Pandemie Agenda 2007 Resultaat van de bijeenkomsten:
Publiekprivaat Klankbord Pandemiebestrijding, 24 januari 2007, Kasteel Montfoort Publiekprivaat Actieforum Pandemiebestrijding 7 februari 2007, Kasteel Montfoort
Aangeboden door: BlomBerg Academie i.s.m. Berenschot
1
Inleiding “Het ijzer is heet: nu de volgende stap zetten!” Risico’s op een pandemie zijn dichterbij dan gedacht, getuige de recente uitbraak van vogelgriep in het Engelse plaatje Holton. Dit vraagt om een goede preparatie op een eventuele pandemie-uitbraak. Tijdens het Nationaal Toekomstdebat Pandemiebestrijding van Pandemiebestrijding, dat op 7 september 2006 in Den Haag werd gehouden, bleek dat overheid en bedrijfsleven nog onvoldoende zijn voorbereid! Bedrijven en overheid zijn bij een pandemie van elkaar afhankelijk en kunnen, door verbeterd inzicht in risico’s, rollen en verantwoordelijkheden, effectiever een pandemie bestrijden en de gevolgen minimaliseren. Om hierin te ondersteunen organiseerde BlomBerg Academie twee vervolgbijeenkomsten: a. Het Publiekprivate Klankbord Pandemiebestrijding, 24 januari 2007, Kasteel Montfoort. Selecte groep deelnemers (12) uit het publieke en private domein b. Het Publiekprivate Actieforum Pandemiebestrijding, 7 februari 2007, Kasteel Montfoort Uitgebreidere groep deelnemers (32) uit het publieke en private domein Resultaat van de bijeenkomsten vormt de zogenaamde “Pandemieagenda 2007” met maatregelen, al dan niet in multidisciplinaire samenwerking, om beter voorbereid te zijn. De bijeenkomsten zijn mede mogelijk gemaakt door GlaxoSmithkline (GSK) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De inhoudelijke regie van de bijeenkomsten werd verzorgd door Berenschot.
2
Leeswijzer In het nu volgende verslag treft u aan: Pagina 4: Pandemieagenda 2007 Alle discussies hebben geresulteerd in een schat aan voorgestelde maatregelen, verbeteringen en behoeftes, waarvan de belangrijkste en meest genoemde zijn samengevat in de Pandemieagenda 2007. In generieke zin wordt aangegeven hoe verantwoordelijkheden zijn verdeeld volgens de deelnemers. Meer specifiek treft u in de bijlage in het verslag van het actieforum nadere informatie. Eveneens zijn generieke randvoorwaarden aangegeven, die het nodige houvast kunnen bieden bij vervolgacties. De Pandemieagenda 2007 vormt een advies vanuit betrokken vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en overheid. Met de resultaten hoopt deze groep dat door navolging Nederland als geheel en elke betrokken organisatie afzonderlijk de mogelijke kans op en de gevolgen van een uitbraak te minimaliseren. Het advies is ondermeer bedoeld voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland, het Strategisch Overleg Vitale Infrastructuur (SOVI) en de binnen de SOVI betrokken ministeries, met als belangrijkste coördinerende ministerie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). In de bijlagen vanaf pagina 4 treft u achtereenvolgens aan: Pagina 6: Verslag van het publiekprivate klankbord pandemiebestrijding Dit onderdeel vormt het verslag van de bijeenkomst op 24 januari, opgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en aangevuld en verbetert door Berenschot en BlomBerg Academie. Deze eerste bijeenkomst, onder leiding van Diederik van den Wall – Bake van Berenschot, was opgezet in de vorm van een ronde tafel. Doel was de agenda te bepalen voor de tweede bijeenkomst, het publiekprivate actieforum pandemiebestrijding. Belangrijkste vraag: Wat moet er op het gebied van pandemiebestrijding (nog meer) gebeuren? Aan de deelnemers werd gevraagd waarover zij de meeste zorgen hebben en waar hun huidige prioriteiten qua aandacht voor pandemie en pandemiebestrijding liggen. Iedere deelnemer kreeg de gelegenheid een aantal punten op te schrijven die als input diende voor de tweede bijeenkomst. Pagina 8: Input voor het publiekprivate actieforum pandemiebestrijding Naar aanleiding van het publiekprivate klankbord pandemiebestrijding, en de verslaglegging, schreef Berenschot, ondersteund door BlomBerg Academie, die hier beschreven ‘input’, als opstap voor de het publiekprivate actieforum pandemiebestrijding. Er zijn hierin zes leidende thema’s bepaald die in de tweede bijeenkomst nader uitgediept zijn. Pagina 10: Verslag van het publiekprivate actieforum pandemiebestrijding Dit onderdeel vormt het verslag van de tweede bijeenkomst op 7 februari, opgesteld door BlomBerg Academie, en aangevuld en verbeterd door Berenschot en het ministerie van VWS. Deze tweede bijeenkomst, eveneens onder leiding van Diederik van den Wall – Bake van Berenschot, kende een plenair onderdeel en decentrale groepsdiscussies, waarbij resultaten telkens plenair werden teruggekoppeld en geanalyseerd. In totaal werd gewerkt met 4 groepen, waarbij elk van de 6 thema’s minimaal door twee groepen is behandeld. Resultaten van elk behandeld thema treft u in dit verslag aan. Het vormt de basis voor de basis voor de opzet van de Pandemieagenda 2007. Pagina 18:
Programma’s van beide bijeenkomsten
Pagina 20:
Lijst met deelnemers aan beide bijeenkomsten.
