Artikel 'Papa is ziek. Mama is erg ziek. Rita is in het ziekenhuis. Jan kan niet meer beter worden. Marleen is gestorven. Carine is dood.'
Ziek zijn en dood gaan: Hoe gaan mensen met verstandelijke beperkingen en hun omgeving om met het levenseinde? Ria Toelen
De titel is wat lang en tegelijkertijd bestaat
leven en de stervende meer bij de gemeen-
hij uit erg korte zinnetjes. Zinnetjes die
schap betrekken. Men geeft er zich reken-
weergeven hoe begeleiders en familieleden
schap van dat een stervende persoon veel
aan mensen met verstandelijke beperkingen
beter wordt geholpen indien hij als stervende
proberen te vertellen dat een bezorgde
persoon wordt benaderd.
mama, een geliefde medebewoner,… heel
Het inzicht groeide dat een andere visie op
erg ziek zijn en (misschien) gaan sterven.
sterven ook andere kennis, vaardigheden en attitudes vergt.
Doodgaan en sterven horen bij het leven Vroeger was de dood een normaal verschijn-
Het doodsbesef van mensen met een verstandelijke beperking
sel in het dagelijks leven. Mensen stierven
Ook mensen met een verstandelijk beper-
thuis, in de omgeving waarin ze hadden
king worden steeds ouder en komen op deze
geleefd en tussen de mensen waarmee ze
manier later in aanraking met sterven en de
hadden geleefd. Tegenwoordig worden
dood. Ook voor hen maken het sterven en de
mensen door de verbeterde leefomstandig-
dood deel uit van hun dagelijkse leven.
heden en medische zorg steeds ouder, met
Daarom willen we bewoners zo goed moge-
als gevolg dat we langer leven en pas op
lijk betrekken bij het sterven van familie,
later leeftijd in contact komen met het ster-
vrienden en medebewoners. De manier
ven en de dood. Er deed zich ook een maat-
waarop we dat doen, is afhankelijk van hun
schappelijke verandering voor, het proces
mogelijkheden en afhankelijk van wat ze
van sterven en de dood vonden steeds meer
zelf aangeven daarin te willen en/of aan-
plaats buiten het dagelijkse leven, in zieken-
kunnen. We willen de bewoners hier dan ook
huizen.
niet voor afschermen maar hen op een open, ondersteunende en gelijkwaardige
De laatste jaren is daar enige verandering in
manier betrekken bij dit aspect van het
gekomen. Men wil de dood meer bij het
leven.
Pastorale Perspectieven Nr. 142 - 2009/1
3733
Sterven en afscheid nemen bespreekbaar maken met een bewoner is zeker niet evident. We moeten hierbij rekening houden met zijn mogelijkheden. Afhankelijk van het cognitieve niveau van de bewoner, is het doodsbesef anders: • Mensen met een diepe verstandelijke beperking hebben geen doodsbesef en geven vaak geen onmiddellijke reactie. Reacties op verlies zijn pas waarneembaar op het moment dat ze het verlies daadwerkelijk ervaren. Concrete ervaring is voor hen van wezenlijk belang en de bewoners zijn sfeergevoelig. Voelen, aanraken, zien, ruiken zijn belangrijk. Het is helemaal niet ongewoon dat Mieke telkens opnieuw terugkeert naar de kamer van Rita. Ze blijft teruggaan en Rita aanraken zolang ze in de kamer opgebaard ligt. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben een beperkt doodsbesef. Hun reactie kan kil en nuchter zijn. Ooit zei Marcel 'Dood is dood' en maakte daarbij met zijn handen een gebaar als 'kop eraf'. Ze ervaren het dagelijkse leven als even belangrijk. We hebben het dan even moeilijk als Mariette onmiddellijk na het overlijden van Denise zegt 'We gaan toch op uitstap hé morgen' of 'Wie gaat er nu in haar kamer wonen?. • Ook mensen met een matige verstandelijke beperking hebben nog een beperkt doodsbesef. De dood is in hun beleving nog niet onomkeerbaar maar ze gaan zelf op zoek naar logische verklaringen. Vandaar vaak de vele vreemde vragen en reacties. Lief vraagt 'Kan moeke nu nog kwaad zijn op mij?' Of Edith die in het mortuarium aan
