en andere ongemakken Ontspanning en leren ontspannen; ontspanningsoefeningen en invullen Leuke dingen Lijst (handout) De trainer gaat in op het thema gezondheid en gebruikt hiervoor o.a. Lijst Hoe gezond ben jij? Bewijsstukken verzamelen: Lijst leuke dingen Bewijs deelname gezondheidsvoorlichting/workshop
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-53-
Les 8.1 Draagkracht- draaglast
8.1.1 intro en welkom
Doelen van les 8.1: De deelnemers zijn bekend met begrippen draagkracht en draaglast
8.1.2 Stukje theorie Draagkracht en draaglast behandelen (30 minuten) Trainer vertelt over beiden begrippen (zie bijlage hieronder) en maakt het onderwerp levendig. Trainer gebruikt hiervoor CD speler, kaarsjes en wierook. Bijlage Draaglast
vs
Draagkracht
Zorgen maken Werkproblemen Schulden geldzorgen Formulieren invullen Voor kinderen zorgen
Positief denken/optimisme Praten over problemen Overzicht maken leuke dingen doen TV kijken/snoepen
Relaties/familie Taalproblemen Gezinsproblemen Heimwee Verdriet Gemis van iets Trauma’s Slechte gezondheid/ Lichamelijke handicaps
wandelen/fitnessen goed slapen praten met je kinderen hobby’s visualisaties idem boodschappen doen/shoppen positief denken
8.1.3 Plenair en in tweetallen invulopdrachten draaglast – draagkracht (60 minuten) Invulopdrachten Trainer gaat in op stressoren. 8.1.4 Samenvatten en Afsluiten Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-54-
Les 8.2 : Gezonde activiteit ondernemen (120 minuten)
8.2.1 intro en welkom (10 minuten)
Doelen van les 8.2:
De De deelnemers leren betere keuzes te maken De De deelnemers leren hoe eigen gezondheid te verbeteren
8.2.2 Ongezond leven: stressoren en andere ongemakken (15 minuten) Inhoud les: trainer geeft korte uitleg over : Schijf van 5 Gezonde Voeding, persoonlijke verzorging/hygiëne, Vragenlijstje over gezondheid: hoe gezond ben jij/leef je eigenlijk? Vragenlijstje 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Ben je wel eens medisch gekeurd? Ja / nee Ben jij vaak moe (opstaan ‘s morgens) Slaap je slecht? Heb je last van zenuwen? Heb je oorklachten (suizen, loopoor) Heb je oogklachten? Moet je regelmatig hoesten? Heb je last van kortademigheid? Heb je regelmatig maagklachten? (pijn, brandend gevoel) Heb je regelmatig buikpijn? Heb je regelmatig problemen met je stoelgang? Heb je regelmatig pijn/stijfheid in je armen, handen, schouders , gewrichten? 13. heb je regelmatig pijn in je heupen, benen of enkels? 14. Heb je regelmatig pijn in je nek of rug? 15. Heb je regelmatig last van hoofdpijn? 16. ben je vaak duizelig? 17. Ben je allergisch voor iets? 18. Heb je dan last van huid/neus/ademhaling 19. ben je wel eens onder behandeling geweest voor een of meerdere ziekten, zoals: suikerziekte – hoge bloeddruk – hartziekte- overgewicht- overspannenheidslapeloosheid- epilepsie- huisziekte- bronchitis- reuma- spier- gewrichtsklachten- nek/rugklachtenmaag – lever- ernstig ongeval. Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-55-
20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
ben je wel eens geopereerd? Gebruik je nogal eens geneesmiddelen? heb je last van hoogtevrees? Heb je last van menstruatie? Span je je lichamelijk wel eens in? Rook je veel/weinig? Drink je veel/weinig/geen alcohol? Voel je je gezond?
