Nor : 60
maart - mars 2012
Het Goudblommeke in Papier La Fleur en Papier Doré Magazine van de Coöperatieve Vennootschap “Het Goudblommeke in Papier” Magazine d’information de la Société Coopérative “La Fleur en Papier Doré” Cellebroersstraat 53-55 te 1000 Brussel - Rue des Alexiens 53-55 Tel. 02 511 16 59
Foto: © Danny Verbiest (2011)
1000 Bruxelles
Recommandé par le Guide du Routard 2011 consacré à Bruxelles Highly commended by Arukikata Globe-Trotter 2011-2012, Japan Highly commended by “Bon Appétit !” Nippon Express Europe Highly commended bij Aruco (Akasaka-Minatu-ku, Tokyo, Japan)
Voortaan werkt onze keuken doorlopend van 12 :00 tot 22 :00 uur Dorénavant la cuisine est ouverte de 12 à 22 h. Inhoud - Contenu: Hommage aan Louis-Paul Boon ....................... Le peintre du blanc expose à La Fleur en Papier Doré ............................................................. Kwaliteit... daar gaan wij voor ........................ What’s in a name ? ........................................ Vaarwel Thea ................................................ Hergé in Het Goudblommeke ...........................
1 2 3 4 4 5
Hergé, Haddock, Alechinsky et les autres .. 6 C’était au temps où la presse brusselait .... 7 Une évocation souriante du XVIIIe ............ 8 Les Bourgmestres d’Eric Demar-baix ....... 8 Gerrit Achterberg ................................... 9 Zinnema en Het Goudgeblomd................... 9 Ca se passe à la Fleur en Papier Doré ...... 9
Hommage aan Louis-Paul Boon Ziek zijn is nooit leuk. Tenzij je hele goede vrienden hebt die dan ook nog hele originele cadeaus meebrengen als zij op ziekenbezoek komen. Zo kreeg ik van iemand de door Angèle Manteau verzamelde uitgave van verschillende auteurs in “Brusselse Verhalen”. Dat je daarin werk vindt van Jan Walravens en Herman Teirlinck is een evidentie. Minder voor de hand liggend is een bijdrage van de Aalstenaar Louis-Paul Boon. Het werd nochtans een zeer gewaardeerd stuk. “Wie iets over Brussel wil schrijven nadat hij dit stuk van Boon heeft gelezen, zal het wekenlang ontmoedigd, niet lukken”. Wijze woorden van Jeroen Brouwers in “Groetjes uit Brussel”. Op z'n Boonse-eigen wijze tekent die het “oerwoud Brussel” (zoals hij het noemt) met een zekere afstandelijkheid die gelijk een grote genegenheid toont. “(...) En in nummer 13 is het een Hollandse die nog altijd
beschaafd Nederlands spreekt en dan ook door niemand begrepen wordt, en die geen man heeft maar toch altijd opnieuw kinderen op de wereld brengt. En in nummer 15, dat is helemaal in de hoek, hokt een facteur die tijdens de oorlog in de weerstand was en brieven van de ortskommandantur achterhield, maar almetenens was
de Gestapo in het postgebouw en hij moest een brief inslikken zonder er genoeg te kunnen op knabbelen, en dat hard papier in zijn maag... hij 'paasde dat hij duud was' een mens steekt toch wel wat uit in zijn leven, en nu is
(die honderd jaar geleden is geboren)
hij taxichauffeur. Ja, het zijn meestal kleine werkmensjes die 's morgens in de halve duisternis met hun koffiekannetje en hun boterhammen in een grauw papier gewikkeld, en die op de noen de smalle ingang van de cité binnenvallen gelijk duiven die gelost zijn” Louis-Paul Boon die deze maand precies 100 jaar geleden geboren is, namelijk op 15 maart 1912, kreeg op donderdag 23 februari 2012 een hommage, in Het Goudblommeke in Papier, in de vorm van een virtuele rondleiding op een overzichtstentoonstelling over Boontje door Kris Humbeek. De uiteenzetting was gelardeerd met verhalen over Boon in Brussel en natuurlijk ook met het relaas van een fijn feestje dat Boontje vierde in Het Goudblommeke in Papier. Deze avond was een organisatie van Willems-, Davids- en Masereelfonds, de Vermeylenkring en dat alles in samenwerking met de vzw Geert van Bruaene (Danny Verbiest) - 60/1 -
Voyage de noce (Jacquy Maridor)
“Le peintre du blanc” expose à la Fleur en Papier Doré A partir du 3 mars, Jacquy Maridor enchantera les visiteurs de l'estaminet. Pourquoi le peintre du blanc ? Parce qu'il ne craint pas d'appliquer ses couleurs, y compris vermillon, sur des fonds clairs. Et pour ses nus, c'est encore plus évident. Des corps de femme évoqués plus que révélés, qui s'estompent un peu comme dans vos bras. Jacquy Maridor avoue sans aucune gêne qu'il n'est passé par aucune académie. Certes, sa famille avait un atelier de matériel artisanal pour les peintres et dessinateurs, mais c'est en copiant les grands maîtres qu'il a appris à manier la matière et à domestiquer les formes. Il n'hésite pas à se servir des coulées sur la toile pour donner du volume à l'objet de ses toiles. «Je laisse le tableau travailler», dit-il, faisant confiance à cette peinture à l'huile pourtant difficile à maîtriser.
