ParticipatiePasPoort Handleiding voor Trainers Deel II Basistraining
Deze activiteit kwam tot stand met steun van:
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
Het ParticipatiePasPoort is de naam van een methodiek, de methodiek die draait om het gebruik van een portfoliomap met dezelfde naam. De portfoliomap is in het bezit van de deelnemer aan participatieactiviteiten. De map geeft een overzicht van zijn of haar kwaliteiten, vaardigheden en ervaring op het gebied van opleiding en werk. Ook wordt in de map beschreven welke resultaten de deelnemer heeft behaald bij alle organisaties waarmee hij of zij te maken heeft (gehad). Hierdoor is het ParticipatiePasPoort, op individueel niveau als portfolio en breder als methodiek, een uitstekend middel om het aanbod van organisaties op elkaar af te stemmen en gericht door te verwijzen. Medewerkers van welzijnsorganisaties gebruiken het ParticipatiePasPoort in hun gesprekken met de deelnemer. Het werken met het ParticipatiePasPoort maakt de begeleiding effectiever. Het ParticipatiePasPoort is in de eerste plaats bedoeld voor de deelnemer zelf en de begeleiders waar hij of zij in het participatietraject mee te maken krijgt. De deelnemer krijgt een duidelijk overzicht van alles wat hij of zij al heeft gedaan en krijgt daardoor een beter beeld van zijn of haar mogelijkheden, beperkingen en wensen. Voor de begeleider helpt dat overzicht om snel tot een effectieve werkrelatie te komen. De begeleiding wordt zo effectiever en de deelnemer zal zijn of haar doelen sneller bereiken. Organisaties kunnen het ParticipatiePasPoort onderling goed gebruiken als overdrachtsinstrument. Voor organisaties, beleidsmakers en politiek levert het ParticipatiePasPoort objectieve informatie op met betrekking tot de instroom en de participatiegraad van deelnemers, het gebruik van het aanbod of de doorverwijzing naar een andere organisatie.
Trainershandleiding PPP deel 2 Trainersinformatie -
De trainershandleiding voor het ParticipatiePasPoort bestaat uit drie delen. Het eerste deel geeft informatie over het doel en de uitgangspunten van de methodiek en beschrijft de verschillende fasen daarin. Deze informatie zal u helpen om samen met deelnemers aan hun activiteiten een portfolio samen te stellen, het portfolio dat als basis dient voor een op maat gemaakt participatietraject. Deel II van de trainershandleiding beschrijft een basistraining en deel training ParticipatiePasPoort.
III beschrijft een uitgebreide
Zowel de basistraining als de uitgebreide training kunnen individueel en in groepsverband gegeven worden.
Deel I : Trainersinformatie ParticipatiePasPoort Deel II: Basistraining ParticipatiePasPoort: een training van twaalf dagdelen, voor deelnemers met 1 een instaptrede 1 t/m 5 van de participatieladder . Deel III: Uitgebreide training ParticipatiePasPoort: een training van twaalf blokken van elk drie dagdelen, voor deelnemers met een hoger instapniveau.
U kunt er ook voor kiezen deelnemers eerst de basistraining aan te bieden en deze aan te vullen met onderdelen van het uitgebreide programma.
1
De participatieladder is het meetinstrument dat als basis dient voor het ParticipatiePasPoort als methodiek . De participatieladder meet de mate waarin iemand in de samenleving participeert, per trede. Op trede één staan mensen die volledig geïsoleerd leven. Deelnemers op trede tien hebben betaald werk, maar behoefte aan begeleiding om door te kunnen stromen. Zie paragraaf 1.3 van deel 1.
Trainershandleiding PPP deel 2 Trainersinformatie -
Inhoudsopgave
1.
Kennismaking ................................................................................................................................................ 1
2.
Nadere kennismaking ............................................................................................................................... 3
3.
Vaardigheden en wensen ....................................................................................................................... 7
4.
Moodboards .................................................................................................................................................. 11
5.
ParticipatiePasPoort en Participatieladder .............................................................................. 13
6.
Tijdsbesteding ............................................................................................................................................ 17
7.
Omgaan met veranderingen .............................................................................................................. 20
8.
Van persoonlijke wensen naar een plan.................................................................................... 23
9.
Dagbesteding en vrijwilligerswerk ................................................................................................ 25
10.
Vrijwilligerswerk in de wijk................................................................................................................. 28
11.
Betaald werk ................................................................................................................................................ 31
12.
ParticipatiePasPoort............................................................................................................................... 36
1e bijeenkomst Kennismaking
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers maken kennis met andere cursisten en de trainers. De deelnemers kennen de globale inhoud van de cursus. De deelnemers raken vertrouwd met het praten over zichzelf in een groep.
Hulpmiddelen: Presentielijst Naamkaartjes Flap-over met flappen, stiften e.d. Bal
Programma: 1. Welkom, voorstellen trainer en toelichting werkwijze De trainer stelt zich voor en geeft een korte uitleg over de werkwijze van de training Participatiepaspoort. In de uitleg benadrukt de trainer dat dit een echte “doe-training” is en dat een actieve houding gewenst is. Verder geeft de trainer aan dat er een beroep wordt gedaan op Empowerment (de kracht in jezelf). 2. Aandachtspunten/ afspraken Mobiele telefoons uit. Afmelden als je niet kunt komen. Naar elkaar luisteren. Alles wat in de groep besproken wordt, blijft in de groep. 3. Deelnemers maken kennis met elkaar De trainer vraagt iedereen haar sleutelbos te pakken en te vertellen over wat elke sleutel betekent, of welke sleutel het belangrijkste is en waarom.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
1
4. Oefening met de bal (namenspel) De deelnemers zitten of staan in een kring. Een bal wordt over en weer naar de deelnemers gegooid. Wie de bal vangt zegt: Ik ben .................................................. ik gooi de bal naar ......................................................................... De bal gaat rond totdat iedereen aan de beurt is geweest. Vervolgen met Ik ben ...................................... ik kan........................................... en gooi de bal naar ........................................ Ik ben ...................................... ik vind .......................................... lekker en gooi de bal naar ........................... Ik ben ...................................... ik vind .......................................... mooi en gooi de bal naar.............................. Ik ben ...................................... ik wil leren .................................. en gooi de bal naar ........................................