34
Ziek zijn en dood gaan
haar overleden moeder zegt: 'Nu kunnen we geen pannenkoekske meer gaan eten'. We proberen deze bewoners besef van realiteit bij te brengen door hen zoveel mogelijk te betrekken bij alle rituelen rond afscheid nemen, groeten, naar het kerkhof gaan… • Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben een objectief doodsbesef, de dood is onomkeerbaar voor hen. Ze kunnen directe, confronterende en essentiële vragen stellen. Voor hen is het belangrijk erover te praten, hen de kans te geven om vragen te stellen, hun verhaal te laten vertellen. Los van dit cognitief niveau, moeten we als begeleider ook nog rekening houden met de eigenheid, de draagkracht en de vroegere ervaringen van de bewoner. Belangrijk is dat we het tempo van onze bewoner volgen en proberen aan te voelen wat voor hem al wel bespreekbaar is en wat nog niet, vaak naar aanleiding van concrete situaties. Projecten zowel intern als extern, aangepaste vormingscursussen,… kunnen voor een bepaalde groep van onze bewoners zeker een hulpmiddel zijn om over de materie al na te denken en te spreken. Wensen die de bewoners kenbaar maken zoals bijvoorbeeld: 'Ik wil begraven worden in mijn geboortedorp omdat mijn familie daar woont', noteren we tijdens de bewonersbespreking. Ook het levensboek, de levensdoos, het wensenboek leveren belangrijk materiaal om levensverhalen van bewoners te ondersteunen. We willen ook elk van de bewoners op een gepaste manier - rekening houdend met zijn
Ziek zijn en dood gaan
of haar specifieke mogelijkheden (verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling) - betrekken bij het overlijden van een dierbare en hem de ondersteuning geven die nodig is. Dit kan door het verlies een plek te geven door tastbare, zichtbare ervaringen aan te bieden. Zien is geloven, zoals Thomas in het evangelie. 'Nooit geloven zonder zien' Door men-
Riten maken overgangen mogelijk. Met een rite maken mensen het voor zichzelf mogelijk emoties te kanaliseren. Daarom zorgen we er voor dat bewoners op hun manier iets kunnen doen bij het afscheid in de leefgroep, tijdens de gebedswake, tijdens de uitvaart. Iets vertellen, een tekening maken, een liedje zingen, een bloem meebrengen, een knuffelbeer of lievelingspop afgeven… Kleine gebaren met grote betekenis.
sen iets te laten zien, geven we hen de kans er betekenis aan te geven. Door Arlette de kans te geven afscheid te nemen van haar
Een symbool is een teken waarmee een bete-
overleden vader, geven we haar de moge-
kenisvolle werkelijkheid kernachtig wordt
lijkheid te ervaren dat vader daar ligt, niet meer praat, niet meer beweegt, stil en koud is,… Arlette merkte ook op dat vader geen ziekenhuispyjama meer droeg maar een mooi kostuum. Dood krijgt op die manier een concrete betekenis voor haar.
weergegeven. Als een bewoners in een leefgroep overlijdt, zorgen we in de leefruimte voor een foto, een bloemetje, een theelichtje. Symbolen helpen het verleden toch actueel te houden.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben minder abstractieniveau en ze hebben minder taal ter beschikking. Ze denken veel concreter. Om dingen te begrijpen is het voor hen vaak nodig ze heel concreet te ervaren. Daarom is het aangewezen hen zoveel mogelijk te betrekken bij alles wat met een overlijden te maken heeft. Hen zoveel mogelijk het hele gebeuren (groeten, gebedswake, begrafenis, kerkhof) te laten meemaken. Een symbool is een teken waarmee een betekenisvolle werkelijkheid kernachtig wordt weergegeven. Als een bewoners in een leefgroep overlijdt, zorgen we in de leefruimte voor een foto, een bloemetje, een theelichtje. Symbolen helpen het verleden toch actueel te houden.