«Belgique Joyeuse», qu'il a découverte alors qu'elle était en ruines. C'est un hommage à Thomas Owen, du temps où il fréquentait les «Copains du samedi». Là aussi, le mystère qui s'en dégage nous transporte. On peut aussi admirer une cathédrale qu'il appelle « la maison des âmes » et l'on aperçoit des fantômes prêts à s'y rendre. Mais même si l'atmosphère est au mystère et si les rouges attirent l'œil, il n'y a aucune violence dans les ta-bleaux. Car Jacquy Maridor (Mari d'Or (?), dirait sans doute son épouse) ne la supporte pas. Il émane de lui sympa-thie et bonté. Et pourtant, en sortant, je découvre un capi-taine Haddock aux yeux de braise. « C'est que Quick et Flupke tournent autour de sa bouteille de whisky » le défend le peintre, qui lui a fait des yeux furibonds.
Peintre-scaphandrier…
…et sculpteur
Il a peint beaucoup de bateaux, fendant la mer. Comment s'étonner, le métier de Jacquy était scaphandrier! Et il en rapporté des souvenirs inoubliables. Sa dernière toile, encore sur le chevalet, chez lui, dans une avenue de Jette, non loin de l'Abbaye de Dieleghem, nous fait croiser un bâtiment hypothétique, qui semble véhiculer depuis des siècles des fantômes de loups de mer ou de personnages romantiques. La lumière intérieure nous interpelle. Plus loin, on voit une construction sortie tout droit de la
Jacky Maridor est aussi sculpteur, un beau nu en béton dialogue ainsi avec un tableau qui représente une femme couchée sur une croix. Le fil rouge de ses œuvres est sans doute la beauté un peu mystérieuse, mais douce et proche. Comme ces phoques qu'il a découverts dans une crique, aux Iles Shetland, alors qu'il reproduisait, un peu sans s'en rendre compte, leur chant d'amour. A vingt mètres de lui, leurs grands yeux ronds attentifs, ils dessinaient un cercle dans l'eau, pour mieux l'écouter !
Dame, quand un scaphandrier peut imiter le chant des phoques, comment s'étonner que, comme peintre, il puisse aussi rivaliser avec les grands, qui furent ses maîtres. (Monique Discalcius)
Jacquy Maridor
h
h
Voortaan werkt onze keuken doorlopend van 12 :00 tot 22 :00 uur Dorénavant la cuisine est ouverte de 12 à 22 h. Geert van Bruaene als stripheld ! Een verhaal uit het leven van de stichter van Het Goudblommeke in Papier zoals het misschien zou kunnen geweest zijn. “Geert van Bruaene: Magritte en het Maldoror-boek” (Volwassenenstrip) Verkrijgbaar in de betere boekhandel en in Het Goudblommeke in Papier Prijs: ! 14,95 NIEUW IN HET GOUDBLOMMEKE Pannenkoeken met suiker of confituur/jam
- 60/2 -
Kwaliteit... daar gaan wij voor... Wij hebben het in ons e-zine al een paar keer gehad over geuze, kriek en lambiek. Ook over wijn hebben wij al een aardig boompje opgezet (zeker na de schitterende vermelding die wij van de sommelier-afdeling van de “Université du Vin de Suze-laRousse” in Zuid-Frankrijk hebben gekregen (zie e-zine nr. 54 van september 2011). Dat betekent echter niet dat wij voor de overige spijzen en dranken minder aandacht zouden besteden en dat wordt beloond. Zo heeft de brouwerij die het bier Leffe produceert de idee opgevat om een twintigtal (voor heel België) verkooppunten te voorzien van het label “Leffe-ambassadeur”. Om dat te verkrijgen moet men voldoen aan een aantal kwaliteitsnormen en op regelmatige tijdstippen de lessen over dat edel vocht volgen. Het is dan ook met fierheid dat wij kunnen melden
dat Het Goudblommeke in Papier erkend is als “ambassadeur” (zie foto helemaal onderaan).
