PAPIER- EN KOPERINDUSTRIE Aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 kreeg niet alleen de economie in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een sterke impuls, maar ook het culturele leven. In grote oplagen verschenen tal van schitterende boeken en prenten. Daarvoor was papier nodig: veel en goed papier. De boekdrukkers uit het westen bestelden dat vooral en graag bij de papiermakers op de Veluwe, waar schoon water in overvloed was en dus wit papier kon worden gemaakt. Geen wonder dat in die tijd tal van nieuwe papiermolens werden gebouwd. Zo telde Epe ooit zes papiermolens, Emst eveneens zes en Vaassen maar liefst negentien. De eerste papiermakers die zich vestigden op de Veluwe kwamen vooral uit het buitenland en beheersten de kennis van het papierscheppen al. Lieden, zoals Marten Orges en Johan van Aelst, zagen de mogelijkheden die het Veluwse landschap bood (zuiver water en hoogteverschillen). Door het aangraven van watervoorraden in de heuvels kon via gegraven sprengen waterkracht op een bepaald punt worden gebundeld, die sterk genoeg was een waterrad in beweging te zetten. Deze natuurlijke energiebron was voldoende om de aan het rad gekoppelde watermolen te laten draaien. Zo werd een nieuwe industriële ontwikkeling op de Veluwe in gang gezet. Al eerder hadden de Veluwenaren waterkracht ontdekt door op de weinig aanwezige natuurlijke beken graan te malen via dit systeem. Omstreeks het begin van de zestiende eeuw zouden enkele van deze molens tevens dienst gaan doen als kopermolen. Dit alles won sterk aan betekenis toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een enorme economische groei doormaakte en een -, toonaangevende handelsnatie werd. De nieuwe ondernemers, weldra gevolgd door
lieden uit de lokale bevolking, bouwden daarom in rap tempo de ene molen na de andere. Een belangrijk deel van de Veluwse papier- en kopermolens concentreerde zich in Vaassen. In totaal waren er veertien molens, waarvan sommige een dubbele functie hadden. Op de Griftsemolen zwaaide de uit Drenthe afkomstige familie Van Steenbergen de scepter. Op hun kopermolen werden wapens voor de zeventiende-eeuwse oorlogsindustrie vervaardigd. Ook op de Geelmolen en de Amsterdamse Kopermolen werd koper verwerkt. De meeste molens produceerden papier en een molen volde voor de linnenproductie. Ook in Emst en Epe zouden enkele molens worden omgebouwd of gesticht. Het aantal molens bedroeg daar respectievelijk vier en zes, deels dubbel in gebruik. Nu was de papierindustrie geen grote werkgever, want op de molens werkte, behalve de meester, slechts een enkele knecht. Wel droegen zij op de in totaal 150 Veluwse papiermolens in de loop van de zeventiende eeuw voor een derde bij aan de totale Nederlandse productie. Amsterdam werd papierhoofdstad van de toenmalige wereld. De kracht van de industrie voor de lokale economie lag echter in de neveneffecten. Want wat kwam er allemaal bij kijken om de papier- en koperindustrie te vestigen en te handhaven? Allereerst moesten er sprengen gegraven en onderhouden worden. Dat betekende werk voor de allerarmsten, de dagloners. Om papier te maken en koper te pletten en weer af te voeren waren vervoerders nodig. In eerste instantie werd daarvoor de Grift gebruikt. Later ging het meer over land en ontstond de 'gespecialiseerde' vervoerder: de karman. Voor de bouwen reparaties van de molens waren timmerlieden en smeden nodig en ontstond de gespecialiseerde radmaker. Een enkeling werd factor, de voorloper van de huidige vertegenwoordiger. Hij verhandelde in Amsterdam en
andere steden het papier. Er was dan ook sprake van stijgende welvaart op de plaatsen waar watermolens geconcentreerd waren. In Vaassen zou de papiermakerij een eigen koers gaan varen en afwijken van de Veluwse trends, waar meestal een familie eigenaar èn exploitant was van een molen. In Vaassen liet de familie Van Isendoorn à Blois, eigenaar van waterrechten, een aantal molens bouwen of kocht ze op, om deze vervolgens te verpachten en te profiteren van de economische groei. Zo ontstond de eerste (adellijke) multinational op de Veluwe in het achttiende eeuwse Vaassen. De verfraaiingen aan hun huis, De Cannenburch, werden dan ook deels betaald met de opbrengsten van de molenpachten.
In de gemeente Epe herinneren vooral de namen van deze papiermolens ons nog aan de hoogtijdagen van de papierindustrie, bijvoorbeeld in de straatnamen Achterste Molenweg in Wissel, Hofsemolenweg in Vaassen en de Kopermolenweg in Epe.
Door overproductie waren de Amsterdamse pakhuizen tot de nok toe gevuld; door de internationale concurrentie nam ook de vraag naar het Veluws papier af. Nadat in de negentiende eeuw de industrialisering haar intrede deed en papier machinaal kon worden gemaakt in plaats van met de hand velletje voor velletje geschept, werden veel papiermolens omgebouwd tot koren-, olie- of kopermolens. Nog later vond een ombouw plaats tot wasserijen en blekerijen, die eerst nog door waterkracht en later door stoommachines werden aangedreven. Het beekwater speelde uiteraard ook hier een belangrijke rol in het proces. Gelderland telde in 1650 49 papiermolens; op het hoogtepunt van de papier- en koperindustrie in 1740 waren er 160 papiermolens en in 1900 nog slechts 20. In het schoutambt Epe stond een dertigtal watermolens. Nog voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak was er geen enkele papiermolen meer over in onze regio. De kopermolen van Zuuk is de enige die nog in redelijke staat is.