Hoe blijf je gezond? Niemand kan je garanderen dat je nooit ziek zult worden. Maar we hebben in dit programma gezien dat een aantal zaken ongezond is. Je kunt dus zelf iets aan de gezondheid doen. Soms moet je daar wat voor overhebben. Hieronder zie je een lijst met mogelijkheden om je gezondheid te verbeteren. Trainer kan De deelnemers uitdagen om aan te geven wat ze er wel – niet voor over hebben om gezond te leven. 1. Niet meer roken 2. Geen alcohol drinken
wel wel
3. Geen drugs gebruiken 4. Geen patat/frikandellen eten
niet wel
wel
5. Veel/regelmatig sporten 6. Geen chocolade eten
wel
niet
7. Geen varkensvlees eten
wel
niet
8. Fietsen i.p.v auto-brommer rijden
wel
niet
9. Elke avond om 10 uur naar bed
wel
niet
10. Geen chips eten
wel
niet
12. Na het eten tandenpoetsen
wel wel
niet
13. Niet onnodig medicijnen gebruiken wel
niet
14. Niet urenlang liggen zonnen
niet
wel
15. Onbespoten groente 16. Alleen katoen en linnen dragen
wel wel
17. Ieder morgen ontbijten 18. Ieder dag je hele lichaam wassen
wel
niet
19. Spanningen direct oplossen
wel
niet
20. Huis-/slaapkamer goed ventileren
wel
niet
21. Douchen na het sporten
wel
niet
22. Elke dag schoon ondergoed
wel
niet
23. Handen wassen voor het eten
wel
niet
24. Huis stofzuigen/.schoonhouden
wel
niet
26. Handen wassen na het plassen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
wel wel
niet
niet
niet
niet wel
25. Minder koffie drinken
niet
niet wel
11. Meer fruit eten
niet
niet
niet
niet
-56-
27. Geen MP3 steeds gebruiken
wel
niet
8.2.3. Ontspanningsoefeningen en invullen leuke dingen lijst (45 minuten) Inhoud les: Leren ontspannen Trainer doet een aantal eenvoudige ontspanningsoefeningen voor. Focussen op ademhaling en lichaamshouding.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-57-
BIJLAGE Schema van plezierige dingen voor volwassenen 1. Een bad nemen 2. Mijn carrière plannen 3. Schulden inlossen, of niet meer op krediet kopen 4. Voorwerpen verzamelen (munten, schelpen, sigarenbandjes) 5. Met vakantie gaan 6. Denken hoe het zal zijn als ik mijn school af heb 7. Oude dingen opnieuw bruikbaar maken 8. Uitgaan met iemand 9. Ontspannen 10. Midden in de week naar de film gaan 11. Joggen, wandelen 12. Denken dat ik een hele dag hard gewerkt heb 13. Naar muziek luisteren 14. Herinneringen ophalen aan vroegere feestjes 15. Hebbedingetjes kopen 16. In de zon liggen 17. Plannen maken voor een verandering van loopbaan 18. Lachen 19. Denken aan eerdere reizen 20. Naar anderen luisteren 21. Tijdschriften of kranten lezen 22. Hobby’s (postzegels verzamelen, modellen bouwen) 23. Een avond doorbrengen met goede vrienden 24. Plannen maken voor de dag 25. Nieuwe mensen ontmoeten 26. Terugdenken aan mooie landschappen 27. Geld sparen 28. Gokken 29. Van het werk naar huis gaan 30. Eten 31. Karate, judo of yoga beoefenen 32. Denken aan mijn pensionering 33. Dingen in huis repareren 34. Aan mijn auto (of fiets) sleutelen 35. Terugdenken aan aardige dingen die mensen tegen je gezegd of gedaan hebben 36. Sexy kleren dragen 37. Rustige avonden hebben 38. De planten verzorgen 39. Kopen en verkopen van aandelen 40. Gaan zwemmen 41. Figuurtjes tekenen 42. Lichamelijke oefeningen doen 43. Oude dingen verzamelen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-58-
44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91.