3
Pandemieagenda 2007 Uit het publiekprivate klankbord en actieforum pandemiebestrijding werd duidelijk dat zowel bedrijven afzonderlijk als de koepelorganisaties de mogelijke uitbraak en de gevolgen van een pandemie zeer serieus nemen, om diverse redenen: - de eigen bedrijfscontinuïteit - het welzijn van de medewerkers - het maatschappelijke belang en dito verantwoordelijkheid Velen zijn al begonnen met het nemen van maatregelen, waarbij men zich afvraagt wat andere spelers, zoals de overheid, op dit moment aan voorbereidingen treffen en wat men van de overheid mag verwachten. De overheid neemt de dreiging mogelijk even serieus, maar heeft zich tot nu toe vooral gericht op de medische aspecten. Er is een voorraad antivirale middelen opgebouwd, voldoende om 30% van de bevolking therapeutisch te voorzien. Zij vraagt zich af wat het bedrijfsleven van hen vraagt. Ten aanzien van de mogelijke gevolgen voor onze vitale infrastructuur en de continuïteit van de BV Nederland, is vooral voorzien in maatregelen binnen de reguliere crisis- en rampenbestrijding, zonder hierin specifiek op een pandemie gerichte preventieve maatregelen te nemen. Juist aan visie en regie op maatregelen vanuit de overheid specifiek gericht op pandemieën bestaat grote behoefte. Dat is althans het beeld dat ontstaat naar aanleiding van de beide pandemiebijeenkomsten. De groep van deelnemers heeft binnen het geheel aan maatregelen de volgende activiteiten als meest belangrijk en doeltreffend aangemerkt: a. Oprichten van een publiek privaat pandemie platform. Een website voor best practices, verzameling van interessante informatie, contactgegevens etc. Aangevuld met bijeenkomsten, trainingen, multidisciplinaire oefeningen etc. Op diverse thema’s kortlopende werkgroepen instellen (bv juridisch, psychische bijstand, vitaal etc). b. Verrichten van aanvullend onderzoek naar het nut, de noodzaak en de kosten voor de ontwikkeling van een breed (pre)vaccin. c. Surveillance systeem opzetten d.m.v. internationale samenwerking overheid. d. Nagaan of een Nationaal Coördinatie Center Pandemiebestrijding in aanvulling op bestaande organisatie onderdelen, zoals het NCC, een toegevoegde waarde kan hebben die niet op een andere manier binnen bestaande gremia kan worden gerealiseerd. Indien ja, welke taken- en verantwoordelijkheden zou een dergelijke organisatie moeten hebben? e. Ontwikkel scenario’s rekening houdend met pandemieniveaus (‘risico op’ vs ‘mate van impact’). f. Per pandemieniveau (mate van impact) vitale behoeftes alloceren, hierover vooraf afspraken maken met bedrijfsleven (belangrijke rol EZ). g. Strategie die wordt gevolgd bij uitbraak bepalen en communiceren. Geef alle stakeholders heldere relevante uitgangspunten op basis waarvan zij uniformiteit in preparatie en daadwerkelijk optreden kunnen realiseren. h. Meer specifiek voor het MKB: ontwikkel een handreiking met een stappenplan (waarbij prioritering in maatregelen ‘wat in ieder geval wel’ is opgenomen) i. Evalueer de bestaande crisisorganisatie en crisisplannen vanuit een ‘pandemieoptiek’ en voer aanpassingen door waar nodig. j. Geeft standaard formats van BCP’s of crisisplannen, waarbij rollen zoveel mogelijk zijn ingevuld. Voor publieke en private organisaties (i.s.m. werkgeversorganisaties). k. Ontwikkel een stramien voor communicatie (communicatieplan) vooraf, tijdens en na een pandemie op diverse niveaus en gericht op alle actoren voor wie dit van belang is. l. Maak nadere afspraken met de media en verhoog hun ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ bij een pandemie-uitbraak. Als belangrijkste initiatiefnemers worden het bedrijfsleven en de overheid samen aangemerkt, waarbij de overheid vooral visie uitdraagt, de regiefunctie uitoefent, randvoorwaarden creëert en zorgt voor optimale bewustwording en kennisdeling. Bedrijfsleven zorgen voor implementatie van geüniformeerde maatregelen, vanuit handreikingen door overheid en vanuit de koepels. VWS wordt
4
merendeel als hoofdverantwoordelijke aangewezen, gezien de medische achtergrond van een pandemie, direct gevolgd voor BZK, met het belangrijkste accent op haar rol richting de vitale sectoren (van waaruit weer andere ministeries worden aangesproken). Hoewel meerdere ministeries verschillende rollen kunnen uitoefenen richting bedrijfsleven, is het vooral belangrijk te streven naar een centraal loket, waarbij informatie vertrouwelijk kan worden gedeeld en voor de communicatiefunctie. Als belangrijkste randvoorwaarden worden genoemd draagvlak, openheid, vertrouwen, duidelijke scenario’s, heldere taken- en verantwoordelijkheden, (budget voor) multidisciplinair oefenen, optimale kennisdeling (wiel niet opnieuw uitvinden) en voldoende capaciteit (breed t.a.v. pandemie). Randvoorwaarden zijn overigens vaak onderling afhankelijk van maatregelen ter verbetering van de voorbereiding op een pandemie en de bestrijding ervan.
5
BIJLAGEN: Verslag Publiekprivate Klankbord Pandemiebestrijding Dit verslag geeft de belangrijkste elementen weer van de zaken die ter sprake zijn gekomen tijden de klankbordgroep over publiekprivate samenwerking ter voorbereiding op een grieppandemie. De verschillende kwesties die tijdens de klankbordgroep naar voren zijn gekomen vallen globaal uiteen in drie delen. Ten eerste preventie; de mogelijkheden om een pandemie te voorkomen of af te wenden en de investeringen die daarvoor nodig zijn. Ten tweede de stand van zaken van de voorbereiding bij de verschillende actoren: overheid, de multinationals en het MKB. Ten slotte de samenwerking; een brainstorm over de vraag hoe de verschillende partijen met elkaar om kunnen gaan. 1. Preventie De ontwikkelingen die te zien zijn bij het vogelgriep virus H5N1 passen perfect in het doemscenario van het ontstaan van een grieppandemie: steeds grotere verspreiding over de wereld van een influenzavirus onder vogels, hoge letaliteit bij pluimvee, groeiend aantal humane besmettingen. Als er binnenkort een pandemisch virus ontstaat, dan is dit hoogstwaarschijnlijk een H5N1 variant. Vaccinatie lijkt de meest kosteneffectieve manier om een pandemie te weerstaan, maar een prepandemisch vaccin is met de huidige technologie niet haalbaar. Onderzoek zou daarom moeten worden gericht op brede vaccins. Struikelblokken daarbij zijn de lage Return-On-Investment, het tekort aan productiecapaciteit en de maatschappelijke weerstand tegen dierproeven en het feit dat ook humane proeven nodig zijn. Met een investering van zo’n 20-50 miljoen kunnen grote slagen worden gemaakt. De overheid en het bedrijfsleven kunnen daarbij een rol spelen. De werkelijke vooruitgang zit in het generieke karakter van de voorbereidingen, waardoor het mogelijk wordt snel kunnen reageren op een nieuw specifiek virus. Er bestaan hierbij zorgen over de surveillance. In Nederland is de surveillance bij mensen voldoende, hoewel er wel vertraging zit in de klinische diagnostiek. Bij dieren moet de surveillance sterk worden verbeterd. Ook bestaan er zorgen over de surveillance internationaal. De geringe bereidheid bij sommige landen om ziektegevallen te melden, wordt weliswaar opgevangen in het informele circuit, maar kan toch een vertraging van zo’n 7 weken tot gevolg hebben. Op dat moment is een pandemie niet meer in de kiem te smoren. 2. Stand van zaken Bij de overheid heeft de voorbereiding op een pandemie zich tot nu toe vooral gericht op de medische aspecten. Er is een voorraad antivirale middelen opgebouwd, voldoende om 30% van de bevolking therapeutisch te voorzien. Daarnaast is met Solvay een contract afgesloten voor de eerste 8 productieweken van een vaccin. Multinationals zijn begonnen met hun eigen voorbereiding. Pandemieplannen vallen binnen de Business Continuity Plans (BCP’s) en kunnen een concurrentievoordeel opleveren. Bijzondere dimensies bij een pandemie zijn de lange duur, de periodiciteit en de (ook definitieve) uitval van personeel. Preventie maatregelen in de vorm van antivirale middelen worden genomen om de uitval van personeel te beperken. Een eye opener in dit kader was dat voorhanden antivirale middelen bij het Rijk alleen therapeutisch worden ingezet. Voor preventie zijn bedrijven dus op de eigen voorraden aangewezen. Bovendien is preventie niet genoeg, aangezien uiteindelijk vaccins nodig zijn. De vraag is of in de situatie van een uitbraak tijdig voorhanden zullen zijn. Het verlies aan kennis door een pandemie wordt ook als bedreigend ervaren. Het is belangrijk om de plannen lokaal te implementeren. De een is hierbij verder gevorderd dan de ander. Voorraden antivirale middelen kunnen het best op de sites worden opgeslagen. Bovendien is lokale training essentieel. Bij het MKB leven op dit moment minder vragen dan bij het grootbedrijf. Dit komt met name door het gebrek aan bewustzijn bij deze groep omtrent risico’s en mogelijke gevolgschade. Communicatie zal hierin moeten bijdragen. Vanuit groeiend bewustzijn zal de behoefte aan informatie over de risico’s voor bedrijven bij een pandemie-uitbraak en welke maatregelen er genomen om deze schade te beperken naar verwachting toenemen. Met name de beperkte schaalgrootte van de bedrijven maakt het moeilijk om even veel tijd en aandacht aan het onderwerp te besteden als het grootbedrijf.