De kopermolen Zuuk
MOLEN BIJ DE OOSTERHOF
MOLEN BIJ DE HAFKAMP
ALGEMEEN
ALGEMEEN
Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
EIGENAREN/PACHTERS < 1660 Holthuijsen
Oosterhof Vaassen sectie H 316 Hartense molenbeek Vaassen Epe 1542 < 1700 ca. Onbekend Watermolen verdwenen Korenmolen
Naam Kadaster Ligging Beek Plaats Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Molen bij de Hafkamp ? onbekend Wittebeek Vaassen 1568 1600 of eerder Onbekend Watermolen verdwenen Onbekend
NIEUWE MOLEN OF NIJMOLEN (HEGGE) ALGEMEEN Naam Kadaster Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Nieuwe molen I en II Epe/Oene sectie M (blad 3) nrs. 1138+1141 Smallertse beek Vaassen Epe 1660 - 1680 - 1691 I 1871 gesloopt, II 1882 Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen
GESCHIEDENIS In 1691 verpachtte Johan Hendrik van Isendoorn "de gront en et waater coemende van wijer Lamberts moele aan de hegge.... soo en ak het dus lange van pagters is gebruikt" voor 16 jaren aan de gebroeders Lambert en Aart Sijmons. Er zou een molen tegenover mogen worden gebouwd onder voorwaarde, dat de eerste "geen waater genogh hadde tot vier backen dat van dese voorschreven moolen een bak sal moogen afgenomen worden tot gerif van de andre moole...". De uitdrukking "soo en als het dus lange van pagters is gebruikt" kan er op duiden, dat zij de molen vanaf de stichting (na 1660?) in pacht hadden. In 1845 brandden beide
molens af. Op 3 april het jaar daarop kregen Jannes de Goije en zijn vrouw Joanna, alsmede Willem Croon en zijn vrouw Jennetien Gerrits ten Holte de pacht van water en grond "tot nochtoe door haer pagters gebruijkt geweest bij twee papier molens soo onlangs seer ongelukkig en schijlick in brant geraekt en geruineert geworden sijn....". Ze mochten de molens op eigen kosten herbouwen en behoefden de eerste drie jaren elk slechts ƒ100.-, de volgende elk ƒ120.- jaarlijks pacht te betalen. De molen van Willem Croon werd in 1751 door zijn weduwe en de kinderen voor f 2600.- aan de Cannenburgh verkocht, te weten: "een Huijs, papiermolen, twee schuren en verder opstal. Bij de veiling in 1871/72 kwamen de molens in handen van Gerrit Palm. Zijn weduwe Petertje Kamphorst verhuurde de molen op 10 mei 1880 voor drie jaren aan C.J.B. Couturier, koopman te Den Haag. Twee jaren later echter verkocht ze de molen aan kolonel L.R.J.A. Roosmale Nepveu voor f 10.200,-. Bij de veiling van 13 augustus 1884 kocht A.M. van Velsen Coster, weduwe van H.A. Doyer, de Nieuwe Molen, 'thans fabriek van Houtbewerking'. Een van de voorwaarden luidde: "Het vroegere molenhoofd, hetwelk door het maken der turbine is verlaagd, mag, wanneer de fabriek weer in vroegeren toestand mocht worden gebracht tot op de vroegere hoogte gemaakt worden; zullende alsdan evenwel de waterleiding, welke is smaller gemaakt, weder tot op de vroegere breedte gebracht moeten worden". Samen met Julius Doyer verkocht zij de molen op 23 april 1891 voor f 8000,- aan Joost Vlasveld. De omschrijving luidde: "eene fabriek met turbine en kleine daaraan verbonden drijfas....". Verder werd gesteld: "Het is den kooper, zijn erven of rechtverkrijgenden ....verboden om op of in het voorschreven onroerend goed hetzelfde bedrijf uit te oefenen of wel dezelfde artikelen te fabriceren welke thans door den
eersten comparant aldaar worden vervaardigd, bestaande onder ander in plantenkassen, bloem- en plantenkuipen, etiketten en verdere tuinbenoodigdheden". Vlasveld richtte er een brikettenfabriek in, in 1897 een houtwol-fabriek en in 1906 een wasserij en katoenververij, welke hij in laatstgenoemd jaar verpachtte aan Hendrik Herman Blijdenstein (1866-1920), zoon van de Enschedese textielfabrikant Herman Gijsbert Blijdenstein. Sinds 1909 heette het bedrijf NV Utermöhlens Verbandwattenfabriek waar aanvankelijk H.H. Blijdenstein mede aan het hoofd stond. Deze werd echter in 1910 ontslagen. In 1937 werd het rad van de Hofse molen verwijderd en weer aangebracht aan de Nieuwe molen ofwel de Wattenfabriek. In de oorlogsjaren gebruikte de Koninklijke Utermöhlen NV waterkracht.
DE NIEUWE MOLEN I EIGENAREN /PACHTER 1660 - 1680 - molen gelegd. 1680 Lambert en Aart Sijmons - papiermolen in gebruik. 1691 Lambert en Aart Sijmons - eigenaar van de opstal, pachters van grond en water. 1700 Lambert Simons (Kroon) - papiermaker. 1712 Johannes Ledeboer - deels eigenaar en papiermaker. 1719 Simon Lamberts Kroon - eigenaar. 1721 Simon Kroon - papiermaker. 1725 Jannes de Goeyen -eigenaar, pachter en papiermaker. 1735 Willem Emaus - papiermakersknecht. 1745 afgebrand en herbouwd. (vanaf dan de naam nieuwe molen) 1776 Janna Gerrits en Jan de Goeyen - papiermakers.
1801 1826 1865 1871
Aart Labots - pachter en papiermaker. Johannes de Goeyen - eigenaar van de opstal, papiermaker. Franciscus Johannes Hallo - eigenaar. J. Ch. Heering - eigenaar opstal, molen gesloopt.
DE NIEUWE MOLEN II EIGENAREN /PACHTERS 1691 1717 1745 1751 1751 1754 1782 1790 1812 1813 1840 1865 1865 1882
Aart Simons - eigenaar, pachter en papiermaker. Willem Aerts Kroon - eigenaar, pachter en papiermaker. afgebrand en herbouwd. Baron van Isendoorn à Blois - eigenaar. Aert Kroon - pachter en papiermaker. Lambertje Kroon en Derk van Laar - pachters en papiermakers. Aart Jonker - pachter en papiermaker. Peter Herkert (Hackert) - pachter en papiermaker. Abraham Willems Jonker - eigenaar. stilstand van de molen. (circa) Elbert Herkert - pachter en papiermaker. Gerrit Palm - pachter en papiermaker. (1871 eigenaar) Franciscus Johannes Hallo - eigenaar. Louis Reinier Jan Anthony Roosmale Nepveu – eigenaar (houtbewerkingsbedrijf)
HET CLUNDERMOLENTJE ALGEMEEN Database Nr. Naam Kadaster Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie Ten-Bruggencatenummer
Clundermolen Vaassen sectie .. Hartense molenbeek Vaassen Epe < 1672 < 1750 Onbekend Watermolen verdwenen 11378
GESCHIEDENIS Deze molen stond al voor 1672 in Niersen. Het water en de grond behoorden aan de bezitters van kasteel de Cannenburgh. Het molentje is allang verdwenen. Omstreeks 1937 wees een gemetseld stuwtje met miniatuurwatervalletjes nog op de plek waar het ooit had gestaan. Nu is deze plek moeilijk meer te vinden.
EIGENAREN/PACHTERS voor 1672 Anna Coerts - eigenaresse. 1672 Fijtje Maurits - eigenaresse. 1689 Gerrit Evers - pachter en papiermaker. 1690 Berend Abrahams (Broekhuysen) - eigenaar. 1691 Cornelis Harms (Herms) - pachter en papiermaker. 1719 Jan Laurents Montesaan - eigenaar. (annuleert later de koop) 1721 Douairière van Isendoorn - eigenaresse. 1726 Jan Laurents Montesaen - pachter en papiermaker. 1749 Weduwe Jan Kers - daghuurster-bewoonster, molen buiten gebruik. 1758 herstelwerkzaamheden aan het dak uitgevoerd. 1765 Frans Jan Haack - koopt grond en water van gewezen molentje.
OUDE EN NIEUWE HATTEMSE
door Bartus Ter Wel en deze achtereenvolgens door Pannekoek (1840) en Sanders.