Naar een feestje gaan Denken over het kopen van dingen Golf spelen Voetballen Vliegeren Discussiëren met vrienden Familiebijeenkomsten organiseren Op een motor rijden Seks Trimmen Gaan kamperen Zingend door het huis lopen Bloemen schikken Godsdienstoefeningen (naar de kerk gaan, samen bidden) Afvallen Naar het strand gaan Denken dat ik er mag zijn Een dag waarop ik niets hoef te doen Naar een schoolreünie gaan Gaan schaatsen Gaan zeilen Buitenlandse of binnenlandse reizen maken Schilderen Iets spontaan doen Borduren, handwerken Slapen Autorijden Mensen ontvangen Naar clubs gaan (een tuinclub, alleenstaanden club) Denken over trouwen Op jacht gaan Zingen in een koor Flirten Een muziekinstrument bespelen Handarbeid doen Een cadeautje voor iemand maken CD’s kopen Naar een boks- of worstelwedstrijd kijken Een feest organiseren Koken Een wandeltocht maken Boeken (gedichten, artikelen) schrijven Naaien Kleren kopen Uit eten gaan Werken Over boeken discussiëren Bezienswaardigheden bekijken
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-59-
92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139.
Tuinieren Naar de schoonheidsspecialiste gaan ’s Morgens koffie drinken en de krant lezen Tennissen Zoenen Naar mijn kinderen kijken (als ze spelen) Bedenken dat ik het heel wat beter heb dan de meeste anderen Naar toneel en concert gaan Dagdromen Plannen maken voor een opleiding Aan seks denken Een autoritje maken Luisteren naar muziek Meubels opknappen Televisie kijken Lijstjes maken van taken Een fietstocht maken Wandelen in het bos of langs het strand Cadeaus kopen De natuur in gaan Iets afmaken Schelpen verzamelen Naar een sportevenement gaan kijken (autoraces of paardenrennen) Mierenzoet, dikmakend voedsel eten Lesgeven Fotograferen Gaan vissen Aan plezierige dingen denken Je aan een dieet houden Met dieren spelen Een vliegtuig besturen Romans lezen Toneelspelen Alleen zijn In je dagboek schrijven of brieven schrijven Schoonmaken Non-fictie lezen Kinderen mee uit nemen Dansen Gaan picknicken Denken: ‘Dat heb ik goed gedaan’, nadat je iets hebt gedaan hebt Mediteren Volleyballen Lunchen met een vriendin Naar de bergen gaan Denken aan het hebben van een gezin Terugdenken aan gelukkige momenten in mijn jeugd Uitspatten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-60-
140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176.
Kaarten Raadsels oplossen Over politiek discussiëren Softbal spelen Dia’s of foto’s bekijken of laten zien Gitaar spelen Breien Kruiswoordraadsels oplossen Biljarten Me mooi aankleden en er goed uitzien Stilstaan bij hoezeer ik vooruit ga Dingen voor mezelf kopen (parfum, golfballen) Telefoongesprekken voeren Naar musea gaan Religieuze gedachten hebben Kaarsen aansteken Naar de radio luisteren Me laten masseren Zeggen ‘Ik hou van je’ Denken over mijn goede eigenschappen Boeken kopen Naar de sauna of een Turks bad gaan Gaan skiën Wildwatervaren Gaan bowlen Houtbewerken Fantaseren over de toekomst Balletlessen nemen of gaan tapdansen Debatteren Op een terras zitten Een aquarium hebben Erotica (seksboeken, films) Paardrijden Erover denken om maatschappelijk actief te worden Iets nieuws doen Legpuzzels maken Bedenken dat ik iemand ben die zich kan redden
Andere mogelijkheden: o
8.2.4 Plenair nabespreken (15 minuten) 8.2.5 Gezonde activiteit uitvoeren (60 minuten) De De deelnemer kiest 1 gezonde activiteit en gaat die uitvoeren: in leslokaal of thuissituatie
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-61-
Les 8.3 : Presentatie/gezondheidsvoorlichting bijwonen