Ook voor begeleiders zijn leven en dood onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door open over sterven en rouw in gesprek te gaan, zijn we beter voorbereid als er zich een plots of een 'aangekondigd' overlijden aandient. We kennen beter elkaars angsten en onzekerheden maar ook elkaars sterktes en kunnen dus als team beter op de situatie inspelen. Het bespreken van bepaalde situaties (bijv. de DNR-code) kan gebruikt worden om een gesprek rond het zorgpad van de bewoner op gang te brengen. Op deze manier leren we de mening en voorkeuren van de betrokken medewerkers kennen. Naast kenniselementen spelen ook beleving, emoties, ervaringen en zingevingsvragen een rol. Ook vorming kan een vertrekpunt zijn om met collega's over het levenseinde
Pastorale Perspectieven Nr. 142 - 2009/1
3735
van gedachten te wisselen en een visie hier rond te ontwikkelen. Op een moment dat een bewoner geconfronteerd wordt met sterven in zijn omgeving, familie of leefgroep willen we ook aandacht geven aan de familie. Bij een bewoner die ernstig ziek is en voor wie het levenseinde nadert, kan de betrokkenheid van de familie nog belangrijker worden. De samenwerking tussen het team en de familie wordt soms nog intenser. Ook bij familie zien we verschillende ervaringen, emoties en vragen. En vaak is er toch een zekere angst om hun zoon, dochter, broer, zus,… te betrekken bij overlijden en uitvaart van een dierbare: Hoe gaan ze erop reageren? Er is ook de onmacht om er zelf mee om te gaan. En er is nog vaak een beschermende houding tegen het slechte, het moeilijke, het lijden,… 'Dat willen we ons Bieke besparen.' Het is van belang te weten wat de verschillende wensen zijn van de familie bij een overlijden. Daarom proberen we sterven en afscheid nemen vooraf bespreekbaar te maken. In de bewonersbespreking met de familie en het begeleidend team peilen we naar hun verwachtingen t.a.v. de voorziening. Omgaan met het levenseinde kan daarbij een thema zijn. We hebben hier de kans om vroegtijdige zorgplanning expliciet te bespreken.
36
Ziek zijn en dood gaan
De goede dood Is er wel een goede dood? En als er een goede dood is welke dan? de verwachte, de voorbereide, de zachte, de plotselinge, de gelovige, de ongelovige, de gewenste? En voor wie is ze dan goed? Voor de gestorvene? Voor de nabestaande? Of er een goede dood is of niet - wie zal het zeggen laat er in ieder geval liefde zijn. De liefde, met al haar talenten: zo sterk als de dood. De liefde met de dood het enige en echte mysterie van het leven. Marinus van den Berg
Ziek zijn en dood gaan
Afscheid nemen en rouwen in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen: een zucht, een uur, een jaar, een leven lang… Door onze bewoners te betrekken bij het stervensproces van een medebewoner en hen de kans te geven bij de stervende te zijn, er mee voor te zorgen,… geven we hen de kans afscheid te nemen en werkelijk nog iets te betekenen voor hun groepsgenoot. We zijn overtuigd van het belang hiervan. Het helpt hen het afscheid een plaats te geven binnen hun eigen leven en neemt ook voor een stukje de schrikbeelden en onrealistische fantasieën weg die er kunnen bestaan rond het sterven en dood.
Als het levenseinde in zicht is In de palliatieve situatie is het belangrijk dat een team zich voldoende gesteund weet om de zorg op een haalbare en goede manier te kunnen opnemen. Arts en begeleidingsteam spelen een cruciale rol in de ondersteuning van het team. Zij dienen tijdens een palliatieve verzorging in een leefgroep extra aandacht te besteden aan de noden van team en bewoners. Er wordt voor een goede communicatie gezorgd tussen mentor en/of co-mentor, home verantwoordelijke, (ortho) pedagoog/psycholoog, groepschef, verpleegkundigen, medewerkers, kinesisten en arts. Er wordt gewerkt met een 'palliatief dagboek' of communicatieschrift. Hierin staan de observaties, en de meest recente afspraken in opgeschreven. Het wordt bewaard op de kamer van de bewoner. De arts kan het beste de toestand van de
stervende beoordelen, rekening houdend met de observaties van de teamleden of andere betrokkenen. Hij bepaalt ook in samenspraak met alle betrokken partijen welke medische (be)handelingen er nodig zijn. Belangrijk is dat de arts aan de begeleiders regelmatig voldoende informatie geeft over de medische toestand van de bewoner. De arts beslist vanaf wanneer er gewaakt moet worden. In de terminale fase verloopt de opvolging door de arts nog intenser en is hij steeds bereikbaar, tenzij hij anders aangeeft. De verpleegkundige van de leefgroep geeft de begeleiders advies over de verzorging en comfortzorg voor de bewoner en helpt en ondersteunt hierbij wanneer dit nodig en wenselijk is. In de terminale fase gebeurt de opvolging dagelijks tot meerder malen per dag. De (ortho)pedagoog/psycholoog kan tijdens een palliatieve situatie extra aandacht geven aan de begeleiding van de stervende bewoner en zijn medebewoners. Zij bewaakt dat iedereen voldoende aan zijn trekken komt en geeft de medewerkers tips over hoe ze medebewoners kunnen betrekken bij de zorg voor de stervende. Samen gaan ze op zoek naar het juiste evenwicht in aandacht voor de palliatieve bewoner en voor de rest van de groep. De groepschef kan tijdens een palliatieve situatie extra aandacht geven aan de medewerkers. Hij zorgt voor een regelmatige bespreking van de situatie met ruimte voor emotie. Hij wijst medewerkers op het belang van goede zelfzorg,en de erkenning van de eigen grenzen.. Het respecteren van de tijd voor rust en ontspanning geeft de kans om emotioneel op adem te komen.