Twee aandachtige leerlingen op cursus
Maar daar stopt het niet mee. Neem nu bijvoorbeeld onze thee. Niets is gemakkelijker dan thee zetten zou u denken. Een kop heet water, een builtje erin, tussen drie en vijf minuten laten “trekken”, dat kan zelfs een kind. Fout, volledig fout. Hoewel thee wordt gemaakt met de bladen van slechts twee plantensoorten
(de struik Camellia sinensis of de . boom Camellia assamica) kan men stellen dat er wereldwijd meer dan 3.000 soorten thee bestaan. Het verschil kan hem in veel zitten: of men alleen de buitenste blaadjes heeft geplukt of allemaal, het drogen, de bewerking, het aromatiseren, enz... Zo heeft u waarschijnlijk al gehoord van “orange pekoe” (waarbij de meesten denken dat het iets met sinaasappel te maken heeft, maar dat is niet zo). OP (zoals orange pekoe wordt afgekort) is thee die geplukt is toen de bovenblaadjes net open gingen. OP bevat puntige blaadjes die langer zijn dan bij de thee van hogere kwaliteit FOP (flowery orange pekoe) die wordt gemaakt van de bladknop en de twee bovenste blaadjes van elke tak. Het is fijn gerolde thee met de juiste hoeveelheid puntjes om een hoge kwaliteit te verzekeren. Zo heeft men tien “blad- >
Het HetGoudblommeke Goudblommekein inPapier Papier La LaFleur Fleuren enPapier PapierDoré Doré Cellebroersstraat Cellebroersstraat53/55 53/55 1000 1000Brussel Brussel 02 02511 51116 1659 59
- 60/3 -
klassen” in de top. De SFTGFO P (special finest tippy golden flowery orange pekoe) wordt erkend als de allerbeste van allemaal. Bij de gebroken thee telt men nog een 8 categorieën en bij de “fannings” (fijn ziftsel voor het maken van builtjesthee) nog eens een tiental. Foto: © Monique Vrins, 2011 Enfin, u merkt dat thee kiezen al een eerste belangrijke stap is. Specialistenwerk eigenlijk. Daarom krijgt u, als u een thee bestelt in Het Goudblommeke in Papier, de theedoos voorgeschoteld. Behalve de meeste gekende merken (want sommige klanten willen zich aan hun merk houden) bevat onze theedoos ook zilverkleurige verpakkingen met uitgelezen theesoorten. Een reden om het eens te proberen en... uiteraard... krijg je er ook nog een exclusief pralinneke bij. (dv)
h
h
What's in a name ? De tweetalige dubbele naam van ons stamineetje “Het Goudblommeke in Papier - La Fleur en Papier Doré” is heel speciaal. In zoverre dat hij vaak onwillekeurig verbasterd wordt. Maar het voordeel is dan weer dat, al sluipen er soms fouten in, men hem toch gemakkelijk onthoudt. Sommigen denken dat Geert van Bruaene de naam gehaald heeft in het werk van Guido Gezelle, maar dat is een
stadslegende. In heel diens verzamelde verzen vallen heel wat blommen maar geen Goudblommeke te ontwaren. Wel is het een feit dat “onze” Geert een grote bewonderaar was van Gezelle, net als hij een Westvlaming. De ene van Brugge en de onze van Kortrijk. De meest klassieke vergissing is “Het Goudblommeke van Papier” te zeggen, “van” in plaats van “in”. Een goede vriend spreekt systematisch over “Het Zilverblommeke”. En de anciens van het vroegere atheneum van Brussel in de Eikstraat hebben het over “Het Zusterken van Liefde”. Rasechte Pajot, dichter en geuzekenner Hubert Van Herreweghen reeg de namen van bijzondere Brusselse herbergen aan mekaar in een “Litanie van de Schone Uithangborden”. Daarin lezen we : “Het Stroblommeke van Papier” . Jan Walravens, van zijn kant, schrijft over het “Goudpapieren Blommeke”. Onze Franstalige vrienden doen hier niet voor onder. Vaak hebben ze het over “La Petite Fleur”, blijkbaar geïnspireerd door de prachtige melodie van Sidney Bechet. Maar ook “La Petite Feuille en Papier M â c h é ” valt wel eens te horen.