6
Alledrie de actoren blijken last te hebben van scepsis. Het is moeilijk om iedereen op een lijn te krijgen zowel binnen een bedrijf, binnen een branche als binnen de overheid. Awareness raising is dus een continu noodzakelijk proces. Een belangrijke notie hierbij is dat grieppandemie niet op zichzelf staat. Het kan dienen als een casus voor grote uitbraken van infectieziekten, maar ook als scenario voor een analyse van de ketenafhankelijkheid. Het probleem bij een griepscenario is dat veel variabelen onvoorspelbaar zijn. Er zijn dus geen gegevens over wat er precies te verwachten is. Bovendien komt een scenario nooit exact uit. 3. Samenwerking Alle actoren blijken behoefte te hebben aan samenwerking. Vanuit het bedrijfsleven komt de vraag wat de overheid van hen wil. Bij de overheid leeft de vraag wat bedrijven van de overheid verwachten. Het is nu nog onduidelijk wie welke rol op zich neemt, en wat een ander dus achterwege zou kunnen laten. Er worden verschillende mogelijkheden geopperd over hoe de samenwerking tot stand kan komen. Elk bedrijf zou moeten zorgen voor zijn eigen functioneren, middels een BCP. Daarbovenop zou de overheid eisen kunnen stellen daar waar het doorfunctioneren van een bedrijf een groot maatschappelijk belang dient. Dit geldt bijvoorbeeld voor de medische sector. De juridische grondslag om eisen te stellen aan bedrijven is wel aanwezig, maar geldt alleen in buitengewone omstandigheden. Het is denkbaar dat bepaalde productieprocessen, zoals basisvoedsel, ten tijde van een pandemie belangrijker zijn dan andere. Een probleem bij de BCP' s is de ketenafhankelijkheid. Het schandpaaleffect kan achterblijvers motiveren. Een nationaal platform heeft gewerkt bij de aanpak van het millenniumprobleem en zou als voorbeeld kunnen dienen voor de voorbereiding op een grieppandemie. De kennis en ervaring die is opgedaan bij het millenniumprobleem (inclusief ketenafhankelijkheden) lijkt helaas deels verloren te zijn gegaan. Nadeel is ook dat er bij een grieppandemie geen harde deadline is. Dit nationaal platform zou als coördinatieorgaan moeten fungeren. De individuele maatregelen van elke actor zouden moeten passen in één gezamenlijk plan. Ook de aanpak van overgewicht in Nederland zou als voorbeeld kunnen dienen. Hierbij werken publiek en privaat samen in een convenantstructuur. Bedrijven moeten best practice kunnen delen. Er is discussie over de noodzaak van één centrale figuur als leider. Ten tijde van een werkelijke pandemiebestrijding is het van belang dat iemand de beslissingen neemt, zodat iedereen weet waar hij/zij aan toe is. Maar hoe kan deze figuur zicht houden op alles wat er in de samenleving gebeurt?. In de voorbereidende fase van een pandemie is meer overleg nodig en daarbij lijkt een centrale figuur niet effectief bij gebrek aan doorzettingsmacht.
7
Input voor het Publiekprivate Klankbord Pandemiebestrijding De bijeenkomst van de 24e had een agendabepalend karakter: wat moet er op het gebied van pandemiebestrijding (nog meer) gebeuren? Aan de deelnemers werd gevraagd waarover zij de meeste zorgen hebben en waar hun huidige prioriteiten qua aandacht voor pandemie en pandemiebestrijding liggen. Iedere deelnemer kreeg de gelegenheid een aantal punten op te schrijven die hieronder gegroepeerd naar thema zijn weergegeven. In het daarna gevoerde gesprek zijn enkele van deze thema’s verder uitgewerkt, mede als voorbereiding voor het debat met meer deelnemers op 7 februari. Het verslag van de bijeenkomst op 24 januari geeft een inzicht in de tot nu toe bereikte resultaten. Gedrag en Communicatie Een aantal zorgpunten wordt genoemd op het gebied van gedrag en communicatie in de driehoeksverhouding overheid, bedrijfsleven en burgers1. Het gaat daarbij vooral om het bereiken van – goed gedoseerde – bewustwording bij alle stakeholders op grond van correcte feiten en inzichten. De gemaakte vragen en opmerkingen kunnen als volgt worden samengevat: • In voorbereiding op een pandemie: − Hoe is de risicoperceptie/ - acceptatie bij verschillende doelgroepen? − Hoe kun je burgers en maatschappelijke organisaties optimaal bereiken? − Hoe kan een interactie worden opgezet tussen publieke en private partijen met betrekking tot het onderwerp pandemie? − Hoe, wanneer en wat communiceren we welke onderwerpen en boodschappen? − Hoe houd je ook na het creëren van een momentum de aandacht voor het onderwerp vast? • Tijdens een pandemiecrisis: − Hoe gedraagt de bevolking zich en hoe voorkom je chaos? − Hoe organiseer je proactieve risicocommunicatie en eenduidigheid? Hierbij moet rekening gehouden worden met de pers, actiegroepen en wetenschappers die allemaal anders kunnen reageren op de situatie. Hoe benut je in een crisissituatie de invloed van de media op een positieve manier? Medische aspecten Een deel van de bijeenkomst richtte zich op de klinische aspecten van pandemiepreventie en bestrijding. Vooral de noodzaak voor preventie van een pandemie en het ontwikkelen van een vaccin dat breed kan worden ingezet kreeg veel aandacht. Het onderzoek naar een breed vaccin moet gepaard gaan met humaan onderzoek en kost ongeveer 40 tot 50 miljoen euro. Met betrekking tot antivirale middelen en vaccins kwamen de volgende zorgen en thema’s in beeld: • Een probleem met preventieve antivirale middelen is dat je ze moet blijven toedienen. Dit betekent dat ook als een bedrijf de middelen op voorraad heeft, het bijna onmogelijke is om alle werknemers te blijven inenten. De ontwikkeling van een specifiek vaccin op het moment van een crisis neemt minstens een jaar in beslag en voor deze periode kun je niet genoeg antivirale inslaan en opslaan. • Het tweede probleem dat aan de orde wordt gesteld heeft te maken met de organisatie van de zorg zelf. Hoe zijn ziekenhuizen voorbereid en hoe stevig zijn hun logistieke ketens? Waar wordt extra capaciteit vandaan gehaald? In hoeverre zijn er triageprotocollen ontwikkeld? In hoeverre is de continuïteit van de facilitaire voorzieningen geregeld? • Hoe regel je de logistiek van antivirale middelen en vaccins?