Pastorale Perspectieven Nr. 142 - 2009/1
3737
De maatschappelijk werker en coördineert de communicatie met familie, vrienden en andere buitenstaanders indien nodig. De homeverantwoordelijke helpt mee om een open sfeer te creëren waarin alles bespreekbaar is. Waardering uitspreken, bevestiging geven en regelmatig de positieve ervaringen accentueren zijn belangrijke attitudes, zeker wanneer frustraties de kop opsteken. Zelfs in moeilijke confrontaties kan men wellicht positieve elementen onderscheiden.
Waar de bewoner het zelf niet kon zeggen of tonen, geven familieleden, begeleiders of medebewoners vaak heel waardevolle tips om van de vieringen in de voorziening en in de kerk of het crematorium dankbare en hoopgevende momenten te maken.
We hebben aandacht voor de emoties van familie. We gaan binnen onze voorziening op zoek naar mogelijkheden om de familie te ondersteunen en te helpen bij praktische zaken. We trachten te peilen naar de waarden en normen van de familie en hier op een respectvolle manier mee omgaan en er rekening mee te houden. We willen familieleden goed informeren via een vaste contactpersoon of een vertrouwenspersoon. Als familieleden willen helpen, kan dit voor alle betrokkenen een meerwaarde bieden. Het is cruciaal dat wij als professionele hulpverleners erkenning hebben voor de noden van de familie. We willen
38
Ziek zijn en dood gaan
de familie de kans geven om op hun manier afscheid te nemen van hun familielid, daarom gelden er geen regels in verband met het bezoek. We geven familieleden de tijd om de bewoner nabij te zijn. Het gaat om aanwezig te zijn, rustig bij de bewoner te gaan zitten, zijn handen vastnemen, … Als familieleden niet hetzelfde zorgpad hanteren, trachten we met hen tot een consensus te komen. Indien de bewoner en/of de familie dat wensen kan een ziekenzalving gebeuren. We merken vaak nog weerstand om een ziekenzalving te doen bij bewoners die nog niet in de laatste levensfase zijn. Nochtans hebben we ook andere ervaringen: • Toen Leen ernstig ziek werd, maakten we van de ziekenzalving een leefgroepgebeuren. Haar meestal oudere medebewoners kregen ook een ziekenzalving. Een aantal begeleiders maakten dit voor het eerst mee en waren erg onder de indruk en vroegen zich af of zij ook een zegen konden krijgen. • Met Lydia en haar familie was de ziekenzalving in de leefgroep voor alle aanwezigen een hoopgevend moment. Samen zouden we de volgende dagen kunnen dragen. • Onlangs stelde de zus van Magda zelf voor om haar dementerende zus de ziekenzalving te geven. Samen met de zussen, de nichtjes de teksten uitschrijven en de muziek kiezen was eens te meer een voorbeeld van samen gedragen zorg. • May bracht haar laatste dagen door op de afdeling intensieve zorgen van het ziekenhuis. Toch konden - temidden allerlei
Ziek zijn en dood gaan
apparaten en buisjes - de familie en de begeleiders haar mee zegenen tijdens het ziekenzalving. In een hoogtechnologische omgeving een groot warmmenselijk moment.