Het laatste woord is voor Shakespeare. Als ze vaststelt dat haar Romeo tot de verkeerde familie behoort verklaart Juliette : “What's in a name ? That
which we call a rose By any other name would smell as sweet”. Zo is het ook met “Het Goudblommeke in Papier-La Fleur en Papier Doré” : al wordt de naam al eens verdraaid, het is en blijft een tof stamineetje. (mdr)
Middenkolom onderaan en hierboven: sfeerbeelden uit Het Goudblommeke in Papier - La Fleur en Papier Doré”
h
h
Vaarwel Thea In april 2011 schreef Lieven Paemen (e-zine 50, blz. 5) de mooie bijdrage “De tijd van toen, de tijd van Thea!” “In het Goudblommeke stond een grote tafel. Veel te groot voor twee tieners die zo dicht mogelijk bij elkaar wilden zitten. Die tafel staat er nog. Met veel namen in gekerfd. En daartussen verdwaald de naam van Thea als stille getuige van Jan's eeuwige liefde. Jan en Thea waren allebei leraar aan het Atheneum van Etterbeek. Hij werd er directeur, zij gaf Nederlands. Jan is jammer genoeg overleden maar de liefde leeft nog elke dag. In het hart en de herinnering van Thea. En in de tafel van het Blom- >> - 60/4 -
meke. Nu, meer dan 60 jaar later is Thea terug naar het Goudblommeke gekomen om haar naam op de tafel te zoeken…” Op 5 februari 2012 ontvangen we een mailbericht van hun zoon Jan Gelissen jr. : “Een fervente aanhangster (n.v.r.: van het Goudblommeke) van het eerste uur - en tot het laatste uur - Thea Roemans, is dinsdag rustig ingeslapen. Haar voornaam staat gegraveerd naast die van Jan op een van de tafels in de gelagzaal.(...) Ons mams geraakte niet uitgepraat over haar bezoek en vroegere avonturen in Het Goudblommeke in Papier. We zullen er mekaar zeker nog eens tegenkomen.” Vanzelfsprekend. Met onze warme deelneming aan Thea's familie en vrienden. h h
meer dan duizend bladzijden tellende werk van Philippe Goddin “Hergé, levenslijnen” (een biografie uitgegeven bij idioticons Moulinsart in 2008)
zijn er natuurlijk de bieren. Dat is nog eens iets anders.” (pagina 851 van voornoemd boek). Hergé heeft het dan over de informele vergaderin-
Hergé in Het Goudblommeke in Papier
In het boek “Kuifje, droom en werkelijkheid” van Michael Farr (Uitgegeven bij Moulinsart, 2002) ziet men hoe Georges Remi, alias Hergé, alias de “vader” van de wereldberoemde stripfiguur: Kuifje, vaak zijn tekeningen maakte aan de hand van foto's. Dit artikeltje heeft er dat mee gemeen dat het ook vertrok van een (kranten)foto. Een Blommekesvriend gaf ons een krantenknipsel uit... ja, dat wist hij niet meer. De foto stelt Hergé voor met een glas krieklambik (de lievelingsdrank van Hergé) in de hand en het kiekje is duidelijk gemaakt in Het Goudblommeke in Papier. Ze is in dezelfde periode gemaakt als deze die in ons cafeetje achter de toog hangt. Als Kuifje-liefhebber wist ik dat ik die krantenfoto al ergens gezien had. Na een paar dagen zoeken in werken over Hergé vond ik op pagina 854 van het
een afdruk van precies hetzelfde negatief. Daaruit leren wij dat de foto werd gemaakt in 1971 (of toch rond die tijd). Geert van Bruaene was er toen al zeven jaar niet meer, maar Hergé moet hem toch gekend hebben. In een gesprek dat hij met striptekenaar Jacques Martin en Numa Sadoul (medewerker van “Les Cahiers de la Bande Dessinée) had tijdens een diner van het weekblad Kuifje in Beersel, raadde Hergé Sadoul aan eens een kijkje te gaan nemen in “Het Goudblommeke in Papier, in de Cellebroersstraat: men vindt er een hele resem uitstekende bieren (...) Dat was het stamcafé van de dichter Geert van Bruaene (...) Hij knipte artikels uit kranten en kleefde ze op de muren. Hij had een visie op de mensheid, op de wereld. Hij was uiterst sympathiek. En dan