1
PM: vaak wordt een belangrijke tussengroep vergeten: het netwerk van maatschappelijke organisaties (vakbonden, instellingen, vrijwilligers etc) , die wel de civil society wordt genoemd.
8
Impact en continuïteit Een punt dat in de hele discussie terugkeerde was het thema van impact en continuïteit. Hierbij stonden vragen centraal als hoe maak je een betrouwbare impactanalyse voor kritische processen en sectoren en welke continuïteitsmaatregelen moeten door de overheid en door het bedrijfsleven worden genomen? Houdt men daarbij voldoende de keteneffecten in beeld en het feit dat de uitbraak van een pandemie tot een forse definitieve uitval van mensen (medewerkers, toeleveranciers, afnemers) kan leiden? Bedrijven intern: • Business Continuity Management. Handvatten, referentiekaders voor goede integrale plannen zijn nodig. • Ook voor grote bedrijven zijn vaak kleine toeleveranciers cruciaal (o.a. onderhoudsmonteurs, bewakings- en schoonmaakdiensten); en die besteden aan dit onderwerp minder tijd en aandacht • Integrale logistieke ketens en realistische scenario’s moeten worden ontwikkeld inclusief de competentie om heel snel maatwerkscenario’s op te stellen Nederland: • Hoe wordt de continuïteit van de vitale infrastructuur gewaarborgd? Is het iedereen duidelijk om welke bedrijfssectoren en concrete bedrijven het gaat? • Hoe stel je zo realistisch mogelijke scenario’s op? • Hoe maak je een planning op basis van zo veel onzekerheden toch effectief? Hoe hard zijn de aannames waarop deze planning en continuïteitsplannen zijn gebaseerd? C.q. wat zijn de zekere factoren in een dergelijke planning? • Hoe verminder je de kwetsbaarheid van essentiële logistieke ketens? Rolverdeling en verantwoordelijkheden Het centrale onderwerp op het klankbord pandemiebestrijding was de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden tussen overheid, het bedrijfsleven en de burgers, waarbij de civil society niet mag worden vergeten. Voordat er plannen kunnen worden gemaakt en een communicatiestrategie kan worden ontwikkeld moet duidelijk zijn waar verantwoordelijkheden liggen en wie welke rol op zich neemt. Het werd tijdens de discussie duidelijk dat de overheid graag wil weten welke verwachtingen er vanuit het bedrijfsleven naar de overheid toe bestaan. Belangrijkste thema’s waren: • Hoe zetten we een effectieve samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven op? • Hoe vindt coördinatie van deze samenwerking plaats en wie neemt het initiatief om deze samenwerking op te zetten? • Waar hebben overheid en bedrijfsleven last van elkaar? • Wat kunnen samenleving en het bedrijfsleven zelf en wat moet door de overheid worden geregeld? • Hoe gaan bedrijven om met de belangentegenstelling van business continuity versus de verantwoordelijkheden van het bedrijf jegens de samenleving. • De rol van het MKB in zake communicatie en verantwoordelijkheden moet worden besproken.
9
Verslag Publiekprivate Actieforum Pandemiebestrijding Het belangrijkste doel van het Publiekprivate Actieforum Pandemiebestrijding is om een pandemieagenda 2007 op te stellen: aan welke onderwerpen moet (meer) aandacht worden besteed zodat een samenhangend geheel van voorbereidingsmaatregelen wordt genomen? De aanwezigen op 24 januari onderstreepten het belang van een duurzame vorm van overleg en samenwerking van de betrokken stakeholders. Het moet duidelijk zijn wat bedrijven van de overheid verwachten en wat zij als hun eigen verantwoordelijkheid zien. Andersom moet ook de overheid haar visie geven op de rol van bedrijven en de rol die zij zichzelf toedient in de voorbereiding op en optreden tijdens en na afloop van een pandemische uitbraak. Een vergelijking met het Millenniumplatform o.l.v. Hans Alders werd genoemd. Bij dit samenspel moet ook de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de burger realiteitsgehalte krijgen en moet ook het palet van maatschappelijke organisaties (civil society) niet uit het oog worden verloren. Op grond van de voorbereidende bijeenkomst op 24 januari kunnen de volgende aandachtspunten worden benoemd: • Het is belangrijk om een momentum/ “sense of urgency” te creëren waardoor een dergelijk overleg op korte termijn kan worden opgezet; • Het is belangrijk om afspraken te maken om deze “sense of urgency” gedoseerd vast te houden en een structurele manier van samenwerken te ontwikkelen waarin de aandacht voor het onderwerp wordt vastgehouden en de voortgang van afgesproken maatregelen wordt besproken, ook zonder de aanwezigheid van een concrete deadline zoals bij het Millenniumplatform. • In dit overleg moeten verantwoordelijkheden worden verhelderd, op basis waarvan een taakverdeling mogelijk is en moet er ook een processtrategie worden uitgezet die erop is gericht om alle relevante partijen, inclusief maatschappelijke organisaties en burgers, erbij te betrekken. Opzet Publiekprivaat Actieforum Pandemiebestrijding: Rekening houdend met deze aandachtspunten worden afwisselend groepsdiscussies en plenaire discussies gevoerd gericht op het vaststellen van een agenda annex actieplan voor 2007. Elke groep heeft een moderator. Resultaten van deze groepsdiscussies, met per tafel zoveel mogelijk een multidisciplinaire samenstelling, zijn vervolgens centraal teruggekoppeld. Thema’s: Afgeleid van de bijeenkomst van 24 januari zijn 6 thema’s bepaald waarvan de uitwerking tijdens deze bijeenkomst ter hand werd genomen: Preventie en Proactie: 1. (Pre)vaccinatie 2. Planning en implementatie: 2a. Planning en implementatie op bedrijfsniveau 2b. Planning en implementatie op nationaal niveau Nazorg: 3. Afwikkeling en herstel Generieke thema’s: 4. Informatie en communicatie 5. Taakverdeling en samenwerking Per thema drie groepen vragen naar acties: a. Welke acties moeten daarop worden genomen? b. Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? c. Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen?