MOLEN
Één molen heeft dienst gedaan als korenmolen de ander als papiermolen en later als olie- en korenmolen
ALGEMEEN Naam Kadaster Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Oude en Nieuwe Hattemse molen Vaassen sectie F (blad 1) nr. 25 Hartense molenbeek Vaassen Epe 1681 < / 1699 1885 > Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen, wasserij
DE HATTEMSE MOLENS Deze molens werden gebouwd aan de Hartense Molenbeek na 1660, het jaar waarin alle waterrechten om Vaassen aan de Cannenburgh kwamen. Pachter was B.A. Broekhuysen. Het was een enkele molen. In 1693 bouwde hij nog een molen. In 1732 kregen Johannes Gerrits en Aertien Lubbers de pacht van de molen. Na het midden van de 18e eeuw lijkt nog sprake te zijn van één molen. Wel geeft de kaan van 1762 nog twee gebouwen aan maar reeds de verpachting van 1734 wijst op één (werkende) molen. Het 19e-eeuwse pachtboek vermeldt vanaf 1808 als pachter Aart Jonker, in 1833 gevolgd
In 1864 werd J.A. Mentink pachter van de "zevenbaks waterpapiermolen met vrijfbak” de Hattemsche molen genaamd met twee woonhuizen, droog- en bouwschuur en zaadberg". In 1871 werd hij eigenaar. Er werkten 6 mannen en een vrouw. De molen doet dienst als wasserij. in 1900 vroegen Gerrit Gelderman en Cornelis Bagerman vergunning voor oprichting van een wasch- en bleekerij op Hattem. In 1908/'09 werd er een stoommachine geplaatst. In 1928 werden de molengebouwen afgebroken en vervangen door een landhuis, genaamd “Het Hattem”. Alleen de waterval bleef bestaan.
OUDE HATTEMSE MOLEN
NIEUWE HATTEMSE MOLEN
EIGENAREN /PACHTERS
EIGENAREN /PACHTERS
1681 Berend Abrahamse Ambrosius (Broekhuysen) - eigenaar, papiermaker. 1685 Aert Jacobs - papiermakersknecht. 1701 Michael Peters - papiermakersknecht. 1707 Jan de Goeje - pachter en papiermaker.(eigenaar molen) 1710 Derk Freriks van Marle - pachter en papiermaker. 1717 Engeltien Berends Broekhuysen - eigenaresse. 1721 Douairière van Isendoorn - eigenaresse. 1732 Johannes (Jan) Gerrits - pachter en papiermaker.(pacht ook de Nieuwe molen waarna de twee molens een bedrijf werden,zie Nieuwe Hattemse molen)
1699 1709 1719 1732 1734 1770 1774 1779 1790 1810 1841 ?? 1864 1867 1872 1885 1928
Berend Abrahamse Broekhuysen - molen gelegd. Jan Laurents Montesaan - papiermakersknecht. Johannes (Jannes) Kluppel - pachter en papiermaker. Johannes (Jan) Gerrits - pachter en papiermaker. Derck Poll - pachter en papiermaker (ƒ450 per jaar). Henrikus Poll - pachter en papiermaker. Wolter Pol - pachter en papiermaker. Johannes (Jannes) Pol - pachter en papiermaker. Aert Jonker - pachter en papiermaker. Bartus Terwel - pachter en papiermaker. Johannes van Pannekoek - pachter en papiermaker. Willem Sanders - pachter en papiermaker. Johannes Antonius Mentink - pachter en papiermaker. Franciscus Johannes Hallo - eigenaar. J.A. Mentink – eigenaar verbouwd tot wasserij sloop
DE MOLENS OP DE ROLLEKOOT. ALGEMEEN Naam Kadaster Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Molen op de Rollerkoot I en II Vaassen sectie G (blad 1) nrs. 226 & 227 Hartense molenbeek Vaassen Epe 1542 / 1681 < 1896 > ? Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen, wasserij
GESCHIEDENIS Maarten van Rossum, die in 1542 de Cannenburgh met molen en beken had gekocht, wilde nog een molen bouwen. Het werd hem door Hertog Willem van Gelre toegestaan. Hij wilde er ook een stuwvijver (wier) bij hebben. Aanvankelijk hadden de omwonenden geen bezwaar, maar toen bleek dat er twee molens zouden komen (een koren- en een oliemolen) met grotere stuwwerken, vreesden de omwonenden dat hun land onder water kwam te staan. Ondanks tegenwerking ging Van Rossum zijn gang. De oliemolen heeft blijkbaar maar kort dienst gedaan, want tot eind 17e eeuw is steeds sprake van slechts een molen. Ervert Janssen wordt als eerste korenmolenaar genoemd (1557 tot 1566). In 1640 gaf pachter Poull Peelen er een andere bestemming aan. Het werd een volmolen. De te vollen lakens werden aangevoerd vanuit geheel het land. Op het eind van de 17e eeuw is de molen tot papiermolen omgebouwd. In de verkoopcatalogus van de Cannenburgher goederen (1872) staat de molen vermeld als papierfabriek De Rolle-koot, thans gedeeltelijk ingericht als zagerij. Hendrik Pannekoek kocht de molen ter veiling voor 3400 gulden. In 1896 verkocht de weduwe Pannekoek de wasserij/blekerij aan Evert van Delden. Hij kwam van de Dorpermolens en was getrouw met Hendriks dochter Jantje Pannekoek. In 1905 verkocht Van Delden de molens.
MOLEN OP DE ROLLEKOOT I
MOLEN OP DE ROLLEKOOT II
EIGENAREN /PACHTERS
EIGENAREN /PACHTERS
1542 1577 1640 1680 1697 1707 1724 1725 1729 1736 1736 1746 1752 1761
1681 1700 1739 1739 1752 1761
Maarten van Rossum - molen gelegd. Ervet Janssen – korenmolenaar Poull Peelen – pachter volmolen Hendrik Jansen de Goeye (Goeien) - papiermaker. Jan Jansen de Goeye - pachter. Jan Jansz. de Goeye - papiermaker. Willem Reinder Pannekoek - papiermaker. Giliam en Maas de Goeye - mede-eigenaren en papiermakers. Reinder Luitjes - pachter, mede-eigenaar en papiermaker. Baron van Isendoorn - eigenaar. Marten Goossens Pol - pachter en papiermaker. stilstand molen. Jannes Hendriks Bosch - pachter en papiermaker. molen gaat samen met de Rollekoot II. (zie Rollekoot II)
Jacob Jacobsen - papiermaker. Geurt Willems Pannekoek - papiermaker. Abram Bloemert (Blommert) - mede-eigenaar en papiermaker. Baron van Isendoorn - mede-eigenaar. Heymen Frederix Kamphuys - pachter en papiermaker. molen gaat samen met Rollekoot I. Heymen Frederix Kamphuys - pachter en papiermaker. 1800 Carel Kamphuis - pachter en papiermaker. 1835 Derkje Dries Vis - pachtster. 1840 Heimen Kamphuis - papiermaker. 1872 Hendrik Jansz. Pannekoek - eigenaar. 1896 Evert van Delden - eigenaar, molen is dan al wasserij en blekerij. < 2003 Rentex Interlin (wasserij/stomerij) heden CleanLeaseFortex.
CANNENBURGHER MOLEN ALGEMEEN Naam Kadaster Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen herbouwd Type Aandrijving Categorie Functie
Cannenburgher Molen (tot 1940) Vaassen sectie G 81 Hartense molenbeek Vaassen Epe 1387 / 1942 1940 door brand verwoest, 1941 Turbine en bovenslagwaterrad Watermolen verdwenen korenmolen/volmolen/specerijmolen
GESCHIEDENIS De molen is vernoemd naar kasteel Cannenburgh; de heren van Cannenburgh hadden deze molen (en vele andere) lang in eigendom. Op deze plaats stond al in 1387 een watermolen. De eigenaren van kasteel De Cannenburgh verpachtten de waterrechten van maar liefst 20 molens; de meeste in de directe omgeving. De nog bestaande molen is de oudste en was ook in hun bezit. Vanaf 1728 werd de molen gepacht door de familie Koekkoek. In 1872 kocht Gerrit 'Gait' te Riele de molen tijdens een veiling. Inmiddels maalt de vijfde generatie Te Riele op de molen.