8.3.1 intro en welkom Algemene doelen van les 8.3: De deelnemer weet hoe eigen gezondheid te verbeteren De deelnemers krijgen handvatten aangereikt om gezonder te leven De deelnemers leren positieve keuzes te maken
8.3.2 Presentatie/voorlichting bijwonen (120 minuten) Afhankelijk van de gezondheidklachten van de deelnemers bezoek brengen of volgen workshop bijvoorbeeld: St. MEE Consultatiebureau GGZ Context
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-62-
Blok 9: Werknemersvaardigheden: solliciteren
Achtergrondinformatie trainers: In dit blok gaan de deelnemers praktisch aan de slag met het opstellen van een curriculum vitae (CV) en een of meer sollicitatiebrieven. Ook oefenen we een eenvoudig sollicitatiegesprek. Daarnaast besteden we aandacht aan basale werknemersvaardigheden en oefenen we een lastige situatie op de werkplek. In het kader van werk zoeken gaan we op bezoek bij het UWV en/of een reïntegratiebedrijf. In dit blok is het handig om van de knowhow van bijvoorbeeld de OK Bank of een andere intermediair gebruik te maken. Verder is het advies om links te leggen met eerder behandelde onderwerpen als beroepenhand, voor- en nadelen betaald werk en de doelenkaarten
Algemene doelen van Blok 9:
De deelnemer maakt kennis met de arbeidsmarkt De deelnemer oefent met gesprekken met werkgevers en intermediairs De deelnemer oefent met basale werknemersvaardigheden
Bewijsstukken bij Blok 9: kant en klaar CV (goedgekeurd door trainer PPP) sollicitatiebrief deelname werkbezoek testuitslag/rapport Bijlagen: cv sollicitatiebrief (voorbeeld) info over testen link UWV of infofolder UWV werk zoeken werk vinden Aandachtspunten Als trainer niet te theoretisch inzetten. Onderwerpen kunnen het beste op een laagdrempelig en praktisch niveau worden aangeboden. We gaan uit van het beginniveau van de De deelnemers. Dit blok is een mix van oefenen met taal en sociale vaardigheden. Lesbenodigdheden: CV Portfolio werkbladen Medewerking intermediairs bijv. UWV Doelenkaarten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-63-
Les 9.1 Intro sollicitatiebrief en Curriculum vitae (30 minuten)
9.1.1 intro en welkom (10 minuten)
Doelen van les 9.1: De deelnemer leert eenvoudig CV en brief te schrijven De deelnemer maakt kennis met de arbeidsmarkt
9.1.2 Intro: voorbeelden Trainer deelt handouts uit: diverse CV’s en profielschets
9.1.3 Schrijven CV en sollicitatiebrief (60 minuten) Trainer verzorgt een blokje theorie. Vervolgens: Praktisch aan de slag gaan met cv en brief Computerles combineren met dit blok Plenair behandelen en individueel begeleiden/nakijken 9.1.4 Afronden
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-64-
Hand-outs: Curriculum Vitae (zie Map Portfolio Participatiepaspoort ) Format voor sollicitatiebrief (basaal)
Hoe schrijf je een sollicitatiebrief? Je sollicitatiebrief dient als aanvulling op je CV. De brief beschrijft jezelf (verkooppunten) en bestaat maximaal uit één A4'tje. Behalve de inhoud - kort en bondig - is de stijl belangrijk. Je brief moet enthousiasme uitstralen. Je motivatie leid je af aan de vacaturetekst. Je brief bestaat uit drie onderdelen, die je onderling kunt verwisselen.
Aanhef: Staat er geen naam vermeld in de advertentie? Bel dan op en vraag aan wie u de brief moet richten. Schrijf anders Geachte mevrouw/heer,
Opening: Hier leg je uit naar welke functie je solliciteert Waar je de vacature bent tegengekomen Verwijs je naar een eventueel telefoongesprek dat je hebt gehad met de werkgever Kern en motivatie: Omschrijf waarom je naar deze functie solliciteert Leg uit waarom je bij dit bedrijf solliciteert
Slot: Beargumenteer waarom jij de geschikte kandidaat bent voor de functie Verwijs naar je opleidingen, je werkervaring, kennis of persoonlijke vaardigheden.