10
Thema 1. (Pre)vaccinatie: Virusremmers als Tamiflu en Relenza kunnen een pandemie a la H%N1 niet afweren. Met de ontwikkeling en de productie van een ‘breed’ vaccin kan tijd worden gewonnen voor het vaccineren van (grote) groepen mensen. Volgens Osterhaus is daarmee voor NL ca 50 mln gemoeid, een bedrag dat de overheid vooralsnog niet ter beschikking stelt. Is de onderbouwing van deze stelling voldoende gedegen om in PPS-verband te investeren in de ontwikkeling en productie van een breed vaccin? Met welke argumenten en krachten moet rekening gehouden worden? a. Welke acties moeten daarop worden genomen? - Betrek alle stakeholders, zoals het bedrijfsleven, in de vorm van een platform*/ taskforce*. Start bijvoorbeeld met een convenant. - Benoem een verantwoordelijke voor beleid, proces en het geld. - Zoek wegen om vanuit een lange termijn benadering investeringen te kunnen verantwoorden. - Verricht aanvullend onderzoek over het nut, de noodzaak en de kosten voor de ontwikkeling een breed (pre)vaccin. - Verbeter het inzicht in de planning en de aanpak voor de ontwikkeling van een (pre)vaccin. - Reserveer onderzoekscapaciteit voor een (pre)vaccin b. -
Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? VWS i.s.m. industrie (vaccins) de centrale coördinatie en de opzet van het platform* VWS het aanvullend onderzoek nut, noodzaak en kosten van een breed vaccin Bedrijfsleven betrekken in platform en desnoods in de financiering
c. -
Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Beter inzicht op maatschappelijke gevolgen nodig t.b.v. agendasetting Beter inzicht in de noodzaak van de ontwikkeling van een breed (pre)vaccin Geld is geen probleem, als de onderbouwing voor de investering er komt Eerst een platform bouwen, alvorens de andere maatregelen in gang te zetten.
*Enge definitie van een platform / taskforce voor de ontwikkeling van een breed vaccin, met betrokkenheid van alle direct verantwoordelijke en directe afhankelijke publieke en private organisaties. Het daadwerkelijk op te zetten platform zou een bredere focus op pandemie kunnen hebben: medisch, maatschappelijk en (bedrijfs-)economisch van aard. 2. Planning en implementatie Ter voorbereiding op een mogelijke uitbraak van een pandemie moet een onderneming, overheidsorganisatie, maatschappelijke instelling etc zich prepareren. Met business continuity plannen, simulaties en concrete maatregelen. En extra aandacht voor kwetsbare schakels. 2a. Planning en implementatie op bedrijfsniveau Wat is de behoefte op bedrijfsniveau aan hulpmiddelen voor pandemiebestrijding zoals referentiekaders, handreikingen, oefenscenario’s, trainingen, etc? Voor welke doelgroepen in het bijzonder? Wat wordt daarbij van de overheid verwacht en wat van marktpartijen? a. Welke acties moeten daarop worden genomen? - Scenario’s: o Er zouden realistische scenario’s moeten worden ontwikkeld met aandacht voor hoe mensen zich gaan gedragen, wat voor consequenties dit heeft voor de maatschappij en het bedrijfsleven;
11
-
-
-
-
b. c. -
Inclusief de afhankelijkheden van overheid en (andere) vitale sectoren Wat doet de overheid en wat doet het bedrijfsleven per scenario; wat is de eigen verantwoordelijkheid, die van branches en die van de overheid Risico analyse per niveau ramp/pandemie opstellen; vaststellen van de kritische processen en de kritische succesfactoren (en deze breed delen) Alles richten op het inperken van de periode ‘inactief’ Planvorming/ organisatie: o Overheid zorgt voor de standaardisatie: Heldere uitgangspunten op basis waarop alle stakeholders hun plannen baseren (scenario’s, processen, middelen, rollen) Stramien voor planvorming en crisisplannen (i.s.m. werkgeversorganisaties) o PPP (pandemic prevention plan) of aangepast BCP (Business Continuity Plan) ontwikkelen: Bestaande crisisplannen en BCP’s tegen het licht houden Input vragen van deskundigen en VWS Communiceren van onderdelen voor bewustwording en verwachtingenmanagement intern en extern Oefenen, testen en blijvend actualiseren Lokaal inbedden Communicatie (middelen): o Agendering probleem door koepel- en brancheorganisaties: T.b.v. ontwikkeling “sense of urgency” M.K.B. i.s.m. grote bedrijven. o Grote bedrijven zetten leveranciers vervolgens aan tot concrete (keten) maatregelen o Handreiking / stappenplan ter vermindering van de kans op een pandemie en ter verlaging van de gevolgen van een pandemie-uitbraak. Kennis ontwikkeling: o State of the art kennis verzamelen / bijeenbrengen in platform (WHO, internationaal, uit bedrijfsleven en de overheid) o Best practices delen (branchevreemd en brancheoverstijgend) o Trainen en oefenen draagt bij aan bewustwording en kennisontwikkeling Draagvlak/ bewustwording: o Agenderen thema pandemie op agenda Raad van Bestuur o Breed pandemie team (interne en externe stakeholders) opzetten o Leveranciers betrekken en activeren o Relevante publieke diensten bestrekken en activeren (GHOR, veiligheidsregio’s, ministeries) Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? BCP met onderdeel PPP door grote bedrijven zelf, door MKB via branche organisaties Meer concreet bij grootbedrijf: risk manager in opdracht van directie Handreiking bedrijfsleven door VNO-NCW / MKB-Nederland / overheid (div. ministeries) Kennis aangedragen vanuit overheid en kennisorganisaties, zoals RIVM, arbodiensten Daar waar maatregelen overheid en bedrijfsleven betreft samenwerken; in overleg vanuit platform initiatiefnemers aanwijzen (taskforce) om het ‘wacht jij op mij?’paradigma te doorbreken. Overheid: handreiking, kennis, scenario’s, bijeenkomsten en andere vormen van communicatie (i.s.m. koepels) Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Handreiking PPP/ BCP door de overheid / VWS (standaardisatie, gelijke uitgangspunten) Middelen (medisch, mensen, financiën, distributie) door bedrijfsleven en overheid Draagvlak, vertrouwen van het personeel Scenario’s noodzakelijk om effecten te kunnen inschatten en de juiste voorbereidingen te kunnen treffen
12
-
Vertrouwen tussen overheid en bedrijfsleven verhogen door een centraal informatiepunt in te stellen met hoge mate van integriteit, zodat bedrijfsleven eerder bereid is de concurrentiegevoelige informatie met andere (overheids-) organen te delen.