Deze molen werd in 1942 in steen en als turbinemolen herbouwd na te zijn uitgebrand. Misschien niet zo spectaculair als een molen met een rad, maar er is zeer lang mee gewerkt: tot 1978 werd de waterkracht gebruikt. Tegenwoordig draait de turbine dagelijks maar de capaciteit van de molenbeek is inmiddels te gering geworden. De vier machinelijnen worden elektrisch aangedreven. Zij zijn in gebruik voor het malen van gedroogde groenten, kruiden, specerijen en boekweit. In2010 heeft een ingrijpende restauratie plaatsgevonden: de turbine is gereviseerd en daarnaast is een bovenslagrad aangebracht.
HET KRAAIENNEST (H ALLEMOLEN OF DE H OLSTE M OLEN ) ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Het Kraaiennest Vaassen sectie G (blad 1) nr. 131 Nieuwe beek Vaassen Epe 1700 1955, 1987 restant afgebroken Onderslag Watermolen Watermolen verdwenen Papiermolen, wasserij
GESCHIEDENIS In 1700 begon Jan Cornelissen er een papiermolen. In 1705 verkocht hij de molen aan Jannes Willems Pannekoek. Grond en water waren in pacht uitgegeven door Margaretha van Reede, weduwe van Jan Hendrik van Isendoorn a Blois. In 1723 werd de erfgenamen van Pannekoek de pacht opgezegd. In 1724 werden de opstallen na taxatie verkocht aan Frederik Isendoorn a Blois en pachtte Gerrit Kroon water, grond en molen. In 1762 ging de pacht over aan Derk Hendriks de Graaf en Hermina Herms. Toen de laatste Isendoorn a Blois overleed kwamen vele bezittingen van de Isendoorns via de erfgenamen in handen van Cohen en Wolff. Zij
organiseerden een veiling om alle bezittingen van de familie Isendoor a Blois te verkopen. Gerrit Te Riele kocht ‘t Kraaiennest. Hij verkocht de molen in 1904 aan M. Mentink, die er een wasbedrijf van maakte, waarbij gebruik werd gemaakt van waterkracht middels een middenslagmolen. In 1916 werd in de 'NV Stoom- en Chemische Wasscherij 'Vaassen' v/h Mentink' een stoommachine geplaatst. Hierna raakte het rad buiten gebruik en in verval. In 1934 werd een nieuw rad aangebracht voor opwekking van elektriciteit. Het heeft tot 1955 dienst gedaan. In de jaren '70 raakte het geheel in verval om tenslotte te verdwijnen. Sinds 1971 is ook het wasserijbedrijf stilgelegd. In 1974 zijn de machines verwijderd. Het gebouw is in 1987 afgebroken en heeft plaats gemaakt voor een woonhuis. Het verval van de beek geeft nu de plek nog aan waar de molen heeft gestaan.
EIGENAREN/PACHTERS 1700 1705 1719 1724 1724 1761 1762 1784 1800 1812 ?? 1832 1872 1899
Jan Cornelissen - eigenaar en papiermaker. Jan (Joannes) Willemsz. Pannekoek - eigenaar en papiermaker. Willem Reynders (of Reinder) Pannekoek - papiermaker. Vrouwe van Cannenburg - eigenaresse. Gerrit Kroon - pachter en papiermaker. Maas Kroon - pachter en papiermaker. Derk Hendriks de Graaf - pachter en papiermaker. Hermannus Mulder (Muller) - papiermakersknecht. Janna Jans - pachtster. tot 1814 stilstand molen. Geerlich de Graaf - papiermaker. Carel de Graaf - papiermaker. Gerrit te Riele - eigenaar. molen gesloopt.
BLOEMKOLKSMOLEN (Welgelegen) ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Bloemkolksmolen Vaassen sectie H (blad 1) nrs. 316 Nieuwe beek Vaassen Epe 1697 1871 > Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen, cichoreifabriekje
GESCHIEDENIS De molen werd in 1697 gelegd door Frederik Gerritsen, eigenaar en papiermaker, en pachter van grond en water op de onderbeek van het Kraaiennest. In 1715 komt deze molen in het bezit van de Cannenburgh. Uit de nalatenschap van de van Isendoorns koopt M. Mentink ook deze molen en begint er in 1871 een cichoreifabriekje. Naderhand vinden we op die plaats de wasserij “Welgelegen” van de fa. J.W. Bos en Zn. De wasserij is afgebroken en nu staat er de kerk “Woord en Daad”.
EIGENAREN/PACHTERS 1697 1710 1715 1715 1738 1749 1750 1781 1788 1808 1813 ?? 1825 1832 1839 1871
Frederik Gerritsen - molen gelegd, eigenaar en papiermaker. (pachter grond en water) Lucas Jansen Bonhoff - papiermaker. Vrouwe van Cannenburg - eigenaresse. Jurrien Blomkolk - pachter en papiermaker. Jacob Blo(e)mkolk - pachter en papiermaker. Peter Wolberts Hafkamp - pachter en papiermaker. Jan Wolberts Hafkamp - pachter en papiermaker. Heymen Hafkamp - pachter en papiermaker. Henricus van Kalkenstein - pachter en papiermaker. Paul Jonker - pachter en papiermaker. tot 1814 stilstand van de molen. Peter Bonhof - papiermaker. Hendrik Jonker - papiermaker. L. Aarnink - pachter. Weduwe Jannes Aarnink - pachtster. Martinus Mentink -eigenaar. (begint een cichoreifabriekje)
DE AMSTERDAMSE MOLEN ALGEMEEN Naam Ligging Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
EIGENAREN/PACHTERS De Amsterdamse Kopermolen/ Wasserij van Delden/ Molen bij de Oosterhof Deventerstraat 104 Vaassen sectie C (blad 1) nr. 537 Hartense molenbeek Vaassen Epe 1701 < 1908 > ? Bovenslag Watermolen Watermolen restant Kopermolen, later papiermolen, wasserij
GESCHIEDENIS In 1701 werd deze kopermolen gebouwd op de Oosterhof. De molen werd gevoed door water uit de wijerd. In 1869 werd de molen een ijzergieterij. Nog later is wasserij van Delden er gekomen. Tot 1933 maakte dit bedrijf gebruik van waterkracht. Omstreeks 1966 heeft men het waterrad verwijderd.
1701 <1754 <1826 1808 1850 1867 1869 1871 1871 1896 1908 1933 1966 heden
Dirck Sliggers (of Slichert) en Willem Elen – pachters, kopermolen. Crans de weduwe van wijlen Jan Crombos haar zoon Rembert Crombos. Zacharias Kemper – pachter. zijn zoon Jan Rudolff Kemper-pachter. Jules Henri Tutein Nolthenius Teunis van Lohuizen - eigenaar. Bauer - ijzergieterij. J.R. Kemper - eigenaar. Marten van Delden - pachter, molen ingericht tot papiermolen. (later eigenaar) gecombineerd bedrijf van papiermakerij en wasserij. (Evert van Delden) gestopt met papier maken. waterrad buiten gebruik waterrad verwijderd V.O.F. Gelderse Stoomwasserij van Delden.