Wat de deelnemers willen leren wordt geïnventariseerd op een flap en besproken. Dit geeft een eerste indruk van wensen van de deelnemers. 5. Afsluiting De trainer vat de bevindingen van de training kort samen en evalueert de bijeenkomst met de deelnemers. Wat vonden jullie van deze bijeenkomst?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
2
2e bijeenkomst Nadere kennismaking
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers kunnen zichzelf presenteren. De deelnemers maken kennis met de begrippen: portfolio, bewijsstukken, vaardigheden /kwaliteiten.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over met vellen en stiften Wereldkaart
Uitdelers: Werkblad 1 ‘negen gezichtjes’ Werkblad 2 ‘gezichtjes ABCD’ Mappen ParticipatiePasPoort
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer begroet iedereen en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst. De trainer vertelt dat de deelnemers elkaar vandaag nog beter zullen leren kennen. 2. Hoe voel ik me vandaag? De trainer deelt werkblad 1 uit met de acht gezichtjes en vraagt aan de deelnemers welk gezicht het best bij hun gevoel past.
3. Wie ben je? De trainer vraagt de deelnemers iets over zichzelf te vertellen, voorbeelden van vragen: Waar ben je geboren? (aanwijzen op wereldkaart) In welk jaar? Woonde je in een stad of in een dorp? Kom je uit een grote of kleine familie? Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
3
Wie is je vader? Wie is je moeder? Ben je het oudste, middelste of jongste kind? Bij wie woonde je? Als je niet in Nederland bent geboren, hoeveel jaar ben je in Nederland? 4. Introductie van het ParticipatiePasPoort/portfolio De trainer deelt de mappen uit en vertelt in het kort wat een ParticipatiePasPoort/portfolio is (bewijsstukken en vaardigheden). De vergelijking met een fotomodel en haar portfolio met bewijsstukken is hierbij een goede vergelijking, een goed hulpmiddel in de uitleg. Belangrijk is dat de deelnemers weten dat zij zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor de inhoud van het ParticipatiePasPoort. Deze is persoonlijk, net als bijvoorbeeld je huissleutels. Met betrekking tot de bewijsstukken wijst de trainer de deelnemers erop dat originele diploma’s niet in de map horen, wel kopieën van diploma’s, getuigschriften etc. 5. Wat kan je? De deelnemers trekken op een blanco A4tje hun hand over en schrijven in elke vinger iets wat ze kunnen, waar ze goed in zijn. 6. Afsluiting De trainer vat de bevindingen van de training kort samen en evalueert de bijeenkomst met de deelnemers aan de hand van werkblad 2 (vier gezichtjes ABCD). Op die manier wordt duidelijk wat de deelnemers van de bijeenkomst vonden.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
4
Werkblad 1 bijeenkomst 2
Hieronder staan enkele gezichten. Stel u eens de vraag, hoe voel ik mij de laatste tijd (laatste twee/drie maanden) in het algemeen? Omcirkel het gezicht dat naar uw mening het beste uw stemming van de afgelopen maanden uitdrukt.
A
B
C D E F
H G
i
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
5
Werkblad 2 bijeenkomst 2
Wat vond je van de bijeenkomst?
A) Heel leuk
B) Wel goed
C) Weet ik nog niet
D) Moeilijk
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
6
3e bijeenkomst Vaardigheden en wensen
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers kunnen vaardigheden benoemen van zichzelf. De deelnemers kunnen hun wensen en dromen benoemen.
Hulpmiddelen: Presentielijst Kaarten levenskunstspel Tijdschriften en kranten Flap-over met vellen en stiften
Uitdelers: Werkblad 3a ‘De vele taken van een vrouw’ of Werkblad 3b ‘De vele taken van een man’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer haalt terug waar de groep de vorige keer mee bezig is geweest. De nadruk ligt op ‘wat heb je in je vingers’. De trainer vertelt dat vandaag ook wordt begonnen met vaardigheden en kwaliteiten. 2. De vele taken van een vrouw of een man De trainer neemt met de groep werkblad 3a ‘De vele taken van een vrouw’ of 3b ‘De vele taken van een man’ door. Het is belangrijk uit te leggen dat dit allemaal vaardigheden zijn die je ook in de uitoefening van beroepen nodig kan hebben. Sommige dingen heb je geleerd op school en andere door ervaring.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
7
3. Wat heb je geleerd op school en wat niet Samen met de deelnemers inventariseert de trainer deze vragen, zet de antwoorden op een flap en bespreekt deze. De vragen zijn: Wat heb je op school geleerd? Wat heb je niet op school geleerd? 4. Levenskunstspel De trainer legt een aantal kaartjes uit het levenskunstspel op tafel. Iedere deelnemer pakt een kaartje. De trainer deelt de groep op in groepjes van drie en vraagt de cursisten te praten over de vragen die achter op hun kaartjes staan. 5. Een moodboard maken De trainer legt uit wat een moodboard (collage) is aan de hand van een eigen moodboard. De trainer vertelt iets over zijn/haar eigen wensen en dromen. Vervolgens gaan de deelnemers van start met het maken van een eigen moodboard waarin wensen, dromen, gedachten worden gevisualiseerd. De trainer geeft hierbij de volgende instructie:
Ga door een stapel tijdschriften en scheur of knip hier afbeeldingen uit die te maken hebben met jouw wensen en dromen. Ga alleen voor de plaatjes die jou een goed gevoel geven. Laat de lijm nog even staan. Heb vooral plezier in het ontdekken van de plaatjes waar jij je mee verbonden voelt. Maak een grote stapel van de plaatjes.