gen die in Het Blommeke werden gehouden: “Uiteindelijk leidden die vergaderingen tot niets. Er worden dwaze moppen getapt en uiteindelijk vervalt alles in gewouwel. Two, the company; three, the crowd”. In datzelfde boek lezen wij dat de “problemen” met zijn eerste vrouw, Germaine, en zijn “verliefd worden op” de veel jongere Fanny, een innerlijke strijd doen oplaaien tussen de mens Georges Remi en de striptekenaar Hergé in hem. Hij wil geen stripverhalen meer tekenen. Op bladzijde 18 zegt Goddin: “Georges verkiest abstracte schilderijen boven beeldverhalen om zijn gevoelens, zijn bewonderingen, zijn passies te uiten. Hij gaat om met kunstenaars, galeriehouders en kunstcritici en maakt zich de moderne kunst eigen, omdat hij daarin een betere wereld vermoedt”. - 60/ 5 -
Op pagina 20: “In een soort intellectuele euforie, als een bevrijding van de schroom en de schuldgevoelens van vroeger, gaat hij moderne kunst verzamelen, (...) modernistische iconen van Dubuffet (...)” (Zie ons e-zine nr. 24 februari 2009 over de grote vriendschap tussen Geert van Bruaene en Jean Dubeffet en over de tentoonstelling die Geert voor zijn vriend organiseerde). Daar kunnen wij niets mee bewijzen, maar alles bij elkaar geeft het heel wat mogelijkheden. Evenmin bewezen: volgens sommige bronnen zou van Bruaene ook nog een schilderij van René Magritte aan Hergé hebben verkocht. Wij zoeken verder. (Danny Verbiest)
"C'est ici, Mesdames et Messieurs, que s'asseyait Hergé, le génial créateur de Tintin, sur
Hergé, Haddock, Alechinsky et les autres... le dernier tabouret devant le comptoir. Vous voyez sa pho-to est accrochée au mur au-dessus de la machine à ca-fé." Nous ne jouons pas les guides d'opérette, mais c'est à peu près ce que nous disons aux visiteurs, lorsque nous racontons La Fleur en Papier Doré. Ce qui nous arrive souvent. Mais, oui, comme la plupart d'entre nous, Hergé était un habitué de notre estaminet. On peut compter sur ce que nous savons de Geert van Bruaene pour lui avoir inspiré l'une ou l'autre des pirouettes de ses albums. Il aura sans doute bien capté dans notre estaminet quelques éclats du savoureux parler de Bruxelles qu'il connaissait et qui émaille discrètement ses albums et même les murs du métro de Stockel. Ecrit phonétiquement, le bruxellois apparaît comme une langue exotique. Ainsi la devise de la Syldavie Eih bennek, eih blavek (Hier ben ik, hier blijf ik). Il y a aussi ce village arabe qui s'appelle “Wadesdah” ou cette injonction qui ne peut réjouir qu'un Brusseleir : Hält! Ihn dzekhoujchz blaveh! (Halte! In de kouch blaaive ou pour les sukkeleirs qui ne comprennent pas : Halte ! in de wagen
Colofon: Redactie/Rédaction: Danny Verbiest, Monique Vrins, Jan Beghin & Mich De Rouck Met bijdragen van / Collaborateurs: Monique Vrins , Mich De Rouck , Monique Discalcius , Eric Demarbaix & Danny Verbiest Foto's/Photos: Monique Vrins, Mathilda Van der Borght, Danny Verbiest en anderen Verzending/Expedition: Paul Merckx Verantw. uitg./Edit. resp.: Danny Verbiest - Cellebroersstraat 53/55 - 1000 Brussel Redactie/Rédaction:
Magazine van de Coöperatieve Vennootschap “Het Goudblommeke in Papier” Bulletin d’information de la Société Coopérative “La Fleur en Papier Doré”
www.hetgoudblommekeinpapier.be /// www.lafleurenpapierdore.be
Elke auteur is verantwoordelijk voor zijn bijdragen Tout Auteur est responsable de ses textes
blijven) A divers endroits, il en rajoute une couche en bricolant le bruxellois aui moyen de diverses consonnes.