DE HOLTSE MOLENS (Het Hol) ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Holtse Molen Vaassen sectie F (blad 1) nr. 91 / 6 Geelmolense beek Vaassen Epe 1651 1904 Onbekend Watermolen verdwenen papiermolen
GESCHIEDENIS In 1679 is aan de Geelmolense Beek een papiermolen gebouwd. De molens zijn nu geheel verdwenen. Alleen een gemetselde waterval duidt nog op het verval. Nu bevindt zich aan de Elspeterweg, de forellenkwekerij “het Hol”
EIGENAREN/PACHTERS WESTELIJKE HOLTSE MOLEN 1651 1670 ?? 1699 1705
Jan Driesen - papiermaker. Gerrit Jansen - papiermaker. Jan Dries Veenhuijsen - papiermaker. Hendrik Roelofs (Hulshof) - papiermaker. Lucas Coldeweij - eigenaar
1712 1735 1735 1741 1742 1751 1756 1768 1782 1808 1831 1865
Willem Oculi (Oculy) - papiermaker. Baron van Isendoorn - eigenaar. Jannes (Johannes) Poll - pachter en papiermaker. Derck Poll - pachter en papiermaker. Johannes (Jan) Ledeboer - pachter en papiermaker. Warner Ritbroek - pachter en papiermaker. Gerrit van Beek - pachter en papiermaker. Johan Joost Herkert - pachter en papiermaker. Derk Dobbenberg - pachter en papiermaker. Frederik Roskam - pachter en papiermaker. Gerrit Roskam - pachter en papiermaker. einde papiermakerij.
OOSTELIJKE HOLTSE MOLEN 1675 <1710 1720 1738 1738 1754 1762 1801 1810 1839 ?? 1860 1866 1871 1894 heden
Roelof Aerssen - eigenaar opstal, pachter grond en water Jochem Roelofs Hulshof - papiermaker. Gerrit Brouwer - pachter en papiermaker. (1728 eigenaar) Hendrik, Willem, Fennetje en Gerritje Brouwer - medeeigenaren. Willem Brouwer - pachter van water en grond en papiermaker. Teunis Wouters Buytenhuys - pachter en papiermaker. Derk Bomhoff - pachter en papiermaker. Jannes (Johannes) Aarnink - pachter en papiermaker. Wed. Aarnink – pachtster, 1812 stilstand van de molen. Hendrik Roes - pachter en papiermaker. Lambert Mulder - pachter en papiermaker. Geert Mulder - pachter en papiermaker. Geert Palm - pachter en papiermaker. Geert Palm – eigenaar papierfabriek “Het Hol’ gestopt met papier maken. forellenkwekerij “Het Hol”.
DE GEELMOLENS ALGEMEEN Naam Ligging Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Geelmolen I en II Elspeterweg 42 Vaassen sectie F (blad 1) nrs. 54 & 62 Geelmolense beek/ Dorpse beek Vaassen Epe 1616 / 1912 1980 onttakeld Bovenslag Watermolen Watermolen restant Papiermolen
GESCHIEDENIS In 1616 verpachtte Marten van Isendoorn a Blois, heer van de Cannenburch, voor een periode van 24 jaar “syn bovenste waeter" aan Jacques Heymeriks. De pachter kreeg vergunning de beek te vergraven ten behoeve van zijn te bouwen kruitmolen. In de pachtovereenkomst werd o.m. bepaald, dat “pachter sal mogen leggen twee raderen tot polvermeulens, ofte daar 't hem toe dienen sal, uytgesondert deese vier meulens, als coornmeule, copermeule, olymeule en pappiermeule". De opstallen kwamen geheel voor rekening van de pachter. Bij eventuele beëindiging van de pacht zouden hij of zijn erven een vergoeding van 300 daalders voor deze gebouwen van de verpachter ontvangen. De jaarlijkse pacht werd gevormd door een bedrag van 100 daalders en “een half vat van den besten winterheerink, opten Cannenburch te leveren,
met een hondert pont stockvisch en negen ponden suykers, alles vant beste". Met toestemming van de heer van de Cannenburch werd de pacht van het water alsmede de opstallen door Heymeriks overgedragen aan zijn zonen Guillaume en Isaak. De pacht werd verhoogd met de jaarlijkse levering van “twelff ponden pollvers van 't beste". In 1634 verpachtte de toenmalige heer van de Cannenburch, Elbert van Isendoorn a Blois “syn Weled. water en papiermeule in Vassen gelegen met 't broek ofte lege weyde daerbij" voor de tijd van 25 jaar aan Abraham Heymeriks, een andere zoon van de eerste pachter. Met grote waarschijnlijkheid kan worden aangenomen, dat de benaming Geelmolen dateert uit deze periode . In de loop van de 17e eeuw moet de eigendom van de molen zijn gesplitst. Gijsbert Pelgrums van Heerde, gehuwd met Anna Maria Heymeriks, verkocht in 1691 aan Derk van Gerven (ook genoemd Gervinck) echtgenoot van Janneken Peters “die helffte van onse getimmer van onse pampiermoelen d'Geelmolen genaamt bestaende in twee raeden ende neegen backen, te weeten die helfte van molenhuys, die helfte van woonhuys ende die helfte van d'bergh, alle aen die suytsijde van die molenbeecke gelegen in den ampte van Epe kerspel Vaesen gehorende, alles soo als het bij kopers gebruyckt wort liggende op die gront van d'kercke tot Vaesen ende het waeter die heer van Kannenbergh toebehorende ende dat voor een somma van tweduisent Carolus guldens..." Het transport vond eerst in 1694 plaats. De grond waarop de molen stond, behoorde aan de kerk te Vaassen en niet meer tot de goederen onder de Cannenburch. Een veertig jaar later zou de vraag aan wie dit toebehoorde inzet worden van een lang en ingewikkeld proces.
In 1697 werden water en grond van de Geelmolen met een aantal andere percelen als een complex in leen opgedragen aan de Staten van Gelderland. De Geelmolen blijkt in 1731 voor de helft in bezit te zijn van Jenneke Peters, na de dood van Derck van Gerven hertrouwd met Jacob Hagedoorn. Haar tweede man stierf vóór 1735- Een dochter uit Jennekes eerste huwelijk, Willemtje, weduwe van Lucas Wolbrink, was medebezitster. De andere helft van de molen behoorde toe aan Lucas Coldewey. De toenmalige bezitter van de Cannenburch, Frederik Johan van Isendoorn a Blois, zegde op 23 september de weduwe en haar dochter de pacht op met ingang van mei 1736, de “ordinaire vervaarteid der papiermaakers". Hij bood daarbij aan de opstallen tegen de taxatiewaarde over te nemen.. De heer van de Cannenburch werd onaangenaam verrast door de reactie van Jenneke en haar dochter. Deze beweerden nl. dat de grond waarop de molen stond toebehoorde aan de kerk te Vaassen, gelijk bij verkoop en transport in 1694 nog was vermeld. Sindsdien was jaarlijks een erfpacht van f 5,-- aan de kerk betaald welk bedrag ook steeds in de kerkberekeningen was verantwoord. Het Hof vond de in grote getale aangevoerde bewijsstukken van de heer van den Cannenburch niet voldoende en verklaarde hem bij sententie van 20 juli 1740 niet ontvankelijk in zijn eis. In 1751 slaagde Van Isendoorn er echter in met Willemtje van Gerven (wier moeder inmiddels was overleden) en haar kinderen tot overeenstemming te komen. De molen werd, “met d'annexe huysinge nevens de hanck-schuur en halve koeyschuur, hooyschuur en backoven, in den ampte van Epe, carspell Vaessen in 't Westericker rott gelegen, benaasten de papiermolen van wijlen Lucas Koldewey..." op 8 juli 1752 overgedragen.