6. Afsluiting De trainer blikt terug op de bijeenkomst en vraagt aan de deelnemers wat ze ervan vonden. De deelnemers krijgen een huiswerkopdracht: kijk thuis in kranten en tijdschriften of je plaatjes ziet die te maken hebben met jouw wensen en dromen. Knip ze uit en neem ze mee naar de volgende bijeenkomst.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
8
Werkblad 3a bijeenkomst 3
De vele taken van een vrouw
Vriendin
Kok
Echtgenote Wasvrouw
Opvoedster Organisator van vakanties
Ouderraadslid
Begrotingsdeskundige
Verpleegkundige
Vrijwilligerswerker
Gezondheidsadviseur
Hulpverleenster Dierenverzorgster
Organisator van uitstapjes
Inkoopster
Schoonmaakster
Conflictbemiddelaar
Huisschilder Werkster
Moeder Tuinman
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
Verzorgster ouders
Organisator van feestjes en verjaardagen
9
Werkblad 3b bijeenkomst 3
De vele taken van een man
Vriend
Kok
Echtgenoot Klusjesman
Opvoeder
Organisator van vakanties
Ouderraadslid
Begrotingsdeskundige
Verpleegkundige
Vrijwilligerswerker
Gezondheidsadviseur
Hulpverlener Dierenverzorger
Organisator van uitstapjes
Inkoper
Conflictbemiddelaar Schoonmaker
Huisschilder
Afwashulp
Chauffeur
Vader Tuinman Sportcoach
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
10
4e bijeenkomst Moodboards
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers kunnen hun wensen en dromen via een moodboard weergeven. De deelnemers geven een korte presentatie van hun moodboard. Het moodboard wordt als bewijsstuk toegevoegd aan het ParticipatiePasPoort.
Hulpmiddelen: Presentielijst Kranten, tijdschriften en de uitgeknipte afbeeldingen van bijeenkomst 3 Blanco moodboard Flap-over met stiften en vellen Digitale camera
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer vraagt kort hoe het met de groep is. De trainer komt terug op de vorige bijeenkomst waarin een start is gemaakt met het maken van een moodboard als middel om wensen en dromen weer te geven. 2. Vervolg moodboards De trainer geeft de deelnemers de volgende opdrachten: Opdracht 1: Zoek nog plaatjes uit die jou een goed gevoel geven, die dingen laten zie die je graag doet, of die laten zien wat je graag zou willen (wensen/dromen). Kijk ook naar de afbeeldingen die je eventueel van huis hebt meegenomen. Opdracht 2: Kijk naar alle afbeeldingen die je gekozen hebt en begin jouw favorieten op het bord te leggen. Gooi de plaatjes weg waar je geen goed gevoel meer bij hebt. Kijk welke plaatjes met elkaar te maken hebben.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
11
Opdracht 3: Plak alles op het bord. Je mag erbij schrijven en/of tekenen om jouw schilderij compleet te maken. Opdracht 4: Laat eventueel in het midden ruimte over om een mooie foto van jezelf te plakken. 3. Presentatie van de moodboards De deelnemers geven een korte presentatie over de gemaakte boards. De trainer stimuleert en vraagt door. De bedoeling is dat elke deelnemer na de presentatie één kernwoord heeft dat passend is voor diens situatie (bijvoorbeeld kracht, doorzetten). Na afloop maakt de trainer een foto van de moodboards, als bewijsstuk in het ParticipatiePasPoort. 4. Afsluiting De trainer vat kort de training van vandaag samen en evalueert de bijeenkomst met de deelnemers. De trainer sluit af met ‘een rondje opscheppen’. Deelnemers vertellen om de beurt wat ze goed vinden aan zichzelf en waar ze trots op zijn.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
12
5e bijeenkomst ParticipatiePasPoort & Participatieladder
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers begrijpen wat het verzamelen van bewijzen voor hun portfolio inhoudt en wat ze eraan hebben. De deelnemers vergroten het zicht op hun kwaliteiten. De deelnemers weten wat de participatieladder is en kunnen hun huidige plek op de ladder aangeven.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over met vellen en stiften
Uitdelers: Werkblad 4 ‘Kwaliteiten’ Werkblad 5 ‘Visuele (papieren) participatieladder’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst. Hierbij legt de trainer de nadruk op kwaliteiten (hand, kwaliteiten van de deelnemer) om zo aan te sluiten bij de bijeenkomst van vandaag. 2. Nog meer kwaliteiten De deelnemers wordt gevraagd werkblad 4 ‘Welke kwaliteiten heb je?’ in te vullen. Het is belangrijk dat de deelnemers dit zorgvuldig doen. De trainer helpt hierbij door elke kwaliteit goed te bespreken aan de hand van duidelijke voorbeelden. 3. Het vullen van het participatiepaspoort De trainer legt nogmaals uit wat het participatiepaspoort is (soort portfolio) en waarom het belangrijk is.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
13