Exquis. Un circuit dans la ville Il existait déjà un circuit «Jacques Brel» qui s'arrêtait à La Fleur en Papier Doré. L'organisme de promotion du tourisme à Bruxelles, Visitbrussels, a édité un petit plan-parcours très bien fait pour suivre les traces de Tintin et d'Hergé dans Bruxelles. Il faut dire qu'avec le film de Spielberg, il n'y a pas moyen d'ignorer que le petit reporter qui n'a jamais vieilli est né à Bruxelles. Depuis lors, est plantée au Sablon, une statue en bronze grandeur nature de Tintin flanqué d'un Milou, bien indépendant, qui lui tourne le dos. C'est un des exemplaires d'une œuvre du sculpteur belge Nat Neujean qui la réalisa à la demande de Raymond Leblanc, fondateur des Editions 2 du Lombard, pour fêter les 30 ans du journal Tintin. Dès que l'on dépasse la sculpture, on entre dans la galerie-librairierestaurant Le Village de la BD - 1.500 m dédiés au 9e art. (8, Place du Grand Sablon).
Adieu à « notre» Haddock. Une jolie légende - une de plus - entendue à La Fleur en Papier veut qu'Hergé y aurait rencontré le Capitaine Haddock. Plus exactement, qu'un barbu qui sirotait un verre de quelque chose de liquide lui aurait inspiré le bouillant Archibald. On aime. Mais, dommage, l'ami de Tintin apparaît déjà dans Le Crabe aux pinces d'or édité en 1941. L'étoile mystérieuse et le désormais célèbre Secret de la Licorne étaient déjà dans >>>> - 60/6 -
ky parue dans le magazine ISEL Levenskunst(*) “Noem de kleine tafereeltjes gerust een knipoog naar Hergé. Het tonen van beelden als een film, een wat speciale taal, werd de mijne”. Et voilà ! c'était un petit tour sans prétention de quelques personnages qui ont fait de La Fleur en Papier Doré cet endroit de légendes (au pluriel) qui toujours ravit ses visi(Monique Vrins) teurs. h h Nos voisins sont sympa :
C'était au temps où la presse brusselait… >>>> les librairies alors que l'estaminet de Geert van Bruaene était encore dans les choux. Tant pis.
Les krollekes d'Alechinsky Un jour, Danny Verbiest est invité pour le 80e anniversaire de Pierre Alechinsky au Botanique à Bruxelles. Le peintre lui lance un regard interrogatif. Il se présente comme le président de La Fleur en Papier Doré et la réaction de l'artiste est étonnante et immédiate. Il a les larmes aux yeux. «C'est toute ma jeunesse et c'est dans cet estaminet que m'est venu l'idée d'entourer mes tableaux de spirales, boucles et petits dessins. J'étais assis tout près d'un homme qui dessinait et cernait sa feuille de petits croquis explicatifs. C'était Hergé. J'ai trouvé cela très intéressant et depuis toutes ces décennies, j'ai très souvent encadré mes œuvres ainsi.» On retrouve la même histoire dans une interview d'Alechins-
La maison du folklore à 300 mètres de la Fleur en Papier Doré nous a habitués à ses charmantes et intéressantes petites expositions. Petites par la taille des locaux, mais qui parlent toujours de Bruxelles comme on l'aime. Notre ami Eric Demarbaix est le commissaire de celle qui est en cours. Il en dit : Il faut parfois peu de choses, un peu de chance et beaucoup d'énergie pour mettre sur pied une exposition. Un coup de fil entre deux amis. L'un en panique ne sait quoi faire de documents intéressants menacés de filer au container, l'autre ne rêve que de sauver toute archive bruxelloise dig-ne de
ve bruxelloise digne de ce nom. Grâce à d'anciens collaborateurs de l'Agence et Messagerie de la Presse (AMP) et au Cercle d'histoire de Bruxelles, des quantités de documents ont été rassemblés. Les visiteurs retrouveront des photos qui réveillent toutes sortes d'émotions et des titres évocateurs de la presse de quartier : le Ketje Vismet, le Brol, de Gemaainte, den Babbeleir, le Marollien rénové, 't Stoeferke, et enfin l'incontournable Brusseleir. Titres francophones et néerlandophones confondus, comme il se doit à Bruxelles. Eric signale encore : Des premiers et derniers numéros de certaines publications, des numéros «spéciaux», des «Unes» très bruxelloises, des quantités de journaux qui n'existent plus aujourd'hui mais aussi des listes « coups de cœur» de l'évolution de la presse bruxelloise depuis 1830. Impressionnant, surprenant, amusant. Plus anecdotiques