2b. Planning en implementatie op nationaal niveau Wat is de behoefte op nationaal niveau aan hulpmiddelen voor pandemiebestrijding zoals referentiekaders, handreikingen, oefenscenario’s, trainingen, etc? Voor welke doelgroepen in het bijzonder (gemeenten, veiligheidsregio’s)? Wat wordt daarbij van de centrale overheid verwacht en wat van marktpartijen? a. Welke acties moeten daarop worden genomen? - Scenario’s: o Bewustwording creëren (wat is het probleem/ wat zijn de consequenties) door scenario’s te ontwikkelen en hierover te communiceren o Richtlijnen hoe te handelen per type of niveau van pandemie o Internationale context in ontwikkeling scenario’s meenemen o Onderhouden scenario’s (blijvend actualiseren) - Planvorming/ organisatie: o Extra voorzieningen gezondheidszorg (capaciteit nu te beperkt) o Dezelfde uitgangspunten belangrijk in zowel plannen van de overheid en bedrijfsleven o Duidelijke structuur/ kader; duidelijke verantwoordelijkheden overheid, bedrijfsleven en publieke organisaties (tevens belangrijk: helder communiceren) o BCP op alle niveaus (nationaal en regionaal, per sector, per branche, per bedrijf) maar wel uitgaande van een uniform proces per niveau (pandemie) ramp. o Draaiboek NCC interdepartementaal. Vanuit dit draaiboek doorontwikkelen met zelfde uitgangspunten per departement. Ministeries (EZ belangrijkste) ontwikkelen vanuit dezelfde uitgangspunten vervolgens richtlijnen voor het bedrijfsleven. o Nationaal Coördinatie Center Pandemie oprichten. Deze organisatie ontwikkelt het stramien van pandemiebestrijding en voert de coördinatie bij een uitbraak. o Koppeling van pandemie overleg aan bestaande vitale infrastructuur overleggen, eventuele pandemieplatform inbedden in SOVI overleg. Koppeling bestuurlijk draagvlak naar de dagelijkse praktijk en operations nadrukkelijk nastreven. - Communicatie (middelen): o Centraal loket opzetten: hier aan elkaar laten weten waar we mee bezig zijn, best practices tonen, state of the art (geselecteerde) kennis verzamelen o Leidraad met alle ‘need to knows’ en ‘things to do’ voor MKB ontwikkelen, liefst rekening houdend met maatregelen per niveau ramp (naar voorbeeld alerteringsysteem NCTb in samenwerking met vitale sectoren). Ook prioritering in te nemen maatregelen aangeven. o Communicatie t.b.v. stimulering private bewustwording en verantwoordelijkheid o Strategie die wordt gevolgd bij uitbraak bepalen en communiceren - Draagvlak/ bewustwording: o Internationale oriëntatie, surveillancesysteem WHO o Samenhang creëren tussen overheidsonderdelen, bedrijfsleven, publieke organisaties en burgers b. Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? - Het NCC binnen BZK voert de regie in de preparatie en voorbereiding op een pandemie met alle ministeries. Ministeries vervolgens zelf verantwoordelijk voor doorvertaling naar de ‘eigen’ sectoren en accenten. Uitvoering van planvorming en voorbereidingen op operationeel niveau decentraal en regionaal/ lokaal. - VWS heeft een alerterings-, signalerings- en communicatieverantwoordelijk richting alle ministeries en deels rechtstreeks met het bedrijfsleven (samen met werkgevers organisaties,
13
c. -
koepels en brancheorganisaties). Leidraad onder regie van VWS i.s.m. de ministeries, werkgeversorganisaties en het grootbedrijf. Binnen de sector—en/of branche: branche- en sectorverenigingen aangespoord door de overheid en de koepels. Ten aanzien van de eigen continuïteit: eigen verantwoordelijkheid bedrijfsleven en publieke organisaties Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Awareness Transparantie in rollen / taken Scenario’s Helders uitgangspunten Openheid en vertrouwen Besluitvorming Overheid moet actief de discussie voeren Communitiemiddelen Voldoende medicijnen
3. Nazorg: afwikkeling en herstel Al tijdens een uitbraak zullen recovery plannen moeten worden opgesteld en andere acties voorbereid en in gang worden gezet om zo snel mogelijk de dagelijkse business weer op te pakken. Maar er is ook hulp en aandacht nodig de verwerking van verlies van dierbaren. En voor het afleggen van verantwoording over het optreden en het trekken van lessen voor de toekomst. Zijn er specifieke aandachtspunten waarop gewezen moet worden? Aan welke voorbereidende maatregelen moet worden gedacht? a. Welke acties moeten daarop worden genomen? - Scenario’s: o Prioritering van herstel: uitzoeken wat als eerste weer moet draaien o Scenario’s ontwikkelen bij verschillende pandemie niveaus (‘risico op’ versus ‘mate van impact’) o Per niveau ramp aangeven wat de overheid doet en hoe dit de continuïteit van het bedrijfsleven (en in het bijzonder vitale sectoren) kan beïnvloeden. o Per niveau ramp vitale behoeftes alloceren, hierover vooraf afspraken met bedrijfsleven (belangrijke rol EZ). o Speciale aandacht in scenario’s en maatregelen op schade en juridische aansprakelijkheid - Planvorming/ organisatie: o Plannen, ook op deelprocessen (25, CRAS, CRIB, ect). Hierin eveneens aandacht voor psychische en sociale zorg. o Evaluatie (kolommen) van plannen knelpunten wegnemen + aanpassen draaiboeken o Bedrijfsleven: Integraal onderdeel maken van BCP / planvorming o NCC regelt alles in de preparatie, bij een uitbraak wordt een speciaal (inter)departementaal team samengesteld nu al kopstukken aanwijzen, organisatie bouwen gelet op aantal meest waarschijnlijke scenario’s. o Oefenen op pandemieniveaus (‘kans op’ versus ‘mate van impact’). - Communicatie & informatie: o Communiceren wat het bedrijfsleven zelf kan en vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid zou moeten doen. o Duidelijk aangeven waar zich welke informatie bevind en wie verantwoordelijk is.
14
o
Politiek bestuur: verantwoording, stimuleren / communiceren wederopbouw (Toronto/ Sars)
b. -
Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? Landelijke overheid, regionale overheid, koepels (bedrijfsleven) en bedrijfsleven zelf Leiding komt bij 1 coördinerend projectteam nazorg (ministerieel, samenstelling?) Overheid verantwoordelijk voor eenduidige en heldere communicatie Op alle niveaus afhankelijk van de rol
c. -
Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Handreiking noodzakelijk Overheid realiseert zich ook vooral het belang bedrijfsleven Tijd voor ‘rouw’ (acceptatie) Voldoende capaciteit voor opvang Schuldvraag en juridische strijd achteraf voor zijn.