de allerlaatste tocht maken we samen. Medebewoners gaan mee naar het kerkhof. Een laatste kruisje op de kist, de urne die bij-
Afscheid nemen van hier en nu, van mensen en dingen om terug te keren naar de hemel, naar de plaats waar geen pijn of verdriet meer is
gezet wordt of de as die verstrooid wordt. Het
Voor velen van onze bewoners en misschien ook voor velen van ons staat de hemel voor alles wat goed en mooi is. Moeke is in de hemel, vake gaat naar de hemel… voor velen een geruststellende en troostende gedachte. Een bewoner die gestorven is, wordt door de begeleiding al dan niet samen met de familie afgelegd en opgebaard in zijn eigen kamer. Als de bewoner en de familie willen, bidt de pastor of iemand van het Z&P-team samen met de familie, de begeleiders en de bewoners die erbij willen zijn. Daarna krijgen alle bewoners en medewerkers van de voorziening de kans om afscheid te komen nemen. Een kruisje geven, even voelen, een laatste kusje, een herinnering ophalen,… En als de wagen van de begrafenisondernemer van het domein rijdt, is nog één keer wuiven heel betekenisvol.
dat Jef in zo'n klein potje zit' of 'Waar zijn nu
Nu begint de periode om de afscheidsvieringen voor te bereiden. De wensen van de bewoner zelf en van de familie zijn daarbij doorslaggevend. En hoewel onze bewoners vaak niet de mogelijkheden hebben om zelf uit te drukken hoe ze hun uitvaart willen, proberen we het afscheidsgebeuren toch heel persoonlijk in te kleuren. Waar de bewoner het zelf niet kon zeggen
is belangrijk dat onze bewoners ook daar kunnen bij zijn. Ook dan komen er nog vragen 'Wat zit er nu in de kist?' of 'Dat kan toch niet de kleren?'
of tonen, geven familieleden, begeleiders of medebewoners vaak heel waardevolle tips om van de vieringen in de voorziening en in de kerk of het crematorium dankbare en hoopgevende momenten te maken. De gebedswaken gaan heel vaak door in de kapel van de voorziening. Vooraan is de foto van de overleden bewoner het eerste symbool van aanwezigheid. Knutselwerkjes, juweeltjes, valiezen, tekeningen, knuffelberen, een rolstoel, de foto van de lievelingszanger,… staan symbool voor het leven van de overledene op 't Zwart Goor. De kring van medebewoners en begeleiders rondom de familie geeft heel intens aan wat samen zorgen en samen verdriet hebben met mensen kan doen. Tijdens deze momenten halen begeleiders en bewoners herinneringen op. Ze kiezen een tekst, een parabel of een verhaal dat aansluit bij het leven en het levenseinde van de bewoner. Samen kiezen we ook een evangelietekst om het afscheid een gelovige duiding te kunnen geven. Jezus en de storm op zee, het verhaal van de Emmaüsgangers, de genezing van het dochtertje van Jaïrus… we kunnen het ons leven-
Pastorale Perspectieven Nr. 142 - 2009/1
3739
dig voorstellen en de stille aanwezigheid van Jezus die met enkele woorden of een simpel gebaar alles terugbrengt tot de universele liefde voor mensen en voor God. Samen het Onze Vader of Wees gegroet bidden, of te Lourdes op de bergen zingen. Meer moet dat niet zijn. Als dan bij het einde het lievelingslied weerklinkt en het herinneringsprentje wordt uitgedeeld, zijn aanwezigen vaak tot tranen toe bewogen. De volgende dag volgt meestal de uitvaartliturgie in de kerk. De viering wordt voorbereid met de familie, het team, onze eigen pastor en/of de pastor van de parochie waar de uitvaart plaatsvindt. Afhankelijk van wat de familie en de parochie aangeeft, hebben we meer of minder inbreng maar altijd wijzen we op het belang dat medebewoners en begeleiders afscheid kunnen nemen door te lezen, een getuigenis te brengen, een kaars aan te steken of een bloem op de kist of bij de urne te leggen. En de allerlaatste tocht maken we samen. Medebewoners gaan mee naar het kerkhof. Een laatste kruisje op de kist, de urne die bijgezet wordt of de as die verstrooid wordt. Het is belangrijk dat onze bewoners ook daar kunnen bij zijn. Ook dan komen er nog vragen 'Wat zit er nu in de kist?' of 'Dat kan toch niet dat Jef in zo'n klein potje zit' of 'Waar zijn nu de kleren?' We proberen heel concreet uit te leggen wat er gebeurt met de kist of hoe een crematorium werkt. Tegelijkertijd proberen we uit te leggen dat we de overledene niet meer kunnen zien, voelen of horen maar dat er nog wel de herinneringen zijn, dat hij voortleeft in de hemel, dat haar ziel er nog wel is. Vaak
40
Ziek zijn en dood gaan
beseffen we dan zelf hoe moeilijk het is om ons eigen geloof te uiten, om duidelijk te maken dat er nog leven is na de dood. Want ook wij hebben onze eigen herinneringen, ons eigen godsbeeld, en ons geloof in het mysterie en in iets of iemand dat alles overstijgt.