les photos d'anciens kiosques ont été réalisées principalement entre 1950 et 1970, bref il y a bien longtemps. Des modèles de cette époque, il n'en reste presque plus. Et, cerise sur la gâteau : la Conservatrice du Musée Communal de la Ville de Bruxelles a autorisé la sortie exceptionnelle de trois costumes de notre Ketje bruxellois: le Crieur de journaux, le Typographe et un reporter de l'association «Reporter sans frontière». A ne pas manquer, mais attention aux heures d'ouverture : du jeudi au dimanche de 13 à 18 heures mais seulement jusqu'au 18 mars - Maison du Folklore et des traditions - 19, rue du Chêne - 1000 Bruxelles. (Monique Vrins avec de trrrèèèèès larges emprunts à la présentation d'Eric Demarbaix)
h
h Zinnema: vertelnamiddag 't Goudgeblomd
25 maart 2012 - 14:00uur Zie ook pagina 9
- 60/7 -
Du temps qui fuit sachons jouir Bonheur d'aimer passe richesse… (Charles-Simon Favart)
Une évocation souriante du XVIIIème siècle Histoire des personnes qui ont vécu plusieurs siècles, et qui ont rajeuni… Dictionnaire d'anecdotes, de traits singuliers & caractéristiques… Dictionnaire botanique & pharmaceutique… & Sébastien-Roch Nicolas de Chamfort Merveilleusement encadrés au clavecin, pour le plaisir de l'oreille, par… Gaspard Le Roux, Jean-Philippe Rameau, Christophe Moyreau, François Dagincour, François Couperin, Jean-François Dandrieu, Joseph-Nicolas-Pancrace Royer.
Etienne Leuridan
Samedi 31 mars 2012, à 18h à La Fleur en Papier Doré, Rue des Alexiens, 55 - 1000 Bxl. Une production : LA PETITE FLEURasbl.
François Mairet
Repas-spectacle : 25,00 ! Spectacle seul : 12,00 ! À verser au compte BE63 0688 9422 1708 de La Petite Fleur
asbl avec mention : «spectacle 31/3 », ou « repas-spectacle 31/3 » + nombre de places Réservation : 0475/61 69 32 (François Mairet) ou 0476/95 07 62 (Monique Vrins) talents@la-petite-fleur-asbl. com h h
l ègues, les problèmes de l'Etat. Vers 17 heures, il rentre chez lui pour recevoir ses amis et les personnes qui souhaitent lui soumettre l'un ou l'autre projet. Bref voilà un programme bien chargé. L'image du parfait Bruxellois vivant à la Belle Epoque. (Eric Demarbaix)
Les Bourgmestres d'Eric Demarbaix Nous avons été tellement intéressés et amusés par la première conférence d'Eric Demarbaix sur les bourgmestres de Bruxelles et ses illustrations que nous lui avons demandé deux des photos que nous préférions et un petit texte que voici au sujet d'Emile Demot : Son image de bon vivant lui colle à la peau. Il est vrai que les années passées à la tête de notre capitale (1899-1909) correspondent à une période de notre histoire où tout est positif: la Belgique est la 4e puissance économique mondiale, nos industries tournent à plein régime (le Manchester belge à Molenbeek-St-Jean), Bruxelles a enfin son port de mer et pour couronner le tout, c'est la Belle Epoque. C'était le bon temps ! Emile De Mot, avant d'être nommé à la plus haute fonction municipale, fut avocat à la Cour de Cassation et membre de la Chambre des Représentants. Son père était banquier et participa activement au financement de la construction des Galeries royales Saint-Hubert. Si l'on en croit le “Messager de Bruxelles”, notre bourgmestre se lève à 8 heures du matin, déjeune en vrai Brusseleer de café et de tartines, dépouille en hâte son courrier sous le regard de son épouse, la fille d'Auguste Orts. Emile De Mot déjeune presque tous les jours en dehors de chez lui. Il se rend à l'Hôtel de Ville vers 13 heures. Vers 15h30, le bourgmestre devient sénateur et gère avec ses col-
De Mot Portrait d'Emile De Mot avec gueuze
La prochaine conférence de la série porte sur Nicolas Rouppe, oui, oui, celui de la Place Rouppe. Pas rien : curé défroqué, enfermé dans les geôles du Temple à Paris sous le Révolution, ce qui ne l'empêche pas de devenir directeur de la prison de Vilvorde. Et puis Bourgmestre de Bruxelles à l'époque où nous nous cherchions un roi. J'en passe et des meilleures, mais je ne vais pas tout vous raconter. Venez donc l'écouter et voir ses remarquables illustrations le jeudi 8 mars à 19h30 à La Fleur en Papier Doré, évidemment. Le 12 avril il s'agira d'Anspach et de Buls. Pas triste non plus.