De trainer vraagt de deelnemers hun kwaliteiten toe te voegen aan het ParticipatiePasPoort (de ‘hand met ingevulde kwaliteiten’, ‘taken van een vrouw/man’ en het ingevulde werkblad ‘Welke kwaliteiten heb je?’. De deelnemers krijgen alvast de volgende huiswerkopdracht: Kijk thuis of je bewijsstukken hebt van deelname, diploma’s en getuigschriften. Neem de volgende keer hier een kopie van mee voor in je paspoort. 4. Waar sta je nu op de participatieladder? De trainer maakt de participatieladder visueel door deze op een flap te tekenen. Elke deelnemer krijgt werkblad 5 met de participatieladder uitgereikt. De trainer loopt de treden van de ladder door en verzekert zich ervan dat alle deelnemers begrijpen wat de verschillende treden inhouden. De trainer vraagt de deelnemers om op hun werkblad aan te geven op welke trede zij nu staan. De trainer bespreekt van elke deelnemer de invulling van de participatieladder en vraagt door. Bijvoorbeeld: Waarom zet je jezelf daar? Waar stond je ten tijde van de intake? Is er verschil? Vindt de trainer dat een deelnemer zich over- of onderschat, dan onderzoekt hij of zij met de deelnemer of de aangeven plek inderdaad klopt, goed voelt, etcetera. 5. Afsluiting De trainer vat de bijeenkomst kort samen en vraagt wat de deelnemers ervan vonden. De trainer sluit af met de ‘complimentenoefening’: Geef je rechterbuurman of buurvrouw een compliment. Tenslotte herinnert de trainer de deelnemers aan de huiswerkopdracht om thuis bewijsstukken te verzamelen voor het ParticipatiePasPoort.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
14
Werkblad 4 bijeenkomst 5
Welke kwaliteiten heb je? Ja
Nee
Ik kan goed met mijn handen werken
Ik kan goed mooie dingen maken
Ik kan me goed concentreren
Ik kan goed met geld omgaan
Ik kan goed vertellen (in eigen taal)
Ik kan goed luisteren
Ik ben geduldig
Ik ben meestal vrolijk
Ik kan goed met kinderen omgaan
Ik kan goed samenwerken
Ik kan goed contact met anderen maken
Ik kan goed voor mezelf zorgen
Ik ben leergierig
Ik kan goed organiseren
Ik ben vaak trots op mezelf
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
Weet niet
15
Werkblad 5 bijeenkomst 5
De Participatieladder
10
9
8
7
→
6
5
4
3
2
1
→ volstrekt
→
→ weinig
→ basale
→ oriëntatie
→ gerichte
→ begeleiding
bij doorstroming, gericht op werk op hoger (eigen) niveau
→ behoefte
aan betaald werk
scholing, opleiding (gericht op betaald werk)
→ vrijwilligerswerk
basale participatie, organiseren of meehelpen met feesten en activiteiten op school van de kinderen en in de wijk
scholing, Nederlands en opvoedingsondersteuning
op de samenleving, moederochtenden, ouderkamers, consultatiebureau
sociaal aanwezig, boodschappen doen, naar buiten, kinderen naar school brengen
zichtbaar, buiten met man en kind
geïsoleerd, onzichtbaar, niet naar buiten
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
16
6e bijeenkomst Tijdsbesteding
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers staan stil bij hoe ze hun dagen vullen en hoe ze dat ervaren. De deelnemers benoemen of zij tevreden zijn met hun dagbesteding. Kunnen ze hun dagbesteding zelf bepalen of niet. Tegen welke belemmeringen lopen ze aan en wat zouden ze eventueel anders willen. De deelnemers zoeken naar oplossingen/wegen voor een gewenste verandering in hun dagbesteding.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over met vellen en stiften
Uitdelers: Foto’s moodboards Werkblad 6: ‘Tijdsbesteding’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom, blikt kort terug op de vorige bijeenkomst en maakt een link naar de bijeenkomst van vandaag. De trainer deelt de foto’s van de moodboards uit zodat de deelnemers ze kunnen toevoegen aan hun ParticipatiePasPoort. 2. Rondje tijdsbesteding De trainer vraagt de deelnemers of ze de afgelopen week iets hebben gedaan waar ze eigenlijk geen zin in of tijd voor hadden. Waren daar dingen bij die anderen hadden kunnen doen of die ook later gedaan konden worden? 3. Combinatie ‘thuis en training ParticipatiePasPoort’ De deelnemers vertellen elkaar hoe het gaat met het combineren van deze training met thuis. Wat gaat goed? Wat is moeilijk?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
17
4. Werkblad ‘Tijdsbesteding’ De trainer vraagt de deelnemers in tweetallen (zodat zij elkaar helpen) voor een ieder het werkblad ‘tijdsbesteding’ in te vullen. De ingevulde werkbladen worden besproken in de grote groep. Belemmeringen worden op een flap geschreven en omgezet in wensen (wat zou men anders willen). Vervolgens worden de overeenkomsten besproken. De trainer kan ook aandacht besteden aan de volgende vragen: Welke belemmeringen komen van buitenaf? Welke belemmeringen komen van binnenuit? Ook kan de trainer met de groep ideeën uitwisselen hoe je zorg en arbeid of een opleiding kunt combineren en toch ook tijd voor jezelf reserveren? (Bijvoorbeeld door een strakke planning, af en toe nee zeggen, om hulp vragen, dingen minder vaak doen enz.) 5. Oefening nee zeggen (assertiviteit). De trainer verdeelt de groep in tweetallen (deelnemer X en Y) en legt de oefening uit: X vraagt aan Y of zij/hij haar wil helpen bij iets waar zij/hij moeite mee heeft en waarbij de hulp van de ander goed van pas zou komen. Y moet die hulp weigeren. Voorbeelden van dingen die een deelnemer gedaan wil krijgen zijn: ‘iets van een ander lenen of krijgen, op je kinderen laten passen, een boodschap voor je laten halen, een brief voor je laten schrijven, je huis een goede beurt laten geven..’ De trainer bespreekt de oefening na: Hoe voelde je je? Was het moeilijk om nee te zeggen? 6. Afsluiting. De trainer neemt kort de bijeenkomst door en vraagt iedereen in één woord weer te geven wat ze er vandaag van vonden. De trainer sluit af met een rondje waarin de volgende vraag beantwoord wordt:
Als je een hele dag mag doen wat je echt wilt, wat ga je dan doen?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
18
Werkblad 6 bijeenkomst 6
Tijdsbesteding Geef antwoord op de volgende vragen
Hoe zien je dagen eruit en wat doe je? ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................