4. Informatie en communicatie Informatievoorziening en communicatie zijn van groot belang voor partijen en burgers bij het voorkomen en bestrijden van een pandemie. Bv hoe is het gesteld met het gevoel van urgentie om aandacht te besteden aan pandemiebestrijding, zonder de kwestie buiten proporties te presenteren? Hoe gaan we om met de paradox dat naarmate de pandemie effectief op afstand wordt gehouden het gevoel toeneemt van ‘het loopt wel los; we hoeven niets te doen’. Hoe creeer je een sense of urgentie en hoe houdt je deze gedoseerd vast? Hoe komen we aan de relevante surveillance informatie en hoe monitoren we de (internationale) ontwikkeling van de pandemie? Hoe betrek je de media bij een crisis en gebruik je hun invloed om goed hiermee om te gaan? a. -
-
Welke acties moeten daarop worden genomen? In draaiboeken, PPP en BCP, duidelijke aandacht voor communicatie Betere communicatie tussen overheid en bedrijfsleven opzetten Goede feitelijke voorlichting over stand van zaken en voorbereidende afspraken Informatie over gewijzigde zorgstructuur inclusief hoe ga je om met niet griepgerelateerde zaken Pandemieplannen blijvend actualiseren en verschillende (multidisciplinaire en op basis van verschillende scenario’s) oefeningen doen Surveillance systeem opzetten d.m.v. internationale samenwerking overheid Nadere afspraken met de media maken, integriteitafspraak plus voorlichting door deskundigen Speciale pandemie crisis website, plus keurmerk voor andere websites met betrouwbare informatie. Eenduidige informatie nastreven, herhalen van de boodschap Eerlijke communicatie starten: o Wat weten we wel en wat weten we niet? o Wat is het risico? o Wat doet de overheid? o Wat kunt u doen? Stramien voor communicatie vooraf, tijdens en na een pandemie opzetten op diverse niveaus en gericht op alle actoren voor wie dit van belang is. Vanuit impact analyses / rampscenario’s en consequenties, naar communicatiemiddelen om urgentiebesef in de samenleving (overheid, bedrijfsleven, burger) te verhogen. Hierbij voorbeelden ter ondersteuning gebruiken. Kans x effect = risico. Publiekelijk duidelijk maken dat ondanks de kleine kans het risico erg groot is in vergelijking met andere mogelijke rampen Breder aanvliegen: laat Pandemie casus zijn voor andere rampen
15
b. Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? - NCC ontwikkelt communicatie- en informatievoorzieningstramien interdepartementaal (vooraf, maar ook rekening houdend met daadwerkelijk optreden en nazorg). o Hierin duidelijke afspraken maken met ERC voor communicatie voorafgaand aan een eventuele pandemie. Hetzelfde met ANP en andere media tijdens de uitbraak en de nazorg. - Overheid verantwoordelijk voor communicatie naar publiek(-organisaties) en bedrijven. Overheid is hierbij coördinerend, richtinggevend, geeft het proces aan, schets de afhankelijkheden. Uitvoering, implementatie en maatwerk ligt per sector, ministerie, branche of organisatie. - Bedrijven verantwoordelijk voor communicatie naar werknemers. Ondersteunen de overheid door ketenpartners op hun verantwoordelijkheid te wijzen. c. -
Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Realistische houding overheid Timing & eenduidigheid moeten goed zijn voor succes Informatie die er al is benutten (in EU verband, van de World Health Organisation) Zover mogelijk aansluiten bij bestaande projecten, zoals het project vitaal binnen BZK.
5. Taakverdeling en samenwerking: Er bestaand grote onduidelijkheden wie wat moet doen. Zowel nu, bij de preventie en de voorbereiding als tijdens een pandemie-uitbraak. Dat geldt voor de overheid en het bedrijfsleven, maar ook voor maatschappelijke organisaties, burgers, media etc. Nu is er geen gestructureerd overleg dat de voorbereidingen van de pandemie coördineert, terwijl daaraan wel behoefte is.Hoe moet een samenwerking tussen publieke en private partners eruit zien om goed te kunnen plannen, afstemmen en monitoren? Zijn er voorbeelden of bestaande gremia die daaraan al grotendeels voldoen of moet iets nieuws worden gestart? a. Welke acties moeten daarop worden genomen? - Actieplatform (korte termijn) en lange termijn platform van overheid en koepels, bijvoorbeeld als onderdeel van het strategische overleg vitale infrastructuur (SOVI). Gebruik maken van bestaande overlegstructuren en projecten (SOVI, BCTb, project vitaal BZK). Bedrijven nadrukkelijker verzoeken om samenwerking. - Pandemie platform met: o Duidelijke opdracht o Duidelijke taakverdeling o Budgettaire verantwoordelijkheden verdelen o Communicatie doelstelling o Centrale coördinatie - Afzakken van beleidsmatige insteek tot een niveau waarop implementatie op bedrijfsniveau mogelijk wordt - Scenario’s uitwerken op basis van pandemieniveaus (‘kans op’ plus ‘mate van impact’) - Vragen delen en raamwerkstructuur opzetten; onderlinge afhankelijkheid aangeven, partners aanspreken. Gebruik maken van centraal loket. - Duidelijke verantwoordelijkheden tussen bedrijfsleven en overheid aangeven: zo duidelijk mogelijk aangeven wie wat vanuit zijn verantwoordelijkheid kan doen. - Eigen BCP aanpassen aan pandemie b. Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? - Bedrijfsleven en overheid. - Bedrijfsleven heeft eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van continuïteit, plus een maatschappelijke verantwoordelijkheid, die sterker wordt naarmate met de ‘vitale infrastructuur’ vormt. Afstemming via koepels en branches.
16
-
Overheid heeft richtinggevende, coördinerende en randvoorwaarden scheppende rol. Deze rol pro-actief invullen samen met koepels (MKB-Nederland en VNO-NCW).
c. Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? - Scenario’s geven invulling aan een grote behoefte en kunnen een uitgangspunt vormen voor bijna alle processen, de benodigde organisatie en acties. - Eerste aanzet vanuit de overheid, daarna sectorspecifiek en/of decentraal vertakken - Gezamenlijk oefenen - Business continuïteitsplannen moeten gereed zijn. - Bereidheid om mee te doen, draagvlak - Inzicht bij alle spelers welke voorbereidingen waar al lopen, zodat het wiel niet telkens opnieuw hoeft te worden uitgevonden. - Binnen platform meerdere niveaus en doelgroepen aanspreken: o Bestuurlijk/algemeen of o Operationeel/sectorgebonden/specifiek.
17
Programma’s bijeenkomsten pandemie Eerste bijeenkomst:
Publiekprivaat Klankbord
‘Prioritering in pandemiebestrijding’
Kasteel Montfoort, woensdag 24 januari 2007 Inhoud publiekprivaat klankbord Een selecte groep beslissers uit publieke en private organisaties geven middels een discussie antwoord op de volgende vragen: - Wat zijn de risico’s en mogelijke gevolgen van een pandemie? Waar staan we nu in de voorbereiding ter minimalisering van risico’s en mogelijke gevolgen? - Welke maatregelen treffen bedrijven en de overheid en wie doet wat? - Waar zit de samenhang in maatregelen tussen bedrijven en overheid? - Waar moeten we bruggen slaan en gezamenlijke samenwerkingsacties ontplooien? Programma Publiekprivaat Klankbord De ‘agenda’ van de besloten bijeenkomst is als volgt: 13.00 u Ontvangst met koffie en thee 13.15 u Welkom door R. Klop, directeur van BlomBerg Academie en introductie van de voorzitter, dhr. D. van den Wall Bake, senior management consultant Berenschot Veiligheid en Crisismanagement 13.20 u Voorstelronde deelnemers - Korte toelichting op verantwoordelijkheid ten aanzien pandemiebestrijding - Belangrijkste aandachtsveld t.a.v. effectievere pandemiebestrijding 13.40 u Kort visiebetoog ingaande op risico’s, mogelijke maatschappelijke ontwrichting en wat te doen om de sociale structuur in stand te houden, volgens Prof. Dr. Ab Osterhaus, Erasmus Medisch Centrum 13.55 u Formuleren van gezamenlijke visie op integrale pandemiebestrijding: Waar staan we nu, wat kunnen we wel en niet, wat moeten we in algemene op termijn kunnen? Ofwel: Welke hoofddoelstellingen in integrale pandemiebestrijding definiëren we? 14.30 u Pauze met koffie en thee 14.50 u Van visie naar uitvoer: - Hoe vertalen we doelstellingen in algemene zin naar structuur van pandemiebestrijding, verantwoordelijkheden en taakverdeling overheden en bedrijven? - In welke maatregelen is middels bestaande crisisbeheersingsplannen voorzien en welke specifiek op pandemiebestrijding gerichte maatregelen zijn nodig? - Waar zit de samenhang in maatregelen tussen bedrijven en overheid, wie doet wat (publiek en privaat)? - Waar moeten we bruggen slaan en gezamenlijke samenwerkingsacties ontplooien2? 15.30 u Van korte termijn actie naar lange termijn resultaat: Wat benoemen we, vanuit prioritering, tot concreet en haalbaar project voor het jaar 2007. 16.00 u Afsluiting
2
Ingaande op de rol van communicatie en de media (publieksvoorlichting), de burger, business continuïteitsplanning, opleiden en oefenen,
vaccinatie/ voorzieningen, multidisciplinaire samenwerking, informatievoorziening, planvorming, etc.