Inmiddels had de heer van de Cannenburch de bezitter van de andere helft van de molen Teunis Coldewey, zoon van wijlen Lucas Coldewey, met ingang van mei 1752 de pacht van grond en water opgezegd. Bovendien moesten de opstallen worden afgebroken of na taxatie worden overgedaan. De molenaar verzette zich tegen de opzegging waarna het geschil aan het oordeel van het Hof werd onderworpen. In deze zaak werden vrijwel dezelfde argumenten pro en contra gebruikt als in de jaren 1737-1740. Deze maal werd Van Isendoorn wel ontvankelijk verklaard. Bij sententie van 20 juli 1754 werd Coldewey veroordeeld grond en water niet meer te gebruiken en de opstallen af te breken behoudens verkoop na taxatie. Op 13 november 1754 droeg hij de “papiermolen en verderen opstal gelegen op Veluwen in den Ampte van Epe carspel Vaessen onder 't Westericker rot, genaamt de Gelemolen, bestaande in een woonhuys, moolenhuys, moolenwerck, twee en een halve schuur..." over tegen een bedrag van 1325 gulden. In 1871 werd het molencomplex uit de nalatenschap van de in 1865 kinderloos gestorven F. C. Th. baron van Isendoorn a Blois verkocht aan Martinus Mentink en Gerrit Roes. De koopsom bedroeg f 10.800,--. In het begin van deze eeuw bevond zich in het gebouw een wasserijbedrijf. De huidige gebouwen zijn met enkele woningen in 1912 gesticht door mr. A. R. P. Mees. Het Pensioenfonds van de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij werd in 1952 door koop eigenaar van het complex. Thans is het in eigendom van de familie Weilhuizen.
DE GEELMOLEN I
DE GEELMOLEN II
EIGENAREN /PACHTERS
EIGENAREN /PACHTERS
1616 1628 1628 1632 1634
1634
1645 1654 1653 1656 1675 1671 1691 1698 1734 1742 1752 1769 1791 1813 1840 1871 1895
Jacques Heeijmeriks (Emmerik, Hemericx) - pachter van water. Isaak en Guillaume Hemerickx - eigenaren en papiermakers. Christiaan Geres Gerrits - papiermakersknecht. Hendrik Arendsz. - pachter en papiermaker. Abraham Heeijmeriks (Emmerick) – eigenaar, pachter en papiermaker. papiermolen en een kopermolen. op de kopermolen werd geelkoper vervaardigd, vandaar de naam Geelmolen) (circa) koperverwerking gestopt, alleen nog papier. Gerrit Jansz. - papiermakersknecht. Jan Gerrits van Apeldoorn - papierschepper. Anna Maria Emmerick - eigenarsse. Gijsbert Pelgrims ( Pelgrom) - eigenaar en papiermaker. Derk Warners van Gerrevink - eigenaar en papiermaker. (circa) Jacob Hagedoorn - papiermaker. Jannetje Peters, Willempje van Gerrevink en Dirk Wolbrink – eigenaren van de opstal, papiermakers. Dirk en Jacob Wolbrink - papiermakers. Abraham Bloemert - pachter en papiermaker. Jannes Mentink - pachter en papiermaker. Hendrik Mentink - pachter en papiermaker. stilstand van de molen. Jan Mentink - pachter en papiermaker. Martinus Mentink - eigenaar en papiermaker. Berend Zwerus - eigenaar. (wasserij)
1675 1690 1745 1754 1754 1758 1761 1763 1780 1809 1871 1884
Abraham Hemmerik (Emmerick) – eigenaar, pachter en papiermaker. Jacobus Emmerik - eigenaar en papiermaker. Lucas Arentsen Coldewey - eigenaar en papiermaker. Teunis en Gerritje Coldewey en Gerritje Brouwer – eigenaren en papiermaker. Baron van Isendoorn à Blois - eigenaar. Ernst van der Ham - pachter en papiermaker. Jacob Wolbrink - pachter en papiermaker. Abraham Bloemert - pachter en papiermaker. (An)teunis Hendriks - pachter en papiermaker. Jan Roes - pachter en papiermaker. Geertje Brouwer en Hendrik Roes - pachters en papiermakers. Gerrit Roes - eigenaar en papiermaker. Berend Zwerus - eigenaar. (wasserij)
KRUITMOLEN (VERDWENEN) Ligging /Type/Aandrijving Plaats Bouwjaar
onbekend Vaassen 1616 ca.
GESCHIEDENIS JACQUES HEYMERIKS (EMMERIK, HEMERICX), DIE IN 1616 PACHTER WAS VAN HET WATER VAN EEN VAN DE GEELMOLENS, BOUWDE OOK EEN KRUITMOLEN IN VAASSEN.
DE BRINKER MOLENS ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Brinkermolens oost en west Vaassen sectie G (blad 1) nrs. 183 & 197 Geelmolense beek/ Dorpse beek Vaassen Epe 1674 < / 1668 < 1980 stilgelegd Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen
GESCHIEDENIS Ook deze molens moeten na 1660 zijn gebouwd. In 1689 verkocht Jan Hendriks van Ysendoorn,"de drie huijsen en drie molens”. Het rechter molengebouw behoorde in 1689 aan Jan Aerts en Geertken Jans, in 1702 aan Jannis Werners Veenhuijsen. In 1715 wordt Jochum Roelofs Hulshoff, papiermaker op één van de Holtse molens, genoemd als eigenaar. In Juni 1715 verpachtte de vrouwe van de Cannenburgh water en grond van deze molen 'gelegen bij de Groote Vijver' aan Jan Berghorst en Aeltje Gerrits voor 30 jaren. Toch werd weer in 1721 hetzelfde verpacht en wel voor zes jaren en weer aan Jan en Aeltje. In 1740 kregen Warner Veenhuysen en Jannetie Wolbrinck de pacht tegen f 240.- per jaar. Vier jaren later volgde Hymerick (Heymerinck) van de Brink.