Enveloppe: Gebruikelijk is een enveloppe van 22 x 11cm. Vouw de brief in drieën met de tekst naar binnen. In de linker bovenhoek van de enveloppe noteert je het vacaturenummer. In de rechterbovenhoek plak je de postzegel van € 0,44
Wat zet je in je brief? Probeer je voor te stellen in de werkgever van het bedrijf. Dat vraagt kennis van functie, onderneming en cultuur van het bedrijf. Kijk naar woordkeus, toon en stijl in de advertentie. Bestudeer ook de website van het bedrijf. Probeer een zo volledig mogelijk beeld van jezelf te geven: waar ligt je motivatie, welke uitdaging zie je en hoe verwacht je in het bedrijf te functioneren? Het belangrijkste: wat is jouw unieke bijdrage aan het bedrijf? Met andere woorden: waarom ben jij geknipt voor die functie? Ken jezelf: breng je kwaliteiten naar voren. Wees daarbij positief en laat geen twijfels blijken. Ben je ergens goed in,
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-65-
waarmee je je van anderen onderscheidt? Schrijf glashard op, maar schets geen vals beeld van jezelf. Informatie uit je CV herhaal je niet in je brief en pas op dat je geen standaard brief schrijft. Probeer uniek te zijn, maar overdrijf niet. Open sollicitatie Open solliciteren betekent dat je 'ongevraagd' solliciteert. Je reageert dus niet op een advertentie of een openstaande vacature. Op die manier proberen een baan te vinden lijkt misschien op zoeken naar een speld in een hooiberg. Toch is dat niet waar. Een open sollicitatie kan een sterk wapen zijn als je het goed aanpakt. Ongeveer 20% van de openstaande functies wordt zo ingevuld. Hoe ga je te werk? Er zijn ook nadelen aan open sollicitaties. Je brief kan terzijde worden geschoven omdat hij weinig prioriteit heeft, of hij kan op het bureau van de verkeerde persoon belanden. Daarom moet je behalve het schrijven van een brief nog een aantal andere dingen doen als je open solliciteert: Verdiep je in wat voor functie je zoekt, en bekijk welke namen deze functie heeft in diverse branches. Dat kan verschillen Zoek uit bij welke bedrijven je zou willen werken en zorg dat je veel over ze te weten komt. Vorm je een goed beeld van die organisaties. Bekijk websites! Bel het bedrijf waar je zou willen werken. Vraag of het bedrijf open sollicitaties op prijs stelt. Vraag naar de naam van de persoon aan wie je, je brief kunt sturen (vergeet niet voorletters, titels en afdelingsnaam te vragen). Soms kun je, voordat je een brief schrijft, al een persoon van de afdeling waar jij zou willen werken telefonisch spreken. Vraag veel informatie en luister goed. Misschien worden er al functienamen genoemd die bij jou passen. Schrijf je brief en stuur hem aan de opgegeven persoon. Refereer aan het telefoongesprek dat je eerder hebt gehad. Als er functienamen zijn genoemd, schrijf je brief dan in de richting van die functies. Bel ongeveer een week nadat je, je brief hebt verstuurd nog eens na om te vragen of je brief ontvangen is.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-66-
Les 9.2 : Oefenen sollicitatiegesprekken
9.2.1 intro en welkom (10 minuten) Doelen les 9.2:
De deelnemers leren en oefenen met gesprekstechnieken; omgaan met moeilijke vragen De deelnemers oefenen met gesprekken met werkgevers De deelnemers leren basale werknemersvaardigheden
Op gesprek! Zorg dat je op tijd bent! Ga dus op tijd van huis weg en neem een bus of trein eerder. Plan de route naar het bedrijf toe. Hoe moet ik er komen? Welke afslag of welke tram of bus moet ik nemen etc. Neem het telefoonnummer en de naam van de contactpersoon mee met wie je de afspraak hebt. Bij vertraging kun je hem of haar dan op tijd op de hoogte stellen. Neem altijd je eigen CV mee! Vaak is dit gebruikt als leidraad om meer over je te weten te komen. Daarnaast kun je eventuele getuigschriften, diploma's en/of andere belangrijke documenten meenemen. Wanneer je iemand voor de eerste keer ontmoet krijg je binnen de minuut een bepaalde indruk van die persoon. Ook op sollicitatiegesprekken er vaak vertrouwd op indrukken. Niet alleen op je kleding maar ook op je houding, je handdruk, je stiptheid en zelfs je ledematen wordt gelet. Het eerste sollicitatiegesprek is een zeer goede gelegenheid voor een uitgebreide oriëntatie