Hoe lang duurt dood zijn? Het zou een vraag kunnen zijn van een van onze bewoners. Rituelen houden niet op bij de begrafenis. Herinneringen levendig houden is essentieel om rouwen tijd en plaats te geven. Samen de kamer van de overledene opruimen kan heel confronterend zijn maar is vaak een gelegenheid om nog eens te vertellen hoe Christine alles een vast plaatsje gaf op haar vensterbank en het onmiddellijk zag als er een pop op een andere plaats zat. De foto in de leefruimte krijgt een vaste plaats en regelmatig zorgen we voor een bloemetje of een kaarsje dat zegt dat we Viviane of Gusta, Luc of André nog niet vergeten zijn. Bertha zal niet vergeten om regelmatig het graf van haar vriendin Josée te bezoeken en Leen komt vertellen dat het zoveel jaar geleden is dat Gaby gestorven is en dat ze een kaars zal laten branden in Banneux. Lisa komt vragen om volgende zondag in de mis te bidden voor Marleen, Lief vraagt na de zondagsviering een kaarsje te mogen branden voor ons moeke. Bewoners kunnen met kleine simpele tekens verdriet en afscheid een plaats geven in hun leven. Met collega's gebeurt de nazorg in het team. Een nabespreking, een debriefing, ervaringen verwoorden en toetsen aal elkaar, emotionele feedback geven en krijgen zijn voor
Ziek zijn en dood gaan
hen middelen om het afscheidsgebeuren af te ronden. Soms kiest men er voor om nog een aparte herdenkingsdienst te houden in de leefgroep of in de kapel tijdens een aparte viering of tijdens een zondagsviering. Ook de familie wordt betrokken bij de nazorg. Ook voor hen maken we tijd om zo vaak ze willen terug te komen naar 't Zwart Goor, de leefgroep of de ontmoetingsruimte. De kamer opruimen, persoonlijke bezittingen meenemen of uitdelen aan de medebewoners, aanwezig zijn bij de herdenkingsviering met Allerzielen, een uitnodiging krijgen voor de volgende familiedag, de zomerfeesten,… helpt hen om het afscheid van hun geliefde te verwerken. Als de familie aangeeft ook later nog contact te willen blijven behouden, blijven zij via het tijdschrift of de nieuwsbrief op de hoogte van het reilen en zeilen op 't Zwart Goor. Nog eens een kaartje sturen, een telefoontje doen om te informeren hoe het gaat, samen zorg dragen voor het graf, hen uitnodigen om nog eens langs te komen voor een babbeltje en een tas koffie… het zijn gewone dingen die een buitengewone betekenis kunnen hebben.
En tot slot Sterven overkomt iedereen. Het lijkt alleen maar verlies en pijn, maar de zorg en de aandacht die we eraan besteden, maakt verlies menselijk en verandert dit in een situatie waaruit iedereen kracht kan putten. En voor gelovige mensen is er het vertrouwen… Toon Hermans drukt het zo uit: 't is niet te zeggen in een vers of in een woord 't is niet te zingen in een psalm of in een lied je voelt gewoon op zek're dag dat Hij je hoort je merkt gewoon opeens dat Hij je ziet.
Over de auteur Ria Toelen is als orthopedagoge en pastoraal verantwoordelijke werkzaam in het Dienstverleningscentrum 't Zwart Goor te Merksplas. Op het domein en drie externe locaties in Merkplas, Turnhout en Zoersel bieden bijna 300 medewerkers opvang en begeleiding aan 233 volwassen mannen en vrouwen met verstandelijke beperkingen en bijkomende fysieke, psychische of gedragsproblemen. De pastorale zorg wordt aangestuurd door het Z&P-team wat staat voor 'zingeving en pastoraal', maar ook voor 'zout en peper', kruiden die extra smaak geven en een extra dimensie toevoegen aan het dagelijks leven. e-mailadres:
[email protected]
Pastorale Perspectieven Nr. 142 - 2009/1
3741