Ben je daar tevreden over of wil je iets veranderen? ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................
Welke dingen maken het moeilijk om iets te veranderen? ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
19
7e bijeenkomst Omgaan met veranderingen
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers zijn zich bewust van hun sociale netwerkcirkel en hun wensen in deze. De deelnemers zijn zich bewust van veranderingen in hun leven en wat zij daar zelf in (hebben) kunnen beslissen. De deelnemers denken na over wat zij anders zouden willen (wensen). De deelnemers weten hoe zij hun netwerk kunnen gebruiken als steun in het nemen van beslissingen en de realisatie van hun wensen.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier Flap met levenslijn Bal
Uitdelers: Werkblad 7 ‘Sociale netwerk cirkel’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst ter verbinding met vandaag. 2. Hoe gaat het? De trainer inventariseert op een flap waar de deelnemers tot dusverre tegen aan lopen vergeleken met toen ze aan de training begonnen. Wat gaat al goed en welke dingen zijn nog moeilijk? Ervaringen worden besproken. De trainer kan de uitkomsten later gebruiken bij het vervolg van het programma (sociale netwerkcirkel en omgaan met veranderingen)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
20
3. Sociale netwerkcirkel De trainer vraagt de deelnemers het werkblad ‘Sociale netwerkcirkel’ in te vullen. De deelnemers kruisen aan welke sociale contacten zij hebben en geven aan hoe vaak zij daar contact mee hebben. De deelnemer kan kiezen uit: Veel, Soms, Nooit. De deelnemers kunnen dit eventueel ook met een kleur aangeven (bijvoorbeeld groen, oranje, rood). De trainer bespreekt de netwerkcirkels en vraagt de deelnemers of zij hier tevreden over zijn, of dat er dingen zijn die zij anders zouden willen (meer of minder contact). De trainer vraagt door op de wensen. 4. Veranderingen in je leven De trainer komt terug op de vorige bijeenkomst en legt de nadruk op de al dan niet vrije keuze in tijdsbesteding. Vervolgens zet de trainer een levenslijn op flap : Geboorte ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------nu De trainer vraagt de deelnemers de levenslijn over te nemen op een vel en geeft de volgende opdracht: Noem of schrijf een aantal veranderingen op in je leven. Aan de hand van de diverse levenslijnen stelt de trainer een aantal vragen: Voor welke veranderingen heb je zelf gekozen en wanneer is er voor jou gekozen? Welke verandering was het moeilijkst? Welke problemen/belemmeringen kwam je tegen? Hoe ben je daar mee omgegaan? Wat zou je anders willen (wensen)? De trainer moet rekening houden met het feit dat deze opdracht bij bepaalde deelnemers emoties kan losmaken. De trainer legt uit dat het normaal is om bij veranderingen een proces door te gaan, waarbij zo nu en dan weerstanden de kop op steken. Angst en onzekerheid horen daar ook bij. De trainer geeft aan dat je vaak oplossingen voor je problemen kunt vinden door er met anderen over te praten. De trainer vraagt de deelnemers naar hun levenslijn te kijken en stelt de volgende vraag: ‘Wie’ had jou/zou jou kunnen steunen bij het nemen van je beslissingen? Wie kan jou steunen bij het realiseren van de veranderingen die je zou willen, je wensen? 5. Afsluiting De trainer vat de bijeenkomst kort samen en vraagt wat de deelnemers ervan vonden. Zijn de gesprekken erg zwaar geworden, dan is het belangrijk dat de trainer op tijd afsluit met een leuke oefening (bijvoorbeeld een balspel, een ontspanningsoefening of een tekencarrousel). Balspel: zie bijeenkomst 1. Laat de deelnemers deze keer aangeven waar ze blij van worden, trots op zijn, wat ze leuk vinden …. Tekencarrousel: een van de deelnemers begint met een tekening. De tekening wordt aan de deelnemer aan de linkerzijde doorgegeven met de vraag er wat bij te tekenen. De tekening wordt net zolang aangevuld totdat iedereen aan de beurt is geweest. Eventueel kan de groep in tweeën worden gedeeld. De tekening wordt aan het eind aan de hele groep getoond. Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
21
Werkblad 7 bijeenkomst 7
Sociale Netwerkcirkel Datum ...................................................................................................................................................................................... Naam ........................................................................................................................................................................................