voor jezelf en de werkgever. Is dit wat jij zoekt als werknemer En ben jij de juiste kandidaat voor de baan? Het gesprek bestaat vaak uit een aantal vooraf bepaalde onderwerpen. Dit wordt vaak bepaald aan de hand van jouw CV en sollicitatiebrief. Daarnaast wordt gekeken naar het functieprofiel, gewenste eigenschappen etc. Bereid je dus voor. Tips: Gedurende het eerste deel van het gesprek zal de werkgever proberen je een beetje op je gemak te stellen. Je mag het drankje dat je aangeboden wordt gerust accepteren. Ga pas zitten als je een plaats krijgt aangeboden. Let op je houding Ga rechtop of licht voorovergebogen zitten met je borst vrij en je handen boven tafel. Ontspan je De gesprekken die het beste verlopen, spelen zich af in een min of meer informele sfeer. Houd je antwoorden zakelijk en kort. Oogcontact Als je de ander af en toe recht in de ogen kijkt, maak je een eerlijke(r) indruk. Als je te maken hebt met verschillende partners is het raadzaam om ze om de beurt even aan te kijken.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-67-
9.2.2 Oefenen sollicitatiegesprekken
Rollenspellen Rollenspel: sollicitant in sollicitatiegesprek met PZ of leidinggevende van een bedrijf : Situatie: sollicitant solliciteert als verkoopster bij de HEMA; heeft zich goed voorbereid. Vragen die ze wil stellen, zijn bijvoorbeeld: Wat houdt de baan/functie in? Zijn er scholingsmogelijkheden? De trainer laat De deelnemers nog een paar vragen verzinnen. Optioneel: Werknemersvaardigheden Oefenen en plenair nabespreken Situatie: werknemer wil een vrijde dag opnemen op een dag dat het de chef/manager helemaal niet uitkomt. Dit keer wil de werknemers voet bij stuk houden en moet zij echt een vrije dag kunnen opnemen. Tip van de trainer: laat De deelnemers zoveel mogelijke (zakelijke/feitelijke) argumenten verzinnen om gesprek goed te laten verlopen met het gewenste eindresultaat.
Sollicitatietips Plenair behandelen door trainer met inbreng/ervaringen van De deelnemers: Een selectie uit de volgende tips: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
kom op tijd stel u voor met een stevige handdruk vergeet niet dat de eerste indruk die u de eerste drie minuten maakt heel sterk het beeld bepaalt dat een ander zich van u vormt. houd oogcontact met degene die u de vragen stelt probeer zo makkelijk mogelijk te zitten; niet onderuit gezakt en niet op het puntje van u stoel rook niet (ook niet van te voren) laat merken dat u geïnteresseerd bent in datgene wat de ander vertelt (hmm, ja ja) wees tactisch als u van mening verschilt luister goed naar de vragen en de opmerkingen over de organisatie en de baan, zodat u tijdens het gesprek hier op in kunt spelen wees niet bang voor pauzes of stiltes; u kunt best een paar seconden nadenken voordat u antwoord geeft maak gerust aantekeningen beantwoord de vragen op een duidelijke manier, maar maak het antwoord niet te lang
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-68-
13. 14. 15.
wees doelbewust en overtuigend, benadruk uw sterke kanten neem het initiatief om het gesprek voorzichtig te kunnen sturen begin in het eerste gesprek niet gelijk over geld of salaris
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-69-
Les 9.3 Werkbezoek brengen aan UWV en/of reïntegratiebedrijf
9.3.1 intro en welkom
Doelen les 9.3:
De deelnemer leert basale werknemers vaardigheden De deelnemer leert basiskennis van de arbeidsmarkt
9.3.2: Werkbezoek (120 minuten)
9.3.3 Interviewlijst invullen eventueel test doen NB binnen CVD Arbeidsactivering bestaat mogelijk tot afnemen Darius Test (competentie- en persoonlijkheidstest)
9.3.4 Afronden (15 minuten)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-70-
Programma Blok 10: Snuffelstage
Achtergrondinformatie voor trainer: De deelnemers gaan theorie toetsen aan de praktijk. Na voorbereiding gaan ze minimaal een dagdeel stage lopen bij een instelling naar eigen keuze. De ervaringen van de verschillende snuffelstages vormen aanknopingspunten voor het uitgebreid nabespreken met de trainer/begeleider PPP en bijstellen van persoonlijke doelen van de De deelnemers. De snuffelstage kan eventueel gekoppeld worden aan blok 9: werknemersvaardigheden of als apart blok worden ingezet.