18
Tweede bijeenkomst:
Publiekprivaat Actieforum ‘Daadkracht in pandemiebestrijding’
Kasteel Montfoort, woensdag 7 februari 2007 Inhoud Publiekprivaat Actieforum De geuite bezorgdheid over de mogelijkheid van een grieppandemie en de gevolgen hiervan voor maatschappij en het financiële systeem geeft aanleiding tot actie. Bedrijven zullen prioriteiten moeten stellen om hun kerntaken te kunnen blijven uitvoeren. De overheid zal meer duidelijkheid in verantwoordelijkheden en maatregelen ter preventie moeten verschaffen. Leidende vragen van het actieforum: - Visie op pandemiebestrijding: Waar moeten we op (korte) termijn toe in staat zijn? - Waar eindigt vanuit deze visie de verantwoordelijkheid van de overheid en begint die van bedrijven? - Waar zit de samenhang in noodzakelijke maatregelen van bedrijven en van de overheid? - In welke (bijzondere) gevallen kunnen bedrijven rekenen op ondersteuning vanuit de overheid? - Wat zijn de bedrijfsrisico’s en mogelijke gevolgen? - Hoe garanderen bedrijven de bedrijfscontinuïteit en hoe wordt erger voorkomen? Doelstelling: Opstellen van een pandemieagenda 2007, gebruikmakend van de resultaten van de voorgaande bijeenkomsten in september 2006 en 24 januari 2007. Programma Publiekprivaat Actieforum De ‘agenda’ van de besloten werk- en discussiebijeenkomst is als volgt: 12.30 Ontvangst door Blomberg; lunch 13.15 Welkom door Ralf Klop; gevolgd door introductie van de middag door Diederick van den Wall Bake, senior management consultant Berenschot Veiligheid en Crisismanagement 13.30 Presentatie van de oogst tot dusver, door Diederik van den Wall Bake: waar staan we en wat zijn de thema’s van vandaag? 13.45 Vragenronde n.a..v. verslag en presentatie. Regie rondes groepsgesprekken. 14.00 Eerste ronde groepsgesprekken: de drie tafels krijgen de eerste drie thema’s voorgelegd met de volgende drie vragen: • Welke acties moeten daarop worden genomen? • Wie neemt daartoe het initiatief cq de leiding? • Zijn er speciale condities/aandachtspunten om die acties te ondernemen? Daaraan voorafgaand een zeer korte kennismakingsronde per tafel De drie thema’s worden in de bijlage benoemd. Elke groep wordt geacht alle thema’s te bespreken, maar in verschillende volgorde zodat tenminste elk thema een keer aan bod komt. 14.45 Inventarisatie, korte bespreking en prioritering van de groepsresultaten 15.15 Pauze 15.45 Tweede ronde groepsgesprekken met drie andere thema’s en dezelfde drie vra-gen 16.30 Inventarisatie, korte bespreking en prioritering van de groepsresultaten 17.00 Afsluiting en borrel
19
Deelnemers bijeenkomsten pandemie Naam G. Aldershof Dr. M.P.H.M. Andriessen
Functie Secretaris Directeur Zorgfaciliteiten
M. Bokkerink
Beleidsmedewerker
Ph.J. van Dalen B. van Dam A. van Dijk J. Fonteijn H.J.C. Gathier J. Gorlee
Senior Policy Officer Hoofd Risk Klacht & Integriteit Director Group Asset Protect Commercial Manager Hoofd Continuiteitsmanagement
A. Griffioen A.J.M. Heemskerk Dr. S.A. Hertzberger Mr. J.A.M.L. Houben
Programma Manager Manager K.A.M. Hoofd Kwaliteit Burgemeester BNL Env.Adv. & SHE Team Leader Account Manager Trainee Hoofd DCC Head Occupational Health Bedrijfsarts / Epidemioloog
Ir. A.C.C.M. Jeen S. van Kesteren B. Kramer G.D Laanen Dr. B. Luten Dr. J.J. Maas Ir. H. Maurice C. Meiss M. van Mierlo
Beleidsmedewerker Beleidsmedewerker Senior Beleidsmedewerker Arbo Hoofd Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing E.B. Mulder A. Osterhaus Viroloog R. Remorie Marketing & Sales Manager H. Reusken Country Operations manager Drs. M.W. Rooze MBA Directeur Dr. C.G. van Schagen Director Corporate / Legal Affairs Ing. B.J. Sponselee MSHE Manager VGM L.B.C. Tjebbes EMIA RO Senior Internal Auditor F. van der Veer National Logistics Director Drs. G.P. Verpoorte Directeur Arbodienst Drs. W.G. van Vliet Rijkstrainee Ministerie van VWS L. de Vries Chief Security Officer C. van der Waaij Voorzitter groepsdirectie Senior Managing Consultant Ir. D.A. van den Wall Bake Veiligheid en Crisismanagement N. Wamsteker
Senior Beleidsmedewerker
Organisatie Vereniging VNO-NCW Universitair Medisch Centrum Groningen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport RET RET Koninklijke Ahold NV GlaxoSmithKline SNS Bank Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Deli XL Albert Heijn B.V. Gemeente Barneveld ExxonMobil GlaxoSmithKline Berenschot BV Ministerie van Verkeer en Waterstaat Unilever Nederland Holdings BV Arbo Unie Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Veiligheidsregio Utrecht Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Ministerie van Economische Zaken Erasmus Medisch Centrum GlaxoSmithKline IBM Nederland N.V. Impact GlaxoSmithKline Orange NL Equens holding NV Unilever Bestfood Nederland Rabobank Nederland Ministerie van VWS KPN Unilever Nederland Holding BV Berenschot BV Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
20