Vrienden en kennissen
Directe buren en buurtgenoten
Personen van training, werk of vrijwilligerswerk
Familieleden
Gezinsleden
Hulpverleners
Opmerkingen .................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................................................................... Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
22
8e bijeenkomst Van persoonlijke wensen naar een plan
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers leren te denken in wensen, keuzes maken en beslissingen nemen. De deelnemers leren een stappenplan te maken om wensen te realiseren.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier Flap met stappenplan
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige 2 bijeenkomsten (tijdsbesteding en veranderingen) om de verbinding met het onderwerp van vandaag te maken. 2. Rondje wensen De trainer vraagt de deelnemers om de beurt één ding te noemen dat zij graag zouden willen. De diverse wensen worden genoteerd op een flap. 3. Keuzes maken De trainer praat met de groep over het maken van keuzes. Kiezen doen we elke dag; hoe laat sta ik op, wat trek ik aan, wat eten we, wat gaan we vandaag doen? Sommige keuzes zijn klein (hebben weinig invloed op je leven). Andere keuzes zijn groot (hebben veel invloed op je leven). De trainer kan hier aansluiten bij de vorige twee bijeenkomsten (tijdsbesteding en veranderingen)
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
23
4. Een beslissing nemen. De trainer vraagt de deelnemers te vertellen hoe ze zelf een beslissing nemen (snel, langzaam, alleen, samen met anderen). 5. Het maken van een stappenplan. Om een wens te realiseren, is het belangrijk dat je een stappenplan maakt. De trainer legt uit hoe je een stappenplan maakt aan de hand van een flap met onderstaande stappen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Doel vaststellen: wat wil je bereiken? Waarom wil je dat? Informatie verzamelen. Gesprekken voeren met anderen (netwerken) Kiezen, een besluit nemen. De keuze bevestigen. Ook anderen vertellen waarvoor je hebt gekozen. Een plan maken. Wanneer ga je beginnen? Wat is er nodig? Uitvoeren. Je kan gaan beginnen.
Het stappenplan wordt besproken en toegepast op één van de wensen van een aantal deelnemers. (hoeveel deelnemers hierbij aan bod komen, hangt af van de beschikbare tijd). Kies als trainer voor wensen die goed in een stappenplan te vatten zijn, zodat de deelnemers goed kunnen zien hoe een stappenplan werkt. 6. Afsluiting De trainer vat de kern van de afgelopen drie bijeenkomsten kort samen en evalueert deze met de groep door middel van de volgende vraag: Heb je er iets van geleerd? Zo ja, wat dan?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
24
9e bijeenkomst Dagbesteding en vrijwilligerswerk
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers maken kennis met informatie over vormen van vrijwilligerswerk. De deelnemer kennen voor- en nadelen van vrijwilligerswerk.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier
Uitdelers: Bijlage 1 ‘Vrijwilligerswerk hoe en wat?’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst. De trainer introduceert het onderwerp van vandaag met een link naar tijdsbesteding. Men kan namelijk ook een deel van de dag(en) besteden aan het doen van vrijwilligerswerk. Als één of meerdere deelnemers in eerdere bijeenkomsten hebben verteld dat zij graag vrijwilligerswerk willen doen of al doen, is dit een goed moment om daarop terug te komen. 2. Wat is vrijwilligerswerk (zie bijlage 1) De trainer vertelt aan de hand van bijlage 1 wat over vrijwilligerswerk en deelt aan het eind de bijlage uit aan de deelnemers. Centraal staan: de verschillende sectoren, waarom vrijwilligerswerk, soorten vrijwilligerswerk, wanneer en hoe lang en wat is er te doen. 3. Groepjes vormen rondom het thema vrijwilligerswerk De trainer deelt de groep op in subgroepjes en laat deze de volgende vragen met elkaar bespreken: Wat betekent vrijwilligerswerk voor jou? Waarom zou je wel of juist niet vrijwilligerswerk willen doen? Wat zou je als vrijwilligerswerk kunnen doen?
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
25
Per groepje vertelt een deelnemer wat er in de subgroep is gezegd. 4. Wat is er te doen? De trainer gaat deze vraag samen met de groep beantwoorden en zet de antwoorden op een flap. Voorbeelden van vrijwilligerswerk: Gastvrouw in een zorgcentrum voor ouderen. Overblijfjuf op een basisschool. Barmedewerker in een theater. Assistent bij activiteiten met gehandicapten. Bezoekvrijwilliger bij ouderen. Receptionist bij een buurthuis. Activiteiten organiseren in een vrouwencentrum. Iets anders ? (aanvullingen vanuit de groep) De trainer gebruikt hierin zijn kennis over de sociale kaart van de buurt en de mogelijkheden tot vrijwilligerswerk. 5. Voor- en nadelen van vrijwilligerswerk De trainers vraagt de deelnemers de voor- en nadelen van het doen van vrijwilligerswerk op te noemen. De trainer inventariseert de antwoorden op een flap. 6. Afsluiting De trainer blikt terug op deze bijeenkomst en geeft de volgende huiswerkopdracht mee:
‘Volgende week komt iemand van ………….iets vertellen over vrijwilligerswerk bij ………… Bedenk alvast wat je zou willen weten, wat je zou willen vragen’.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
26
Bijlage 1 bijeenkomst 9
Vrijwilligerswerk, hoe en wat? Vrijwilligerswerk is onbetaald werk dat u doet bij een maatschappelijke organisatie. Dat kan een organisatie zijn die zich bemoeit met de zorg voor ouderen of gehandicapten, activiteiten organiseert voor kinderen of vrouwen, of die op een andere manier nuttig is voor de wijk. Dit kan een activiteit zijn om elkaar te ontmoeten, het kan een schoonmaakactie zijn, een rommelmarkt, een kinderactiviteit of het gezamenlijk opfleuren van een straat.