C'était au temps où les réceptions officielles s'arrosaient à la gueuze. Tableau de Jean-Louis Musch
- 60/8 -
ronnet - Jacques Polfort -Pascaline Deuquet et Nicole Van Hougardine. Les 9,10,11,16,17,18,23,24 et 25 mars 2012. Réservation indispensable au 02/478.16.30 (de 11 à 18h)
Gerrit Achterberg door Arnout de Cleene In de reeks “markante verjaardagen in de kijker” (met o. a. de medewerking van de vzw Geert van Bruaene) spreekt Arnout de Cleene op 15 maart 2012 om 20:00 uur in Het Goudblommeke in Papier over een van de belangrijkste dichters in de twintigste-eeuwse Nederlandse poëzie: Gerrit Achterberg. Als bijdrage in de onkosten wordt er 6 euro (leden: 4 euro) gevraagd. Vooraf inschrijven is verplicht. Dit kan op 02/512. 89. 43 van het Davids-fonds of op Let wel, het aantal plaatsen is beperkt.
Zinnema 'Het Goudgeblomd' literaire namiddag
Ook in de maand maart, meer bepaald op zondag 25 vanaf 14:00 uur, presenteert Zinnema opnieuw 'Het Goudgeblomd', een maandelijkse literaire namiddag in het cultureel café Het Goudblommeke In Papier. Vertellers uit de Masterclass met Chris Lomme brengen je Des morgens kruipt een beest hun verhaal in een gezellige van vrees sfeer. door aderen en ingewanden De namiddag wordt met poëen maakt mij weder tot een zie omkaderd door één van onze grootste actrices Chris ander, Lomme (foto bovenaan). Haar dan die ik slapend ben zachte, warme stem neemt je geweest. mee langs de poëziewerken (Gerrit Achterberg, Ontwaken van o.a. Gezelle, Baudelaire en (fragm.), uit Twee recht twee averecht, A. Bosman/C. Buddingh', blz. De Coninck. En voor dit programma laat Chris Lom27) me zich begeleiden door jazzpianist Erwin Eysackers. Ook deze keer is de 'Goudgeblomd' verwenkoffie verkrijgbaar. Gratis inkom “Het Goudgeblomd” is een organisatie van Zinema en de vzw Geert Van Bruaene. Info: <www.hetgoudblomme keinpapier.be>
h
h
Pour son fidèle retour annuel à La Fleur en Papier Doré, le Théâtre Ponctuel présente...
Voortaan werkt onze keuken doorlopend van 12 :00 tot 22 :00 uur Dorénavant la cuisine est ouverte de 12 à 22 h.
la nouvelle pièce d'André Van Laethem dans une mise en scène de Roger Tordoir avec: Christel Mene - Maryvonne Pi-
Racontance Le 16 mars comme tous les 3e vendredis du mois, le micro sera ouvert aux conteurs professionnels et amateurs des Zapéro-contes. Le succès est tel qu'il faut maintenant limiter à 12 le nombre de conteurs par soirée. Inscriptions par ordre d'arrivée dès 19h30 à l'estaminet. Très beau site avec des vidéos prises pendant les séances à La Fleur en Papier Doré : http://www.racontance.be/crbs t_11.html
h
h
Grenier Jane Tony toujours à 16 heures
Le 10 mars : en lien avec la Journée de la femme : Présentation du recueil de poésies d'Isabelle Bielicki «Les jalousies d'Aphrodite». Le groupe littéraire des femmes «Les Saintes Nitouches» présentera son spectacle «3 poétesses, 3 sensibilités, 3 recueils se penchent sur le thème de l'érotisme amoureux» avec accompagnement musical à la harpe par Hilda Van Eyck. Le 24 mars : partant de Flora Danica de Pierre Alechinsky, proposition est faite aux auteurs de lire leurs textes (poésie ou autres) écrits sur la faune et la flore, au sens littéral comme au sens symbolique . - 60/9 -