Begin 19e eeuw komt als pachter voor Marinus Smits (1837-1867). Na hem was E. Uyt den Bogaard pachter, die in 1782 plaats moest maken voor Jan van Delden, die toen beide Brinkermolens had gekocht. Het linker molengebouw was in 1689, 1697, 1702 en omliggende jaren in bezit van Warner Janssen en Anneken Holtius. Later was Wolter Muller er pachter, aan wie in 1740 Jannes en Willem van Laer elk hun aandeel ad f 365.- verkochten. Wolter en zijn vrouw Elisabeth Jans Luytjes verkochten in 1751 hun aandeel aan de heer van de Cannenburgh; dit aandeel bedroeg 7/10de, andere Van Laers: Gerhardus, Arnoldus en Lubberta hadden elk ééntiende. In 1872 kocht Jan van Delden van beide molens tijdens de grote veiling. Jan van Delden werd de stichter van de Bordpapierfabriek die zijn naam als firmanaam zou blijven voeren. Vooral na 1903 is het bedrijf uitgegroeid tot een waar fabriekscomplex, toen stoom de productie geweldig opvoerde. Het linker gebouw werd geheel modern opgetrokken, het rechter, de aloude papiermolen van Jan Aerts, bleef zijn oude gedaante tot het laatst toe behouden, al geraakte het van lieverlede ingekapseld tussen moderne bouwsels. Naast stoomkracht bleef het waterrad dienst doen in de jaren 1940-1945 en ook daarna tot ongeveer 1956, voor opwekking van elektriciteit, die omwonenden licht verschafte. In 1958 stortte het rad in elkaar en de resten van goot en rad werden aan hun lot overgelaten en bleven liggen, tot het einde toe. In 1980 staakte bordpapierfabriek J. van Delden zijn werkzaamheden en in 1989 werden alle gebouwen gesloopt.
WESTELIJKE BRINKER MOLEN
OOSTELIJKE BRINKER MOLEN
EIGENAREN /PACHTERS
EIGENAREN /PACHTERS
?? Jan Hendrik van Isendoorn - eigenaar. 1674 Jan Aerts - pachter en papiermaker. (1689 eigenaar) 1690 Albert Jochems - papiermaker. 1695 Jannis (Joannes) Warners Veenhuysen - pachter en papiermaker. 1710 Jannes van Laar - pachter en papiermaker. 1717 Wolter Jansen Muller - pachter en papiermaker. 1723 Wouter (Wolter) Muller - pachter en papiermaker. 1751 Egbert Dijkhuysen - pachter en papiermaker. 1754 Derk Frederiks Kamphuis - pachter en papiermaker. 1766 Jan Aerts Jonker - pachter en papiermaker. 1790 Paul Jonker - pachter en papiermaker. 1807 Willem Lubberts van Tongeren - pachter en papiermaker. 1819 Geertruy Hering - pachtster. 1819 Jan Riks - papiermaker. 1837 Paul van Tongeren - pachter en papiermaker. 1872 Jan van Delden - eigenaar. (vervolg zie Oostelijke Brinker molen)
?? 1668 1689 1710 1715 1715 1725 1744 1761 1767 1772 1780 1782 1790 1808 1819 1822 1828 1871 1872 1903 1915 1980
Jan Hendrik van Isendoorn - eigenaar. Warner Jansen (Veenhuijsen) - pachter en papiermaker. Warner Jansen-eigenaar) Joachim Roelofs Hulshoff - eigenaar, pachter van grond en water, papiermaker. Baronesse van Isendoorn - eigenaresse. Jan Berghorst - pachter en papiermaker. Warner Jansen Veenhuizen - pachter en papiermaker. Heymerink van den Brink - pachter en papiermaker. Hendrik en Lubbert Jansen van Beek – pachters en papiermakers. Lubbert van Beek - pachter en papiermaker. Jan Roes en Jochem Scherrenberg - pachters en papiermakers. Aart Jonker - pachter en papiermaker. Johan Joost Herkert - pachter en papiermaker. Jan Aerts Jonker - pachter en papiermaker. Jan Christoffel Herink (Heering) - pachter en papiermaker. Hermen Everts Westhof - pachter en papiermaker. Hendrik Reuvekamp - pachter en papiermaker. Marinus Smit - pachter en papiermaker. Evert uyt den Bogaard - pachter en papiermaker. Jan van Delden - eigenaar. "Papierfabriek Westerenk" Hendrik van Delden - eigenaar. fabriek stilgelegd.
DE CITADELSEMOLEN EIGENAREN/PACHTERS
ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Citadelsemolen Vaassen sectie G (blad 1) nr. 178 Geelmolense beek/ Dorpse beek Vaassen Epe 1660 1893 afgebroken Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen
GESCHIEDENIS In 1674 was Marten Geurtsen de pachter en papiermaker. In 1893 liet Jan van Delden de molen afbreken.
1674 1690 1710 1729 1735 1736 1740 1749 1758 1763 1783 1803 1832 1866 1872 1893
Marten Geurtsen - pachter en papiermaker. (1689 eigenaar) Hendrik Keyenberg - pachter van water en grond, eigenaar en papiermaker. Lucas Egberts Wolbrink - pachter en papiermaker. (circa) Maria (Marritje) Jans Veenhuysen - eigenaresse. Baron van Isendoorn - eigenaar. Berend de Man en Aart Groen - pachters en papiermakers. Jan Willems - pachter en papiermaker. Jacob Wolbrink - pachter en papiermaker. Jan(nes) Hendriks Bosch - pachter en papiermaker. Teunis Hendriks - pachter en papiermaker. Hendrik Wolven - pachter en papiermaker. Trijntje Steenbergen en Gerrit Jan Wolven – pachters en papiermaker. (circa) Derk Smit - pachter en papiermaker. Jan Christoffel Mulder - pachter en papiermaker. Lammert Aarnink - eigenaar. Jan van Delden - eigenaar. (molen afgebroken)
DE DORPER MOLENS (DORPSCHE P APIERMOLENS ) ALGEMEEN Naam Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Noordelijke / zuidelijke Dorpermolen Vaassen, sectie C (blad 1) nr. 87 / sectie D (blad 2) nr. 222 Geelmolense beek/ Dorpse beek Vaassen Epe 1774 < / 1559 1880 ? / 1871 > Onbekend Watermolen verdwenen Papiermolen / Kopermolen, papiermolen, ijzergieterij
GESCHIEDENIS Deze lagen aan de Dorperbeek, nu Dorpse Beek, een voortzetting van de Geelmolense Beek. De molens bevonden zich op de plek waar nu Vaassen Flexible Packiging staat. In 1559 pachtte Mr. J. Steinberch (Steenbergen) den Olden, een 'copermoele' onder Vaassen. Het bedrijf werd ingericht in of op de plaats van de zogenoemde kleine pletmolen.