Sectoren zorg en hulpverlening sociaal cultureel werk culturele organisatie onderwijs sportverenigingen mensenrechtenorganisaties
Waarom? Waarom iemand vrijwilligerswerk gaat doen, is voor iedereen verschillend. Voor de een is het een leuke tijdsbesteding, voor de ander is het een leerzame ervaring. Voor iedereen geldt dat iets doen voor een ander een goed gevoel geeft.
Soorten Vrijwilligersorganisaties zijn er in diverse soorten en maten, Er zijn grote instellingen, zoals ziekenhuizen en scholen waar veel betaalde medewerkers maar ook vrijwilligers een aantal taken vervullen. Er zijn kleine organisatie zoals kinderboerderijen, een speelotheek of een sportvereniging. Daar werken vaak een paar betaalde mensen of alleen maar vrijwilligers.
Wanneer en hoelang? Er is vrijwilligerswerk dat u één middag per week doet, of drie ochtenden per week of één avond per maand, of u doet een klus voor één dag. Dat hangt af van wat u zelf wilt en wat de vrijwilligersorganisatie vraagt.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
27
10e bijeenkomst Vrijwilligerswerk in de wijk
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers krijgen informatie bij welke organisaties in de wijk zij vrijwilligerswerk kunnen gaan doen. De deelnemers leren gericht vragen te stellen De deelnemers kunnen aangeven waar zij eventueel interesse in hebben of meer van willen weten
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier Eventueel de hulpmiddelen die de gasten nodig hebben (bijvoorbeeld een beamer voor een filmpje, een PowerPoint presentatie of foto’s)
Uitdelers: Bijlage 2 ‘Sociale kaart van de wijk/deelgemeente’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst over vrijwilligerswerk. De trainer geeft aan dat ook vandaag in het teken staat van vrijwilligerswerk en vraagt of iedereen de huiswerkopdracht heeft gemaakt.
2. Vrijwilligerswerk in de wijk De trainer heeft één of meerdere organisaties uitgenodigd om iets te vertellen over het vrijwilligerswerk dat in hun organisatie gedaan wordt. De deelnemers krijgen de gelegenheid tot het stellen van vragen. De deelnemers kunnen hierbij ook gebruik maken van de huiswerkopdracht.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
28
Belangrijk: de organisaties zijn door de trainer uitgenodigd op basis van de sociale kaart die de trainer inmiddels heeft gemaakt. Hij of zij heeft dus geïnventariseerd welke organisaties in de wijk behoefte hebben aan vrijwilligers. Bij de keuze voor de uit te nodigen organisaties houdt de trainer rekening met de behoeften/wensen/interesses van de deelnemers aan de training.
De deelnemers krijgen gelegenheid om vragen te stellen aan de gasten. De sociale kaart wordt uitgedeeld en kan in de map gedaan worden. 3. Afsluiting De trainer vat de bijeenkomst kort samen en vraagt de deelnemers te vertellen wat zij van deze bijeenkomst vonden. Zijn er onderdelen waar ze meer informatie over willen hebben, of waarvoor ze interesse hebben? De trainer maakt hiervan notities.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
29
Bijlage 2 bijeenkomst 10
Sociale kaart t.b.v. vrijwilligerswerk in de wijk/deelgemeente
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
30
11e bijeenkomst Betaald werk
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers krijgen inzicht in voor- en nadelen van betaald werk. De deelnemers kunnen hun vaardigheden benoemen en deze verbinden aan de keuze voor een beroep. De deelnemers worden zich bewust van de eventuele eisen die zij aan een baan stellen, knelpunten die zij kunnen ervaren, wat het hebben van een betaalde baan met zich mee brengt en wat dit van hen vraagt.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier
Uitdelers: Werkblad 8 ‘Voor- en nadelen van betaald werk’ Werkblad 9 ‘Hulplijst voor- en nadelen betaald werk’ Werkblad 10 ‘Knelpunten en belemmeringen om betaald werk te gaan doen’
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst over vrijwilligerswerk. 2. Voor- en nadelen van betaald werk. De trainer deelt de groep op in subgroepjes en vraagt hen elkaar te helpen om werkblad 8 ‘Voor- en nadelen van betaald werk’ in te vullen. Hierbij kan ook werkblad 9 met de ‘Hulplijst voor- en nadelen betaald werk’ worden gebruikt. De trainer inventariseert de rode draad.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
31
3. Vaardigheden benoemen De trainer vraagt de deelnemers hun vaardigheden te benoemen met behulp van: Ik kan .......................................................................................................................................................... Ik kan .......................................................................................................................................................... Ik kan .......................................................................................................................................................... Etc. Welke beroepen passen daarbij? 4. Beroepenvoorkeur De trainer vraagt vervolgens aan de deelnemers het volgende aan te geven of op te schrijven: Mijn voorkeur gaat uit naar het volgende beroep: 1. .................................................................................................................................................................................................. 2. .................................................................................................................................................................................................. 3. .................................................................................................................................................................................................. 5. Eisen stellen aan een baan? De trainer vraagt de deelnemers aan te geven/noteren welke eisen zij stellen aan een baan (denk aan werktijden, reisafstand, salaris etc.) 6. Pas op de plaats De trainer vraagt de deelnemers een pas op de plaats te maken en te vertellen/noteren wat zij nodig hebben om het gewenste beroep te kunnen uitoefenen/om betaald werk te doen dat zij leuk vinden. Dit wordt gedaan aan de hand van werkblad 10 ‘Knelpunten en belemmeringen om betaald werk te gaan doen’. 7. Afsluiting De trainer blikt terug op de bijeenkomst en geeft de deelnemers de volgende huiswerkopdracht:
Kijk nog eens goed naar de gemaakte opdrachten van vandaag en vul ze thuis aan waar nodig. Ook maakt de trainer ze er nogmaals op attent om thuis ook goed te kijken of er nog bewijsstukken zijn die in het ParticipatiePasPoort kunnen worden opgenomen.