Algemene doelen blok 10: De deelnemers krijgen oriëntatie op de arbeidsmarkt en beroepenveld De deelnemers gaan doelen Persoonlijk Aktieplan bijstellen De deelnemers wisselen stage ervaringen onderling uit
Bewijsstukken: Deelname snuffelstage Ingevuld aktieplan Referentie- of STAR verklaring (laten aftekenen) Lesbenodigdheden Aktieplannen (handout) Stageadressen Stage-overeenkomsten (format)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-71-
Blok 11: Opkomen voor jezelf (assertiviteitstraining)
Achtergrondinformatie voor de trainer: In dit blok staan de doelen van de deelnemers centraal. Het belangrijkste is dat de deelnemer zoveel mogelijk de kans krijgt om te oefenen met situaties die zij lastig vindt. Dit kan betrekking op een of meerdere leefgebieden. Daarnaast is dit blok een toetsmoment om te bepalen of de deelnemer voldoende netwerkcontacten heeft opgebouwd om zelfstandig (dus zonder al te veel begeleiding en bemoeienis) info op te vragen, kennis te verzamelen of hulp en advies te vragen. In dit blok wordt het eerste dagdeel gebruikt om de hulpvragen en leerdoelen te inventariseren en waar nodig te oefenen met praktische vragen. Vervolgens trekken De deelnemers “er op uit” om te oefenen met situaties die ze lastig vinden en dag 3 wordt gebruikt voor feedback en evaluatie.
Doelen blok 11:
De deelnemers leren meer voor zichzelf op te komen De deelnemers werken aan hun leerdoelen De deelnemers oefenen in de praktijk
Bewijsstukken: Ingevuld aktieplan Lijst leerdoelen Referentieverklaringen Bewijs deelname interviews/intakegesprekken
Lesbenodigdheden Afspraken met stage-adressen Persoonlijke aktieplannen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-72-
Les 11.1 Opkomen voor jezelf
11.1.1 Intro en welkom
Les 11.1 Intro assertiviteit en oefenen Inleiding assertiviteit eventueel met gastspreker
Algemeen doel les 11.1: Leren meer voor jezelf op te komen Invuloefening assertiviteit: hoe assertief ben ik en wat vind ik (nog steeds) lastig De deelnemers formuleren eigen leerdoelen a.d.h.v. de leefgebieden met gebruikmaking van doelenkaarten, belemmeringen en valkuilen.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-73-
Les 11.2 Afnemen van een interview
Les 11.2 : Afnemen interview / voeren lastig gesprek (120 minuten)
doel les 11.2: De deelnemers oefenen met hun leerdoelen in de praktijk Inhoud les: De deelnemers gaan “er op uit” en oefenen in de praktijk door een interview af te nemen bij een beroepskracht en/of vertegenwoordiger van een bepaalde organisatie. Hand-out: Vragenlijst Interview met beroepskracht (zie PPP) Optioneel
Opdracht Stel je de volgende situatie eens voor: Je zit met een collega (mede-deelnemer) in de kantine even uit te blazen met een kop koffie/thee. De collega praat jou de oren van het hoofd. Je kunt er zelfs niet meer tussen komen. Dat is je al vaker overkomen. En je vindt dat niet zo plezierig. Wat doe je? a. b. c. d. e. f.
Je gaat niet meer samen koffie drinken Je luistert niet meer als zij praat. Je ergert je dood , maar doet gewoon tegen haar en laat niets merken Je zegt tegen haar dat ze zoveel praat en dat ze haar mond moet houden Je zegt dat je je er aan ergert en dan niet meer kan luisteren naar wat ze te vertellen heeft Je verwijt haar dat ze zoveel praat.
Bespreek de antwoorden in de klas. Of speel de situatie eerst na met verschillende tweetallen en doe dan de nabespreking.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-74-
Les 11.3 Feedback
Les 11.3 : Feedbackronde: hoe was het? (60 minuten)
Les 11.3.1 intro en welkom (10 minuten)
Doel bij les 11.3: De deelnemers leren reflecteren op hun eigen gedragingen en handelen.