In 1567 verpachtte Hendrick van Isendoorn voor 13 jaren aan Steenbergen een goed met toebehoren. Dit goed lag bij de kopermolen, die bij deze verpachting als onderpand werd gesteld. Steenbergen kocht in 1569 de Griftse molens, waarvan er ook één werd ingericht tot kopermolen. Zo had hij er nu twee, waarin hij in de Vaassense molen werd opgevolgd door zijn zoon Jan (1580), kleinzoon Jan (1631) en achterkleinzoon Jan (plm. 1650). Bij de vergroting van het leengoed De Cannenburgh door Johan Hendrik van Isendoorn in 1697 bevond zich ook " 't water en gront van een kopermolen, waervan pagter is Gerrit Groen en N. Hebbinx, egteluyden". Jan (IV) had twee dochters, Aleida erfde uiteindelijk de kopermolen uit haar vaders boedel. Aleida had in 1709 haar huis bij de kopermolen laten herbouwen en later huis en toebehoren nagelaten aan Hendrik Backer en zijn vrouw Maria Anna Weultjes te Zutphen. In 1751 verkochten dezen het huis aan hun dochter Catharina Elisabeth, die getrouwd was met Frans Jan Haack, eigenaar van de Kopermolen in de Zuuk. Naar hem kreeg het huis de naam 'Haackshuis'. In 1751 en in 1756 werden de kopermolen en verdere opstallen aan het echtpaar Haack-Backer verpacht. Haacks erfgenamen verkochten het huis in 1815 aan Jannes Mulder, papiermaker op de Dorper Molens en zijn vrouw Magteld Terwel. In 1833 werd Jannes opgevolgd door Lammert, deze later door Jan, die tot 1866 pachter was. Toen verhuurde de heer van de Cannenburgh de molen aan Hendrik Pannekoek Janszoon. Dit was het rechter (zuidelijke) molengebouw; het linker gebouw (de noordelijke papiermolen) was in pacht bij M. Mentink. Blijkens het kondschap van 1726 en de kaart van 1762 was steeds de Dorper Molen één enkele molen. Eerst in 1772 -de voormalige
kopermolen stond al sinds de verkoop aan Haack ongebruikt- is er een dubbele molen gebouwd. Deze komt pas in de verpachtingen vanaf 1830 voor. In 1866 pachtte Hendrik Pannekoek Jzn. deze molen voor 12 jaren en nam daarmee de pacht over van Jan Christoffel Mulder. In 1871 kocht Teunis van Lohuizen, van de ijzergieterij op de Amsterdamse Kopermolen, beide papiermolens de Dorpermolens. Van Lohuizen verklaarde in 1880, de papiermakerij te willen beëindigen en een fabriek van tinblad (staniol) te beginnen. In het rechter molengebouw bevond zich al sinds 1872 de ijzergieterij, overgebracht van de Amsterdamse Kopermolen; hier kwam de staniolproductie nu bij in. Tot 1892 maakte het bedrijf gebruik van waterkracht, daarna van de stoommachine. In 1899 pachtte H.A. Mentink, die zijn papiermakerij op de Geelmolen had gestaakt, het linker gebouw van de Dorper molens en begon er een wasserij. Daar bleef het waterrad tot het eind toe in gebruik en diende voor het doen draaien van de 'Volldampf wasmachine”; een oude papierpers die werd gebruikt voor het droogpersen van wasgoed. In 1915 werd door de directeur van 'de IJzergieterij en Staniolfabriek 'Industrie' (voorheen van Lohuizen en Co.) een hypotheek op het gehele bedrijfscomplex opgenomen. In 1928 kwam een einde aan het gebruik van waterkracht. De pacht werd opgezegd en het wasserijbedrijf werd verplaatst naar een nieuw bedrijf aan de Veenweg, waar het tot 1957 bleef.
DE NOORDELIJKE DORPERMOLEN EIGENAREN /BEHEERDERS
1774 Lubbertus van Gerrevink - pachter en papiermaker. 1808 Lambert van Gerrevink - pachter en papiermaker. 1813 stilstand van de molen. 1814 Willem Anthoon - pachter en papiermaker. 1842 Evert van Delden - pachter en papiermaker. 1847 Hendrik Mentink - pachter en papiermaker. 1871 Teunis van Lohuizen - eigenaar. 1880 einde van de papiermakerij. (samengevoeging met de zuidelijke Dorpermolen)
DE ZUIDELIJKE DORPERMOLEN (DORPSCHE PAPIERMOLEN) EIGENAREN /BEHEERDERS Hendrik van Isendoorn - eigenaar 1559 Mr. J. Steinberch (Steenbergen) - pachter (eigenaar) 1726 Aleida van Steenbergen - eigenaresse kopermolen. 1735 Hendrik Backer - eigenaar kopermolen. 1735 Frans Jan Haack - pachter. 1751 Baron van Isendoorn - eigenaar. 1751 Lambert Jans Muller - pachter. ?? Berend Wolven - pachter. 1772 molen verbouwd tot papiermolen. 1790 Jannes Muller - pachter/papiermaker. 1813 stilstand van de molen. 1833 Lammert Mulder - pachter/papiermaker. tot 1866 Jan Christoffel Mulder - pachter en papiermaker. 1866 Hendrik Jansz. Pannekoek - pachter en papiermaker. 1871 Teunis van Lohuizen - eigenaar. (begint hier een IJzergieterij)
DE GRIFTSE MOLENS ALGEMEEN Naam Korenmolen Ligging Kadaster 1811-1832 Beek Plaats Gemeente Bouwjaar Verdwenen Type Aandrijving Categorie Functie
Griftsche Eekmolen/ Griftsche bij Sluis Nr. 3 Vaassen H (2) 394 & B (1) nr. 111 Grift Vaassen Epe 1412 / 1816 1938 ontmanteld, 1941 onttakeld Onderslag Watermolen Watermolen verdwenen Kopermolen / korenmolen, oliemolen
GESCHIEDENIS In 1412 was deze molen een Geldershertogelijke koren- en oliemolen, gelegen bij het huis Rade of Raay en verpand aan Steven van Rade. In 1432 droegen Herman van Mekeren Gijsbertszoon en Jonkvrouw Mechteld de koren- en oliemolen van Rade over aan Johan van Boecholt, prior van het convent Sint Mariënborn. In de 16e eeuw duikt de naam Steenbergen in de omgeving op. Reeds in 1559 had Meister Johan Styenborch de olde een molen onder Vaassen in pacht van de heren van de Cannenburgh en daar een koperbedrijf gevestigd. In 1569 kocht hij het molencomplex aan de Grift en stichtte op de linkeroever een kopermolen. In 1706 verklaarde Rudolphus Knuijse dat als hij de gehele molen in
bezit zou hebben en hij of zijn erfgenamen deze wilden verkopen, de bezitters van de Cannenburgh het recht van voorkoop zouden hebben. In hetzelfde jaar kocht hij 3/4 aandeel in de molens van Johan Henderik van Lindeveld en in 1716 de resterende 1/4 van de vrouwe van de Cannenburgh, die dit zojuist van de weduwe van Dibbolt Meijer had gekocht. Rudolph overleed iin 1747 kinderloos. Zijn weduwe verkocht de molens in 1753 aan de Cannenburgh. Waarschijnlijk is na de verkoop van 1753 een einde gekomen aan het koperbedrijf en is het gebouw, dat op de westelijke oever lag, afgebroken. In het pachtboek van 1808-1868: De provinciale opgave van bedrijven in Gelderland in 1816 vermeldt onder Vaassen, dat de oliemolen aldaar- dat moet de Griftse molen zijn kort voor 1816 is gebouwd. Het gebrek aan voldoende en regelmatige watertoevoer vormde een ernstige belemmering voor deze molen. Van 1815 tot 1829 was Derk Oortwijn hier de molenaar, tegen 1/3 van de inkomsten van de olieslagerij.
EIGENAREN/PACHTERS <1871 Isendoorn a Blois – eigenaar 1871 G. R. Wagenaar-eigenaar, koren- en oliemolen 1919 W.A. Salm - eigenaar. 1930 Dirk Labberton en Dries van Vemde, eigenaren waterrecht gemeenten Apeldoorn en Epe 1938 het rad en de as verwijderd. 1941 onttakeld. De koren- en oliemolen lag, blijkens de kaart van 1727,rechts van de Grift. De kopermolen links.