Opmerking voor trainer: De deelnemers bevinden zich vaak op trede 1 t/m 5 van de participatieladder. Voor hen is betaald werk nog niet direct in zicht. Het benoemen van daadwerkelijke stappen naar betaald werk zijn voor hen minder relevant. Wel is het goed als de deelnemers zich bewust worden van wat er bij komt kijken en wat het van hen vraagt.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
32
Werkblad 8 bijeenkomst 11
Voor- en nadelen van betaald werk
Voordelen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
Nadelen
33
Werkblad 9 bijeenkomst 11
Hulplijst voor- en nadelen van betaald werk
minder tijd voor huishouden minder tijd voor familie, vrienden, etc. minder vrijheid verantwoordelijk voor eigen inkomen regelen/organiseren kinderopvang kinderen worden onafhankelijker ouderrol wordt zwaarder minder/geen tijd voor vrijwilligerswerk minder/geen tijd voor hobby’s verplichting naar werk te gaan salaris en eigen inkomen pensioenopbouw carrière maken gevoel van eigenwaarde vergroten zelfontwikkeling (ontplooiing) contact met collega’s uit de sleur van alledag je wordt efficiënter met je tijd nieuw doel in je leven je gebruikt je opleiding bijdrage leveren in de maatschappij onafhankelijk zijn erbij horen, meedraaien in maatschappij status, aanzien nieuwe sociale contacten, grotere wereld gestimuleerd, geprikkeld worden onder een baas werken een reden om uit bed te komen meer structuur in je dag niets meer te maken met uitkerende instanties mogelijk meer stress
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
34
Werkblad 10 bijeenkomst 11
Knelpunten en belemmeringen om betaald werk te gaan doen Opdracht Schrijf hieronder wat jou op dit moment nog tegenhoudt om aan het werk te kunnen gaan. Beschrijf wat je knelpunten of belemmeringen zijn. Denk hierbij aan kinderopvang, opleiding, financiële problemen, problemen in het gezin/familie, gezondheid, thuissituatie, huisvesting etc. Bedenk daar tevens mogelijke oplossingen bij.
Knelpunten/belemmeringen
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
Oplossingen
35
12e bijeenkomst ParticipatiePasPoort
Tijdsduur: 1 dagdeel
Doelen: De deelnemers geven aan op welke trede van de participatieladder zij zich nu bevinden en welke vervolgstap zij willen zetten (wat ze hierna willen gaan doen). De deelnemers worden geïnformeerd over hoe zij na deze training verder worden begeleid.
Hulpmiddelen: Presentielijst Flap-over, flappen en stiften, papier
Uitdelers: Evaluatieformulier (ingevulde formulieren worden door trainer ingenomen)
Programma: 1. Welkom en terugblik De trainer heet iedereen welkom en blikt kort terug op de vorige bijeenkomst over betaald werk. De trainer maakt de link naar het onderwerp van vandaag: de invulling van de participatieladder. 2. Participatieladder In de vijfde bijeenkomst hebben de deelnemers aangegeven op welke trede van de ladder ze zich bevinden (de trainer heeft dit zelf ook al gedaan na de intake). De trainer vraagt de deelnemers nogmaals naar de ladder te kijken en aan te geven op welke trede zij vinden dat zij nu staan. Per deelnemer wordt besproken wat ze hierna gaan doen en welke ondersteuning ze daarbij willen hebben. (De trainer neemt met de deelnemers de sociale kaart van de wijk door). 3. Evaluatie van de training: De trainer vat in het kort samen wat er in de training Participatiepaspoort is behandeld. De deelnemers vullen een evaluatieformulier in, waarop ze ook duidelijk aangeven wat ze hierna gaan doen. De trainer moet duidelijk weten welke uitstroom de deelnemers voor ogen hebben.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
36
4. Afsluiting van de training De trainer informeert de deelnemers over wat voor begeleiding zij na afloop van de training krijgen. De trainer houdt het verder informeel en vraagt de deelnemers om elkaar te vertellen wat ze fijn vonden in de groep. Elkaar complimentjes geven.
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
37
Evaluatieformulier
Training ParticipatiePasPoort
Trainer:..............................................................................................................................................
Periode: .......................................................................................................................................................................................................................................................................... Naam deelnemer:................................................................................................................................................................................................................................................
Hoe vond je de onderdelen van de training, geef een cijfer per onderdeel. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Informatie Programma Oefeningen Trainer
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
38
Pak je Participatieladder (werkblad 5 van bijeenkomst 5) erbij en vul de volgende vragen in: Op welke trede van de ladder stond je aan het begin de training? ........................................................................................ Op welke trede sta je nu aan het einde van de training? ........................................................................................................ Kun je uitleggen waarom je nu op deze trede staat? .............................................................................................................. ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... Wat ga je hierna doen? .............................................................................................................................................................. ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... Bij welke organisatie(s)?............................................................................................................................................................ ..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................
Handtekening deelnemer ...................................................................................................Datum: ...........................................
Trainershandleiding ParticipatiePasPoort deel 2 -
39