11.3.2 Feedbackronde Inhoud: De deelnemers doen uitgebreid verslag en wisselen ervaringen uit met gebruikmaking van feedback regels
11.3.3 Update portfoliomap (60 minuten) De deelnemers gaan aan de slag met hun portfolio: bijwerken lijsten, verzamelen nieuwe en nog ontbrekende bewijsstukken. 11.3.4 Afronden
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-75-
Hand-out FEEDBACK REGELS
Feedbackregels: o o o o o o o o
FB is specifiek, niet algemeen FB is gericht op iemands gedrag, niet op de persoon of karakter dus niet: ik vind jou niet leuk of onaardig; maar wel: wat je zei, klonk niet aardig. FB is gericht op gedrag waar de ontvanger iets aan kan doen (dus niet: jij stottert zo, kun je daar niet mee ophouden joh! FB moet aansluiten op de mogelijkheden van de ontvanger (taalgebruik, IQ, enz) FB gaat over wat iemand zegt of doet, of hoe hij of zij dat doet en niet waarom FB is gericht op de presentator; hier en nu FB is niet hetzelfde als kritiek Bij het ontvangen van FB mag je om verduidelijking vragen, net gaan uitleggen/verdedigen hoe je iets eigenlijk bedoeld hebt
WAAROM vragen hebben weinig zin. Beter is: wie doet wat met wie waartoe en hoe Oftewel: actoren, GEDRAG,doel, richting en richtlijnen)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-76-
Blok 12: Aan de slag
Achtergrondinformatie voor de trainer: Dit blok staat in het teken van losse eindjes vastmaken, gemiste onderwerpen inhalen, herhalingen, toevoegen ontbrekende bewijsstukken; afspraken maken voor eindevaluatie en voorbereiding van de afsluiting en driehoeksgesprekken (warme overdracht). Voor de trainer breken ook drukke weken aan met veel individuele gesprekken en afspraken. Een goede planning is hierbij essentieel.
Algemene doelen bij blok 12:
De deelnemers maken leerdoelen af: De deelnemers zijn op de hoogte De deelnemers maken afspraken over vervolgtraject De deelnemers hebben “hun” leefgebieden ingevuld De deelnemers maken hun Portfoliomap compleet De deelnemers sluiten hun traject PPP af De deelnemers krijgen een ‘warme’ overdracht
Lesbenodigheden: een goede spreekkamer waar men ongestoord kan werken aktieplannen van De deelnemers evaluatieformulieren overdrachtsformulieren laptop
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-77-
Les 12.1 Aan de slag
12.1.1 Intro en welkom Trainer geeft samenvatting van blokken en kijkt vooruit met de groep Plenair bespreken bij terugkomdag(en)
12.1. 2 Overdrachtsgesprekken voeren Trainer/begeleider PPP voert driehoeksgesprekken Evaluaties op papier zetten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-78-
Les 12.2 Uitnodigen netwerk- of uitstroomorganisaties
Les 12.2 Uitnodigen netwerk- of uitstroomorganisaties voor eindpresentaties Voorbereiden eindpresentatie De deelnemers werken aan eigen presentatie (moodboard en Portfolio)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-79-
Les 12.3 Eindpresentaties en certificaat uitreiking
Les 12.3 : Eindpresentaties en certificaat uitreiking Officieel tintje: gastspreker uitnodigen; certificaten laten uitreiken Familie en vrienden erbij betrekken; iets organiseren voor kinderen Klantmanagers en andere intermediairs uitnodigen Samen koken (optioneel)
Excursie: afsluitend uitje organiseren (optioneel) Bijvoorbeeld een bezoek aan Dress 4 Succes gecombineerd met ontspanning (eten & drinken) in de wijk Afspraken maken terugkomdag(en) en onderling contact als netwerkgroep
Bewijsstukken: Afgeronde en afgetekende Portfoliomap Certificaat PPP Overdrachtsformulier netwerk/uitstroomorganisatie Overige documenten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 3 -
-80-